ZIEBIkZEESCHE MEI US BO HE. Dinsdag 15 April 1902. "It (525 ierilizeesclie Cour an t). RECLAMES. Heeren Hoeden, J. DE GRAAF Cz., BEKENDMAKING. Aangifte voor het Bevolkings register. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prys per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 58ste JAARGAN6. No. 7679. root Directeur i A. T. DE LOOZE. FRANKEL. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Redacteuren AdTertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaateruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frënkel, Meelstraat 386, Zierikzee. 15 regels TS cts. Elke regel meer lö cts. Ontvangen model 1902. Poststraat. Plaatsing van kinderen op de School A. ZITTING van COMMISSARISSEN dier School in het Schoollokaal in den Wevershoek (Hoofd de onderwijter J. VAN BALLEGOOIJEN) op Zaterdag ^20 April e.lc., des avonds te 'T' uur, tot het ont vangen en beoordeelen der aanzoeken om plaatsing van kinderen op die School. De toelating geschiedt slechts eens in het jaar. Om als leerlingen op de School te wor den toegelaten, moeten de kinderen in 1896 of vroeger geboren zijn. Plaatsing van kinderen op de School B. ZITTING van COMMISSARISSEN dier School in het Schoollokaal aan het Kerkhof (Hoold de onderwijzer P. VAN DER HAVE), op Zaterdug SO April des avonds te 'V uur, tot het ontvangen en beoordeelen der aanzoeken om plaatsing van kinderen op die School. De toelating geschiedt slechts eens in het jaar. Om als leerlingen op de School te wor den toegelaten, moeten de kinderen in 1896 of vroeger geboren zijn. De BURGEMEESTER van Zierikzee; Gezien de circulaires van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie van den 24 Mei 1890 en 26 November 1891, waaruit blijkt dat het herhaaldelijk is voorgekomen dat Nederlandscbe werklieden, door berich ten in de nieuwsbladen of door daartoe uitgezonden agenten, soms met verstrekking van reisgeld voor de heenreis, naar Duitschland ten behoeve van industrieele ondernemingen worden gelokt, terwijl bij hun aankomst ter plaatse blijkt, dat zij daar niet gebruikt kunnen worden; Maakt de ingezetenen opmerkzaam, dat het geraden is, alvorens op zulke berichten en voorspiegelingen der agenten af te gaan, of zelf, of door tusschenkomst van den Burgemeester hunner woonplaats zich te wenden tot den Nederlandschen Consul in de streek, waar die ondernemingen zich bevinden, om inlichtingen omtrent de vooruitzichten in het bekomen van werk, de loonen en de huurprijzen der woningen aldaar. Zierikzee, den 12 April 1902. De Burgemeester voornoemd, CH. W. VERMEIJS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee herinneren de ingezetenen aan hunne verplichtingen tot het doen van aangifte voor het bevolkingsregistervoor geschreven bij Kon. Besluit van den 27 Juli 1887 (Staats blad No. 141). De bepalingen van voornoemd Kon. Besluit zjjn hoofd zakelijk de volgende: 1°. Zijdie hunne woonplaats naar eene andere ge meente overbrengen, doen hiervan verklaring aan het gemeentebestuur, met opgaaf der gemeente, waar zij zich wenschen te vestigen. Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van veran dering van werkelijke woonplaats; 2°. Zij, die zich in de gemeente vestigen, doen daarvan aangifte aan het gemeentebestuur, binnen ééne maand na hunne aankomst; 3°. Elk hoofd var» een gezin geeft uiterlijk binnen ééne maand kennis aan het gemeentebestuur van ieder lid, dat in het huisgezin wordt opgenomen of daar uitgaatinwonende dienst- en tverkboden daaronder begrepen. Dezelfde kennisgeving geschiedt ook door afzonderlijk lovende personen, wan neer zij andere personen in hun huisgezin opnemen. Verzuim van één der hierboven onder 1°.2°. of 3°. vermelde verplichtingen wordtingevolge art. 9 van meergemeld Kon. Besluit, gestraft met hechtenis van ten hoogste 14 dagen of geld- Iboete van ten hoogste ÏOO gulden, Bovendien is aangifto ter gemeente-secretarie verplicht, bij verhuizing binnen de gemeente. Da getuigschriften van woonplaatsverandering kunnen dagelijks gedurende de uren, dat de Secretarie voor het publiek is opengesteld, worden verkregen of ingeleverd. Zierikzee, den 12 April 1902. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Lezing van den heer HERMANS. In de benedenzaal van het Hotel De Weerd" hield Vrijdagavond ten acht ure de heer Hermans uit Rotterdam zijn aangekondigde leziüg over »De sociale wetgeving en de Christelijke partij". Een talrijk publiek was opgekomen om den debater van den vorigen avond te hooren. Daar de sociaal-demokratische arbeiders partij te dezer stede geen afdeeling telt, zou deze openbare vergadering nietzooals gebruikelijk is, door een voorzitter geopend worden, maar door den heer Hermans zeiven, zooals door hem werd medegedeeld, die der halve dezen avond een tweeledige functie zou vervullen, namelijk die van voorzitter en van spreker. Uit naam van de S. D. A. P. opende hij daarom deze bijeenkomst, en heette hij allen hartelijk welkom. Hij was hierheen gekomen naar aanleiding van het optreden van den heer ds. Rudolph, die in zijn gisterenavond uitgesproken rede breed had uitgeweid over het christelijk stand punt van de anti-rev. partij, maar verzuimd had aan te toonen, wat die partij in de praktijk voor de arbeiders wilde doen. Wel heeft de heer Rudolph van de sociaal-demokratie een zóó somber tafereel opgehangen, dat, wanneer de gegevene schildering juist zou zijn, hij spreker onmiddellijk van een vurig voorstander van het socialisme een fel tegenstander zou worden. De geschiedenis van ons vaderland leert ons, Nederlanders, wat een Calvinistische regeering ons gebracht heeft. Hij herinnert aan de terechtstelling van Yan Oldenbarneveld, die de planken van het schavot met zijo bloed gekleurd heeftaan de moorden op de gebroeders De Witt door het Haagsch gepeupel, en aan Hugo de Groot, die na zijn ontvluchting in het buitenland als balling leefde. De Calvinisten, inzonderheid hun predikanten, die van den kansel het volk opruiden, hadden een en ander op hun geweten. Uitvoerig werd door spreker besproken het wetsontwerp van dit ministerie op de bokking- rookerijen, waarbij de nachtarbeid van de haringspeetsters werd toegelaten. Hij be stempelde dit wetsontwerp met den naam van reactionair. Waarom, vraagt spreker, wordt over dit anti-rev. product van socialen arbeid zooveel misbaar gemaakt? Omdat de anti-rev. steeds geklaagd hebben, dat door de liberalen zoo weinig voor de arbeiders is gedaan. Tien jaren geleden werd door de anti-rev. uitgeroepen: »Heere, mijn God I zij kunnen niet wachten, geen dag en geen nacht". En nu de anti-rev. aan de regeering zijn gekomen, nu hebben wij ook het recht te eischen, dat zij wat voor de arbeiders doen. En wat heeft nu de christelijke regeering voor de arbeiders gedaan? Niets. Yan de liberalen hadden wij niets te verwachten. Zij zijn er rond voor uitgekomen. Toch heeft het kabinetGoeman Borgesius getracht iets voor de arbeiders te doen. Maar dit christelijk kabinet heeft zelfs niet gepoogd iets voor de arbeiders tot stand te brengen. Elk kabinet, dat in den tegenwoordigen tijd optreedt, komt met sociale wetten voor den dag. Die indiening van sociale wetten is een overwinning voor de sociaal-demokratie. Een twintig dertig jaar geleden dacht men niet aan sociale wetten. Dat men nu dit doet voor de arbeiders, vindt hij goed, maar dat men dit doet zonder de arbeiders, keurt hij af. Aan al die wetten dient vooraf te gaan een betere regeling van het kiesrecht, en wel een zoodanige, waardoor de geheele burgerij in Nederland in staat gesteld wordt haar stem uit te brengen. Eerst als men dit ver kregen heeft, kan men spreken van sociale wetten. Maar zoolang men den kern van het volk van het kiesrecht uitsluit, tot zoolaDg heeft men ook geen recht over de hoogste belangen der arbeiders te beslissen. Spreker vond hier gelegenheid het auditorium te herinneren aan het bekend gezegde van de Fransche gezanten, toen over den vrede beraadslaagd werd: »Wij zullen over u oordeelen, bij u oordeelen, maar zonder u oordeelen". Zoo handelt men ook ten opzichte van de arbeiders. Wel zijn wij goed genoeg om ons vaderland te ver dedigen, maar niet rijp genoeg om het kies recht te bezitten. Tak van Poortvliet heeft een door spreker zeer gewaardeerde pogiDg tot verkrijging van een meer rechtvaardige regeling van het kiesrecht aangewend, maar deze leed schipbreuk. De liberale partij ver mocht door hare verdeeldheid geen kiesrecht regeling tot stand te brengen. De anti-rev. hebben op hun programma staan huismans kiesrecht, dat wel niet naar den zin der socialisten is, maar in elk geval toch beter is dan de huidige kiesrechtregeling. En nu de anti-rev. aan het bewind zijn, eischen wij van hen, dat zij ons geven een betere kiesrechtregeling. Maar het christelijk coalitie kabinet is van oordeel, dat de kiesrechtkwestie geen dadelijke oplossiDg behoeft, en dat de kiesrechtregeling nog best vier jaren kan rusten. Yan anti-rev. zijde is men zelfs druk in de weer om tegen een kiesrechtregeling te ageeren. Men wil geen volkssouvereiniteit. De hoogste macht in den staat berust bij God, en gaat over op de meDschen, die een zekere som gelds vertegenwoordigen. De jongste Troonrede, waarin het geheele program van de huidige regeering wordt blootgelegd, wordt door spreker besproken; verschillende paragrafen er van worden door hem gecritiseerd. Volgens sprekers inzicht gelijkt die Troonrede in vele opzichten op die van vroegere ministeries. Algemeenheden, die getoetst blijken zinledig te zijn. En waar blijven nu die sociale wetten, die voor de arbeiders moesten komen? De wet op de arbeid- en rusttijden, door het vorig kabinet ontworpen, is door deze regeeriog ingetrokken. Yan een regeling van het arbeiderscontract hoort men geen woord. Wij hebben het recht de anti-rev. te herinneren, dat zij moeten uitvoeren, wat zij beloofd hebben. In de Troonrede werd gezegd, dat de algemeene toestand van land en volk tot tevredenheid stemt. Spreker deelt cijfers mede, betrekking hebbende op het aantal land verhuizers uit Friesland naar Amerika, en op het aantal Nederlandsche arbeiders, die in Duitschland werk gingen zoeken, om aan te toonen, dat men de Koningin een onwaar heid heeft laten zeggen. Volgens officieele opgaven gaat de landbouwende bevolking achteruit. Ea toch durft men te.beweron, dat de algemeene toestand van land en volk tot tevredenheid stemt. Bij het militarisme, waarvoor de christelijke regeering met haar snelvuurkanonnen veel geld noodig heeft, staat spreker uitvoerig stil. 't Ware, dit is het resultaat van zijn be schouwingen, beter om de millioenen, die men nu aan het militarisme verspilt, voor doeleinden te bestemmen, die meer nut af werpen. Ook wordt door hem besproken het Indische leger, waarin tal van menschen dienen, die niet voor soldaat in de wieg zijn gelegd. De maatschappelijke omstandigheden dwingen velen voor de Oost te teekenen. Uit sympathie des harten gaan er weinigen naar toe. De behandeling van den soldaat laat er ook veel te wenschen over. Tot staving hiervan worden eenige gevallen genoemd. Na tien minuten pauze, werd door den heer Hormans de Atjeh-paragraaf van de Troonrede onder handen genomen. Spreker stelt in het licht, dat in elke Troonrede, van 1874 af, aangekondigd werd, dat er spoedig pacificatie met Atjeh zal komen, maar dat zij tot den huidigen dag is uitgebleven. Hij ontzegt ons, Nederlanders, het recht de Engelschen van wreedheden jegens de Boeren te beschuldigen, terwijl wij zelve in Atjeh niet zelden de hoofden der gesneuvelde Atjehers van hun lichamen hebben afgehouwen met het oog op het onder de Mahomedanen heerschend geloof, dat men niet in het paradijs van Mahomed kan komen, als het hoofd van den romp gescheiden is. Wij mogen, zegt bij, de Eogelschen er geen grief van maken, dat zij in Zuid-Afrika dum-dum-kogels gebruiken, terwijl toch de kogels der repeteer geweren, waarvan wij ons in Atjeh bedienen, dezelfde vroeselijke uitwerking hebben als de dum- dum-kogels. Van de christelijke regeering mogen wij verlangen, dat zij aan den oorlog in Atjeh een einde maakt. Dr. Kuyper heeft vroeger den oorlog in Atjeh steeds afgekeurd. En als men nu bij de anti-rev. aan boord komt met den wensch aan de Atjehers hun zelfstandigheid te laten, dan antwoorden zij, het onrecht is verjaard. Met dergelijke drog redenen tracht men een slechte zaak goed te praten. De Troonrede kondigt een Zondagsrust aan, d. i. Zondagsheiliging. Wij krijgen een Engelschea Zondag, dien men doorbrengt met geeuwen. Ook krijgen wij invoerrechten. Geen invoer rechten op graan, want duur brood is geen goede verkiezingsreclame, maar invoerrechten op bewerkte artikelen, waardoor de nationale nijverheid geholpen wordt. In de staathuis houdkunde wordt echter geleerd, dat alleen groote industriëele landen invoerrechten kunnen heffenkleine landen, die niet eens industrieel zijn, kunnen en mogen dat niet doen. In de Tweede Kamer is er debat geweest over de jachtwet. Wie heeft hot toen op genomen voor de kleine boeren, bij wie door de koDijnen en de hazen veel wordt opgevreten. Tydeman noemde de jacht een sport voor de hoogere klassen. Yan Helsdingen antwoordde hierop, dat, als de heeren zooveel van sport houden, zij zich dan maar bij de cavalerie moeten laten inlijven. Yan Helsdingen trachtte een herziening van de jachtwet te verkrijgen, maar zijn motie werd afgestemd. Gewagend van de Kamers van Landbouw, vroeg spreker, of dat opkomen voor de kleine luyden was, wanneer men, om lid van die Kamers te kunnnen worden, vijf Hectaren grond moest bezitten. Sterk keurde hij af de handelwijze van den Minister van Justitie, die aan een wegens dronkenschap gevaDgen zittend vader niet toestond zijn op het sterfbed liggende dochter te bezoeken, die haar vader vóór haar heen gaan wilde spreken, teneinde hem nog op het goede pad te breDgen. I Ten slotte stelde hij in het licht, dat het oproepen der lichting van 1895 door geen enkele omstandigheid gemotiveerd werd. Debat werd er niet gevoerd. De heer Kodde stelde eenige vragen, die door den spreker beantwoord werden. - De Transvaalsch-Engalsche oorlog. Londen, 11 April. Aan de Financier and Bullionist wordt uit Pretoria van gisteren, Donderdag, gemeld. Mij is medegedeeld, dat, na langdurige onderhandelingen tusschen de Engelsche en de Boerenvertegenwoordigers, ten slotte een vergelijk is tot stand gekomen ten aanzien van de vredesvoorwaarden. Op het oogenblik worden de voorwaarden nog stilgehouden, doch ik verneem, dat de Engelsche regeering geenerlei concessie heeft verleend aan de Boeren. De voorwaarden zijn overgeseind aan de Boerenvertegenwoordigers in Neder land en naar de verschillende koloniale centra". In het Lagerhuis deelde Minister Brodrick mede, dat de Regeeriog tot nu toe geenerlei mededeeling heeft ontvangen omtrent voorwaarden van de Boerenleiders. De heer O'Kelly vroeg of Kitchener ge machtigd is eene andere voorwaarde aan te bieden dan onvoorwaardelijke overgave. Hierop antwoordde de Minister, dat hij niet in staat was eenige mededeeling te doen. De heer Black vroeg of er wapenstilstand zou zijn gedurende de afwezigheid van de Boerencommandanten van hun commando's. De Minister antwoordde, dat er zekerlijk geenerlei wapenstilstand zal zijn. 12 April. Aan het einde der zitting van het Lagerhuis verklaarde Balfour, dat de in omloop zijnde geruchten over de onder handelingen ongegrond waren. Er was geen bericht uit Zuid-Afrika en het lag in den aard der dingen, dat er geen bericht kon zijn. Klerksdorp, 10 April. De twee Boeren- Regeeringen beraadslaagden gisterennamiddag en heden. De beraadslagingen zijn bepaald tot de gedelegeerden. Hun wordt geen gemeenschap toegestaan met iemand buitenaf. Engeland. Londen, 12 April. De Echo bericht, dat de tegen heden saamgeroepen kabinetsraad niet in verband staat met het vraagstuk der vredesonderhandelingen, doch dat de samen roeping is geschied naar aanleiding van een open breuk tusschen Hicks Beach, den kanselier der schatkist, en Chamberlain. Eerstgenoemde zou een groot deel van de vereischte oorlogs uitgaven willen dekken door nieuwe belastingen, terwijl Chamberlain aandringt op een leening. Hoewel beide ministers ongesteld zijn, zullen zij tóch den kabinetsraad bijwonen. (Reuter teekent hierbij aan, dat geen ander blad een dergelijk bericht bevat). Rusland. In het postkantoor te Warschau ver toonden zich onlangs bij alle ambtenaren verschijnselen van kwikvergiftiging. Bij onderzoek bleek de lucht er met kwikdampen bezwangerd te zijn en bij nog verder onderzoek bleek, dat die dampen te wijten waren aan lak van slechte qualiteit, dat daar werd gebruikt en dat veel kwik bevatte, hetwelk bij 't verbranden de lucht vergiftigde. De gemeenteraad van Petersburg trok 75000 roebels uit voor de plechtige ontvangst van president Loubet. Het trekt de aandacht, dat in 1898 voor Faure maar 50,000 roebels op de feestbegrooting gebracht werden. Loubet komt 20 Mei te Petersburg en blijft daar 3 dagen. Keizer Wilhelm wordt 26 Juli te Reval op de groote marine manoeuvres verwacht. Hij zal echter niet landen. Eduard YII komt in Aug. en zal aan de groote manoeuvres deelnemen. In Aug. komt ook vorst Ferdinand. Petersburg zal dus dezen zomer zoo wat een vorsten-pension zijnalles ter wille van het liefde-evenwicht tusschen de souvereinen België. Brussel, 11 April. De Algemeene Raad van de Arbeiderspartij heeft een manifest uitgegeven aan het volk, ten gunste van de herziening der grondwet en de verkrijging van het algemeen kiesrecht. Het plan voor de algemeene werkstaking heeft de overhand behouden in den boezem van den Algemeenen Raad. Troepen werkstakers hebben het centrale bekken doorkruist en den arbeid in ver scheidene industriëele inrichtingen doen op houden. Een groot aantal troepen wordt eaamge- trokken om eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden. Het aantal stakers in het centrum wordt geschat op bijna 6000. De oproerige beweging heeft zich heden weer op ernstige wijze geuit, meer bizonder te Brussel. Een hevige vechtpartij brak Vrijdagmorgen uit in de Bracquegnies, in bet midden der stad, tusschen een bende van eenige duizenden stakers en de gendarmes. De menigte smeet met steenen, door de gendarmes met revolver schoten beantwoordeen algemeene fusillade volgde, de gendarmes moesten vluchten. Een escadron lanciers dreef de stakers uiteen. Des avonds was er vergadering in het Volkshuis. Het plein voor het Volkshuis was afgezet door burgerwacht en politie, elke samenscholing werd verboden. In de ver gadering noodigden verscheidene socialistische afgevaardigden het volk uit, niet te manifesteeren vóór Maandag. Toch ontstond er nog een onvoorzien govecht vóór het Volkshuis. De politie-agenten trokken de sabel om de aangrenzende straten schoon te vegen, een escadron gendarmen kwam den toegang tot het Volkshuis vrijmaken. Verscheidene gekwetsten en arrestatie Kort daarna had er een ernstig incident plaats in de Rue Haute. Een agent van politie kreeg twee revolver schoten, gelost door groepen betoogers. Om half twaalf heeft men het Volkshuis doen ontruimen een luitenant der artillerie is aan het hoofd gekwetst met een steen. In de Rue Escalier werden elk oogenblik revolver schoten gelost. In de Rue Alexiens heeft een manifestant bij een hotsing een sabelhouw gekregen. Met den agent van politie, die Woensdag bij de wanordelijkheden te Schaerbeek ge kwetst werd, gaat het zeer slechter is een longontsteking opgetreden. Naar uit La Louvière wordt gemeld, heeft het Vrijdag in die buurt ook danig gespannen. Bij herhaliDg werd de politie bestookt met steenen en revolvers en moest gechargeerd worden, waarbij talrijke gekwetsten vielen. Een meisje werd door een karabijnskogel gedood. Inmiddels worden de gemoederen te Brussel bij manifest en mondeling nog steeds door bewerkt voor staking en verzet. Die houding, door de algemeene arbeiders partij aangenomen, heeft in de kamer tot bemerkiDgen van den ministerszetel aanleiding gegeven. »Het beroep op de bevolking, onderteekent door de socialisten, zei de premier, toont, dat het niet verheelde voornemen is, den strijd voort te zetten, zelfs wanneer het parlement zich zal hebben uitgesproken over het herzienings-ontwerp het gezag moet afstand doen en de revolutie zegevieren. Het beste middel zou zijn door obstructie het toestaan van voorloopige kredieten te verhinderen. Miar wij kunnen ons niet leenen tot deze manoeuvre. En daarom zoo zeide de president noodig ik de Kamer uit,' Zaterdag over die kredieten te beraadslagen. De regeering is er op gesteld, dat het debat over de herziening plaats hebbe, in tegenspraak met de ver zekeringen van den socialistischen Moniteur Een tumult van schelden en bandgemeen- raken volgde hierop, en onder dat schrikkelijk rumoer en bakkeleien aan alle kanten, werd de vergadering gesloten. Zaterdag werd bij het uitgaan der Kamer de socialistische afgevaardigde Van- develde gearresteerddooh spoedig weder vrijgelaten. Des avonds om half 10 werd de menigte

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 1