Raadszitting van 28 April 11. Ie Wisseterke. Haagsche Brieven. Morgen (1 Mei) zal het 40 jaren geleden zijn, dat de heer F. W. Loewer ter gemeente secretarie in betrekkiDg trad. Op 1 Mei 1862 werd Z.Ed. benoemd tot klerk, en in 1869 tot commies ter secretarie. Dat de heer Loewer voor velen in gemeente zaken een welwillende vraagbaak is, zal wel niet behoeven herinnerd te worden. Moge het hem gegeven worden nog vele jaren zijn betrekking met lust en ijver te vervullen Het onoogelgk wachtlokaal aan 't veer huis te Tholen zal geheel verbouwd worden. De begrooting (f 1750), opgemaakt door den heer Guliker aldaar, is door den gemeenteraad goedgekeurd. De openbare aanbesteding zal spoedig volgen. Serooskerke. (S.) Naar wij vernemen is bij deurwaarders exploit den aannemer van de te maken haven in den Schelphoek aan gezegd het werk te staken. Niet dan na waarschuwing der politie werd de spade er bij neergelegd. De gemeentebesturen van Noordwelle en Serooskerke zijn voornemens op eigen kosten zelf het werk te doen voortzetten. Goes. Niet alleen de lichting van '95, maar ook die van '96 en '97 wil men trachten vrij te krijgen van de herhalings-oefeningen. Of de Minister van Oorlog daarvoor ooit te vinden zal zijn Qui trop embrasse Zaterdag waren in de »Prins van OraDje" 11 lotelingen van '95 op het appèl. Zij teekenden allen adressen tot vrijstelling, en in de omgelegen plaatsen zullen propaganda gemaakt worden, waarmede L. J. v. d. Boogaerd, M. F. van Doorn en C. M. Meijler uit Goes, benevens A. Vermeulen van 's Heer-Arendskerke zich zullen belasten. Ieder onderteekenaar zal 10 cent per week betalen tot bestrijding van eventueele koeten. Men zal zich wenden tot de afgevaardigden ter Tweede Kamer jhr. de Savornin Lohman (Goes) en Fruitier (Hontenisse), om de ver zoekschriften te steunen. Waarom, zou men zeggen, ook niet de Kamerleden der andere Zeeuwsche districten? 28 April. Ten bewijze, dat het in deze gemeente nog zoo stil niet is met den uitvoer naar de dorpen, Zuid-Beveland betreffende, kan dienen, dat het vorig jaar alleen op »'t Slot Ostende" 6162 vrachtrijders uitspanden om meer of minder beladen te vertrekken naar hunne respectieve woonplaatsen. Vlissingen, 28 April. Tot de passagiers, die Zondagmorgenc met de nachtboot alhier aankwamen, behoorden de weduwe en kinderen van den in Zuid-Afrika door de Engelschen gefuseleerden heer Broek sma. 29 April. De mailboot ^Engeland", van de stoomvaartmaatschappij ^Zeeland", die na de bekende aanvaring aan de werf der Kon. maatschappij »De Schelde" werd gerepareerd, is weder naar de binnenhaven teruggekeerd. Heden is in het Marinedok alhier aan gekomen een mot vlaggen versierde en met een groot zeil overdekte schuit, waarin zich de op andere plaatsen geëxposeerde walvisch bevindt, die ook hier zal worden tentoongesteld. Het door Burgem. en Weth. alhier opgemaakte kohier van den hoofdelijken om slag voor het loopende jaar bevat de namen van 3276 contribuabelenwaaronder 11 forenzen. De hoogste klasse is de 77ste (inkomen van f 16800 tot f 17100). AanbestedingenVerkoopingen enz. Ten overstaan van den notaris mr. J. C. van der Lek de Clercq zijn d.d. 29 April 1902 verkocht: Een woonhuis en erve in de Sint-Jacobs- straat te Zierikzee, aankomende den heer B. Kodde, voor f 575. Een woonhuis en erve aan de Nieuwe Haven aldaar, aankomende den heer P. Ouden broek, voor f 850. Ten overstaan van den notaris mr. J. C. van der Lek de Clercq zijn d.d. 30 April 1902 verkocht: Een woonhuis, broodbakkerij, stal, 2 pak huizen, erven en tuin te Zierikzee, aan komende J. de Granje, voor f 4065. Landbouw en Veeteelt. Wij vernemen, dat de heer W. J. Mulder, directeur van de stoomzui vel fabriek »Luctor et Emergo" te Zonnemaire, door onder- handschen aankoop eigenaar is geworden van genoemde fabriek en van haar filiaal te Haamstede, met inbegrip van machinerieën enz Een beetwortel-agent te Hansweert heeft bekend gemaakt, dat hjj beetwortelen opkoopt aan het water te leveren, tegen f 8.75 per 1000 K.G. netto. RECHTSZAKEN. Zierikzee, 29 April. Door de arrond.- rechtbank zijn heden veroordeeld, wegens: het plegen van ontuchtige handelingen met iemand beneden den leeftijd van 16 jaren, tweemaal gepleegd: M. J., 37 jaar, arbeider te Zierikzee, tot één jaar gevangenisstraf; mishandelingC. van de V.47 jaar, schippersknecht te Brouwershaven, tot f 25 boete, subs. 1 maand hechtenis wederspannigheidW. W., 29 jaar, koop man en slachter te St.-Annaland, tot f 15 boete, subB. 1 maand hechtenis smaadC. M., 22 jaar, boerenknecht ie Scherpenisse, tot f 10 boete, subs. 14 dagen hechtenis mishandeling: W. de V., 32 jaar, zonder beroep te Zierikzee, tot f 10 boete, subs. 14 dagen hechtenis strooperij, gepleegd met behulp van een vaartuig: H. B., 38 jaar, visscher te Tholen, bij verstek, tot f 10 boete, subs. 12 dagen hechtenis mishandeling: P. L. D., 19 jaar, arbeider te Tholen, tot f 15 boete, subs. 1 maand hechtenis. VrijgesprokenJ. J. de K.18 jaar, visschersknecht te Tholen, beklaagd van strooperijgepleegd met behulp van een vaartuig. De behandeling van de zaakNoëls van Wageningen voor het gerechtshof te Amster dam zal 3 Juni a.s. aanvangen. Een nieuwe voorloopige instructie is ge opend tegen Noëls van Wageningen, thans in zake de vennootschap »Hygiea", waarvan hij president-commissaris is. Ook deze ven nootschap verkeert, naar men weet, in staat van faillissement. De beide Haagsche koetsiers, door het Hof aldaar tot 5 jaar gevangenisstraf ver oordeeld wegens berooving van den Delftschen kellner Van der Kamp, hebben tegen dat arrest cassatie aangeteekend. De rechtbank te Amsterdam veroordeelde Dinsdag 1.1. v. d. H. te Bussum wegens moord op de 15-jarige Mina de Leeuw en pogiDg tot het plegen van ontucht met haar tot 20 jaren gevangenisstraf. De verdediger van v. d. H. ging in appèl. K~E B K N I E U W 8. Beroepen bij de Geref. Gem. te Ooltgens- plaat de cand. C. Dekker te Den Helder. - Op het zestal van predikanten voor de derde vacature te Maassluis komt voor ds. Van der Hoeven te Domburg. J.l, Zondagnamiddag nam ds. J. V. Schreuder, beroepen naar Arnhem, afscheid van de Herv. Gem. te Ovezande en Driewegen met eene rede naar aanleiding van Efezen 3 1415. Na het uitspreken van den zegen werd hij toegesproken door den consulent ds. Pont te Nisse, en zong de gemeente hem Psalm 121 4 toe. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te Haamstede, de heer A. M. Brouwer, cand. te Leeuwarden. O N D E B W IJ 8. Voordracht voor onderwijzer te Goes: A. van Dijke te St.-Filipsland, A. Marijs, Middelburg, W. Temperman, Goes, en O. Z. Vrielink te Aksel. Wegens benoeming te Voorburg heeft de heer Temperman zijn sollicitatie ingetrokken. Stavenisse. A.s. Vrijdag 2 Mei houdt de afdeeling Tholen van het N. O. G. hare gewone driemaandelijksche vergadering te Scherpenisse. Behalve gewone huishoudelijke zaken en ingekomen stukken zullen alsdan ingeleid worden de volgende punten»Iets over het onderwijs in de kennis der natuur" door den heer L. J. Soeters; »De werking der gramo phone" door den heer J. Hekkert en »IIet wiskundig onderwijs op de herhalingsschool" door den heer J. W. H. F. Buijze. De raad der gemeente. Ritthem benoemde met 5 stemmen tot onderwijzer aan de O. L. school den heer M. Caljouw te Middelburg. De heer De Meij uit Oostburg verkreeg 2 stemmen. Tot onderwijzeres aan de O. L. school te Othene, gemeente Zaamslag, is benoemd mej. M. van Kampen te Breskens. De heer G. P. Buijze te Temeuzen, die dezer dagen to Middelburg de akte als onderwijzer behaalde, is met ingang van 1 Juli a.s. benoemd tot onderwijzer aan de bizondere school te Kinderdijk (Alblasserdam). Aan de Ambachtsschool te 's-Gravenhage is benoemd tot onderwijzer in het machine- smeden, de heer A. J. Stokmans te Vlissingen. Akte-examens in ZeelandDinsdag jl. werden geëxamineerd 8 vrouwel. candidaten. Van deze slaagden er 6, t. w. de dames J. C. Jansen van Woensdrecht, M. S. K. de Jonge van Rosendaal, A. A. Keij van Oudenbosch, M. F. H. A. Lokin van Rosendaal, J. M. A. Mensen van Prinsenhage en L. M. de Pauw van Terneuzen. De Bode haalt onder het opschrift »Precies ods idéé", het volgende aan uit een hoofdartikel uit De Christelijke Onderwijzer over de rechtspositie van den bizonderen onderwijzer »Het volkomen gemis van rechtspositie is oorzaak, dat de onderwijzer zichzelf niet zijn kan, ook in kwesties buiten de school. We behoeven niet te détaileeren, een iegelijk zie slechts rond in eigen kring, en voorbeelden zijn te over, die bewijzen, dat de vrees van zijn levensonderhoud te zullen verliezen, wijselijk deed zwijgen, waar in gewone omstandigheden het passend woord niet zou zijn ingehouden". Ook bij de christelijke onderwijzers schijnt het denkbeeld van de republikeinsche school iogaDg te vinden; ten minste bij een bespreking van do kwestie der schoolver gaderingen kwam men te Utrecht in eene huishoudelijke vergadering der afdeeling van de Unie tot de conclusie »De schoolvergaderingen met adviseerende stem voor den onderwijzer hebben ongetwijfeld pedagogische waarde, maar zoolang hare uitspraken niet bindend zijn voor hcofd en onderwijzer, hebben ze betrekkelijk weinig practisch nut". 't Is wonder, dat bladen als De Zeeuw en het voor dit eiland verschijnend christelijk blad, die hunne lezers onthalen op aanhalingen uit Het Volk, ook dergelijke uitspraken niet in hunne kolommen opnemen. Zouden zij vreezen, dat het christelijk volksdeel tot inzicht zou komen, dat de christelijke onder wijzers toch eigenlijk menechen zijn van gelijke beweging als de openbare. Zou men dan bemerken, dat er geen reden is om zoo triomfantelijk te roepen, dat ons land gelukkig reeds 666 vrije" christelijke scholen heeft, waarin »de liefde en de toewijding" den toon aangeven Aanwezig alle leden. Voorzitter de burge meester. De notulen der vorige vergadering worden goedgekeurd. Wordt overgelegd het gemeente-verslag over 1901. Vervolgens wordt, naar aanleiding van een door Gedep. Staten gemaakte opmerking, in het kohier van den Hoofdelijken Omslag voor 1902 een wijziging gebracht, waardoor de aangeelagenen van de 10e klasse 1 cent zullen verhoogd worden, en wordt dit kohier nader vastgesteld op f 4,567,87^. Daarna wordt de openbare zittiüg geschorst. Na heropening bij omvraag niemand meer 't woord verlangende, wordt do vergadering door den voorzitter gesloten. WITTE IIAGE. Do ziekte Tan H. 91. de Koningin. Het ochtendbulletin van Dinsdag luidt: II. M. de Koningin bracht den nacht rustig door. Alle verschijnselen wijzen op verbetering van den toestand. Het middagbulletin luidt »Ook heden heeft het verloop der ziekte van Hare Majesteit de Kooingia reden tot tevredenheid". Do Belgische correspondent van de Tel. sch rij ft o .a. Grooter en hartelijker dan in België kan bij u de belangstelling niet zijn in de ziekte van Koningin Wilhelmina. Al de dagbladen kondigen op hun eerste bladzijde de bulletins der geneesheeren van Hare Majesteit af en drukken in oprecht roerende artikelen den wensch uit, dat Zij toch maar spoedig her stellen zou, En dat, terwijl geen mensch aandacht schenkt aan onze oude Koningin, die, geheel en al door haar gezin verlaten, op het ziek bed ligt ia haar eenzame villa te Spa De Vlamingen vooral, die steeds Neder lands Koningin ook eon beetje als hun Koningin hebben beschouwd, deelen in de onrust Ilarer onderdanen en menigo brave, geloovige moeder doet 's avonds haar lieveling een gebedeken opzeggen voor het behoud van »het kleine Koninginnetje". 's-Graveniiage, 25 April 1902. Het diep smartelijk gevoel, dat zich van heel de natie meester maakte, toen de vorige week onverwacht de tijding weerklonk van de ziekte onzer geliefde Koningin, is eenigszins gelenigd door de bijna volkomen wetenschap, dat het gevaar geweken is. Maar toch is men nog niet ten volle gerust. Zoolang de bulletins niet ophouden, en de doctoren hun wachtpost bij het ziekbed niet opgeven, zoolang de Koningin niet weer vrijelijk door bosch en veld kan dwalen en genieten van Meilucht en Meigeuren,. zoolang voelt ieder echt Neder lander nog een beetje angst. De hemel geve, dat spoedig de blijde mare weerklinke: de Koningin is volkomen hersteld Er is voor onze Hagenaars te meer reden tot belangstelling, omdat wij de koninklijke vrouwe zagen vertrekken, schijnbaar in vol komen goede gezondheid. Zij hoopte ont spanning en rust te vinden op het Loo, en vond er een langdurig ziekbed. Men heeft zich verdiept in de oorzaken van de ziekte. De couranten hebben mededeelingen gehad van doctoren over het opnemen van de typhu8bacillen, die niets nieuws leerden. Zoo vertelde een geleerde heer, dat de typhus ontstaat door het opnemen in het lichaam van de typhusbacil, een waarheid van monsieur de la Palisse, waarvoor men geen paar kolom heeft vol te schrijven. Doch de vraag was, hoe komt de bacil bij de Koningin. En dan is er misschien een aannemelijke reden hierin te vinden, dat de Koningin in het vochtige Aprilweér buiten zittende in het parkdie kiemen heeft opgedaan van anderen uit de omgeving, of misschien ook, dat iemand van het Paleis uit zijn huis of omgeving, die heeft overgevoerd. Zeker is het, dat men aanvankelijk dacht aan een gevatte koude in het park, en ook aan het feit, dat de vertrekken van het Loo niet vooraf tien dagen waren verwarmd, gelijk pleegt te geschieden, toen de Koning daar nog woonde. Men heeft om welke reden weet ik niet die voorzichtigheids maatregelen nagelaten. Het paleis op het Loo is heel mooi, maar heel vochtig. Ik herinner me eens zomers in de donkere theaterzaal te zijn geweest en de vochtigheid heel goed te hebben kunnen waarnemen. Doch wat ook de reden zij, het is den geneesheeren niet tot verwijt te maken, dat zij niet dadelijk den juisten aard der ziekte proclameerdenomdat door bizondere bij omstandigheden zeer goed andere oorzaken de ziekteverschijnselen hadden kunnen verklaren. Het gerucht der gezegende omstandigheden is indertijd niet officieel tegengesproken, maai er zijn personen, *die beweren, dat de juistheid niet bewezen was, en de verschijnselen ook daarmede samenhingen. Het is een groot voorrecht voor de Koningin, maar ook voor de natie, dat de hooge zieke omringd is door de zorgen van hen, die haar 't liefst zijn, haar Moeder en haar Gemaal. Welke ontsteltenis allereerst voor hen, die plotseling ontstane ziekte! Men heeft in sommige couranten terstond maar een tijdelijk regentschap willen instellen. Erg voorkomend kan dit niet heeten. Zeker, de Staatszaken mogen niet te lang lijden, maar men schermt tegenwoordig met dat tijdelijk regentschap, alsof het een receptie is van den apotheker. De Grondwet geeft dat middel aan de hand, als de uiterste noodzakelijkheid daar is. Toen het werkelijk noodig was, indertijd bij 's Konings toestand, heeft men er lang mede gewacht, omdat men elk oogenblik dacht, dat het hersenlijden weer zou terecht komen, en werkelijk is het geschied, zoodat men heel vlug weer op het besluit moest terugkomen. Waar nu bij Hare Majesteit het bewustzijn geen enkel oogenblik is verstoken geweest, kan zij zelve het besluit hebben moeten teekenen om het regentschap tijdelijk aan den Raad van State op te dragen, een handeling, die zeer geschikt zou geweest zijn om haar in haar toestand te benadeelen, daar men dan alle mogelijke opheldering zou hebben moeten verstrekken over haar toestand, wat bij een zieke gewoonlijk niet het middel is om kalmte en rust te verzekeren. Zoolang kan waarlijk de natie wel geduld hebben, dat men de zaken eens afkeek, en ziet, nu men dat gedaan heeft, is het reeds mogelijk geworden, dat de Koningin urgente besluiten teekent, en dus het groote nadeel voor de behandeling der Staatszaken is vervallen. De Regeering heeft wèl gedaan om zich niet te overhaasten met maatregelen, die den toestand der Koningin misschien zeer hadden kunnen schaden. Op den wetgevenden arbeid zullen intusschen de tegenwoordige omstandigheden ook niet zonder eenige uitwerking blijven. Nieuwe wetten komen er nog niet in, en had de Tweeds Kamer de militaire strafwetboeken niet te behandelen, zij zou niet veel te doen vinden. Een paar interpellaties en kleinigheden, voila tout De interpellatie over de miliciens der lichting 1895 heeft ook niet veel opgeleverd. Alleen de verklaring des Ministers, dat hij den dienst zal beperken tot een minimum. Of ze daar door bevredigd zullen zijn, valt te betwijfelen. Ongetwijfeld heeft de Minister de wet voor zich, maar indien die wet onwillekeurig een onbillijkheid heeft begaan, dan ware het zijn plicht geweest die alsnog weg te nemen. De Minister Bergansius, die heel sterk in zijn verdediging staat, was juist zwak hierin, dat hij er zich op beriep, dat bij de behandeling der Militiewet niemand tegen het bewuste artikel was opgekomen, waaruit de oproeping voortvloeit. Volkomen waar, maar hij vergeet, dat de Kamer moet uilgaan van het standpunt, dat een Regeering, die voorstellen doet, de zaken van alle kanten heeft bekeken, en vooral waken zal tegen onbillijkheden, te meer waar het den militairen dienst betreft. Indien de Kamer had kunnen voorzien de gevolgen van het voorstel bij de Militiewet, dan zou ze zeker uitzonderingsmaatregelen hebben voor gesteld voor de lichting 1895 in de eerste plaats. Doch, zooals het gewoonlijk gaat, de politiek beheerscht te veel de wetten. De practijk wordt aan de Regeering overgelaten, en als er practische amendementen ingediend worden, dan heet het gewoonlijk: dat zijn détails, die men gerust aan de Regeering kan overlaten. In deze heeft de Regeering, die de Militiewet voordroeg, niet de billijkheid betracht, en toen deze Minister dit bemerkte, ware het zijn plicht geweest daarin te voorzien. Wat men er ook van zeggen moge: miliciens die reeds langer gediend hebben dan de nieuwe wet wil, worden in hun belangen gekrenkt door ze nu nog eens voor herhalingsoefeningen op te roepen, welke bestemd waren als aanvulling van korter diensttijd. Toch zal er niet veel meer aan te doen zijn. Verzet kan slechts leiden tot betreurens waardige tooneelen en voor de belanghebbenden tot groot nadeel. Doch de Regeering doet verkeerd door op deze wijze den militairen dienst nog minder aantrekkelijk te maken dan die reeds is. Drongen de omstandigheden, het ware iets anders, maar hoe ter wereld de tot 14 dagen gereduceerde dienst van onwilligen, die meenen niet verplicht er toe te zijn, nut kan stichten voor de verdediging, is een vraag, die ik niet waag te beantwoorden. Één zaak staat vast. Broodgebrek zullen de familiën niet lijden van behoeftige miliciens, die de 14 dagen moeten opkomen, want de Minister heeft duidelijk verklaard, dat voor die gevallen f 20 vergoeding zal worden betaald. Hopen we dus maar, dat deze zaak zonder kleerscheuren eindigt. Brieven uit Zeeuwsch-Vlaanderen. L. Amice Redacteur! Tallooze malen moest ik het herhalen, op welke stiefmoederlijke wijze onze grensstreek door 's lands regeering bejegend is geworden. Men heeft gevraagd en terecht om versterking van politie, en in plaats van dat billijke verzoek in te willigen, verzwakt men het politie-corp8 door verplaatsiug van den luitenant der maréohausseés, dat is van den hoofdman der verschillende brigaden, van Sas van Gent naar Vlissingen. Onmiddellijk is een protest gevolgd, geteekend door de burgemeesters van Oostelijk- en Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen, tegen deze eigendunkelijke handel wijze. Alsof ijsgang in strenge winters, en voor namelijk mist op de Schelde, niet dikwijls een beletsel zou zijn of kunnen zijn, als de tegen woordigheid van het politiehoofd aan de grenzen noodzakelijk wasWij geven toe, dat de tocht altijd door België, namelijk over Antwerpen, gedaan kan worden, doch ik stel me dan ook voor, dat, vóór de reiziger langs den omweg Roosendaal bereikt, de mist opgetrokken en de boot aan den overkant haast is. Te Sas van Gent wonende, snapt hij op zijn paard, en binnen een paar uren is hij overal in zijn divisie aan weerszijden van den Brakman, daar waar hij wezen wil. Goede beambten hebben wij niet lang in ons midden. Zeeuwsch- Vlaanderen is goed genoeg voor beambten, die men elders kwijt wil zijnvoor beambten, die hun carrière aanvangen, of voor hen, die onze bevolking als een proefschoolklasse beschouwen. Wij zouden ze met name kunnen noemen, directeuren van post- en telegraafkantoren en ontvangers van rijksbelastingen, die niet alleen pantomine spelen, maar den Zeeuwsch-Vlaming met een nurkschheid behandelen, alsof die een weldaad bewezen wordt, waar hij zijn belasting penningen komt storten. Inspecteurs bij de belastingen kennen wij, die zich gehaat maakten en schoolopzieners kunnen wij noemen, die talent bezitten in het schrijven van brutale brieven aan gemeentebesturen, die niet naar hun pijpen willen dansen. De zucht naar centralisatie speelt hun parten. Zij willen onzen Vlaamschen volksgeest aan banden leggen en ons platteland met Holland's groote steden over één kam scheren. Hebben wij 't voorrecht een vreemdeling in het midden te ontvangen, die zich gemakkelijk onder ons beweegt en eenigszins rekening weet te houden met onze toestanden, hij mag zich dan ook direct in ieders medewerking ver heugen, en kan heel wat van ons volkje gedaan krijgen, waar men een inpopulair beambte den rug toekeert, of hem, die ons argwaan inboezemt, buiten onze kringen tracht te houden. Denk nu s. v. p. niet, alsof wij geen degelijke vreemdelingen in ons midden hebben. Integen deel. Minzame, welwillende en ten dienste van het publiek staande beambten kennen wij niet alleen, maar weten ze ook te waardeeren. De minister zal een goed werk doen, dat Sas van Gent de standplaats blijve van den luitenant districts-commandant. Moge daartoe het verzoekschrift der burgemeesters, niet alleen uit Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, zooals de dagbladen hebben gemeld, maar ook uit Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, het zijne bij dragen. Wij vreezen echter met groote vreeze. In Den Haag schijnt men ons niet te willen hooren. Er zou wel een verdubbeling van politiemannen mogen zijn met het oog op de stoute diefstallen langs de grenzen. De Belgische opstootjes zijn als een storm in een glas water voorbijgesneld. Een eigenlijke revolutie is het openlijk verzet gelukkig niet geworden. Toch waren wij bij de kwestie onzer naburen voor een weinig meer geïnteresseerd dan onze meer van de grens verwijderde land- genooten. De Belgische courantiers colporteerden dezer dagen druk met de Gentenaar en andere Vlaamsche gazetten. Of die colportage nu een speculatie op onze belangstelling gold, of dat men onze sympathie op hun streven wilde winnen, kunnen wij niet beslissen. Maar ook verscheidene landbouwers op Zeeuwschen bodem, zagen plotseling hun dienstknechten overijld weggaan. Soms in 't holst van den nacht, als men een mondelinge boodschap uit België bracht tot oproep in krijgsdienst, verliet de Belgische landbouwersknecht zijn legerstede en volgde zijn bode om de uniform aan te trekken, en liet zijn baas in den steek. Bij de groote luidruchtigheid der Belgen bij diepgaande geschillen tusschen de politieke partijen, vormt de kalme bedaardheid der Nederlandsche natie een 6cherp contrast. Die rumoerigheid der eersten is ons meestal sym pathieker dan de kalmte onder ons, die eigenlijk onverschilligheid verraadt. Ons volkje dommelt na elke verkiezing in, en slechts een klein deel staat op de post, waar het onze hoogste belangen gelden zal. Van de liberale kiesver- eeniging in het district Oostburg loopt voor den tweeden keer een voorzitter van zijn post. Wederom niet te billijken. De vraag van één der leden, waarom de heer De Bruijne niet als bestuurslid bleef zitting nemen, waar hij zich minder bekwaam achtte den voorzittershamer te hanteeren, was zeer zeker gegrond. De bewoners van dat district valt een groot voorrecht ten deel, n.l. als mr. 8. van Houten, die als eerste spreker gekozen is, de uitnoodiging aanneemt, en als mr. Hennequin niet overdreef, toen hij mr. Van Houten den man van 't oogen blik noemde, en van wien dr. Kuyper zoo beducht was, dat hij in de Kamer zou komen. Later zal nog een ander liberale spreker uit- genoodigd worden om een spreekbeurt te ver vullen. Een der leden wenschte een anti-revolutionair die niet veel zaaks was, dus geen voorman als spreker te doen uitnoodigen. Dit gekke idee vond geen ondersteuning, doch verwekte groote hilariteit onder de vergaderden. In zoo verre had het succes. Mr. Hennequin zou niet gaarne den minsten der broederen noemen; de voorzitter meende, dat de val, die gezet zou worden, tc veel in 't oog moest vallen. «De eerzucht onder politieke grootheden deinst echter nergens voor terug", zal spieker gedacht hebben. Wij zeggen het hem na, en sprekende of liever zwijgende voorbeelden, zijn wij in Kamer en Staten rijk, zelfs onder gedeputeerde clericale colleges. Neem deze liberale stoutigheid nu eens voor lief aan. ZEELANDICLS. TELE G B A H HEN. Het Loo, 30 April, 9 u. vm. (Bulletin). Wederom bracht H. M. de Koningin den nacht rustig door. Do koortsvrije tijden komen geregeld terug en houden langer aan. Met het oog op deze gunstige verschijnselen zal van heden af slechts een ochtend-bulletin verschijnen. 's-Gravenhage, 30 April. Bij den aanvang der zitting van de Tweede Kamer stelde de Voorzitter voor, hem te machtigen namens de Kamer aan de Ko ningin de verzekering to geven van het gevoel van droefenis over de ziekte, die haar heeft getroffen, en die zich aanvankelijk ernstig liet aanzien, en dat de Kamer zich verheugt mot de gunstige wending, en H. M. spoedig een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 2