ZIEItlKZEESCHE A NIEUWSBODE.
Zaterdag 25 October 1902.
Eerste Blad.
RECLAMES.
OPENBARE BIJEENKOMST
(55 i jr i Is. z e s c li
C o u r a n t).
Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
59ste JAARGANG.
No. 7761.
Directeur A. J. DE LOOZE.
Redacteuren
A. FRANKEL.
J. WAALE, alle
i voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Advertentiënvan 13 regels 3C Cts.
meerdere regels 10 Cta.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betaling-en moeten uitsluitend g-eschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ing-ezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frünkel, Meelstraat 386, Zierikzee.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
15 regels 75 ets. Elke regel meer 15 ets.
J. DE GRAAF Cz.,
Poststraat C 103.
Hooge Zijden HËËREN-HOEDEN,
tl f 6,— en f 6,50, thans f 4,—,
k - 4,50 en - 5,—, thans - 2,75,
Hoedendoozen (nieuwe sluiting) 25 et.
De Drukkerij van R. W. J. OCHT-
Appelmarkt, is specmaljdngericht voor klein
goedkoop Drukwerk, alsjAisitetaartjesJluwe-
lijkskaarten, Nota's, Kwwantjtn, Enveloppen,
Adressen, Bi-ieflwofgAJpmatrfcaarten, Sigaren
zakjes, Banketzakken, enz. Net werk, tot de
laagste pi-ijzen.
IN DE CONCERTZAAL,
gehouden Woensdagavond den 22 Oct. 1902,
ter bespreking van het onderwerp:
De oprichting van een Weduwenfonds
ten behoeve van de
leden van „Onderling Hulpbetoon".
Inleider: de heer Mr. J. P. CAU.
Vele ingezetenen, uit alle standen, waren
eergisterenavond in de Concertzaal samen
gekomen, gehoor gevend aan de hen gedane
oproeping, en daardoor toonend hun warme
belangstelling in het gewichtig onderwerp,
dat zou besproken worden.
De voorzitter van «Onderling Hulpbetoon",
de heer J. Gloude, opende de vergadering,
en gaf, na herinnerd te hebben aan de cir
culaire, die in den jongsten tijd te dezer
stede verspreid was, waarin de noodzakelijk
heid tot opriohting van een Weduwenfonds
ten behoeve van de leden van ovengenoemde
Vereeniging betoogd, «n voor dit doel de
steun der ingezetenen gevraagd werd, het
woord aan den heer mr. J. P. Cau, die zich
welwillend bereid had verklaard dit onder
werp in te leiden.
De inleider begon met een uiteenzetting
van de verschillende redenen, die tot een
openbare bespreking van deze belangrijke
zaak geleid hadden. Een circulaire wordt
soms half, soms ia het geheel niet gelezen.
Ook kunnen na lezing bezwaren rijzen.
Bovendien is voor de totstandkoming van
het Weduwenfonds een algemeene belang
stelling onmisbaar. Ook voor de leden van
«Onderling Hulpbetoon" is een openbare
behandeling noodig. Er zjjn 400 leden. Dit
aantal is voor het houden van algemeene
vergaderingen te groof. Daarom bepaalt het
reglement, dat om beurten telken jare 25
leden worden opgeroepen tot het nazien der
rekening en tot bespreking der belangen van
de Vereeniging. Een algemeene vergadering,
waaraan alle leden kunnen deelnemen, is dan
ook voor deze aangelegenheid niet gehouden,
Vandaar tevens voor hen deze openbare
bjjeenkomst.
Spreker schetst in het kort den tegen-
woordigen werkkring der Vereeniging «Onder
ling Hulpbetoon", die, hoewel dertig jaar reeds
bestaande, nog niet genoegzaam bij het
publiek bekend is. Hij stelt hiertoe in het
licht het doel der Vereeniging, uitgedrukt
in artikel 1 van haar reglement, en dat
neerkomt op het uitbaeren van een wekelijksch
geldelijk bedrag aan hen, die door ziekte of
ongeluk ongeschikt zijn hunne werkzaamheden
te verrichten. Die uitkeering bedraagt zestig
cent per werkdag of f 3.60 in de week.
Hiervoor wordt naai- gelang van den leeftijd
een wekelijksche contributie van 10, 11 of
12 cent betaald. Zij, die veertig jaar oud
zjjn, kunnen niet meer het lidmaatschap
deelachtig worden.
Naast de tijdelijke uitkeering staat de
vaste aan hen, die blijvend ziek zijn. Vroeger
was die vaste uitkeering even hoog als de
tijdelijke, zoodat zij f 3.60 bedroeg, maar
daar dit bedrag de draagkracht der Vereeni
ging te boven ging, heeft men de uitkeering
gereduceerd tot de helft, zoodat zij thans
f 1.80 is. Door deze vaste uitkeering bij
blijvende ziekte is de Vereeniging, wat zeer
eigenaardig is, den weg opgegaan tot
pensioneeriDg wegens invaliditeit. Indien alle
Vereenigingen in den lande dit voorbeeld
volgden, zou de pensioenskwestie zijn opgelost.
De inkomsten der Vereeniging betaan uit
de contributiën der leden, ten bedrage van
f 2000, uit de bijdragen der donateurs,
vormend f 100, cn uit f 400 rente van het
bjjeengespaarde kapitaal, groot f 13000.
Totaal bedragen deze dus f 2500.
Uit spreker's opsomming der uitgaven bij
ziekte, wegens pensioen en onkosten blijkt,
dat de Vereeniging, zooals zij nu is, zich uit
de inkomsten bedruipen kan, ja, dat zij zelfs
jaarljjks iets overhoudt. Eens slechts, en wel
ter gelegenheid van een epidemie, heeft zij
een tekort gehad.
Intusschen wordt, wanneer een lid komt
te overlijden, voor de achterblijvende weduwe
niets gedaan. Op de laatste vergadering werd
wel besloten om aan de weduwe gedurende
zes weken na het overljjden van haar man
f 3,60 's weeks uit te keeren, maar daarmede
is de weduwe niet geholpen. Is zij oud, dan
kan zij niets verdienen heeft zij kinderen,
dan heeft zij het zwaar te verantwoorden.
Vaak wordt dan voor zulk een weduwe de
liefdadigheid ingeroepen. In enkele gevallen
is zelfs een collecte gehouden. Eens is zelfs
f 3000 voor een weduwe gecollecteerd. Maar
dit kan niet altijd gebeuren.
Geheel van het toeval hangt het af, of
een weduwe geholpen wordt. Geschiedt het
niet, dan moet zij zich tot het Armbestuur
wenden. En nu is het voor iemand, die dat
niet gewoon is geweest, zeer hard. Verbetering
in dien toestand is derhalve dringend noodig.
«Onderling Hulpbetoon" zal trachten die tot
stand te brengen. Deze Vereeniging telt 400
leden. Neemt men aan, dat elk gezin uit
vier personen bestaat, dan verkrijgt men 1600
zielen. Dus van de ingezetenen van
Zierikzee zal er door gebaat worden.
De groote kwestie is die der kosten. Deze
hangen af èn van het aantal weduwen, èn
van het bedrag, dat men aan elke weduwe
zal geven.
Wat het getal weduwen betreft, dit zal
naar schatting over twintig jaar ten naastenbij
een dertig bedragen. Tot dit cijfer is spreker
gekomen door van de laatste twintig-jaren
na te gaan, hoevele leden er gestorven zjjn,
die weduwen hebben nagelaten.
Wat het bedrag aangaat, dat aan elke
weduwe zal toegekend worden, dit zal als
minimum f 1.50 's weeks moeten zjjn voor
een weduwe zonder kinderen of met kinderen
boven de 16 jaar. Heeft zij één kind beDeden
de 16 jaar, dan is het billijk, dat er 50 cent
wekelijks bjjkomt, zoodat haar dan f 2 in
de week uitgekeerd wordt. Voor elk volgend
kind ontvangt zjj 25 cent. Een weduwe dus
met 5 kinderen zal f 3 in de week ontvangen.
Zjjn er kinderen boven de 16 jaar, dan
krjjgt zjj voor deze niets, omdat die haar
tot steun kunnen strekken.
Er zal dus over twintig jaar jaarljjks
f 3000 benoodigd zjjn.
Spreker becijfert, dat men het aanvankelijk
met f 2000 jaarljjks zal kunnen stellen,
omdat er in de eerste jaren weinig weduwen
zullen zjjn, en er vermoedeljjk eerst twintig
jaren moeten verloopen, eer het getal dertig
bereikt is. Splitst men nu die f 2000, in dier
voege, dat f 1000 gevonden worden uit de
verhoogde contributiën der leden en uit de
vrijwillige bjjdragen der ingezetenen, en dat
de andere f 1000 gekweten worden door
instellingen en het Burgerljjk Armbestuur.
Aan de leden van «Onderling Hulpbetoon"
is door het bestuur een briefje toegezonden,
waarin hun gevraagd werd, of zjj bereid
waren hun contributie met twee cent in de
week te verhoogen. Op die vraag hebben
van de 400 leden 300 bevestigend geant
woord. Dat is dus voor het Weduwenfonds
f 300 'sjaars.
Voor de nieuwe leden van «Onderling
Hulpbetoon" zal de toetreding tot het
Weduwenfonds verplichtend worden gesteld,
zoodat met inbegrip van deze, de f 300 van
lieverlede f 400 zal worden.
De resteerende f 600 k f 700 zal men
trachten te vinden uit de vrijwillige bjjdragen
der ingezetenen.
De andere f 1000 zal men moeten trachten
te verkrjjgen van instellingen en het Arm
bestuur. Met instellingen heeft spreker hoofd
zakelijk het oog gehad op het «Nut". De
Nutsspaarbank is reeds begonnen om aan
eenige leden van «Onderling Hulpbetoon",
die 70 jaar of ouder zjjn, f 1.80 wekeljjks
toe te kennen. Hieruit bljjkt, dat het «Nut"
belang stelt in de pensioneering, zoodat ver
moedelijk het «Nut" wel bereid zal bevonden
worden om het Weduwenfonds te steunen.
Ten aanzien van het Armbestuur merkt
spreker op, dut dit dikwerf weduwen helpt.
De hulp, die verleend wordt, vormt een
aanmerkelijk bedrag. Men klopt gewoonljjk
eerst aan bjj de diakoniën, en dan bjj het
Burgerljjk Armbestuur. De gemeente geeft
aan het Burgerljjk Armbestuur jaarljjks een
9 - k 10.000 gulden. Nu neemt «Onderling
Hulpbetoon" een deel van de taak van het
Burgerlijk Armbestuur over. 't Is dus niet
meer dan billijk, dat het Burgerljjk Arm
bestuur, omdat het ontheven wordt van een
last, die op hem drukt, «Onderling Hulp
betoon" in deze steunt. «Onderling Hulpbetoon"
heeft reeds aan de verschillende armbesturen
duizendeguldens bespaard. Bestond toch «Onder
ling Hulpbetoon" niet, dan zouden de arm
besturen meer hebben uitgegeven, dan nu het
geval is geweest. Er is dus wel eenige grond
voor de verwachting, dat van die zijde de
zaak krachtig zal worden gesteund. Geven
«Nut" en Armbestuur nu f 1000 samen, dan
is het zaak van de particuliere milddadigheid
de jaarljjks nog noodige 0 - A 700 gulden
te verkrjjgen. De ingezetenen kunnen het
Weduwenfonds steunen door giften in eens
of door jaarljjksche bjjdragen. De voorkeur
verdienen giften in eens, wjjl deze, strekkend
tot kapitaalvorming, meer zekerheid ver
schaffen dan jaarljjksche bjjdragen, die wegens
overigdenvertrek, of anderszins, steeds
eenigszins wisselvallig zjjn. Kon men nu een
kapitaal bijeen krijgen van f 10 000, dan ware
daarvan de rente f 350, zoodat nog slechts
f 350 uit jaarljjksche bjjdragen moesten
gevonden worden. Waar men indertijd voor
één weduwe f 3000 bijeen heeft verzameld,
zou men dan voor 30 weduwen niet f 10.000
bjjeen kunnen krjjgen?
Men heeft het vorig jaar getracht een
Ziekenhuis hier op te richten. Spreker weet,
dat daarvoor een bedrag van 6 f 7000 is
toegezegd. Dit bedrag was te weinig om de
zaak tot stand te brengen. Als zjj, die de
toezeggingen gedaan hebben, het door hen
beloofde eens bestemden voor het Weduwen
fonds, dan zouden zjj een goed werk verrichten.
De Vereeniging telt thans 45 donateurs,
die jaarljjks samen f 100 opbrengen. Niet
veel. Spreker gelooft, dat ware de werkzaamheid
der Vereeniging meer bekend, dat dan reeds
lang meer voor {jaar gegeven zou zijn. Het
getal donateurs zou toegenomen zjju, en hun
bjjdragen grooter zjjn geweest.
De samenwerking van zeer velen is noodig,
maar met samenwerking kan de zaak tot
stand komen. Hier is een Vereeniging, die
door eigen inspanning veel voor haar leden
gedaan heeft, en die op den ingeslagen weg
wil voortarbeiden, maar daartoe door gebrek
aan middelen niet in staat is. Laat ons allen
die Vereeniging, waarop onze gemeente met
recht trotsch kan zjjn, krachtig helpen in
de totstandkoming van een Weduwenfonds.
(Applaus).
De voorzitter stelt voor een 15 minuten
te pauseeren. Na de pauze wil hjj gaarne
aan hen, die inlichtingen van den inleider
wenschen, of die tegen het gesprokene iets
in het midden hebben te brengen, het woord
verleenen.
Nadat de pauze verstreken was, en de
voorzitter de vergadering heropend had, werd
door dezen het woord gegeven aan den heer
L. Koopman Cz., die, aangezien hjj het
reglement van «Onderling Hulpbetoon" niet
goed kent, wjji bij nóch lid nóch donateur is,
vraagt, of de leden alleen uit arbeiders of
ook uit burgerlui bestaan. Is dit laatste het
geval, of staat de toetreding voor hen open,
dan zullen tal van kleine burgers, die anders
voor de bekoming van een pensioen van
f 100 ten behoeve van hun eventueele
weduwen bij de levensverzekering-maat
schappijen een hooge premie jaarljjks moeten
storten, zich thans tegen betaling van een
jaarljjksche contributie ven slechts f 5,20 een
pensioen voor hun weduwen kunnen verzekeren.
Is, vraagt hjj, daarmede wel rekening gehouden?
De heer Cau vindt de opmerking van den
heer Koopman zeer juist. Hjj meent, dat men
daartegen maatregelen zou kunnen nemen,
want voor die categorie van menschen is het
Weduwenfonds niet bestemd. Men zou kunnen
bepalen, dat het Weduwenfonds alleen geldt
voor ambachtslieden, en dat niemand lid kan
worden, of hjj moet door het bestuur zjjn
toegelaten, zoodat hjj behooren moet tot die
klasse van menschen, voor wie het fonds is
opgericht.
De heer W. C. de Crane verklaart in te
stemmen met het doel, dat de heer Cau zich
voorstelt. Toch heeft hjj daartegen eenige
bedenkingen. Naar zijn meening is het tijdvak
van twintig jaren, waarover een statistiek is
opgemaakt, voor een Vereeniging, die zich
voorstelt pensioenen aan weduwen van werk
lieden te verzekeren, te kort, om daaruit
het gevolg te trekken, dat mettertjjd slechts
dertig weduwen daarvan zullen gebruik maken.
Zjjns inziens zou een tjjdvak van ten minste
30 a 40 jaren dienen te worden genomen.
In de circulaire wordt medegedeeld, dat
een bedrag van ongeveer f 3000 jaarlijks
zal noodig zijn, doch dat aanvankelijk met
f 2000 zal kunnen worden volstaan. Hij is
het daarmede niet eens. Bjj hem staat vast,
dat, wil men in de toekomst voor geene
groote moeiljjkheden staan, jaarlijks ten minste
f 4000 k f 5000 zullen benoodigd zjjn. Het
in de eerste jaren niet gebruikte zou den
basis kunnen vormen voor een grondkapitaal.
Het bestuur stelt zich voor jaarljjks van
particulieren f 700, en van instellingen of
armbesturen f 1000 te kunnen ontvangen.
Er bestaat evenwel volstrekt geen zekerheid,
dat die inkomsten van bljjvenden aard zullen
zjjn, daar deze door vertrek of overlijden
van contribuanten sterk zullen verminderen.
Hoe zal dan in het tekort worden voorzien
Wat de armbesturen betreft, is het bij
hem de vraag, of deze gerechtigd zjjn voor
dergeljjke vereenigingen een jaarljjksche toelage
van eenige beteekenis te geven.
Zou, vraagt de heer De Crane, het bestuur
van «Onderling Hulpbetoon", met de in de
circulaire verstrekte gegevens alle risico op
zich durven nemen? Gesteld dat na een
zeker aantal jaren het bestuur niet kan
voldoen aan zjjn verplichtingen, en genoodzaakt
is de uitkeeringen te verminderen of in te
krimpen, wie zal dan de verantwoording
dragen.
Ten slotte wjjst spreker er op, dat de
statistiek van den heer Cau loopt over het
eerste tjjdvak, toen zich jonge mannen,
althans beneden zekeren leeftijd, bjj «Onderling
Hulpbetoon" hadden aangesloten. Yan deze
hebben echter op dit oogenblik reeds ver
scheidene een hoogen leeftijd bereikt. Er
zullen dus wellicht reeds spoedig weduwen
in de termen van een pensioen vallen.
De heer Cau erkent de mogelijkheid, dat
na verloop van 20 jaren er meer dan 30
weduwen kunnen zjjn. Maar al ware dit zoo,
al zou het getal tegenvallen, dan zou men
de contributie iets kunnen verhoogen, eu zien
dat men van het Armbestuur, -dat meer zou
ontlast worden, wat meer kreeg.
De inleider doet nogmaals uitkomen, dat
in de eerste jaren f 2000 niet noodig zal
zijn, waardoor men in staat is een kapitaal
te grondvesten.
Of het Armbestuur gerechtigd is te geven,
met zekerheid kan hij dat niet beslissen. Het
Armbestuur zou dat aan de gemeente kunnen
aanvragen. De heer Cau wjjst er op, dat het
Armbestuur jaarljjks aan de wijkverpleging
f 50 geeft. Hiertoe heeft de gemeenteraad
zjjn toestemming verleend.
Ten aanzien van de vraag, of het bestuur
zeker is om aan zjjn verplichtingen te kunnen
voldoen, merkt de heer Cau op, dat «Onder
ling Hulpbetoon" niet te vergelijken is met
een levensverzekering-maatschappij, waar een
contract is, en een vaste premie betaald wordt.
Bjj «Onderling Hulpbetoon" toch kan de
contributie verhoogd en ook verlaagd worden.
Ook de uitkeering, die in het reglement kan
bepaald worden, zal verhoogd of verlaagd
kunnen worden. Toen indertijd de uitkeering
van f 3,60 aan de invalide leden bleek boven
de draagkracht der Vereeniging te gaan, is zij
tot f 1,80 teruggebracht.
De heer De Crane vraagt, of al de leden
van «Onderling Hulpbetoon" in staat gesteld
worden aan het Pensioenfonds voor de
weduwen deel te nemen.
De heer Cau: Ja.
De heer De CraneHet bestuur moet zich
niet voorstellen, dat er weinig weduwen zullen
komen. Er zjjn toch vele oude leden.
De heer CauOogenblikkelijk zjjn de leden
van «Onderling Hulpbetoon" van allerlei
leeftjjd.
De heer Vermeys brengt hulde aan al wat
de heer Cau in zake ouderdomspensioen en
weduwenpensioen, waarvan bij een studie heeft
gemaakt, heeft gedaan. De inleider laat zich
echter te veel door zjjn gevoel leiden, en
houdt te weinig rekening met de praktische
zijde van het vraagstuk. Op den voorgrond
stelt hjj, dat men moet zeker zijn om aan
zjjn verplichtingen te kunnen voldoen. En
daarvan is bljjkens het antwoord van den
heer Cau aan den heer De Crane gene niet
zeker. Betalen de leden twee centen wekeljjks
meer, dan hebben zjj recht op een weduwen-
pensioen, want zjj betalen dat juist om er
zeker van te zjjn, dat, als zjj komen te
vallen, de weduwen niet geheel onverzorgd
achterbljjven.
Gesteld dat de raming van f 3000 'sjaars
juist is, wat spreker buiten beschouwing
wenscht te laten, dan zal er van de leden
aan verhoogde contributie f 300 a f 400
komen, en het overige benoodigde, de f 2700,
moeten gevonden worden uit subsidiën en
de vrjjwillige bjjdragen. En al mocht het
zelfs gelukkeu om onder den indruk van het
oogenblik die f 2700 nu bjjeen te krjjgen,
dan heeft men toch niet den minsten waarborg
die som jaarljjks in de toekomst te zullen
behouden. Integendeel, het is wel vrjj zeker,
dat die euccessieveljjk zal verminderen. En
dan kan de vereeniging aan haar verplichtingen
niet voldoen. En nu zullen de leden geen
twee cent per week geven, wanneer zjj
weten, dat hun weduwen geen f 100, maar
b.v. slechts f 25 'sjaars zullen ontvangen.
Het ledental kan ook toenemen, want er
zijn in Zierikzee meer dan 400 personen, die
in de termen vallen om leden te worden.
En gebeurt dat, dan zal men het eigenaardig
verschjjnsel hebben, dat een vereeniging ten
gevolge van de uitbreiding van het ledental
niet in staat zal zijn aan haar verpliohtingen
te voldoen.
De heer Cau spreekt niet tegen, dat de
leden absolute zekerheid missen. Van absolute
zekerheid kan eerst sprake zjjn, wanneer men
een kapitaal van ten minste f 50,000 a,
f 60,000 bjjeen had. Maar daaraan valt niet
te denken. En daarom wil hij het op de
wjjze doen, zooals hjj voorstelt, die wel geen
absolute zekerheid schenkt, maar waardoor men
er toch komen kan. Men kan 't hun dan ook met
een vrjj groote mate van zekerheid toezeggen.
Beter een half ei dan een leege dop. Men
houde ook in het oog, dat de leden slechts
een zesde betalen. Aan de leden wordt dus
niet te kort gedaan, omdat zjj zelve niet
alles bjjdragen. Zjj ontvangen echter vrij
zeker voor hunne weduwen een pensioen,
evenredig aan de som, die zjj bjjdragen.
De heer Koole vraagt, of het de bedoeling
is het bestaande fonds van «Onderling Hulp
betoon" en het op te richten Weduwenfonds
stipt uit elkaar te houdea.
De heer CauJa, in het begin is dit
noodig, later zou men ze kunnen samensmelten.
De heer L. Koopman Cz. meent, dat
f 2000 een te laag geraamde som is, en
voert cijfers aan om te betoogen, dat de
inleider in zjjn berekeningen te optimistisch
is geweest.
De heer Vermeys constateert, dat de heer
Cau gezegd heeft, dat het vrjj zeker zal zjjn,
dat aan de weduwen zooveel zal worden
uitgekeerd, als de leden evenredig betaald
hebben. Absolute zekerheid echter kan hij
daaromtrent niet geven. En daarvoor gaan
toch de leden iu het Weduwenfonds. Het
gaat niet aan om op zulke losse schroeven
een Weduwenfonds in het leven te roepen.
De heer Cau merkt op, dat bjj den
huidigen toestand de leden zeker weten, dat,
als zjj komen te overljjden, hunne weduwen
'niets krjjgen. Komt evenwel de zaak tot
stand, dan hebben zjj de groote kans, dat
bij eventueel overljjden hunne achterbljjvende
vrouwen wel wat krijgen.
De heer De Waal bespreekt het geval,
dat de man zjjn vrouw verliest, en met een
aantal kinderen overbljjft.
De heer Cau: Verliest een vrouw haar
man, dan verliest zjj daarmede in den regel
ook den kostwinner, terwjjl omgekeerd, als
de vrouw komt te vallen, gewoonlijk de
broodwinning blijft. De man moge ter ver
zorging van zjjn gezin wat meer uitgaven
hebben, maar daarbjj bepaalt het zich dan ook.
De heer Franse geeft aan het bestuur in
overweging, om, nu de harten nog warm zjjn,
spoedig met een lijst aan de deuren der
ingezetenen aan te kloppen. Smeedt het ijzer,
als het heet is. Hoe grooter het bedrag, dat
op die IjjBt zal inkomen, is, hoe aangenamer
hem dat zal wezen. (Levendig applaus). Uit
spreker's woorden blijkt, dat bjj voor de zaak
een groote mate van sympathie gevoelt.
De voorzitter dankt namens het bestuur
van «Onderling Hulpbetoon" den heer Cau voor