Haagsche Brieven. ook io het slagen van de teelt. Nahr wij vernemen komt hier en daar reeds de «worm" voor, d. i. in de gevormde bolletjes ontwikkelen zich de maden van de grauwe uien vlieg, die alles doen afsterven. Biervliet, 12 Juni. De klaver veilingen zijn dezer dagen aan de orde. Gemiddeld 00 gulden voor ééne snede per gemet wordt besteed. "Vooral de Belgen zijn krachtige koopers. Woensdag, in den Kooingiunenpolder, kochten de Belgen alle koopen op één na, tegen prijzen van 60 tot 66 gulden. Behalve goed gewas oefent de ligging aan harde wegen een goeden invloed uit op de prijzen. Het vorige jaar heeft een Belgisch grond eigenaar een hofstede alhier uit de hand verkocht; eerstdaags zal weder een hofstede van 50 Hectaren door een Belgischen grond bezitter publiek verkocht worden. K E O H T 8 Z i K E N. l)e Tilfourgsche moordzaak in hooger beroep. 's-Hertogenbosch, 11 Juni. Yan de misdaden tegen het leven, die in de laatste jaren ons volk met ontzetting hebben vervuld, is de moord, in Augustus 1900 te Tilburg gepleegd op het dochtertje van den fabrikant Kessels, een der afschuwelijkste. Wie kent niet de droevige feiten Het blonde, elfjarig meisje verlaat 's morgens te 10 uren het ouderlijk huis om even een brief in de bus te doen en de muziekles af te zeggen. Yol levenslust huppelt zij dus langs den weg; want zij zou dien dag uit rijden gaan. Zij wisselt vriendelijke knikjes met de voorbijgangers, die schik hebben in het lieve, blozende kind. Het laatst wordt zij gezien in de Industrie straat, ter hoogte van het koffiehuis »de Zwarte Ruiter" en de kerk het Heilige Hart". Binnen het kwartier kon zij terug zijn maar zij keerde niet weer niemand wist waar het schepseltje gebleven was, overal werd gezocht door en op verzoek van de wanhopige oudersde politie werd te hulp geroepon, doch alles te vergeefschhet kind was ver dwenen en tegen den namiddag was gansch Tilburg er vol vaD, dat het dochtertje van den heer Kessels vermoedelijk was ontvoerd. In alle richtingen werd het onderzoek voort gezet, gezocht in en om de kerk, totdat ruim twee etmalen later het ontkleede lijkje van het geschonden en daarna verworgde kind in de gewelven van de kerk werd gevonden. Er ging een rilling door het gansche land, toen de bizonderheden van het laaghartig misdrijf bekend werden. Het natuurlijk rechtsgevoel riep om straf, om wraak. Maar wie was de perverse ellendeling, die deze misdaad had gepleegd Door verschillende aanwijzingen was de politie er vrij zeker van, dat met het kind in de kerk iets had plaats gehad. Vandaar dat de commissaris zelf her haalde malen een nauwkeurig onderzoek instelde in het gebouw. Op 24 Augustus ontmoette de commissaris in de kerk den schilder Mutsaers, die daar aan het werk was. De commissaris vroeg hem mee te gaan om te zoeken. Toen zeide Mutsaers juist van plan te zijn geweest naar hem toe te komen. Hij had geen rust of duur. Op het torentrapje vertelde hij, dat de koster van Isterdael het kind aangesproken en in de kerk gelokt had. De koster had hem gevraagd te zwijgen, maar dat kon beklaagde niet langer. De commissaris verzocht den koster mee te gaan naar den heer Kessels, waar hij hem in tegenwoordigheid van pastoor Zinnicq Bergmann arresteerde. De koBter bleef volkomen kalm en ontkende. Intusschen werd ook de schilder verhoord en vertelde deze verder, dat de koster hem een pakje gegeven had om weg te werpen, achter het huis van den heer Kessels. Hij nam het echter mee naar huis, zag dat het bebloede kleertjes waren en den koster naar de herkomst vragende, bekende deze doch bezwoer hem te zwijgen. Men zal zich herinneren, dat daarna het pakje in de kist van Mutsaers is gevonden en dat eerst later in den avond het lijkje is gevonden. Van dat oogenblik af werden beiden door de Justitie voortdurend in verhoor genomen, hunne verklaringen waren geheel met elkander in strijd. Ten slotte werd ook Mutsaers in hechtenis genomen. Een uitgebreide instructie, die de Justitie heel wat zorgen gaf, werd gevoerd en ten slotte Mutsaers verwezen naar de openbare terechtzitting en van Isterdael in vrijheid gesteld. Op Woensdag 12 Juni 1901 dus bijna tien maanden later werd met de openbare behandeling voor de Rechtbank te Breda aangevangen. Negen zittingen moesten aan deze zaak gewijd worden niet minder dan 125 getuigen werden gehoord. Aan incidenten en emoties was dit proces bizonder rijkmen herinnert zich het getuigenis van het mysterieuse oude vrouwtje uit Utrecht, dat geen eed wilde doeD, omdat zij bij het sterfbed van een jong maisje gezworen had te zwijgen, maar met groote heftigheid Mutsaers als den moordenaar aanweesdan ook het incident met v. Isterdael, tegen wien op verzoek van den verdediger Mr. Pels Rijcken, een voor- loopig onderzoek wegens vermoedelijken meineed werd bevolen (waarvan men later niets meer vernomen heèft). Ton slotte eischte het O. M., waargenomen door Baron Speyaard van Woerden, die beklaagde's schuld wettig en overtuigend bewezon achtte, levenslange gevangenisstraf. Mr. Pels Rijcken hield een warm en schitterend pleidooi, waarin hij openlijk den koster als den dader aanwees en met over tuiging vrijspraak voor Mutsaers vroeg. In de grootste spanoiog werd de uitspraak te gemoet gezien 8 dagen later sprak de Rechtbank Mutsaers vrij, bij gebrek aan voldoende bewijzen, ofschoon overtuigd, dat hij meer van de zaak wist, en gelastte zijne onmiddellijke invrijheidsstelling. Daarmede was de eerste phase van het moord-proces af gesloten. Maar evenmin als het rechtsgevoel van het publiek bevredigd was, kon de openbare aanklager zich neerleggen bij het vonnis der Rechtbank. Zooals de publieke opinie bleef gelooveu dat er getuigen waren, die meer van de zaak wisten dan zij wel gezegd hadden, hield het O. M. vast aan de overtuiging van Mutsaers' schuld. Het O. M. ging in hooger beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het O. M. bij dat Hof nam de zaak opnieuw ernstig onder handen, een nieuw onderzoek werd ingesteld en de voorbereiding duurde zoolaDg, dat meermalen geruchten de ronde deden, dat van eene behandeling in appèl was afgezien. Ten slotte bleek dit toch echter niet het geval te zijn en heden, op twee dagen na een jaar later, zal Mutsaers, die intusschen gehuwd is en kalm in Tilburg zijn beroep uitoefent, opnieuw terechtstaan als beklaagd van deze afschuwelijke misdaad. Het Hof is voor deze zaak samengesteld als volgt: Mr. C. F. G. de Menthon Bake, president. RaadsheerenMrs. F. X. Verheijen, H. G. P. Kolfschoten, A. H. Sassen, Jhr. Mr. O. de Marees van Swinderen, Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt. Subsituut-griffierMr. J. F. Ingen-Housz. Het O. M. zal worden waargenomen door den advocaat-generaal Mr. J. Ph. Castendijk. Als verdediger van den beklaagde Mutsaers zal ook thans optreden Mr. F. E. Pels Rjjcken, advocaat-procureur te Breda. Er zijn 96 getuigen gedagvaard. De behandeling op Donderdag bracht nog weinig licht in deze zaak. De houding van Mutsaers was bescheiden, maar beslist ontkennend. De koster van Isterdael, thans weder als getuige gehoord, werd door den beklaagde en verschillende getuigen tegengesproken. Beslist ontkende hij de bewering van den beklaagde omtrent de kleertjes van het slacht offer, die hij zeide nooit in zijn bezit te hebben gehad. Een zeer talrijk publiek woonde do zitting bij. Bij de getuigenverhooren doen zich ver schillende verklaringen hooren over het zien branden van licht in den toren of door de drie achterste ramen aan den kant der straat. Ééne getuige, mej. Vrients, verklaarde dat zij Mutsaerds Vrijdagavond heeft hooren ver tellen, dat bij het kind van beneden naar boven heeft zien brengen. Eene andere getuige, Soentjens, verklaart, dat zij uit den mond van Mutsaers heeft opgeschreven, dat hij gezien had, dat de koster het kind Daar boven had gesleept. Getuige Vrients ontkent dit en de beklaagde zegt, dat hij wel met de moeder van getuige heeft gesproken, doch hij weet niet meer wat hij gezegd heeft. De zitting is daarop geschorst tot Vrijdag morgen. KEBKNIEUW8. Bedankt voor het beroep naar de Herv. gemeente te Melissant, door ds. J. Kroneman te Garrelsweer, Op het vijfde zomerfeest van den ring van Chr. Jongelingsvereenigingen in Zeeuwsch- Vlaanderen, westelijk deel, te houden op 3 Juli a s. te Groede, zal als spreker optreden de heer J. Zalman van Rotterdam, overhet zwerven der uitlandsche Joden. Nieuwerkerk. Volgens de ter visie liggende rekening van de inkomsten en uit gaven der Ned. Herv. gemeente alhier over 1901 beliepen de uitgaven f 1066,72s en de inkomsten (met inbegrip van goed slot vorig dienstjaar) f 1542,64; zoodat het goed slot voor 1901 bedraagt f 475,915. De gemeentelijke zendiDgsdag te Oost- Kapelle is nader bepaald op 23 Juli a.s. Het feest der Christelijke Jongelings- Vereeniging, 26 Juni te Goes, zal 's namiddags om 2 uur geopend worden door ds. R. J. v. d. Veen te Goes. Ds. Visser van Wolfaartsdijk zal spreken over «Streven en Leven", ds. Laman van Kruiningen over «Kracht, het sieraad van den jongeling", de heer Marmelsteijn van Amsterdam over «Iets uit de werkelijkheid", ds. Lindeboom van Bolnes over «des jongelings liefdeleven". Ds. Lelyveld zal het feest sluiten. Door kerkvoogden en notabelen der Ned. Herv. kerk te Bruinisse is besloten tot het maken van eene hulpkerk, waarvan het zetten is opgedragen aan den heer M. Krijger. Tot dagelyksch opzichter bij de kerk ver bouwing is benoemd de heer van Dalfsen te Scherpenisse. PREDIK.] in onderstaande Gemeenten van Zondag 15 Da Geref. Kerk te Zierikzee: 's Voorm. tien ure en 's avonds zes ure: ds. Esselink. Cat. Zondag 34. Herv. Kerk te Kerkwerve 's Voorm. half tien ure: de heer Lauwer se. cand. te Utrecht. Herv. Kerk te Serooskerke: 's Voorm. half tien ure: ds. Mossel. Herv. Kerk te Burgh: 's Voorm. half tien ure: ds. De Jayher. Ilerv. Kerk te Renesse: 's Voorm. half tien ure: ds. Kapteyn. Herv. Kerk te Noord welle: Geen dienst. Herv. Kerk te Haamstede: 's Nam. twee ure: ds. De Leur van Eikerzee. Geref. Kerk te Haamstede: 's Voorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds. Koolstra. Herv. Kerk te Eikerzee: 's Voorm. ha'f tien ure: ds. De Leur. Geref. Kerk te Eikerzee: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure: ds. Raman. Herv. Kerk te Brouwershaven: 's Voorm. half tien ure: ds. E. v. d. Broek, pred. te Wervershoof. Geref. Kerk te Brouwershaven: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ureLeesk. Herv. Kerk te Zonnemaire: 's Voorm. half tien .ure: ds. Zeeman. (Herdenking van Zijn WelEerw. 40-jarige ambtsbediening in deze gemeente). Geref. Kerk te Zonnemaire: 's Voorin. 9.30 ure; 's nam. 2 ure en 's avonds 6 ure: ds. Geerling van Brouwershaven. Herv. Kerk te Noordgouwe: 's Nam. twee ure: ds Kapteyn van Renesse. Herv. Kerk te Dreischor: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure: ds. A. Burger. O N D E B W IJ S. Bonoemd tot onderwijzeres te Wemeldinge mej. J. M. Boone te Eindhoven, zijnde no. 4 van de voordracht, waarop nog voorkwamen de dames F. Baetens te Ierseke en C. Panny te Krabbendijke. Door den heer A. J. de Blinde van Middelburg is aan de rijks universiteit te Leiden met goed gevolg het 2de natuurkundig examen afgelegd. -- Benoemd tot onderwijzeres te Wemel dinge, mej. Boone uit Eindhoven. Op de voordracht voor onderwijzeres aan de openb. school te Eede komen voor de dames L. de Pauw te Terneuzen, Rossen berg te Driewegen, van Oosten te Aarden burg en Smit te Uithuizen. De heer J. Deuzeman, hoofd eener rijks lagere school te Frederiksoord, vroeger te Oosterland, komt als no. 2 voor op de voor dracht voor hoofd eener school te Winschoten. De hoer W. Kosten, leeraar in het boekhouden aan de R. H. B. S. te Goes en te Middelburg en tot dusver tijdelijk leeraar aan de R. H. B. S. te Bergen-op-Zoom, is met iDgaDg vaa 1 September 1902 tot definitief leeraar aan laatstgenoemde inrichting benoemd. Noordgouwe, 12 Juni. De afdeeling Oost-Schouwen van het Ned. Ond. Gen. heeft in hare vergadering van 11 Juni j.l. met algemeone stemmen adhaesie betuigd aan de motie van de afdeeling West-Schouwen, luidende De afdeeling West-Schouwengelezen de motie van de afdeeliDg Duiveland om leerlingen boven de 10 jaar, gedurende de zes zomermaanden, vrij te stellen van de leerplichtwet, ziet daarin afbreking der genoemde wet en spreekt hare verbazing uit, dat onderwijzers, bekend met plattelands toestanden, zulk een motie kunnen aannemen. Zij drukt daarentegen als hare meening uit, dat de wet dient gehandhaafd te blijven en 't wenschelijk zou zijn, werkgevers, die leerplichtige kinders in dienst nemen, strafbaar te stellen. Tot afgevaardigde naar de algemeene vergadering van het Genootschap, in Juli te Leiden te houden, werd gekozen do heer H. Boogaards te Kerkwervetot plaats vervanger de heer A. Prinse te Noordgouwe. rost en Telegrafie. Wissenkerke. Tot postbode Wissenkerke- Cortgene is benoemd met ingang van 1 Juli H. Filius, thans postbode van Goes op 's-Gravenpoldcr. Door deze benoeming zal de bodeloop door twee boden bediend worden. VISS€H EBIJ-BEmCHTEN. Bruinisse, 13 Juni 1902. Mosselen. In de vorige week zijn ver zonden naar Antwerpen 450 tondie verkocht zjja voor f 1.80 ft f 2 40 per ton; naar Mochelen 200 ton, prijs f 2.10 per tonnaar de markt te Brussel 580 ton, waarvan de prijzen waren van 20 tot 30 ct. de mand; de vraag was echter nog gering, daar door het gure weer de mossel nog niet goed van visch is. Mosselzaad. Aangevoerd van de Zuiderzee 7000 ton, prijs 70 ets. per ton. Oesters. De grooi op de banken is aanvankelijk goedwenschelijk is hot voor de pachters dat de verwachting niet beschaamd moge worden, daar vele millioenen zijn uitgezaaid. Dankbetuiging van H. 91. «Ie Koningin. De directeur van het Kabinet der Koningin brengt ter algemeene kennis, dat hij van H. M. de Koningin een schrijven heeft ontvangen, waaraan hij openbaarheid wenscht JEURTEN Jchouwen en Duiveland. Juni 1 O O 2. Chr. Geref. Kerk te Zierikzee: 's Voorm. 9.30 ure: 's nam. 2 ure en 's avonds G ure: ds. Weasels. Herv. Kerk te Ouwerkerk: 's Voorm. half tien ure: ds. Kunst. Herv. Kerk te Nieuwerkerk: 's Voorm. 9.30 ure en 's nam 2 ure: ds. v. d Linden. Geref. Kerk te Nieuwerkerk: 's Voorm. 9.30 ure; 's nam. 2 ure en 's avonds 5.30 ure: Leeskerk. Oud-Geref. Kerk te Nieuwerkerk: 's Voorm. 9 ure; 's nam. 2 ure en 's avonds 515 ure: Leeskerk. Herv. Kerk te Oosterland: 's Voorm. 9.30 ure en 'snam. 2 ure: dr. G. Smit Gerei. Kerk te Oosterland: 's Voorm. 9.30 ure en 's nam. 2 ured?. C. Staal 's avonds G ure: Leesk. Herv. Kerk te Sirjansland: 's Voorm. half tien ure: Leeskerk en 'snam twee ure: ds. Kunst van Ouwerkerk. Herv. Kerk te Bruinisse: 's Voorm. 9.30 ure en 's nam. 2 ure: ds. Waarden- burg. Geref. Kerk te Bruinisse 's Voorm. 9.30 ure en 's avonds 5 ureLeeskerk. Oud-Geref. Kerk te Bruinisse: 's Voorm. 9 ure's nam. 2 ure en 's avonds 5 ure: Leeskerk. Evangelisatie Bruinisse 's Voorm. 9.30 ure tn 'snam. 2 ure: Gewone dienst- Evangelisatie Jeruël II: 'sVooim. 10 ure; 'snam. 3 ure en 's avonds 8 ure sprekers: Het Bestuur. te geven, door het in zijn geheel bekend te maken door middol van de Nederlandsche Staatscourant. 's-Gravenhage, 10 Juni 1902. P. J. VEGELIN. «net Loo, 9 Juni 1902. Gedurende Mijne ziekte mocht Ik zoo tallooze blijken van deelneming ontvangen, dat het Mij niet mogelijk is geweest aan een ieder afzonderlijk Mijnen dank te doen overbrengen. Ik verzoek U Hoogwelgeboren daarom, langs dezen weg, aan allen die in de droevige dagen Mijner ziekte en bij Mijn aanvankelijk herstel van hun deelneming hebben blijk gegeven, Mijn oprechten dank over te brengen en Mijne diepgevoelde erkentelijkheid te betuigen. Dit hernieuwd bewijs van de liefde en gehechtheid van Mijn volk heeft Mij diep getroffen. (Get.) WILHELMINA. Aan den heer Directeur van het Kabinet der Koningin te 's-Gravenhage". H. M. de Koningin kwam Dinsdagmiddag om 5 uur met H. M. de KoniDgin-Moeder en gevolg te Balduinstein aan, waar Zij verwelkomd werden door den Vorst van Waldeck, die denzelfden middag daar ge arriveerd was. In een open rijtuig met vier paarden bespannen, reden H. H. M. M. door de versierde plaats naar Schaumburg, onder hartelijke toejuichingen van ingezetenen en vreemdelingen, waaronder vele Hollandsche badgasten uit Ems en Nassau. H. M. de Koningin stelt Zich voor, een 4-tal weken op Schaumburg te blijven. Voedergewassen en Kalibemesting. Wanneer het met de suikerprijzen Diet beter gaat, zal er in vele streken, waar men tot nu toe zeer veel suikerbieten verbouwde, allengs een niet zeer onbelangrijke wijziging in den landbouw komen. Wanneer er min der suiker geproduceerd wordt, dus minder bieten verwerkt worden en bijgevolg minder pulp den landbouwers ten dienste staat, zal men het verschijnsel, dat zich dit jaar zal voordoen, zich hier herhalen en in niet ge ringere afmetingen. Er worden n.l. dit jaar in zeer veel streken minder bieten verbouwd dan vorige jaren. Minder bieten, minder pulp. De plaats, die vroeger door de suiker bieten werd ingenomen, is voor zooverre zij vrijkwam, dan ook gedeeltelijk ingenomen door voedergewassenmet name door mangel- wortels, aardappels enz. Bij deze voeder gewassen, vooral bij mangel wortels, zal men bij de nieuwe wijze van doen, er aan moeten denken, dat zij den grond op zeer eenzijdige manier van voedingsstoffen berooven en zich in 't algemeen tot den bodem anders ver houden dan do suikerbieten. Wanneer een gemiddelde oogst van suikerbieten 104 K.G. Kali uit den grond haalt, dan berooft een gemiddelde oogst van mangelwortels den bodem van 240 K G. Kali, dus van meer dan tweemaal zooveel. De mangelwortels voeden zich in het begin van hun groeiperiode met gemakkelijk opneembare Kali verbindingen, en in hun later leven nemen zij ook de moeilijk oplosbare Kaliverbindingen tot zich. De Kalirijke grondon worden door den verbouw van mangelwortels meer van Kaliverbindingen beroofd dan bij eenig ander gewas. Doch er is meer. De suikerbieten kregen bijna op alle boerlenjen stalmest, ja soms al don stalmest, die aanwezig was. Zal dat bij de mangelwortels ook zoo zijn? Waarschijnlijk niet. De stalmest zal voor de hoofdgewassen, granen, enz. bewaard worden. Al blijft dan ook de Kali, door do mangelwortels uit den grond gehaald, op de boerderij ook bij suikerbieten kwam zij gedeeltelijk in den vorm van pulp en bietenbladen terug de grond, die de mangelwortels moet voortbrengen, zal die Kali niet krijgen. Het zal dus een gebiedende eisch worden, dat men, wil men deze manier van verbouwen kunnen volhouden, de mangelwortels een afzonderlijke en directe kalibemesting geve, ook zelfs op die gronden, welke als kalivrij bekend staan, b.v. de klei gronden. In de vruchtopvolging zullen deze ge wassen in de eerste plaats in aanmerking komen voor een bemesting met Kaïniet (carnalliet) of eenig gezuiverd Kalizout. De Kali, hier gegeven, komt dan indirect het gewas ten goede, dat den stalmest ontvaDgt. 's-Gravenhage, 12 Juni 1902. Zóó is de Tweede Kamer dan toch uiteen gegaan. Ze had evengoed nog een tijdje bijeen kunnen blijven, al was het slechts om over het nieuwe pantserschip te spreken, waarmede de Minister van Marine onze vloot wil ver rijken. Wel is de Minister met dat schip in eens van gedachten veranderd, want bij de begrooting was er sprake van materieel voor de binnenlandsche verdediging, en nu is dit in een groot schip voor den algemeenen dienst veranderd, maar aan dergelijke wentelingen in de marine-voorstellen zijn wij gewoon geraakt, sedert de Tweede Kamer vooral telkens, bij elke aanvrage, oppositie voert. De Marinè-ministers moeten zich in alle bochten wringen om er iets door te krijgen. Het is dus wel te verwachten, dat ook dit voorstel aanleiding zal geven tot uitvoerigen strijd, en deze is nu voorloopig ingezouten tot September. Wanneer in September? Dat is de vraag. Naar den wensch van velen zou de Kamer in de eerste dagen van September weer bijeenkomen om de invoeringswet van art. 75 der Onge vallenwet (de raden van beroep) te behandelen. Die regeling is indertijd niet opgenomen in de Ongevallenwet zelve, teneinde de aanneming daarvan niet te belemmeren, en nu ten slotte dreigt ze toch een belangrijk oponthoud in de uitvoering der Ongevallenwet te zullen geven. Want tengevolge van de ellenlange discussiën over de militaire straf- en tuchtwetten heeft de Minister van Justitie geen gelegenheid gehad zich te wijden aan deze regeling van de beroepsraden, of liever aan het Kamerverslag, dat daaromtrent is uitgebracht, en dat van grooten omvang moet zijn. Het eerst zullen de Ministers over dat verslag zich kunnen beraden en overleg plegen met de Commissie van Voorbereiding. Gegeven den langen duur der zitting en den zomer, die eindelijk schijnt te willen aanbreken, is het zeer twijfelachtig, of het overleg binnen een week of zes, zeven gereed zal komen. En toch dan alleen nog is er kans voor een Septemberzitting vóór de sluiting. De leden zelf moeten zich toch behoorlijk kunnen voorbereiden, en nagaan, wat hun te doen staat. Wanneer men nagaat, wat door de Tweede Kamer in het nu waarschijnlijk geëindigde zittingstijdperk is gereed gemaakt, dan kan men nu juist niet roemen over de groote verscheiden heid. 't Was bijna alles militair, wat tot stand is gebracht, en daaronder de zeker zeer gewichtige militaire straf- en tuchtwetten, die desniettemin nu juist niet vallen in den alge meenen smaakeerstens om hun militair karakter, en secundo, omdat er toch nog veel in is gebleven wat met het gewone rechts gevoel niet is overeen te brengen. Ongedaan is gelaten de quaestie der opleiding van de Indische ambtenaren. Het desbetreffend ontwerp is ten slotte zelfs ingetrokken, en de Indische ambtenaren zullen nu weer opgeleid worden naar het oude recept, dat voorheen zeer goede resultaten gaf, doch nu minus de speciale Delftsche school, die de vorige Minister van Koloniën stilletjes heeft laten opheffen, zoodat er nu ten slotte wel plaatsen te ver vullen zijn, maar alle leerlingen naar Leiden moeten om aan de universiteit hun wijsheid op te doen. Wat baten nu zulke hervormingen? Denkt men daarmede Indië te helpen. In elk geval is het gelukkig, dat de wonderlijke opleidings plannen van den tegenwoordigen Minister neelemaal de doos zijn ingegaan, en in zoover valt er niet te treuren. Den laatsten dag van het bijeenzijn der Kamer heeft deze nog een zeer belangwekkend debat gevoerd over een zaak van een brug- verhooging over het Noordzeekanaal, belangrijk vooral om het verschil van inzicht, dat zich openbaarde tusschen den Minister de Marez Oyens en diens voorganger, onder wien hij als chef van de afd. Handel en Nijverheid gediend had. Het schijnt, dat hij in die hoedanigheid door Minister Lely niet is gehoord over de hoogte der Heinbrug en dat hijMinister geworden, zich nu geroepen achtte een andere opinie dan zijn voorganger te moeten voor staan en met talent, het moet erkend worden te verdedigen. De vraag, of een nieuwe brug niet ten koste van eenige tonnen gouds liever terstond hooger moest worden gemaakt dan haar te maken op een hoogte, waarvan men zeker weet, dat ze onvoldoende is voor een groot getal schepen, die vraag hoe eenvoudig ook schijnbaar hing samen met de ontwikkeling van de geheele scheepvaart, de kleine en de groote, eu gaf dus aanleiding tot beschouwingen over alle types van schepen, nu en in de toekomst. Terwijl de tegenwoordige Minister volhield, dat zelfs bij een brug van 12 M. hoogte dan alleen de bestaande groote schepen er onder door zouden kunnen varen, als ze masten en schoor8teenen verkleinbaar maakten, en het bewijs, dat zij dat doen zouden, niet te ver krijgen was, beweerde èn de oud-minister Lely, èn de heer Hubrecht, én de heer Conrad, dat reeds nu een groot getal schepen onver anderd zouden kunnen doorvaren onder de 12 M. hooge brug, terwijl de toekomst van de scheepvaart deed voorzien, dat de mode van hooge schoorsteenen en masten zou vervallen om plaats te maken voor zee-sleeptreinen, waarvan de lichters zeer lage masten zouden hebben. Het meest opmerkelijke van deze geheele discussie was, dat de Minister bij niemand van de rechterzijde steun vond, maar

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 2