mEUWSTIJDÜÏGEII
Uit Stad es Provincie.
don trein huiswaarts keerden. liet was eon
schoone, welgeslaagde avond.
Zitting van Woensdag 25 Juni.
De voorzitter heropent de vergadering, en
stelt na eenige mededeelingen gedaan te
hebben, aan de orde het vraagpuntHet is
gebleken, dat onze boerenleenbanken veel
meer deposito's ontvangen dan voorschotten
uitleenen. Sommigen zien hierin het bewijs,
dat boerenleenbanken voor den Nederlandschen
landbouwer overbodig zijn. Is deze conclusie
juist? Inleider van dit onderwerp is de heer
J. K. "Westerdijk van Uithuizermeeden. Met
cijfers wordt aangetoond, dat de Duitsche
boerenleenbanken niet zooveel ontvangen aan
deposito- en spaargelden als zij aan voorschotten
uitleenen. In België werken de boerenleenbanken
veel meer als spaarbank dan als voorschotkas.
Zoowel in Nederland als in België overtreffen
bij de boerenleenbanken de deposito's verre
de voorschotten. In Duitschland is het anders
om. Toch gebruikt de Nederlandsche boer
nog al eens duur geld in den vorm van
voorschotten op suikerbieten, van rekening-
courant met den winkelier enz. Een andere
grond voor het weinig voorkomen van voor
schotten ligt in den afkeer van den boeren
stand voor het leenen van geld bij publieke
instellingen. Liever dan tijdelijk geld te leenen,
gaat hij een deel van zijn producten ontijdig
verkoopen, of koopen op crediet. Dit kan
langzaam anders worden. De behoefte aan
voorschotten bestaat wel degelijk. De boeren
leenbanken kunnen groot nut stichten door
den boerenstand er aan te gewennen met
haar in rekening-courant te treden en hen te
leeren op commercieele wijze met geldzaken
om te gaan. Aangenomen wordt, nadat
instemming betuigd werd met de strekking en
het doel der boerenleenbanken, en nadat de
wenschelijkheid werd uitgesproken, dat men
ook in deze streek boerenleenbanken zou op
richten, met algemeene stemmen de volgende
conclusie. In het feit, dat onze boerenleen
banken veel meer deposito's ontvangen dan
voorschotten uitleenen, ligt geen bewijs, dat
zij voor den Nederlandschen landbouwer
overbodig zijn. Het is wenscbelijk deze
vereenigingen, mits goed bestuurd, zoo alge
meen mogelijk te maken.
Aan de orde stelt de voorzitter het vraagpunt
De omvang en de oorzaken van het toenemend
gebrek aan arbeidskrachten bij den landbouw.
Door mr. C. Jt Sickesz wordt dit onder
werp ingeleid. Het is een feit, dat een deel
der landelijke bevolking meer en meer weg
trekt naar de stedoD. Dit gebeurt zoowel
hier als elders. Nu dreigt het gebrek aan
arbeidskrachten voor den landbouw een groote
ramp te worden. In sommige deelen van
ons land denkt men er dan ook verder over
groote boerenhofsteden in kleine te splitsen,
omdat het groote bedrijf niet kan worden
voortgezet, tenzij er zoons of dochters genoeg
in het gezin aanwezig zijn om in het bedrijf
te helpen.
Aan middelen tot bestrijding van het gevaar,
dat den landbouw dreigt, is nog niet ernstig
gedacht. Toch is dit noodig. De inleider
stelt voor, dat het Congres allereerst de
wenschelijkheid uitspreke van het instellen
van een onderzoek naar de ontvolking van
het platteland, en ten tweede, dat het
Congres besluite aan den Minister van "Water
staat, Handel en Nijverheid een adres te
richten, waarin op een enquête naar den
aard en omvang der ontvolking wordt aan
gedrongen. Uit de discussie bleek, dat tegen
de voorstellen van den inleider geen van
hen, die aan het belangrijk debat deelnamen,
eenig bezwaar had. Door dr. G. W. Bruinsma
uit Breda werd met statistische cijfers de
eigenaardige loop van de bevolking op het
platteland geteekend.
De heer R. van Zwinderen Bakker van
Kortezwaag merkt op, dat er in Friesland
van ontvolking niets te bespeuren is, dat
integendeel daar, vooral in Schoterland en
Opsterland, overvloed van arbeidskracht is,
zoodat hij het wenschelijk achtte, dat op het
platteland arbeiders-stations werden opgericht.
Tijdens de discussie verschijnt ter vergade
ring de Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid, die door den voorzitter wordt
verwelkomd. Hij ziet in diens aanwezigheid
te dezer plaatse een blijk van zijn belang
stelling in den landbouw, en een bewijs, dat
de landbouwbelangen in den Minister een
warm bevorderaar zullen vinden. Door den
Minister werd geantwoord, dat het hem aan
genaam was naar Zierikzee te komen met het
sneller middel van vervoer, dat wij thans hier
hebben, en dat de landbouw op hem kon
rekenen, want zijn belangstelling daarvoor
dagteekent reeds van ouden datum.
Hierop werd het debat voortgezet, waar
van het resultaat was, dat het Congres
aannam de volgende conclusie: Het 54ste
Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres,
gehoord de beraadslagingen over dit onder
werp, besluit bij de kennisgeving aan de
regeering van den inhoud van het gesprokene
in het bizonder de aandacht der regeering te
vestigen op dit onderwerp, met den aandrang
om van regeeringswege een officiëel onderzoek
te doen instellen, waaruit zooveel feiten en
gegevens kunnen worden verzameld, dat
voldoende licht over deze vraag valt, en dus
eerst daarna tot wegneming van de aan
gewezene kwaal kan worden overgegaan.
Benoemd wordt op voorstel van den heer
S. C. Korteweg met acclamatie tot lid der
vaste commissie van medebestuur Baron G.
Senarclens de Grancy to Yucht, ter vervanging
van dr. J. J. L. van Rijn, aan wien door
den voorzitter in warme bewoordingen hulde
wordt gebracht.
Tot lid van den Raad van Bestuur in het
Sloetfonds wordt benoemd de heer C. F.
Cremer van Nijmegen.
Ten aanzien van de plaats, waar het 55ste
Landhuishoudkundig Congres zal gehouden
worden blijft het bestuur, nu Apeldoorn
na zich aangeboden te hebben, zich heeft
teruggetrokkendiligent met toestemming
van de vergadering.
Aan de orde is thans het vraagpunt: Zijn
door het rijk gesubsidieerde voederproeven
in de gewone boerderij wenschelijk, en zoo
ja, hoe zoude daaraan uitvoering kunnen
gegeven worden. Inleider van dit onderwerp
is de heer L. J. M. Koert van Middelburg.
De gelegenheid voor uitgebreide proeven,
die een zeer nauwlettend toezicht en weten
schappelijke leiding behoeven, is zeer beperkt,
en bepaalt zich tegenwoordig tot de proef-
zuivelboerderij te Hoorn. Bovendien acht de
inleider eenvoudige proeven van veel belang.
Vooral ook, omdat bij voedingsproeven do
talrijkheid kans op juiste gevolgtrekkingen
biedt. Daarom acht hij het noodig in alle
streken van ons land voederproeven te nemen
op de gewone boerderijen. De inspecteur van
landbouw, de heer F. B. Löhnis, toont aan,
dat wat de heer Koert wenscht, reeds bestaat.
Tengevolge van deze opmerking wordt de
door den inleider voorgestelde conclusie
gewijzigd, zoodat deze na haar aanneming
thans luidtDoor het rijk gesubsidiëerde
voederproeven in de gewone boerderij, onder
deskundige leiding, zijn en blijven wenschelijk.
Na de pauze stelt de voorzitter aan de
ordo het vraagpuntHoe dient het landbouw
onderwijs in zijn vollen omvang geregeld te
worden. Door den heer G. A. Vorsterman
van Oyen wordt dit onderwerp ingeleid. Na
een zeer uitvoerig debat wordt de volgende
resolutie aangenomenhet is gewenscht, dat
de regeering voortga op den thans ingeslagon
weg om het landbouwonderwijs zooveel
mogelijk te brengen bionen het bereik van
allen, die bij den landbouw betrokken zijn.
Ten slotte wordt het vraagpuntIs een
vertegenwoordiging van den landbouw nuttig
en wenschelijk Zoo ja, welke is de meest
wenschelijke organisatie. Door den heer H. M.
Hartog, die dit vraagpunt heeft ingediend,
wordt medegedeeld, dat hij het niet zal in
leiden. Hjj heeft het slechts ter tafel gebracht,
en de verschillende plannen eener landbouw-
vertegenwoordiging aangestipt. De heer Van
Namen van Zwijndrecht neemt alsnu de
inleiding op zich. Het blijkt uit het gesprokene
van dezen iuleider, dat deze het wenschelijk
acht dat Kamers van Landboaw plaatselijk
worden opgerioht en dat deze Kamers vertegen
woordigers zenden naar de provincie. Men
moet, zegt hij, van onderen af een organisatie
in het leven roepen. De heer K. de Boer Cz.
is van oordeel, dat, indien een wettelijke
landbouwvertegenwoordigiDg in het leven
werd geroepen, dit de dood zou zijn voor
alle landbouwvereenigingen. De heer S. C.
Korteweg meent, dat er volstrekt geen
behoefte blijkt te bestaan aan een landbouw-
vertegenwoordiging. Van een andere zijde
wordt de vrees geopperd, dat de politiek de
landbouwvertegenwoordiging zoude binnen
sluipen.
De heer K. de Boer Cz. stelt de volgende
resolutie voor: Het Congres, overwegend, dat
voor oen vruchtbare samenwerking van den
staat en den landbouw een landbouwvertegen
woordiging onnoodig is, gaat over tot de
orde van den dag. Deze resolutie wordt met
overgroote meerderheid van stemmen aan
genomen.
Hierop wordt, nadat de voorzitter den
wensch had uitgesproken, dat de verrichte
arbeid tot heil der landbouwers moge strekken,
en nadat de heer S. C. Korteweg uit naam
van de vaste leden zijn dank aan den voor
zitter had gebracht voor zijn flinke, onpar
tijdige leiding, het Congres gesloten.
Indië.
In het Soer. Ilbld. geeft de heer Van Kol
eene beschrijving van de ellende in de nood
lijdende streken van Samarang.
Aan het slot van zijn beschrijving deelt hij
ook een en ander mede over een door hem
gebracht bezoek aan den regent van Demak.
»De avond, in dat gelukkige gezin doorge
bracht, zal ik nooit vergeten", schrijft bij.
»Voor de eerste maal in mijn leven heb ik
ten volle leeren beseffen wat er van den
Javaan, man en vrouw, ware te maken, en
hoe begunstigd wij zijn als koloniale mogend
heid om over zulk volk te regeeren, hoe
heerlijk Neerlands roeping zijn kan, als het
zijn schoone taak met liefde en toewijding
wilde vervullen. Hier zag ik een voorbeeld
van den idealiseerenden invloed, die een
goede Europeesche opvoeding kan hebben op
telgen der Javaansche aristocratie, die daarom
het specifiek Javaansche karakter niet be
hoeven te verloochenen. Welk een liefde voor
»haar" volk, welk een zucht naar wetenschap,
loutering en veredeling werd daar gevonden.
Zonder omhaal, in eenvoudige woorden, met
echt Javaansche bescheidenheid werd ik deel
genoot der edele plannen, die in deze meisjes
hoofden werden gesmeed. »Het goede der
Nederlandsche beschaving mocht ik overplanten
op mijn volk". Haar hooge geboorte mocht
geen voorwendsel zijn tot een leeg en doel
loos bestaan, doch legde haar den plicht op
door het aanwinnen van bekwaamheden zich
nuttig te maken ton bate van haar volk.
Die woorden, men voeldo het, kwamen uit
het hart, een heerlijk ideaal stond haar voor
oogen. Zij wilde een geheel andere levenstaak
najagen dan de andere regenten-dochteren
vooroordoelen afwerpen en ten voordeel
strekken aan de vrouwen van het volk.
Velerlei waren de plannen, groote gedachten
diep gevoeld, doch volkomen bereikbaar waar
zooveel liefde voor den Javaan in het harte
woont, en zooveel moed aanwezig is om te
trachten een heerlijk ideaal te bereiken. Moge
de regeering worden bereid gevonden om dit
edel pogen te steunen, het slagen zal een
begiopunt kunnen worden der beschaving van
den inlander".
Transvaal.
Pretoria, 21 Juni. Lord Milner heeft
heden den eed afgelegd als gouverneur en
opperbevelhebber van de Transvaal. Er zijn
ook voorschriften gegeven vooreen uitvoerenden-
en een wetgevenden raad, waarvan de leden
benoemd zullen worden.
Amerika.
In den Amerikaanschen Staat Washington
woedt een zeer hevige boschbrand. Een
geheele landstreek staat in vlammen. Men
vreest, dat er vele menschen zijn omgekomen.
Men is ijverig bezig met pogingen tot
behoud van de stad Enanclow, welke midden
in de bedreigde streek ligt. De meeste
inwoners dier stad zijn gevlucht met treinen
van den Noord-Pacific-spoorweg.
De treinen stoomden in snelle vaart door
de brandende streek een tocht van 10 of
12 kilometer.
Verscheidene passagiers stikten van den
rook en bijna al de vrouwen vielen in zwijm
op dien vreeselijken tocht.
Op de Zuid-Carolina-spoorweglijn is bij
Shelby een 250 voet lange en 75 voet breede
houten brug ingestort, juist toen een personen
trein er over reed. De machinist bemerkte,
dat de brug bezweek. Daarom reed hij er
met de grootst mogelijke snelheid over heen,
zoodat de geheele trein er goed overkwam
en alleen één personenwaggon en vier
goederen waggons vernield werden.
Één passagier werd gfdood en vier zijn
zwaar gewond.
Engeland.
Londen, 24 Juni. Ingevolge de ongesteld
heid van den koning is de kroningsplechtig
heid voor onbepaalden tijd uitgesteld.
De hofmaarschalk heeft van den koning
bevel gekregen, uiting te geven aan zijn innig
leedwezen over het feit, dat naar aanleiding
van zijn ernstige ziekte de kroningsplechtigheid
uitgesteld moet worden, zoodat alle feesten te
Londen eveneens verdaagd moeten worden,
doch de koning hoopt levendig, dat de feesten
in de provincie zullen plaats vinden, zooals
reeds vastgesteld was.
Door den Britschen Sociaal-Democraten-
bond is eeu open brief aan Koning Edward
gericht, waarin Z. M. wordt aangespoord zich
zijner Kroon waardig te toonen door te streven
naar verbetering van den toestand zijns volks
en naar hervormingen, ook in Indië, dat aan
tivampyrisme" (uitzuiging) ten prooi is.
»Als gij uw macht gebruikt", zoo besluit
het schrijven, »om het welzijn der Engelschen
in het vaderland te bevorderen en onze
grootste bezitting in den vreemde van de
uiterste ellende te redden, als gij uw best
doet, vriendschapsbetrekkingen met vreemde
landen te onderhouden en het dwaze en slechte
Imperalisme tegen te gaan, dat een vloek
voor onszelven en anderen is, dan kunt gij
zonder twijfel veel goeds doen voor het volk,
waarover gij geroepen zijt te regeeren en u
in de geschiedenis een naam verwerven
waarop de menschheid met eerbied en bewon-
doring zal terugzien".
Duitachland.
Zaterdagmiddag werd het lijk van den
koning van Saksen overgebracht van Sibyl-
lenort naar Dresden. Bij het vervoeren van
het lijk van het slot naar het station werd de
stoet geopend door de troepen, die voor de
rouwparade waren aangewezen. In rijtuigen
volgden koning George, do koningin-weduwe
en de overige vorstelijke personen. Aan beide
zijden werd de lijkwagen door de jagerbataljons
geflankeerd. Aan het station presenteerden de
troepen het geweer en speelden de muziek
korpsen koraalmuziek, terwijl het lijk in den
wagen werd geplaatst. Om vier uur vertrok
de trein, waarin ook de vorstelijke personen
plaats namen, naar Dresden.
Bij aankomst te Dresden (ruim negen uur
in den avond) stonden de troepen en haie
van het station naar de kerk, waarheen het
stoffelijk overschot werd overgebracht, na een
korte inzegening in een zaal van het station,
door onderofficieren, terwijl de muziekkorpsen
treurmuziek uitvoerden.
De intocht van keizer Wilhelm in het
oude Aken is Vrijdag buitengewoon geslaagd.
Behalve door de keizerin en den kroonprins,
werd Wilhelm vergezeld door een schitterend
gevolg. Allereerst werd opgemerkt de rijks
kanselier deze droeg de uniform van kolonel
der huzaren, tot welken rang hij twee dagen
tevoren door den keizer te Bonn was benoemd.
Verder waren ook aanwezigveldmaarschalk
Von Waldersee en luitenant-generaal Von Loc.
Toen de gasten precies om kwart over
twee het station binnenstormden begonnen
alle kerkklokken te luiden en vielen allo
muziekkorpsen in.
Do stemming dor bevolking was zeer
feestelijk en do bezoekers werden geestdriftig
toegejuicht.
Bij het keizer Wilhelm-gedenkteeken werd
slechts kort halt gehouden, waarna de tocht
naar de Munsterkerk word voortgezet. Na
een redevoering van dr. Bellesheim werd de
eerwaardige kroningskerk in oogenschouw
genomen, waarbij vooral veel belangstelling
werd betoond voor den historischen stoel van
Karei den Groote, in welken alle later in de
Munsterkerk gekroonde Duitsche keizers
plachien plaats te nemen. Van de kerk gingen
de keizer en de keizerin te voet naar het
raadhuis, waar zij aan den ingang door den
burgemeester Veltman werden ontvangen.
In de keizerzaal van het raadhuis hield de
burgemeester een welkomstrede.
De keizer antwoordde met een lange rede
voering over de historische beteekenis en de
ontwikkeling van het Duitsche keizerschap
en over den godsdienst als den grondslag voor
het Duitsche staatsleven. Door de slechte
accoustiek der zaal en het gedruisch daar
buiten was het niet mogelijk, met eenige
nauwkeurigheid het gesprokene wcêr te geven
men zal dus moeten wachten op het ver
schijnen van den officiëelen tekst van Wilhelm's
rede in den Reichsanzeiger.
Kort voor vijf verlieten de gasten de
Keizerzaal" en begaven zich naar het station,
waarop de trein op het bepaalde uur de
bezoekers wegvoerde.
Vooral de pogingen om door kleurige
kleedordrachten aan de monigte een schilder
achtig karakter te geven zijn uitmuntend
geslaagd, terwijl ook het wcêr medewerkte.
In den loop van den avond bracht de
keizerlijke familie een bezoek aan Krupp, te
villa uïlügel".
BelgiS.
Antwerpen, 24 Juni. De officieren van
den Ilollandschen kruiser, die in de tweede
helft der volgende maand alhier verwacht
wordt, zullen uitgenoodigd worden tot deel
neming aan alle feesten die 20, 21 en 22
Juli ter gelegenheid van het bezoek van den
Shah van Perzië alhier, zullen plaats vinden.
Naderlanrf.
Utrecht, 23 Juni. Aangezien de heer
Krüger thans niet langer Staatshoofd is, valt
hij onder verplichtingen van ieder ingezetene
van het Rijk en van de gemeente Utrecht,
met betrekking tot de verschillende belastingen.
De beschrijvingsbiljetten zijn dezer dagen
te zijnen huize bezorgd.
Numansdorp, 24 Juni. De 17-jarige
D. Hinsert, wonende te Rotterdam, stoker bij
de Rotterdamsche Tram, had Maandagmorgen
de onvoorzichtigheid aan het gehucht Middel-
sluis (gem. Numansdorp) het hoofd buiten de
machine te stekenwaardoor hij met een
telegraafpaal in 'aanraking kwam en wel zoo
danig dat hij uit de machine werd geworpen.
Bewusteloos werd hij opgenomen met bloedende
hoofdwonden. De tram, die inmiddels gestopt
had, nam hem mede naar Numansdorp, waar
hij door dr. Flohil behandeld en vervolgens
per tram weder naar Rotterdam vervoerd
werd.
Zierikzee, 25 Juni.
De Minister van Waterstaat heeft
benoemd tot buitengewoon opzichter van 1
Juli tot 31 Augustus: bij het bouwen van
een schutsluis en andere kunstwerken bewesten
Terneuzen met bijkomende werken II. M. W.
Werker en C. Westenenck; bij het maken
van twee slaishoofden en andere kunstwerken
en het uitvoeren van grond- en andere werken
beoosten Sas-van-Gent, H. L. Enthoven; en
bij het bouwen van een bazaltmuur langs den
Oostelijken kanaalarm te Terneuzen J. II.
Levert.
Nog zijn als zoodanig benoemd bijde
gedeeltelijke vernieuwing van de houtenbrug
over het Overlaatkanaal te Roermond G.
Hoogerwaard; bij den bouw van een post
en telegraafkantoor te IJsBelstein A. de Mooij
A.Cz.en bij den bouw van een post- en
telegraafkantoor te Leeuwarden A. Alberts.
Met het oog op de veelvuldig voorkomende
diefstallen aan de grenzen, heeft de Belgische
regeering besloten in verschillende plaatsen
langs de grens van Zeeuwsch-Vlaanderen
brigaden gendarmen te leggen, die dan tevens
dienst kunnen doen ter bestrijding van den
smokkelhandel in vee.
Duivendijke, 24 Juni. Bij de heden alhier
gehouden verkiezing van 2 leden voor den
gemeenteraad werd slechts 1 oandidatenlijst
iögeleverd, bevattende de namen der aftre
denden. Mitsdien zijn herkozen de heeren
C. Boogerd en W. Ringelberg.
Serooskerke. Bij enkele candidaatstelling
zijn tot leden van den gemeenteraad herbe
noemd de heeren L. de Oude en J. de Roo.
Renesse. Heden werden bij candidaat
stelling tot leden van den gemeenteraad her
kozen de heeren S. de Bruijne en R. Steur.
Burgh, 24 Juni. Bij de heden alhier ge
houden verkiezing voor twee leden van den
gemeenteraad zijn de aftredende leden de hh.
C. van de Vate en W. Heule door den bur
gemeester bij enkele candidaatstelling benoemd
verklaard.
Sirjansland. De collecte, alhier gehouden
voor den gewapenden dienst, heeft opgebracht
f 2,75 en te Oosterland f 12,75.
St.-Filipsland, 24 Juni. Zaterdag zijn
de leden der bier bestaande afdeeling van
Volksweerbaarheid begonnen met schijfschieten
op een daarvoor ingerichte schietbaan op het
Kroukelschor. Geregeld zullen daar icderen
Zaterdagnamiddag oefeningen in het schieten
met scherpe patronen gehouden worden.
De collecte voor den gewapenden dienst
heeft alhier opgebracht f 5,095.
Bij enkele candidaatstelling zijn de af
tredende leden, de heeren Van Dijke, Van
Eldik en Geelhoed, gekozen tot leden van
den gemeenteraad.
St.-Maartensdijk24 Juni. In eene
gisteren gehouden vergadering van den ge
meenteraad en het bestuur van het Water
schap St.-Maartensdijk (gecombineerd) werd
besloten tot bet aanbrengen eener nieuwe
beschoeiing aan do haven, waardoor de ingang
van de haven verbreed en de ligplaats voor
schepen zal uitgebreid worden, mits ingelanden
van den polder Oudeland bereid gevonden
worden deel in de kosten van het te maken
werk bij te dragen.
Naar aanleiding van onderstaand in
gediend adres aan het bestuur van het
Waterschap St.-Maartensdijk werd heden alhier
een vergadering gehouden van ingelanden
van den polder Slabbecoome.
Adres
Aan het Bestuur van het Waterschap
St.•Maartensdijk.
Geven te kennen de ondergeteekenden, allen stem
bevoegde Ingelanden of hunne wettelijke vertegen
woordigers van den polder Slabbecoome (Waterschap
St.-Maartensdijk);
dat, toen in de jongst gehouden vergadering van
Ingelanden van bovengenoemden polder ter sprake
werd gebracht het volgens art. 102 van het Algemeen
Reglement voor de polders of waterscliappen in
Zeelatd bijdragen van de vroonen en vrijlanden in
de buitengewone, ook dit jaar, volgens de begroo
ting dienst ,aoa/ioo3 uit te moeren werken, door den
Voorz'tter van de vergadering werd gezegddat
daarvan geen sprake was en hun de gelegenheid
tot verder debat eenvoudig werd afgesneden
dat zij echter overtuigd blyven, dat hier wel
degelijk genoemd art. 402 kan worden toegepast;
dat zy om die reden op grond van art 58 van
het bovengenoemd reglement, U mededeelen eene
vergadering van Iogelanden van den polder Slabbe
coome te verlangen en verzoeken, dat de Dykgraaf
daartoe Ingelanden schriftelijk zal oproepen.
't Weik doende.
St.-Maartensdijk, Juni 1902.
Ter toelichting dezer kwestie diene, dat
vroeger reeds besloten was tot het aan
brengen van verdedigingswerken aan den
zeedijk van genoemden polder, ter plaatse
waar vroeger geen voldoend dijksverdedigings-
werk bestond.
In de nu heden gehouden ingelanden
vergadering werd besproken of ook de vroonen
en vrijlanden verplicht zouden worden bij te
dragen in do kosten van genoemd werk.
Ingelanden, die het adres (bovengenoemd)
hadden onderteekend, meenden, dat 't onder
havige werk is te beschouwen als een bij
zondere maatregel in het belang van de
zeewering, waarvan in art. 102 Algem.
Regiem, sprake is. Er werd dan ook met 9
tegen 1 stem beslotendat de vroonen en
vrijlanden verplicht zullen worden tot bijdrage
in de kosten van genoemd werk.
De vertegenwoordiger van de vroonlanden
stemde tegen en verklaarde, dat hij protest
zal aanteekenen tegen het genomen besluit.
Poortvliet, 24 Juni. Bij de op heden
gehouden verkiezing voor een lid van den
gemeenteraad alhier, zijn uitgebracht 121
geldige stemmen, van onwaarde f», waarvan
verkregen de heeren M. J. de Graaft1 02,
M. K. Krijger 50 en J. van Zorge 9.
Aldus gekozen de heer M. J. de Graaft'.
Goes. Gedeputeerde Staten van Zeeland
adviseeren aan de Prov. Staten om met ingang
van 1903 het subsidie aan de Ambachtsschool
alhier van f 1050 te brengen op f 1600 per
jaar, als nl. de voorgenomen vergrooting der
school in 1903 plaats heeft; als de vakken
van onderwijs zijn timmerensmeden, schil
deren en teekenen; als de gemeente Goes
f 1050 en het Burgerlijk Armbestuur f300
subsidie vorleenen.
Zondagavond gaf het muziekkorps der
d.d. Schutterij te Middelburg, directeur dhr.
Morks, een uitstekend geslaagd concert in den
tuin der Sociëteit V. O. V. Een vrij talrijk
aandaohtig luisterend publiek was aanwezig.
L. G. Overbeeke, ondernemer van den
omnibusdienst station Goes en het Wolfaarts-
dijksche veer, heeft aan Gedep. Staten een
jaarlijksch subsidie verzocht om den dienst te
blijven voortzetten. Dit college adviseert hem
f 250 per jaar toe te kennen, als hij eiken
werkdag 3 maal vice versa rijdt, behalve op
Dinsdag, wanneer 2 reizen voldoende zijn.
Vermoedelijk zal nog al eenig bezoek
uit Zuid-Beveland aan de tentoonstelling te
Zierikzee ten deel vallen. Natuurlijk doet de
gewone spoorboot eenige extra-reizen. Maar
ook de »Admiraal de Ruyter" van Goes zal
een buitengewone reis maken naar Zierikzee,
en bovendien zijn Vrijdag met de »Zeelandia"
van Hansweert een aantal bezoekers uit Oos
telijk Zuid-Beveland te verwachten.
De klerk-telegrafisten bij do Staats
spoorwegen, M. D. ten Broeke te Goes en J. O.
Dill te Breda, zullen met 1 Juli onderling
van standplaats verwisselen.
Arnemuiden, 23 Juni. In deze gemeente
is eene afdeeling van het Groene Kruis op
gericht, aanvankelijk met 36 leden.
Vlissingen, 23 Juni. Met dezelfde mail
boot, die de officieele missie uit Nederland
naar de kroningsplechtigheid in Engeland
overbracht, zijn gisterenavond ook daarheen
vertrokken, voor persoonlijke aangelegenheden,
de heeren Wessels en Grobler.
Van andere zijde wordt het vermoeden
uitgesproken dat dit wel in verband zou
kunnen staan met het persoonlijk verlangen
van beide heeren om naar Zuid-Afrika terug
te keeron.