ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Zaterdag 1$ Augustas 1902.
1i
PUBLICATIE.
Courant).
Tweede Blad.
NIEUWSTIJDINGEN.
ADtfERTENTIEN.
een inspectie
Zji i e r i Is. z e e s c li e
VerBchijnt DINSDAO, DONDERDAG on
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
59ste JAARGANG. No. 7731.
-eot<
Directeur I A. T. DE LOOZE.
FRANKEL.
WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Redacteuren
Advertentiënvan 13 regela 30 Cl»,
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 nre bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaateruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frünkki., Meelstraat 386, Zierikzee.
Zuid-Afrika.
Naar het Iland. uit zeer goede bron zegt
to kunnen mededeelen, heeft de heer Reitz,
staatssecretaris van de voormalige Zuid-
Afrikaanscke Republiek, het voornemen om
zich binnenkort naar Parijs to begeven, ten
einde met de Pransche regeering te onder
handelen over de vestiging van Boerengezinnen
op Madagascar.
Enkele Boerenfamilies hebben zich daar
reeds nedergezet.
Later zal de heer Reitz waarschijnlijk naar
de Yereenigde Staten gaan om leziDgen te
houden over Engeland's wijze van oorlog
voeren. Hij heeft daartoe een beëedigde
verklaring betreffende Britsche handelingen
medegebracht.
Uit Johannesburg komen weer bericht m
over de duurte van het leven daar. Vooral
do huishuur moet buitensporig zijn. Men
verlangt, dat hot stadsbestuur aanstonds in
den omtrek een reeks kleine huisjes opricht.
Naar het heet, zijn er al maatregelen genomen
om con groote hoeveelheid bouwmateriaal met
het spoor te laten aanvoeren. Het bouwen
kan dan wat vlugger gaan. Voor de mij oen
heeft men nu zijn hoop gevestigd op het
noorden van Mozambique en Britsch Centraal-
Azië. Het ziet er in de goudstad nog maar
niet voorspoedig uit.
Engeland.
De Engelsche kronings-paradevloot lag
Dinsdag 1.1. voltallig bij Spithead er waren
21 slagschepen, 24 kruisers, 23 torpedo
vernielers en 10 schoolschepen deze vaartuigen
liggen in vier gelederen geankerdin een
vijfde gelid daarachter komen de vreemde
schepen te liggen, waarvan op het oogenblik
nog pas één oorlogsschip, een Japansch,
aanwezig is.
Men maakt in Engeland plannen om
den drie Boeren generaals een beleefde ontvaDgst
te bereiden op den dag der revue te Spithead.
Zij zullen ontvangen worden namens minister
Chamberlain eu door lord Kitchenerzij
worden genoodigd aan boord van een apart
voor hen gereserveerd schip om do revue en
de verlichting te zien. Zondag zouden zij dan
door den koning ontvangen worden aan boord
van het koninklijk jacht.
Londen, 13 Aug. Aan de Morning Post
wordt uit Johannesburg gemeld van niet
officiöele zijde, dat generaals Louis Botha en
De la Rey benoemd zullen worden tot leden
van den nieuwen Wetge venden Raad van
Transvaal.
Volgens gegevens van het departement
van oorlog hebben zich in het geheel 20,050
Boeren overgegeven, doch zijn er slechts
18000 geweren ingeleverd, terwijl men meent,
dat nog een 25000-tal geweren door de
Boeren verborgen worden gehouden. Van een
groot aantal geweren hebben de inboorlingen
zich meester gemaakt.
Volgens bericht uit Sint-IIelena is het
stoomschip Herzog" vandaar vertrokken met
40 krijgsgevangenen van Duitsche afkomst
aan boord.
Turkije.
De officieren en manschappen der artillerie-
werkplaatsen te Tophaneb, hadden in tijden
geen salaris ontvangen en waren, zooals van
zelf spreekt, daarover lang niet gunstig to
spreken.
Men trachtte hen evenwel met beloften en
kleine voorschotten to paaien, tot hun dit
eeuwigdurende uitstel eindelijk begon te
vervelen en zij een dreigende houding
aannamen.
Wat nu gedaan
Wel, heel Turksch-eenvoudig eeu twintigtal
der ontevreden luitenants werd gevangen
genomen en naar 't binnenland van Anatolië
verbannen.
Ongetwijfeld oen practische methode om zich
lastige schuldeischera van den hals te schuiven.
Oostenrijk.
Maandag heeft de terechtstelling van don
moordenaar Woborschil te Weenen aanloiding
gegeven tot een zeer pijnlijk tooneel. Do
misdadiger moest sterven door den strop, maar
liet duurde 12 minuten eer de doctoren don
dood konden constateeren. Do scherprechter
had reeds de gewono formule «aan het recht
is voldaan" uitgesproken en de geestelijke
zijn gebed verricht, doch de voeten van den
gehangene bleven hevig bewegen. Het hart
sloeg nog en de aanwezige geneeskundigen
beweerden, dat het slachtoffer nog in het
leven terug te brengen zou zijn. Toen eindelijk
do dood intrad, bleek het, dat deze door
verstikking en niet door bloeduitstorting in
de hersenen veroorzaakt was.
Rusland.
De Engelsche Morning Leader bevat het
opzienbarend gerucht, dat czaar Nicolaas, als
gevolg van de teleurstelling over den gang
van zaken, onlusten als anderszins, plan had
de regeeringstaak neer te leggen.
Hoewel de mededeeling, welke uit Moskou
herkomstig zijn zou, zeker nog bevestiging
behoeft, ware het niet te verwonderen, dat
de czaar, die niet sterk en overgevoelig is,
zou besluiten de kroon beschikbaar te stellen,
wanneer hem ook dit jaar weer geen
troonopvolger geboren wordt.
Dinsdagavond heeft er in de tuineu
van Tivoli, in de hoofdlaan, een moordaanslag
plaats gehad.
Vier schoten werden eensklaps gelost op
den prins Obolinsky, den gouverneur van
Kbarkof.
De prins werd niet gevaarlijk aan den
hals gewond en de chef van politie Bessonof
aan den voet.
De dader werd terstond gearresteerd, maar
zijn identiteit heeft men nog niet kunnen
vaststellen.
Het heet nu, dat er tijdens bet verblijf
van president Loubet op Russischen bodem
een complot ontdekt is: er werd een helsche
machine gevondeD, juist onder de plaats,
welke de czaar zou innemen op een estrade
tijdens de revue over het garnizoen van
Petersburg en toen oordeelde men het beter
maar geen revue te houden.
Duitschland.
Ter waarschuwing van hen, die de Düesel-
dorfer tentoonstelling bezoeken, moge het
volgende dienen. Een heer, die even buiten
een bierhal was gegaan op het terrein der
tentoonstelling, dronk daarna uit zijn glas en
werd onmiddellijk onwel. Hij ging naar buiten,
waar twee heeren hem opwachtten, en daar
hij buiten bewustzijn geraakte, liefderijk
oppasten. Zij namen hem in den arm, geleidden
hem naar buiten en wat verder met hem
gebeurde, weet hij niet, wel, dat hij den
volgenden morgen op het exercifie-terrein
ontwaakte, ontdaan van zijn portemoanaie met
geld en van zijn gouden horloge en ketting.
BelgiS.
Te Ostendealwaar 't in dezen tijd
gewoonlijk overbevolkt is met badgasten, wordt
nu steen en been geklaagd, dat er nog zoo
weinig badgasten aanwezig zijn. Men heeft
aldaar nog moed, dat dit na de kronings
feesten in Engeland zal verbeteren.
Grand Hótel »De Houten Lepel".
In het Dgbld. lezen wij hot volgende
»Een hotel, waar tal van Hagenaars tot
hun geluk nooit gelogeerd hebben, mocht zich
heden in het bezoek verheugen vanja
misschien wel twee, drieduizend belangstel
lenden Wij bedoelen het groote Huis van
Bewaring aan de Prinsegracht, in den volks
mond »Hötel de Houten Lepel" genoemd.
't Was kijkdag van den ouden rommel,
die verkocht zal worden. Men mocht vrij
naar binnen loopen, alles stond open, gangen,
zalen, keukens, kelders, cellen, de zolders,
kortom het huis tot aan den nok too.
In de nauwe donkere gaDgen, 't geleek er
wel of we al diep in December zaten, ver
drongen zich honderden mannen, vrouwen ook,
dames, heeren en kinderen, om toch maar
alles te kunnen zien. De totaal-indruk, dien
't gebouw bij velen maakte, is, dat men nau
welijks gelooven kan, dat in den tegenwoor-
digen tijd zoo iets voor strafgovangenis gebruikt
is geworden. Onmiddellijk geven wij natuurlijk
toe dat tijdens de bewoning de noodige voor
zorgsmaatregelen van reinheid wel ia acht
genomen zijn, maar wanneer wordt opgemerkt,
dat in eenige cellen de toilet-emmers (waar
schijnlijk door logés) gewoonweg over de
vloeren zijn uitgegoten en ginds weer lokalen
dienden tot stapelplaats van bergen vuil linnen,
dan dient daarbij gezegd, dat men nu niet
direct zijn best gedaan had, om de impressie
van het geheel bij de bezoekers to verhoogen.
Smalle trapjes, waar men elkaar nauwelijks
passeeren kan, brachten het publiek soms zoo
in do verdrukking, dat nieuwsgierige dikke
juffrouwen en kinderen het soms uitgilden,
't Was een buitengewoon amusement voor de
Maandag-houders, die nu met hun respectieve
dames het alleraardigst vonden hier iu den
middag te verpoozen in plaats van achter de
orgels mee te slenteren. Bhiton was het een
typisch gezicht al de troniën achter die tralies
te zien, vol opgewektheid.
De kerels zaten met hun pot schuin op het
hoofd in de kozijnen sigaartjes te rooken. Ze
gevoelden zich blijkbaar op hun gemak, zoo
in volle vrijheid nu eens hier te zitten.
Aau het wisselea van ruwe aardigheden
van uit het gebouw naar de straat vice versa
ontbrak het niet.
't Was curieus hoe daarbinnen sommigen
uitstekend den weg wisten, terwijl anderen
weer door vrienden op hun plaats gezet werden,
omdat ze pet deden of ze den weg vergeten
waren. Sommigen kwamen er rond voor uit
en zeiden brutaalweg »Hier had je nou onze
keuken, daar de ziekenzaal, hier weer het
waschhok" enz. Het meubilair prijkte met
tal van opschriften. Op twee banken waren
zeer keurig damborden geteekend en een der
bezoekers had de vriendelijkheid iu te lichten
dat men damde metbruine booneu eu
grauwe erwten.
Twee heeren met jockey petten op cn blauwe
boezeroenen aau stonden voor een celletje te
watertanden. De deur was dicht en door het
observeergaatje zag men oude koperen buizen,
waterkranen en oud roest opeengestapeld.
Sjongesjonge I" riep er een, er legt wel
voor honderd gulden. Looie pépe same deelen
Jo I"
Onder de kunstschatten was er niet veel.
Alleen een oud schilderstuk in een nis der
krijgeraadkamer, de geblinddoekte Justitia
voorstellende maar zoo leelijk dat het in plaats
van op het Mauritshuis, wel terecht zal komen
bij een opkooper, die 't misschien nog kan
van de hand doen aan het kijkspel van Spriet
Op de jeugd, die ook in grooten getale
aanwezig was, maakte de omgeving natuurlijk
een verpletterenden indruk.
den vrede.
Een redacteur van de N. R. Ct. had een
gesprek met dr. v. Rennerkampf, een Rus, die
met president Steyu uit Zuid-Afrika gekomen
is, en sinds Januari 1900 met de Russisch-
Hollandsche ambulance, later alleen, tot het
eind van den oorlog werkzaam was en wat
hij vertelde zelf gezien of uit de eerste hand
vernomen heeft.
Hieronder volgt wat de N. R. Ct. over het
sluiten van den vrede van hem vernam.
Er waren er onder de voormannen van de
Boeren die door wilden vechten en er waren
er die vrede wilden sluiten. Steyn en De Wet
waren voor doorvechten, de Transvalere voor
vrede sluiten, met enkele uitzonderingen, Kemp
b.v. Voor beider standpunt waren stellig goede
redenen. Steyn en De Wet (en, naar wij van
andere zijde vernomen hebben, waren van de
dertig Vrijstaatsche afgevaardigden ter Ver-
eeniging slechts drie vóór den vrede) hadden
goede redenen, maar de Transvalers hadden ze
ook. In elk geval staat vast, dat de Boeren
volkomen vertrouwen hebben in hun voor
mannen en zich bij hun besluit neerleggen,
in de overtuiging dat zij voor land en volk
het beste beslist hebben. Aan omkooperij
wordt niet gedacht.
In het besluit, dat dc afgevaardigden te
Vereeniging genomen hebben, staat waarom
zij den strijd gestaakt hebben. De toestand in
het Oosten van Transvaal was indertijd zeer
hachelijk. In sommige streken waren de blok-
huisliniën slechts 40 K.M. van elkaar. Dat is
een afstand, dien men in Zuid-Afrika gering
acht. Daartusscheu was het leven haast on
houdbaar geworden.
Er waren nog vele vrouwen en kinderen
van de Boeren in het veld. Voor die allen
moest men ook zorgen, 's Nachts kwamen de
Boeren en brachten hun voedsel. Maar overdag
verscheen weer een Engelsche colonne en
nam de vrouwen en kinderen het voedsel af.
Dan stonden de vrouwen nog aan mishandeling
bloot. In het Westen van Transvaal (waarover
dr. von R. het best oordeelen kan) hebben
Engelsche officieren en soldaten herhaaldelijk
getracht op Boerenvrouwen geweld te plegen.
Zoo is het (Jan. 1902) gebeurd, dat in Lichten-
burg de vrouw van iemand, die ons genoemd
is, aangevallen werd door een engëlsch officier
van gezondheid. En die vrouw was in bizondere
omstandigheden. Op haar hulpgeroep kwamen
de soldaten die buiten het huis stonden binnen-
geloopen, en zoo werd de toeleg verijdeld. Er
zijn herhaaldelijk dergelijke aanslagen beproefd,
en het is meermalen gebeurd, als de Engel-
schen onverrichter zake moesten wegtrekken,
dat spoedig daarop een Kaffercommando ver
scheen en met ruw geweld' uitvoerde wat de
Engelschen zoo niet durfden. Tegenover
Kaffervrouwen en meisjes waren deze minder
schroomvallig. Dat ging heel eenvoudig toe.
Een paar soldaten pakten den Kaffer beet en
gooiden hem zijn huis uit, en de andere
khaki's gingen binnen.
Aan dergelijke behandeling door "kaffers
stonden ook de vrouwen van de Boeren bloot.
En dan hadden de commando's nog met de
gewapende Kaffers te doen. Naar schatting
hadden de Engelschen in Transvaal alleen
lusschen de vijftig- en zeventigduizend Kaffers
gewapend.
Wij hebben op dit punt nog een andere
inlichting uit goede bronvolgens generaal
Louis Botha waren er op het eind van den
oorlog zeker zooveel gewapende Kaffers als
gewapende Engelschen in Zuid-Afrika, de
wilde Kaffers in het Noorden nog daargelaten.
Die Kaffers deden b.v. in het O. van Transvaal
geregeld uit hun posten uitvallen onder aan
voering van Engelsche officieren. Zij trokken
dan 's nachts uit en overvielen de Boeren bij
het aanbreken van den dag. Daartegen moesten
deze 's ochtends vroeg aldoor op hun hoede
ziju, hetgeen zeer afmattend was. En kwam
het tot vechten, dan was de Kaffer veelal een
geduchter vijand dan de Engelschman. Deze
steekt al gauw de handen op, maar de Kaffer,
die weet dat hij onverbiddelijk doodgeschoten
wordt, als hij de Boeren in handen valt, vecht
tot het uiterste. Het is generaal Botha's over
tuiging, dat de moord, die onlangs in het
district Vrijheid op 56 Boeren gepleegd is, het
werk is van het officieele Engelsche Zoeloe
commando, te Vrijheid in garnizoen. Tot zoo
ver onze ongenoemde, volkomen betrouwbare
zegsman.
Dr. von R. vertelde verder (en ook dit weten
wij eveneens van andere zijde) dat de Engel
schen op het oogenblik moeite hebben met de
ontwapening van die Kaffers. Ze willen hun
wapenen niet meer afgeven.
Dan de ontberingen (men herinnert zich
wat dr. Jurriaanse daarvan aangaande het O.
van Transvaal verteld heeft). In Juni 1901
reeds heeft dr. von R. in Lichtenburg bij de
verbrande muren van een hoeve, menschen
slecht gekleed en zonder dek zien lijden onder
de winterkou. Later werd het in het W. van
Transvaal wat beter, door den velen buit die
er op de Engelschen behaald werd. De vrouwen
maakten zich kleeren uit dekens van Engelsche
soldaten, nadat zij ze eerst uitgekookt
hadden om ze van het ongedierte te ontdoen.
En geen huis stond overeind.
In het NV. van Transvaal was de toestand
zoo: de Boeren hadden de districten Krügers-
dorp en Potchefstroom geheel en Lichtenburg
en Rustenburg gedeeltelijk opgegeven Wolma-
ransstad en Bloemhof waren al geheel in
Engelsche handen. Bleven nog Marico en
Rustenburg, districten van korenbouw en vee
teelt. Maar die streken zijn van December tot
begin Mei voor paarden en muildieren on
bewoonbaar. Ze gaan er dood. Tijdens de
vredesonderhandelingen was de tijd gekomen
om zich daarheen te begeven, en de commando's
waren juist door de linie Lichtenburg—Mafeking
getrokken, toen het bericht van den vrede
kwam. Dat bericht trof de burgers als een
bliksemstraal. Zij hadden geen vrede gewild
zonder de onafhankelijkheid, en nu dit. Maar
het eind was berusting en vertrouwen in de
beslissing der voormanneu.
Men heeft gevraagd, waarom de commando's,
als het daar in Transvaal zoo slecht ging, niet
de Kaapkolonie in trokken, maar het groote
bezwaar daarentegen was, dat er geen rijdieren
waren. En zonder die kon men niet. Reeds
was een deel van De la Rey's commando's op
muildieren bereden.
Al deze dingen en meer had men te over
wegen en men vergete niet, dat er in de
concentratie-kampen al 20,000 vrouwen en
kinderen waren bezweken toen de vraag
van oorlog of vrede aan de orde was.
Bij het voeren van de onderhandelingen
trachtten de Boeren eerst hun onafhankelijk
heid te redden. Zij boden Engeland Johannes
burg daarvoor aan. Maar dat werd afgewezen.
Toen boden de Transvalers hun land aan, als
de Vrijstaat maar bleef wat hij was. Dat werd
ook afgewezen. Zij verlangden buiten de onaf
hankelijkheid drie dingen: de vrouwen en
kinderen terug, de krijgsgevangenen terug en
amnestie voor de rebellen. Dit hebben zij
feitelijk verkregen.
Maar dan moesten zij de voorwaarden der
Engelschen aannemen zooals zjj daar lagen.
Er mocht niets aan veranderd. De laatste
moeilijkheid was, dat de Boeren eerst de
3,000,000 pd. st. niet wilden aannemen. Wat
gaf drie millioen! De schade, die de Boeren
geleden hebben, wordt geschat op honderd
millioen pond sterling. Zij zouden daarvan dus
3 pCt. krijgen. Wat kon men daarmee uit
richten 1 En nam men dat geld aan, dan was
men aan Engeland gebonden.
En zelfs die 3 pCt., wat blijft daarvan overl
Stel, een boer heelt 2000 pd. st. schade geleden.
Daarvan zou hij dan krijgen 60 pd. st. Maar
hij moet een tent hebben om tijdelijk in te
leven. Die tent wordt hem berekend tegen
12.10 pd. st. Blijft 47.10 pd. st. Hij krijgt voor
hem en de zijnen levensmiddelen, waut er is
niets meer op het land. Men geeft hem voor
10 pd. st. levensmiddelen mee. Blijft 37.10.
En nu moet hij een ploeg hebben, en trekvee
en zaad, en zijn huis is een puinhoop. Wat
hebben de Boeren aan'die 3.000,000 pd. st.? Maar
'zij moesten het aannemen.
En zij hebben in dien vrede berust. Waar
om zij dat gedaan hebben kan men in het
bekende besluit lezen. Dat besluit is gedrukt
met goedkeuring van Lord Kitchener, die
daarover nog woorden heeft gehad met Lord
Milner, die het wilde beletten.
Dat deze vrede vele Boeren persoonlijk een
grief is, is waar. Er zijn er, in wie de haat
tegen Engeland zoo sterk is, dat zij met spijt
hun geweer afgeven. Dokter, ik is met die
Engelse nog nie klaar nie, zeide er een tegen
dr. van R. En hij (of een ander) vroeg: Wan
neer komt er oorlog tusschen Rusland en
Engeland? Dan was er een die zeide: Dokter,
ik krij swaar dat ik nie dood is nie.
Waarom dan? Kijk, die Engelse het mijn
huis verbran en mijn heeste gevat. Dat kan
mij ni baing skeel nie. Mar helle het mijn
vrouw en mijn kinders weggehaal, en helle is
nou dood. NVat sal ik nou
En zoo zijn er velen. En dan zijn de
vrouwen uit de kampen verbitterd en zij hitsen
de mannen nog op. Die allen hebben geen
vrede, dat de oorlog uit is. Maar zij gaan
slechts met persoonlijke overwegingen te rade,
niet met de redenen, die de leiders tot hun
beslissing gebracht hebben.
In den aanhef van het besluit, te Vereeniging
genomen, staat: «Ons volk toch heeft steeds
gemeend dat niet allen op grond van recht
maar ook van de groote stoffelijke en persoon
lijke opofferingen, voor zijn onafhankelijkheid
gebracht, het eene gegronde aanspraak heeft
op die onafhankelijkheid".
En aan het slot//Deze vergadering van
afgevaardigden drukt haar vertrouwen uit, dat
de toestanden thans in het leven geroepen
door de aanname van het voorstel van Z. M.
regeering spoedig op die wijze mogen verbeterd
worden, dat ons volk daardoor zal geraken
tot het genieten van die voorrechten, waarop
het op grond niet alleen van zijn verleden,
maar ook van zijne opofferingen in dezen
oorlog, rechtmatig aanspraak meent te kunnen
maken".
Die voorrechten, d. i. de onafhankelijkheid.
De afgevaardigden hopen dan, dat de toestand,
door dezen vrede gebracht, zal leiden tot de
onafhankelijkheid De hoop op de onafhanke
lijkheid is derhalve niet opgegeven. Maar of
er reden is te verwachten, dat deze vrede
van Vereeniging er toe leiden zal
Heden overleed, na een kortstondig
lijden, onze Geliefde Moeder
Weduwe Leendert Meerman,
geboren Adrian a Scherpenisse,
in den ouderdom van bijna 75 jaar.
OoSTERLAND, 12 AugUfltUS 1902.
Uit aller naam,
JOIIANNIS MEERMAN.
Ondergeteekenden betuigen hun h&rte-
lijken dank voor de deelneming en hulp
bij het plotseling overlijden hunner doohter,
inzonderheid aan de dragers van haar Ijjk.
Brouwershaven, 16 Aug. 1902.
IIUBR. VAN DER WEELE.
J. VAN DER WEELEvan Dongen.
Ondergeteekende botuigt zijn' dank
aan de Brandweer en de ingezetenen van
Dreischor, voor de hulp hem betoond bij den
brand op zijne Hofstede.
Dreischor, 15 Augustus 1902.
L. MOERLAND.
Het BESTUUR van den Polder Bruinisse
doet te weten, dat van den 1 September e k. af
zal gehouden worden over de waterleidingen
en zijlen in gemelden Polder, met aanmaning
wien zulks aangaat, dat de zijlen over do
gcheele lengte schoongemaakt moeten worden
en de waterleidingen van houtgewas, sec,
gras en alle andere hindernissen, die een
geregelden afvoer van water belemmeren, op
te ruimen, zullende tegen de nalatigon, die
niet op den gestelden tijd daaraan voldaan
hebben, proces-verbaal worden opgemaakt.
Bruinisse, 30 Juli 1902.
Hot Polderbestuur voornoemd,
A. HAGE, Dijkgraaf.
JOïïs. ELENBAAS, Ootv.-Grifhor,