ZIERIKZEESCIIE MEI WSBODE.
Dinsdag 24 December 1901.
Tweede Blad.
(25 i e r i Is. z e e s o b.
Cour an t).
Verschijut DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika Transvaal, Indië enz. verzending
eens pt. week, f 40,per jaar.
58ste JAARGANG. No. 7633.
Directeur a. O". IDE LOOZE.
A. FRANKEL.
J. WA ALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Redacteuren:
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte bereikend.
Alle betaling-en moeten uitsluitend g-eschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ing-ezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frünkel, Ha ven park 348, Zierikzee.
NIEUWSTIJDINGEN.
De Transvaalsch-Engelsche
oorlog.
Middelburg (Kaapkolonie), 19 Dec. Bij
zonderheden omtrent de gevangenneming van
Kritzinger doen zien, dat hij opmerkelijken
persoonlijken moed tentoonspreidde.
Toen het commando de blokhuizen-linie
naderde, werd het dicht op de hielen gevolgd
door twee colonnes.
Het commando hield op het gezicht der
blokhuizen en het prikkeldraad halt, waarop
de colonnes en de blokhuizen tegelijk een
hevig vuur openden, te midden waarvan
Kritzinger en zijn adjudant voorwaarts
galoppeerden en het draad doorsneden, waarna
het geheele commando er doortrok.
Kritzinger keerde tweemaal terug om
gewonden te halen en die op hunne paarden
te helpen om hen in staat te stellen tot
vluchten.
Maar toen hij voor de derde maal terug
kwam, werd hij zelf gewond.
Generaal De Wet, zoo wordt in Engelsche
bladen verhaald, bezocht onlangs met generaal
Botha een hospitaal, waarin gewonde man
schappen van het East Kent regiment lagen.
Botha rookte een cigarette en De Wet had
een laDge pijp in den mond.
Eén der manschappen sprong op in zijn
bed, schudde zijn vuist tegen De Wet en
zeide
Jij, leelijke Hollander, jij bent de schuld
hiervan".
De Wet nam zijn pijp uit den mond en
zeide
»Je moest blij zijn, dat je hier zoo rustig
moogt liggen, terwijl betere mannen dan gij
en ik daar ginds aan het vechten zijn. Wacht
maar tot ge beter zijt, dan zal ik je wel
leeren".
Toen wendde hg zicbf tot een ander man
van het East Kent regiment en vroeg«Kan
ik iets voor u doen?"
De soldaat zag hem verwonderd aan, toen
antwoordde hij snel:
j>Ja, mjjnheer, geef mij een pijp tabak en
een lucifer".
De generaal reikte den soldaat zjjn tabak-
zak en een doosje lucifers toe.
«Over een paar dagen wordt ge vrijgelaten",
zeide hij.
14 dagen later nam diezelfde soldaat weder
deel aan het altoosdurend vervolgen van De
Wet en hjj had het ongeluk daarbij voor de
tweede maal gevangen genomen te worden
met een wond aan het voorhoofd, welke
hem bewusteloos maakte. Toen hjj tot
bewustzijn kwam, zag hij generaal De Wet,
die met zijn eigen zakdoek de wonde verbond.
Daar riep opeens de generaal»IIeb ik je
niet al vroeger gezien? Ja, gij aijt de kerel,
die ik veertien dagen geleden gevangen nam.
Pas maar op, dat ik je niet nog eens in
handen krijg, want dan zal er geen sprake
van tabak of van zakdoeken zijn!"
Amerika.
President Roosevelt gaf weer aan een
deel zijner onderdanen ergernis, door twee
negers tot staatsbetrekkingen te benoemen,
een, den heer Crosslina, buitenslands, tot
gezant in de Neger-Republiek Liberia, en eei
tweede, den heer Daney, tot griffier te
Washington.
Uit New-Orleans zijn tot nu toe niet
minder dan 143 050 paarden en muildieren
voor het Engelsche leger naar Zuid-Afrika
vervoerd tot een waarde-bedrag van 13.483.052
dollars.
Negotie, denkt Oom Sam, gaat boven
neutraliteit.
New-Orleans kon den handel echter wel
eens kwijt raken. De verkoopers vragen
tegenwoordig 415 in plaats van 100 dollars
per paard en nu koopen de Engelsche
agenten in Zuid-Amerika.
Noorwegen.
Aan een diner te Christiania, bij gelegen
heid van de uitreiking der Nobelprijzen, heeft
Björnstjeme Björnson, op het Storthing toas
tend, gezegd:
»Toen onlangs een Noorsch vaartuig op
Spitsbergen in nood was, zonden Regeering
en Storthing eene expeditie.
«Maar nu tot in Europa de noodkreet
weerklinkt van een klein heldenvolk, dat
voor zijne vrijheid en onafhankelijkheid
worstelt, en in nood van onder to gaan om
hulp roept, nu blijven Parlementen en
Regeeringen doof voor deze kreten en deze
doofheid, deze onverschilligheid van de
Regeeringen der beschaafde wereld tegenover
den moord van een geheel volk, zijn wel
beschouwd nog veel stuitender dan de moord zelf.
iLaat dan de volkeren zich organiseeren
en zich vereenigen om zoo iets niet meer te
dulden. Wellicht is de dag niet ver meer,
waarop allen in gelijk geval gevoelen zullen,
dat zij als de leden zijn van een enkel gezin I"
Zwitserland.
In de Zwitsersche gemeente Olten raakte
een spoorwegopzichter met zijn voet tusschen
een wissel beklemd. De man deed alle
moeite om los te komen, maar ook toen hij
in de verte een trein zag aankomen, lukten
zjjn wanhopende pogingen niet. Do opzichter,
vastgekneld op de rails, zag 't moordende
gevaarte op hem afkomen; hjj werd omver
geworpenbeide beenen werden hem afge
reden, 't hoofd zwaar gewond. Daarna moest
de voet met een houweel uit de beklemming
worden losgemaakt. Een tragische speling
van het toeval is, dat twee broers van dezen
man eveneens door treinen zjjn overreden en
gedood.
Rusland.
Op het geliefde buitenverbljjf van den
Czaar, Tsarko Selo, schjjnt er loopen
daarover tenminste geruchten een complot
tegen het leven van den Vorst te zjjn ontdekt.
Naar verluidt werden sommige toevoer
huizen der waterleiding afgesneden, waarna
het water geïnfecteerd werd.
Twee honderd personen, die van dit water
gedronken hadden, werden ziek en vertoonden
alle verschijnselen van typhus.
Het onmiddelljjk ingestelde onderzoek schjjnt
nog niet te hebben geleid tot de ontdekking
der schuldigen.
Wel zjjn tal van bekende Petersburgsche
nihilisten in verzekerde bewaring gesteldook
moeten er aanwjjzingen bestaan, dat zoons
van hooggeplaatste persoonljjkheden in het
complot betrokken zjjn.
Men schjjnt niet alleen het vermoorden
van den Czaar, maar ook de uit-den-weg-
ruiming van tal van gehate hofdignitarissen
op het oog te hebben gehad.
De buitenlandsche bladen, die van het
bovenstaande melding maken, doen dit onder
het meeste voorbehoud en staan volstrekt
niet in voor de gegrondheid der loopende
geruchten.
Engeland.
De Londensche correspondent van 't Hbl.
schrijft
Uit goede bron hoor ik en krjjg het van
andere zjjde bevestigd, dat lord Roberts zjja
aanvrage om ontslag als opperbevelhebber
heeft ingediend en door 'skonings broeder,
den hertog van Connaught, wordt opgevolgd,
Het aantal gevallen van pokken te
Londen bedraagt 543.
Yoor de vacante plaats van beul te
Londen hebben zich drie honderd sollicitanten
aangemeld
Frankrijk.
Donderdag werd inzake den vjjfvoudigen
moord te Corancez het getuigenverhoor voor
het Hof van Assises te Chartres voortgezet.
De weduwe Pichonlandbouwster te
Corancez, verklaarde zich zeer goed te
herinneren, dat zij 4 jaar geleden bjj dengene,
die vóór Brièrre de hoeve bewoonde, het
ploegmes had gezien, waarmede de moord
gepleegd moet zjjn.
Boucherdaglooner en brandweerman,
zeide overtuigd te zjjn, dat Brièrre de
stichter is van den brand, die in 1887 diens
hoeve vernielde. Hjj verklaarde voorts, dat
hjj destijds zijn vermoedens voor zich gehouden
had, om Brièrre's vrouw geen verdriet te doen.
Brièrre's advocaat antwoordde dezen ge
tuige, dat, als zjjn cliënt den brand werkelijk
gesticht had, de maatschappijen de ver
zekeringssom niet zouden hebben uitbetaald.
Choupart, landbouwer, vertelde, dat de
hond van Brièrre zóó hoosaardig was, dat
alleen zjjn meester hem heeft kunnen naderen,
om hem te dooden.
Alsnu kwamen verscheidene getuigen a
décharge voor Brièrre gunstige getuigenissen
afleggen.
Yrjjdag werden de deskundigen gehoord
en men acht het waarschijnlijk, dat het
proces Dinsdag a.s. zal afioopen.
Ouitschland.
Paderborn, 20 Dec. Het Westfdlische
Volksblatt meldt, dat hedenmiddag bjj
Neuenbeken een personentrein ten gevolge
van mist gereden is op don D-trein naar
Berljjn, die wegens een ongeval op een vrjj
haanvak stilstond.
Er moeten meer dan 20 personen gewond
zjjner zjjn reeds 6 doodon gevonden en er
zouden nog meer onder de verbrijzelde wagens
liggen.
Uit Paderborn komen nog de volgende
bijzonderheden over het verschrikkeljjke on
geluk, dat tusschen de stations Altenbeken
en Neuenbeken is gebeurd.
Tusschen Altenbeken en Neuenbeken ligt
een blokstation. Even voorbjj dit station zjjn
waarschjjnljjk de paarden van een lastwagen
schichtig geworden en in elk geval op het
spoor gekomen op hetzelfde oogenblik dat
de D-trein, die om 12.45 van Paderborn
vertrekt, voorbjjreed. De wagen kwam onder
de locomotief, en de D-trein werd zoo ernstig
beschadigd, dat hjj niet verder kon. De
D-trein gaf dadeljjk het noodsein, maar dit
schjjnt tengevolge van den dikken mist door
den spoorwegwachter aan het blokstation
niet waargenomen te zjjn. De blokhuiswachter
gaf althans aan den gewonen trein, die om
12.53 van Paderborn vertrekt, het sein dat
de weg vrjj was. De tweede trein was
buitengewoon lang en reed met vollen stoom
op den stilstaanden D-trein in. De botsing
was vreeseljjk, drie of vier wagens van den
D-trein werden er door tot splinters geslagen.
Bovendien geraakte de tweede trein, waarvan
de locomotief en drie of vier rjjtuigen ver
nield werden, gedeelteljjk in brand tengevolge
van de ontploffing van een van de gashouders.
De locomotief en de vernielde wagens vormden
een wrakhoop, waaronder doode en gewonde
reizigers lagen. Het opruimingswerk is dade
ljjk begonnen en de brand werd spoedig
gebluscht. De slachtoffers, voor zoover die
tot dusver bekend zjjn, zjjn allen Duitschers.
Kassei, 20 Dec. De spoorweg-directie
maakt bekend, dat de personentrein 399
hedenmiddag bjj Altenbeken op den D-trein
31 reed, waarvan de laatste wagen sterk
beschadigd werd. Tot dusver is vastgesteld,
dat 5 personen zjjn gedood en 10 zwaar
gewond.
BelgiS.
Het Belgische comité voor hulp aan de
Boeren, wil het denkbeeld van het meisje,
dat in de Petit Bleu bepleitte ten bate der
kinderen in de concentratie-kampen een ver
zoekschrift van Belgische kinderen aan de
koningin van Engeland te zenden, ten uitvoer
leggen. Maar geen kind zal verplicht zjjn
5 cts. bjj zjjn handteekening te geven wie
geven wil mag geven, maar ten hoogste
2| centimes.
De landbouwerszoons P. Luijks en
Pr. Yerhoven, woonachtig te Zoersel, aan de
Belgische grens, die in den avond van
1 November in dronkenschap boomen op de
tramrails hadden gelegd, waardoor de tram
van Hoogstraten naar Turnhout ontspoorde
en de machinist Gjjzels het leven liet, zjjn
door de rechtbank te Antwerpen veroordeeld
tot 20 jaren dwangarbeid en tot het betalen
van 12,000 francs schadeloosstelling aan de
weduwe en kinderen van den verongelukten
machinist Gjjzels.
Brieven uit Berlijn.
Van onzen correspondent).
Bij onzen beroemden landgenoot.
(Intervieuw).
Berlijn, 17 XII '01.
„Dag, professor, mag ik u nog eens mondeling
hartelijk met uwe groote onderscheiding geluk-
wenschenMevrouw vertelde me gisteren, dat
u 's avonds terug zou komen, bent u van
morgen al weer dadelijk naar uw laboratorium
gestapt?"
Hartelijk en prettig gastheer als altijd was
hij mij in zijn eenvoudige studeerkamer met
uitgestrekte hand tegemoet gekomen, en bracht
me in het midden naar de groote, vierkante
tafel, beladen met tal van schrifturen, boeken,
tabellen, waaraan we plaats namen.
„Of ik vandaag weer naar het laboratorium
ben geweest? Wel zeker. Ik was niets ver
moeid; het waren wel drukke maar erg
interessante dagen".
Van vermoeidheid was in het intelligente,
lijn besnedenbeweeglijke gezicht met de
voorover hangende grijze kuif ook niets te
bespeuren. De staalgrijze, sprekende oogen,
stonden in weerwil van de groote emoties en
de lange reizen der laatste dagen even helder
als te voren.
„En mag ik nu eens het een en ander
hooren over uwe Stockholmsche indrukken,
professor?"
„Met genoegen. Ik zal je een kort relaas
geven van mijn wederwaardigheden. Zooals je
weet, heeft Nobel*) in 1896 in zijn testament
bepaald, dat uit de rente van het door hem
nagelaten kapitaal jaarlijks vijf prijzen zullen
worden uitgekeerd voor baanbrekende werken
op het gebied van de medische wetenschap, de
Physik (natuurkunde)Chemie (scheikunde)
Litteratuur en Bemoeiingen tot behoud van den
vrede. Volgens de testaments-bepalingen worden
de prijzen voor Physik en Chemie toegekend
door de koninklijke Zweedsche akademie van
wetenschappen, de prijs voor de medische
wetenschap door het Carolingisch medicinisch-
chirurgische Instituut in Stockholmde
Litteratuur-prijs door de koninklijke Zweedsche
maatschappij van letterkunde en de Vredes-prijs
door het Storthing (2e Kamer) in Christiania.
Yoor alle prijzen moeten voordrachten opge
maakt worden, telkens door vijf personen.
Daar de scheikunde-prijs door de Zweedsche
akademie wordt verleend, geschiedt deze voor
dracht door 5 Zweden onder voorzitterschap
van professor Cleve. Nu mogen deze vijf heeren
echter niet op eigen gezag handelen, doch zijn
gehouden een keuze te doen uit de namen der
genen, welke hun hetzij door de over de
geheele wereld verspreide correspondeerende
leden der Zweedsche academie van weten
schappen, hetzij door groote geleerde lichamen
als b.v. de Königliche Akademie der Wissen
schaften hier, of door de „Chemische Gesell-
schaft" worden voorgedragen".
„Weet u ook, wie u op de nominatie
hebben gebracht?"
„Ja en neen; zooveel weet ik, dat er
zeven geleerde lichamen onder geweest zijn,
o. a. ook Duitsche".
„Heeft men u op de nominatie geplaatst
wegens uwe verschillende onderzoekingen of
naar aanleiding van een bepaald werk?"
„Voor het laatste. In 1885 had ik een
studie in het Fransch geschrevengetiteld
Lois de l'équilibre chimique dans l'etat dilué gazeux
ou dessous. Ik had van te voren met professor
Pettersson in Stockholm over het resultaat van
een berekening in het werk gecorrespondeerd.
Naar aanleiding van de gevoerde correspondentie
over het resultaat W. 13.2 werd mijn studie
toen door de Zweedsche akademie van weten
schappen uitgegeven, waarvan professor Petters
son lid is. Wegens dit in 1885 geschreven
werk is mij de Nobelprijs ten deel gevallen.
Kort geleden is bij Engel mann in Leipzig
hiervan een vertaling geschreven in de
Klassiker der exakten Wissenschaftenheraus-
gegeben von Ostwald, met wien ik gezamenlijk
de Zeitschrift für physicalische Chemie redigeer.
De Duitsche vertaling luidt: Die Gesetze des
chemischen Gleichgewichtes für den verdünnten
gasförmigen oder gelasten Zustand" übersetst und
herausgegeben van Georg Bredig".
„Nu doe ik als leek misschien een heele
dwaze vraag, professor, maar hangt dit werk
ook samen met de Stereochemie, waarvan u de
geestelijke vader zijt'"
„Neen, in 't geheel niet", antwoordde
de professor lachend. „Den grondslag voor de
Stereochemie had ik tien jaar vroeger, in 1874
gelegd. Het jaar daarop verscheen in Rotter
dam mijn: La chimie dans Vespace, waarvan in
1894 in Brunswjjk de tweede druk van de
Duitsche vertaling verscheen„Die Lagerung
der Atome im Raume". Wanneer dit werk na
1885 was verschenen, zou dit voor de Commis
sie een tweede reden geweest zijn om mij een
Nobelprijs toe te kennen, vertelde me professor
Cleve".
„Wanneer had de eigenlijke plechtigheid
plaats P"
„Den lOen December 'g avonds om 7 uur
in het gebouw van de Akademie der Wissen
schaften. Kijk, hier is het Zweedsche programma.
Eenvoudig hè? Zoo eenvoudig, evenals de
menschen ginds. De plechtigheid begon met
muziek. Daarop volgde een voordracht over
het doel van Nobel's stichting; vervolgens
zong een koor, en nu had de uitdeeling plaats
van de vier prijzen voor Natuurkunde, Schei
kunde, Medische Wetenschappen en Litteratuur.
De vredesprijs werd niet in Stockholm, maar
in Christiania in een zitting van den Noorschen
Storthing uitgedeeld. Yolgens het programma
werd eerst aan professor Rönntgen, met wien
ik, als we alleen zijn, steeds Hollandsch spreek,
de prijs voor Physik overhandigd met een
toespraak".
„Daarna kwam ik aan de beurt. De rijks
archivaris Odhner, president van de Zweedsche
Akademie van Wetenschappen, hield eerst een
toespraak in het Zweedsch, en daarna in het
Duitsch, waarop hij mij bij de linkerhand nam
(opdat mijn rechter vrij zou blijven), en mij
naar den kroonprins leidde, die mij de hand
gaf, en mij hartelijk in algemeene termen in
het Duitsch gelukwenschte. De kroonprins is
een goede vijftiger, en bizonder groot van
Spreek Nobèl, (klemtoon op de 2e lettorgreop).
gestalte, en vertelde mij, dat hij in 1872/73
een tijd in Amsterdam had gewerkt".
„Na het onderhoud met Zijne Koninklijke
Hoogheid werd mij door den president het
diploma overhandigd, dat tevens een aanwijzing
bevatte, betaalbaar door de „Nobelstichting".
Om 9 uur was de plechtigheid afgeloopen. In
het „Grand-hötel" had onmiddellijk hierop een
groot souper plaats, dat door den Kroonprins
gepresideerd werd, en waaraan 300 personen
deelnamen. Aan tafel werden wij drieën,
Behring, Rönntgen en ik (in de plaats van
Sully Prudhomme, die niet aanwezig was, had
de Fransche gezant den voor zijn landgenoot
bestemden prijs in ontvangst genomen), in de
gelegenheid gesteld te bedanken, nadat wij
door den president van de respectievelijke vier
afdeelingen waren toegesproken. Yoor de
Chemie sprak professor Cleve me in het Franseh
toe, waarop ik in het Duitsch geantwoord heb.
Ik deed dit met opzet, daar ik het minder
collegiaal vond om mij van mijn Duitsche
confraters af te zonderen. Bij de uitdeeling was
de volgorde geweest: Natuurkunde, scheikunde,
medische wetenschappen, litteratuur. Nu aan
tafel had men de volgorde omgekeerd, zoodat
het eerst de Fransche gezant werd toegesproken,
en het laatst mijn collega Rönntgen. Nader
hand bleek me, dat behalve de Kroonprins ook
nog diens broeder, prins Eugenius aan den
feestdisch had deelgenomen. Na tafel werd ik
namelijk door één der heeren aangesproken,
die zich bij mij o. a. informeerde naar mijn
vriend professor Arrhenius (Physik), bij wien
ik logeerde. Toen ik hem daarna vroeg, met
wien ik het genoegen had te spreken, vertelde
hij mij, dat hij prins Eugenius was".
„Wanneer hebt u uwe offlciëele speech
gehouden, professor?"
„Drie dagen later, verleden Vrijdag, den
13den. Dit had weer in het gebouw van de
Zweedsche Akademie van Wetenschappen
plaats in tegenwoordigheid van een groot
aantal geleerden met hunne dames en vele
studenten. Volgens de bepalingen van het
testament wordt de voordracht gehouden over
het bekroonde werk. Ik sprak in het Duitsch
dus over: „Die Gesetze des chemischen Gleich
gewichtes für den verdünnten, gasförmigen oder
gelösten Zustand". In de voorgeschiedenis van
het onderwerp herdacht ik vooral den botanicus
De Vries, prof. Donders, Dr. Hamburger en den
Leipziger Pfeffer, terwijl ik in de nageschiedenis
releveerde, wat er in dit opzicht in de laatste
15 jaren was tot stand gebracht, en hierbij
aan Arrhenius (Stockholm), Ostwald (Leipzig),
Nernst (Göttingen), en Loeb (Chicago) herinnerde".
„U hebt zeker nog verscheidene feesten
moeten meemaken?"
„Ja, ik ben nog een paar dagen langer
gebleven, en gisterenavond weer thuisgekomen.
Op het laatste feest, waaraan ik deelnam, en
dat door de „Physicalische Gesellschaft" werd
gegeven, heb ik ook op vriendelijk verzoek
der aanwezigen in 't Hollandsch getoast. De
Zweden zijn bizonder hartelijk en gastvrij, en
hebben veel zwak voor Holland. Yolgens de
Zweedsche meening heeft de schedelleer
bewezen, dat de Hollanders en de Zweden de
zuiverste Germanen zijn, terwijl bijv. de
Duitschers veel Slavisch bloed hebben. Ter
mijner eer had de bekende schrijver Lefïler,
die mij op zijn villa aan een groot diner had
genoodigd, de Hollandsche vlag uitgestoken".
De deur had al eenige malen bedenkelijk
gekraakt; nu kwam op eens het geestige
gezicht van den Benjamin van de familie door
een kier gluren.
„Pa, klonk het luid fluisterend
komt u binnen, het eten staat al op tafel!"
„Ja, jongen, zei Pa lachend, ik kom zoo".
Ik nam afscheid van mijn grooten landsman,
die zoo eenvoudig en hartelijk is gebleven in
weerwil van zijn wereldberoemden naam, die
jong van hart is met de jeugd, op wien niet
alleen de Berlijnsche Hollanders, maar ook de
bewoners van het grootere vaderland van de
lage landen aan de zee trotsch zijn. Zoolang
dragers der Hollandsche wetenschappen als
wijlen Donders, Keunen, Buys Ballot, als Van
't Hoff, Snellen, Stokvis en anderen in alle
beschaafde landen der wereld genoemd worden,
kan Holland de toekomst met vertrouwen
tegemoet gaan.
Het diploma, dat aan Prof. Van 't Hoff
werd uitgereikt, doet den naam van den
stichter alle eer aan. Het is een „nobel" stuk
werk, voornaam en toch sober. In groot folio
formaat is het gebonden in blauw marokijn
met gouden rand, in de hoeken met de letter
N. Aan de voorzijde in het midden de groote
initialen I. H. v. 't H. dooreengestrengeldaan
de achterzijde de Koninklijke Kroon.
De Zweedsche tekst is uit de hand
geaquarelleerd op vlekkeloos strak gespannen
perkament; beide bladzijden worden omlijst
door een wondermooie krans van kleine
gouden lauwerblaren in hoog relief met kleine
letters N. in den krans. Op de linkerbladzij
bovenaan het symbool van het Zweedsche
De Prins is ongehuwd en een zeer verdienstelijk
schilder.