Dinsdag 25 November 1902. ierilizeesclie C o u r a n t). Tweede Blad. PUBLICATIE. Nationale Militie. NIEUWSTIiDIMGEM Saimenspraike tusschen Jilles Krukel en Stoffel Bieze. ADVERTENTlEN. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 59ste JAARGANG. No. 7774. ülreoteur i a. J. DE LOOZE. Redacteuren: A. FRANKEL. J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuitliaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FnaNKEL, Meelstraat 386, Zierikzee. Zitting van den Militieraad. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente Zierikzee brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de Militieraad in Zeeland voor de lichting van het jaar 1903, op Vroldag don ÏO Deooinbor 190S, des voormiddags te 10 uur, te Zierikzee in het Raadhuis aldaar zitting zal houden om uitspraak te doen omtrent alle lotelingen dezer gemeente; dat voor den Militieraad moot verschijnen de loteling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte; dat zij, die wegens ziekte of gebreken niet in staat zyn om voor den Militieraad t9 verschijnen, daarvan door tusschenkomst van den Burgemeester hunner woon plaats moeten Itenuisgevoh aan deu Militie raad onder overlegging van een ongezegelde geneeskundige verklaring, vermeldende den aard van de ziekte of van het gebrek vestigen uitdrukkelijk de aandacht op van hen, die vrijstelling verlang n wegens broederdienst of op grond van te behooren tot twee of meer in hetzelfde jaar geboren broeders, dat de opgaaf van de vrijstelling bij de loting of het inleveren van de bewijsstukken hen niet ontslaat van de verplichting om bij den Militieraad de reden van vrijstelling in te breDgen op bovenvermelden dag; en wijzen de lotelingen, die gebreken hebben of meenen te hebben, op hunne verplichting, voor zooveel zij daartoe in staat zyn, en onverschillig welk nummer zij hebben getrokken, om voor den Mihtieraad te ver schijnen, ten einde geneeskundig te worden ondeizocht. Zierikzee, den 24 November 4902. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Indië. Een onbekende Engelschman, die een aan merkelijk bedrag gestolen heeft aan de Java- bank te Batavia, werd, toen hij reeds op straat gekomen was, gegrepenhij vuurde met een revolver op zijn vervolgers, waardoor twee personen werden gewond. In de ver warring slaagde hij er in te ontsnappen. Hij is nog steeds niet opgespoord. Amerika. Een zeldzame operatie beeft dezer dagen een werkman te Chicago ondergaan. Hij had, door een val van een steiger, een gedeelte van den schedel gebroken eo men heeft nu de helft van zijn schedel weggenomen, om die te vervaogen door zilveren platen. De toestand van den man, die 24 jaren oud en sterk van gestel is, wordt over het geheel als bevredigend beschouwd en de geneesheeren hebben alle hoop, dat hij gozond en wel het ziekenhuis zal verlaten. Engeland. Het blijkt, dat de zeedienst tijdens den Zuid-Afrikaanschen oorlog in het geheel 29 millioen pond sterling aan Engeland heeft gekost. Londen, 22 Nov. De heer Van Velden, secretaris van generaal Botba, spreekt de bewering tegen, in generaal Viljoen's op roeping tot het geven van geldelijke bijdragen gedaan, als zou het door de generaals Botha, Do Wet en De la Rey geopend fonds gesloten zijn. Er zijn reeds groote sommen ontvaDgen voor hetzelfde doel, dat Viljoen beoogt en dat uitdrukkelijk werd genoemd in de eerste oproeping van de generaals. Vermeerderen van de gelegenheid tot geven voor eenzelfde doel is niet wenschelijk en brengt het publiek in de war. Italië. De winter doet zich hier, in het warme Zuiden, nog strenger gevoelen dan in het Noorden van Europa. In Venet:ë en Milaan ligt de sneeuw op zoodanige dikte, dat de wegen er door versperd zijn. België. Brussel, 22 Nov. Verschillende Brusselsche banken verkeeren in groote moeiel ijk heden door de financiële crisis. Een oude bank instelling te dezer stede heeft heden hare betalingen gestaakt. Het proces-Ruhino zal waarschijnlijk einde December voor het hof van Assises te Brussel dienen. RECHTSZAKEN. C. L. K., die destijds deel uitmaakte van het komplot van vier personen, om in to breken in eenige kerken enz. op Zuid-Beveland, toen echter niet meeging en de politie waar schuwde, waarop de inbrekers gearresteerd werden te Eversdijk, heeft den tijd, waarin zijne makkers in voorarrest zaten, gebruikt om met een anderen vriend, Cohn, op roof uit te gaan te Rotterdam. Zij ontvreemdden door middel van verbreking uit een winkel een zilveren horloge, twee klokjes en eenige koperen gewichten. Tegen K. is nu 3£ jaar gevangenisstraf gcëischt. Een pseudo-barones. Voor de rechtbank te Amsterdam had zich Vrijdag 1.1. te verant woorden een jonge, knap uitziende vrouw van 26 jaren, die in het eind van September en begin October met haar kamenier op een weelderigen voet in het American-hótel gelogeerd had als Mevrouw de Baronesse Sloet tot Everlo, en die de firma Bahlmann, op den Nieuwendijk, had opgelicht, door van het hótel uit per telephoon japonnen op zicht te bestellen en daaruit een keus te doeD. Deze jonge vrouw, een smidsdochter, uit Arnhem, had al een veelbewogen leven achter den rug. Eerst was zij dienstbode geweest in Hilversum, maar later was zij den slechten weg opgegaan, totdat zij ten laatste in Amsterdam een eenigszins zwervend leven leidde, van de Jan Steenstraat verhuizende naar de Gerard Doustraat, van daar weer na eenige dagen naar een ander adres en ten slotte naar de Balthasar Floriszstraat. Zij woonde in die dagen samen met een vriendin en toen haar nu ook de kamer in de Balthasar Floriszstraat werd opgezegd, omdat de huur niet betaald kon worden er was geen cent meer in huis toen was bij bekl. een avon tuurlijk plan gerijpt. Zij zou zich voordoen als een „grande dame", de vriendin zou als kamenier fungeeren en op die wijze zouden zij goed onder dak kunnen komen. De beide vrouwen waren toen naar het Centraal-Station gegaan, hadden een perron- kaartje genomen en hadden de komst van den trein uit Hilversum afgewacht. Toen hadden zij plaats genomen in de hótel-omnibus van het American-hótel en waren aan dat hótel afgestapt. De portier had eerst wel met een ietwat bedenkelijk gezicht naar de schunnige kleediDg, de bemodderde rokken en laarzen van de nieuwe gasten gekeken, maar toen Mevrouw haar Daam opgaf waren haar kamers aan gewezen. De portier had niet kunnen nalaten tot den huisknecht de opmerking te maken: „Wie zou nu gedacht hebben, dat dat een barones was". Intusschen dit gemis aan een meer met rang en stand overeenkomend gewaad zou spoedig worden goed gemaakt. De „Barones", die twee kamers had genomen, één voor haai en voor „meneer", die den volgenden dag zou komen, en één voor de kamenier, liet naai de firma Bahlmann telephoneeren om costu mes op zicht voor Mevrouw Sloet tot Everlo. Er kwam een winkeljuffrouw aan het hotel met een paar groote doozen, en mevrouw had een reform-costuum met figaro-jakje, een toilet van 75 gulden, en bovendien een kos- tuumrok met blouse uitgezocht. Zij kon nu behoorlijk gekleed aan tafel verschijnen. Het reform-toilet echter zat nog niet goeder werd over getelephoneerd en de winkeljuffrouw kwam terug om te passen en de maat te nemen. Reeds de eerste maal was mevrouw tegen over de winkeldochter zeer vertrouwelijk ge weest. Zij had toen verteld, dat haar man dokter in Hilversum was, maar dat hij zijn praktijk ging neerleggen en te Amsterdam kwam wonen. Er was eenige haast bij het in orde brengen van de costumes, want zij moest met den dokter visites gaan maken in de stad. Toen de winkeljuffrouw nu ten tweeden male in het hótel kwam om het reform-toilet terug te halen, vond zij mevrouw daar ook in gezelschap van een heer, die wel niet vormelijk werd voorgesteld, maar toch voor den dokter werd aangezien. Deze heer was een Amsterdammer, een diamantbewerker, dien de bekl. eenigen tijd geleden op straat had ontmoet en die ook de dupe was geworden van de ongebreidelde phantasie der jonge vrouw, die hem haar heele „levensgeschiedenis" had verteld. Zij was dan, en de man had 't geloofd, de dochter van den heer Sloet tot Everlo, uit Bussum. Zij was ziekenverpleegster geweest, was door een dokter verleid, was in onmin geraakt met haar familie en stond nu op straat. De man had medelijden met haar gekregen en had vriendschap en genegenheid voor haar opgevat. Hij had haar, toen zij in de Jan Steenstraat woonde, ook wel bezocht. Op een goeden dag had zij hem een verhaal gedaan, dat het met hare familie wel in orde zou komen; zij had een erfenis van zevenduizend gulden ge kregen en die zou zij eerstdaags uit Hilversum ontvangen. Voorloopig nam zij nu haar intrek in het American-Hótel, met het plan, om zich later voor goed in Amsterdam te vestigen. Zij had haren vriend zelfs een lijstje gegeven van de meubelen, die zij zich wilde aanschaffen en had hem meteen uitgenoodigd haar in het American-Hótel te komen bezoeken. Dit had hij gedaan en bij die gelegenheid had de winkeljuffrouw van Bahlmann hem daar gezien en voor den dokter gehouden. Ook het hötel-personeel wist niet beter, en zoo kwam 'f, dat de gérant van het hótel hem na eenige dagen aansprak en zeide, dat 't de gewoonte was, dat per week de rekening vol daan werd. - - 't Was toen gebleken, dat mijnheer geheel anders heette. Niettemin had hij de hótel- rekening betaald, maar aan mevrouw en de „kamenier" was te kennen gegeven, dat ze moesten vertrekken. De vriend was toen nog altijd in den waan, dat hij met een dame van adellijke familie te doen hadmaar toen er quitanties van de firma Bahlmaon kwamen, die weer werden weggestuurd, begon hij toch argwaan te krijgen en besloot hij zich zekerheid te verschaffen. Hij zou met haar naar Hilversum gaan, maar aan het station zocht zij een uitvlucht en hij ging alleen. Hij had den heer Sloet gesproken en aanstonds was hem gebleken, dat hij er ingeloopen was en het heele verhaal ver zonnen was. Hij deelde dit thans als getuige ter terecht zitting mede. Op een vraag van den verdediger van bekl. of hij niet gekomen was om de hand van het meisje te vragen, antwoordde hij ontkennend. De pseudo-Baronès had 't intusschen bij het logeeren in het American-hótel niet gelaten. Zij had, nadat zij van daar moest vertrekken, het Bible-hötel uitgekozen, waarheen zij zich met haar kamenier van het station Weesper- poort begeven had. Daar had zij zich voor gedaan als Mevrouw Wansdronk Wichers. Bagage had zij niet bij zich. De koffers ston den aan het stafion; maar toen de hótelknecht ze daar natuurlijk niet vinden kon, had bekl. alweer misbruik gemaakt van een geachten en bekenden naam en gezegd, dat de koffers ten huize van een familie te Amsterdam waren bezorgd. Twee of drie dagen waren de vrouwen in het Bible-hótel gebleven, en toen waren zij naar het hótel Pays-Bas in de Doelenstraat gegaan, waar zij als mevrouw Jordens Molière haar intrek nam. Ook hier hadden zij 't niet lang uitgehouden, maar bekl. had dit hótel toch niet verlaten, alvorens uit een vloerzeiltje, dat onder de waschtafel lag, een stuk te hebben gesneden, om daarmede een zeer noodzakelijke reparatie aan de zeer lekke zolen harer schoenen te bewerkstelligen. Een toilet had zij zich n.l., terwijl zij in het American-hótel vertoefde, wel weten te verschaffen, maar schoenen nog niet. Zij of de „kamenier" hadden welop papier van dat hótel, een briefje onderteekend „Vrouwe Baronesse Sloet tot Everlo", aan een schoenwinkelier op de Leidschestraat gestuurd, maar 't scheen, dat die bestelling niet was uitgevoerd. Bij andere firma's waren ook nog bestel lingen gedaan. De vriend, die toen nog de dupe van de romantische „levensgeschiedenis" van de bekl. was, had die rekeningetjes voldaan en haar het geld voorgeschoten. Hij zou dat alles terug krijgen als zij de erfenis van 7000 gulden in handen kreeg. De firma Bahlmann was echter niet betaald, en daarom had bekl. zich wegens bedriegelijke oplichting te verantwoorden. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie deed uitkomen, dat bekl. al geheel berooid was, toen zij in het American-hótel haar intrek nam onder een valschen naam, en dat zij zich door bedriegelijke middelen datgene heeft ver schaft, wat zij niet langs eerlijken weg kon krijgen. Hij zag daarin strafbare oplichting om zich wederrechtelijk te bevoordeelen. Bekl. had een volledige bekentenis afgelegd en het Openb. Min. hield daarmede rekening bij het eischen van de op te leggen straf. Eveneens hield hij daarbij rekening met de omstandigheid, dat slechts betrekkelijk gering nadeel is toegebracht, en dat het de eerste maal is, dat bekl. terechtstaat. Hij eischte ten slotte een gevangenisstraf van vier maanden, in de hoop, dat deze weinig zware straf voor bekl. een les zal wezen, die haar zal terug houden van den verkeerden weg dien zij is opgegaan, en dat zij niet alleen reform in haar kleeding, maar ook in haar gedrag en levens wijze zal toepassen. De bekl.die gedurende de terechtzitting een onbevangen indruk maakte en herhaaldelijk lachte (misschien uit zenuwachtigheid), toen op de terechtzitting, die door vele belangstel lenden bijgewoond werd, de bizonderheden van haar avontuurlijk verblijf in de voorname hótels ter sprake kwamen, barstte in tranen uit bij de laatste vermanende woorden van den officier, De vriendin die als kamenier gefungeerd had, 6cheen de geheele zaak nogal van den humori8tischen kant te bekijken. Nochtans verklaarde zij te gelooven, dat bekl., die zij als een meisje met een lief en zacht karakter had leeren kennen, in haar hart diep berouw had over hetgeen zij gedaan had. De verdediger, mr. Asscher, gaf als zijne meening te kennendat beklaagde niet toerekenbaar is. Hij achtte haar geestelijk minderwaardig, waardoor zij het onderschei dingsvermogen van goed en kwaad miste en refereerde zich ten slotte aan het oordeel der Rechtbank, of deze het onderzoek nog niet zou willen sluiten, maar een deskundig onder zoek naar de geestvermogens van bekl. zal doen instellen. Op 27 dezer zal de Rechtbank in dit geding uitspraak doen. J i 11 e s. Zoo ouwe buurman da's een eele poos geleê, dat we mekaer gezien Stoffel. Ja buurt, da's waer en in dien tied is er al eel wat voorgevallen en ons durp is dan ook eelwat vooruutgegae. Voor eerst ebben we een muziekgezelschap gekrege en daerbie nog een zangschole, waer de jongens en meisjes zoo netjes leere ziengen. J i 11 e 8. Ja man, da's waer, de wereld gae goed vooruut, misschien ei et ook wel geleze, dat we mee Januari ast goed gaet, misschien een nacht post kriege; daer is al veel over gewauweld, in tot eden is ie der nog nie, maer toch in 't verschiet. Stoffel, 't Is best meugelijk, dat die nachtpost mee ter tied er komme zal, wat voor ons nie veel zou geve, maer wel de gemeenten op Schouwen en Duuveland, die zouwen er veel mee gebaet weze en dan nog sommige gemeenten op Tolen Jilles. Luuster even, noe ammen zoo over de posteriën praete ik ook nog meer te vertelle. Van de weke kreeg ik de Nieuwsbode in mien viengers in daer las ik in, dat ze in den polder bezig binne om andteekeniengen bie mekoare te kriege, om op zoo'n maniere te reklameere, dat de noe bestaende postdienst eD brievebusse, welke daer an een uus is gemaekt veel bezwaerigheden oplevert. Ze praete daer over een oprichten van een nieuw postkantoor. Ze binne wat mans in die polder. Stoffel. Ik bin 't mee je eens man, daer bin ze net wat mans. Noe es z'er al een telefon ook en nog bin z'er niet tevreê, misschien zouwen z'er wel een eigen gemeente bestuur wille mar dat zal zoo makkelik nie gae as om een telefon te kriege, geloaf ik. Jilles. Dat reken ik dan toch oak, mar ze maeken er nog al veel geschreeuw van. Ze praete, dat de daer gestelde busse eelemael onvoldoende is, tenminste zoo begriep ik uut dat stukje; maer 't kan ook weze, dat de berichtgever of -gevers geen goed begrip ebbe van de zaek, want 't is somties bie die lui om de kwartjes te doen, in steure der eige laeter an de kwaeje gevolgen nie, dat zu je zelf wel zegge, aije me daerover eens uut laet praete. Ze spreke dan naemelijk in dat schrieven, dat de avondpost uut de richting Zurikzeeë, eerst 17 uur laeter wordt besteld, maer daer eit de geachte inzender zeker de nacht vergete of te trekke, in dan zal ie net zoo goed slaepe als een ander, dus dan kun j'er wel twaelf uur oftrekke in dan zouw er al ard 5 uur overschiete. Naer at ik wel eens geoord dat er niks mee die post mee komt, dan zouw dat reklameeren weze op een onwaerdige maniere. Stoffel. Dat ou ik er ook voor; in zoo as je dat daer verteld eit stem ik mee joe in, dat is reklameere waer ze dat algemeen nie oeve te doen, want z'èr ook een ferme post bode, die de menschen mee oallerande zaeken, van dat soort elpt. En daerenboven is 'r een dépó, waer ze oalles wat de post betreft kunne kriege, in bin z' de durpbeweuners nog voor, want daer motte de menschen op den tied naer 't kantoor gaen om 't een of ander van die diengeljes te kriege. Jilles. Zoo'n dépó is makkelik, want zoo was 'k voor eenige tied in de polder en ad toen geen postzegels bie me. Ik stond daer mee 'n brief in me viengers in geen postzegels er op, verzende kon dus dan nie, terwiel de tram in aantocht was, in die brief most mee. Goeie raed was dier, ik wist van dat diengetje, dat je daer pas opnoemde, toe de naera bin 'k vergete, nie of. Ik stond zoo te verzinne, oe dat noe an te steke, in toen kwam er zoo'n jongen bie me slae, die me daerop attent maekte, waer ik natuurlijk geholpen wier, zoodat de brief toch nog mee kon. Was ik toen op dien tied op durp geweest, dan was 'k nie klaer kunne komme, omdat het post kantoor dan gesloten is. Stoffel. Dus dat ad je dan toch weer voor of was je wel in dat slecht bediende gedeelte. Jilles. 't Is dan ook beter da z'er gienge reklameere om de eerste post vroeger zien te kriegen, dan zouwen z'er veel meer gewonnen mar dat bin nog zukke zwaere reden nie om een eige postkantoor te kriege. Stoffel. Wel zeker maD, dat zouw reden van bestaen mar dat andere dat is meer Jilles. Ik begriep je wel, mar ik mot weg, we bluven mar klesse in mien zaeken zouwen daerdeur verloape; we zulle mar ofwachte wat er van komt, in zulle we mekoare laeter wel spreke, doe de gx-oeten aan je Soave. Stoffel. Ja buurt, ik ook men tied noodig, ou je goed oor, doe ze thuus een goeien dag van me. Heden overleed, tot onze diepe droef heid, na een langdurig, doch zacht lijden, ons geliefd eenig Kindje Maatje Helena, in den ouderdom van 8 maanden en 15 dagen. Melissant, 15 November 1902. A. C. VAN NIEUWENHUIZEN. A. M. VAN NIEUWENHUIZEN— Mol. Heden overleed te Rotterdam na eene smartelijke operatie, onze geliefde Echt genoot en zorgdragende Vaderen Behuwd vader, de Heer Job Dijkman, in den ouderdom van 62 jaren en 9 maanden. Dirksland, 21 November 1902. Wed. J. DIJKMAN— Smalleqanqe. W. DIJKMAN. Dirksland. J. DIJKMAN. K. DIJKMAN den Hollander. 1 P. DIJKMAN. J. L. DIJKMAN— Rotterdam. Dijkman. L. DIJKMAN. DA1IMBETUIGII O. Mijn dank aan alle stemgerechtigde leden der Ned. Herr. Kerk die hun stem op mij hebben uitgebracht tot mijn herbenoeming als Notabele, daar het niets anders is als laster, haat, en nijd te verwekken (door een vijande lijke club) verder aan u (waardige heeren) mijn dank voor de inzending der onhandige, laakbare Advertentie in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 20 Nov. j.l., die daar in voor geven de heilige wetten van het huwelijk niet te toonen en daarom mijn benoeming als Notabele niet wenschelijk achten volgens hunne uitdrukking. Ik verwijs die waardige heeren ten kantore van den Edel achtbaren Heer Notaris VAN STEENBERGEN te Tholen die voor mij het opstel der voorwaarden in gereedheid heeft gebracht en daarna mijn goedkeuring heeft afgevraagd en daarop zijn dank aan mij betuigde voor de eerlijke en oprechte handelwijs tegen over eene vrouw zonder financien niets hoegenaamd bezittende als haar werkkracht daar baar vorige echt genoot en familie het tegen over gestelde hadden bewerkt en haar na een reeks van jaren en vlijt op niets hebben gebracht. Ik vraag het publiek, zijn dat de heiligheden van bet huwelijk Die zijn mij onbekend en hoop daar verder mede onbekend te blijven. Nogmaals mijn dank aan den boven genoemden Achtbaren Heer Notaris voor de opmaking en echtheid der acte, wellieht zou daar voor die waardige heeren, die de heiligheid van het huwelijk op de voorgrond hebben, aan het zelfde kantoor inlichting te bekomen zijn over het thans bestaande als de verledene voorwaarden. Nu verder een opmerking tegen mijn tegen candidaat als Notabele, ik zou hem gaarne die betrekking gunnen wanneer dit niet uit nijd, haat, en laster voortkwam maar daar dit u wel bekend is, handeld u onder een sluijer van valsche vriendschap met my door die waardige heeren hiervoor mijn dank en ik zal voortaan bij iedere gelegenheid het laatste woord van het Evangelie van Markus 13 te baat nemen handeld u uit onbedachts zaamheid of onzelfestandigheid of gegeven van uwe familie, keert terug en scheid u af van de zelve, wordt zelfsetandig tegen over iemand die u bijna 30 jaren hoog geacht heeft, en die u zelf zooveel als u uwe betrekking aanging tegen over alles als zijn hoofd heeft aangezien en daar u zelf tegen woordig zijt geweest bij het passeeren der acte daar bovengenoemden Notaris heeft betuigd dat er nooit eerlijker kon worden gehandeld, tegen over die vrouw, dat het haar vorige familie verre overtrof, handelt zij tegen over mij uit aardsohe macht, ik ben er niet vatbaar voor, voor die onderdrukking, en zal voortaan en altijd bij aldien wij handelend moetenoptreden blijken geven van oprechtheid en degelijkheid. Verder zal ik alle laster haat en nijd tegen, voor mjj verdachte heeren, met een Jobs geduld afwachten tot de wet mij kraoht geeft die heiligheden van het huwelijk te handhaven en hoe het ook zijn, zij or nooit een letter over schrijven die het wil hebben verdedigd, wacht ik ten mijne huize. Poortvliet, November 1902. Uw Dienaar JAN VAN ZORGE.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 5