Dinsdag 18 Febraari 1902. (Z i e r i Is. z e e s c li C o u. r a. n t). 58ste JAARGANG. No. 7656. RECLAMES. Heeren Hoeden, J. DE GRAAF Cz., Verpachting Grasgewas. Vloedplanken. „ONDERLING HULPBETOON". NIEUWSTIJDINGEN. ZIERIRZEESCHE NIEUWSBODE. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. Directeur i A. J. DE LOOZiE. Redacteuren A. FRANKEL. J. WAALE, alleen voor het binnen- en buiten! nieuws. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar 'plaateruimte berekend. Alle betaling-en moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FbsLnkkl, Havenpark 348, Zierikzee. 15 regels 75 cts. Elke regel meer 15 cts. Ontvangen •- model 1902. Poststraat. Zij, die in aanmerking wenschen te komen voor het gedurende het jaar 1902 pachten van het Grasgewas: 1°. in de Wandeling tusscheu de Noord havenpoort en de Nobelpoort, met uit zondering van het voor lijnbaan gebruikte gedeelte 2°. in de Wandeling tusschen de Nobelpoort en de Zuidwellebrug, en 3°. van het terrein aan de Noordzijde van het Sas, behooren zich, onder opgaaf der door hen te bieden pachtsom, vóór Donderdag <len SO Febr. a.s. schriftelijk te wenden tot den Burgemeester. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat zij, die voor eene aanstelling tot helper bij de bediening der gemeente-vloedplanken in aanmerking wenschen te komen, zich daartoe dage lijks ten kantore van den Gemeentebouwmeester kunnen aanmelden. Aan genoemde betrekking zijn de navolgende beloo ningen verbonden bij lioog© vloeden f 0,50 per uur, en by schouwing f 0,25 per uur. Nadere inlichtingen zijn by den Gemeentebouwmeester te bekomen. Zierikzee, den 15 Februari 1902. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Er bestaat te dezer stede een werklieden- vereeniging, waarvan het doel wel algemeen gekend, het nut wel algemeen op prijs wordt gesteld, maar waaraan trots haar bekendheid, trots haar gewaardeerd streven, niet die steun ten deel valt, waarop zij krachtens het goede, dat zij sticht, en het Dobele, dat zij in haar banier voert, aanspraak mag maken. Een elk in deze gemeente kent toch «Onderling Hulpbetoon", en zal, als de gelegenheid zich voordoet, niet verzuimen met uitbundigen lof van haar te getuigen, zoowel van haar aard en werkzaamheid, als van haar met veel ijver bezielde bestuurders. Maar daarbij blijft het dan ook gewoonlijk. Slechts enkelen laten het niet bij een bewonderend woordmaar bewijzen ook metterdaad hun hooge iogenomenheid met doel en strekking van deze corporatie. Zij steunen haar stoffelijk, gebruik makend van art. 2 van het Reglement van «Onderling Hulpbetoon", dat aan een ieder de gelegenheid geeft als begunstigend lid tot deze vereenigiög toe te treden. Maar dat aantal is, gelijk reeds gezegd is, nog zeer beperkt, en het cijfer er van staat verreweg niet in verhouding tot de velen uit onze ingezetenen, die door een jaarlijksche geldelijke bijdrage deze vereeniging in de uitvoering van haar schoone taak kunnen En het is, met het oog op dit lage cijfer, dat wij ons gedrongen gevoelen in een hoofdartikel «Onderling Hulpbetoon" te be spreken, teneinde inzonderheid hen, die het voorrecht hebben met aardsche goederen gezegend te zijn, op te wekken ook aan deze vereeniging, één van de nuttigste in deze gemeente, hun steun te verleenen. Zy mogen bedenken, dat waar in tal van gemeenten in ons vaderland de verhouding tusschen de patroons en werklieden vaak veel te wenschen overlaat, gelijk men dageiyks in de couranten lezen kan, hier van een wanverhouding tusschen hen geen zweem te bespeuren is, zoodat werkstakingen in Zierikzee een ongekend verschijnsel zijn. Zy mogen bedenken, dat de werklieden in ons stadje zich welzooals elders, georganiseerd hebben, maar met welk doel. Tot verovering soms van politieke rechten? Tot verkrijging soms van hooger loon of korter arbeidsduur? Tot het voeren soms van een maatschappelijken strijd tegen allen, die economisch sterker zijn dan zy Niets van dat alles. Zy hebben zich vereenigd Maar neen, niet zij zullen hun gemeenschappelijk streven schetsen, maar dit overlaten aan den man, die door zijn ambt en positie behoorend tot één der eersten onder onze medeburgers, voor deze werklieden-vereeniging ten allen tyde een groote mate van belangstelling en sympathie aan den dag heeft gelegd. Wij bedoelen onzen geleerden stadgenoot mr. J. P. Cau, die in zyn wetenschappelijke bijdrage, tot onderwerp hebbende«Pensioenfondsen van Werklieden", en opgenomen in De Economist, «Onderling Hulpbetoon" uitvoerig en zeer waardeerend bespreekt. Hij zegt van haar Te Zierikzee bestaat sedert ongeveer „30 jaar een vereeniging van werklieden, „genaamd //Onderling Hulpbetoon", waar- ;/van het doel is„het uitkeeren van een //wekelijksch geldelijk bedrag aan hen, „die door ziekte of ongeluk ongeschikt „zijn hunne werkzaamheden te verrichten. „Het is dus een gewoon ondersteuningsfonds „bij ziekte. Het reglement bevat evenwel „ook de bepaling, dat de leden, die voor „immer ongeschikt zijn hunne werkzaam heden op te vatten, onder goedkeuring „van het bestuur, eene wekelijksche „ondersteuning kunnen ontvangen. Deze „laatste uitkeering is niets anders dan „een pensioen wegens invaliditeit. Deze „vereeniging nu, heeft in het laatste jaar „aan 9 invaliede leden uitgekeerd een „pensioen van f 1,80 per week, terwijl „zij bovendien, uit haar jaarlijksche over schotten, een kapitaal heeft bijeengebracht „van ruim f 12000. Tot een en ander is „zij in staat gesteld door een wekelijksche „contributie harer leden van 10 cent. „Terwijl bij de gewone ondersteunings fondsen de contributie gemiddeld slechts „5 cent per week bedraagt, is dus bij dit „fonds de contributie 5 cent hooger, en „daardoor is het in staat geweest, de „pensioneering zijner leden opzich te nemen. „Teneinde het fonds daarin te steunen, „heeft de Nutsspaarbank aldaar, met „machtiging van het Departement, sedert „eenige jaren eene gelijke uitkeering van „f 1,80 per week toegekend aan 5 leden „van het fonds, die 70 jaar zijn of ouder, „zoodat die leden een ouderdoms-pensioen „genieten. „Wanneer men nu bedenkt, dat genoemde „Vereeniging 400 leden telt op eene be- „volking van 7000 zielen, en dus de kern „der werklieden te dier stede bevat, dan „blijkt hieruit, dat op deze wijze aldaar al zij het ook nog in bescheidene „mate eene pensioneering wegens „invaliditeit en ouderdom is tot stand „gekomen. „Thans is bij die Vereeniging aanhangig „het verslag eener commissie uit het aldaar „gevestigde Departement der Maatschappij uvan Nijverheidwaarbij wordt aangegeven „eene uitbreiding van die pensioneering „door verhooging van de contributie der „tegenwoordige leden tot 12 cent en der „nieuwe leden tot 15 cent. Van die 15 „cent zouden dan ongeveer 5 cent noodig „zijn voor de uitkeeringen bij tijdelijke „ziekte: voor nog 5 cent zou, bij toetreding „op een leeftijd van 16 tot 25 jaar, bij „het Nederlandsch Werkliedenfonds een „ouderdoms-pensioen van f 3,25 tot f 2 „op 70-jarigen leeftijd kunnen verzekerd „worden, en dan zou nog 5 cent over blijven voor een pensioen bij vroegere „invaliditeit. „levens is in de laatste vergaderingen „dier Vereeniging ter sprake gekomen de „wenschelijkheid van het doen van uit- „keeringen aan de weduwen en weezen der „leden". Wy hebben uit deze belangrijke bijdrage over «de pensioenfondsen van werklieden" voor het oogenblik slechts dat geciteerd, wat betrekking heeft op de werkzaamheid onzer werklieden-vereeniging en op de richting, waarin zy zich beweegt. Wanneer een ernstig en bezadigd man als mr. Cau haar in een wetenschappelijk tijdschrift ten voor beeld stelt, ter navolgiDg waardig, dan kan men er staat op maken, dat de steun, dien wy voor baar vragen, goedgeplaatst en wel verdiend is. Wy noodigen daarom al onze medeburgers te dezer stede uit om deze werklieden- vereeniging, waarop Zierikzee met fieren trots kan bogen, in haar heilzaam streven een wekelijksch geldelijk bedrag aan hen uit te keeren, die door ziekte of ongeluk ongeschikt zyn hunne werkzaamheden te verrichten, naar krachten te steunen, opdat zy zich verder ontwikkelen, en zoo mogelijk aan haar voor treffelijk doel de noodig geachte uitbreiding kan geven. Mogen velen zich opgewekt gevoelen als begunstigend lid toe te treden. De wakkere voorzitter van het Bestuur, de heer J. Gloude, is voorzeker gaarne bereid aan allen, die nadere inlichtingen mochten wenschen, deze te verstrekken. De Transwaaleoh-Engelsche oorlog. Londen, 14 Febr. Een correspondent van Reuter meldt uit Zwavelkrantz via Vredefort Road van 8 dezer over de operaties tegen De Wet het volgende Toen de Boeren in den nacht van 7 Februari poogden door de Engelsche linie te breken, wierpen van alle richtingen de Engelschen uit zware kanonnen, pompons, snelvuur- kanonnen en geweren stroomen lood naar den vijand. Officieren, die met Bulier den doortocht bevochten naar Ladysmith, verklaarden, dat zy nooit zulk een hevig vuren hadden gehoord. De Boeren, die den volgenden dag gevangen genomen werden, beschreven het vuur als een tweede hel. Onder de gewonden bevindt zich comman dant Bester, die later aan zyn wonden overleed. Onder de gevangenen zyn de veldcornets Taljaard, Prinsloo en Obendaal. Verkijkerkop, 5 Febr. De gevangen genomen Boerenofficieren schatten de Boeren- sterkte te velde op ten minste 12000 man, die vastbesloten zijn de Engelschen te weer staan tot alle Boeren gedood of gevangen genomen zyn. De Wet heeft nog eenige Krupp- kanonnen ergens verborgen. Maar men gelooft niet, dat hy er ammunitie voor heeft. Pretoria, 14 Febr. Dinsdagnacht overviel een strijdmacht bereden manschappen, door kolonel Kekewich uitgezonden, een klein Boerenkamp te Kopjesfontein. De Engelschen namen 10 Boeren gevangen onder wie luitenant Barnaid, die het bevel voerde over Kemp's lijfwacht. Ook werden er 500 stuks vee vermeesterd. De gevangenen, die schamel gekleed waren, verklaarden, dat De la Rey instructiën had verstrekt om groote Britsche troepen-contingenten te vermijden en geen ammunitie te verspillen, welke, zooals zy erkenden, schaarsch is. Enkelen gaven als hun meening te kennen, dat de oorlog nog een jaar zou duren, anderen dat de oorlog volstrekt niet zoo lang meer volgehouden kon worden, in verband met het gebrek aan oorlogsbenoodigd heden De Wet's ontsnappen. Over dit stoute stuk meldt het telegram uit Wolvehoek het volgende Kitchener's plan, om De Wet te vangen binnen een afgesloten gebied tusschen Lindley, Harrismith, Heilbron, en Botha's pas, was het meest grootsche, nog in dezen veldtocht volvoerd. Er was een aaneengesloten linie van ruim 80 K.M. lang, waarop de troepen dag en nacht in nauw verband met elkander stonden. Vier colonnes, elk van ongeveer 2500 strijdbare mannen, werden in den nacht van den 5en samengetrokken op de Lieben- bergspruit. Elke 1600 M. werd bezet door 200 man, terwyl de bezettiüg der blokhuis- linies krachtig versterkt was. De geheele linie rukte den 6en 's ochtends om 6 uur vooruit. Van de verschillende hoogten kon men een lange ry stippen zien dat waren de verkenners. De hoofdmachten strekten zich over het golvende veld uit. De troepen bleven bewonderenswaardig voeling met elkander houden, zoodat het onmogelijk scheen, dat zelfs een haas onopgemerkt bleef. Dien nacht steunde de linie op de klok huizen, 20 K.M. ten O. van Heilbron. De linker linie raakte Doornkloof, 91 K.M. ten O. van Kroonstad. Middelerwijl verdeelde De Wet, na een krijgsraad, zyn heele macht in drie stukken. Een zond hy uit om te beproeven over de N. linie te komen, een aDder naar de Z. linie. Hy zelf was voornemens den spoorweg over te steken in het N.W. De commandanten waren Van der Merwe en Van Coller. Den 7en, 's avonds om elf uur, werd een aantal vee op de Eogelsche linie gedreven. De Boeren bogen zich in hun zadel diep voorover en reden tusschen het vee. Overal stuiten zy echter op een verschrikkelijk vuur. Men schat, dat van de 200 slechts 30 Boeren er in slaagden door te breken. Na den 7den 's morgens opgerukt te zyn, werd de Engelsche linie nauwer toegehaald. Er stonden nu 300 man op elke 1600 M. ia plaats van 200. Kort na negen uur 's avonds brak er geweervuur los op den Engelschen linkervleugel. Over de linie van bijna 48 K.M. vloog het vlammen als van eon brandend bosch heen en weer. Gepantserde treinen zonden i hun zoeklichten over mijlen lands. De snelvuur- kanonnen langs de verschanste linie, de veldstukken, de pompons dreunden tusschen het scherpe geknetter van het musketvuur. En van het fort te Heilbron klonk het diepe gebrom van het scheepskanon. Tot 's nachts twee uur werd gedurig het hevig schieten langs de geheele linie gehoord. De Boeren deden langs de geheele linie I vruchtelooze pogiogen om er door te breken, soms met onloochenbare flinkheid. Op één punt renden 32 Boeren recht op de draad versperring tusschen den Heilbronspoorweg en de blokhuizen aan. Zy verbraken het draad door den schok. Zy verloren hier 2 dooden j en 2 gevangenen, Ongetwijfeld zyn vele Boeren gedurende deze krijgsverrichtingen gewond, maar ontsnapt. De berichten over de manier, waarop De Wet ontsnapte, zyn tegenstrijdig. Steijn schijnt niet binnen de afgesloten streek te zijn geweest. Volgens sommige berichten is De Wet de verschanste linie in den nacht van den 6en overgestoken, volgens andere trok hij op klaarlichten dag, met 700 van zijn manschappen, de spoorlijn over, terwyl hij de formatie van een Engelsche kolonne nabootste. Nog stormden 500 Boeren onder Van Coller op RawliDson's linkervleugel aan. Hun officieren schreeuwden«Storm, storm, burgers!" Ongeveer honderd kwamen er door heen. Onder de gevangenen zijn de commandanten Van Niekerk en Van der Merwe. De Oraoje-Vrijstaat is nu het voornaamste tooneel van het Boeren verzet. Er staan daar 3000 Transvalers en Vrijstaters, die men als de flinkste en stoutmoedigste van de Boeren erkent. Londen, 17 Febr. (Of jicieél). Een bataillon infanterie, den 12 dezer aan Suikerboschrand op verkenning zijnde, verloor in een gevecht met een aanzienlijk aantal Boeren, 11 gesneuvelden en 40 gekwetsten. Een particulier Reuter-corresspondent te Pretoria meldt een soortgelijk gevecht ook op den 12den dezer, maar nabij Kliprivier ten Zuiden van Joh*nnis- burg, waar de Engelschen in een hinderlaag werden gelokt. Zij kregen 12 dooden, waar onder 2 officieren en 48 gewonden. Engeland* Londen, 13 Febr. Aan Minister Cham berlain werd heden in de Guildhall van gemeenteraadswege een adres in een gouden koker aangeboden, bij welke gelegenheid hem eene schitterende ontvangst werd bereid. Het woord nemend om te bedanken zeide de Minister, dat de Regeering twee groote nationale doeleinden nastreefde: het Britsche gezag buiten allen twijfel in Zuid-Afrika te vestigen en de eenheid des Rijks te handhaven, j Beide doeleinden waren grootelijks betrokken in den Zuid-Afrikaanschen oorlog. Het Rijk had in deze blijk gegeven van de onuitputtelijke kracht, welke het in zich zelf en in de koloniën bezat. liet was nu onvermijdelijk den oorlog tot een einde te brengen. Geen staatsman behoorde in onderhandelingen weg te werpen wat met de wapenen was gewonnen. De Britten, zeide hij, zijn niet haatdragend. De vijanden van gisteren zullen, mits zij zich overgeven, morgen als vrienden worden ver welkomd. Maar aan de onverzoenlijkeo, die er op gestoft hebben, dat zij de Britten uit Zuid-Afrika en in zee zouden jagen, te weigeren naar hunne haardsteden terug te keeren, was geen wraakzucht maar zucht tot zelfbehoud. De Britsche Regeering en het Britsche volk wenschen ernstig eenen eervollen vrede. Maar die vrede moet duurzaam zijn en ons de doeleinden doen bereiken, waarvoor wij zooveel hebben opgeofferd. Is de vrede eenmaal gesloten, dan zullen wij aan de wereld een Zuid-Afrika laten zien zoo sterk, zoo voorspoedig, zoo vrij als eenig ander deel der bezittingen des Konings. j Terloops in zijne redevoering gewagend van de gevoelens op het vasteland van Europa j ten opzichte van Éngeland zeide Chamberlain, dat het onmogelijk scheen in de vreemde landen genegenheid te winnen, maar dat men wel in staat zou wezen zich hun eerbied te verzekeren. De begrooting voor Marine beloopt thans 31^ millioen pd. st. (bijna 375 millioen gulden), bijna 12 millioen gulden meer dan ten vorigen jare. Nederland. Groningen, 14 Febr. In het Academisch Ziekenhuis is tengevolge van bloedvergiftiging overleden een jonge man uit Marum, voor eenige weken gehuwd. De vorige week kreeg hij een puistje in het gezicht, hetwelk zoo hovig opzwol, dat een operatie niet meer kon baten. Enschedé, 14 Febr. Er is eene commissie van 15 burgers gevormd, die aan 200 of 300 ingezetenen oproepingen zal zenden, om midde len te bespreken, die aan de werkstaking en uitsluiting aan de fabrieken der firma Van Heek Co. een einde zouden kunnen maken. De commissie wenscht geheel onpartijdig te staan tusschen werklieden en patroons. Amsterdam, 15 Febr. Omtrent de herkomst van een knaapje, dat eergisteren door de politie op de Westermarkt werd aangetroffen en naar het stadsbestedelingen- huis gebracht werd, is iets naders vernomen. Op den bewusten dag reed een koetsier een heer en dame naar de Keizersgracht tot de R.-K. kerk. Daar verliet de heer met het koaapje het rijtuig, voorgevende, dat hij 't bij iemand op de Westermarkt moest brengen. Later is de dame aan de Veemarkt en de heer aan het Thorbeckeplein afgestapt. De dame, die elders woonachtig is, leeft gescheiden van haar echtgenoot en is de moeder van het jongetje. Men deelt omtrent het geval nog mede, dat de moeder, die te 's-Gravenhage ver blijf houdt, herhaaldelijk aan haren man, die te Amsterdam woont, om ondersteuning voor haar kind gevraagd had, maar daarop geen antwoord kreeg. Ten slotte bad zij hem geschreven, dat zij het kind bij hem zou doen bezorgen, omdat zij niet in staat was in het onderhoud van het knaapje te voorzien. Daarop zou dan het jongetje bij den vader, op de Westermarkt, zijn gebracht. Daarentegen wordt van andere zijde gezegd, dat het kind niet ten huize van den vader op de Westermarkt gebracht is. Donderdagmorgen arriveerde prins Hendrik, vergezeld van zijn adjudant jhr. Van Suchtelen, geheel onverwacht voor de inwoners althans met den trein vau 9.59 aan het Centraalstation alhier. Z. H. was in uniform, verder gevolg had Z. H. niet bij zich. De burgemeester was aanwezig om den prins te ontvangen en onmiddellijk begaf prins Hendrik zich naar het voor hem gereed staande rijtuig, om in gestrekten draf zich naar de werkplaatsen van de kon. fabriek van werktuigen- en spoorwegmaterieel te begeven. Eerst werd de afdeeling stelplaatsen voor scheeps- en landmachines bezocht, o. m. bezag de prins de aldaar gereedstaande machine voor de vrachtboot «Java" van de Maatschappij «Nederland" en de triple compound machine voor hot stoomschip «Van Ribeek", van de Koninklijke Paket vaart-Maatschappij. Ver volgens begaf het gezelschap zich naar de locomotieven, waarop dit oogenblik een 30-tal locomotieven in aanbouw zijn. Na de afdeeling locomotieven kwam de afdeeling Nortington- pompen, waarvan een 20-tal ia aanmaak zijn voor de Nortington-maatschappij ten dienste van goudmijnen in Australië. Daarna werd een bezoek gebracht aan de gieterij, waar Z. H. tegenwoordig was by het uitschenken van gloeiend ijzer in een vorm, voor een gietmodel van een centrifugaalpomp. Ten slotte vertoefde de prins nog eenige oogenblikken in de ketelmakerij. Hier had een klein incident plaats. Toen de prins zich met zijn adjudant tot het aanschouwen van de wijze, waarop de nagels hydraulisch in den ketel geklonken worden, in een dezer begeven had, weigerden deze zich weer op te heffen en zoo was Z. II. genoodzaakt er onder uit te kruipen. Z. H. lachte hartelijk om dit kleine avontuur. Hiermee was de omgang door de fabrieken afgeloopen. Het bezoek aan de fabriek werd gevolgd door een rijtoer langs Willemskazerne, door de Plantage, langs Oude en Nieuwe Heerengraoht, Leidschestraat en Stadhouderskade naar het «Amstelhötel", alwaar de lunch gebruikt werd. Om twee uur reed Z. H. naar het gebouw «Concordia" om de Van Speyk-tentoonstelling te bezichtigen. Aan het gebouw ontvangen door den heer Van Waalwijk, werd de prins door dezen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1902 | | pagina 1