dansonderwijsT ZIERIKZEE—BOTTEBDAIH. ADVERTENTIE!!. Sociëteit „Tot Nut en Genoegen" aanvang 7 November. Al hetgeen de inzender mededeelt, omtrent de data van geboorte, huwelijk en overlijden van Neeltje Pater, is juist, doch zijn mede- deeling, dat hare nalatenschap aan verre neven en nichten ten deel vielmet uit zondering van een klein kapitaal, het zoo genaamde Patersfonds, is onjuist, daar Neeltje Pater bij haar testament, op den 5en Mei 1773, voor den toen te Amsterdam resideerenden notaris Daniël van den Brink gepasseerd, en aangevuld bij haar testament den 8en Maart 1789 op haar sterfbed (zij overleed den 12den Maart d.a.v.) ten overstaan van den notaris Gerrit de Ruyter verleden, alleen aan legaten eenige tonnen gouds heeft ver maakt, waaronder dertig duizend gulden aan den executeur-testamentair. Daar, waar nu de erflaatster bij haren uitersten wil bepaalt, dat zij, die zullen bevonden worden hare erfgename te zijn, zullen moeten gedoogen dat uit hare nalaten schap zullen worden uitgekeerd de bedoelde legaten, daar zal het bestaan eener aanzienlijke nalatenschap wel niet aan twijfel onderhevig zijn. Daaraan is dan ook nog nooit door iemand getwijfeld, behalve door den bedoelden inzenderhet is hier echter alleen de vraag of de nalatenschap aan de rechte erfgenamen is uitgekeerd en die vraag moet ontkennend beantwoord worden. Dat er thans geen pakhuizen op naam van Neeltje Pater staan, wil ik gaarne aan nemen, daar die evenals de andere onroerende goederen zijn verkocht; wat de pakhuizen betreft, blijkt onomstootelijk, dat zij tot de nalatenschap behoordenaangezien de erf laatster bij haar testament heeft benoemd een administrateur over «de pakhuizen tot Amsteldam"terwijl het door akten van verkoop kan blijken, dat ook nog andere onroerende goederen tot de nalatenschap behoord hebben. Wat aangaat het kapitaal op de Engelsche Bank, schijnt de inzender niet goed ingelicht te zijn. Er is alleen sprake van een kapitaal, belegd niet op de »Bank of England", maar bij de «Bank of Loüdon"dit kapitaal behoort evenwel niet tot de nalatenschap van Neeltje Pater, maar tot die van Gerrit Pater, den lOen Aug. 1741 overleden en van welke nalatenschap Neeltje Pater het vruchtgebruik had. De nalatenschap van Gerrit Pater is nimmer aan de rechthebbenden uitgekeerd, evenmin als dit het geval is met de daarbij betrokken nalatenschappen van Claes Pater en Lysje van Yuure. In eenige bladen kwam kort geleden een bericht voor, waarbij vermeld werd, dat het testament van Neeltjo Pater, die gestorven zou zijn in 1796 of 1798, zou zijn gevonden ten raadhuize te De Goorne, gemeente Berkhout, welk testament zou zijn gesteld in het Latijn! en waarbij zou zijn bepaald, dat de nalatensohap eerst na 100 jaren zou mogen worden verdeeld. Dit bericht komt mij niet geloofwaardig voor èn om de plaats waar het testament gevonden zou zijn èn om de taal waarin het zou zijn gesteld. Bovendien zou zulk een testament al weinig meer te beteekenen hebben, daar ik in het bezit ben van de laatste testamenten van Neeltje Pater, van 5 Mei 1773 en 8 Maart 1789, waardoor al hare vroegere testamenten zijn komen te vervallen. Een bepaling dat hare nalatenschap eerst na 100 jaar zou mogen worden verdeeld, is in het testament niet opgenomen". Spoorwegen. De «Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen" heeft in den afgeloopen zomer in 3 maanden tijds verkocht: 224.000 bijzondere vacantiekaarten, en 206.000 algemeene vacantiekaarten. De algemeene bedragen plm. 2-maal het aantal van 1900. De kaarten zijn verdeeld als volgt: late kl. 46.000; 2e kl. 144.000; 3de kl. 240.000. Niettegenstaande de veel hoogero kosten van exploitatie heeft de maatschappij er toch nog winst mede behaald. Een herziening van het personentarief is in bewerking. Een krasse dame. Mevrouw De la Rey, de echtgenoote van den generaal, vertoeft thans te Pretoria. Negen maanden lang is deze krasse dame er in geslaagd de Engelschen te ontwijken, met niets als een paar wagens, zonder tent, zich steeds verschuilende in de bergen of in de bosschen. Eindelijk werd zij door den vijand gevan gen genomen en in een vrouwenkamp gezet, maar kort daarop kreeg zij verlof om te Pretoria bij hare dochter te gaan wonen, waar zij sedert verblijf houdt. Bekentenissen van misdadigers in den slaap, In de geschiedenis der misdaden is misschien geen treffender geval bekend dan dat, hetwelk eenige jaren geleden in een Pruisisch stadje plaats had. De echtgenoot van zekere jonge en schoone vrouw was op geheimzinnige wijze uit zijn huis verdwenen en alle pogingen om hem op te sporen waren geheel vruchteloos. Onder- tusschen verscheen een buurmanSchmidt genaamd, die de jonge vrouw vóór haar huwelijk bemind had, weder op het tooneel en maakte haar ijverig het hof. Dit deed hij met zulk een goeden uitslag, dat de vrouw binnen een jaar na de verdwijning van zijn medeminnaar er in toestemde met hem te trouwen. Hun huwelijk werd in de dorps kerk voltrokken. Den tweeden nacht na het huwelijk lag de jonge vrouw wakker en kon maar niet in slaap komen. "Weldra hoorde zij een gorgelend geluid uit de keel van den naast haar slapenden man komen, en een oogenblik later sprong hij uit zijn bed en verkondigde met luider stemme, dat hij den verdwenen echtgenoot had vermoord en het lijk in een naburig bosch begraven had. Deze verklaring her haalde de slapende man verscheidene malen, terwijl hij de juiste plaats beschreef, waar het lijk begraven was. De vrouw, die bijna gek van schrik was, prentte zich zijne bekentenis in het geheugen en verhaalde de merkwaardige geschiedenis den volgenden morgen op het politie-bureau. De plaats, die door den slapenden man be schreven was, werd onderzocht en werkelijk werd het lijk van den verdwenen man daar ontdekt. De moordenaar werd terstond gevangen genomen en voor de rechtbank gebracht, die hem schuldig verklaarde en ter dood veroor deelde. Hij ging naar het schavot, kalm en cynisch; zijne eigen bekentenis, door hem in den slaap afgelegd, had hem daar gebracht. In verschillende bijzonderheden hierop ge lijkende was het geval van een Oostenrijkschen boer, die zijn vriend vermoordde om diens meisje, dat buitengewoon schoon waste kunnen bezitten. Alle pogingen om den ver dwenen jongen man op te sporen waren tevergeefs geweest en de geheele zaak zou ongetwijfeld altijd een onopgelost geheim zijn gebleven, wanneer de misdadiger niet zijn eigen doodvonnis had geteekend door zijne misdaad te bekennen, terwijl hij in de hut van een vriend bij het vuur zat te dutten. Yan stukje tot beetje verhaalde hij al de voorvallen in deze vreeselijke zaak en ver klaarde, dat hij het lijk van zijn slachtoffer verbrand had. Door deze verschrikkelijke bekentenis met afgrijzen vervuld, ging de vriend onmiddelljjk een overheidspersoon opzoeken, aan wien hij zijn zonderling verhaal deed. De man werd gearresteerd en zijn hut werd doorzocht. Daar men een horloge en eenige kleederen, die aan den oveledene hadden] toebehoord, bij die huiszoeking vond, werd zijn schuld reeds als half bewezen aangenomen en toen hij voor de rechtbank kwam, legde hij een volledige ver klaring af en herhaalde hij, wat hij in zijne sluimering gezegd had. De schurk werd ter dood veroordeeld en het vonnis werd vol trokken ten aanschouwe van eene verwoede volksmenigte, die van zijn dood getuige wilde zijn. Minder tragisch, maar belangwekkend ge noeg waB het voorval, dat nog niet lang geleden plaats had in een Amerikaanschen slaapwaggon, waar een detective, die in een der onderste bedden sliep, den man, die boven hem lag, eene uitvoerige bekentenis hoorde afleggen van verscheidene brutale juweelen diefstallen, waaraan hij deelgenomen had. De politie-beambte, die de woorden van den slapenden kerel goed onthouden had, hield hem in het oog. Yerder onderzoek toonde aan, dat de bekentenis een nauwkeurig ver haal was van wat er gebeurd was. Yele jaren geleden was een slaaphuis te Liverpool het tooneel van de bekentenis van een misdadiger. Deze sliep in dezelfde kamer met een jongen zeeman, die aan lager wal was en bijna geen geld meer had, bij gebrek aan een schip. Terwijl de zeeman wakker lag en zijn treurigen toestand overdacht, hoorde hij plotseling een zonderlingen en akeligen lach van zijn kamergenoot. Op dien lach volgde eene lange en verwarde beschrijving van een moord, dien de slapende man in eene der voorsteden van Liverpool begaan had. De bijzonderheden, die bij deze onbewuste bekentenis aan het licht kwamen, waren zoo verschrikkelijk, dat de zeeman van afgrijzen bijna in zwijm viel. Hij werd evenwel zijne ontroering meester en sloop, nadat hij eenige kleeren aangetrokken had, naar beneden, waar bij den waard vertelde wat hij gehoord had. Deze haalde terstond een politie-agent, die hem naar de slaapkamer vergezelde, waar de agent den slaper onmiddellijk herkende als den man, die voor de misdaad in quaestie «gezocht" werd. Hij werd natuurlijk terstond gearresteerd en bij de terechtstelling schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. "Wat de zeeman aangaat, deze kreeg eene aanzienlijke belooning van de familie van den vermoorde. Eene Russische vrouw, die in de hut van een herder in diepen slaap was gevallen, toen zij daar een toevlucht had gezocht tijdens een hevigen sneeuwstorm, bekende, dat zij niet minder dan zeven kinderen had vermoord, die aan hare zorgen waren toevertrouwd. De vrouw van don herder hoorde de verschrikkelijke bekentenis en zorgde er voor, dat de vrouw in hechtenis genomen werd. Een onderzoek toonde met ontwijfelbare zekerheid aan, dat de vrouw in haren slaap de waarheid had gesproken zij werd tot levenslangen dwangarbeid ver oordeeld. Misschien was wel één der meest buiten gewone gevallen van dien aard dat van een Poolschen marskramer, die op den weg naar Odessa een koopman vermoord en van eene groote som gelds beroofd had. De bekentenis werd afgelegd, terwijl de misdadiger sluimerde in eene slede, en natuurlijk door den voerman gehoord. De eenzaamheid van het sneeuwlandschap en de Bnelheid, waarmede de slede voortjoeg, verhoogden de afgrijselijkheid van de bekentenis, en tengevolge daarvan en van het daarop ingestelde onderzoek werd de marskramer voor de rechtbank gebracht en tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Een drama in de Poolzee. De Amerikaansche Poolzeereiziger Peary, die onlangs met de «Windward" van zijn ontdekkingsreis is teruggekeerd, wordt be schuldigd opzettelijk den geneesheer der expeditie, dr. Diriks, op het ijs te hebben achtergelaten, waarbij deze ongetwijfeld den dood gevonden heeft. De zaak zou zich als volgt hebben toe gedragen Tijdens de geheele reis was er voortdurend twist geweest tusschen Peary en den geneesheer, welke nu en dan tot handtastelijkheden dreigden over te gaan. Hoe verder men noordwaarts kwam, hoe erger het werd en toen men Kaap Breton naderde, was het zoover gekomen, dat men geen rustig uur aan boord meer beleefde. Peary besloot zich van den dokter te ontdoen en toen men Etah naderde, op de Groenlandsche kust, op 79 noorderbreedte, voerde hij zijn voornemen uit. Te 2 uren 's morgens, in den duisteren nacht, zette hij dr. Diriks aan land op de met ijs bedekte kust en het vaartuig zette zijn weg voort. Peary verklaarde aan zijn gezellen, die woedend waren over het gebeurde met den geneesheer, dat er geen gevaar bestond voor zijn leven. Etah was een plaats waar dikwijls Eskimos kwamen en de dokter zou zeker in korten tijd menschenwoningen vinden. De machinist Staats, de man die de aanklacht indiende, verklaarde daarentegen, dat de plaats tot de meest eenzame van de kust behoort. Buitendien verklaart hij, dat Diriks, toen hij aan land werd gezet, niet eens zijn pelsen kleeren aan had en slechts een paar revolvers bij zich had om zich tegen de ijsbeeren te verdedigen. Één van Peary's depóts lag inderdaad niet ver van daar, maar het bevatte enkel scheepsbeschuit, Peary antwoordde daarop, dat dr. Diriks zinneloos was en zelf had geëischt van aan land gezet te worden. Ten slotte had Peary, hoewel tegen zijnen zinzich laten over halen om zijn wensch te bevredigen. Haarknippen kost geld. Een uitzondering op dezen regel vormt echter een bewoner van het Armenhuis te Amsterdam, die in het genot is van zoo zeldzaam mooi zilverwit haar, dat een kapper, specialiteit in het pruikenmaken, een overeenkomst met hem heeft gesloten, waarbij de kapper zich verbindt den ander wekelijks een kwartje uit te keeren, mits hij niets aan zijn haar verandert en op gezette tijden zich door hem laat knippen. Dan krijgt hij telkens nog twee kwartjes toe. En zoo ziet men den man nu eens pronken met een weelderigen zilverwitten haardos, om hem den volgenden dag tegen te komen met een bol zoo kaal als een knikker. Bloedige wraak. Een Engelschman, Barton genaamd, die woont op een landgoed te Coutena, bij Palermo, werd Zaterdagavond, toen hij met zijn 13-jarigen zoon en 4 bedienden van Riesi huiswaarts keerde plotseling omsingeld door verscheidene ge maskerde mannen met geladen geweren. Zonder dat een woord gesproken was schoten de gemaskerden hun geweren af en doodden Barton, zijn zoon en één der bedienden. De overige bedienden gingen op de vlucht. Men meent, dat de moordenaars daglooners zijn, die Barton onlangs wegens wangedrag uit zijn dienst heeft ontslagen. TELEGBAH9EN. Middelburg, 4 November. De sluiting der jacht op patrijzen in deze provincie is bepaald op den 30 November na zonsondergang en op hazen, fazanten, kor hoenders en kwartels den 31 December na zonsondergang. Gedep. Staten adviseeren gunstig op het verzoek van het Bestuur van het 54ste Nederl. Landhuishoudkundig Congres, in 4902 te Zierikzee te houden, om een subsidie der provincie ad f 500. 's-Gravenhage, 4 November. De Hooge Raad verwierp het cassatie beroep van G. J. T. tegen het vonnis van de rechtbank te Zierikzee, in zake een jacht wetovertreding. Het Openbaar Ministerie concludeerde tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep van den officier van justitie te Zierikzee, tegen de vrijspraak van J., van den Hoek. De lichte ongesteldheid van de Koningin is geweken. Do omgeving van President Krüger heeft dezen aangeraden den winter in het Zuiden van Frankrijk door te brengen, ter bestendi ging van den goeden gezondheidstoestand. De President moet nog beslissen. Rotterdam, 4 November. GRANEN. Buitenlandsche vast. Meel f 10, beperkte handel. Binnenlandsche Tarwenieuwe f 6.75 k f 8. Rogge f 5 k f 5.15. Gerstsoorten geen genoegzame aanvoer. Haver f 2.90 k f 3.70. Witte Boonen f 8 k f 10.50. Bruine Boonen f 6 k f 7.50. Erwten f 8.50 k f 9.50. Kanariezaad f 5.50 kil. Ajuin. Aanvoer 8000 balen, wegens mist niet alle schippers ter markt, groote f 2 de 60 K.G., kleine geen markt gemaakt. Vlas. Aanvoer 2992 steen blauw, 35 k 48 stuivers. 1200 steen Groninger, 38 k 42 stuivers. 1000 steen geel. 150 steen wit, grootendeels verkocht (op het land eenige handel). Lijnzaad. Ruime aanvoer, flinke handel, f 10.75 a f 11.50. Aardappelen. Zeouwsche blauwe f 2 a f 2.20. Bonten f 2.20 k f 2.50. Over- maa8sche jammen f 2.90 k f 3.30. Kaas. Aanvoer 2 partijen, f 27 VEE. Aanvoer 72 Runderen28 92 Kalveren35 k 44 ct., vlugge 1797 Schapen en Lammeren20 Lammeren, 22 k 11 ct., traag. Varkens22 k 26 ct., lichte 22 trage handel. k f 28. k 32 ct. handel, i 25 ct., 412 23 ct., Ingezonden Stukken. Noordgouwe, 4 Nov. 1901. Geachte Heer Redacteur Beleefd verzoeken ondergeteekenden u de volgende regelen te willen plaatsen in uw blad. Waardeerende de goede bedoeling, welke F. met zijn ingezonden stuk van 2 Nov. 1.1. moge gehad hebben, achten wij ons toch gedrongen te verklaren, dat bij ons niet 't geringste vermoeden bestaat wie F. kan zijn, en dat tot een dergelijk schrijven tegen de Zierikzeesche Commissie van onzen kant geenerlei instigatie, direct noch indirect, is gegeven. Met deze verklaring op te nemen zult u zeer verplichten uwe dienstwillige dienaren, J. L. C. WORTMAN. C. A. VAN CITTERS. E. L. NAUTA. MARKTBERICHTEN. Gorinchem, 1 Nov. Op de heden ge houden veemarkt waren slechts 3849 runderen aangevoerd, terwijl andere jaren op deze jaarmarkt soms 10,000 stuks vee ter markt gebracht werd. Deze vermindering is toe te schrijven aan den invallenden R.-K. feestdag van heden. Puik vee werd duur verkocht, doch overigens was de handel zeer slap. Er werd besteed voor kalfkoeien f 170 f220, vare koeien f 80 f 430, vaarzen f 85 f 115, ossen f 130 k f 150, pinken f 60 f 80, graskalveren f 40 a f 60. UITLOTINGEN. LOTEN PALEIS VOOR VOLKSVLIJT k f 10 van 1867. Premietrekking en betaalbaar op 1 November. 14 8erieën. 757 997 1946 2498 2578 2901 3428 942 4596 1 2234 2559 2643 3378 3705 Serie no. f Serie no. f 2234 17 1000 1596 25 100 942 7 250 1246 23 100 2901 23 250 2498 11 100 3378 15 250 942 10 50 757 4 100 1596 5 50 2643 22 50 2234 14 50 3428 16 50 2559 1 50 757 23 50 3705 14 50 942 15 50 997 21 50 1596 13 50 2559 16 50 LOTEN NOORD-HOLLANDSCHE VER. „HET WITTE KRUIS" a 10 van 1888. Trekking 1 November. Betaalbaar 31 Maart 1902. 10 serieën. 3014 481 1063 4979 3345 4644 1809 843 6824 4486 Serie 1909 No. 2 10000 ii 481 1 500 4644 31 50 1909 29 50 481 46 50 ii 4644 „37 50 1909 24 50 Burgerl^ke Stand Tan Poortvliet. October 1901. ondertrouwd: J. L. Noom, jm., 25 j., van St-Maartensdyk en A. M. Oudesluijs, jd., 27 j. getrouwd: L. de Jonge, jm., 31 j., van St.-Annaland en S. van Tiggele, jd., 25 j. geboren: Leendert Cornelis, z. van J. A. van Nieuwenhuyzen en J. D. Bruynzoel. Adriaan, z. van C. Hartog en G. van Pagee van Scherpe- nisse. Maatje Johanna, d. van K. van Dyke en J. H. v. d. Welle. Willemina Janna, d. van C. Oo9tdijk en P. Perestam. overleden: Margaretha van As, 71 j, wed. van Jacob Zuideweg. Leendert Cornell's, 10 d., z. van J. A. van Nieuwenhuyzen en J. D. Bruijnzeel. Johanna Wessels, 72 j., vrouw van Steven van den Oven. STOOMBOOTDIENST Stoombooten Schelde 1 en 2. November. Van Zierikzee: Van Rotterdam: Dinsdag 5'sm. 11,30 Woensd. 6 9,30 Dond. 7 9,30 Vrijdag 8 10,— Zaterdag 9 10,— 9,30 Zondag 10 10, 10,— Maand. 11 10, 5 'sm. Woensd. 6 Dond 7 Vrijdag 8 Zaterdag 9 Zondag 10 Maand. 11 8 8,30 8,— 8,30 Ondertrouwd C. L. FAASSE Jr. en M. A. FAASSE Ad. St.-Filipsland, 2 November 4901. 50-jarige Echtvereeniging van ADRIAAN HATENBOER en TANNETJE VAN DE VELDE. Rotterdam, Wijnstraat No. 9. K. VISSERVan de Velde. Voorspoedig bevallen van een Meisje, M. KRIJNSE LOCKERBeije. Zierikzee, 2 November 1901. Voorspoedig bevallen van een Meisje, C. W. AKKERDAASVerjaal. Noordgoitwe, 3 November 1901. Voorspoedig bevallen van eene Dochter, B. H. DE VOSvan de Linde. Zierikzee, 4 November 1901. Heden overleed, na kortstondige ziekte onze waarde Vader, Behuwd- en Grootvader de Heer Cornelis Jan Justines Verton in den leeftijd van ruim 74 jaar. Zierikzee, 31 October 1901. Uit aller naam, J. A. M. VERTON. Overleden te 's-Gravenhage, den 2dtn November, onze geliefde Broeder en Behuwd- broeder, de Heer A. Ridder van Rappard. Mr. W. Ridder VAN RAPPARD. M. J. C. VAN RAPPARD—Viruly. Heden overleed onze geliefde Klein dochter Adriana Kooiman, in den jeugdigen leeftijd van 16 jaar en 10 maanden. Haamstede, 2 November 1901. Uit aller naam, W. ZIJTA. Aan allen, die blijken van belang stelling gaven bij gelegenheid van mijn 30-jarig jubilé als Burgemeester van Dreischor, betuig ik door dezen mijn hartelijken dank, in het bijzonder aan de Feestcommissie, H.H. Onderwijzers, het Zanggezelschap «Thalia" en het Muziekgezelschap «Crescendo". 5 November 1901. GOEMANS. De ondergeteekenden betuigen hunnen oprechten dank aan allen, die blijken van belangstelling hebben gegeven op 1 Nov. j.l. Capelle, 4 November 1901. JOH.s LODEWIJK. M. LODEWIJKvan den Hoek. Allendie iets te vorderen hebben van den heer Dr. O. VON FABER, worden verzocht hunne rekening vóór 7 November a.s. in te leveren. Zie, die iets te vorderen hebben van - of verschuldigd zijn aan den boedel van wijlen den heer WILLEM VAN DER HAVE te Oosterland, gelieve daarvan opgave of betaling te doen binnen 14 dagen aan D. VIERGEVER. Oosterland, 4 November 1901. De ondergeteekende geeft hier mede kennis, dat hij zijn Brood-, Koek- en Banket bakkerij heeft overgedaan aan zijn opvolger den Heer D. HONDSMERK. Onder hartelijke dankzegging voor de lange jaren genoten vertrouwen, welke hij zoo ruimschoots heeft ondervonden. Met alle achting, W. G. SCHOUTEN. In aansluiting met bovenstaande, beveelt de ondergeteekende zich beleeft aan bij de inge- gezetenen van Zierikzee en omstreken en hoopt zich het vertrouwen waardig te maken, dat zijn voorganger zoo vele jaren heeft onder vonden. Zierikzee, 4 November 1901. Uw Dw. Dienaar, D. HONDSMERK. te Zierikzee. ALGEMEENE VERGADERING op Don derdag 7 November 1901, 'a avonds 8 uur, in de Sociëteit van Mejuffr. de Wed. Kanaar. De rekening ligt ter inzage voor de leden ten kantore van den Secretaris. Namens het Bestuur, F. C. VAN DER VLIET, Secretaris. Brouwershaven. H. J. LODEWIJK.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 3