Haagsche Brieven.
ook io het slagen van de teelt. Nahr wij
vernemen komt hier en daar reeds de «worm"
voor, d. i. in de gevormde bolletjes ontwikkelen
zich de maden van de grauwe uien vlieg, die
alles doen afsterven.
Biervliet, 12 Juni. De klaver veilingen
zijn dezer dagen aan de orde. Gemiddeld 00
gulden voor ééne snede per gemet wordt
besteed.
"Vooral de Belgen zijn krachtige koopers.
Woensdag, in den Kooingiunenpolder, kochten
de Belgen alle koopen op één na, tegen
prijzen van 60 tot 66 gulden.
Behalve goed gewas oefent de ligging aan
harde wegen een goeden invloed uit op de
prijzen.
Het vorige jaar heeft een Belgisch grond
eigenaar een hofstede alhier uit de hand
verkocht; eerstdaags zal weder een hofstede
van 50 Hectaren door een Belgischen grond
bezitter publiek verkocht worden.
K E O H T 8 Z i K E N.
l)e Tilfourgsche moordzaak in
hooger beroep.
's-Hertogenbosch, 11 Juni. Yan de
misdaden tegen het leven, die in de laatste
jaren ons volk met ontzetting hebben vervuld,
is de moord, in Augustus 1900 te Tilburg
gepleegd op het dochtertje van den fabrikant
Kessels, een der afschuwelijkste.
Wie kent niet de droevige feiten
Het blonde, elfjarig meisje verlaat 's morgens
te 10 uren het ouderlijk huis om even een
brief in de bus te doen en de muziekles af
te zeggen.
Yol levenslust huppelt zij dus langs den
weg; want zij zou dien dag uit rijden gaan.
Zij wisselt vriendelijke knikjes met de
voorbijgangers, die schik hebben in het lieve,
blozende kind.
Het laatst wordt zij gezien in de Industrie
straat, ter hoogte van het koffiehuis »de
Zwarte Ruiter" en de kerk het Heilige
Hart".
Binnen het kwartier kon zij terug zijn
maar zij keerde niet weer niemand wist waar
het schepseltje gebleven was, overal werd
gezocht door en op verzoek van de wanhopige
oudersde politie werd te hulp geroepon,
doch alles te vergeefschhet kind was ver
dwenen en tegen den namiddag was gansch
Tilburg er vol vaD, dat het dochtertje van
den heer Kessels vermoedelijk was ontvoerd.
In alle richtingen werd het onderzoek voort
gezet, gezocht in en om de kerk, totdat ruim
twee etmalen later het ontkleede lijkje van
het geschonden en daarna verworgde kind in
de gewelven van de kerk werd gevonden.
Er ging een rilling door het gansche land,
toen de bizonderheden van het laaghartig
misdrijf bekend werden.
Het natuurlijk rechtsgevoel riep om straf,
om wraak.
Maar wie was de perverse ellendeling, die
deze misdaad had gepleegd Door verschillende
aanwijzingen was de politie er vrij zeker van,
dat met het kind in de kerk iets had plaats
gehad. Vandaar dat de commissaris zelf her
haalde malen een nauwkeurig onderzoek
instelde in het gebouw. Op 24 Augustus
ontmoette de commissaris in de kerk den
schilder Mutsaers, die daar aan het werk was.
De commissaris vroeg hem mee te gaan om
te zoeken. Toen zeide Mutsaers juist van plan
te zijn geweest naar hem toe te komen. Hij
had geen rust of duur. Op het torentrapje
vertelde hij, dat de koster van Isterdael het
kind aangesproken en in de kerk gelokt had.
De koster had hem gevraagd te zwijgen,
maar dat kon beklaagde niet langer. De
commissaris verzocht den koster mee te gaan
naar den heer Kessels, waar hij hem in
tegenwoordigheid van pastoor Zinnicq Bergmann
arresteerde. De koBter bleef volkomen kalm
en ontkende.
Intusschen werd ook de schilder verhoord
en vertelde deze verder, dat de koster hem
een pakje gegeven had om weg te werpen,
achter het huis van den heer Kessels. Hij
nam het echter mee naar huis, zag dat het
bebloede kleertjes waren en den koster naar
de herkomst vragende, bekende deze doch
bezwoer hem te zwijgen.
Men zal zich herinneren, dat daarna het
pakje in de kist van Mutsaers is gevonden
en dat eerst later in den avond het lijkje is
gevonden.
Van dat oogenblik af werden beiden door
de Justitie voortdurend in verhoor genomen,
hunne verklaringen waren geheel met elkander
in strijd. Ten slotte werd ook Mutsaers in
hechtenis genomen. Een uitgebreide instructie,
die de Justitie heel wat zorgen gaf, werd
gevoerd en ten slotte Mutsaers verwezen naar
de openbare terechtzitting en van Isterdael
in vrijheid gesteld.
Op Woensdag 12 Juni 1901 dus bijna
tien maanden later werd met de openbare
behandeling voor de Rechtbank te Breda
aangevangen. Negen zittingen moesten aan
deze zaak gewijd worden niet minder dan
125 getuigen werden gehoord. Aan incidenten
en emoties was dit proces bizonder rijkmen
herinnert zich het getuigenis van het mysterieuse
oude vrouwtje uit Utrecht, dat geen eed
wilde doeD, omdat zij bij het sterfbed van
een jong maisje gezworen had te zwijgen,
maar met groote heftigheid Mutsaers als den
moordenaar aanweesdan ook het incident
met v. Isterdael, tegen wien op verzoek van
den verdediger Mr. Pels Rijcken, een voor-
loopig onderzoek wegens vermoedelijken
meineed werd bevolen (waarvan men later
niets meer vernomen heèft).
Ton slotte eischte het O. M., waargenomen
door Baron Speyaard van Woerden, die
beklaagde's schuld wettig en overtuigend
bewezon achtte, levenslange gevangenisstraf.
Mr. Pels Rijcken hield een warm en
schitterend pleidooi, waarin hij openlijk den
koster als den dader aanwees en met over
tuiging vrijspraak voor Mutsaers vroeg.
In de grootste spanoiog werd de uitspraak
te gemoet gezien 8 dagen later sprak de
Rechtbank Mutsaers vrij, bij gebrek aan
voldoende bewijzen, ofschoon overtuigd, dat
hij meer van de zaak wist, en gelastte zijne
onmiddellijke invrijheidsstelling. Daarmede was
de eerste phase van het moord-proces af
gesloten.
Maar evenmin als het rechtsgevoel van het
publiek bevredigd was, kon de openbare
aanklager zich neerleggen bij het vonnis der
Rechtbank.
Zooals de publieke opinie bleef gelooveu
dat er getuigen waren, die meer van de zaak
wisten dan zij wel gezegd hadden, hield het
O. M. vast aan de overtuiging van Mutsaers'
schuld.
Het O. M. ging in hooger beroep bij het
Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Het O. M. bij dat Hof nam de zaak
opnieuw ernstig onder handen, een nieuw
onderzoek werd ingesteld en de voorbereiding
duurde zoolaDg, dat meermalen geruchten de
ronde deden, dat van eene behandeling in
appèl was afgezien.
Ten slotte bleek dit toch echter niet het
geval te zijn en heden, op twee dagen na een
jaar later, zal Mutsaers, die intusschen gehuwd
is en kalm in Tilburg zijn beroep uitoefent,
opnieuw terechtstaan als beklaagd van deze
afschuwelijke misdaad.
Het Hof is voor deze zaak samengesteld
als volgt:
Mr. C. F. G. de Menthon Bake, president.
RaadsheerenMrs. F. X. Verheijen, H. G. P.
Kolfschoten, A. H. Sassen, Jhr. Mr. O. de
Marees van Swinderen, Jhr. Mr. A. F. O.
van Sasse van Ysselt.
Subsituut-griffierMr. J. F. Ingen-Housz.
Het O. M. zal worden waargenomen door
den advocaat-generaal Mr. J. Ph. Castendijk.
Als verdediger van den beklaagde Mutsaers
zal ook thans optreden Mr. F. E. Pels
Rjjcken, advocaat-procureur te Breda.
Er zijn 96 getuigen gedagvaard.
De behandeling op Donderdag bracht nog
weinig licht in deze zaak.
De houding van Mutsaers was bescheiden,
maar beslist ontkennend.
De koster van Isterdael, thans weder als
getuige gehoord, werd door den beklaagde
en verschillende getuigen tegengesproken.
Beslist ontkende hij de bewering van den
beklaagde omtrent de kleertjes van het slacht
offer, die hij zeide nooit in zijn bezit te
hebben gehad.
Een zeer talrijk publiek woonde do
zitting bij.
Bij de getuigenverhooren doen zich ver
schillende verklaringen hooren over het zien
branden van licht in den toren of door de
drie achterste ramen aan den kant der straat.
Ééne getuige, mej. Vrients, verklaarde dat
zij Mutsaerds Vrijdagavond heeft hooren ver
tellen, dat bij het kind van beneden naar
boven heeft zien brengen. Eene andere getuige,
Soentjens, verklaart, dat zij uit den mond
van Mutsaers heeft opgeschreven, dat hij
gezien had, dat de koster het kind Daar boven
had gesleept.
Getuige Vrients ontkent dit en de beklaagde
zegt, dat hij wel met de moeder van getuige
heeft gesproken, doch hij weet niet meer wat
hij gezegd heeft.
De zitting is daarop geschorst tot Vrijdag
morgen.
KEBKNIEUW8.
Bedankt voor het beroep naar de Herv.
gemeente te Melissant, door ds. J. Kroneman
te Garrelsweer,
Op het vijfde zomerfeest van den ring
van Chr. Jongelingsvereenigingen in Zeeuwsch-
Vlaanderen, westelijk deel, te houden op 3
Juli a s. te Groede, zal als spreker optreden
de heer J. Zalman van Rotterdam, overhet
zwerven der uitlandsche Joden.
Nieuwerkerk. Volgens de ter visie
liggende rekening van de inkomsten en uit
gaven der Ned. Herv. gemeente alhier over
1901 beliepen de uitgaven f 1066,72s en de
inkomsten (met inbegrip van goed slot vorig
dienstjaar) f 1542,64; zoodat het goed slot
voor 1901 bedraagt f 475,915.
De gemeentelijke zendiDgsdag te Oost-
Kapelle is nader bepaald op 23 Juli a.s.
Het feest der Christelijke Jongelings-
Vereeniging, 26 Juni te Goes, zal 's namiddags
om 2 uur geopend worden door ds. R. J.
v. d. Veen te Goes. Ds. Visser van
Wolfaartsdijk zal spreken over «Streven en
Leven", ds. Laman van Kruiningen over
«Kracht, het sieraad van den jongeling", de
heer Marmelsteijn van Amsterdam over «Iets
uit de werkelijkheid", ds. Lindeboom van
Bolnes over «des jongelings liefdeleven".
Ds. Lelyveld zal het feest sluiten.
Door kerkvoogden en notabelen der
Ned. Herv. kerk te Bruinisse is besloten tot het
maken van eene hulpkerk, waarvan het zetten
is opgedragen aan den heer M. Krijger.
Tot dagelyksch opzichter bij de kerk ver
bouwing is benoemd de heer van Dalfsen te
Scherpenisse.
PREDIK.]
in onderstaande Gemeenten van
Zondag 15
Da Geref. Kerk te Zierikzee:
's Voorm. tien ure en 's avonds zes ure: ds. Esselink.
Cat. Zondag 34.
Herv. Kerk te Kerkwerve
's Voorm. half tien ure: de heer Lauwer se. cand. te
Utrecht.
Herv. Kerk te Serooskerke:
's Voorm. half tien ure: ds. Mossel.
Herv. Kerk te Burgh:
's Voorm. half tien ure: ds. De Jayher.
Ilerv. Kerk te Renesse:
's Voorm. half tien ure: ds. Kapteyn.
Herv. Kerk te Noord welle:
Geen dienst.
Herv. Kerk te Haamstede:
's Nam. twee ure: ds. De Leur van Eikerzee.
Geref. Kerk te Haamstede:
's Voorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds. Koolstra.
Herv. Kerk te Eikerzee:
's Voorm. ha'f tien ure: ds. De Leur.
Geref. Kerk te Eikerzee:
's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure: ds. Raman.
Herv. Kerk te Brouwershaven:
's Voorm. half tien ure: ds. E. v. d. Broek, pred. te
Wervershoof.
Geref. Kerk te Brouwershaven:
's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ureLeesk.
Herv. Kerk te Zonnemaire:
's Voorm. half tien .ure: ds. Zeeman. (Herdenking van
Zijn WelEerw. 40-jarige ambtsbediening in deze gemeente).
Geref. Kerk te Zonnemaire:
's Voorin. 9.30 ure; 's nam. 2 ure en 's avonds 6
ure: ds. Geerling van Brouwershaven.
Herv. Kerk te Noordgouwe:
's Nam. twee ure: ds Kapteyn van Renesse.
Herv. Kerk te Dreischor:
's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure: ds.
A. Burger.
O N D E B W IJ S.
Bonoemd tot onderwijzeres te Wemeldinge
mej. J. M. Boone te Eindhoven, zijnde no. 4
van de voordracht, waarop nog voorkwamen
de dames F. Baetens te Ierseke en C. Panny
te Krabbendijke.
Door den heer A. J. de Blinde van
Middelburg is aan de rijks universiteit te
Leiden met goed gevolg het 2de natuurkundig
examen afgelegd.
-- Benoemd tot onderwijzeres te Wemel
dinge, mej. Boone uit Eindhoven.
Op de voordracht voor onderwijzeres
aan de openb. school te Eede komen voor
de dames L. de Pauw te Terneuzen, Rossen
berg te Driewegen, van Oosten te Aarden
burg en Smit te Uithuizen.
De heer J. Deuzeman, hoofd eener rijks
lagere school te Frederiksoord, vroeger te
Oosterland, komt als no. 2 voor op de voor
dracht voor hoofd eener school te Winschoten.
De hoer W. Kosten, leeraar in het
boekhouden aan de R. H. B. S. te Goes en
te Middelburg en tot dusver tijdelijk leeraar
aan de R. H. B. S. te Bergen-op-Zoom, is
met iDgaDg vaa 1 September 1902 tot
definitief leeraar aan laatstgenoemde inrichting
benoemd.
Noordgouwe, 12 Juni. De afdeeling
Oost-Schouwen van het Ned. Ond. Gen.
heeft in hare vergadering van 11 Juni j.l.
met algemeone stemmen adhaesie betuigd aan
de motie van de afdeeling West-Schouwen,
luidende
De afdeeling West-Schouwengelezen
de motie van de afdeeliDg Duiveland om
leerlingen boven de 10 jaar, gedurende de
zes zomermaanden, vrij te stellen van de
leerplichtwet, ziet daarin afbreking der
genoemde wet en spreekt hare verbazing uit,
dat onderwijzers, bekend met plattelands
toestanden, zulk een motie kunnen aannemen.
Zij drukt daarentegen als hare meening
uit, dat de wet dient gehandhaafd te blijven
en 't wenschelijk zou zijn, werkgevers, die
leerplichtige kinders in dienst nemen, strafbaar
te stellen.
Tot afgevaardigde naar de algemeene
vergadering van het Genootschap, in Juli te
Leiden te houden, werd gekozen do heer
H. Boogaards te Kerkwervetot plaats
vervanger de heer A. Prinse te Noordgouwe.
rost en Telegrafie.
Wissenkerke. Tot postbode Wissenkerke-
Cortgene is benoemd met ingang van 1 Juli
H. Filius, thans postbode van Goes op
's-Gravenpoldcr. Door deze benoeming zal
de bodeloop door twee boden bediend worden.
VISS€H EBIJ-BEmCHTEN.
Bruinisse, 13 Juni 1902.
Mosselen. In de vorige week zijn ver
zonden naar Antwerpen 450 tondie
verkocht zjja voor f 1.80 ft f 2 40 per ton;
naar Mochelen 200 ton, prijs f 2.10 per
tonnaar de markt te Brussel 580 ton,
waarvan de prijzen waren van 20 tot 30 ct.
de mand; de vraag was echter nog gering,
daar door het gure weer de mossel nog niet
goed van visch is.
Mosselzaad. Aangevoerd van de Zuiderzee
7000 ton, prijs 70 ets. per ton.
Oesters. De grooi op de banken is
aanvankelijk goedwenschelijk is hot voor
de pachters dat de verwachting niet beschaamd
moge worden, daar vele millioenen zijn
uitgezaaid.
Dankbetuiging van H. 91. «Ie Koningin.
De directeur van het Kabinet der Koningin
brengt ter algemeene kennis, dat hij van
H. M. de Koningin een schrijven heeft
ontvangen, waaraan hij openbaarheid wenscht
JEURTEN
Jchouwen en Duiveland.
Juni 1 O O 2.
Chr. Geref. Kerk te Zierikzee:
's Voorm. 9.30 ure: 's nam. 2 ure en 's avonds G
ure: ds. Weasels.
Herv. Kerk te Ouwerkerk:
's Voorm. half tien ure: ds. Kunst.
Herv. Kerk te Nieuwerkerk:
's Voorm. 9.30 ure en 's nam 2 ure: ds. v. d Linden.
Geref. Kerk te Nieuwerkerk:
's Voorm. 9.30 ure; 's nam. 2 ure en 's avonds 5.30
ure: Leeskerk.
Oud-Geref. Kerk te Nieuwerkerk:
's Voorm. 9 ure; 's nam. 2 ure en 's avonds 515
ure: Leeskerk.
Herv. Kerk te Oosterland:
's Voorm. 9.30 ure en 'snam. 2 ure: dr. G. Smit
Gerei. Kerk te Oosterland:
's Voorm. 9.30 ure en 's nam. 2 ured?. C. Staal
's avonds G ure: Leesk.
Herv. Kerk te Sirjansland:
's Voorm. half tien ure: Leeskerk en 'snam twee
ure: ds. Kunst van Ouwerkerk.
Herv. Kerk te Bruinisse:
's Voorm. 9.30 ure en 's nam. 2 ure: ds. Waarden-
burg.
Geref. Kerk te Bruinisse
's Voorm. 9.30 ure en 's avonds 5 ureLeeskerk.
Oud-Geref. Kerk te Bruinisse:
's Voorm. 9 ure's nam. 2 ure en 's avonds 5 ure:
Leeskerk.
Evangelisatie Bruinisse
's Voorm. 9.30 ure tn 'snam. 2 ure: Gewone dienst-
Evangelisatie Jeruël II:
'sVooim. 10 ure; 'snam. 3 ure en 's avonds 8 ure
sprekers: Het Bestuur.
te geven, door het in zijn geheel bekend te
maken door middol van de Nederlandsche
Staatscourant.
's-Gravenhage, 10 Juni 1902.
P. J. VEGELIN.
«net Loo, 9 Juni 1902.
Gedurende Mijne ziekte mocht Ik zoo
tallooze blijken van deelneming ontvangen,
dat het Mij niet mogelijk is geweest aan
een ieder afzonderlijk Mijnen dank te doen
overbrengen.
Ik verzoek U Hoogwelgeboren daarom,
langs dezen weg, aan allen die in de droevige
dagen Mijner ziekte en bij Mijn aanvankelijk
herstel van hun deelneming hebben blijk
gegeven, Mijn oprechten dank over te brengen
en Mijne diepgevoelde erkentelijkheid te
betuigen.
Dit hernieuwd bewijs van de liefde en
gehechtheid van Mijn volk heeft Mij diep
getroffen.
(Get.) WILHELMINA.
Aan
den heer Directeur van het Kabinet der
Koningin te 's-Gravenhage".
H. M. de Koningin kwam Dinsdagmiddag
om 5 uur met H. M. de KoniDgin-Moeder
en gevolg te Balduinstein aan, waar Zij
verwelkomd werden door den Vorst van
Waldeck, die denzelfden middag daar ge
arriveerd was.
In een open rijtuig met vier paarden
bespannen, reden H. H. M. M. door de
versierde plaats naar Schaumburg, onder
hartelijke toejuichingen van ingezetenen en
vreemdelingen, waaronder vele Hollandsche
badgasten uit Ems en Nassau.
H. M. de Koningin stelt Zich voor, een
4-tal weken op Schaumburg te blijven.
Voedergewassen en Kalibemesting.
Wanneer het met de suikerprijzen Diet
beter gaat, zal er in vele streken, waar men
tot nu toe zeer veel suikerbieten verbouwde,
allengs een niet zeer onbelangrijke wijziging
in den landbouw komen. Wanneer er min
der suiker geproduceerd wordt, dus minder
bieten verwerkt worden en bijgevolg minder
pulp den landbouwers ten dienste staat, zal
men het verschijnsel, dat zich dit jaar zal
voordoen, zich hier herhalen en in niet ge
ringere afmetingen. Er worden n.l. dit jaar
in zeer veel streken minder bieten verbouwd
dan vorige jaren. Minder bieten, minder
pulp. De plaats, die vroeger door de suiker
bieten werd ingenomen, is voor zooverre zij
vrijkwam, dan ook gedeeltelijk ingenomen door
voedergewassenmet name door mangel-
wortels, aardappels enz. Bij deze voeder
gewassen, vooral bij mangel wortels, zal men
bij de nieuwe wijze van doen, er aan moeten
denken, dat zij den grond op zeer eenzijdige
manier van voedingsstoffen berooven en zich
in 't algemeen tot den bodem anders ver
houden dan do suikerbieten. Wanneer een
gemiddelde oogst van suikerbieten 104 K.G.
Kali uit den grond haalt, dan berooft een
gemiddelde oogst van mangelwortels den
bodem van 240 K G. Kali, dus van meer
dan tweemaal zooveel. De mangelwortels
voeden zich in het begin van hun groeiperiode
met gemakkelijk opneembare Kali verbindingen,
en in hun later leven nemen zij ook de
moeilijk oplosbare Kaliverbindingen tot zich.
De Kalirijke grondon worden door den verbouw
van mangelwortels meer van Kaliverbindingen
beroofd dan bij eenig ander gewas.
Doch er is meer. De suikerbieten kregen
bijna op alle boerlenjen stalmest, ja soms al
don stalmest, die aanwezig was. Zal dat bij
de mangelwortels ook zoo zijn? Waarschijnlijk
niet. De stalmest zal voor de hoofdgewassen,
granen, enz. bewaard worden. Al blijft dan
ook de Kali, door do mangelwortels uit den
grond gehaald, op de boerderij ook bij
suikerbieten kwam zij gedeeltelijk in den vorm
van pulp en bietenbladen terug de grond,
die de mangelwortels moet voortbrengen, zal
die Kali niet krijgen. Het zal dus een
gebiedende eisch worden, dat men, wil men
deze manier van verbouwen kunnen volhouden,
de mangelwortels een afzonderlijke en directe
kalibemesting geve, ook zelfs op die gronden,
welke als kalivrij bekend staan, b.v. de klei
gronden. In de vruchtopvolging zullen deze ge
wassen in de eerste plaats in aanmerking komen
voor een bemesting met Kaïniet (carnalliet)
of eenig gezuiverd Kalizout. De Kali, hier
gegeven, komt dan indirect het gewas ten
goede, dat den stalmest ontvaDgt.
's-Gravenhage, 12 Juni 1902.
Zóó is de Tweede Kamer dan toch uiteen
gegaan. Ze had evengoed nog een tijdje bijeen
kunnen blijven, al was het slechts om over
het nieuwe pantserschip te spreken, waarmede
de Minister van Marine onze vloot wil ver
rijken. Wel is de Minister met dat schip in
eens van gedachten veranderd, want bij de
begrooting was er sprake van materieel voor
de binnenlandsche verdediging, en nu is dit
in een groot schip voor den algemeenen dienst
veranderd, maar aan dergelijke wentelingen
in de marine-voorstellen zijn wij gewoon
geraakt, sedert de Tweede Kamer vooral
telkens, bij elke aanvrage, oppositie voert. De
Marinè-ministers moeten zich in alle bochten
wringen om er iets door te krijgen. Het is
dus wel te verwachten, dat ook dit voorstel
aanleiding zal geven tot uitvoerigen strijd, en
deze is nu voorloopig ingezouten tot September.
Wanneer in September? Dat is de vraag. Naar
den wensch van velen zou de Kamer in de
eerste dagen van September weer bijeenkomen
om de invoeringswet van art. 75 der Onge
vallenwet (de raden van beroep) te behandelen.
Die regeling is indertijd niet opgenomen in de
Ongevallenwet zelve, teneinde de aanneming
daarvan niet te belemmeren, en nu ten slotte
dreigt ze toch een belangrijk oponthoud in de
uitvoering der Ongevallenwet te zullen geven.
Want tengevolge van de ellenlange discussiën
over de militaire straf- en tuchtwetten heeft
de Minister van Justitie geen gelegenheid
gehad zich te wijden aan deze regeling van
de beroepsraden, of liever aan het Kamerverslag,
dat daaromtrent is uitgebracht, en dat van
grooten omvang moet zijn. Het eerst zullen de
Ministers over dat verslag zich kunnen beraden
en overleg plegen met de Commissie van
Voorbereiding. Gegeven den langen duur der
zitting en den zomer, die eindelijk schijnt te
willen aanbreken, is het zeer twijfelachtig, of
het overleg binnen een week of zes, zeven
gereed zal komen. En toch dan alleen nog is
er kans voor een Septemberzitting vóór de
sluiting. De leden zelf moeten zich toch
behoorlijk kunnen voorbereiden, en nagaan,
wat hun te doen staat.
Wanneer men nagaat, wat door de Tweede
Kamer in het nu waarschijnlijk geëindigde
zittingstijdperk is gereed gemaakt, dan kan men
nu juist niet roemen over de groote verscheiden
heid. 't Was bijna alles militair, wat tot stand
is gebracht, en daaronder de zeker zeer
gewichtige militaire straf- en tuchtwetten, die
desniettemin nu juist niet vallen in den alge
meenen smaakeerstens om hun militair
karakter, en secundo, omdat er toch nog veel
in is gebleven wat met het gewone rechts
gevoel niet is overeen te brengen.
Ongedaan is gelaten de quaestie der opleiding
van de Indische ambtenaren. Het desbetreffend
ontwerp is ten slotte zelfs ingetrokken, en de
Indische ambtenaren zullen nu weer opgeleid
worden naar het oude recept, dat voorheen
zeer goede resultaten gaf, doch nu minus de
speciale Delftsche school, die de vorige Minister
van Koloniën stilletjes heeft laten opheffen,
zoodat er nu ten slotte wel plaatsen te ver
vullen zijn, maar alle leerlingen naar Leiden
moeten om aan de universiteit hun wijsheid
op te doen.
Wat baten nu zulke hervormingen? Denkt
men daarmede Indië te helpen. In elk geval
is het gelukkig, dat de wonderlijke opleidings
plannen van den tegenwoordigen Minister
neelemaal de doos zijn ingegaan, en in zoover
valt er niet te treuren.
Den laatsten dag van het bijeenzijn der
Kamer heeft deze nog een zeer belangwekkend
debat gevoerd over een zaak van een brug-
verhooging over het Noordzeekanaal, belangrijk
vooral om het verschil van inzicht, dat zich
openbaarde tusschen den Minister de Marez
Oyens en diens voorganger, onder wien hij als
chef van de afd. Handel en Nijverheid gediend
had. Het schijnt, dat hij in die hoedanigheid
door Minister Lely niet is gehoord over de
hoogte der Heinbrug en dat hijMinister
geworden, zich nu geroepen achtte een andere
opinie dan zijn voorganger te moeten voor
staan en met talent, het moet erkend
worden te verdedigen.
De vraag, of een nieuwe brug niet ten koste
van eenige tonnen gouds liever terstond hooger
moest worden gemaakt dan haar te maken op
een hoogte, waarvan men zeker weet, dat ze
onvoldoende is voor een groot getal schepen,
die vraag hoe eenvoudig ook schijnbaar
hing samen met de ontwikkeling van de
geheele scheepvaart, de kleine en de groote,
eu gaf dus aanleiding tot beschouwingen over
alle types van schepen, nu en in de toekomst.
Terwijl de tegenwoordige Minister volhield,
dat zelfs bij een brug van 12 M. hoogte dan
alleen de bestaande groote schepen er onder
door zouden kunnen varen, als ze masten en
schoor8teenen verkleinbaar maakten, en het
bewijs, dat zij dat doen zouden, niet te ver
krijgen was, beweerde èn de oud-minister
Lely, èn de heer Hubrecht, én de heer Conrad,
dat reeds nu een groot getal schepen onver
anderd zouden kunnen doorvaren onder de
12 M. hooge brug, terwijl de toekomst van de
scheepvaart deed voorzien, dat de mode van
hooge schoorsteenen en masten zou vervallen
om plaats te maken voor zee-sleeptreinen,
waarvan de lichters zeer lage masten zouden
hebben. Het meest opmerkelijke van deze
geheele discussie was, dat de Minister bij
niemand van de rechterzijde steun vond, maar