Zaterdag 8 November 1902.
11
(Z i e i Is. z e e s c h. e
C o u r a n t).
Tweede Blad.
Levering Turf.
NIEUWSTIJDINGEN.
Haagsche Brieven.
ADVERTENTIEN.
ZIERIKZEESGHE
NIEUWSBODE.
VerBchijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
59ste JAARGANG. No. 7767.
Dlreoteuri A-. ar. DE LOOZB.
Redacteuren
FRANKEL.
WA ALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FnaNKEL, Meelstraat 386, Zierikzee.
Zij, die ia aanmerking wenschcn te
komen voor de levering van KORTE
HARDE TURF aan de gemeente Zie
rikzee behooren zich te wenden tot
den Burgemeester dier gemeente, onder
opgaaf vau prijs en overlegging van
een monster van vier stuks, vóór 10
November c.k.
Keuring der verhuurd wor
dende Rijtuigen.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee,
Gelet op art, 79 der Algemeene Politie-Verordening
voor deze gemeente;
Hebben goedgevonden te bepalen:
dat op Zaterdag den 1£5 November
o.li.. des namiddags te 3 uur, aan de Balie, oene
KEURING zal worden gehouden van de ver
huurd wordende Rij- en Voertuigen.
Alle rijtuigverhuurders worden mitsdien opgeroepen
om alsdan al hunne voertuigen op de daarvoor bestemde
p'aats bijeen te brengen, ten einde de noodige keuring
te ondergaan, ter voorkoming van de bij de Algemeene
Politie-Verordening bedreigde boete.
Zierikzee, den 30 October 1902.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Zuid-Afrika.
Johannesburg, 4 Nov. De beslissiDg van
het hooggerechtshof te Johannesburg, aan
gaande de proclamatie van president Kriiger
over het betalen van huur en rente, heeft
hier allerwege de grootste ongerustheid
veroorzaaktmen is algemeen hier overtuigd,
dat deze beslissing van het gerechtshof voor
menigeen totalen ondergang beteekent en zal
noodzaken tot verkoop op groote schaal van
land en bezitting. Een beroep wordt gedaan
op de Banken, teneinde de ergste gevolgen
van deze beslissiDg te voorkomen.
Zooals men weet, heeft president Kriiger
in het begin van den oorlog een proclamatie
uitgevaardigd, waarbij het betalen van huur
en van rente tijdens den oorlog geschorst
werd of althans niet verplichtend was. Thans
is deze proclamatie nietig verklaard. Geen
wonder, dat honderden families in groote
onrust en angst zijn gebracht
Zeventig onverzoenlijke Boeren (vrouwen
en kinderen daaronder begrepen) zijn Maandag
per s.B. «Pampas" van Kaapstad naar
Argentinië vertrokken, waar zij van plan
zijn zich te vestigen. Men heeft hun daar
4000 acres grond beloofd, gratis, en 5000
tegen 40 cts. de acre, binnen vijf jaar te
betalen. Verder zullen zij zaadkoren, vee en
landbouwwerktuigen ontvangen. Te Buenos-
Ayres zullen zij aan wal gaan. Als voorwaarde
is gesteld, dat ieder hunner 200 acres in
bebouwing zal brengen. Van militairen dienst
plicht zullen zij vrijgesteld zijn. Het is te hopen,
dat niet velen hunner landgenooten hun
voorbeeld zullen volgen. Zuid-Afrika heeft al
zijn zonen noodig.
Amerika,
Een vuurwerk-ongeluk te New-York had
Dinsdagavond plaats in den Madison-Squaretuin.
Het vuurwerk werd afgestoken ter eere van
de verkiezing van Hearst, den eigenaar van
het bekende New- York Journal. Oogeveer een
30.000 personen verdroügen zich op Madison-
Square om het bij te wonen.
Er waren drie groepen opgesteld van twintig
mortieren, geladen met zware bommen.
De eerste groep was juist aangestoken, toen
een der mortieren omviel en eene bom recht
in de dichte menigte vloog.
De hevigheid van den schok wierp ook de
volgende mortieren omver en do bommen
vlogen in alle richtingen.
Op 't zelfde oogenblik ontplofte de tweede
groep, die een dertigtal meters vorder stond,
midden in de menigte en daarna een derde
groep, blijkbaar aangestoken door vonken der
anderen.
Gedurende een half uur heerschte er eene
onbeschrijfelijke paniek. Sommige personen
raakten onder de voet. De gekwetsten lagen
over den grond verspreid. Enkelen van hen
waren in stukken gescheurd.
Men nam 12 lijkon op. Verscheidene waren
onherkenbaar.
Men schat het aantal gekwetsten op 50,
waarvan verscheidene doodolijk. De moesten
zijn jongens en mannen.
De uitslag der verkiezingen is, dat in
het nieuwe Huis van afgevaardigden de
republikeinen de meerderheid zullen hebben
deze is echter niet groot.
Engeland.
Te Bristol is een 1 G-jarig meisje aangehouden,
dat, evenals het «meisje loos", uit het bekende
liedje, was gaan varen als matroos. Zij was,
na een twist met hare ouders, uit het vader
lijk huis weggeloopen en had, in jongens-
kleederen, dienst genomen als scheepsjongen.
Zoo deed zij twee reizen mede. Toen ontdekte
men, dat de scheepsjongen geen jongen was
en de kapitein zette het meisje aan wal.
De politie waarschuwde de ouders der jocge
zwerfster, die kaar nu wel zullen afhalen.
Londen, 5 Nov. In eene aanvullings-
begrooting worden acht millioei pond sterling
aangevraagd voor het jaar eindigende 31
Maart 1903, voor het verleenen van hulp
aan Transvaal en Orangia.
In die som zijn begrependrie millioen als
vrije gift aan de Boerentwee millioen aan
anderen voor schade door den oorlog en drie
millioen voor geldleeningen, door de Koloöiale
Regeoriogen te verstrekken.
6 Nov. Bjj een hevigen brand in een
kantoenepinnerij te Stockport, hebben drie
personen het leven verloren, terwijl er velen
gewond werden.
Geregeld hebben in den laatsten tijd
des Zondags te Londen betoogingen plaats
van afgedankte soldaten, die nog altijd wachten
op hun achterstallige soldij. Ook j.l. Zondag
waren eenige duizenden van deze ontevredenen
in Hyde Park te zamen gekomen, na eerst
1 een protestwandeliog gemaakt te hebben
langs de Theemskaden en over Trafalgar
Squaro en Piccadilly. Een der sprekers deed
het verhaal van een reservist, wiens beide
kinderen gedurende zijn afwezigheid van hoDger
waren omgekomen en die ^elf bij zijn terug
keer genoodzaakt was zich in een werkhuis
te laten opnemen, omdat het departement van
oorlog hem het verschuldigde bedrag van 3
tot 400 gulden niet wilde uitbetalen.
Hedenmiddag onthulde Chamberlain
het oorlogs-gedenkteeken in de «University
College School". Antwoordende op een adres,
betrekking hebbende op Zuid-Afrika, wees
de minister op de noodzakelijkheid, het
verleden te vergeten en alleen de blikken op
de toekomst te richten, en indien Engeland
werd behandeld zooals 't behoorde, en daaraan
twijfelt hij niet, dan is hij overtuigd, dat een
toekomst, zooals zelfs door de meest optimistische
profeten niet was voorzien, voor de groote
nieuwe bezittingen in Zuid-Afrika is weggelegd.
Bij de heden gehouden besprekingen
over 'tcrediet van acht millioen pond sterling
voor Transvaal zeide Chamberlain, dat bij
zijn opdracht ging vervullen, zoo open en
onbevooroordeeld mogelijk, en met het vaste
besluit, acht te slaan op alles wat zou
worden medegedeeld door afgevaardigden of
deputaties, die het recht hadden te worden
gehoord. De minister verklaarde, dat thans
slechts 34,000 personen zich in de concentratie
kampen bevondenen van de 24,000
gedeporteerde krijgsgevangenen waren reeds
-14,000 gerepatrieerd, 7000 zouden vóór het
einde des jaars worden teruggezonden en de
rest spoedig daarna.
De gift van twee millioen is bestemd
voor Engel8chc en Ilollandsche loyalisten in
Transvaal en io de Oranjerivier-kolonie, die
op meer liberale wijze zouden worden
schadeloos gesteld dan diegeneD, die tegen
Engeland gestreden hebben. Ook zouden
bedragen in geld worden uitgekeerd aan die
loyalisten, die van den eersten inval in de
Kaapkolonie hadden te lijden gehad, en aan
de loyalisten in Natal, doch geen penny zou
worden gegeven aan de rebellen(Toej uichingen).
Wat wij onze vijanden gegeven hebben,
werd uit een politiek en menschelijk oogpunt
gegeven. Het zou een goede politiek -der
gewezen tegenstanders zijn, zich niet ontevreden
te betoonen, doch alles te doen om do
vroegere welvaart te herstellen.
Chamberlain eindigde: «Wanneer het voor
geschoten bedrag ontoereikend is, zal ik niet
aarzelen, meer te vragen. De in het werk
gestelde pogingen tot herstel van wat verwoest
werd en de repatrieeringhebben mijn
schoonste verwachtingen overtroffen.
Het verstandigst is, optimistisch te zijn.
Laat ons dus geloovcn in de toekomst en
de toekomst zelf zal op onze verwachtingen
het antwoord geven. Ik ga naar Zuid-Afrika
met den oprechten wonsch, allo veten te
vergeten en verwante volken bijeen te
brengen tot een groote Afrikaansche natie
onder da Eogelsche vlag. (Luide toejuichingen).
Het crediet werd met algemeene stemmen
aangenomen.
Botha, De la Rey en Schalk Burger
woonden do besprekingen bij.
Rusland.
Met betrekking tot het huwelijk van
grootvorst Paul Alexandrowitch van Rusland,
den jongstcn zoon van Czaar Alexander II,
met -mevr. do barones Pistolkors, wordt nog
gemeld, dat de relatiën tusschen beiden, die
alom bekend waren, in den vorigen winter
aaDleidiDg hebben gegeven tot een schandaaltje
hij gelegenheid van een hofbal in het winter
paleis te St.-Petershurg. Mevr. PiBtolkors
verscheen op het bal, getooid met brillanten
van grootvorstin Alexandra, do overleden
echtgenoote van Paul Alexandrowitch. De
czaar werd met het feit in kennis gesteld
en eischte, dat de baroDes het bal onmiddellijk
zou verlaten, wat ook geschiedde. Toen reeds
moet mevr. Pistolkors besloten hebben, den
rijken grootvorst to trouwen.
Nadat zij van baar echtgenoot, den adjudant
van grootvorst Wladimir, was gescheiden,
verklaarde de grootvorst zich bereid, met
haar in het huwelijk te treden, niettegenstaande
hij door den czaar voor dien stap gewaarschuwd
was. In Juui 1.1. vertrok hij naar het buitenland,
om zijn plan uit te voeren, maar verscheidene
Russische geestelijken weigerden het huwelijk
te voltrekken, tot eindelijk te Livorno een
Grieksche geestelijke zich daartoe bereid
verklaarde. 10 October 1.1. werd het huwelijk
voltrokken.
Men weet, dat de czaar zijn 42-jarigen
oom daarvoor heeft gestraft met de zwaarste
straf, welke hem treffen kon: bij is uit den
militairen dienst ontslagen en waarschijnlijk
voor jaren van het hof verbannen. Alleen
zijn titel van grootvorst en de aanzienlijke
inkomsten uit zijn particulier vermogen heeft
hij behouden.
BelgiS.
Te Forest, nabij Brussel, zijn Dinsdag
middag, waarschijnlijk tengevolge van grond
verschuiving twee huizen van 2 verdiepingen,
die in aanbouw, doch bijna voltooid waren,
ingestort op het oogenblik, dat na het eindigen
van don schafttijd de werklieden juist aan
den arbeid waren gegaan. Yan de 13 werklieden,
welke op het oogenblik van de instorting in
de huizen waren, wisten er slechts 3 zich te
redden. Do overigen werden ondor het puin
bedolven. Tot dusver zijn 7 lijken en twee
zwaargewonden gevonden. Men heeft hoop,
dat de tiende man, die in een kelder aan
het werk was, nog leeft. Men heeft althaDs
geluid van onder het puin hooren komen en
werkt nu onafgebroken voort, om hem zoo
mogelijk te redden.
VGravenhage, 5 November 1902.
Allerheiligen één der gewichtigste
katholieke feestdagen is voorbij maar de
gedachtenwisseling over de Staatsbegrooting
bevindt zich nog pas in het eerste stadium.
Terwijl uit den aard der zaak ditmaal het
Voorloopig Verslag over de Indische Begrooting
wel niet veel anders kon zijo dan een vragen
lijst aan den nieuw opgetreden Minister van
Koloniën, die hij wel zal doen met groote
omzichtigheid te beantwoorden, daar het toch
eigenlijk onmogelijk is, dat hij, geworpen
schier door de omstandigheden in het ministerieel
leven, op de hoogte kan zijn of zich gesteld
hebben van alle Indische aangelegenheden,
moet de Minister toch tijd hebben om zijne
gedachten over de zaak te laten gaan, en
wachten wij dus zijn antwoord, ofschoon reeds
18 November de behandeling over het Indische
budget moet plaats hebben. Een belangrijk
punt bij deze Indische Begrooting is natuurlijk
de notaVan Kol over de /eereschuld",
waarin hij opnieuw en na ziju bezoek aan
Indië met nog meer kracht een lans breekt
voor terugbetaling aan Indië van de vroegere
batige sloten, daar Indië veel geld noodig
heeft voor haar ontwikkeling, en Nederland
zich daarvan indertijd ten eigen behoeve heeft
meester gemaakt.
Minder die notaVan Kol zal intusschen
de aandacht trekken, dan wel een Gfds-artikel
van een ander onversaagd maar minder
idealistisch strijder voor de teruggaaf dezer
eereschuld, den heer mr. Van Deventer, die,
inziende, dat men toch niet die som in eens
zal kunnen krijgen, voorstelt ten behoeve van
Indië een leening van 100 millioen te sluiten
om op groote schaal de irrigatiewerken ter
hand te nemen dat wil dus zeggen door
bevloeiiug aanzienlijke streken gronds bebouw
baar te maken en verder tal van productieve
zaken ter hand te nemen, en den inlander
door kredietbanken te helpen aan geld voor
land en exploitatie. De vraag is nu echter
altoos«Wie moet de renten en aflossing
betalen De «eereschulders" zeiden steeds
Nederland. Maar Nederland zit zelf een beetje
in 't nauw, met zijn tekort, zijn toekomst
plannen op sociaal gebied, zijn nieuwe wetten,
wier uitvoering veel geld kost. In plaats van
nu te razen op de oneerlijkheid van Nederland
en zooal meer, stelt de heer v. Deventer voor
voorloopig en wel voor tien jaar de renten en
aflossing op de Indische Begrooting te brengen,
en dan eene beslissing te nemen. In die 10
jaar kan de ontwikkeling van Indië door die
werken zóó zijn toegenomen, dat Indië zelve
best de renten zou kunnen dragen. Natuurlijk
zou bij het sluiten dier leening worden te niet
gedaan de bestaande ten behoeve van Indië
gesloten leeningen, waarvan Indië ten deele
de renten draagt. Het voorloopige lacht in
Nederland altoos toe, en vooral hier, waar de
strijd over de financiëele boekhouding eigenlijk
ten sterkste tegenhoudt leeningen, die voor
Indië noodig zijo. Of het na 10 jaren gemakke
lijker zal vallen dien strijd tinaal uit te vechten,
zou ik niet durven beweren, maar althans was
zooveel gewonnen, dat men werkelijk wat voor
Iudië deed. En dat kan slechts ten goede
komen aan Iodië en Nederland beiden.
Reeds vroeger gewaagde ik van de treurige
toestanden in onze Oost, ons eigen koloniaal
bezit, en althans is het een voldoening te zien,
hoe de pogingen om in de nooden der inlandsche
bevolking tegemoet te komen, gesteund worden
door onze Koningin en Hare Koninklijke
Moeder, die belangrijke sommen beschikbaar
stelden voor de Commissie, die zich het treurig
lot der inlanders in Semaraog aantrekt.
Maar waarom moet er gebedeld worden, als
men in eigen hand heeft de krachten: den
vruchtbaren grond, de rijke mineralen, die op
ontginning wachten, een geschikte bevolking.
Dat voor de exploitatie, voor de bewatering
groote sommen geëischt worden, is het eenig
beletsel, maar de Staat is verplicht die bronnen
vloeiende te maken.
Bedelen is tegenwoordig anders aan de orde
van den dag. Er gaat geen dag voorbij, waarin
geen inschrijvingsbiljetten op tafel liggen, en
van den meest onderscheiden aard. Voor de
inlanders in Indië wordt heden een roerend
beroep gedaan op uwe offervaardigheid, maar
niet minder voor de behoeftige oor- en neus-
Jijders, die een gesticht behoeven, of de arme
blinden, of de zenuwlijders en zoovele andere
stumperds. Tegelijkertijd tracht men uw beurs
te ontlasten om de pogiDgen te schragen van
een wetenschappelijk instituut, dat geld te kort
komt om geregeld land in Indië te doen
onderzoeken wat waarlijk wel een regeerings-
zaak mag heeten, of vraagt men welwillend
medewerking om een hypotheekbank te vestigen
ten behoeve der Boeren. Hebt gij oog voor
kunst, en gevoel voor muziek, tal van vereeni-
gingen zoeken u in haar netten te lokken als
contribuëerend lid, terwijl voor tal van hulde
blijken aan bijzonder verdienstelijke personen
uw hand steeds gaarne bereid zal worden
beyonden. Voeg daarbij nu den overvloed van
inzamelingen met open schalen en bussen, en
men kan gerust beweren, dat er letterlijk
geen dag voorbijgaat, waarin ge niet aan
gespoord wordt om «den Hemel te verdienen"
door uwe penningen ergens voor een goed
doel te deponeeren. Met andere woorden,
laten wij het erkennenhet particuliere
initiatief doet in Nederland veel, zeer veel.
Het groote verschil tusschen ons land en b.v.
Engeland is echter, dat wij in 't financiëele
eigenlijk «klein zijn in 't groote". Er wordt
hier gevraagd van duizenden telkens en telkens
een kleinigheid, maar in Engeland zijn het de
enkelen, die eens of tweemaal iets groots
geven. De kolossale stichtingen in het buiten
land zijn meerendeels van particuliere gevers,
die het geld gaven voor oprichting, en een
fonds er bij voor 't onderhoud. Op die wijze
alleen kan men werkelijk op groote schaal
wat gedaan krijgen. De millionairs, de bezitters
zelfs van tonnen gouds kunnen, als zij willen,
en ijverig er toe meewerken, een gedeelte van
hun kapitaal bestemmen voor iets, wat hun
't meest aan het harte ligt in staat of stad,
en daardoor voor de toekomst onberekenbaar
nut stichten. Er blijft dan nog genoeg over
voor de minder met aardsche schatten begun
stigden om wel te doen, maar er behoefde
dan ten minste geen beroep op de beurzen
der kleinere luyden te worden gedaan om een
wetenschappelijk onderzoek in te stellen, een
speciaal lijdersgesticht op te richten enz.
Waarover ik eigenlijk wilde schrijven, was
de «politieke beschouwingen" over de Staats
begrooting, doch eensdeels omdat het onderwerp
zoo taai is, en anderdeels, omdat we ook ten
dien aanzien nog niets hebben dan het
afdeelingsverslag, dat heel weinig licht ver
spreidt over de wezenlijke gevoelens der
kamerleden, stel ik er prijs op ditmaal te
eindigen met een verhaal van een feit, dat
onlangs is voorgevallen, en dat in vroeger
tijd zeer beslist tot een politieke gebeurtenis
zou zijn verheven. Hoort dan, geachte lezers,
naar het waarachtig verhaal I Op zekeren dag,
toen er een groote optocht in Den Haag werd
gehouden, nu ik zal maar liever preciseeren,
op den joDgsten openingsdag der Staten-
Generaal, stonden de troepen van het garnizoen
geschaard om tusschen hen het Koninklijk
rijtuig, en alleu, die tot den stoet behoorden,
door te laten. Men noemt dat bij ons «afzetten"
door de militaire macht, wat natuurlgk niets
te maken heeft met eene andere beteekenis
van het woord, daar de militaire macht zich
daaraan nooit schuldig maakt. Nu wilde het
toevaldat een paar kamerleden zioh wat
verlaat hadden, en dus de toegangen tot het
kamergebouw reeds bezet en «afgezet" vonden.
Goedwillig kwam een ambtenaar der Rijks-
veldwacht hun ter hulpe, en verzocht de
militairen even een opening te maken om de
gerokte en gesteekte kamerleden door te laten
naar de open ruimte. Alzoo geschiedde, en
de heeren, vriendelijk dankend, waren in het
open middenpad, toen plotseling de Rijks
veldwachter op vrij heftige manier werd
aangesproken door een jongen luitenant, die
dat troepje kommandeerde. «Niemand had zijn
soldaten te kommandeeren dan hij", en of de
rijksveldwachter ook argumenteerde, dat men
toch kamerleden niet kan beletten naar hun
eigen gebouw te gaan, de officier wilde van
geen rede weten. De troepen dienden om «af
te zetten", en niemand mocht passeeren.
Vijf minuten later na dit hatelijk standje
van den beschaafden militair aan den minderen
maar beleefden politieman, komt een rijtuig
aangereden met een bediende in witte hand
schoenen. Deze roept den rijksveldwachter
toe, dat er een buitenlandsch gezant in 't rijtuig
zit, die naar de kameropening moet. «Niet
doorrijden" beveelt de rijksveldwachter.
«Niemand passeeren". «Maar 't is de
gezant", pourparleert de bediende, 't Baat niet.
De politieman blijft op zijn stuk staan, en
voegt er bij: «Vraag het maar den inspecteur".
De inspecteur ziet het tumult, nadert, infor
meert, hoort het verhaal van den rijksveld
wachter van het standje daareven met den
officier, en waagt het niet te beslissen.
Hij appelleert op den commissaris Yan politie.
Deze verschijnt. Hetzelfde tooneel. Ook deze
neemt het niet op zijn verantwoordelijkheid
den gezant rechtsomkeert te doen maken, maar
evenmin om de gelederen te doen openen. De
gezant wacht. Dan maar de hoofd-commissaris
geroepen. Deze ziet terstond het ernstige van
het geval in, waagt ook geen beslissing, maar
krijgt den goeden inval naar den kolonel te
gaan. Intusschen wacht de gezant nog maar
steeds. De kolonelhoorenae, wat is voor
gevallen, geeft den luitenant een standje, en
maakt den toegang voor den gezant open.
's Avonds moet de luitenant er ook nog hevig
van langs gehad hebben.
In vroeger tijd zou de gezant een nota
hebben gezonden, en waren wij in oorlog
gewikkeld, omdat ja omdat waar politie
en militaire macht optreden, conflicten bestaan
over bevelvoering. t
Ondertrouwd
J. VERTON
en
P. DE GRANJE.
Renesse, G November 1902.
Ondertrouwd
JOH. DE VIN Ez.
en
NEELTJE M. M. CASIIOEK Wn.
jchupdebeurs, fl no„ember 1902.
Zierikzee,
Huwelijksvoltrekking 19 November aanst.
Ondertrouwd
ABRAHAM KOEMAN J.Mz.
en
JACOBA ISABELLA
STOUTJESDIJK P.Wn.
Stavenfsse,
St.-Maartensdijk,
5 November 1902.
Getrouwd
JACOB JOHANNES VAN DE SANDE
en
MARIA PLEUNE,
dieook namens wederzijdsche Familiehun
dank betuigen voor do belangstelling vóór
en bij hun Huwelijk ondervonden.
Oud-Yossemeer, 8 November 1902.
Getrouwd
II. J. VAN DELFT
en
H. E. VROONE,
die, ook namens wederzijdsche Familie, hunnen
harteiyken dank betuigen voor de vele
blijken van belangstelling bij hun Huwelijk
ondervonden.
Zierikzee, 5 November 1902,