ZIEItlKZEESCHE A NIEUWSBODE. Zaterdag 25 October 1902. Eerste Blad. RECLAMES. OPENBARE BIJEENKOMST (55 i jr i Is. z e s c li C o u r a n t). Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 59ste JAARGANG. No. 7761. Directeur A. J. DE LOOZE. Redacteuren A. FRANKEL. J. WAALE, alle i voor het binnen- en buitenl. nieuws. Advertentiënvan 13 regels 3C Cts. meerdere regels 10 Cta.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betaling-en moeten uitsluitend g-eschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ing-ezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frünkel, Meelstraat 386, Zierikzee. Dit nummer bestaat uit twee bladen. 15 regels 75 ets. Elke regel meer 15 ets. J. DE GRAAF Cz., Poststraat C 103. Hooge Zijden HËËREN-HOEDEN, tl f 6,— en f 6,50, thans f 4,—, k - 4,50 en - 5,—, thans - 2,75, Hoedendoozen (nieuwe sluiting) 25 et. De Drukkerij van R. W. J. OCHT- Appelmarkt, is specmaljdngericht voor klein goedkoop Drukwerk, alsjAisitetaartjesJluwe- lijkskaarten, Nota's, Kwwantjtn, Enveloppen, Adressen, Bi-ieflwofgAJpmatrfcaarten, Sigaren zakjes, Banketzakken, enz. Net werk, tot de laagste pi-ijzen. IN DE CONCERTZAAL, gehouden Woensdagavond den 22 Oct. 1902, ter bespreking van het onderwerp: De oprichting van een Weduwenfonds ten behoeve van de leden van „Onderling Hulpbetoon". Inleider: de heer Mr. J. P. CAU. Vele ingezetenen, uit alle standen, waren eergisterenavond in de Concertzaal samen gekomen, gehoor gevend aan de hen gedane oproeping, en daardoor toonend hun warme belangstelling in het gewichtig onderwerp, dat zou besproken worden. De voorzitter van «Onderling Hulpbetoon", de heer J. Gloude, opende de vergadering, en gaf, na herinnerd te hebben aan de cir culaire, die in den jongsten tijd te dezer stede verspreid was, waarin de noodzakelijk heid tot opriohting van een Weduwenfonds ten behoeve van de leden van ovengenoemde Vereeniging betoogd, «n voor dit doel de steun der ingezetenen gevraagd werd, het woord aan den heer mr. J. P. Cau, die zich welwillend bereid had verklaard dit onder werp in te leiden. De inleider begon met een uiteenzetting van de verschillende redenen, die tot een openbare bespreking van deze belangrijke zaak geleid hadden. Een circulaire wordt soms half, soms ia het geheel niet gelezen. Ook kunnen na lezing bezwaren rijzen. Bovendien is voor de totstandkoming van het Weduwenfonds een algemeene belang stelling onmisbaar. Ook voor de leden van «Onderling Hulpbetoon" is een openbare behandeling noodig. Er zjjn 400 leden. Dit aantal is voor het houden van algemeene vergaderingen te groof. Daarom bepaalt het reglement, dat om beurten telken jare 25 leden worden opgeroepen tot het nazien der rekening en tot bespreking der belangen van de Vereeniging. Een algemeene vergadering, waaraan alle leden kunnen deelnemen, is dan ook voor deze aangelegenheid niet gehouden, Vandaar tevens voor hen deze openbare bjjeenkomst. Spreker schetst in het kort den tegen- woordigen werkkring der Vereeniging «Onder ling Hulpbetoon", die, hoewel dertig jaar reeds bestaande, nog niet genoegzaam bij het publiek bekend is. Hij stelt hiertoe in het licht het doel der Vereeniging, uitgedrukt in artikel 1 van haar reglement, en dat neerkomt op het uitbaeren van een wekelijksch geldelijk bedrag aan hen, die door ziekte of ongeluk ongeschikt zijn hunne werkzaamheden te verrichten. Die uitkeering bedraagt zestig cent per werkdag of f 3.60 in de week. Hiervoor wordt naai- gelang van den leeftijd een wekelijksche contributie van 10, 11 of 12 cent betaald. Zij, die veertig jaar oud zjjn, kunnen niet meer het lidmaatschap deelachtig worden. Naast de tijdelijke uitkeering staat de vaste aan hen, die blijvend ziek zijn. Vroeger was die vaste uitkeering even hoog als de tijdelijke, zoodat zij f 3.60 bedroeg, maar daar dit bedrag de draagkracht der Vereeni ging te boven ging, heeft men de uitkeering gereduceerd tot de helft, zoodat zij thans f 1.80 is. Door deze vaste uitkeering bij blijvende ziekte is de Vereeniging, wat zeer eigenaardig is, den weg opgegaan tot pensioneeriDg wegens invaliditeit. Indien alle Vereenigingen in den lande dit voorbeeld volgden, zou de pensioenskwestie zijn opgelost. De inkomsten der Vereeniging betaan uit de contributiën der leden, ten bedrage van f 2000, uit de bijdragen der donateurs, vormend f 100, cn uit f 400 rente van het bjjeengespaarde kapitaal, groot f 13000. Totaal bedragen deze dus f 2500. Uit spreker's opsomming der uitgaven bij ziekte, wegens pensioen en onkosten blijkt, dat de Vereeniging, zooals zij nu is, zich uit de inkomsten bedruipen kan, ja, dat zij zelfs jaarljjks iets overhoudt. Eens slechts, en wel ter gelegenheid van een epidemie, heeft zij een tekort gehad. Intusschen wordt, wanneer een lid komt te overlijden, voor de achterblijvende weduwe niets gedaan. Op de laatste vergadering werd wel besloten om aan de weduwe gedurende zes weken na het overljjden van haar man f 3,60 's weeks uit te keeren, maar daarmede is de weduwe niet geholpen. Is zij oud, dan kan zij niets verdienen heeft zij kinderen, dan heeft zij het zwaar te verantwoorden. Vaak wordt dan voor zulk een weduwe de liefdadigheid ingeroepen. In enkele gevallen is zelfs een collecte gehouden. Eens is zelfs f 3000 voor een weduwe gecollecteerd. Maar dit kan niet altijd gebeuren. Geheel van het toeval hangt het af, of een weduwe geholpen wordt. Geschiedt het niet, dan moet zij zich tot het Armbestuur wenden. En nu is het voor iemand, die dat niet gewoon is geweest, zeer hard. Verbetering in dien toestand is derhalve dringend noodig. «Onderling Hulpbetoon" zal trachten die tot stand te brengen. Deze Vereeniging telt 400 leden. Neemt men aan, dat elk gezin uit vier personen bestaat, dan verkrijgt men 1600 zielen. Dus van de ingezetenen van Zierikzee zal er door gebaat worden. De groote kwestie is die der kosten. Deze hangen af èn van het aantal weduwen, èn van het bedrag, dat men aan elke weduwe zal geven. Wat het getal weduwen betreft, dit zal naar schatting over twintig jaar ten naastenbij een dertig bedragen. Tot dit cijfer is spreker gekomen door van de laatste twintig-jaren na te gaan, hoevele leden er gestorven zjjn, die weduwen hebben nagelaten. Wat het bedrag aangaat, dat aan elke weduwe zal toegekend worden, dit zal als minimum f 1.50 's weeks moeten zjjn voor een weduwe zonder kinderen of met kinderen boven de 16 jaar. Heeft zij één kind beDeden de 16 jaar, dan is het billijk, dat er 50 cent wekelijks bjjkomt, zoodat haar dan f 2 in de week uitgekeerd wordt. Voor elk volgend kind ontvangt zjj 25 cent. Een weduwe dus met 5 kinderen zal f 3 in de week ontvangen. Zjjn er kinderen boven de 16 jaar, dan krjjgt zjj voor deze niets, omdat die haar tot steun kunnen strekken. Er zal dus over twintig jaar jaarljjks f 3000 benoodigd zjjn. Spreker becijfert, dat men het aanvankelijk met f 2000 jaarljjks zal kunnen stellen, omdat er in de eerste jaren weinig weduwen zullen zjjn, en er vermoedeljjk eerst twintig jaren moeten verloopen, eer het getal dertig bereikt is. Splitst men nu die f 2000, in dier voege, dat f 1000 gevonden worden uit de verhoogde contributiën der leden en uit de vrijwillige bjjdragen der ingezetenen, en dat de andere f 1000 gekweten worden door instellingen en het Burgerljjk Armbestuur. Aan de leden van «Onderling Hulpbetoon" is door het bestuur een briefje toegezonden, waarin hun gevraagd werd, of zjj bereid waren hun contributie met twee cent in de week te verhoogen. Op die vraag hebben van de 400 leden 300 bevestigend geant woord. Dat is dus voor het Weduwenfonds f 300 'sjaars. Voor de nieuwe leden van «Onderling Hulpbetoon" zal de toetreding tot het Weduwenfonds verplichtend worden gesteld, zoodat met inbegrip van deze, de f 300 van lieverlede f 400 zal worden. De resteerende f 600 k f 700 zal men trachten te vinden uit de vrijwillige bjjdragen der ingezetenen. De andere f 1000 zal men moeten trachten te verkrjjgen van instellingen en het Arm bestuur. Met instellingen heeft spreker hoofd zakelijk het oog gehad op het «Nut". De Nutsspaarbank is reeds begonnen om aan eenige leden van «Onderling Hulpbetoon", die 70 jaar of ouder zjjn, f 1.80 wekeljjks toe te kennen. Hieruit bljjkt, dat het «Nut" belang stelt in de pensioneering, zoodat ver moedelijk het «Nut" wel bereid zal bevonden worden om het Weduwenfonds te steunen. Ten aanzien van het Armbestuur merkt spreker op, dut dit dikwerf weduwen helpt. De hulp, die verleend wordt, vormt een aanmerkelijk bedrag. Men klopt gewoonljjk eerst aan bjj de diakoniën, en dan bjj het Burgerljjk Armbestuur. De gemeente geeft aan het Burgerljjk Armbestuur jaarljjks een 9 - k 10.000 gulden. Nu neemt «Onderling Hulpbetoon" een deel van de taak van het Burgerlijk Armbestuur over. 't Is dus niet meer dan billijk, dat het Burgerljjk Arm bestuur, omdat het ontheven wordt van een last, die op hem drukt, «Onderling Hulp betoon" in deze steunt. «Onderling Hulpbetoon" heeft reeds aan de verschillende armbesturen duizendeguldens bespaard. Bestond toch «Onder ling Hulpbetoon" niet, dan zouden de arm besturen meer hebben uitgegeven, dan nu het geval is geweest. Er is dus wel eenige grond voor de verwachting, dat van die zijde de zaak krachtig zal worden gesteund. Geven «Nut" en Armbestuur nu f 1000 samen, dan is het zaak van de particuliere milddadigheid de jaarljjks nog noodige 0 - A 700 gulden te verkrjjgen. De ingezetenen kunnen het Weduwenfonds steunen door giften in eens of door jaarljjksche bjjdragen. De voorkeur verdienen giften in eens, wjjl deze, strekkend tot kapitaalvorming, meer zekerheid ver schaffen dan jaarljjksche bjjdragen, die wegens overigdenvertrek, of anderszins, steeds eenigszins wisselvallig zjjn. Kon men nu een kapitaal bijeen krijgen van f 10 000, dan ware daarvan de rente f 350, zoodat nog slechts f 350 uit jaarljjksche bjjdragen moesten gevonden worden. Waar men indertijd voor één weduwe f 3000 bijeen heeft verzameld, zou men dan voor 30 weduwen niet f 10.000 bjjeen kunnen krjjgen? Men heeft het vorig jaar getracht een Ziekenhuis hier op te richten. Spreker weet, dat daarvoor een bedrag van 6 f 7000 is toegezegd. Dit bedrag was te weinig om de zaak tot stand te brengen. Als zjj, die de toezeggingen gedaan hebben, het door hen beloofde eens bestemden voor het Weduwen fonds, dan zouden zjj een goed werk verrichten. De Vereeniging telt thans 45 donateurs, die jaarljjks samen f 100 opbrengen. Niet veel. Spreker gelooft, dat ware de werkzaamheid der Vereeniging meer bekend, dat dan reeds lang meer voor {jaar gegeven zou zijn. Het getal donateurs zou toegenomen zjju, en hun bjjdragen grooter zjjn geweest. De samenwerking van zeer velen is noodig, maar met samenwerking kan de zaak tot stand komen. Hier is een Vereeniging, die door eigen inspanning veel voor haar leden gedaan heeft, en die op den ingeslagen weg wil voortarbeiden, maar daartoe door gebrek aan middelen niet in staat is. Laat ons allen die Vereeniging, waarop onze gemeente met recht trotsch kan zjjn, krachtig helpen in de totstandkoming van een Weduwenfonds. (Applaus). De voorzitter stelt voor een 15 minuten te pauseeren. Na de pauze wil hjj gaarne aan hen, die inlichtingen van den inleider wenschen, of die tegen het gesprokene iets in het midden hebben te brengen, het woord verleenen. Nadat de pauze verstreken was, en de voorzitter de vergadering heropend had, werd door dezen het woord gegeven aan den heer L. Koopman Cz., die, aangezien hjj het reglement van «Onderling Hulpbetoon" niet goed kent, wjji bij nóch lid nóch donateur is, vraagt, of de leden alleen uit arbeiders of ook uit burgerlui bestaan. Is dit laatste het geval, of staat de toetreding voor hen open, dan zullen tal van kleine burgers, die anders voor de bekoming van een pensioen van f 100 ten behoeve van hun eventueele weduwen bij de levensverzekering-maat schappijen een hooge premie jaarljjks moeten storten, zich thans tegen betaling van een jaarljjksche contributie ven slechts f 5,20 een pensioen voor hun weduwen kunnen verzekeren. Is, vraagt hjj, daarmede wel rekening gehouden? De heer Cau vindt de opmerking van den heer Koopman zeer juist. Hjj meent, dat men daartegen maatregelen zou kunnen nemen, want voor die categorie van menschen is het Weduwenfonds niet bestemd. Men zou kunnen bepalen, dat het Weduwenfonds alleen geldt voor ambachtslieden, en dat niemand lid kan worden, of hjj moet door het bestuur zjjn toegelaten, zoodat hjj behooren moet tot die klasse van menschen, voor wie het fonds is opgericht. De heer W. C. de Crane verklaart in te stemmen met het doel, dat de heer Cau zich voorstelt. Toch heeft hjj daartegen eenige bedenkingen. Naar zijn meening is het tijdvak van twintig jaren, waarover een statistiek is opgemaakt, voor een Vereeniging, die zich voorstelt pensioenen aan weduwen van werk lieden te verzekeren, te kort, om daaruit het gevolg te trekken, dat mettertjjd slechts dertig weduwen daarvan zullen gebruik maken. Zjjns inziens zou een tjjdvak van ten minste 30 a 40 jaren dienen te worden genomen. In de circulaire wordt medegedeeld, dat een bedrag van ongeveer f 3000 jaarlijks zal noodig zijn, doch dat aanvankelijk met f 2000 zal kunnen worden volstaan. Hij is het daarmede niet eens. Bjj hem staat vast, dat, wil men in de toekomst voor geene groote moeiljjkheden staan, jaarlijks ten minste f 4000 k f 5000 zullen benoodigd zjjn. Het in de eerste jaren niet gebruikte zou den basis kunnen vormen voor een grondkapitaal. Het bestuur stelt zich voor jaarljjks van particulieren f 700, en van instellingen of armbesturen f 1000 te kunnen ontvangen. Er bestaat evenwel volstrekt geen zekerheid, dat die inkomsten van bljjvenden aard zullen zjjn, daar deze door vertrek of overlijden van contribuanten sterk zullen verminderen. Hoe zal dan in het tekort worden voorzien Wat de armbesturen betreft, is het bij hem de vraag, of deze gerechtigd zjjn voor dergeljjke vereenigingen een jaarljjksche toelage van eenige beteekenis te geven. Zou, vraagt de heer De Crane, het bestuur van «Onderling Hulpbetoon", met de in de circulaire verstrekte gegevens alle risico op zich durven nemen? Gesteld dat na een zeker aantal jaren het bestuur niet kan voldoen aan zjjn verplichtingen, en genoodzaakt is de uitkeeringen te verminderen of in te krimpen, wie zal dan de verantwoording dragen. Ten slotte wjjst spreker er op, dat de statistiek van den heer Cau loopt over het eerste tjjdvak, toen zich jonge mannen, althans beneden zekeren leeftijd, bjj «Onderling Hulpbetoon" hadden aangesloten. Yan deze hebben echter op dit oogenblik reeds ver scheidene een hoogen leeftijd bereikt. Er zullen dus wellicht reeds spoedig weduwen in de termen van een pensioen vallen. De heer Cau erkent de mogelijkheid, dat na verloop van 20 jaren er meer dan 30 weduwen kunnen zjjn. Maar al ware dit zoo, al zou het getal tegenvallen, dan zou men de contributie iets kunnen verhoogen, eu zien dat men van het Armbestuur, -dat meer zou ontlast worden, wat meer kreeg. De inleider doet nogmaals uitkomen, dat in de eerste jaren f 2000 niet noodig zal zijn, waardoor men in staat is een kapitaal te grondvesten. Of het Armbestuur gerechtigd is te geven, met zekerheid kan hij dat niet beslissen. Het Armbestuur zou dat aan de gemeente kunnen aanvragen. De heer Cau wjjst er op, dat het Armbestuur jaarljjks aan de wijkverpleging f 50 geeft. Hiertoe heeft de gemeenteraad zjjn toestemming verleend. Ten aanzien van de vraag, of het bestuur zeker is om aan zjjn verplichtingen te kunnen voldoen, merkt de heer Cau op, dat «Onder ling Hulpbetoon" niet te vergelijken is met een levensverzekering-maatschappij, waar een contract is, en een vaste premie betaald wordt. Bjj «Onderling Hulpbetoon" toch kan de contributie verhoogd en ook verlaagd worden. Ook de uitkeering, die in het reglement kan bepaald worden, zal verhoogd of verlaagd kunnen worden. Toen indertijd de uitkeering van f 3,60 aan de invalide leden bleek boven de draagkracht der Vereeniging te gaan, is zij tot f 1,80 teruggebracht. De heer De Crane vraagt, of al de leden van «Onderling Hulpbetoon" in staat gesteld worden aan het Pensioenfonds voor de weduwen deel te nemen. De heer Cau: Ja. De heer De CraneHet bestuur moet zich niet voorstellen, dat er weinig weduwen zullen komen. Er zjjn toch vele oude leden. De heer CauOogenblikkelijk zjjn de leden van «Onderling Hulpbetoon" van allerlei leeftjjd. De heer Vermeys brengt hulde aan al wat de heer Cau in zake ouderdomspensioen en weduwenpensioen, waarvan bij een studie heeft gemaakt, heeft gedaan. De inleider laat zich echter te veel door zjjn gevoel leiden, en houdt te weinig rekening met de praktische zijde van het vraagstuk. Op den voorgrond stelt hjj, dat men moet zeker zijn om aan zjjn verplichtingen te kunnen voldoen. En daarvan is bljjkens het antwoord van den heer Cau aan den heer De Crane gene niet zeker. Betalen de leden twee centen wekeljjks meer, dan hebben zjj recht op een weduwen- pensioen, want zjj betalen dat juist om er zeker van te zjjn, dat, als zjj komen te vallen, de weduwen niet geheel onverzorgd achterbljjven. Gesteld dat de raming van f 3000 'sjaars juist is, wat spreker buiten beschouwing wenscht te laten, dan zal er van de leden aan verhoogde contributie f 300 a f 400 komen, en het overige benoodigde, de f 2700, moeten gevonden worden uit subsidiën en de vrjjwillige bjjdragen. En al mocht het zelfs gelukkeu om onder den indruk van het oogenblik die f 2700 nu bjjeen te krjjgen, dan heeft men toch niet den minsten waarborg die som jaarljjks in de toekomst te zullen behouden. Integendeel, het is wel vrjj zeker, dat die euccessieveljjk zal verminderen. En dan kan de vereeniging aan haar verplichtingen niet voldoen. En nu zullen de leden geen twee cent per week geven, wanneer zjj weten, dat hun weduwen geen f 100, maar b.v. slechts f 25 'sjaars zullen ontvangen. Het ledental kan ook toenemen, want er zijn in Zierikzee meer dan 400 personen, die in de termen vallen om leden te worden. En gebeurt dat, dan zal men het eigenaardig verschjjnsel hebben, dat een vereeniging ten gevolge van de uitbreiding van het ledental niet in staat zal zijn aan haar verpliohtingen te voldoen. De heer Cau spreekt niet tegen, dat de leden absolute zekerheid missen. Van absolute zekerheid kan eerst sprake zjjn, wanneer men een kapitaal van ten minste f 50,000 a, f 60,000 bjjeen had. Maar daaraan valt niet te denken. En daarom wil hij het op de wjjze doen, zooals hjj voorstelt, die wel geen absolute zekerheid schenkt, maar waardoor men er toch komen kan. Men kan 't hun dan ook met een vrjj groote mate van zekerheid toezeggen. Beter een half ei dan een leege dop. Men houde ook in het oog, dat de leden slechts een zesde betalen. Aan de leden wordt dus niet te kort gedaan, omdat zjj zelve niet alles bjjdragen. Zjj ontvangen echter vrij zeker voor hunne weduwen een pensioen, evenredig aan de som, die zjj bjjdragen. De heer Koole vraagt, of het de bedoeling is het bestaande fonds van «Onderling Hulp betoon" en het op te richten Weduwenfonds stipt uit elkaar te houdea. De heer CauJa, in het begin is dit noodig, later zou men ze kunnen samensmelten. De heer L. Koopman Cz. meent, dat f 2000 een te laag geraamde som is, en voert cijfers aan om te betoogen, dat de inleider in zjjn berekeningen te optimistisch is geweest. De heer Vermeys constateert, dat de heer Cau gezegd heeft, dat het vrjj zeker zal zjjn, dat aan de weduwen zooveel zal worden uitgekeerd, als de leden evenredig betaald hebben. Absolute zekerheid echter kan hij daaromtrent niet geven. En daarvoor gaan toch de leden iu het Weduwenfonds. Het gaat niet aan om op zulke losse schroeven een Weduwenfonds in het leven te roepen. De heer Cau merkt op, dat bjj den huidigen toestand de leden zeker weten, dat, als zjj komen te overljjden, hunne weduwen 'niets krjjgen. Komt evenwel de zaak tot stand, dan hebben zjj de groote kans, dat bij eventueel overljjden hunne achterbljjvende vrouwen wel wat krijgen. De heer De Waal bespreekt het geval, dat de man zjjn vrouw verliest, en met een aantal kinderen overbljjft. De heer Cau: Verliest een vrouw haar man, dan verliest zjj daarmede in den regel ook den kostwinner, terwjjl omgekeerd, als de vrouw komt te vallen, gewoonlijk de broodwinning blijft. De man moge ter ver zorging van zjjn gezin wat meer uitgaven hebben, maar daarbjj bepaalt het zich dan ook. De heer Franse geeft aan het bestuur in overweging, om, nu de harten nog warm zjjn, spoedig met een lijst aan de deuren der ingezetenen aan te kloppen. Smeedt het ijzer, als het heet is. Hoe grooter het bedrag, dat op die IjjBt zal inkomen, is, hoe aangenamer hem dat zal wezen. (Levendig applaus). Uit spreker's woorden blijkt, dat bjj voor de zaak een groote mate van sympathie gevoelt. De voorzitter dankt namens het bestuur van «Onderling Hulpbetoon" den heer Cau voor

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 1