De vordering van het O. M. luidde 2
jaren gevangenisstraf met mindering en 7
jaren ontzetting.
Tegen een dame te 's-Gravenbage,
vroeger te Apeldoorn, die beklaagd werd van
het opzettelijk door giften of beloften uitlokken
van het misdrijf van meineed, ia door den
ambtenaar van het O. M. bij de rechtbank te
Zutfen twee jaar gevangenisstraf geëïlcht.
Men zal zich herinneren dat in den nacht
van 9 op 10 September in de Halve Maanstraat
te Rotterdam, op een portaal, een gevecht
geleverd werd tusschen daar woonachtige
families, orgeldraaiers en dergelijken, die op
voet van oorlog leefden en eiken dag ruzie
hadden.
In genoemden nacht was het een buitengewoon
lawaai, waardoor de stiefzoon van een der
partijen uit zijn slaap gewekt werd en naar
het portaal ging. Daar zag hij o. a. dat zijn
moedor bloedend verwond was, greep een mes
en stak dat een der strijders in het lijf. Deze
werd naar het ziekenhuis gebracht en overleed
aan de gevolgen.
Zaterdag werd de zaak voor de Rotterdamsche
rechtbank behandeld. De ambtenaar van het
O. M. nam ten opzichte van den 15-jarigeo
beklaagde in ruime mate verzachtende o mstandig-
heden in aanmerking en eischte slechts twéé
maanden gevangenisstraf.
Die eisch werd op de publieke tribune met
applaus ontvangen.
Aanbestedingen, Verkoopingen enz.
Aan het Gebouw van het Gewest. Bestuur
te Middelburg werd heden (Woensdag) aan
besteed
1°. Het maken van een dukdalf, vloei- en
meerpalen, pontonjukken en een toegangsbrug
en verbetering van de geleidingsdukdalven
der pontons in do tramweghaven aan het
Zijpe. (Raming f 20.400).
2°. Het verlengen van de basaltglooiiDg
tot verdediging van den duinvoet tusschen
de strandhoofden no. 11 en 12 aan de Oude
Hoeve aan de noordzijde van het eiland
Schouwen. (Raming f 12 800).
3°. Het vervangen van do beschoeiing aan
de westzijde van de Marinebuitenhaven te
Vlissingen door eene glooiing van zuilenbasalt
en het uitvoeren van bijbehoorende werken.
(Raming f 5260).
Laagste inschrijversvoor den dukdalf
Mees Visser te Papendrecht voor f 14.910;
voor de basaltglooiing P. Vink te Noordgouwe
voor f 9997voor de beschoeiing W. Dekker
te Veero voor f 4484.
KGRKNlErWS.
Tot ouderlingen bij de Geref. Gem. te Ierseke
werden herkozen de heeren G. Moerdijk en
C. Sinke. Tot diakenen de heeren H. Boogaards
en J. de Schipper. In de plaats van den heer
H. Bogaards, die zijn benoeming als diaken
niet aannam, werd gekozen de heer P.
Dronkers.
PREDIKBEURTEN
in onderstaande gemeenten van Schouwen en Duiveland.
Donderdag 25 en Vrijdag 26 December 1902.
Herv. Kerk te Burgh:
le Kerstdag, 's Voorm. half tien ure: ds. De Jagher.
2e 's Voorm. half tien ure: Idem.
Herv. Kerk te Renesse:
le Kerstdag, 's Voorm. half tien ure: ds. Kapteyn.
Herv. Kerk te Noordwelle:
2e Kerstdag, 's Voorm. half tien ure: ds. Kapteyn.
O N D E R W IJ 8.
St.-Filipsland, 23 Dec. Benoemd tot
onderwijzeres aan de school in den Anna-
Jacoba-Polder mej. Flohil t6 Numansdorp.
Met de benoemde stonden op de voordracht
de dames v. Houten te Nieuw- en St.-Joos-
land en v. Disco te Bergen-op-Zoom.
Zeven maanden geleden beschikte de
Kantonrechter te Tholen gunstig op een
verzoek van de afdeeling Tholen van het
Ned. Onderwijzers-Genootschap om de zit
tingen ter berechting van Leerplicht-over
tredingen steeds des Zaterdags te houden.
Na het vertrek van den toemaligen kanton
rechter is echter de vorige toestand weer
ingetreden, zoodat een zeer groot getal
verzuimen daarvan het onvermijdelijk gevolg
worden.
Bij kon. besl. is benoemd tot directeur
van en leeraar aan de Rijks H. B. S. te
Alkmaar, dr. Z. Th. Diehl, thans als zoodanig
te Saeek, vroeger leeraar aan de H. B. S.
te Zierikzee.
Heden werd aan de Universiteit te
Utrecht bevorderd tot apotheker, de 'heer J.
Walraven van de Garde, geboren te Noord-
gouwe.
De Kali en het Zetmeelgehalte
der Planten.
Het is voornamelijk uit onderzoekingen
der laatste halve eeuw gebleken, dat de
aschbestanddeelen der planten een zeer voor
name rol spelen bij de vorming der organische
stoffen als eiwit, vet, suiker, zetmeel, enz.
Wel is men nog niet achler het fijne der
zaak, maar men is toch al vele schreden
voorwaarts gekomen in de kwesfie. Zoo
schijnt het vast te staan, dat de phosphorzure
zouten een voorname rol spelen bij de vorming
van het eiwit, de kalizouten bij de vorming
van de koolhydraten, voornamelijk bij die
van het zetmeel. Men treft namelijk deze
laatste zouten altijd in de grootste hoeveel
heden aan, in die plantendeelen, waarin het
zetmeel in groote hoeveelheden is opgehoopt.
Geheel in overeenkomst met deze leer zijn
de resultaten, die de Dutische Landbouw-Maat-
schappij in den laatsten tijd met hare proeven
op dat gebied heeft verkregen.
In opdracht van de genoemde Maatschappij,
hebben dr. Welfarth, dr. Wimmer en andere
deskundigen proeven genomen, om den invloed
van een rijke kalibemesting op verschillende
landbouwgewassen, o. a. op aardappels, tabak,
boekweit, mosterdzaad, haver en chichorei-
wortels na te gaan. Daarbij is gebleken, dat
de kali niet medewerkt tot een evenmatige
vergrooting of vermeerdering van alle deelen
der planten, evenmin tot een evenredige
vermeerdering van alle organische bestand-
deelen, maar dat voornamelijk die plantendeelen,
waarin suiker, vet en zetmeel als reserve-
voedsel wordt neergelegd, door een sterke kali
bemesting zeer worden vermeerderd en vergroot.
Aldus worden door een rijke kalibemesting,
de knollen, de wortels, de zaden talrijker en
grooter en blijven b.v. de bladeren, in
vergelijking met genoemde deelen, meer in
ontwikkeling achter. Evenzoo worden naar
evenredigheid meer zetmeel, suiker en vetdeelen
in genoemde organen afgescheiden.
Ik meen, dat de resultaten van verschillende
met kalibemesting genomen proeven, meer in
deze richting wijzen. Een duidelijke vinger
wijzing zijn deze resultaten voor den landbouwer,
die zooveel mogelijk uit den grond wil halen,
en den oogst zooveel mogelijk aan het doel
wil doen beantwoorden.
Alle wortelgewassen, zooals aardappels,
knollen, wortels enz., waarbij het te doen is
om het gehalte aan zetmeel, suiker en vet,
moeten rijkelijk met kali bemest worden.
Evenmin mogen die zaadgewassen, waarin
zetmeel of vetten een hoofdvereischte is, een
kalibemesting ontberen.
BRIEVEN UIT ZIERIKZEE.
De liberale partij te Zierikzee slaapt. Trouw
aan de door haar sedert jaren gevolgde
gewoonte is zij onmiddellijk na de Kamer
verkiezing van 1901 ingeslapen, is met geen
stok op dit oogenblik wakker te krijgen, en
zal in haar zoete, diepe rust blijven voort-
slapen, totdat in 1905 door heel het land
opnieuw de stembusstrijd ontbrand is. Dan
zal zij op het geweldig gelui van de groote
nationale verkiezingeklok ontwaken, en, na
zich den slaap uit haar oogen to hebben
gewreven, om zich heen blikken, met schrik
ontwaren den talrijken, goed gedrilden, tot de
tanden toe gewapenden vijand, in allerijl op
staan, in Nieuwsbode en strooibiljet de liberale
krijgstrom roerenteneinde de kiezers te
bewegen zich om haar banier te scharen, en
onder haar vaan naar de stembus op te
trekken.
De liberale partij te Zierikzee slaapt. Zelfs
het voorstel van den heer Lemsom in de
jongste vergadering der Liberale KiesvereenigiDg
gedaan tot aansluiting bij den vrijzinnig-
democratischen bond kon haar niet wakker
schadden. Verreweg het grootste deel bleef
kalmpjes doorslapen, en bemerkte niet eeDS
het groot gevaar, dat van die zijde dreigde.
Slechts een klein gedeelte ontwaakte, zag
den ernst van den toestand in, en haastte
zich op zijn post te wezen, en zijn plicht
te doen.
Heel dunnetjes immers waren de leden der
Liberale KiesvereenigiDg op den avond van
den lOen December ter vergadering opgekomen,
hoewel men wist, dat een zeer ingrijpend
voorstel zou behandeld worden, van de aan
neming waarvan een scheuring in de liberalo
partij het onvermijdelijk gevolg zou wezen.
Immers zoo de toeleg gelukt ware de Liberale
Kiesvereeniging in een vrijzinnig-democratische
om te zetten, dan zouden beslist zeer velen
hun lidmaatschap voor de kiesvereeniging
hebben opgezegd, en hetzij afzonderlijk, hetzij
in vereeniging met die liberalen, die niet bij
de Liberale Kiesvereeniging waren aangesloten,
een nieuwe kiesvereenigiog gevormd hebben.
Gelukkig is de toeleg mislukt. Gelukkig, zeg
ik, want wanneer de liberale partij in dit
district verdeeld geraakt, dan kan zij haar
matten wel voor goed oprollen, en heeft zij
zelfs geen kans om in 1905 den verloren
Kamerzetel te heroveren.
Maar de tehuis geblevene liberalen zijn om
de door hen betoonde onverschilligheid, die
de aanneming van het voorstel tengevolge
kon hebben gehad, scherp te veroordeelen.
Zij hebben door afwezig te blijven bij de
behandeling van zulk een èu om zijn aard èn
om zijn gevolgen verreikend voorstel veel,
zeer veel op het spel gezet.
En wat nu het voorstel betreft, hij, die het
deed, en zij, die het steunden, hebben op hun
duimpje do gevolgen kunnen berekenen, die
uit een evenfueele aanneming er van zouden
voortspruiten. Hoe zij de verantwoordelijkheid
daarvan op zich durfden nemen, is mij nog
een raadsel. "Van een breed verschil in beginsel
is toch tusschen hen en de meeste liberalen
in dezo gemeente nooit iets gebleken. En
ook op de vergadering zelf heeft men weinig
daarvan kunnen ontdekken. En om nu ter
wille van de heerschende onverschilligheid bij
de meerderheid der liberalen, en ter wille
van enkele afwijkingendie meerendeels
kwesties van tactiek en opportuniteit betreffen,
de eenheid onder de liberalen van dit district
te willen verscheuren, moet men een zonderlinge
opvatting van het partijleven hebbeneen
opvatting, die ik slechts betreuren kan.
Wie tot een partij behoort, bezitte in het
algemeen ook den moed zijn persoonlijke
inzichten aan haar ten offer te brengOD, opdat
de kracht der eonheid niet gebroken worde.
Bij scheuring of afscheiding verzwakt men
immers èn zich zelf èn de partij, die men
verlaat. Alleen de tegenpartij, voor wie zij
koren op haar molen is, wint. Wat men
elders verkeerdelijk deed, moge hier geen
navolging vinden.
Wil men een kleine keurbende vormen,
goed, mits men trouw blijve aan het vaandel,
waaronder men altijd gestreden heeft, en in
eigen kring door zijn bezielend voorbeeld do
lauwen en onverschilligen tot een warme eo
krachtige deelneming aan het publieke leven
tracht op te wekken.
Maar als men een Gideonsbende in hit
leven wil roepon met het doel de vlag, waar
onder men tot nu toe gediend heeft, te
bekladden, en de trouwgeblevene soldaten
voor te stellen als een groot lt ger, dat meeren
deels uit lafaards of verraders bestaat, dan
handelt men verfoeielijk.
IkBriniodie mij niet vermeet een
Gideon te zijD, roep de liberale partij, niet
alleen in Zierikzee, maar in geheel Schouwen
en Duiveland toe: blijf niet stil zitten, maar
rust u thans ten strijde toe, nu het nog niet
te iaat is, noodig verschillende sprekers van
uw richting uit om beurtelings door het geheele
district te trekken, van de ééne gemeente
naar de andere, teneinde de kiezers te beleeren
ageer, propageer, maar volhard, wat ik bidden
mag, niet in uw apathie, die doodend werkt,
en elechts aan uw tegenpartij, die waak- en
werkzaam is, ten goede komt. Houd in het
belang eener heilzame ontwikkeling van ons
volksloven voorgLrekening met den veranderden
tijdgeest, feenk aan lieli ales idees marchent".
Ga tijdig mede, opdat gij niet overvleugeld
wordt, en schandelijk ten achter blijft. Verlies
niet uit het oog, dat alleen die staat op
goede grondslagen gevestigd is, waarin recht
en zedelijkheid, vrijheid en orde heerschen.
En nu over iets anders.
In het raadsverslag heb ik gelezen, dat
door den heer A. van Seters te Rijswijk
concessie voor den aanleg eener duinwater
leiding is aangevraagd. Hoewel warm voor
stander van eep duinwaterleiding, omdat ik
haar uit een industrieel oogpunt noodzakelijk,
en van een sanitair standpunt wenschelijk
acht, hoop ik toch, dat de gemeenteraad,
wanneer deze tot het verleenen der concessie
mocht besluiten, dan tevens met het oog op
de vroeger opgedane ervaring de uitkeering
van een zekere feom tracht te bedingen, indien
onverhoopt de concessionaris in gebreke mocht
blijven binnen den vastgestelden termijn zijn
plan ten uitvoer te brengen.
De rooiing van een aantal slagwaardige
boomen in het Sliogerbosch is tot het volgend
j lar uitgesteld. Ia de plaats van de gevelde
zullen dan nieuwe worden geplant. Voordat
men echter tot den aanplant van andere
boomen overgaat, ware het in het belaDg van
de gemeente, indien Burgem, en Weth. ernstig
overwogen, of het uit een finantiëel oogpunt niet
wenschelijk zou zijn eens een proef te nemen
met hoog opgaande vruchtboomen. Men zal
daartegen aanvoeren, dat de vruchten, die
deze boomen later zullen afwerpen, en waar-
vaD de opbreDgst een niet geriDge bron van
inkomsten voor de gemeente zoude vormen,
grootendeels zullen gestolen wordeD, en niet
het minst door»de appelgrage jeugd. Zeker
in den eersten tijd zal dit het geval wezen,
zoodat de rechter niet weinig vonnissen zal
hebben uit t8 spreken. Maar wanneer tengevolge
van de opgelegde en uitgevoerde straffen de
schrik er ingekomen is, dan zal dat stelen
van lieverlede wel ophouden, en ten slotte
tot de zeldzaamheden gaan behooreD.
De benoemiDg van den heer Mr. Polvliet
uit Amsterdam tot secretaris der gezondheids
commissie voor SchouwenDuiveland en St.-
Philipsland heeft bij menigeen de vraag op
de l'ppen gebracht, of uit de vele candidaten,
die uit deze streek naar de vervulling van
die betrekking gesolliciteerd hadden, niet één
te vinden is geweest, die daarvoor de noodige
geschiktheid bezat. Men stelde die vraag, niet
alsof men in het minste twijfelde aan de
bekwaamheid van den benoemden jeugdigen
rechtsgeleerde, maar omdat men gaarne iemand,
die met de toestanden en de bevolking van
dit gewest bekend was, met de waarneming
van dit ambt bekleed had gezien. Ik voor mij
gevoel veel voor die redeneering, maar nu de
benoeming een voldongen feit is, heet ik den
titularis hartelijk welkom in ons midden.
Een andere vraag is, of het goedgezien was
iemand tot voorzitter van de Gezondheids
commissie te benoemen, die hieraan
twijfelt niemand wel de capaciteit bezit,
maar niet den tijd beschikbaar heeft om zich
met hart en ziel aan de vervulling van zijn
taak te wijden. Dr. Wortman toch is iemand
met een zeer drukke praktijk, die voorzeker
het grootste deel van zijn tijd in beslag neemt.
Yoor do bekleeding van het voorzitterschap
der Gezondheidscommissie is iemand noodig,
die zich daaraan geheel kan geven. De arbeid,
die den voorzitter wacht, is vooral iu den
beginne niet licht te tellen. Wordt aan de
toepassiog der wonings- en gezondheidswetten,
waarvan do uitvoering aan de Gezondheids
commissie is opgedragen, niet streng de hand
gehoudeD, dan zijn die wetten een doodgeboren
vrucht. Ik wijs op de Leerplichtwet. Wat
ware van die wet terechtgekomen, indien de
Schoolopziener, de heer Slot, niet met ijzeren
vuist, van den aanvaDg af, op de naleving
van die wet streng gelet had, indien hij mild
en zacht ware opgetreden, indien hij, zwichtend
voor de vele tegenkanting, gegeven en genomen
had. De wet ware dan een paskwil geworden.
Heeft Dr. Wortman, toen hij het voorzitter
schap der Gezondheidscommissie aanvaardde,
zich wel behoorlijk rekenschap gegeven van
den omvaDg der taak, die op hem nu rust?
Zierikzee, 23 December 1902.
BRINIO.
Saimsnspraiks tusschen
Jilles Krukel en Stoffel Bieze.
J i 11 e s. Da's goed, ouwe buurman, ai je
me weer eens op kom zoeke. Ik al dikwijls
gedocht, ie is zeker zien belofte van de vorige
keer vergete, in 't is net zoo as 't spreekwoord
zeit /belofte maek schuld".
Stoffel. Dat spreekwoord e'k ook meer
geoord, in daer docht ik gistere nog om. Noe
op 't oogenblik is mien grootje zoo'n beetje
an 'tuut aelen in, dan weetje net zoo goed
as ik, dat je bie die wuuven nie oeft te
kommen om eens op je gemak te gaen zitte.
Ze maeken een beweging van de andere
wereld, in aele de boel eele maele 't onderste
boven.
Jilles. Neem een stoel in kom wat bie
de kachel zitte, dan kunne we eens gezellig
praete.
Stoffel. Je eit zeker de vorige weke
ook wel bie 't ies wiste kieke ik mot zegge
er was nog al wat volk op.
Jilles. Neeê ik ad geen tied, want ik ad
't veel te druk, je mot wete ik most een paer
boeren an boodschappen in sommige an
klompen helpe, ia dan eije mee dat soort van
menschen, eel wat te stelle, eer at die lui weer
ingespanne bin.
Stoffel. Dan kan ik je daer wat van
vertelle. Er waere veel rieërs, maer ook veel
kiekersje mot rekene, 't weer„ deed de
menschen doen uutloape. 't Was jammer, dat
'r een beetje waeter op stond
Jilles. Maer eb 'k nie geoord, dat z'r
rienggestoken
Stoffel. Dat èze wel even gedae, maer
dat gieng nie erg op. Ze ebbe de'r ier te
weinig verstand voor om dat eens netjes op
te stelle, in dan doe ze dat altied wanneer er
dooi is of waeter op 't ies staet, dat ei je
verlede jaer ook gezie.
Jilles. 'tWas anders nog al plezierig
geloaf 'k, want je kon 't minste 's avonds
merke op 't durp, ze maekten nog al een
beetje leven, in ik wist nie wat er omgieng.
Stoffel. Je bin ook nie veel van die
diengen op de oagte, in daerbie kom nog,
dat je maer achter de kachel bluuf zilte,
maer ad je zoo eens rond gaet in zoo noe in
dan eens op een oekje bluuf stae, dan oor je
van alles.
Jilles. Dat geloaf ik wel twee keer.
Stoffel. Zoo stond 'k voor een paer
daegen ook op zoo'n plekje, toen ze 'tjuust
over de suukerpeeën adde. De eene zei dit,
de andere zei er dat van, maer de meeste
begrepe weinig van die suuker-conventie.
Eerlijk gezeid, 'k mot zegge 'k begriepe er
ook nie veel van, kan jie me soms daermee
op de oagte elpe, omdat jie nog al goed de
kranten bie oudt.
Jilles. 't Is nie makkeluk te zegge, hoe
ad die boel in mekoare zit. Maer 't voornaemste
is dat het waarschienlijk ten koste van den
boer zal uutloope, zoo dieok ik, in dan zal de
werkende stand het meeste meelieje. Want
de boeren zulle trek 't loon gae vermindere.
Stoffel. Daer bin ze te minste gauwer
bie as om het te veroagen.
Jilles. Gelukkig dat die peeboel voor
de eerste vorst van ier vertrokke was. Dat
zou anders een mooi zaekje geworre In voor
die van Schouwen en Duuvéland*zou 't nogal
erger gewist Ze ebbe mee de iesgang op
Ziepe al een beetje dol gehad, voor het
overzette van passagiers.
Stoffel. Ik bin dan ook al blie dat de
dam en de tram er is, want anders zat je ier,
mee zoo een gelegenheid in een groote
waschtobbe, je wist er dan nie uut te komme.
J i 11 e 8. Ze ebbe vroeger ier goed gezete
in den winterjammer dat er op 't ies nog
geen iesbeeren te zien waere, anders was
't net als een Noordpool, in de inweuners
waere dan oalve eskimo's eelgansch van de
buutenwereld ofgeslote.
Stoffel. Ik ben benieuwd of we van dit
jaer nog een uutvoering van de rederijkers-
kaemer kriege
Jilles. 'tEit verlede weke wel vergaederienge
er van gewist, maer ik er nie gewist. Van
achterof an e'k geoord, dat ze nie erg bie kas
zitte, zoodat mozes in de profeten ontbreke.
Zonder centen koapt men geen beuter, zoo
as je weet.
Stoffel. Vroeger gieng dat beter, 'tis
net of de jongeluu geen genie voor die diengen
in 't schient, dat de tegenwoordige gasten
droage boonstekken bin. Ze wille wel uutvoering
maer 't mot geen inspanning koste.
J i 11 e 8. Daer zouwe toch wel manschappen
voor te kriege weze, as ze de anden maer in
elkoare sloege. Vroeger was er van dien
kant eensgezindheid, maer noe is tweedracht
de sterkste band.
Stoffel. Misschien zal het wel komme
in geduld is de oofdzaek. Ik zal eens gae
zien, hoever ad de vrouwe mee 'teten staet,
in wensch ik je goeien middag.
J i 11 e 8. Des gelieks buurman in eet ze lekker.
Brieven uit Berlijn.
Van onzen correspondent).
Kerstinkoopen.
Eerlijn 22—XII - '02.
//Der Kleine Cohn in Hochzeitsstaat, meine
Herrschaftenl"
Wordt de Kleine Cohn nu nog niet met
rust gelaten, zal menig voorbijganger denken.
Voorloopig schijnt hij zijn oude aantrekkings
kracht nog behouden te hebben. Nog zelden
heeft een komiek met een figuur uit een blij
spel zooveel succes gehad als Thielscher met
de figuur van den legendarischen Cohn. Een
geheele industrie van straatartikelen heeft zich
van de figuur meester gemaakt. Eerst kregen
we tal van prentbriefkaarten met den Kleinen
Cohn, waarmee de voetgangers in Fried rich-
en Leipzigerstrasse werden lastig gevallen,
daarna kwamen de gipsfiguren, een propperig
mannetje met onvervalschten krommen neus,
dikken buik en kromme beentjes, en nu brengen
de straathandelaars in mekaniek speelgoed als
haute nouveauté //den Kleinen Cohn in Hoch
zeitsstaat" in den handel. De bruiloftsgast in
zijn zwart rokje met lange panden is opgedraaid
en waggelt met uitgestrekte armpjes en buiten
sporig kromme beentjes over het asfalt. Rondom
hem draait en tolt, rijdt en springt een bont
gezelschap van blikken speelgoed op het asfalt.
Nu en dan komt één der Kleine Cohn's in
botsing met een dansenden beer of waggelende
gans of een maaiend boertje, een rond-rijdend
wagentje of automobiel, waartegen geen van
beide partijen bestand is. De Kleine Cohn
tuimelt omver, het boertje eveneens, dat op
zija {rug liggend, vlijtig door blijft maaien,
zoolang het voor hem dag is. Evenals Gulliver
in het land der dwergen, staat dan de koop
man midden tusschen zijn bont gezelschap,
steeds bukkende om nu dezen, dan genen
zijner sujetten weer //nieuw leven in te blazen".
Hij heeft een veilig plaatsje gekozen naast
één der Schlüter'sche huisjes tusschen Pots-
damer- en Leipziger-Plats op den breeden
rijweg in halvemaansvorm langs de deftige
huizen van het plein, waar hij zelden gestoord
wordt. Vlak laDgs hem gaat de machtige
stroom van voetgangers en voertuigen in ruste-
looze beweging heen en weer. In onafgebroken
reeksen schuiven zes rijen trams, rijtuigen en
omnibussen langs elkaarin het midden de
trams, aan beide zijden de andere voertuigen,
equipages, taxameters, omnibussen, driewielers,
auto's. Het drukke verkeer is meer dan ver
dubbeld, het geraas van kletterende paarden
hoeven, tingelende bellen, toetende horens,
klappende zweepen, grooter dan op gewone
dageD. Daarbij komt het luidkeels aanprijzen
van de vliegende kooplui, die vrijwel schouder
aan schouder met het gezicht naar de schuifelende
voetgangers gekeerdop den trottoirrand
hebben post gevat. Aan beide zijden worden
de voorbijgangers bestormd met aanbiedingen,
waarvan de meesten weinig notitie nemen,
aan den straatkant door de volwassen kooplui,
mannen en vrouwen en opgeschoten jongens
aan den huizenkant door het jeugdige prole
tariaat. Bijna huis aan huis staan kleine
kinderen tegen de deurposten geleund. Aan
een touwtje om den hals hangt een sigaren
kistje met de armzalige koopwaar, waarvan
de verkoopsprijs hoogstens 10 Pfennig, maar
meestal een //Sechser", vijf Pfennig, beloopt.
De zwakke stemmen der haarlooze dreumissen,
sommigen nauwelijks 6 jaar oud, gaan totaal
verloren in het geweldige geraas. Nergens is
het contrast tusschen arm en rijk zóó schrijnend
als in de schitterend verlichte winkelstraten
van een groote stad, waar kleine proletariër-
kinderen in grooten getale de straat worden
opgezonden om geld te verdienen. Zij staan
daar uren lang tegen een deurpost geleund,
werktuigelijk worden de armpjes met de
waardelooze koopwaar telkens opnieuw naai
de groote menschen opgeheven, wier aandacht
zij met schrille stemmetjes tevergeefs trachten
op te wekken.
In haar hooge wijsheid heeft de Berlijnsche
politie onlaDgs ter wille van het publiek een
verordening uitgewerkt, welke echter in dezen
vorm bezwaarlijk door den magistraat zal
worden bekrachtigd, nadat het college van
z/Stadtverordnete (gemeenteraadsleden) er zich
beslist tegen heeft verklaard. De verordening
wil den straathandel verbieden in de hoofd
straten en op drukke punten, waar het verkeer
door de vele vliegende kooplui gestremd wordt.
Zooals zich laat begrijpen, verzetten de
duizende straalkooplui zich krachtig in protest
vergaderingen tegen dezen draconischen maat
regel, welke velen broodeloos zou maken,
en het publiek houdt het met de kooplui.
Moet het groote leger der arbeidsloozen dan
nog noodeloos met duizenden worden ver
meerderd
Men kan op straat terdege merken, dat
Kerstmis op handen is. De meeste voetgangers
dragen groote en kleine pakjes. Op dit punt
is men hier Diet zoo verwend als in Holland,
waar het kleinste pakje aan huis wordt bezorgd.
Het is nu interessant een kijkje te nemen in
één der groote Waarenhiiuserwaar van
's morgens vroeg tot 's avonds een dichte
menschenmassa als een kriebelende mierenhoop
woelt en dringt. Tegen den avond, wanneer
de aandrang het grootst is, worden nu en dan
door de voor den ingang geposteerde politie
de toegangshekken gesloten, welke na een
poos weer worden geopend om nieuwe drommen
in te laten.
Zoowel bij Wertheim als bij Tietz, bij
Hertzog, Gerson, Israël, Iandorff, is het meer
dan vol. Wat stand betreft, wint Wertheim
het verreweg van zijn concurrenten. Het
gedeelte Leipzigerstrasse, waar het geweldige
gebouw zich verheft in de voorname buurt
van het Ministerie van Oorlog, Herrenhaus en
verkooplokaal der Koninklijke porceleinfabriek,
wordt 's avonds daghelder verlicht door de
tallooze booglampen, welker stralen door de
licht-grijze zandsteen-muren van het tegenover
gelegen nieuwe Herrenhaus (Eerste Kamer)
weer teruggekaatst worden. Me dunkt, de
ontelbare winkeljuflies van Wertheim moeten
over zenuwen van staal beschikken, anders
is het mij een raadsel, hoe zij haar vijf zinnen
bijeen houden, te midden van het duizend-
stemmig geraas en het gewriemel der van
's morgens tot 's avonds als een eindelooze
kaleideskoop voorbijschuifelende bezoekers.
Onder deze zijn vele aanstaande koopers, die
zonder een bepaald plan-de-campagne gemaakt
te hebben, allerlei artikelen wenschen te zien,
besluiteloos nu het één, dan het ander bekijken
en betasten en het geduld van de verkoopsters
op een zware proef stellen.
In alle afdeelingen van de grootsche zaak
is het stampvol, in de groote hal met het reus
achtige vrouwenbeeld aan den voet van de
dubbele trap, in de fraaie Jaspis-spiegelzaal,
waar klaterende waterstraaltjes uit een bekken
van albast opspuiten, in de kunstafdeeling, in
de boekhandel-afdeeling, waar het publiek zich
verdringt voor de toonbanken met stapels
prenteboeken, in deafdeelingen voor snuisterijen,
byouteriën, toiletbenoodigdheden,huishoudelijke
artikelen, antiquiteiten, nikkel- en bronswaren,
Japansch lakwerk, lampen, meubels, speelgoed,
poppen, in het gezellige restaurant van de
inrichting, in den theesalon, in den prachtigen
wintertuin met een schat van palmen, chry
santhemen en asters, waar te midden van fijn
groen een fonteintje droomerig klatert, op de
trappen en in de rusteloos in de glazen kokers
heen en weer schietende lifts, waar men
komt, overal een drukke menigte.