Zaterdag 8 November 1902. 11 (Z i e i Is. z e e s c h. e C o u r a n t). Tweede Blad. Levering Turf. NIEUWSTIJDINGEN. Haagsche Brieven. ADVERTENTIEN. ZIERIKZEESGHE NIEUWSBODE. VerBchijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 59ste JAARGANG. No. 7767. Dlreoteuri A-. ar. DE LOOZB. Redacteuren FRANKEL. WA ALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FnaNKEL, Meelstraat 386, Zierikzee. Zij, die ia aanmerking wenschcn te komen voor de levering van KORTE HARDE TURF aan de gemeente Zie rikzee behooren zich te wenden tot den Burgemeester dier gemeente, onder opgaaf vau prijs en overlegging van een monster van vier stuks, vóór 10 November c.k. Keuring der verhuurd wor dende Rijtuigen. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee, Gelet op art, 79 der Algemeene Politie-Verordening voor deze gemeente; Hebben goedgevonden te bepalen: dat op Zaterdag den 1£5 November o.li.. des namiddags te 3 uur, aan de Balie, oene KEURING zal worden gehouden van de ver huurd wordende Rij- en Voertuigen. Alle rijtuigverhuurders worden mitsdien opgeroepen om alsdan al hunne voertuigen op de daarvoor bestemde p'aats bijeen te brengen, ten einde de noodige keuring te ondergaan, ter voorkoming van de bij de Algemeene Politie-Verordening bedreigde boete. Zierikzee, den 30 October 1902. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Zuid-Afrika. Johannesburg, 4 Nov. De beslissiDg van het hooggerechtshof te Johannesburg, aan gaande de proclamatie van president Kriiger over het betalen van huur en rente, heeft hier allerwege de grootste ongerustheid veroorzaaktmen is algemeen hier overtuigd, dat deze beslissing van het gerechtshof voor menigeen totalen ondergang beteekent en zal noodzaken tot verkoop op groote schaal van land en bezitting. Een beroep wordt gedaan op de Banken, teneinde de ergste gevolgen van deze beslissiDg te voorkomen. Zooals men weet, heeft president Kriiger in het begin van den oorlog een proclamatie uitgevaardigd, waarbij het betalen van huur en van rente tijdens den oorlog geschorst werd of althans niet verplichtend was. Thans is deze proclamatie nietig verklaard. Geen wonder, dat honderden families in groote onrust en angst zijn gebracht Zeventig onverzoenlijke Boeren (vrouwen en kinderen daaronder begrepen) zijn Maandag per s.B. «Pampas" van Kaapstad naar Argentinië vertrokken, waar zij van plan zijn zich te vestigen. Men heeft hun daar 4000 acres grond beloofd, gratis, en 5000 tegen 40 cts. de acre, binnen vijf jaar te betalen. Verder zullen zij zaadkoren, vee en landbouwwerktuigen ontvangen. Te Buenos- Ayres zullen zij aan wal gaan. Als voorwaarde is gesteld, dat ieder hunner 200 acres in bebouwing zal brengen. Van militairen dienst plicht zullen zij vrijgesteld zijn. Het is te hopen, dat niet velen hunner landgenooten hun voorbeeld zullen volgen. Zuid-Afrika heeft al zijn zonen noodig. Amerika, Een vuurwerk-ongeluk te New-York had Dinsdagavond plaats in den Madison-Squaretuin. Het vuurwerk werd afgestoken ter eere van de verkiezing van Hearst, den eigenaar van het bekende New- York Journal. Oogeveer een 30.000 personen verdroügen zich op Madison- Square om het bij te wonen. Er waren drie groepen opgesteld van twintig mortieren, geladen met zware bommen. De eerste groep was juist aangestoken, toen een der mortieren omviel en eene bom recht in de dichte menigte vloog. De hevigheid van den schok wierp ook de volgende mortieren omver en do bommen vlogen in alle richtingen. Op 't zelfde oogenblik ontplofte de tweede groep, die een dertigtal meters vorder stond, midden in de menigte en daarna een derde groep, blijkbaar aangestoken door vonken der anderen. Gedurende een half uur heerschte er eene onbeschrijfelijke paniek. Sommige personen raakten onder de voet. De gekwetsten lagen over den grond verspreid. Enkelen van hen waren in stukken gescheurd. Men nam 12 lijkon op. Verscheidene waren onherkenbaar. Men schat het aantal gekwetsten op 50, waarvan verscheidene doodolijk. De moesten zijn jongens en mannen. De uitslag der verkiezingen is, dat in het nieuwe Huis van afgevaardigden de republikeinen de meerderheid zullen hebben deze is echter niet groot. Engeland. Te Bristol is een 1 G-jarig meisje aangehouden, dat, evenals het «meisje loos", uit het bekende liedje, was gaan varen als matroos. Zij was, na een twist met hare ouders, uit het vader lijk huis weggeloopen en had, in jongens- kleederen, dienst genomen als scheepsjongen. Zoo deed zij twee reizen mede. Toen ontdekte men, dat de scheepsjongen geen jongen was en de kapitein zette het meisje aan wal. De politie waarschuwde de ouders der jocge zwerfster, die kaar nu wel zullen afhalen. Londen, 5 Nov. In eene aanvullings- begrooting worden acht millioei pond sterling aangevraagd voor het jaar eindigende 31 Maart 1903, voor het verleenen van hulp aan Transvaal en Orangia. In die som zijn begrependrie millioen als vrije gift aan de Boerentwee millioen aan anderen voor schade door den oorlog en drie millioen voor geldleeningen, door de Koloöiale Regeoriogen te verstrekken. 6 Nov. Bjj een hevigen brand in een kantoenepinnerij te Stockport, hebben drie personen het leven verloren, terwijl er velen gewond werden. Geregeld hebben in den laatsten tijd des Zondags te Londen betoogingen plaats van afgedankte soldaten, die nog altijd wachten op hun achterstallige soldij. Ook j.l. Zondag waren eenige duizenden van deze ontevredenen in Hyde Park te zamen gekomen, na eerst 1 een protestwandeliog gemaakt te hebben langs de Theemskaden en over Trafalgar Squaro en Piccadilly. Een der sprekers deed het verhaal van een reservist, wiens beide kinderen gedurende zijn afwezigheid van hoDger waren omgekomen en die ^elf bij zijn terug keer genoodzaakt was zich in een werkhuis te laten opnemen, omdat het departement van oorlog hem het verschuldigde bedrag van 3 tot 400 gulden niet wilde uitbetalen. Hedenmiddag onthulde Chamberlain het oorlogs-gedenkteeken in de «University College School". Antwoordende op een adres, betrekking hebbende op Zuid-Afrika, wees de minister op de noodzakelijkheid, het verleden te vergeten en alleen de blikken op de toekomst te richten, en indien Engeland werd behandeld zooals 't behoorde, en daaraan twijfelt hij niet, dan is hij overtuigd, dat een toekomst, zooals zelfs door de meest optimistische profeten niet was voorzien, voor de groote nieuwe bezittingen in Zuid-Afrika is weggelegd. Bij de heden gehouden besprekingen over 'tcrediet van acht millioen pond sterling voor Transvaal zeide Chamberlain, dat bij zijn opdracht ging vervullen, zoo open en onbevooroordeeld mogelijk, en met het vaste besluit, acht te slaan op alles wat zou worden medegedeeld door afgevaardigden of deputaties, die het recht hadden te worden gehoord. De minister verklaarde, dat thans slechts 34,000 personen zich in de concentratie kampen bevondenen van de 24,000 gedeporteerde krijgsgevangenen waren reeds -14,000 gerepatrieerd, 7000 zouden vóór het einde des jaars worden teruggezonden en de rest spoedig daarna. De gift van twee millioen is bestemd voor Engel8chc en Ilollandsche loyalisten in Transvaal en io de Oranjerivier-kolonie, die op meer liberale wijze zouden worden schadeloos gesteld dan diegeneD, die tegen Engeland gestreden hebben. Ook zouden bedragen in geld worden uitgekeerd aan die loyalisten, die van den eersten inval in de Kaapkolonie hadden te lijden gehad, en aan de loyalisten in Natal, doch geen penny zou worden gegeven aan de rebellen(Toej uichingen). Wat wij onze vijanden gegeven hebben, werd uit een politiek en menschelijk oogpunt gegeven. Het zou een goede politiek -der gewezen tegenstanders zijn, zich niet ontevreden te betoonen, doch alles te doen om do vroegere welvaart te herstellen. Chamberlain eindigde: «Wanneer het voor geschoten bedrag ontoereikend is, zal ik niet aarzelen, meer te vragen. De in het werk gestelde pogingen tot herstel van wat verwoest werd en de repatrieeringhebben mijn schoonste verwachtingen overtroffen. Het verstandigst is, optimistisch te zijn. Laat ons dus geloovcn in de toekomst en de toekomst zelf zal op onze verwachtingen het antwoord geven. Ik ga naar Zuid-Afrika met den oprechten wonsch, allo veten te vergeten en verwante volken bijeen te brengen tot een groote Afrikaansche natie onder da Eogelsche vlag. (Luide toejuichingen). Het crediet werd met algemeene stemmen aangenomen. Botha, De la Rey en Schalk Burger woonden do besprekingen bij. Rusland. Met betrekking tot het huwelijk van grootvorst Paul Alexandrowitch van Rusland, den jongstcn zoon van Czaar Alexander II, met -mevr. do barones Pistolkors, wordt nog gemeld, dat de relatiën tusschen beiden, die alom bekend waren, in den vorigen winter aaDleidiDg hebben gegeven tot een schandaaltje hij gelegenheid van een hofbal in het winter paleis te St.-Petershurg. Mevr. PiBtolkors verscheen op het bal, getooid met brillanten van grootvorstin Alexandra, do overleden echtgenoote van Paul Alexandrowitch. De czaar werd met het feit in kennis gesteld en eischte, dat de baroDes het bal onmiddellijk zou verlaten, wat ook geschiedde. Toen reeds moet mevr. Pistolkors besloten hebben, den rijken grootvorst to trouwen. Nadat zij van baar echtgenoot, den adjudant van grootvorst Wladimir, was gescheiden, verklaarde de grootvorst zich bereid, met haar in het huwelijk te treden, niettegenstaande hij door den czaar voor dien stap gewaarschuwd was. In Juui 1.1. vertrok hij naar het buitenland, om zijn plan uit te voeren, maar verscheidene Russische geestelijken weigerden het huwelijk te voltrekken, tot eindelijk te Livorno een Grieksche geestelijke zich daartoe bereid verklaarde. 10 October 1.1. werd het huwelijk voltrokken. Men weet, dat de czaar zijn 42-jarigen oom daarvoor heeft gestraft met de zwaarste straf, welke hem treffen kon: bij is uit den militairen dienst ontslagen en waarschijnlijk voor jaren van het hof verbannen. Alleen zijn titel van grootvorst en de aanzienlijke inkomsten uit zijn particulier vermogen heeft hij behouden. BelgiS. Te Forest, nabij Brussel, zijn Dinsdag middag, waarschijnlijk tengevolge van grond verschuiving twee huizen van 2 verdiepingen, die in aanbouw, doch bijna voltooid waren, ingestort op het oogenblik, dat na het eindigen van don schafttijd de werklieden juist aan den arbeid waren gegaan. Yan de 13 werklieden, welke op het oogenblik van de instorting in de huizen waren, wisten er slechts 3 zich te redden. Do overigen werden ondor het puin bedolven. Tot dusver zijn 7 lijken en twee zwaargewonden gevonden. Men heeft hoop, dat de tiende man, die in een kelder aan het werk was, nog leeft. Men heeft althaDs geluid van onder het puin hooren komen en werkt nu onafgebroken voort, om hem zoo mogelijk te redden. VGravenhage, 5 November 1902. Allerheiligen één der gewichtigste katholieke feestdagen is voorbij maar de gedachtenwisseling over de Staatsbegrooting bevindt zich nog pas in het eerste stadium. Terwijl uit den aard der zaak ditmaal het Voorloopig Verslag over de Indische Begrooting wel niet veel anders kon zijo dan een vragen lijst aan den nieuw opgetreden Minister van Koloniën, die hij wel zal doen met groote omzichtigheid te beantwoorden, daar het toch eigenlijk onmogelijk is, dat hij, geworpen schier door de omstandigheden in het ministerieel leven, op de hoogte kan zijn of zich gesteld hebben van alle Indische aangelegenheden, moet de Minister toch tijd hebben om zijne gedachten over de zaak te laten gaan, en wachten wij dus zijn antwoord, ofschoon reeds 18 November de behandeling over het Indische budget moet plaats hebben. Een belangrijk punt bij deze Indische Begrooting is natuurlijk de notaVan Kol over de /eereschuld", waarin hij opnieuw en na ziju bezoek aan Indië met nog meer kracht een lans breekt voor terugbetaling aan Indië van de vroegere batige sloten, daar Indië veel geld noodig heeft voor haar ontwikkeling, en Nederland zich daarvan indertijd ten eigen behoeve heeft meester gemaakt. Minder die notaVan Kol zal intusschen de aandacht trekken, dan wel een Gfds-artikel van een ander onversaagd maar minder idealistisch strijder voor de teruggaaf dezer eereschuld, den heer mr. Van Deventer, die, inziende, dat men toch niet die som in eens zal kunnen krijgen, voorstelt ten behoeve van Indië een leening van 100 millioen te sluiten om op groote schaal de irrigatiewerken ter hand te nemen dat wil dus zeggen door bevloeiiug aanzienlijke streken gronds bebouw baar te maken en verder tal van productieve zaken ter hand te nemen, en den inlander door kredietbanken te helpen aan geld voor land en exploitatie. De vraag is nu echter altoos«Wie moet de renten en aflossing betalen De «eereschulders" zeiden steeds Nederland. Maar Nederland zit zelf een beetje in 't nauw, met zijn tekort, zijn toekomst plannen op sociaal gebied, zijn nieuwe wetten, wier uitvoering veel geld kost. In plaats van nu te razen op de oneerlijkheid van Nederland en zooal meer, stelt de heer v. Deventer voor voorloopig en wel voor tien jaar de renten en aflossing op de Indische Begrooting te brengen, en dan eene beslissing te nemen. In die 10 jaar kan de ontwikkeling van Indië door die werken zóó zijn toegenomen, dat Indië zelve best de renten zou kunnen dragen. Natuurlijk zou bij het sluiten dier leening worden te niet gedaan de bestaande ten behoeve van Indië gesloten leeningen, waarvan Indië ten deele de renten draagt. Het voorloopige lacht in Nederland altoos toe, en vooral hier, waar de strijd over de financiëele boekhouding eigenlijk ten sterkste tegenhoudt leeningen, die voor Indië noodig zijo. Of het na 10 jaren gemakke lijker zal vallen dien strijd tinaal uit te vechten, zou ik niet durven beweren, maar althans was zooveel gewonnen, dat men werkelijk wat voor Iudië deed. En dat kan slechts ten goede komen aan Iodië en Nederland beiden. Reeds vroeger gewaagde ik van de treurige toestanden in onze Oost, ons eigen koloniaal bezit, en althans is het een voldoening te zien, hoe de pogingen om in de nooden der inlandsche bevolking tegemoet te komen, gesteund worden door onze Koningin en Hare Koninklijke Moeder, die belangrijke sommen beschikbaar stelden voor de Commissie, die zich het treurig lot der inlanders in Semaraog aantrekt. Maar waarom moet er gebedeld worden, als men in eigen hand heeft de krachten: den vruchtbaren grond, de rijke mineralen, die op ontginning wachten, een geschikte bevolking. Dat voor de exploitatie, voor de bewatering groote sommen geëischt worden, is het eenig beletsel, maar de Staat is verplicht die bronnen vloeiende te maken. Bedelen is tegenwoordig anders aan de orde van den dag. Er gaat geen dag voorbij, waarin geen inschrijvingsbiljetten op tafel liggen, en van den meest onderscheiden aard. Voor de inlanders in Indië wordt heden een roerend beroep gedaan op uwe offervaardigheid, maar niet minder voor de behoeftige oor- en neus- Jijders, die een gesticht behoeven, of de arme blinden, of de zenuwlijders en zoovele andere stumperds. Tegelijkertijd tracht men uw beurs te ontlasten om de pogiDgen te schragen van een wetenschappelijk instituut, dat geld te kort komt om geregeld land in Indië te doen onderzoeken wat waarlijk wel een regeerings- zaak mag heeten, of vraagt men welwillend medewerking om een hypotheekbank te vestigen ten behoeve der Boeren. Hebt gij oog voor kunst, en gevoel voor muziek, tal van vereeni- gingen zoeken u in haar netten te lokken als contribuëerend lid, terwijl voor tal van hulde blijken aan bijzonder verdienstelijke personen uw hand steeds gaarne bereid zal worden beyonden. Voeg daarbij nu den overvloed van inzamelingen met open schalen en bussen, en men kan gerust beweren, dat er letterlijk geen dag voorbijgaat, waarin ge niet aan gespoord wordt om «den Hemel te verdienen" door uwe penningen ergens voor een goed doel te deponeeren. Met andere woorden, laten wij het erkennenhet particuliere initiatief doet in Nederland veel, zeer veel. Het groote verschil tusschen ons land en b.v. Engeland is echter, dat wij in 't financiëele eigenlijk «klein zijn in 't groote". Er wordt hier gevraagd van duizenden telkens en telkens een kleinigheid, maar in Engeland zijn het de enkelen, die eens of tweemaal iets groots geven. De kolossale stichtingen in het buiten land zijn meerendeels van particuliere gevers, die het geld gaven voor oprichting, en een fonds er bij voor 't onderhoud. Op die wijze alleen kan men werkelijk op groote schaal wat gedaan krijgen. De millionairs, de bezitters zelfs van tonnen gouds kunnen, als zij willen, en ijverig er toe meewerken, een gedeelte van hun kapitaal bestemmen voor iets, wat hun 't meest aan het harte ligt in staat of stad, en daardoor voor de toekomst onberekenbaar nut stichten. Er blijft dan nog genoeg over voor de minder met aardsche schatten begun stigden om wel te doen, maar er behoefde dan ten minste geen beroep op de beurzen der kleinere luyden te worden gedaan om een wetenschappelijk onderzoek in te stellen, een speciaal lijdersgesticht op te richten enz. Waarover ik eigenlijk wilde schrijven, was de «politieke beschouwingen" over de Staats begrooting, doch eensdeels omdat het onderwerp zoo taai is, en anderdeels, omdat we ook ten dien aanzien nog niets hebben dan het afdeelingsverslag, dat heel weinig licht ver spreidt over de wezenlijke gevoelens der kamerleden, stel ik er prijs op ditmaal te eindigen met een verhaal van een feit, dat onlangs is voorgevallen, en dat in vroeger tijd zeer beslist tot een politieke gebeurtenis zou zijn verheven. Hoort dan, geachte lezers, naar het waarachtig verhaal I Op zekeren dag, toen er een groote optocht in Den Haag werd gehouden, nu ik zal maar liever preciseeren, op den joDgsten openingsdag der Staten- Generaal, stonden de troepen van het garnizoen geschaard om tusschen hen het Koninklijk rijtuig, en alleu, die tot den stoet behoorden, door te laten. Men noemt dat bij ons «afzetten" door de militaire macht, wat natuurlgk niets te maken heeft met eene andere beteekenis van het woord, daar de militaire macht zich daaraan nooit schuldig maakt. Nu wilde het toevaldat een paar kamerleden zioh wat verlaat hadden, en dus de toegangen tot het kamergebouw reeds bezet en «afgezet" vonden. Goedwillig kwam een ambtenaar der Rijks- veldwacht hun ter hulpe, en verzocht de militairen even een opening te maken om de gerokte en gesteekte kamerleden door te laten naar de open ruimte. Alzoo geschiedde, en de heeren, vriendelijk dankend, waren in het open middenpad, toen plotseling de Rijks veldwachter op vrij heftige manier werd aangesproken door een jongen luitenant, die dat troepje kommandeerde. «Niemand had zijn soldaten te kommandeeren dan hij", en of de rijksveldwachter ook argumenteerde, dat men toch kamerleden niet kan beletten naar hun eigen gebouw te gaan, de officier wilde van geen rede weten. De troepen dienden om «af te zetten", en niemand mocht passeeren. Vijf minuten later na dit hatelijk standje van den beschaafden militair aan den minderen maar beleefden politieman, komt een rijtuig aangereden met een bediende in witte hand schoenen. Deze roept den rijksveldwachter toe, dat er een buitenlandsch gezant in 't rijtuig zit, die naar de kameropening moet. «Niet doorrijden" beveelt de rijksveldwachter. «Niemand passeeren". «Maar 't is de gezant", pourparleert de bediende, 't Baat niet. De politieman blijft op zijn stuk staan, en voegt er bij: «Vraag het maar den inspecteur". De inspecteur ziet het tumult, nadert, infor meert, hoort het verhaal van den rijksveld wachter van het standje daareven met den officier, en waagt het niet te beslissen. Hij appelleert op den commissaris Yan politie. Deze verschijnt. Hetzelfde tooneel. Ook deze neemt het niet op zijn verantwoordelijkheid den gezant rechtsomkeert te doen maken, maar evenmin om de gelederen te doen openen. De gezant wacht. Dan maar de hoofd-commissaris geroepen. Deze ziet terstond het ernstige van het geval in, waagt ook geen beslissing, maar krijgt den goeden inval naar den kolonel te gaan. Intusschen wacht de gezant nog maar steeds. De kolonelhoorenae, wat is voor gevallen, geeft den luitenant een standje, en maakt den toegang voor den gezant open. 's Avonds moet de luitenant er ook nog hevig van langs gehad hebben. In vroeger tijd zou de gezant een nota hebben gezonden, en waren wij in oorlog gewikkeld, omdat ja omdat waar politie en militaire macht optreden, conflicten bestaan over bevelvoering. t Ondertrouwd J. VERTON en P. DE GRANJE. Renesse, G November 1902. Ondertrouwd JOH. DE VIN Ez. en NEELTJE M. M. CASIIOEK Wn. jchupdebeurs, fl no„ember 1902. Zierikzee, Huwelijksvoltrekking 19 November aanst. Ondertrouwd ABRAHAM KOEMAN J.Mz. en JACOBA ISABELLA STOUTJESDIJK P.Wn. Stavenfsse, St.-Maartensdijk, 5 November 1902. Getrouwd JACOB JOHANNES VAN DE SANDE en MARIA PLEUNE, dieook namens wederzijdsche Familiehun dank betuigen voor do belangstelling vóór en bij hun Huwelijk ondervonden. Oud-Yossemeer, 8 November 1902. Getrouwd II. J. VAN DELFT en H. E. VROONE, die, ook namens wederzijdsche Familie, hunnen harteiyken dank betuigen voor de vele blijken van belangstelling bij hun Huwelijk ondervonden. Zierikzee, 5 November 1902,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 1