ZIERIKZEESCIIE MEI WSBODE. Dinsdag 24 December 1901. Tweede Blad. (25 i e r i Is. z e e s o b. Cour an t). Verschijut DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika Transvaal, Indië enz. verzending eens pt. week, f 40,per jaar. 58ste JAARGANG. No. 7633. Directeur a. O". IDE LOOZE. A. FRANKEL. J. WA ALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Redacteuren: Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte bereikend. Alle betaling-en moeten uitsluitend g-eschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ing-ezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frünkel, Ha ven park 348, Zierikzee. NIEUWSTIJDINGEN. De Transvaalsch-Engelsche oorlog. Middelburg (Kaapkolonie), 19 Dec. Bij zonderheden omtrent de gevangenneming van Kritzinger doen zien, dat hij opmerkelijken persoonlijken moed tentoonspreidde. Toen het commando de blokhuizen-linie naderde, werd het dicht op de hielen gevolgd door twee colonnes. Het commando hield op het gezicht der blokhuizen en het prikkeldraad halt, waarop de colonnes en de blokhuizen tegelijk een hevig vuur openden, te midden waarvan Kritzinger en zijn adjudant voorwaarts galoppeerden en het draad doorsneden, waarna het geheele commando er doortrok. Kritzinger keerde tweemaal terug om gewonden te halen en die op hunne paarden te helpen om hen in staat te stellen tot vluchten. Maar toen hij voor de derde maal terug kwam, werd hij zelf gewond. Generaal De Wet, zoo wordt in Engelsche bladen verhaald, bezocht onlangs met generaal Botha een hospitaal, waarin gewonde man schappen van het East Kent regiment lagen. Botha rookte een cigarette en De Wet had een laDge pijp in den mond. Eén der manschappen sprong op in zijn bed, schudde zijn vuist tegen De Wet en zeide Jij, leelijke Hollander, jij bent de schuld hiervan". De Wet nam zijn pijp uit den mond en zeide »Je moest blij zijn, dat je hier zoo rustig moogt liggen, terwijl betere mannen dan gij en ik daar ginds aan het vechten zijn. Wacht maar tot ge beter zijt, dan zal ik je wel leeren". Toen wendde hg zicbf tot een ander man van het East Kent regiment en vroeg«Kan ik iets voor u doen?" De soldaat zag hem verwonderd aan, toen antwoordde hij snel: j>Ja, mjjnheer, geef mij een pijp tabak en een lucifer". De generaal reikte den soldaat zjjn tabak- zak en een doosje lucifers toe. «Over een paar dagen wordt ge vrijgelaten", zeide hij. 14 dagen later nam diezelfde soldaat weder deel aan het altoosdurend vervolgen van De Wet en hjj had het ongeluk daarbij voor de tweede maal gevangen genomen te worden met een wond aan het voorhoofd, welke hem bewusteloos maakte. Toen hjj tot bewustzijn kwam, zag hij generaal De Wet, die met zijn eigen zakdoek de wonde verbond. Daar riep opeens de generaal»IIeb ik je niet al vroeger gezien? Ja, gij aijt de kerel, die ik veertien dagen geleden gevangen nam. Pas maar op, dat ik je niet nog eens in handen krijg, want dan zal er geen sprake van tabak of van zakdoeken zijn!" Amerika. President Roosevelt gaf weer aan een deel zijner onderdanen ergernis, door twee negers tot staatsbetrekkingen te benoemen, een, den heer Crosslina, buitenslands, tot gezant in de Neger-Republiek Liberia, en eei tweede, den heer Daney, tot griffier te Washington. Uit New-Orleans zijn tot nu toe niet minder dan 143 050 paarden en muildieren voor het Engelsche leger naar Zuid-Afrika vervoerd tot een waarde-bedrag van 13.483.052 dollars. Negotie, denkt Oom Sam, gaat boven neutraliteit. New-Orleans kon den handel echter wel eens kwijt raken. De verkoopers vragen tegenwoordig 415 in plaats van 100 dollars per paard en nu koopen de Engelsche agenten in Zuid-Amerika. Noorwegen. Aan een diner te Christiania, bij gelegen heid van de uitreiking der Nobelprijzen, heeft Björnstjeme Björnson, op het Storthing toas tend, gezegd: »Toen onlangs een Noorsch vaartuig op Spitsbergen in nood was, zonden Regeering en Storthing eene expeditie. «Maar nu tot in Europa de noodkreet weerklinkt van een klein heldenvolk, dat voor zijne vrijheid en onafhankelijkheid worstelt, en in nood van onder to gaan om hulp roept, nu blijven Parlementen en Regeeringen doof voor deze kreten en deze doofheid, deze onverschilligheid van de Regeeringen der beschaafde wereld tegenover den moord van een geheel volk, zijn wel beschouwd nog veel stuitender dan de moord zelf. iLaat dan de volkeren zich organiseeren en zich vereenigen om zoo iets niet meer te dulden. Wellicht is de dag niet ver meer, waarop allen in gelijk geval gevoelen zullen, dat zij als de leden zijn van een enkel gezin I" Zwitserland. In de Zwitsersche gemeente Olten raakte een spoorwegopzichter met zijn voet tusschen een wissel beklemd. De man deed alle moeite om los te komen, maar ook toen hij in de verte een trein zag aankomen, lukten zjjn wanhopende pogingen niet. Do opzichter, vastgekneld op de rails, zag 't moordende gevaarte op hem afkomen; hjj werd omver geworpenbeide beenen werden hem afge reden, 't hoofd zwaar gewond. Daarna moest de voet met een houweel uit de beklemming worden losgemaakt. Een tragische speling van het toeval is, dat twee broers van dezen man eveneens door treinen zjjn overreden en gedood. Rusland. Op het geliefde buitenverbljjf van den Czaar, Tsarko Selo, schjjnt er loopen daarover tenminste geruchten een complot tegen het leven van den Vorst te zjjn ontdekt. Naar verluidt werden sommige toevoer huizen der waterleiding afgesneden, waarna het water geïnfecteerd werd. Twee honderd personen, die van dit water gedronken hadden, werden ziek en vertoonden alle verschijnselen van typhus. Het onmiddelljjk ingestelde onderzoek schjjnt nog niet te hebben geleid tot de ontdekking der schuldigen. Wel zjjn tal van bekende Petersburgsche nihilisten in verzekerde bewaring gesteldook moeten er aanwjjzingen bestaan, dat zoons van hooggeplaatste persoonljjkheden in het complot betrokken zjjn. Men schjjnt niet alleen het vermoorden van den Czaar, maar ook de uit-den-weg- ruiming van tal van gehate hofdignitarissen op het oog te hebben gehad. De buitenlandsche bladen, die van het bovenstaande melding maken, doen dit onder het meeste voorbehoud en staan volstrekt niet in voor de gegrondheid der loopende geruchten. Engeland. De Londensche correspondent van 't Hbl. schrijft Uit goede bron hoor ik en krjjg het van andere zjjde bevestigd, dat lord Roberts zjja aanvrage om ontslag als opperbevelhebber heeft ingediend en door 'skonings broeder, den hertog van Connaught, wordt opgevolgd, Het aantal gevallen van pokken te Londen bedraagt 543. Yoor de vacante plaats van beul te Londen hebben zich drie honderd sollicitanten aangemeld Frankrijk. Donderdag werd inzake den vjjfvoudigen moord te Corancez het getuigenverhoor voor het Hof van Assises te Chartres voortgezet. De weduwe Pichonlandbouwster te Corancez, verklaarde zich zeer goed te herinneren, dat zij 4 jaar geleden bjj dengene, die vóór Brièrre de hoeve bewoonde, het ploegmes had gezien, waarmede de moord gepleegd moet zjjn. Boucherdaglooner en brandweerman, zeide overtuigd te zjjn, dat Brièrre de stichter is van den brand, die in 1887 diens hoeve vernielde. Hjj verklaarde voorts, dat hjj destijds zijn vermoedens voor zich gehouden had, om Brièrre's vrouw geen verdriet te doen. Brièrre's advocaat antwoordde dezen ge tuige, dat, als zjjn cliënt den brand werkelijk gesticht had, de maatschappijen de ver zekeringssom niet zouden hebben uitbetaald. Choupart, landbouwer, vertelde, dat de hond van Brièrre zóó hoosaardig was, dat alleen zjjn meester hem heeft kunnen naderen, om hem te dooden. Alsnu kwamen verscheidene getuigen a décharge voor Brièrre gunstige getuigenissen afleggen. Yrjjdag werden de deskundigen gehoord en men acht het waarschijnlijk, dat het proces Dinsdag a.s. zal afioopen. Ouitschland. Paderborn, 20 Dec. Het Westfdlische Volksblatt meldt, dat hedenmiddag bjj Neuenbeken een personentrein ten gevolge van mist gereden is op don D-trein naar Berljjn, die wegens een ongeval op een vrjj haanvak stilstond. Er moeten meer dan 20 personen gewond zjjner zjjn reeds 6 doodon gevonden en er zouden nog meer onder de verbrijzelde wagens liggen. Uit Paderborn komen nog de volgende bijzonderheden over het verschrikkeljjke on geluk, dat tusschen de stations Altenbeken en Neuenbeken is gebeurd. Tusschen Altenbeken en Neuenbeken ligt een blokstation. Even voorbjj dit station zjjn waarschjjnljjk de paarden van een lastwagen schichtig geworden en in elk geval op het spoor gekomen op hetzelfde oogenblik dat de D-trein, die om 12.45 van Paderborn vertrekt, voorbjjreed. De wagen kwam onder de locomotief, en de D-trein werd zoo ernstig beschadigd, dat hjj niet verder kon. De D-trein gaf dadeljjk het noodsein, maar dit schjjnt tengevolge van den dikken mist door den spoorwegwachter aan het blokstation niet waargenomen te zjjn. De blokhuiswachter gaf althans aan den gewonen trein, die om 12.53 van Paderborn vertrekt, het sein dat de weg vrjj was. De tweede trein was buitengewoon lang en reed met vollen stoom op den stilstaanden D-trein in. De botsing was vreeseljjk, drie of vier wagens van den D-trein werden er door tot splinters geslagen. Bovendien geraakte de tweede trein, waarvan de locomotief en drie of vier rjjtuigen ver nield werden, gedeelteljjk in brand tengevolge van de ontploffing van een van de gashouders. De locomotief en de vernielde wagens vormden een wrakhoop, waaronder doode en gewonde reizigers lagen. Het opruimingswerk is dade ljjk begonnen en de brand werd spoedig gebluscht. De slachtoffers, voor zoover die tot dusver bekend zjjn, zjjn allen Duitschers. Kassei, 20 Dec. De spoorweg-directie maakt bekend, dat de personentrein 399 hedenmiddag bjj Altenbeken op den D-trein 31 reed, waarvan de laatste wagen sterk beschadigd werd. Tot dusver is vastgesteld, dat 5 personen zjjn gedood en 10 zwaar gewond. BelgiS. Het Belgische comité voor hulp aan de Boeren, wil het denkbeeld van het meisje, dat in de Petit Bleu bepleitte ten bate der kinderen in de concentratie-kampen een ver zoekschrift van Belgische kinderen aan de koningin van Engeland te zenden, ten uitvoer leggen. Maar geen kind zal verplicht zjjn 5 cts. bjj zjjn handteekening te geven wie geven wil mag geven, maar ten hoogste 2| centimes. De landbouwerszoons P. Luijks en Pr. Yerhoven, woonachtig te Zoersel, aan de Belgische grens, die in den avond van 1 November in dronkenschap boomen op de tramrails hadden gelegd, waardoor de tram van Hoogstraten naar Turnhout ontspoorde en de machinist Gjjzels het leven liet, zjjn door de rechtbank te Antwerpen veroordeeld tot 20 jaren dwangarbeid en tot het betalen van 12,000 francs schadeloosstelling aan de weduwe en kinderen van den verongelukten machinist Gjjzels. Brieven uit Berlijn. Van onzen correspondent). Bij onzen beroemden landgenoot. (Intervieuw). Berlijn, 17 XII '01. „Dag, professor, mag ik u nog eens mondeling hartelijk met uwe groote onderscheiding geluk- wenschenMevrouw vertelde me gisteren, dat u 's avonds terug zou komen, bent u van morgen al weer dadelijk naar uw laboratorium gestapt?" Hartelijk en prettig gastheer als altijd was hij mij in zijn eenvoudige studeerkamer met uitgestrekte hand tegemoet gekomen, en bracht me in het midden naar de groote, vierkante tafel, beladen met tal van schrifturen, boeken, tabellen, waaraan we plaats namen. „Of ik vandaag weer naar het laboratorium ben geweest? Wel zeker. Ik was niets ver moeid; het waren wel drukke maar erg interessante dagen". Van vermoeidheid was in het intelligente, lijn besnedenbeweeglijke gezicht met de voorover hangende grijze kuif ook niets te bespeuren. De staalgrijze, sprekende oogen, stonden in weerwil van de groote emoties en de lange reizen der laatste dagen even helder als te voren. „En mag ik nu eens het een en ander hooren over uwe Stockholmsche indrukken, professor?" „Met genoegen. Ik zal je een kort relaas geven van mijn wederwaardigheden. Zooals je weet, heeft Nobel*) in 1896 in zijn testament bepaald, dat uit de rente van het door hem nagelaten kapitaal jaarlijks vijf prijzen zullen worden uitgekeerd voor baanbrekende werken op het gebied van de medische wetenschap, de Physik (natuurkunde)Chemie (scheikunde) Litteratuur en Bemoeiingen tot behoud van den vrede. Volgens de testaments-bepalingen worden de prijzen voor Physik en Chemie toegekend door de koninklijke Zweedsche akademie van wetenschappen, de prijs voor de medische wetenschap door het Carolingisch medicinisch- chirurgische Instituut in Stockholmde Litteratuur-prijs door de koninklijke Zweedsche maatschappij van letterkunde en de Vredes-prijs door het Storthing (2e Kamer) in Christiania. Yoor alle prijzen moeten voordrachten opge maakt worden, telkens door vijf personen. Daar de scheikunde-prijs door de Zweedsche akademie wordt verleend, geschiedt deze voor dracht door 5 Zweden onder voorzitterschap van professor Cleve. Nu mogen deze vijf heeren echter niet op eigen gezag handelen, doch zijn gehouden een keuze te doen uit de namen der genen, welke hun hetzij door de over de geheele wereld verspreide correspondeerende leden der Zweedsche academie van weten schappen, hetzij door groote geleerde lichamen als b.v. de Königliche Akademie der Wissen schaften hier, of door de „Chemische Gesell- schaft" worden voorgedragen". „Weet u ook, wie u op de nominatie hebben gebracht?" „Ja en neen; zooveel weet ik, dat er zeven geleerde lichamen onder geweest zijn, o. a. ook Duitsche". „Heeft men u op de nominatie geplaatst wegens uwe verschillende onderzoekingen of naar aanleiding van een bepaald werk?" „Voor het laatste. In 1885 had ik een studie in het Fransch geschrevengetiteld Lois de l'équilibre chimique dans l'etat dilué gazeux ou dessous. Ik had van te voren met professor Pettersson in Stockholm over het resultaat van een berekening in het werk gecorrespondeerd. Naar aanleiding van de gevoerde correspondentie over het resultaat W. 13.2 werd mijn studie toen door de Zweedsche akademie van weten schappen uitgegeven, waarvan professor Petters son lid is. Wegens dit in 1885 geschreven werk is mij de Nobelprijs ten deel gevallen. Kort geleden is bij Engel mann in Leipzig hiervan een vertaling geschreven in de Klassiker der exakten Wissenschaftenheraus- gegeben von Ostwald, met wien ik gezamenlijk de Zeitschrift für physicalische Chemie redigeer. De Duitsche vertaling luidt: Die Gesetze des chemischen Gleichgewichtes für den verdünnten gasförmigen oder gelasten Zustand" übersetst und herausgegeben van Georg Bredig". „Nu doe ik als leek misschien een heele dwaze vraag, professor, maar hangt dit werk ook samen met de Stereochemie, waarvan u de geestelijke vader zijt'" „Neen, in 't geheel niet", antwoordde de professor lachend. „Den grondslag voor de Stereochemie had ik tien jaar vroeger, in 1874 gelegd. Het jaar daarop verscheen in Rotter dam mijn: La chimie dans Vespace, waarvan in 1894 in Brunswjjk de tweede druk van de Duitsche vertaling verscheen„Die Lagerung der Atome im Raume". Wanneer dit werk na 1885 was verschenen, zou dit voor de Commis sie een tweede reden geweest zijn om mij een Nobelprijs toe te kennen, vertelde me professor Cleve". „Wanneer had de eigenlijke plechtigheid plaats P" „Den lOen December 'g avonds om 7 uur in het gebouw van de Akademie der Wissen schaften. Kijk, hier is het Zweedsche programma. Eenvoudig hè? Zoo eenvoudig, evenals de menschen ginds. De plechtigheid begon met muziek. Daarop volgde een voordracht over het doel van Nobel's stichting; vervolgens zong een koor, en nu had de uitdeeling plaats van de vier prijzen voor Natuurkunde, Schei kunde, Medische Wetenschappen en Litteratuur. De vredesprijs werd niet in Stockholm, maar in Christiania in een zitting van den Noorschen Storthing uitgedeeld. Yolgens het programma werd eerst aan professor Rönntgen, met wien ik, als we alleen zijn, steeds Hollandsch spreek, de prijs voor Physik overhandigd met een toespraak". „Daarna kwam ik aan de beurt. De rijks archivaris Odhner, president van de Zweedsche Akademie van Wetenschappen, hield eerst een toespraak in het Zweedsch, en daarna in het Duitsch, waarop hij mij bij de linkerhand nam (opdat mijn rechter vrij zou blijven), en mij naar den kroonprins leidde, die mij de hand gaf, en mij hartelijk in algemeene termen in het Duitsch gelukwenschte. De kroonprins is een goede vijftiger, en bizonder groot van Spreek Nobèl, (klemtoon op de 2e lettorgreop). gestalte, en vertelde mij, dat hij in 1872/73 een tijd in Amsterdam had gewerkt". „Na het onderhoud met Zijne Koninklijke Hoogheid werd mij door den president het diploma overhandigd, dat tevens een aanwijzing bevatte, betaalbaar door de „Nobelstichting". Om 9 uur was de plechtigheid afgeloopen. In het „Grand-hötel" had onmiddellijk hierop een groot souper plaats, dat door den Kroonprins gepresideerd werd, en waaraan 300 personen deelnamen. Aan tafel werden wij drieën, Behring, Rönntgen en ik (in de plaats van Sully Prudhomme, die niet aanwezig was, had de Fransche gezant den voor zijn landgenoot bestemden prijs in ontvangst genomen), in de gelegenheid gesteld te bedanken, nadat wij door den president van de respectievelijke vier afdeelingen waren toegesproken. Yoor de Chemie sprak professor Cleve me in het Franseh toe, waarop ik in het Duitsch geantwoord heb. Ik deed dit met opzet, daar ik het minder collegiaal vond om mij van mijn Duitsche confraters af te zonderen. Bij de uitdeeling was de volgorde geweest: Natuurkunde, scheikunde, medische wetenschappen, litteratuur. Nu aan tafel had men de volgorde omgekeerd, zoodat het eerst de Fransche gezant werd toegesproken, en het laatst mijn collega Rönntgen. Nader hand bleek me, dat behalve de Kroonprins ook nog diens broeder, prins Eugenius aan den feestdisch had deelgenomen. Na tafel werd ik namelijk door één der heeren aangesproken, die zich bij mij o. a. informeerde naar mijn vriend professor Arrhenius (Physik), bij wien ik logeerde. Toen ik hem daarna vroeg, met wien ik het genoegen had te spreken, vertelde hij mij, dat hij prins Eugenius was". „Wanneer hebt u uwe offlciëele speech gehouden, professor?" „Drie dagen later, verleden Vrijdag, den 13den. Dit had weer in het gebouw van de Zweedsche Akademie van Wetenschappen plaats in tegenwoordigheid van een groot aantal geleerden met hunne dames en vele studenten. Volgens de bepalingen van het testament wordt de voordracht gehouden over het bekroonde werk. Ik sprak in het Duitsch dus over: „Die Gesetze des chemischen Gleich gewichtes für den verdünnten, gasförmigen oder gelösten Zustand". In de voorgeschiedenis van het onderwerp herdacht ik vooral den botanicus De Vries, prof. Donders, Dr. Hamburger en den Leipziger Pfeffer, terwijl ik in de nageschiedenis releveerde, wat er in dit opzicht in de laatste 15 jaren was tot stand gebracht, en hierbij aan Arrhenius (Stockholm), Ostwald (Leipzig), Nernst (Göttingen), en Loeb (Chicago) herinnerde". „U hebt zeker nog verscheidene feesten moeten meemaken?" „Ja, ik ben nog een paar dagen langer gebleven, en gisterenavond weer thuisgekomen. Op het laatste feest, waaraan ik deelnam, en dat door de „Physicalische Gesellschaft" werd gegeven, heb ik ook op vriendelijk verzoek der aanwezigen in 't Hollandsch getoast. De Zweden zijn bizonder hartelijk en gastvrij, en hebben veel zwak voor Holland. Yolgens de Zweedsche meening heeft de schedelleer bewezen, dat de Hollanders en de Zweden de zuiverste Germanen zijn, terwijl bijv. de Duitschers veel Slavisch bloed hebben. Ter mijner eer had de bekende schrijver Lefïler, die mij op zijn villa aan een groot diner had genoodigd, de Hollandsche vlag uitgestoken". De deur had al eenige malen bedenkelijk gekraakt; nu kwam op eens het geestige gezicht van den Benjamin van de familie door een kier gluren. „Pa, klonk het luid fluisterend komt u binnen, het eten staat al op tafel!" „Ja, jongen, zei Pa lachend, ik kom zoo". Ik nam afscheid van mijn grooten landsman, die zoo eenvoudig en hartelijk is gebleven in weerwil van zijn wereldberoemden naam, die jong van hart is met de jeugd, op wien niet alleen de Berlijnsche Hollanders, maar ook de bewoners van het grootere vaderland van de lage landen aan de zee trotsch zijn. Zoolang dragers der Hollandsche wetenschappen als wijlen Donders, Keunen, Buys Ballot, als Van 't Hoff, Snellen, Stokvis en anderen in alle beschaafde landen der wereld genoemd worden, kan Holland de toekomst met vertrouwen tegemoet gaan. Het diploma, dat aan Prof. Van 't Hoff werd uitgereikt, doet den naam van den stichter alle eer aan. Het is een „nobel" stuk werk, voornaam en toch sober. In groot folio formaat is het gebonden in blauw marokijn met gouden rand, in de hoeken met de letter N. Aan de voorzijde in het midden de groote initialen I. H. v. 't H. dooreengestrengeldaan de achterzijde de Koninklijke Kroon. De Zweedsche tekst is uit de hand geaquarelleerd op vlekkeloos strak gespannen perkament; beide bladzijden worden omlijst door een wondermooie krans van kleine gouden lauwerblaren in hoog relief met kleine letters N. in den krans. Op de linkerbladzij bovenaan het symbool van het Zweedsche De Prins is ongehuwd en een zeer verdienstelijk schilder.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 5