Dinsdag 25 November 1902.
ierilizeesclie
C o u r a n t).
Tweede Blad.
PUBLICATIE.
Nationale Militie.
NIEUWSTIiDIMGEM
Saimenspraike tusschen
Jilles Krukel en Stoffel Bieze.
ADVERTENTlEN.
ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
59ste JAARGANG. No. 7774.
ülreoteur i a. J. DE LOOZE.
Redacteuren:
A. FRANKEL.
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuitliaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FnaNKEL, Meelstraat 386, Zierikzee.
Zitting van den Militieraad.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
Zierikzee
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de
Militieraad in Zeeland voor de lichting van het jaar 1903,
op Vroldag don ÏO Deooinbor 190S,
des voormiddags te 10 uur, te Zierikzee in het Raadhuis
aldaar zitting zal houden om uitspraak te doen omtrent
alle lotelingen dezer gemeente;
dat voor den Militieraad moot verschijnen de loteling,
die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of
gebreken, of gemis van de gevorderde lengte;
dat zij, die wegens ziekte of gebreken niet in staat
zyn om voor den Militieraad t9 verschijnen, daarvan
door tusschenkomst van den Burgemeester hunner woon
plaats moeten Itenuisgevoh aan deu Militie
raad onder overlegging van een ongezegelde geneeskundige
verklaring, vermeldende den aard van de ziekte of van
het gebrek
vestigen uitdrukkelijk de aandacht op van hen, die
vrijstelling verlang n wegens broederdienst of op grond
van te behooren tot twee of meer in hetzelfde jaar
geboren broeders, dat de opgaaf van de vrijstelling bij
de loting of het inleveren van de bewijsstukken hen niet
ontslaat van de verplichting om bij den Militieraad de
reden van vrijstelling in te breDgen op bovenvermelden dag;
en wijzen de lotelingen, die gebreken hebben of
meenen te hebben, op hunne verplichting, voor zooveel
zij daartoe in staat zyn, en onverschillig welk nummer
zij hebben getrokken, om voor den Mihtieraad te ver
schijnen, ten einde geneeskundig te worden ondeizocht.
Zierikzee, den 24 November 4902.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Indië.
Een onbekende Engelschman, die een aan
merkelijk bedrag gestolen heeft aan de Java-
bank te Batavia, werd, toen hij reeds op
straat gekomen was, gegrepenhij vuurde
met een revolver op zijn vervolgers, waardoor
twee personen werden gewond. In de ver
warring slaagde hij er in te ontsnappen. Hij
is nog steeds niet opgespoord.
Amerika.
Een zeldzame operatie beeft dezer dagen
een werkman te Chicago ondergaan.
Hij had, door een val van een steiger, een
gedeelte van den schedel gebroken eo men
heeft nu de helft van zijn schedel weggenomen,
om die te vervaogen door zilveren platen.
De toestand van den man, die 24 jaren
oud en sterk van gestel is, wordt over het
geheel als bevredigend beschouwd en de
geneesheeren hebben alle hoop, dat hij gozond
en wel het ziekenhuis zal verlaten.
Engeland.
Het blijkt, dat de zeedienst tijdens den
Zuid-Afrikaanschen oorlog in het geheel 29
millioen pond sterling aan Engeland heeft
gekost.
Londen, 22 Nov. De heer Van Velden,
secretaris van generaal Botba, spreekt de
bewering tegen, in generaal Viljoen's op
roeping tot het geven van geldelijke bijdragen
gedaan, als zou het door de generaals Botha,
Do Wet en De la Rey geopend fonds gesloten
zijn.
Er zijn reeds groote sommen ontvaDgen
voor hetzelfde doel, dat Viljoen beoogt en
dat uitdrukkelijk werd genoemd in de eerste
oproeping van de generaals. Vermeerderen
van de gelegenheid tot geven voor eenzelfde
doel is niet wenschelijk en brengt het publiek
in de war.
Italië.
De winter doet zich hier, in het warme
Zuiden, nog strenger gevoelen dan in het
Noorden van Europa. In Venet:ë en Milaan
ligt de sneeuw op zoodanige dikte, dat de
wegen er door versperd zijn.
België.
Brussel, 22 Nov. Verschillende Brusselsche
banken verkeeren in groote moeiel ijk heden
door de financiële crisis. Een oude bank
instelling te dezer stede heeft heden hare
betalingen gestaakt.
Het proces-Ruhino zal waarschijnlijk
einde December voor het hof van Assises te
Brussel dienen.
RECHTSZAKEN.
C. L. K., die destijds deel uitmaakte van
het komplot van vier personen, om in to
breken in eenige kerken enz. op Zuid-Beveland,
toen echter niet meeging en de politie waar
schuwde, waarop de inbrekers gearresteerd
werden te Eversdijk, heeft den tijd, waarin
zijne makkers in voorarrest zaten, gebruikt
om met een anderen vriend, Cohn, op roof
uit te gaan te Rotterdam. Zij ontvreemdden
door middel van verbreking uit een winkel
een zilveren horloge, twee klokjes en eenige
koperen gewichten. Tegen K. is nu 3£ jaar
gevangenisstraf gcëischt.
Een pseudo-barones. Voor de rechtbank
te Amsterdam had zich Vrijdag 1.1. te verant
woorden een jonge, knap uitziende vrouw van
26 jaren, die in het eind van September en
begin October met haar kamenier op een
weelderigen voet in het American-hótel
gelogeerd had als Mevrouw de Baronesse Sloet
tot Everlo, en die de firma Bahlmann, op den
Nieuwendijk, had opgelicht, door van het
hótel uit per telephoon japonnen op zicht te
bestellen en daaruit een keus te doeD.
Deze jonge vrouw, een smidsdochter, uit
Arnhem, had al een veelbewogen leven achter
den rug. Eerst was zij dienstbode geweest in
Hilversum, maar later was zij den slechten
weg opgegaan, totdat zij ten laatste in
Amsterdam een eenigszins zwervend leven
leidde, van de Jan Steenstraat verhuizende
naar de Gerard Doustraat, van daar weer na
eenige dagen naar een ander adres en ten
slotte naar de Balthasar Floriszstraat. Zij
woonde in die dagen samen met een vriendin
en toen haar nu ook de kamer in de Balthasar
Floriszstraat werd opgezegd, omdat de huur
niet betaald kon worden er was geen cent
meer in huis toen was bij bekl. een avon
tuurlijk plan gerijpt. Zij zou zich voordoen
als een „grande dame", de vriendin zou als
kamenier fungeeren en op die wijze zouden
zij goed onder dak kunnen komen.
De beide vrouwen waren toen naar het
Centraal-Station gegaan, hadden een perron-
kaartje genomen en hadden de komst van den
trein uit Hilversum afgewacht. Toen hadden
zij plaats genomen in de hótel-omnibus van
het American-hótel en waren aan dat hótel
afgestapt.
De portier had eerst wel met een ietwat
bedenkelijk gezicht naar de schunnige kleediDg,
de bemodderde rokken en laarzen van de
nieuwe gasten gekeken, maar toen Mevrouw
haar Daam opgaf waren haar kamers aan
gewezen. De portier had niet kunnen nalaten
tot den huisknecht de opmerking te maken:
„Wie zou nu gedacht hebben, dat dat een
barones was".
Intusschen dit gemis aan een meer met rang
en stand overeenkomend gewaad zou spoedig
worden goed gemaakt. De „Barones", die
twee kamers had genomen, één voor haai
en voor „meneer", die den volgenden dag zou
komen, en één voor de kamenier, liet naai
de firma Bahlmann telephoneeren om costu
mes op zicht voor Mevrouw Sloet tot Everlo.
Er kwam een winkeljuffrouw aan het hotel
met een paar groote doozen, en mevrouw had
een reform-costuum met figaro-jakje, een
toilet van 75 gulden, en bovendien een kos-
tuumrok met blouse uitgezocht. Zij kon nu
behoorlijk gekleed aan tafel verschijnen. Het
reform-toilet echter zat nog niet goeder werd
over getelephoneerd en de winkeljuffrouw
kwam terug om te passen en de maat te nemen.
Reeds de eerste maal was mevrouw tegen
over de winkeldochter zeer vertrouwelijk ge
weest. Zij had toen verteld, dat haar man
dokter in Hilversum was, maar dat hij zijn
praktijk ging neerleggen en te Amsterdam
kwam wonen. Er was eenige haast bij het
in orde brengen van de costumes, want zij
moest met den dokter visites gaan maken
in de stad.
Toen de winkeljuffrouw nu ten tweeden
male in het hótel kwam om het reform-toilet
terug te halen, vond zij mevrouw daar ook
in gezelschap van een heer, die wel niet
vormelijk werd voorgesteld, maar toch voor
den dokter werd aangezien.
Deze heer was een Amsterdammer, een
diamantbewerker, dien de bekl. eenigen tijd
geleden op straat had ontmoet en die ook de
dupe was geworden van de ongebreidelde
phantasie der jonge vrouw, die hem haar heele
„levensgeschiedenis" had verteld. Zij was
dan, en de man had 't geloofd, de dochter
van den heer Sloet tot Everlo, uit Bussum.
Zij was ziekenverpleegster geweest, was door
een dokter verleid, was in onmin geraakt met
haar familie en stond nu op straat. De man
had medelijden met haar gekregen en had
vriendschap en genegenheid voor haar opgevat.
Hij had haar, toen zij in de Jan Steenstraat
woonde, ook wel bezocht. Op een goeden
dag had zij hem een verhaal gedaan, dat het
met hare familie wel in orde zou komen; zij
had een erfenis van zevenduizend gulden ge
kregen en die zou zij eerstdaags uit Hilversum
ontvangen. Voorloopig nam zij nu haar intrek
in het American-Hótel, met het plan, om zich
later voor goed in Amsterdam te vestigen. Zij
had haren vriend zelfs een lijstje gegeven van
de meubelen, die zij zich wilde aanschaffen
en had hem meteen uitgenoodigd haar in het
American-Hótel te komen bezoeken.
Dit had hij gedaan en bij die gelegenheid
had de winkeljuffrouw van Bahlmann hem daar
gezien en voor den dokter gehouden.
Ook het hötel-personeel wist niet beter, en
zoo kwam 'f, dat de gérant van het hótel hem
na eenige dagen aansprak en zeide, dat 't de
gewoonte was, dat per week de rekening vol
daan werd. - -
't Was toen gebleken, dat mijnheer geheel
anders heette. Niettemin had hij de hótel-
rekening betaald, maar aan mevrouw en de
„kamenier" was te kennen gegeven, dat ze
moesten vertrekken.
De vriend was toen nog altijd in den waan,
dat hij met een dame van adellijke familie te
doen hadmaar toen er quitanties van de
firma Bahlmaon kwamen, die weer werden
weggestuurd, begon hij toch argwaan te krijgen
en besloot hij zich zekerheid te verschaffen.
Hij zou met haar naar Hilversum gaan, maar
aan het station zocht zij een uitvlucht en hij
ging alleen. Hij had den heer Sloet gesproken
en aanstonds was hem gebleken, dat hij er
ingeloopen was en het heele verhaal ver
zonnen was.
Hij deelde dit thans als getuige ter terecht
zitting mede.
Op een vraag van den verdediger van bekl.
of hij niet gekomen was om de hand van het
meisje te vragen, antwoordde hij ontkennend.
De pseudo-Baronès had 't intusschen bij het
logeeren in het American-hótel niet gelaten.
Zij had, nadat zij van daar moest vertrekken,
het Bible-hötel uitgekozen, waarheen zij zich
met haar kamenier van het station Weesper-
poort begeven had. Daar had zij zich voor
gedaan als Mevrouw Wansdronk Wichers.
Bagage had zij niet bij zich. De koffers ston
den aan het stafion; maar toen de hótelknecht
ze daar natuurlijk niet vinden kon, had bekl.
alweer misbruik gemaakt van een geachten en
bekenden naam en gezegd, dat de koffers ten
huize van een familie te Amsterdam waren
bezorgd.
Twee of drie dagen waren de vrouwen in
het Bible-hótel gebleven, en toen waren zij
naar het hótel Pays-Bas in de Doelenstraat
gegaan, waar zij als mevrouw Jordens Molière
haar intrek nam. Ook hier hadden zij 't niet
lang uitgehouden, maar bekl. had dit hótel
toch niet verlaten, alvorens uit een vloerzeiltje,
dat onder de waschtafel lag, een stuk te hebben
gesneden, om daarmede een zeer noodzakelijke
reparatie aan de zeer lekke zolen harer schoenen
te bewerkstelligen. Een toilet had zij zich n.l.,
terwijl zij in het American-hótel vertoefde,
wel weten te verschaffen, maar schoenen nog
niet. Zij of de „kamenier" hadden welop
papier van dat hótel, een briefje onderteekend
„Vrouwe Baronesse Sloet tot Everlo", aan een
schoenwinkelier op de Leidschestraat gestuurd,
maar 't scheen, dat die bestelling niet was
uitgevoerd.
Bij andere firma's waren ook nog bestel
lingen gedaan.
De vriend, die toen nog de dupe van de
romantische „levensgeschiedenis" van de bekl.
was, had die rekeningetjes voldaan en haar
het geld voorgeschoten. Hij zou dat alles terug
krijgen als zij de erfenis van 7000 gulden
in handen kreeg.
De firma Bahlmann was echter niet betaald,
en daarom had bekl. zich wegens bedriegelijke
oplichting te verantwoorden.
De ambtenaar van het Openbaar Ministerie
deed uitkomen, dat bekl. al geheel berooid
was, toen zij in het American-hótel haar intrek
nam onder een valschen naam, en dat zij zich
door bedriegelijke middelen datgene heeft ver
schaft, wat zij niet langs eerlijken weg kon
krijgen. Hij zag daarin strafbare oplichting
om zich wederrechtelijk te bevoordeelen.
Bekl. had een volledige bekentenis afgelegd
en het Openb. Min. hield daarmede rekening
bij het eischen van de op te leggen straf.
Eveneens hield hij daarbij rekening met de
omstandigheid, dat slechts betrekkelijk gering
nadeel is toegebracht, en dat het de eerste
maal is, dat bekl. terechtstaat. Hij eischte ten
slotte een gevangenisstraf van vier maanden,
in de hoop, dat deze weinig zware straf voor
bekl. een les zal wezen, die haar zal terug
houden van den verkeerden weg dien zij is
opgegaan, en dat zij niet alleen reform in haar
kleeding, maar ook in haar gedrag en levens
wijze zal toepassen.
De bekl.die gedurende de terechtzitting
een onbevangen indruk maakte en herhaaldelijk
lachte (misschien uit zenuwachtigheid), toen
op de terechtzitting, die door vele belangstel
lenden bijgewoond werd, de bizonderheden
van haar avontuurlijk verblijf in de voorname
hótels ter sprake kwamen, barstte in tranen
uit bij de laatste vermanende woorden van
den officier,
De vriendin die als kamenier gefungeerd
had, 6cheen de geheele zaak nogal van den
humori8tischen kant te bekijken. Nochtans
verklaarde zij te gelooven, dat bekl., die zij
als een meisje met een lief en zacht karakter
had leeren kennen, in haar hart diep berouw
had over hetgeen zij gedaan had.
De verdediger, mr. Asscher, gaf als zijne
meening te kennendat beklaagde niet
toerekenbaar is. Hij achtte haar geestelijk
minderwaardig, waardoor zij het onderschei
dingsvermogen van goed en kwaad miste en
refereerde zich ten slotte aan het oordeel der
Rechtbank, of deze het onderzoek nog niet
zou willen sluiten, maar een deskundig onder
zoek naar de geestvermogens van bekl. zal
doen instellen.
Op 27 dezer zal de Rechtbank in dit geding
uitspraak doen.
J i 11 e s. Zoo ouwe buurman da's een eele
poos geleê, dat we mekaer gezien
Stoffel. Ja buurt, da's waer en in dien
tied is er al eel wat voorgevallen en ons
durp is dan ook eelwat vooruutgegae. Voor
eerst ebben we een muziekgezelschap gekrege
en daerbie nog een zangschole, waer de jongens
en meisjes zoo netjes leere ziengen.
J i 11 e 8. Ja man, da's waer, de wereld gae
goed vooruut, misschien ei et ook wel geleze,
dat we mee Januari ast goed gaet, misschien
een nacht post kriege; daer is al veel over
gewauweld, in tot eden is ie der nog nie, maer
toch in 't verschiet.
Stoffel, 't Is best meugelijk, dat die
nachtpost mee ter tied er komme zal, wat voor
ons nie veel zou geve, maer wel de gemeenten
op Schouwen en Duuveland, die zouwen er
veel mee gebaet weze en dan nog sommige
gemeenten op Tolen
Jilles. Luuster even, noe ammen zoo over
de posteriën praete ik ook nog meer te
vertelle. Van de weke kreeg ik de Nieuwsbode
in mien viengers in daer las ik in, dat ze in
den polder bezig binne om andteekeniengen
bie mekoare te kriege, om op zoo'n maniere
te reklameere, dat de noe bestaende postdienst
eD brievebusse, welke daer an een uus is
gemaekt veel bezwaerigheden oplevert. Ze
praete daer over een oprichten van een nieuw
postkantoor. Ze binne wat mans in die polder.
Stoffel. Ik bin 't mee je eens man, daer
bin ze net wat mans. Noe es z'er al een
telefon ook en nog bin z'er niet tevreê,
misschien zouwen z'er wel een eigen gemeente
bestuur wille mar dat zal zoo makkelik
nie gae as om een telefon te kriege, geloaf ik.
Jilles. Dat reken ik dan toch oak, mar
ze maeken er nog al veel geschreeuw van.
Ze praete, dat de daer gestelde busse eelemael
onvoldoende is, tenminste zoo begriep ik uut
dat stukje; maer 't kan ook weze, dat de
berichtgever of -gevers geen goed begrip ebbe
van de zaek, want 't is somties bie die lui om
de kwartjes te doen, in steure der eige laeter
an de kwaeje gevolgen nie, dat zu je zelf wel
zegge, aije me daerover eens uut laet praete.
Ze spreke dan naemelijk in dat schrieven, dat
de avondpost uut de richting Zurikzeeë, eerst
17 uur laeter wordt besteld, maer daer eit de
geachte inzender zeker de nacht vergete of
te trekke, in dan zal ie net zoo goed slaepe
als een ander, dus dan kun j'er wel twaelf
uur oftrekke in dan zouw er al ard 5 uur
overschiete. Naer at ik wel eens geoord dat
er niks mee die post mee komt, dan zouw
dat reklameeren weze op een onwaerdige
maniere.
Stoffel. Dat ou ik er ook voor; in zoo
as je dat daer verteld eit stem ik mee joe in,
dat is reklameere waer ze dat algemeen nie
oeve te doen, want z'èr ook een ferme post
bode, die de menschen mee oallerande zaeken,
van dat soort elpt. En daerenboven is 'r een
dépó, waer ze oalles wat de post betreft kunne
kriege, in bin z' de durpbeweuners nog voor,
want daer motte de menschen op den tied
naer 't kantoor gaen om 't een of ander van
die diengeljes te kriege.
Jilles. Zoo'n dépó is makkelik, want zoo
was 'k voor eenige tied in de polder en ad
toen geen postzegels bie me. Ik stond daer
mee 'n brief in me viengers in geen postzegels
er op, verzende kon dus dan nie, terwiel de
tram in aantocht was, in die brief most mee.
Goeie raed was dier, ik wist van dat diengetje,
dat je daer pas opnoemde, toe de naera
bin 'k vergete, nie of. Ik stond zoo te verzinne,
oe dat noe an te steke, in toen kwam er
zoo'n jongen bie me slae, die me daerop attent
maekte, waer ik natuurlijk geholpen wier,
zoodat de brief toch nog mee kon. Was ik
toen op dien tied op durp geweest, dan was
'k nie klaer kunne komme, omdat het post
kantoor dan gesloten is.
Stoffel. Dus dat ad je dan toch weer
voor of was je wel in dat slecht bediende
gedeelte.
Jilles. 't Is dan ook beter da z'er gienge
reklameere om de eerste post vroeger zien te
kriegen, dan zouwen z'er veel meer gewonnen
mar dat bin nog zukke zwaere reden nie
om een eige postkantoor te kriege.
Stoffel. Wel zeker maD, dat zouw reden
van bestaen mar dat andere dat is meer
Jilles. Ik begriep je wel, mar ik mot weg,
we bluven mar klesse in mien zaeken zouwen
daerdeur verloape; we zulle mar ofwachte
wat er van komt, in zulle we mekoare laeter
wel spreke, doe de gx-oeten aan je Soave.
Stoffel. Ja buurt, ik ook men tied
noodig, ou je goed oor, doe ze thuus een
goeien dag van me.
Heden overleed, tot onze diepe droef
heid, na een langdurig, doch zacht lijden,
ons geliefd eenig Kindje
Maatje Helena,
in den ouderdom van 8 maanden en 15 dagen.
Melissant, 15 November 1902.
A. C. VAN NIEUWENHUIZEN.
A. M. VAN NIEUWENHUIZEN—
Mol.
Heden overleed te Rotterdam na
eene smartelijke operatie, onze geliefde Echt
genoot en zorgdragende Vaderen Behuwd vader,
de Heer Job Dijkman,
in den ouderdom van 62 jaren en 9 maanden.
Dirksland, 21 November 1902.
Wed. J. DIJKMAN—
Smalleqanqe.
W. DIJKMAN.
Dirksland. J. DIJKMAN.
K. DIJKMAN
den Hollander.
1 P. DIJKMAN.
J. L. DIJKMAN—
Rotterdam. Dijkman.
L. DIJKMAN.
DA1IMBETUIGII O.
Mijn dank aan alle stemgerechtigde leden
der Ned. Herr. Kerk die hun stem op mij
hebben uitgebracht tot mijn herbenoeming
als Notabele, daar het niets anders is als laster,
haat, en nijd te verwekken (door een vijande
lijke club) verder aan u (waardige heeren)
mijn dank voor de inzending der onhandige,
laakbare Advertentie in de Zierikzeesche
Nieuwsbode van 20 Nov. j.l., die daar in voor
geven de heilige wetten van het huwelijk niet te
toonen en daarom mijn benoeming als Notabele
niet wenschelijk achten volgens hunne
uitdrukking. Ik verwijs die waardige heeren
ten kantore van den Edel achtbaren Heer
Notaris VAN STEENBERGEN te Tholen
die voor mij het opstel der voorwaarden in
gereedheid heeft gebracht en daarna mijn
goedkeuring heeft afgevraagd en daarop zijn
dank aan mij betuigde voor de eerlijke en
oprechte handelwijs tegen over eene vrouw
zonder financien niets hoegenaamd bezittende
als haar werkkracht daar baar vorige echt
genoot en familie het tegen over gestelde hadden
bewerkt en haar na een reeks van jaren en
vlijt op niets hebben gebracht. Ik vraag het
publiek, zijn dat de heiligheden van bet
huwelijk Die zijn mij onbekend en hoop
daar verder mede onbekend te blijven.
Nogmaals mijn dank aan den boven
genoemden Achtbaren Heer Notaris voor de
opmaking en echtheid der acte, wellieht zou
daar voor die waardige heeren, die de heiligheid
van het huwelijk op de voorgrond hebben,
aan het zelfde kantoor inlichting te bekomen
zijn over het thans bestaande als de verledene
voorwaarden. Nu verder een opmerking tegen
mijn tegen candidaat als Notabele, ik zou hem
gaarne die betrekking gunnen wanneer dit
niet uit nijd, haat, en laster voortkwam maar
daar dit u wel bekend is, handeld u onder
een sluijer van valsche vriendschap met my
door die waardige heeren hiervoor mijn dank
en ik zal voortaan bij iedere gelegenheid het
laatste woord van het Evangelie van Markus
13 te baat nemen handeld u uit onbedachts
zaamheid of onzelfestandigheid of gegeven
van uwe familie, keert terug en scheid u af
van de zelve, wordt zelfsetandig tegen over
iemand die u bijna 30 jaren hoog geacht
heeft, en die u zelf zooveel als u uwe
betrekking aanging tegen over alles als zijn
hoofd heeft aangezien en daar u zelf tegen
woordig zijt geweest bij het passeeren der
acte daar bovengenoemden Notaris heeft
betuigd dat er nooit eerlijker kon worden
gehandeld, tegen over die vrouw, dat het
haar vorige familie verre overtrof, handelt
zij tegen over mij uit aardsohe macht, ik ben
er niet vatbaar voor, voor die onderdrukking,
en zal voortaan en altijd bij aldien wij
handelend moetenoptreden blijken geven
van oprechtheid en degelijkheid. Verder zal
ik alle laster haat en nijd tegen, voor mjj
verdachte heeren, met een Jobs geduld
afwachten tot de wet mij kraoht geeft die
heiligheden van het huwelijk te handhaven en
hoe het ook zijn, zij or nooit een letter over
schrijven die het wil hebben verdedigd, wacht
ik ten mijne huize.
Poortvliet, November 1902.
Uw Dienaar
JAN VAN ZORGE.