ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 1$ Augustas 1902. 1i PUBLICATIE. Courant). Tweede Blad. NIEUWSTIJDINGEN. ADtfERTENTIEN. een inspectie Zji i e r i Is. z e e s c li e VerBchijnt DINSDAO, DONDERDAG on ZATERDAG. De prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 59ste JAARGANG. No. 7731. -eot< Directeur I A. T. DE LOOZE. FRANKEL. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Redacteuren Advertentiënvan 13 regela 30 Cl», meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 nre bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaateruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frünkki., Meelstraat 386, Zierikzee. Zuid-Afrika. Naar het Iland. uit zeer goede bron zegt to kunnen mededeelen, heeft de heer Reitz, staatssecretaris van de voormalige Zuid- Afrikaanscke Republiek, het voornemen om zich binnenkort naar Parijs to begeven, ten einde met de Pransche regeering te onder handelen over de vestiging van Boerengezinnen op Madagascar. Enkele Boerenfamilies hebben zich daar reeds nedergezet. Later zal de heer Reitz waarschijnlijk naar de Yereenigde Staten gaan om leziDgen te houden over Engeland's wijze van oorlog voeren. Hij heeft daartoe een beëedigde verklaring betreffende Britsche handelingen medegebracht. Uit Johannesburg komen weer bericht m over de duurte van het leven daar. Vooral do huishuur moet buitensporig zijn. Men verlangt, dat hot stadsbestuur aanstonds in den omtrek een reeks kleine huisjes opricht. Naar het heet, zijn er al maatregelen genomen om con groote hoeveelheid bouwmateriaal met het spoor te laten aanvoeren. Het bouwen kan dan wat vlugger gaan. Voor de mij oen heeft men nu zijn hoop gevestigd op het noorden van Mozambique en Britsch Centraal- Azië. Het ziet er in de goudstad nog maar niet voorspoedig uit. Engeland. De Engelsche kronings-paradevloot lag Dinsdag 1.1. voltallig bij Spithead er waren 21 slagschepen, 24 kruisers, 23 torpedo vernielers en 10 schoolschepen deze vaartuigen liggen in vier gelederen geankerdin een vijfde gelid daarachter komen de vreemde schepen te liggen, waarvan op het oogenblik nog pas één oorlogsschip, een Japansch, aanwezig is. Men maakt in Engeland plannen om den drie Boeren generaals een beleefde ontvaDgst te bereiden op den dag der revue te Spithead. Zij zullen ontvangen worden namens minister Chamberlain eu door lord Kitchenerzij worden genoodigd aan boord van een apart voor hen gereserveerd schip om do revue en de verlichting te zien. Zondag zouden zij dan door den koning ontvangen worden aan boord van het koninklijk jacht. Londen, 13 Aug. Aan de Morning Post wordt uit Johannesburg gemeld van niet officiöele zijde, dat generaals Louis Botha en De la Rey benoemd zullen worden tot leden van den nieuwen Wetge venden Raad van Transvaal. Volgens gegevens van het departement van oorlog hebben zich in het geheel 20,050 Boeren overgegeven, doch zijn er slechts 18000 geweren ingeleverd, terwijl men meent, dat nog een 25000-tal geweren door de Boeren verborgen worden gehouden. Van een groot aantal geweren hebben de inboorlingen zich meester gemaakt. Volgens bericht uit Sint-IIelena is het stoomschip Herzog" vandaar vertrokken met 40 krijgsgevangenen van Duitsche afkomst aan boord. Turkije. De officieren en manschappen der artillerie- werkplaatsen te Tophaneb, hadden in tijden geen salaris ontvangen en waren, zooals van zelf spreekt, daarover lang niet gunstig to spreken. Men trachtte hen evenwel met beloften en kleine voorschotten to paaien, tot hun dit eeuwigdurende uitstel eindelijk begon te vervelen en zij een dreigende houding aannamen. Wat nu gedaan Wel, heel Turksch-eenvoudig eeu twintigtal der ontevreden luitenants werd gevangen genomen en naar 't binnenland van Anatolië verbannen. Ongetwijfeld oen practische methode om zich lastige schuldeischera van den hals te schuiven. Oostenrijk. Maandag heeft de terechtstelling van don moordenaar Woborschil te Weenen aanloiding gegeven tot een zeer pijnlijk tooneel. Do misdadiger moest sterven door den strop, maar liet duurde 12 minuten eer de doctoren don dood konden constateeren. Do scherprechter had reeds de gewono formule «aan het recht is voldaan" uitgesproken en de geestelijke zijn gebed verricht, doch de voeten van den gehangene bleven hevig bewegen. Het hart sloeg nog en de aanwezige geneeskundigen beweerden, dat het slachtoffer nog in het leven terug te brengen zou zijn. Toen eindelijk do dood intrad, bleek het, dat deze door verstikking en niet door bloeduitstorting in de hersenen veroorzaakt was. Rusland. De Engelsche Morning Leader bevat het opzienbarend gerucht, dat czaar Nicolaas, als gevolg van de teleurstelling over den gang van zaken, onlusten als anderszins, plan had de regeeringstaak neer te leggen. Hoewel de mededeeling, welke uit Moskou herkomstig zijn zou, zeker nog bevestiging behoeft, ware het niet te verwonderen, dat de czaar, die niet sterk en overgevoelig is, zou besluiten de kroon beschikbaar te stellen, wanneer hem ook dit jaar weer geen troonopvolger geboren wordt. Dinsdagavond heeft er in de tuineu van Tivoli, in de hoofdlaan, een moordaanslag plaats gehad. Vier schoten werden eensklaps gelost op den prins Obolinsky, den gouverneur van Kbarkof. De prins werd niet gevaarlijk aan den hals gewond en de chef van politie Bessonof aan den voet. De dader werd terstond gearresteerd, maar zijn identiteit heeft men nog niet kunnen vaststellen. Het heet nu, dat er tijdens bet verblijf van president Loubet op Russischen bodem een complot ontdekt is: er werd een helsche machine gevondeD, juist onder de plaats, welke de czaar zou innemen op een estrade tijdens de revue over het garnizoen van Petersburg en toen oordeelde men het beter maar geen revue te houden. Duitschland. Ter waarschuwing van hen, die de Düesel- dorfer tentoonstelling bezoeken, moge het volgende dienen. Een heer, die even buiten een bierhal was gegaan op het terrein der tentoonstelling, dronk daarna uit zijn glas en werd onmiddellijk onwel. Hij ging naar buiten, waar twee heeren hem opwachtten, en daar hij buiten bewustzijn geraakte, liefderijk oppasten. Zij namen hem in den arm, geleidden hem naar buiten en wat verder met hem gebeurde, weet hij niet, wel, dat hij den volgenden morgen op het exercifie-terrein ontwaakte, ontdaan van zijn portemoanaie met geld en van zijn gouden horloge en ketting. BelgiS. Te Ostendealwaar 't in dezen tijd gewoonlijk overbevolkt is met badgasten, wordt nu steen en been geklaagd, dat er nog zoo weinig badgasten aanwezig zijn. Men heeft aldaar nog moed, dat dit na de kronings feesten in Engeland zal verbeteren. Grand Hótel »De Houten Lepel". In het Dgbld. lezen wij hot volgende »Een hotel, waar tal van Hagenaars tot hun geluk nooit gelogeerd hebben, mocht zich heden in het bezoek verheugen vanja misschien wel twee, drieduizend belangstel lenden Wij bedoelen het groote Huis van Bewaring aan de Prinsegracht, in den volks mond »Hötel de Houten Lepel" genoemd. 't Was kijkdag van den ouden rommel, die verkocht zal worden. Men mocht vrij naar binnen loopen, alles stond open, gangen, zalen, keukens, kelders, cellen, de zolders, kortom het huis tot aan den nok too. In de nauwe donkere gaDgen, 't geleek er wel of we al diep in December zaten, ver drongen zich honderden mannen, vrouwen ook, dames, heeren en kinderen, om toch maar alles te kunnen zien. De totaal-indruk, dien 't gebouw bij velen maakte, is, dat men nau welijks gelooven kan, dat in den tegenwoor- digen tijd zoo iets voor strafgovangenis gebruikt is geworden. Onmiddellijk geven wij natuurlijk toe dat tijdens de bewoning de noodige voor zorgsmaatregelen van reinheid wel ia acht genomen zijn, maar wanneer wordt opgemerkt, dat in eenige cellen de toilet-emmers (waar schijnlijk door logés) gewoonweg over de vloeren zijn uitgegoten en ginds weer lokalen dienden tot stapelplaats van bergen vuil linnen, dan dient daarbij gezegd, dat men nu niet direct zijn best gedaan had, om de impressie van het geheel bij de bezoekers to verhoogen. Smalle trapjes, waar men elkaar nauwelijks passeeren kan, brachten het publiek soms zoo in do verdrukking, dat nieuwsgierige dikke juffrouwen en kinderen het soms uitgilden, 't Was een buitengewoon amusement voor de Maandag-houders, die nu met hun respectieve dames het alleraardigst vonden hier iu den middag te verpoozen in plaats van achter de orgels mee te slenteren. Bhiton was het een typisch gezicht al de troniën achter die tralies te zien, vol opgewektheid. De kerels zaten met hun pot schuin op het hoofd in de kozijnen sigaartjes te rooken. Ze gevoelden zich blijkbaar op hun gemak, zoo in volle vrijheid nu eens hier te zitten. Aau het wisselea van ruwe aardigheden van uit het gebouw naar de straat vice versa ontbrak het niet. 't Was curieus hoe daarbinnen sommigen uitstekend den weg wisten, terwijl anderen weer door vrienden op hun plaats gezet werden, omdat ze pet deden of ze den weg vergeten waren. Sommigen kwamen er rond voor uit en zeiden brutaalweg »Hier had je nou onze keuken, daar de ziekenzaal, hier weer het waschhok" enz. Het meubilair prijkte met tal van opschriften. Op twee banken waren zeer keurig damborden geteekend en een der bezoekers had de vriendelijkheid iu te lichten dat men damde metbruine booneu eu grauwe erwten. Twee heeren met jockey petten op cn blauwe boezeroenen aau stonden voor een celletje te watertanden. De deur was dicht en door het observeergaatje zag men oude koperen buizen, waterkranen en oud roest opeengestapeld. Sjongesjonge I" riep er een, er legt wel voor honderd gulden. Looie pépe same deelen Jo I" Onder de kunstschatten was er niet veel. Alleen een oud schilderstuk in een nis der krijgeraadkamer, de geblinddoekte Justitia voorstellende maar zoo leelijk dat het in plaats van op het Mauritshuis, wel terecht zal komen bij een opkooper, die 't misschien nog kan van de hand doen aan het kijkspel van Spriet Op de jeugd, die ook in grooten getale aanwezig was, maakte de omgeving natuurlijk een verpletterenden indruk. den vrede. Een redacteur van de N. R. Ct. had een gesprek met dr. v. Rennerkampf, een Rus, die met president Steyu uit Zuid-Afrika gekomen is, en sinds Januari 1900 met de Russisch- Hollandsche ambulance, later alleen, tot het eind van den oorlog werkzaam was en wat hij vertelde zelf gezien of uit de eerste hand vernomen heeft. Hieronder volgt wat de N. R. Ct. over het sluiten van den vrede van hem vernam. Er waren er onder de voormannen van de Boeren die door wilden vechten en er waren er die vrede wilden sluiten. Steyn en De Wet waren voor doorvechten, de Transvalere voor vrede sluiten, met enkele uitzonderingen, Kemp b.v. Voor beider standpunt waren stellig goede redenen. Steyn en De Wet (en, naar wij van andere zijde vernomen hebben, waren van de dertig Vrijstaatsche afgevaardigden ter Ver- eeniging slechts drie vóór den vrede) hadden goede redenen, maar de Transvalers hadden ze ook. In elk geval staat vast, dat de Boeren volkomen vertrouwen hebben in hun voor mannen en zich bij hun besluit neerleggen, in de overtuiging dat zij voor land en volk het beste beslist hebben. Aan omkooperij wordt niet gedacht. In het besluit, dat dc afgevaardigden te Vereeniging genomen hebben, staat waarom zij den strijd gestaakt hebben. De toestand in het Oosten van Transvaal was indertijd zeer hachelijk. In sommige streken waren de blok- huisliniën slechts 40 K.M. van elkaar. Dat is een afstand, dien men in Zuid-Afrika gering acht. Daartusscheu was het leven haast on houdbaar geworden. Er waren nog vele vrouwen en kinderen van de Boeren in het veld. Voor die allen moest men ook zorgen, 's Nachts kwamen de Boeren en brachten hun voedsel. Maar overdag verscheen weer een Engelsche colonne en nam de vrouwen en kinderen het voedsel af. Dan stonden de vrouwen nog aan mishandeling bloot. In het Westen van Transvaal (waarover dr. von R. het best oordeelen kan) hebben Engelsche officieren en soldaten herhaaldelijk getracht op Boerenvrouwen geweld te plegen. Zoo is het (Jan. 1902) gebeurd, dat in Lichten- burg de vrouw van iemand, die ons genoemd is, aangevallen werd door een engëlsch officier van gezondheid. En die vrouw was in bizondere omstandigheden. Op haar hulpgeroep kwamen de soldaten die buiten het huis stonden binnen- geloopen, en zoo werd de toeleg verijdeld. Er zijn herhaaldelijk dergelijke aanslagen beproefd, en het is meermalen gebeurd, als de Engel- schen onverrichter zake moesten wegtrekken, dat spoedig daarop een Kaffercommando ver scheen en met ruw geweld' uitvoerde wat de Engelschen zoo niet durfden. Tegenover Kaffervrouwen en meisjes waren deze minder schroomvallig. Dat ging heel eenvoudig toe. Een paar soldaten pakten den Kaffer beet en gooiden hem zijn huis uit, en de andere khaki's gingen binnen. Aan dergelijke behandeling door "kaffers stonden ook de vrouwen van de Boeren bloot. En dan hadden de commando's nog met de gewapende Kaffers te doen. Naar schatting hadden de Engelschen in Transvaal alleen lusschen de vijftig- en zeventigduizend Kaffers gewapend. Wij hebben op dit punt nog een andere inlichting uit goede bronvolgens generaal Louis Botha waren er op het eind van den oorlog zeker zooveel gewapende Kaffers als gewapende Engelschen in Zuid-Afrika, de wilde Kaffers in het Noorden nog daargelaten. Die Kaffers deden b.v. in het O. van Transvaal geregeld uit hun posten uitvallen onder aan voering van Engelsche officieren. Zij trokken dan 's nachts uit en overvielen de Boeren bij het aanbreken van den dag. Daartegen moesten deze 's ochtends vroeg aldoor op hun hoede ziju, hetgeen zeer afmattend was. En kwam het tot vechten, dan was de Kaffer veelal een geduchter vijand dan de Engelschman. Deze steekt al gauw de handen op, maar de Kaffer, die weet dat hij onverbiddelijk doodgeschoten wordt, als hij de Boeren in handen valt, vecht tot het uiterste. Het is generaal Botha's over tuiging, dat de moord, die onlangs in het district Vrijheid op 56 Boeren gepleegd is, het werk is van het officieele Engelsche Zoeloe commando, te Vrijheid in garnizoen. Tot zoo ver onze ongenoemde, volkomen betrouwbare zegsman. Dr. von R. vertelde verder (en ook dit weten wij eveneens van andere zijde) dat de Engel schen op het oogenblik moeite hebben met de ontwapening van die Kaffers. Ze willen hun wapenen niet meer afgeven. Dan de ontberingen (men herinnert zich wat dr. Jurriaanse daarvan aangaande het O. van Transvaal verteld heeft). In Juni 1901 reeds heeft dr. von R. in Lichtenburg bij de verbrande muren van een hoeve, menschen slecht gekleed en zonder dek zien lijden onder de winterkou. Later werd het in het W. van Transvaal wat beter, door den velen buit die er op de Engelschen behaald werd. De vrouwen maakten zich kleeren uit dekens van Engelsche soldaten, nadat zij ze eerst uitgekookt hadden om ze van het ongedierte te ontdoen. En geen huis stond overeind. In het NV. van Transvaal was de toestand zoo: de Boeren hadden de districten Krügers- dorp en Potchefstroom geheel en Lichtenburg en Rustenburg gedeeltelijk opgegeven Wolma- ransstad en Bloemhof waren al geheel in Engelsche handen. Bleven nog Marico en Rustenburg, districten van korenbouw en vee teelt. Maar die streken zijn van December tot begin Mei voor paarden en muildieren on bewoonbaar. Ze gaan er dood. Tijdens de vredesonderhandelingen was de tijd gekomen om zich daarheen te begeven, en de commando's waren juist door de linie Lichtenburg—Mafeking getrokken, toen het bericht van den vrede kwam. Dat bericht trof de burgers als een bliksemstraal. Zij hadden geen vrede gewild zonder de onafhankelijkheid, en nu dit. Maar het eind was berusting en vertrouwen in de beslissing der voormanneu. Men heeft gevraagd, waarom de commando's, als het daar in Transvaal zoo slecht ging, niet de Kaapkolonie in trokken, maar het groote bezwaar daarentegen was, dat er geen rijdieren waren. En zonder die kon men niet. Reeds was een deel van De la Rey's commando's op muildieren bereden. Al deze dingen en meer had men te over wegen en men vergete niet, dat er in de concentratie-kampen al 20,000 vrouwen en kinderen waren bezweken toen de vraag van oorlog of vrede aan de orde was. Bij het voeren van de onderhandelingen trachtten de Boeren eerst hun onafhankelijk heid te redden. Zij boden Engeland Johannes burg daarvoor aan. Maar dat werd afgewezen. Toen boden de Transvalers hun land aan, als de Vrijstaat maar bleef wat hij was. Dat werd ook afgewezen. Zij verlangden buiten de onaf hankelijkheid drie dingen: de vrouwen en kinderen terug, de krijgsgevangenen terug en amnestie voor de rebellen. Dit hebben zij feitelijk verkregen. Maar dan moesten zij de voorwaarden der Engelschen aannemen zooals zjj daar lagen. Er mocht niets aan veranderd. De laatste moeilijkheid was, dat de Boeren eerst de 3,000,000 pd. st. niet wilden aannemen. Wat gaf drie millioen! De schade, die de Boeren geleden hebben, wordt geschat op honderd millioen pond sterling. Zij zouden daarvan dus 3 pCt. krijgen. Wat kon men daarmee uit richten 1 En nam men dat geld aan, dan was men aan Engeland gebonden. En zelfs die 3 pCt., wat blijft daarvan overl Stel, een boer heelt 2000 pd. st. schade geleden. Daarvan zou hij dan krijgen 60 pd. st. Maar hij moet een tent hebben om tijdelijk in te leven. Die tent wordt hem berekend tegen 12.10 pd. st. Blijft 47.10 pd. st. Hij krijgt voor hem en de zijnen levensmiddelen, waut er is niets meer op het land. Men geeft hem voor 10 pd. st. levensmiddelen mee. Blijft 37.10. En nu moet hij een ploeg hebben, en trekvee en zaad, en zijn huis is een puinhoop. Wat hebben de Boeren aan'die 3.000,000 pd. st.? Maar 'zij moesten het aannemen. En zij hebben in dien vrede berust. Waar om zij dat gedaan hebben kan men in het bekende besluit lezen. Dat besluit is gedrukt met goedkeuring van Lord Kitchener, die daarover nog woorden heeft gehad met Lord Milner, die het wilde beletten. Dat deze vrede vele Boeren persoonlijk een grief is, is waar. Er zijn er, in wie de haat tegen Engeland zoo sterk is, dat zij met spijt hun geweer afgeven. Dokter, ik is met die Engelse nog nie klaar nie, zeide er een tegen dr. van R. En hij (of een ander) vroeg: Wan neer komt er oorlog tusschen Rusland en Engeland? Dan was er een die zeide: Dokter, ik krij swaar dat ik nie dood is nie. Waarom dan? Kijk, die Engelse het mijn huis verbran en mijn heeste gevat. Dat kan mij ni baing skeel nie. Mar helle het mijn vrouw en mijn kinders weggehaal, en helle is nou dood. NVat sal ik nou En zoo zijn er velen. En dan zijn de vrouwen uit de kampen verbitterd en zij hitsen de mannen nog op. Die allen hebben geen vrede, dat de oorlog uit is. Maar zij gaan slechts met persoonlijke overwegingen te rade, niet met de redenen, die de leiders tot hun beslissing gebracht hebben. In den aanhef van het besluit, te Vereeniging genomen, staat: «Ons volk toch heeft steeds gemeend dat niet allen op grond van recht maar ook van de groote stoffelijke en persoon lijke opofferingen, voor zijn onafhankelijkheid gebracht, het eene gegronde aanspraak heeft op die onafhankelijkheid". En aan het slot//Deze vergadering van afgevaardigden drukt haar vertrouwen uit, dat de toestanden thans in het leven geroepen door de aanname van het voorstel van Z. M. regeering spoedig op die wijze mogen verbeterd worden, dat ons volk daardoor zal geraken tot het genieten van die voorrechten, waarop het op grond niet alleen van zijn verleden, maar ook van zijne opofferingen in dezen oorlog, rechtmatig aanspraak meent te kunnen maken". Die voorrechten, d. i. de onafhankelijkheid. De afgevaardigden hopen dan, dat de toestand, door dezen vrede gebracht, zal leiden tot de onafhankelijkheid De hoop op de onafhanke lijkheid is derhalve niet opgegeven. Maar of er reden is te verwachten, dat deze vrede van Vereeniging er toe leiden zal Heden overleed, na een kortstondig lijden, onze Geliefde Moeder Weduwe Leendert Meerman, geboren Adrian a Scherpenisse, in den ouderdom van bijna 75 jaar. OoSTERLAND, 12 AugUfltUS 1902. Uit aller naam, JOIIANNIS MEERMAN. Ondergeteekenden betuigen hun h&rte- lijken dank voor de deelneming en hulp bij het plotseling overlijden hunner doohter, inzonderheid aan de dragers van haar Ijjk. Brouwershaven, 16 Aug. 1902. IIUBR. VAN DER WEELE. J. VAN DER WEELEvan Dongen. Ondergeteekende botuigt zijn' dank aan de Brandweer en de ingezetenen van Dreischor, voor de hulp hem betoond bij den brand op zijne Hofstede. Dreischor, 15 Augustus 1902. L. MOERLAND. Het BESTUUR van den Polder Bruinisse doet te weten, dat van den 1 September e k. af zal gehouden worden over de waterleidingen en zijlen in gemelden Polder, met aanmaning wien zulks aangaat, dat de zijlen over do gcheele lengte schoongemaakt moeten worden en de waterleidingen van houtgewas, sec, gras en alle andere hindernissen, die een geregelden afvoer van water belemmeren, op te ruimen, zullende tegen de nalatigon, die niet op den gestelden tijd daaraan voldaan hebben, proces-verbaal worden opgemaakt. Bruinisse, 30 Juli 1902. Hot Polderbestuur voornoemd, A. HAGE, Dijkgraaf. JOïïs. ELENBAAS, Ootv.-Grifhor,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 5