Uit Stad en Provincie.
's-Gravenhage, 12 Jan. Staatsraad mr.
Heydenryck herdacht heden zijn 70sten .ver
jaardag onder groote belangstelling van de
zijde van collega's, geestverwanten en ver
eerders.
De waarnemende adjunct-inspecteur bij
de rijksbelastingen, de heer Schippers te
Roozendaal, is gedetacheerd bij het departement
van financiën, met het oog op de samen
stelling der tariefherziening.
Rotterdam, 13 Jan. Gisterenmorgen om
11 uur was een hardlooper, in groen tricot
gekleed, bezig in de Zandstraat en omliggende
straten zijn kunst te vertoonen, waarbij hij
aardig wat ophaalde. Ongelukkig voor hem
was het vertoonen dier kunst op den openbaren
weg in strijd met de politieverordeningen,
maar zulk een snelvoeter heeft daar minder
bezwaar tegen. De agent, die dan ook dit
vergrijp het eerst constateerde, zag er voor-
loopig niets in om met den man een wedloop
aan te gaan, maar hij wachtte tot hij een
collega ontmoette en toen dit gebeurde
begonnen zij beiden jacht op den hardlooper
te maken. Maar het baatte weinig, zelfs met
hun tweeën konden de agenten het niet
winnen. Daar kwamen echter nog twee
agenten aan en nu begon de jacht eerst goed,
tot groot vermaak van de bewoners van
Zand- en andere straten, te meer daar de
hardlooper zijn vervolgers telkens wist te
ontglippen. Als Engelsche generaals legden
de agenten het er nu op aan den draver in
te sluiten, maar deze, als een tweede De Wet
men vergeve ons de vergelijking wist
altijd nog een gaatje te vinden, waardoor hij
kon ontglippen.
Ten slotte, toen een vijfde agent op het
tooneel verscheen, meenden zij toch dat zij
hem te pakken zouden krijgen. Hij rende
juist de Weste Wagenstraat uit en wilde de
Raamstraat weer ingaan, die door den vijfden
agent was afgezet. Nu zat hij er toch aan
alle kanten tusschen. De agent staat midden
op de straat, de armen wijd uitgestrekt en
het schijnt wel dat de hardlooper zich zal
overgeven, want hij ontwijkt den agent niet,
maar stormt recht op hem aan. Deze meent
al zeker te zijn van zijn prooi, maar joep
daar springt de hardlooper over zijn hoofd
heen en nu weer met zesmijls vaart de
Zandstraat in, onder daverende toejuichingen
der omstanders. Weer maakt hij een toer
door eenige zijstraten en komt in de Raam
straat terug, waar dezelfde agent nog staat.
Yoor een tweeden keer zal hij hem die poets
niet spelen en werkelijk loopt de snelvoeter
hem nu regelrecht in de armen, maar als de
agent denkt hem ditmaal stevig vast te
hebben, maakt de hardlooper een behendige
zwaai, de agent krijgt een schok waardoor
zijn helm over de straat rolt en de hardlooper
is weer vrij en verdwijnt nu in één der
omliggende huizen, om wat uit te blazen. Het
spelletje scheen hem zoo goed bevallen te
zijn, dat bij om 3 uur weer op dezelfde
plaats lustig aan het hardloopen was.
Oosterhout, 14 Jan. De gevolgen, die
Hüpsel, de dader van den hier plaats gehad
hebbenden moord, tijdens zijn arrestatie heeft
ondergaan, schijnen voor hem zeer noodlottig
te kunnen worden. Hij is ernstig ziek en
zijn toestand is dermate, dat hem de laatste
sacramenten zijn toegediend.
Roosendaal, 14 Jan. Bij de gisteren
hier gehouden Koppermaandagmarktdie
vooral door boerenknechts en meiden wordt
bezocht, is een hevige vechtpartij ontstaan,
waarbij twee broeders doodelijk getroffen
werden.
De daders zijn overgebracht naar Breda.
Zierikzee, 15 Januari.
Er liepen de vorige week verschillende
geruchten over den gezondheidstoestand van
de Koningin. Zijdelings zijn deze tegengesproken
door het berichten in de dagbladen dat H. M.
Dinsdagmiddag Haar gewonen wandelrit heeft
gemaakt, maar door den tuin van 't Paleis
uitgereden, niet was opgemerkt door de
talrijke belangstellenden, die, ongeveer den
ganschen dag, steeds vóór het Paleis staat
om de lieve Vorstin te zien en te begroeten.
Intusschen is het een feit zegt de
Haagsche kroniekschrijver der N. Gr. Ct.
dat H. M. Zich in de laatste dagen minder
dan gewoonlijk heeft vertoond, maar mij is
een geheel andere reden dan H. M. gezondheid
daarover ter oore gekomen en ik stel er
prijs op daarvan melding te maken. Door de
ongesteldheid, die H. M. op 't Loo had, is in
de afdoening der Staatsaangelegenbeden een
weinig achterstand gekomen en de Koningin
wilde, nu Haar krachten het toelieten, door
het werk heenkomen. H. M. moet dan ook
de laatste dagen schier onafgebroken Zich
aan haar arbeid voor 's lands zaken hebben
gewijd en om Zich door den berg van stukken
heen te werken had H. M. de Koningin-
Moeder aangeboden Haar een handje te
helpende eerste paar dagen der week
waren Moeder en Dochter dan ook schier
den ganschen dag in het werksalon der
Koningin bezig en om geen tijd te verliezen
bleef de Koningin-Moeder ten Paleize dineeren.
Deze feiten werpen een zoo eigenaardig en
verblijdend licht op de ernstige opvatting
van Haar taak door de Koningin en tevens
op de innige-lieve verhouding met de
Koningin-Moeder, dat ik er mij een genoegen
uit maak het verder te vertellen, zooals 'tme
uit zeer betrouwbare bron is medegedeeld.
De talrijke besluiten enz., in de laatste
dagen verschenen en nog aanhoudend ver
meerderend, doen overigens zien, dat er nu
weer flink gang in de zaken is gekomen.
Wat den Prins-Gemaal aangaat, ook Hij
heeft Zich sedert Zijn komst in Den Haag
nog niet veel vertoond en men verzekert mij
dat, behalve de zucht om de genoegens van
het stille, huiselijk leven te smaken, ook
bijzondere studiën, in verband met Zijn
lidmaatschap van den Raad van State, den
Prins aan Zijn studeervertrek binden.
Bij den uitgever, den heer C. A. J.
van Dishoeck te Amsterdam, is verschenen
de 3de aflevering van het reeds vroeger door
ons besproken «Beknopt Practised Leerboek
der Oever-, Strand-, Duin- en Dijksverdediging",
samengesteld en bewerkt door den heer L. R.
Plasschaert, opzichter van den Provincialen
Waterstaat in Zeeland. Deze aflevering, die
een voortzetting levert van Hoofdstuk 3: «De
samenstelling van Oever- en Strandwerken",
benevens drie platen, geeft wederom het
bewijs, dat de geachte .schrijver het door hem
besproken onderwerp volkomen meester is,
zoodat de technisohe behandeling er van velen
welkom zal zijn.
Iemand te Zuiddorpe zou probeeren een
groote partij sigaren België binnen te
smokkelen. Des avonds zou getracht worden
de sigaren over de grenzen te krijgen. Tot
ontsteltenis van den handelaar kwamen echter
do smokkelaars een paar uur later terug
zonder de sigaren. Er was op hen geschoten
naar zij meenden door Belgische douane
mannen, en zij hadden de vlucht genomen
met achterlating van de sigaren.
Het is nu bekend geworden, dat niet op
hen geschoten was door douaniers, doch door
andere smokkelaars, die zich daarna haastten
den buit veilig over de «schreef" (de grens)
te breDgen.
Haamstede, 14 Jan. Bij de heden alhier
gehouden stemming voor een lid van den
gemeenteraad (vacature Geluk) zijq uitgebracht
94 geldige stemmen, als opP. Blom Lz.
40 stemmenM. A. Vis 32 stemmen
M. J. K. Overbeeke 15 stemmen; L. J.
Blom 7 stemmen.
Alzoo herstemming tusschen de heeren
P. Blom Lz. en M. A. Vis.
De herstemming is bepaald op 24 Jan. a.s.
Noord-Beveland, 13 Jan. Te Cats had
heden eene afschuiving plaats in den oever
voor den calamiteuzen «Leendert Abraham
polder", die een gedeelte van het zuidelijke
oeverwerk beschadigde, waardoor een strand-
hoofd over eene lengte van 40 a 45 meters
met een gedeelte kraagstuk in de diepte
verdween.
Wissekerke, 14 Jan. In het lokaal van
den heer G. J. de Smit alhier vergaderde
men heden om een candidaat te stellen voor
de a.s. verkiezing van een gemeenteraadslid
in plaats van den heer Vader van 's-Graven-
polder.
Als candidaat werd geproclameerd de heer
W. du Claux.
Vlissingen, 13 Jan. Gisteren is alhier,
van Zuid- en Oost-Afrika via Kaapstad, aan
gekomen het stoomschip «Kanzier"ter
ontscheping van 32 passagiers en mail.
Onder de passagiers bevonden zich vele
vrouwen en kinderen uit de Boerenkampen,
die door bemiddeling van het Boeren-comité
in Nederland in vrijheid zijn gesteld.
Terneuzen, 14 Jan. Hier en te Sas
van Gent is men sinds eenigen tijd bezig
met het verbreeden en verbeteren van het
kanaal GentTerneuzen. Binnenkort zal
men ook io België met het werk beginnen.
Met 1 Februari zal de aanbesteding te Gent
plaats hebben. Het voornemen bestaat het
kanaal zoodanig te veranderen, dat schepen
van 9 M. diepgang zonder moeilijkheden
kunnen doorvaren.
Alhier zou dan in verband met deze ver
andering eene grootere sluis gebouwd worden.
Dit plan is in studie bij het beheer van
wegen en bruggen.
Hulst, 13 Jan. De aanleg van de stoom
tram van hier op Walzoorden is verzekerd.
In het begin der volgende maand zal hier
de aanbesteding van al de benoodigdheden
voor den aanleg plaats hebben, terwijl het
plan bestaat de tram reeds met 1 Augustus
a.s. in exploitatie te brengen.
Sas-van-Gent, 14 Jan. Alhier werd voor
een paar jaar een gf-oote goud- en arsenicum-
fabriek gesticht. De fabricatie van deze
stoffen, uit erts uit Spanje aangevoerd,
schijnt niet medegovallen te zijn. De fabriek
leidde langen tijd een kwijnend bestaan.
Thans is zij met al de machinerieën
werktuigen, terreinen en bijgebouwen aan
Belgische ondernemers verkocht. Wat dezen
er mede zullen doen is nog niet bekend.
Landbouw en Veeteelt.
De gewone voorjaarskeuringen voor tot
dekking bestemde hengsten zullen gehouden
worden in Zeeland den 13den Februari te
Hulst, en den 14den daaraanvolgende te
Kattendijko.
Te Osch zijn in 1901 in de export
slachterijen van de firma Zwanenberg Co.
en H. Hartog geslacht, met bestemming naar
Engeland, 212.000 varkens en 6087 kalveren.
Wilde paarden. De firma Hagenbeek
te Hamburg heeft eene expeditie ondernomen
om zich er van te overtuigen of er in
Mongolië nog werkelijk wilde paarden zijn,
zooals deRussische generaal NicolasPrezwalskji
in 1860 aan zijn rijk rapporteerde. De
commissie kon geen volwassen dieren be
machtigen ze waren te wild, doch zij
slaagden er in eenige jonge veulens van
eenige dagen machtig te worden zij schaften
zich tevens eenige Mongoolsche merries aan
en het mocht gelukken de veulens daarmee
te behouden. Na een moeilijke reis arriveerden
te Hamburg 28 jonge veulens met evenveel
voedster-merries. De introductie van deze
vreemde gasten in Europa werd gewaardeerd
door graaf van Bedford in Engeland, die er
12 kocht voor 125 000 fr. en nu wil trachten
ze op te fokken. Hagenbeek besteedde voor
een en ander veel geld, in de hoop door
kruising een sterk ras te verkrijgen, geschikt
voor velerlei doeleinden.
Rijke paarden. In Frankrijk zijn
verschillende harddravers, die gedurende hun
korte loopbaan meer dan 100.000 fr. aan
prijzen hebben gewonnen, b.v. Trinqueur,
4 j., 195.815 fr., Messagère, 5j., 125.222.50
fr., Polka, 5 j., 118.053.10 fr. en Sara, 5 j.,
111.922.50 fr.
KERKNIEUWS.
Op het drietal van predikant bij de Herv.
Gem. te Amstydam komen voor dr. P. A.
Klap te Velzen (vroeger te Oosterland) en
ds. Posthumus Meyjes te Middelburg.
Beroepen bij de Evang.-Luth. Gem.
te Breda ds. G. F. Drejer te Harlingen
(vroeger te Zierikzee).
Bedankt voor het beroep naar de Geref.
Gem. te Kampen door ds. L. Boon te Ter-
nenzen.
Zondagmorgen werd te Cats de bij de
Herv. gemeente beroepen predikant G. C. C.
Geijskes bevestigd door ds. H. J. Couvée te
Cortgene naar aanleiding van Ezechiël 33 7.
Des middags hield ds. Geijskes zijn intree
rede naar aanleiding van Rom. 1 16a.
Beide keeren was de kerk overvol.
O N D E B W IJ M.
Krachtens de wet van 17 Augustus 1878
zijn de volgende pensioenen verleend aan
A. Visser, hoofd der openbare lagere school
te Kapelle (Z.-Bev.) f 684
G. A. Vorsterman van Oyeo, hoofd der
openbare lagere school te Aardenburg, f 1267
J. Rensen, onderwijzer aan eene openbare
lagere school te Zierikzee, f 784.
Het hoofdbestuur van het Nederlandech
Onderwijzers-Genootschap is voor 1902 samen
gesteld uit de heeren:
L. C. T. Bigot, voorzitter, Amsterdam
M. Mieras Jr., vice-voorzitter, Beesd;
H. W. J. A. Schook, le-secretaris, Amsterdam,
Overtoom 326; A. J. Straatman, le-penning-
meester, commissaris der Psed. Bibl. en lid
van de commissie van beheer van het
Herstellingsoord, AmsterdamJ. J. Dikker,
2e-penningmeester, Zwolle; G. H. v. Daalen,
3e-penningmeester, Assendelft; C. F. A.
Zernike, gedelegeerde in het bestuur van het
Ned. Schoolmuseum, AmsterdamF. H.
Klenke te Ierseke.
De heer H. O. B. Blijdenstijn te
Ilontenisse is benoemd tot onderwijzer aan
een bizondere (R.-K.) school te Amsterdam.
Burgem. en Wc-th. van Middelburgstellen
den gemeenteraad voor de jaarwedde van
den directeur-leeraar van de Burger-Avond
school op f 800 te bepalen, terwijl zij
adviseeren te besluiten, dat de te benoemen
directeur, tevens directeur van de Ambachts
school zij. Naar het oordepl van den inspecteur
behoort bij combinatie der betrekkingen,
teneinde een geschikt persoon te verkrijgen,
de jaarwedde op f 2400 te worden bepaald
(f 1600 voor de Ambachtsschool en f 800
voor de Burger-Avondschool).
Woensdag 29 dezer zal te Middelburg
door de VereenigiDg voor Christelijk Volks
onderwijs een provinciale vergadering voor
Zeeland worden gehouden, waarin als sprekers
zullen optreden de heeren dr. J. Riemens te
Rotterdam, J. H. Blum te Vlissingen en
L. C. Breebaart te Middelburg.
De zaak-Ter Laan. De Delftsche
gemeenteraad zal den 24en Januari a.s. de
zaak-Ter Laan behandelen.
Eenige personen, die zich tot een commissie
hadden gevormd om de zaak-Ter Laan te
steunen, hebben bezoeken gebracht bij de
Raadsleden om hen te bewegen hunne stem
vóór het verdoek te willen uitbrengen.
Bij het hoofdbestuur van den «Bond van
Nederlandsche Onderwijzers" is ingekomen
een verzoek om betuiging van instemming
met het adres namens vele inwoners van
Delft tot den Raad dier gemeente in zake
den heer Ter Laan.
Het hoofdbestuur hoeft besloten te melden,
dat het dit adres niet kan steunen.
Post en Telegrafie.
Het telephoonkantoor te Ouwerkerk be
handelde gedurende 19011130 telegrammen,
waarvan 616 ontvangen en 514 verzonden.
Gedurende de maand December 1901
zijn aan het hulpkantoor te Poortvliet in de
rijkspostspaarbank ingelegd f 764,85 terwijl
in het jaar 1901 bij 385 inlagen is ingelegd
f 13887,23', uitgegeven 30 nieuwe boekjes
en terugbetaald f 12125,20.
Bruinisse, 14 Jan. Gedurende het jaar
1901 werden op de postspaarbank alhier 957
inlagen gedaan tot een bedrag van f 48307,05£,
306 betalingen tot een bedrag van f41511.89.
Hieronder begrepen het bedrag der hulp
kantoren Nieuwerkerk, Oosterland en Sir-
jansland.
Uitgegeven werden 51 boekjes.
Op het postkantoor werden behandeld
gestorte postwisselsf80929.44 1ingevorderde
gelden op quitantie f 31666.066 gede
poneerde quitantiën f 2907.25 (J); ontvangen
brieven 56857 1briefkaarten 26583
nieuwsbladen 106879 (J); gedrukte stukken
59577 (J); monsters 746(1); aangeteekende
brieven 387 en 237 met een aangegeven
waarde van f87574.13; verzonden pakketten
2335 ontvangen pakketten 4122.
Hieronier het verkeer der hulpkantoren boven
genoemd.
Brieven uit Berlijn.
Van onzen correspondent).
Het Knltnursygteem van graaf
Van den Bosch op Java, in het Ko-
lonialheim toegelicht door Van
Faack Trakranen.
rerujn, 9 1 '02
«Es muss was g'scheh'n!" (er moet gehandeld
worden) is het spreekwoord van den Beierschen
fabrikant Zupf. een ijverig bestuurslid van de
over geheel Duitschland verspreide Kolonial-
gesellschaft, en de afdeeling Berliju van deze
Vereeniging heeft het gezegde van den gemoe
delijken Beier eveneens tot haar devies gekozen.
In het KoloDialheim, de gezellige heerenclub
van de afdeeling in de Schellingstrasse, valt
het oog telkens op het devies. «Es muss was
g'scheh'n" staat op sierlijke houten bordjes te
lezen, welke aan verschillende gaskronen han
gen, «es muss was g'scheh'n" leest men even
eens aan de voorzijde van den katheder voor
de sprekers. De club beschikt niet over veel
ruimte, drie groote vertrekken, welke in elkaar
loopen, voila tout, doch in deze drie vertrekken
heerscht een behaaglijk comfort; aan de wan
den hangen groote schilderstukkenmeest
gezichten van tropische en Zuid-Afrikaansche
landstreken en gebergten, waaronder een goed
geschilderde Kilimandschors, verder een levens
groot portret van Hertog Johann Albrecht van
Mecklenburg, den voorzitter der Kolonial-
gesellschaft, Indische en Afrikaansche wapens,
dierenvellen en jachttrofeeën en dergelijke
kortom het is een gezellig tehuis en rendez
vous voor oud-gasten en de vele leden der
Berlijnsche afdeeling, die hier eiken Maandag
en Donderdagavond samenkomen. Eens in de
maand wordt er 's avonds over koloniale aan
gelegenheden van gedachten gewisseld naar
aanleiding van een door één der leden over
het een of ander Koloniaal onderwerp ge
houden referaat.
Het gaat bij deze voordrachten huiselijk en
gemoedelijk toe. In het middelste vertrek
heeft men de lessenaar van den spreker zoo
danig geplaatst, dat deze in de beide andere
vertrekken, welke met het middelste een recht
hoek vormen, goed gezien en gehoord kan
worden. De leden, waaronder er velen zijn
met groote, illustre namen, zitten overal ver
spreid te luisteren onder het genot van een
sigaar en een glas bier, sommigen om kleine
tafels in makkelijke sofa's en fauteuils gedoken,
anderen aan de wanden onder de levensgroote
busten van Bismarck en den jongen Keizer,
weer anderen aan een lange tafel.
Op welke manier maken we onze kolonies
productief, dat is de grondgedachte van vele
redevoeringen. «Es muss was g'scheh'n",
maar hoe en wat? Het is nog vaak een tasten
en zoeken in den blinde bij het beheer en de
gedeeltelijke exploitatie der uitgestrekte Duit-
sche koloniën, en geen wonder. Toen Duitsch
land 20 jaar geleden eindelijk het voorbeeld
van andere mogendheden kon volgen en op de
„Koloniale jacht" kon gaan, moest zij zich
met datgene tevreden stellen, wat door hare
oudere zusters was versmaad.
Zij kon nog wel de hand leggen op reus
achtige woeste gronden in Oost- en West
Zuid-Afrika en in Nieuw-Guinea, doch er zullen
nog wel vele tientallen van jaren moeten
voorbijgaan, vóór de Duitsche Koloniën zich
eenigszins met Hollandsche en Engelsche
kunnen meten.
Voorloopig is het nog een toestand van
wording. Er is nog geen eenheid in het beheer
der Koloniën. Eensdeels worden zeg direkt
door rijksgouverneurs bestuurd, zooals in Süd-
Oest- en Süd-Ost-Afrika, in Togo en op de
Marshall-eilanden, anderdeels door een handels
maatschappij in den trant van de Oost-Indische
Compagnie, zooals in den Bismarck-archipel
en Nieuw-Guineaterwijl Kiautschou weer
door de marine wordt geregeerd.
De Kolonialdirektor Stübel aan het hoofd
van den Kolonialrat, die voorloopig nog
onder Buitenlandsche Zaken en den rijkskan
selier ressorteertheeft wel een woord mee
te spreken in de aangelegenheden der Afri
kaansche Koloniënmaar niet in Kiautschou.
Daar de Duitschers op Koloniaal gebied
geen eeuwenoude ervaring hebben, komt het
er voor hen op aan, na te gaan, op welke
wijze de oudere Koloniale mogendheden hunne
Koloniën tot grooten bloei hebben gebracht,
en in hoeverre hunne methoden ook in de
Duitsche Koloniën kunnen worden nagevolgd.
De aanwezige leden van de Itolonialgesell-
schaft zullen den heer Van Faack Trakranen,
een zoon van den overleden minister van
Koloniën Trakranen uit het 2e ministerie Thor-
becke, dan ook wel erkentelijk geweest zijn
voor de op veler verzoek gehouden interessante
voordracht over het Kuituursysteem van graaf
Van den Bosch op Java.
Na de geschiedkundige ontwikkeling van het
eiland, den aard der bewoners en de vrucht
baarheid van den bodem in korte trekken te
hebben geschetst, ging de spreker tot het
hoofdpunt van zijn onderwerp over, en gaf hij
een levendig beeld van het program, dat Van
den Bosch aan Koning Willem I had ont
vouwd, en de wijze, waarop zijn Kuituursysteem
op Java werd ingevoerd. Met zijn systeem
beoogde de generaal in de eerste plaats zoo
wel de welvaart van den Javaan aanmerkelijk
te verhoogen, en hem een hooger inkomen te j
verzekeren door den aanbouw van gewassen,
welke meer waarde hadden dan rijst, als den
ondernemingsgeest der Hollanders door regee-
1 ringsvoorschotten op te wekken, en aan de
ambtenaren, zoowel Hollandsche als de Inland-
sche regenten, aan wie het opzicht over de
gouvernementsvelden was opgedragen, als be
looning voor hun ijver een zeker percentage
van de opbrengst toe te kennen. Deze hadden
er dus het grootste belang bij, dat de gouver-
nementslanden zooveel mogelijk opbrachten.
In den loop der jaren traden echter vooral in
dezen maatregel de nadeelen van het systeem
Van den Bosch duidelijk aan den dag.
In breede trekken werd door spreker met
groote objectiviteit een beeld gegeven van de
wijze, waarop het vernuftig uitgedachte systeem
werkte, dat rekening hield met de als gevolg
van het warme klimaat aangeboren traagheid
der bevolking, en werd zoowel op de voor- als
op de nadeelen er van gewezen. De plichten
en rechten der dessabewoners, de contróle
over de gouvernementskuituren door de Euro-
peesche ambtenaren en de inlandsche regenten,
wedono's en mandoers, het groote verschil
van de opbrengst der dessagronden vóór de
invoering van het systeem Van den Bosch,
toen bijna uitsluitend door de Inlanders rijst
en specerijen werden geteeld, en daarna, de
hoogere welvaart en tengevolge daarvan de
buitengewone toename der inlandsche bevol
king, de aanleg van nieuwe wegen uit het
binnenland naar de kust voor het vervoer der
gewassen, de opkomst der particuliere suiker
industrie door de oprichting der van gouver-
nementswege gesubsidieerde fabrieken, dit alles
en nog veel meer werd op heldere wijze voor
de aandachtig luisterende Duitschers uiteen
gezet, waaronder zich eenige planters uit de
Afrikaansche Koloniën bevonden.
Het is nog niet zoo lang geleden, dat men
hier in Duitschland het Britsche rijk als de
eenige mogendheid beschouwde, bij wie men op
koloniaal gebied in de leer kon gaan. Dat men
van deze dwaling is teruggekomen en eindelijk
ook het koloniseerend talent der Hollanders
heeft erkend, van wie in menig opzicht meer
te leeren valt dan van de Engelschenbleek
duidelijk uit de geanimeerde discussie, welke
op de rede van den heer Faack Trakranen
volgde en waaraan verscheidene heeren deel
namen.
Wilt ge de Koloniën tot grooten bloei brengen,
zie dan hoe Holland gehandeld heeft op Java,
op Sumatra, op Celebes, hoe het er steeds op
uit is door zijne uitstekende wetenschappelijke
onderzoekingen in den weergaloozen planten
tuin in Buitenzorg nieuwe kultures te scheppen,
let op de verstandige wijze, waarop Holland
met betrekkelijk weinig ambtenaren de groote
Kolonie bestuurt door partij te trekken van de
inlandsche grooten en hen schijnbaar in het
bestuur te doen deelen, tengevolge waarvan
op het groote eiland overal orde en rust
heerschen, zie hoe Holland door de hoog ont
wikkelde kultures van Java een grooten Garten
heeft gemaakt, en handel dan daarnaar. Niet
Engeland, maar Holland moet ons voorbeeld
zijn, zeiden verscheidene sprekerswaarvan
sommigen als Von Winning en Hindorf, kort
geleden uit Indië waren teruggekeerd.
Wat het „men8chen-materiaal" betreft in de
Kolonies, is Holland in veel beter conditie dan
Duitschland. De Indische bevolking is intel
ligenter en staat op een hoogeren trap dan
de Kaffers, Hottentotten en Negers in Duitsch-
Zuid-Afrika. De Indische hoofden zijn be
schaafder en ontwikkelder, en hebben meer
direkte macht over de bevolking dan hunne
Afrikaansche collega's, die in de verste verte
niet vergeleken kunnen worden met de oud-
adelijke Javaansche Raden's, adipati's en pan-
garan's. In hoeverre men in Duitsche Koloniën
het Hollandsche voorbeeld van de inlandsche
bevolking aan het werk te zetten, zou kunnen
navolgen, zal nog moeten blijken; in elk geval
stelde één der sprekers, die binnenkort naar
Afrika terugkeert, zich voor, met graaf Götzen,
den gouverneur van Das-es-Sabaam, hierover
van gedachten te wisselen.
Nadat de voorzitter van de Berlijnsche
afdeeling, generaal von Poser, den spreker
van den avond voor zijn interessante voor
dracht den dank der vergadering had gebracht,
bleef men nog geruimen tijd gezellig napraten,
overal in geanimeerde groepen over de drie
vertrekken verspreid. De toestanden in de
Koloniën vormden natuurlijk de hoofd-onder-
werpen der gesprekken.
In mijn buurt zat een zwaar gebouwd man
in een hoek van de sofa gedoken. Hij ver
telde van zijn drukkerij in Swakop-Mund in
Deutsch-West-Afrika, en liet ons de courant
zien, die bij hem verscheen. Met een zekeren
trots wees hij op verscheidene advertenties
van hotels en bierkneipen in de groote stad
Swakop-Mund. Ja, ja, „es muss was g'scheh'n 1"
Hij had ook al een strike onder zijn twee
zetters gehad, maar hij was hun toch de baas
gebleven!
De Duitsche Koloniën zijn nog wel in haar
eerste ontwikkelingsstadium, doch wie weet,
hoe levendig mettertijd het verkeer niet
kan worden met het moederland. Daarop
bouwen een paar handelszaken, welke hier in
Berlijn gevestigd zijn. Het Deutsche Kolonial-
haus van B. Antelmann, dat produkten van
alle Duitsche Kolonies te koop aanbiedt, bezit
reeds 4 filialen in de stadeen andere firma,
welke zich speciaal belast met de geheele uit
rusting voor de tropen, von Tippelskirch Co.,
gaat zich eveneens aanmerkelijk uitbreiden en
heeft in de Oostdamerstrasse een paleis ge
bouwd in den trant van Wertheim's Waaren-
haus, waar men zich binnenkort geheel voor
de Koloniën zal kunnen equipeeren.
„Es muss was g'scheh'n 1"
De tegenwoordige rijkskanselier heeft zonder
twijfel de gave des woords. Met grooten bij
val zal de gisteren in de eerste zitting van
den Rijksdag door hem gehouden rede door
het Duitsche volk worden begroet, evenals in
dertijd zijn speech bij gelegenheid van de
onthulling van het Bismarck-standbeeld, vooral
de passage, waarin hij op bizondere sarcastische
manier naar aanleiding van de beruchte Cham-
berlainsche rede over den Fransch-Duitschen
oorlog, den Engelschen minister van Koloniën
op zijn plaats zette. Met groote handigheid
maakte hij van het citaat van Friedrich den
Groote gebruikwaarmee deze antwoordde,