mEUWSTIJDÜÏGEII Uit Stad es Provincie. don trein huiswaarts keerden. liet was eon schoone, welgeslaagde avond. Zitting van Woensdag 25 Juni. De voorzitter heropent de vergadering, en stelt na eenige mededeelingen gedaan te hebben, aan de orde het vraagpuntHet is gebleken, dat onze boerenleenbanken veel meer deposito's ontvangen dan voorschotten uitleenen. Sommigen zien hierin het bewijs, dat boerenleenbanken voor den Nederlandschen landbouwer overbodig zijn. Is deze conclusie juist? Inleider van dit onderwerp is de heer J. K. "Westerdijk van Uithuizermeeden. Met cijfers wordt aangetoond, dat de Duitsche boerenleenbanken niet zooveel ontvangen aan deposito- en spaargelden als zij aan voorschotten uitleenen. In België werken de boerenleenbanken veel meer als spaarbank dan als voorschotkas. Zoowel in Nederland als in België overtreffen bij de boerenleenbanken de deposito's verre de voorschotten. In Duitschland is het anders om. Toch gebruikt de Nederlandsche boer nog al eens duur geld in den vorm van voorschotten op suikerbieten, van rekening- courant met den winkelier enz. Een andere grond voor het weinig voorkomen van voor schotten ligt in den afkeer van den boeren stand voor het leenen van geld bij publieke instellingen. Liever dan tijdelijk geld te leenen, gaat hij een deel van zijn producten ontijdig verkoopen, of koopen op crediet. Dit kan langzaam anders worden. De behoefte aan voorschotten bestaat wel degelijk. De boeren leenbanken kunnen groot nut stichten door den boerenstand er aan te gewennen met haar in rekening-courant te treden en hen te leeren op commercieele wijze met geldzaken om te gaan. Aangenomen wordt, nadat instemming betuigd werd met de strekking en het doel der boerenleenbanken, en nadat de wenschelijkheid werd uitgesproken, dat men ook in deze streek boerenleenbanken zou op richten, met algemeene stemmen de volgende conclusie. In het feit, dat onze boerenleen banken veel meer deposito's ontvangen dan voorschotten uitleenen, ligt geen bewijs, dat zij voor den Nederlandschen landbouwer overbodig zijn. Het is wenscbelijk deze vereenigingen, mits goed bestuurd, zoo alge meen mogelijk te maken. Aan de orde stelt de voorzitter het vraagpunt De omvang en de oorzaken van het toenemend gebrek aan arbeidskrachten bij den landbouw. Door mr. C. Jt Sickesz wordt dit onder werp ingeleid. Het is een feit, dat een deel der landelijke bevolking meer en meer weg trekt naar de stedoD. Dit gebeurt zoowel hier als elders. Nu dreigt het gebrek aan arbeidskrachten voor den landbouw een groote ramp te worden. In sommige deelen van ons land denkt men er dan ook verder over groote boerenhofsteden in kleine te splitsen, omdat het groote bedrijf niet kan worden voortgezet, tenzij er zoons of dochters genoeg in het gezin aanwezig zijn om in het bedrijf te helpen. Aan middelen tot bestrijding van het gevaar, dat den landbouw dreigt, is nog niet ernstig gedacht. Toch is dit noodig. De inleider stelt voor, dat het Congres allereerst de wenschelijkheid uitspreke van het instellen van een onderzoek naar de ontvolking van het platteland, en ten tweede, dat het Congres besluite aan den Minister van "Water staat, Handel en Nijverheid een adres te richten, waarin op een enquête naar den aard en omvang der ontvolking wordt aan gedrongen. Uit de discussie bleek, dat tegen de voorstellen van den inleider geen van hen, die aan het belangrijk debat deelnamen, eenig bezwaar had. Door dr. G. W. Bruinsma uit Breda werd met statistische cijfers de eigenaardige loop van de bevolking op het platteland geteekend. De heer R. van Zwinderen Bakker van Kortezwaag merkt op, dat er in Friesland van ontvolking niets te bespeuren is, dat integendeel daar, vooral in Schoterland en Opsterland, overvloed van arbeidskracht is, zoodat hij het wenschelijk achtte, dat op het platteland arbeiders-stations werden opgericht. Tijdens de discussie verschijnt ter vergade ring de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, die door den voorzitter wordt verwelkomd. Hij ziet in diens aanwezigheid te dezer plaatse een blijk van zijn belang stelling in den landbouw, en een bewijs, dat de landbouwbelangen in den Minister een warm bevorderaar zullen vinden. Door den Minister werd geantwoord, dat het hem aan genaam was naar Zierikzee te komen met het sneller middel van vervoer, dat wij thans hier hebben, en dat de landbouw op hem kon rekenen, want zijn belangstelling daarvoor dagteekent reeds van ouden datum. Hierop werd het debat voortgezet, waar van het resultaat was, dat het Congres aannam de volgende conclusie: Het 54ste Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres, gehoord de beraadslagingen over dit onder werp, besluit bij de kennisgeving aan de regeering van den inhoud van het gesprokene in het bizonder de aandacht der regeering te vestigen op dit onderwerp, met den aandrang om van regeeringswege een officiëel onderzoek te doen instellen, waaruit zooveel feiten en gegevens kunnen worden verzameld, dat voldoende licht over deze vraag valt, en dus eerst daarna tot wegneming van de aan gewezene kwaal kan worden overgegaan. Benoemd wordt op voorstel van den heer S. C. Korteweg met acclamatie tot lid der vaste commissie van medebestuur Baron G. Senarclens de Grancy to Yucht, ter vervanging van dr. J. J. L. van Rijn, aan wien door den voorzitter in warme bewoordingen hulde wordt gebracht. Tot lid van den Raad van Bestuur in het Sloetfonds wordt benoemd de heer C. F. Cremer van Nijmegen. Ten aanzien van de plaats, waar het 55ste Landhuishoudkundig Congres zal gehouden worden blijft het bestuur, nu Apeldoorn na zich aangeboden te hebben, zich heeft teruggetrokkendiligent met toestemming van de vergadering. Aan de orde is thans het vraagpunt: Zijn door het rijk gesubsidieerde voederproeven in de gewone boerderij wenschelijk, en zoo ja, hoe zoude daaraan uitvoering kunnen gegeven worden. Inleider van dit onderwerp is de heer L. J. M. Koert van Middelburg. De gelegenheid voor uitgebreide proeven, die een zeer nauwlettend toezicht en weten schappelijke leiding behoeven, is zeer beperkt, en bepaalt zich tegenwoordig tot de proef- zuivelboerderij te Hoorn. Bovendien acht de inleider eenvoudige proeven van veel belang. Vooral ook, omdat bij voedingsproeven do talrijkheid kans op juiste gevolgtrekkingen biedt. Daarom acht hij het noodig in alle streken van ons land voederproeven te nemen op de gewone boerderijen. De inspecteur van landbouw, de heer F. B. Löhnis, toont aan, dat wat de heer Koert wenscht, reeds bestaat. Tengevolge van deze opmerking wordt de door den inleider voorgestelde conclusie gewijzigd, zoodat deze na haar aanneming thans luidtDoor het rijk gesubsidiëerde voederproeven in de gewone boerderij, onder deskundige leiding, zijn en blijven wenschelijk. Na de pauze stelt de voorzitter aan de ordo het vraagpuntHoe dient het landbouw onderwijs in zijn vollen omvang geregeld te worden. Door den heer G. A. Vorsterman van Oyen wordt dit onderwerp ingeleid. Na een zeer uitvoerig debat wordt de volgende resolutie aangenomenhet is gewenscht, dat de regeering voortga op den thans ingeslagon weg om het landbouwonderwijs zooveel mogelijk te brengen bionen het bereik van allen, die bij den landbouw betrokken zijn. Ten slotte wordt het vraagpuntIs een vertegenwoordiging van den landbouw nuttig en wenschelijk Zoo ja, welke is de meest wenschelijke organisatie. Door den heer H. M. Hartog, die dit vraagpunt heeft ingediend, wordt medegedeeld, dat hij het niet zal in leiden. Hjj heeft het slechts ter tafel gebracht, en de verschillende plannen eener landbouw- vertegenwoordiging aangestipt. De heer Van Namen van Zwijndrecht neemt alsnu de inleiding op zich. Het blijkt uit het gesprokene van dezen iuleider, dat deze het wenschelijk acht dat Kamers van Landboaw plaatselijk worden opgerioht en dat deze Kamers vertegen woordigers zenden naar de provincie. Men moet, zegt hij, van onderen af een organisatie in het leven roepen. De heer K. de Boer Cz. is van oordeel, dat, indien een wettelijke landbouwvertegenwoordigiDg in het leven werd geroepen, dit de dood zou zijn voor alle landbouwvereenigingen. De heer S. C. Korteweg meent, dat er volstrekt geen behoefte blijkt te bestaan aan een landbouw- vertegenwoordiging. Van een andere zijde wordt de vrees geopperd, dat de politiek de landbouwvertegenwoordiging zoude binnen sluipen. De heer K. de Boer Cz. stelt de volgende resolutie voor: Het Congres, overwegend, dat voor oen vruchtbare samenwerking van den staat en den landbouw een landbouwvertegen woordiging onnoodig is, gaat over tot de orde van den dag. Deze resolutie wordt met overgroote meerderheid van stemmen aan genomen. Hierop wordt, nadat de voorzitter den wensch had uitgesproken, dat de verrichte arbeid tot heil der landbouwers moge strekken, en nadat de heer S. C. Korteweg uit naam van de vaste leden zijn dank aan den voor zitter had gebracht voor zijn flinke, onpar tijdige leiding, het Congres gesloten. Indië. In het Soer. Ilbld. geeft de heer Van Kol eene beschrijving van de ellende in de nood lijdende streken van Samarang. Aan het slot van zijn beschrijving deelt hij ook een en ander mede over een door hem gebracht bezoek aan den regent van Demak. »De avond, in dat gelukkige gezin doorge bracht, zal ik nooit vergeten", schrijft bij. »Voor de eerste maal in mijn leven heb ik ten volle leeren beseffen wat er van den Javaan, man en vrouw, ware te maken, en hoe begunstigd wij zijn als koloniale mogend heid om over zulk volk te regeeren, hoe heerlijk Neerlands roeping zijn kan, als het zijn schoone taak met liefde en toewijding wilde vervullen. Hier zag ik een voorbeeld van den idealiseerenden invloed, die een goede Europeesche opvoeding kan hebben op telgen der Javaansche aristocratie, die daarom het specifiek Javaansche karakter niet be hoeven te verloochenen. Welk een liefde voor »haar" volk, welk een zucht naar wetenschap, loutering en veredeling werd daar gevonden. Zonder omhaal, in eenvoudige woorden, met echt Javaansche bescheidenheid werd ik deel genoot der edele plannen, die in deze meisjes hoofden werden gesmeed. »Het goede der Nederlandsche beschaving mocht ik overplanten op mijn volk". Haar hooge geboorte mocht geen voorwendsel zijn tot een leeg en doel loos bestaan, doch legde haar den plicht op door het aanwinnen van bekwaamheden zich nuttig te maken ton bate van haar volk. Die woorden, men voeldo het, kwamen uit het hart, een heerlijk ideaal stond haar voor oogen. Zij wilde een geheel andere levenstaak najagen dan de andere regenten-dochteren vooroordoelen afwerpen en ten voordeel strekken aan de vrouwen van het volk. Velerlei waren de plannen, groote gedachten diep gevoeld, doch volkomen bereikbaar waar zooveel liefde voor den Javaan in het harte woont, en zooveel moed aanwezig is om te trachten een heerlijk ideaal te bereiken. Moge de regeering worden bereid gevonden om dit edel pogen te steunen, het slagen zal een begiopunt kunnen worden der beschaving van den inlander". Transvaal. Pretoria, 21 Juni. Lord Milner heeft heden den eed afgelegd als gouverneur en opperbevelhebber van de Transvaal. Er zijn ook voorschriften gegeven vooreen uitvoerenden- en een wetgevenden raad, waarvan de leden benoemd zullen worden. Amerika. In den Amerikaanschen Staat Washington woedt een zeer hevige boschbrand. Een geheele landstreek staat in vlammen. Men vreest, dat er vele menschen zijn omgekomen. Men is ijverig bezig met pogingen tot behoud van de stad Enanclow, welke midden in de bedreigde streek ligt. De meeste inwoners dier stad zijn gevlucht met treinen van den Noord-Pacific-spoorweg. De treinen stoomden in snelle vaart door de brandende streek een tocht van 10 of 12 kilometer. Verscheidene passagiers stikten van den rook en bijna al de vrouwen vielen in zwijm op dien vreeselijken tocht. Op de Zuid-Carolina-spoorweglijn is bij Shelby een 250 voet lange en 75 voet breede houten brug ingestort, juist toen een personen trein er over reed. De machinist bemerkte, dat de brug bezweek. Daarom reed hij er met de grootst mogelijke snelheid over heen, zoodat de geheele trein er goed overkwam en alleen één personenwaggon en vier goederen waggons vernield werden. Één passagier werd gfdood en vier zijn zwaar gewond. Engeland. Londen, 24 Juni. Ingevolge de ongesteld heid van den koning is de kroningsplechtig heid voor onbepaalden tijd uitgesteld. De hofmaarschalk heeft van den koning bevel gekregen, uiting te geven aan zijn innig leedwezen over het feit, dat naar aanleiding van zijn ernstige ziekte de kroningsplechtigheid uitgesteld moet worden, zoodat alle feesten te Londen eveneens verdaagd moeten worden, doch de koning hoopt levendig, dat de feesten in de provincie zullen plaats vinden, zooals reeds vastgesteld was. Door den Britschen Sociaal-Democraten- bond is eeu open brief aan Koning Edward gericht, waarin Z. M. wordt aangespoord zich zijner Kroon waardig te toonen door te streven naar verbetering van den toestand zijns volks en naar hervormingen, ook in Indië, dat aan tivampyrisme" (uitzuiging) ten prooi is. »Als gij uw macht gebruikt", zoo besluit het schrijven, »om het welzijn der Engelschen in het vaderland te bevorderen en onze grootste bezitting in den vreemde van de uiterste ellende te redden, als gij uw best doet, vriendschapsbetrekkingen met vreemde landen te onderhouden en het dwaze en slechte Imperalisme tegen te gaan, dat een vloek voor onszelven en anderen is, dan kunt gij zonder twijfel veel goeds doen voor het volk, waarover gij geroepen zijt te regeeren en u in de geschiedenis een naam verwerven waarop de menschheid met eerbied en bewon- doring zal terugzien". Duitachland. Zaterdagmiddag werd het lijk van den koning van Saksen overgebracht van Sibyl- lenort naar Dresden. Bij het vervoeren van het lijk van het slot naar het station werd de stoet geopend door de troepen, die voor de rouwparade waren aangewezen. In rijtuigen volgden koning George, do koningin-weduwe en de overige vorstelijke personen. Aan beide zijden werd de lijkwagen door de jagerbataljons geflankeerd. Aan het station presenteerden de troepen het geweer en speelden de muziek korpsen koraalmuziek, terwijl het lijk in den wagen werd geplaatst. Om vier uur vertrok de trein, waarin ook de vorstelijke personen plaats namen, naar Dresden. Bij aankomst te Dresden (ruim negen uur in den avond) stonden de troepen en haie van het station naar de kerk, waarheen het stoffelijk overschot werd overgebracht, na een korte inzegening in een zaal van het station, door onderofficieren, terwijl de muziekkorpsen treurmuziek uitvoerden. De intocht van keizer Wilhelm in het oude Aken is Vrijdag buitengewoon geslaagd. Behalve door de keizerin en den kroonprins, werd Wilhelm vergezeld door een schitterend gevolg. Allereerst werd opgemerkt de rijks kanselier deze droeg de uniform van kolonel der huzaren, tot welken rang hij twee dagen tevoren door den keizer te Bonn was benoemd. Verder waren ook aanwezigveldmaarschalk Von Waldersee en luitenant-generaal Von Loc. Toen de gasten precies om kwart over twee het station binnenstormden begonnen alle kerkklokken te luiden en vielen allo muziekkorpsen in. Do stemming dor bevolking was zeer feestelijk en do bezoekers werden geestdriftig toegejuicht. Bij het keizer Wilhelm-gedenkteeken werd slechts kort halt gehouden, waarna de tocht naar de Munsterkerk word voortgezet. Na een redevoering van dr. Bellesheim werd de eerwaardige kroningskerk in oogenschouw genomen, waarbij vooral veel belangstelling werd betoond voor den historischen stoel van Karei den Groote, in welken alle later in de Munsterkerk gekroonde Duitsche keizers plachien plaats te nemen. Van de kerk gingen de keizer en de keizerin te voet naar het raadhuis, waar zij aan den ingang door den burgemeester Veltman werden ontvangen. In de keizerzaal van het raadhuis hield de burgemeester een welkomstrede. De keizer antwoordde met een lange rede voering over de historische beteekenis en de ontwikkeling van het Duitsche keizerschap en over den godsdienst als den grondslag voor het Duitsche staatsleven. Door de slechte accoustiek der zaal en het gedruisch daar buiten was het niet mogelijk, met eenige nauwkeurigheid het gesprokene wcêr te geven men zal dus moeten wachten op het ver schijnen van den officiëelen tekst van Wilhelm's rede in den Reichsanzeiger. Kort voor vijf verlieten de gasten de Keizerzaal" en begaven zich naar het station, waarop de trein op het bepaalde uur de bezoekers wegvoerde. Vooral de pogingen om door kleurige kleedordrachten aan de monigte een schilder achtig karakter te geven zijn uitmuntend geslaagd, terwijl ook het wcêr medewerkte. In den loop van den avond bracht de keizerlijke familie een bezoek aan Krupp, te villa uïlügel". BelgiS. Antwerpen, 24 Juni. De officieren van den Ilollandschen kruiser, die in de tweede helft der volgende maand alhier verwacht wordt, zullen uitgenoodigd worden tot deel neming aan alle feesten die 20, 21 en 22 Juli ter gelegenheid van het bezoek van den Shah van Perzië alhier, zullen plaats vinden. Naderlanrf. Utrecht, 23 Juni. Aangezien de heer Krüger thans niet langer Staatshoofd is, valt hij onder verplichtingen van ieder ingezetene van het Rijk en van de gemeente Utrecht, met betrekking tot de verschillende belastingen. De beschrijvingsbiljetten zijn dezer dagen te zijnen huize bezorgd. Numansdorp, 24 Juni. De 17-jarige D. Hinsert, wonende te Rotterdam, stoker bij de Rotterdamsche Tram, had Maandagmorgen de onvoorzichtigheid aan het gehucht Middel- sluis (gem. Numansdorp) het hoofd buiten de machine te stekenwaardoor hij met een telegraafpaal in 'aanraking kwam en wel zoo danig dat hij uit de machine werd geworpen. Bewusteloos werd hij opgenomen met bloedende hoofdwonden. De tram, die inmiddels gestopt had, nam hem mede naar Numansdorp, waar hij door dr. Flohil behandeld en vervolgens per tram weder naar Rotterdam vervoerd werd. Zierikzee, 25 Juni. De Minister van Waterstaat heeft benoemd tot buitengewoon opzichter van 1 Juli tot 31 Augustus: bij het bouwen van een schutsluis en andere kunstwerken bewesten Terneuzen met bijkomende werken II. M. W. Werker en C. Westenenck; bij het maken van twee slaishoofden en andere kunstwerken en het uitvoeren van grond- en andere werken beoosten Sas-van-Gent, H. L. Enthoven; en bij het bouwen van een bazaltmuur langs den Oostelijken kanaalarm te Terneuzen J. II. Levert. Nog zijn als zoodanig benoemd bijde gedeeltelijke vernieuwing van de houtenbrug over het Overlaatkanaal te Roermond G. Hoogerwaard; bij den bouw van een post en telegraafkantoor te IJsBelstein A. de Mooij A.Cz.en bij den bouw van een post- en telegraafkantoor te Leeuwarden A. Alberts. Met het oog op de veelvuldig voorkomende diefstallen aan de grenzen, heeft de Belgische regeering besloten in verschillende plaatsen langs de grens van Zeeuwsch-Vlaanderen brigaden gendarmen te leggen, die dan tevens dienst kunnen doen ter bestrijding van den smokkelhandel in vee. Duivendijke, 24 Juni. Bij de heden alhier gehouden verkiezing van 2 leden voor den gemeenteraad werd slechts 1 oandidatenlijst iögeleverd, bevattende de namen der aftre denden. Mitsdien zijn herkozen de heeren C. Boogerd en W. Ringelberg. Serooskerke. Bij enkele candidaatstelling zijn tot leden van den gemeenteraad herbe noemd de heeren L. de Oude en J. de Roo. Renesse. Heden werden bij candidaat stelling tot leden van den gemeenteraad her kozen de heeren S. de Bruijne en R. Steur. Burgh, 24 Juni. Bij de heden alhier ge houden verkiezing voor twee leden van den gemeenteraad zijn de aftredende leden de hh. C. van de Vate en W. Heule door den bur gemeester bij enkele candidaatstelling benoemd verklaard. Sirjansland. De collecte, alhier gehouden voor den gewapenden dienst, heeft opgebracht f 2,75 en te Oosterland f 12,75. St.-Filipsland, 24 Juni. Zaterdag zijn de leden der bier bestaande afdeeling van Volksweerbaarheid begonnen met schijfschieten op een daarvoor ingerichte schietbaan op het Kroukelschor. Geregeld zullen daar icderen Zaterdagnamiddag oefeningen in het schieten met scherpe patronen gehouden worden. De collecte voor den gewapenden dienst heeft alhier opgebracht f 5,095. Bij enkele candidaatstelling zijn de af tredende leden, de heeren Van Dijke, Van Eldik en Geelhoed, gekozen tot leden van den gemeenteraad. St.-Maartensdijk24 Juni. In eene gisteren gehouden vergadering van den ge meenteraad en het bestuur van het Water schap St.-Maartensdijk (gecombineerd) werd besloten tot bet aanbrengen eener nieuwe beschoeiing aan do haven, waardoor de ingang van de haven verbreed en de ligplaats voor schepen zal uitgebreid worden, mits ingelanden van den polder Oudeland bereid gevonden worden deel in de kosten van het te maken werk bij te dragen. Naar aanleiding van onderstaand in gediend adres aan het bestuur van het Waterschap St.-Maartensdijk werd heden alhier een vergadering gehouden van ingelanden van den polder Slabbecoome. Adres Aan het Bestuur van het Waterschap St.•Maartensdijk. Geven te kennen de ondergeteekenden, allen stem bevoegde Ingelanden of hunne wettelijke vertegen woordigers van den polder Slabbecoome (Waterschap St.-Maartensdijk); dat, toen in de jongst gehouden vergadering van Ingelanden van bovengenoemden polder ter sprake werd gebracht het volgens art. 102 van het Algemeen Reglement voor de polders of waterscliappen in Zeelatd bijdragen van de vroonen en vrijlanden in de buitengewone, ook dit jaar, volgens de begroo ting dienst ,aoa/ioo3 uit te moeren werken, door den Voorz'tter van de vergadering werd gezegddat daarvan geen sprake was en hun de gelegenheid tot verder debat eenvoudig werd afgesneden dat zij echter overtuigd blyven, dat hier wel degelijk genoemd art. 402 kan worden toegepast; dat zy om die reden op grond van art 58 van het bovengenoemd reglement, U mededeelen eene vergadering van Iogelanden van den polder Slabbe coome te verlangen en verzoeken, dat de Dykgraaf daartoe Ingelanden schriftelijk zal oproepen. 't Weik doende. St.-Maartensdijk, Juni 1902. Ter toelichting dezer kwestie diene, dat vroeger reeds besloten was tot het aan brengen van verdedigingswerken aan den zeedijk van genoemden polder, ter plaatse waar vroeger geen voldoend dijksverdedigings- werk bestond. In de nu heden gehouden ingelanden vergadering werd besproken of ook de vroonen en vrijlanden verplicht zouden worden bij te dragen in do kosten van genoemd werk. Ingelanden, die het adres (bovengenoemd) hadden onderteekend, meenden, dat 't onder havige werk is te beschouwen als een bij zondere maatregel in het belang van de zeewering, waarvan in art. 102 Algem. Regiem, sprake is. Er werd dan ook met 9 tegen 1 stem beslotendat de vroonen en vrijlanden verplicht zullen worden tot bijdrage in de kosten van genoemd werk. De vertegenwoordiger van de vroonlanden stemde tegen en verklaarde, dat hij protest zal aanteekenen tegen het genomen besluit. Poortvliet, 24 Juni. Bij de op heden gehouden verkiezing voor een lid van den gemeenteraad alhier, zijn uitgebracht 121 geldige stemmen, van onwaarde f», waarvan verkregen de heeren M. J. de Graaft1 02, M. K. Krijger 50 en J. van Zorge 9. Aldus gekozen de heer M. J. de Graaft'. Goes. Gedeputeerde Staten van Zeeland adviseeren aan de Prov. Staten om met ingang van 1903 het subsidie aan de Ambachtsschool alhier van f 1050 te brengen op f 1600 per jaar, als nl. de voorgenomen vergrooting der school in 1903 plaats heeft; als de vakken van onderwijs zijn timmerensmeden, schil deren en teekenen; als de gemeente Goes f 1050 en het Burgerlijk Armbestuur f300 subsidie vorleenen. Zondagavond gaf het muziekkorps der d.d. Schutterij te Middelburg, directeur dhr. Morks, een uitstekend geslaagd concert in den tuin der Sociëteit V. O. V. Een vrij talrijk aandaohtig luisterend publiek was aanwezig. L. G. Overbeeke, ondernemer van den omnibusdienst station Goes en het Wolfaarts- dijksche veer, heeft aan Gedep. Staten een jaarlijksch subsidie verzocht om den dienst te blijven voortzetten. Dit college adviseert hem f 250 per jaar toe te kennen, als hij eiken werkdag 3 maal vice versa rijdt, behalve op Dinsdag, wanneer 2 reizen voldoende zijn. Vermoedelijk zal nog al eenig bezoek uit Zuid-Beveland aan de tentoonstelling te Zierikzee ten deel vallen. Natuurlijk doet de gewone spoorboot eenige extra-reizen. Maar ook de »Admiraal de Ruyter" van Goes zal een buitengewone reis maken naar Zierikzee, en bovendien zijn Vrijdag met de »Zeelandia" van Hansweert een aantal bezoekers uit Oos telijk Zuid-Beveland te verwachten. De klerk-telegrafisten bij do Staats spoorwegen, M. D. ten Broeke te Goes en J. O. Dill te Breda, zullen met 1 Juli onderling van standplaats verwisselen. Arnemuiden, 23 Juni. In deze gemeente is eene afdeeling van het Groene Kruis op gericht, aanvankelijk met 36 leden. Vlissingen, 23 Juni. Met dezelfde mail boot, die de officieele missie uit Nederland naar de kroningsplechtigheid in Engeland overbracht, zijn gisterenavond ook daarheen vertrokken, voor persoonlijke aangelegenheden, de heeren Wessels en Grobler. Van andere zijde wordt het vermoeden uitgesproken dat dit wel in verband zou kunnen staan met het persoonlijk verlangen van beide heeren om naar Zuid-Afrika terug te keeron.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 2