dansonderwijsT
ZIERIKZEE—BOTTEBDAIH.
ADVERTENTIE!!.
Sociëteit „Tot Nut en Genoegen"
aanvang 7 November.
Al hetgeen de inzender mededeelt, omtrent
de data van geboorte, huwelijk en overlijden
van Neeltje Pater, is juist, doch zijn mede-
deeling, dat hare nalatenschap aan verre
neven en nichten ten deel vielmet uit
zondering van een klein kapitaal, het zoo
genaamde Patersfonds, is onjuist, daar Neeltje
Pater bij haar testament, op den 5en Mei
1773, voor den toen te Amsterdam resideerenden
notaris Daniël van den Brink gepasseerd,
en aangevuld bij haar testament den 8en
Maart 1789 op haar sterfbed (zij overleed
den 12den Maart d.a.v.) ten overstaan van
den notaris Gerrit de Ruyter verleden, alleen
aan legaten eenige tonnen gouds heeft ver
maakt, waaronder dertig duizend gulden aan
den executeur-testamentair.
Daar, waar nu de erflaatster bij haren
uitersten wil bepaalt, dat zij, die zullen
bevonden worden hare erfgename te zijn,
zullen moeten gedoogen dat uit hare nalaten
schap zullen worden uitgekeerd de bedoelde
legaten, daar zal het bestaan eener aanzienlijke
nalatenschap wel niet aan twijfel onderhevig
zijn. Daaraan is dan ook nog nooit door
iemand getwijfeld, behalve door den bedoelden
inzenderhet is hier echter alleen de vraag
of de nalatenschap aan de rechte erfgenamen
is uitgekeerd en die vraag moet ontkennend
beantwoord worden.
Dat er thans geen pakhuizen op naam
van Neeltje Pater staan, wil ik gaarne aan
nemen, daar die evenals de andere onroerende
goederen zijn verkocht; wat de pakhuizen
betreft, blijkt onomstootelijk, dat zij tot de
nalatenschap behoordenaangezien de erf
laatster bij haar testament heeft benoemd een
administrateur over «de pakhuizen tot
Amsteldam"terwijl het door akten van
verkoop kan blijken, dat ook nog andere
onroerende goederen tot de nalatenschap
behoord hebben.
Wat aangaat het kapitaal op de Engelsche
Bank, schijnt de inzender niet goed ingelicht
te zijn. Er is alleen sprake van een kapitaal,
belegd niet op de »Bank of England",
maar bij de «Bank of Loüdon"dit kapitaal
behoort evenwel niet tot de nalatenschap van
Neeltje Pater, maar tot die van Gerrit Pater,
den lOen Aug. 1741 overleden en van welke
nalatenschap Neeltje Pater het vruchtgebruik
had. De nalatenschap van Gerrit Pater is
nimmer aan de rechthebbenden uitgekeerd,
evenmin als dit het geval is met de daarbij
betrokken nalatenschappen van Claes Pater
en Lysje van Yuure.
In eenige bladen kwam kort geleden een
bericht voor, waarbij vermeld werd, dat het
testament van Neeltjo Pater, die gestorven
zou zijn in 1796 of 1798, zou zijn gevonden
ten raadhuize te De Goorne, gemeente
Berkhout, welk testament zou zijn gesteld
in het Latijn! en waarbij zou zijn bepaald,
dat de nalatensohap eerst na 100 jaren zou
mogen worden verdeeld.
Dit bericht komt mij niet geloofwaardig
voor èn om de plaats waar het testament
gevonden zou zijn èn om de taal waarin het
zou zijn gesteld.
Bovendien zou zulk een testament al weinig
meer te beteekenen hebben, daar ik in het
bezit ben van de laatste testamenten van
Neeltje Pater, van 5 Mei 1773 en 8 Maart
1789, waardoor al hare vroegere testamenten
zijn komen te vervallen. Een bepaling dat
hare nalatenschap eerst na 100 jaar zou
mogen worden verdeeld, is in het testament
niet opgenomen".
Spoorwegen. De «Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen" heeft in
den afgeloopen zomer in 3 maanden tijds
verkocht: 224.000 bijzondere vacantiekaarten,
en 206.000 algemeene vacantiekaarten. De
algemeene bedragen plm. 2-maal het aantal
van 1900. De kaarten zijn verdeeld als volgt:
late kl. 46.000; 2e kl. 144.000; 3de kl.
240.000.
Niettegenstaande de veel hoogero kosten
van exploitatie heeft de maatschappij er toch
nog winst mede behaald.
Een herziening van het personentarief is
in bewerking.
Een krasse dame. Mevrouw De la
Rey, de echtgenoote van den generaal, vertoeft
thans te Pretoria. Negen maanden lang is
deze krasse dame er in geslaagd de Engelschen
te ontwijken, met niets als een paar wagens,
zonder tent, zich steeds verschuilende in de
bergen of in de bosschen.
Eindelijk werd zij door den vijand gevan
gen genomen en in een vrouwenkamp gezet,
maar kort daarop kreeg zij verlof om te
Pretoria bij hare dochter te gaan wonen,
waar zij sedert verblijf houdt.
Bekentenissen van misdadigers in den
slaap, In de geschiedenis der misdaden
is misschien geen treffender geval bekend
dan dat, hetwelk eenige jaren geleden in een
Pruisisch stadje plaats had.
De echtgenoot van zekere jonge en schoone
vrouw was op geheimzinnige wijze uit zijn
huis verdwenen en alle pogingen om hem op
te sporen waren geheel vruchteloos. Onder-
tusschen verscheen een buurmanSchmidt
genaamd, die de jonge vrouw vóór haar
huwelijk bemind had, weder op het tooneel
en maakte haar ijverig het hof. Dit deed hij
met zulk een goeden uitslag, dat de vrouw
binnen een jaar na de verdwijning van zijn
medeminnaar er in toestemde met hem te
trouwen. Hun huwelijk werd in de dorps
kerk voltrokken.
Den tweeden nacht na het huwelijk lag de
jonge vrouw wakker en kon maar niet in
slaap komen.
"Weldra hoorde zij een gorgelend geluid
uit de keel van den naast haar slapenden
man komen, en een oogenblik later sprong
hij uit zijn bed en verkondigde met luider
stemme, dat hij den verdwenen echtgenoot
had vermoord en het lijk in een naburig
bosch begraven had. Deze verklaring her
haalde de slapende man verscheidene malen,
terwijl hij de juiste plaats beschreef, waar
het lijk begraven was.
De vrouw, die bijna gek van schrik was,
prentte zich zijne bekentenis in het geheugen
en verhaalde de merkwaardige geschiedenis
den volgenden morgen op het politie-bureau.
De plaats, die door den slapenden man be
schreven was, werd onderzocht en werkelijk
werd het lijk van den verdwenen man daar
ontdekt.
De moordenaar werd terstond gevangen
genomen en voor de rechtbank gebracht, die
hem schuldig verklaarde en ter dood veroor
deelde. Hij ging naar het schavot, kalm en
cynisch; zijne eigen bekentenis, door hem in
den slaap afgelegd, had hem daar gebracht.
In verschillende bijzonderheden hierop ge
lijkende was het geval van een Oostenrijkschen
boer, die zijn vriend vermoordde om diens
meisje, dat buitengewoon schoon waste
kunnen bezitten. Alle pogingen om den ver
dwenen jongen man op te sporen waren
tevergeefs geweest en de geheele zaak zou
ongetwijfeld altijd een onopgelost geheim zijn
gebleven, wanneer de misdadiger niet zijn
eigen doodvonnis had geteekend door zijne
misdaad te bekennen, terwijl hij in de hut
van een vriend bij het vuur zat te dutten.
Yan stukje tot beetje verhaalde hij al de
voorvallen in deze vreeselijke zaak en ver
klaarde, dat hij het lijk van zijn slachtoffer
verbrand had.
Door deze verschrikkelijke bekentenis met
afgrijzen vervuld, ging de vriend onmiddelljjk
een overheidspersoon opzoeken, aan wien hij
zijn zonderling verhaal deed. De man werd
gearresteerd en zijn hut werd doorzocht. Daar
men een horloge en eenige kleederen, die aan
den oveledene hadden] toebehoord, bij die
huiszoeking vond, werd zijn schuld reeds als
half bewezen aangenomen en toen hij voor de
rechtbank kwam, legde hij een volledige ver
klaring af en herhaalde hij, wat hij in zijne
sluimering gezegd had. De schurk werd ter
dood veroordeeld en het vonnis werd vol
trokken ten aanschouwe van eene verwoede
volksmenigte, die van zijn dood getuige wilde
zijn.
Minder tragisch, maar belangwekkend ge
noeg waB het voorval, dat nog niet lang
geleden plaats had in een Amerikaanschen
slaapwaggon, waar een detective, die in een
der onderste bedden sliep, den man, die boven
hem lag, eene uitvoerige bekentenis hoorde
afleggen van verscheidene brutale juweelen
diefstallen, waaraan hij deelgenomen had. De
politie-beambte, die de woorden van den
slapenden kerel goed onthouden had, hield
hem in het oog. Yerder onderzoek toonde
aan, dat de bekentenis een nauwkeurig ver
haal was van wat er gebeurd was.
Yele jaren geleden was een slaaphuis te
Liverpool het tooneel van de bekentenis van
een misdadiger. Deze sliep in dezelfde kamer
met een jongen zeeman, die aan lager wal
was en bijna geen geld meer had, bij gebrek
aan een schip. Terwijl de zeeman wakker
lag en zijn treurigen toestand overdacht,
hoorde hij plotseling een zonderlingen en
akeligen lach van zijn kamergenoot. Op dien
lach volgde eene lange en verwarde beschrijving
van een moord, dien de slapende man in
eene der voorsteden van Liverpool begaan
had. De bijzonderheden, die bij deze onbewuste
bekentenis aan het licht kwamen, waren zoo
verschrikkelijk, dat de zeeman van afgrijzen
bijna in zwijm viel.
Hij werd evenwel zijne ontroering meester
en sloop, nadat hij eenige kleeren aangetrokken
had, naar beneden, waar bij den waard
vertelde wat hij gehoord had. Deze haalde
terstond een politie-agent, die hem naar de
slaapkamer vergezelde, waar de agent den
slaper onmiddellijk herkende als den man,
die voor de misdaad in quaestie «gezocht"
werd. Hij werd natuurlijk terstond gearresteerd
en bij de terechtstelling schuldig bevonden
en ter dood veroordeeld. "Wat de zeeman
aangaat, deze kreeg eene aanzienlijke belooning
van de familie van den vermoorde.
Eene Russische vrouw, die in de hut van
een herder in diepen slaap was gevallen,
toen zij daar een toevlucht had gezocht
tijdens een hevigen sneeuwstorm, bekende,
dat zij niet minder dan zeven kinderen had
vermoord, die aan hare zorgen waren
toevertrouwd. De vrouw van don herder
hoorde de verschrikkelijke bekentenis en
zorgde er voor, dat de vrouw in hechtenis
genomen werd. Een onderzoek toonde met
ontwijfelbare zekerheid aan, dat de vrouw
in haren slaap de waarheid had gesproken
zij werd tot levenslangen dwangarbeid ver
oordeeld.
Misschien was wel één der meest buiten
gewone gevallen van dien aard dat van een
Poolschen marskramer, die op den weg naar
Odessa een koopman vermoord en van eene
groote som gelds beroofd had. De bekentenis
werd afgelegd, terwijl de misdadiger sluimerde
in eene slede, en natuurlijk door den voerman
gehoord.
De eenzaamheid van het sneeuwlandschap
en de Bnelheid, waarmede de slede voortjoeg,
verhoogden de afgrijselijkheid van de bekentenis,
en tengevolge daarvan en van het daarop
ingestelde onderzoek werd de marskramer
voor de rechtbank gebracht en tot levenslange
gevangenisstraf veroordeeld.
Een drama in de Poolzee. De
Amerikaansche Poolzeereiziger Peary, die
onlangs met de «Windward" van zijn
ontdekkingsreis is teruggekeerd, wordt be
schuldigd opzettelijk den geneesheer der
expeditie, dr. Diriks, op het ijs te hebben
achtergelaten, waarbij deze ongetwijfeld den
dood gevonden heeft.
De zaak zou zich als volgt hebben toe
gedragen
Tijdens de geheele reis was er voortdurend
twist geweest tusschen Peary en den geneesheer,
welke nu en dan tot handtastelijkheden
dreigden over te gaan. Hoe verder men
noordwaarts kwam, hoe erger het werd en
toen men Kaap Breton naderde, was het
zoover gekomen, dat men geen rustig uur
aan boord meer beleefde.
Peary besloot zich van den dokter te
ontdoen en toen men Etah naderde, op de
Groenlandsche kust, op 79 noorderbreedte,
voerde hij zijn voornemen uit. Te 2 uren
's morgens, in den duisteren nacht, zette hij
dr. Diriks aan land op de met ijs bedekte
kust en het vaartuig zette zijn weg voort.
Peary verklaarde aan zijn gezellen, die
woedend waren over het gebeurde met den
geneesheer, dat er geen gevaar bestond voor
zijn leven. Etah was een plaats waar dikwijls
Eskimos kwamen en de dokter zou zeker in
korten tijd menschenwoningen vinden.
De machinist Staats, de man die de aanklacht
indiende, verklaarde daarentegen, dat de
plaats tot de meest eenzame van de kust
behoort. Buitendien verklaart hij, dat Diriks,
toen hij aan land werd gezet, niet eens zijn
pelsen kleeren aan had en slechts een paar
revolvers bij zich had om zich tegen de
ijsbeeren te verdedigen. Één van Peary's
depóts lag inderdaad niet ver van daar, maar
het bevatte enkel scheepsbeschuit,
Peary antwoordde daarop, dat dr. Diriks
zinneloos was en zelf had geëischt van aan
land gezet te worden. Ten slotte had Peary,
hoewel tegen zijnen zinzich laten over
halen om zijn wensch te bevredigen.
Haarknippen kost geld. Een
uitzondering op dezen regel vormt echter
een bewoner van het Armenhuis te Amsterdam,
die in het genot is van zoo zeldzaam mooi
zilverwit haar, dat een kapper, specialiteit
in het pruikenmaken, een overeenkomst met
hem heeft gesloten, waarbij de kapper zich
verbindt den ander wekelijks een kwartje
uit te keeren, mits hij niets aan zijn haar
verandert en op gezette tijden zich door
hem laat knippen. Dan krijgt hij telkens
nog twee kwartjes toe. En zoo ziet men den
man nu eens pronken met een weelderigen
zilverwitten haardos, om hem den volgenden
dag tegen te komen met een bol zoo kaal
als een knikker.
Bloedige wraak. Een Engelschman,
Barton genaamd, die woont op een landgoed
te Coutena, bij Palermo, werd Zaterdagavond,
toen hij met zijn 13-jarigen zoon en 4
bedienden van Riesi huiswaarts keerde
plotseling omsingeld door verscheidene ge
maskerde mannen met geladen geweren.
Zonder dat een woord gesproken was
schoten de gemaskerden hun geweren af en
doodden Barton, zijn zoon en één der
bedienden. De overige bedienden gingen op
de vlucht.
Men meent, dat de moordenaars daglooners
zijn, die Barton onlangs wegens wangedrag
uit zijn dienst heeft ontslagen.
TELEGBAH9EN.
Middelburg, 4 November.
De sluiting der jacht op patrijzen in deze
provincie is bepaald op den 30 November na
zonsondergang en op hazen, fazanten, kor
hoenders en kwartels den 31 December na
zonsondergang.
Gedep. Staten adviseeren gunstig op
het verzoek van het Bestuur van het 54ste
Nederl. Landhuishoudkundig Congres, in 4902
te Zierikzee te houden, om een subsidie der
provincie ad f 500.
's-Gravenhage, 4 November.
De Hooge Raad verwierp het cassatie
beroep van G. J. T. tegen het vonnis van
de rechtbank te Zierikzee, in zake een jacht
wetovertreding.
Het Openbaar Ministerie concludeerde tot
niet-ontvankelijkverklaring van het beroep
van den officier van justitie te Zierikzee,
tegen de vrijspraak van J., van den Hoek.
De lichte ongesteldheid van de Koningin
is geweken.
Do omgeving van President Krüger heeft
dezen aangeraden den winter in het Zuiden
van Frankrijk door te brengen, ter bestendi
ging van den goeden gezondheidstoestand.
De President moet nog beslissen.
Rotterdam, 4 November.
GRANEN. Buitenlandsche vast. Meel
f 10, beperkte handel. Binnenlandsche
Tarwenieuwe f 6.75 k f 8. Rogge f 5
k f 5.15. Gerstsoorten geen genoegzame
aanvoer. Haver f 2.90 k f 3.70. Witte
Boonen f 8 k f 10.50. Bruine Boonen
f 6 k f 7.50. Erwten f 8.50 k f 9.50.
Kanariezaad f 5.50 kil.
Ajuin. Aanvoer 8000 balen, wegens mist
niet alle schippers ter markt, groote f 2 de
60 K.G., kleine geen markt gemaakt.
Vlas. Aanvoer 2992 steen blauw, 35 k
48 stuivers. 1200 steen Groninger, 38 k
42 stuivers. 1000 steen geel. 150
steen wit, grootendeels verkocht (op het land
eenige handel).
Lijnzaad. Ruime aanvoer, flinke handel,
f 10.75 a f 11.50.
Aardappelen. Zeouwsche blauwe f 2 a
f 2.20. Bonten f 2.20 k f 2.50. Over-
maa8sche jammen f 2.90 k f 3.30.
Kaas. Aanvoer 2 partijen, f 27
VEE. Aanvoer 72 Runderen28
92 Kalveren35 k 44 ct., vlugge
1797 Schapen en Lammeren20
Lammeren, 22 k 11 ct., traag.
Varkens22 k 26 ct., lichte 22
trage handel.
k f 28.
k 32 ct.
handel,
i 25 ct.,
412
23 ct.,
Ingezonden Stukken.
Noordgouwe, 4 Nov. 1901.
Geachte Heer Redacteur
Beleefd verzoeken ondergeteekenden u de
volgende regelen te willen plaatsen in uw blad.
Waardeerende de goede bedoeling, welke
F. met zijn ingezonden stuk van 2 Nov. 1.1.
moge gehad hebben, achten wij ons toch
gedrongen te verklaren, dat bij ons niet
't geringste vermoeden bestaat wie F. kan zijn,
en dat tot een dergelijk schrijven tegen de
Zierikzeesche Commissie van onzen kant
geenerlei instigatie, direct noch indirect, is
gegeven.
Met deze verklaring op te nemen zult u
zeer verplichten
uwe dienstwillige dienaren,
J. L. C. WORTMAN.
C. A. VAN CITTERS.
E. L. NAUTA.
MARKTBERICHTEN.
Gorinchem, 1 Nov. Op de heden ge
houden veemarkt waren slechts 3849 runderen
aangevoerd, terwijl andere jaren op deze
jaarmarkt soms 10,000 stuks vee ter markt
gebracht werd. Deze vermindering is toe te
schrijven aan den invallenden R.-K. feestdag
van heden. Puik vee werd duur verkocht,
doch overigens was de handel zeer slap. Er
werd besteed voor kalfkoeien f 170 f220,
vare koeien f 80 f 430, vaarzen f 85 f 115,
ossen f 130 k f 150, pinken f 60 f 80,
graskalveren f 40 a f 60.
UITLOTINGEN.
LOTEN PALEIS VOOR VOLKSVLIJT
k f 10 van 1867.
Premietrekking en betaalbaar op 1 November.
14 8erieën.
757 997 1946 2498 2578 2901 3428
942 4596 1
2234 2559
2643 3378 3705
Serie no.
f
Serie no.
f
2234 17
1000
1596 25
100
942 7
250
1246 23
100
2901 23
250
2498 11
100
3378 15
250
942 10
50
757 4
100
1596 5
50
2643 22
50
2234 14
50
3428 16
50
2559 1
50
757 23
50
3705 14
50
942 15
50
997 21
50
1596 13
50
2559 16
50
LOTEN NOORD-HOLLANDSCHE VER.
„HET WITTE KRUIS" a 10 van 1888.
Trekking 1 November. Betaalbaar 31 Maart 1902.
10 serieën.
3014 481 1063 4979 3345 4644 1809
843 6824 4486
Serie 1909 No. 2 10000
ii 481 1 500
4644 31 50
1909 29 50
481 46 50
ii 4644 „37 50
1909 24 50
Burgerl^ke Stand Tan Poortvliet.
October 1901.
ondertrouwd:
J. L. Noom, jm., 25 j., van St-Maartensdyk en A. M.
Oudesluijs, jd., 27 j.
getrouwd:
L. de Jonge, jm., 31 j., van St.-Annaland en S. van
Tiggele, jd., 25 j.
geboren:
Leendert Cornelis, z. van J. A. van Nieuwenhuyzen en
J. D. Bruynzoel.
Adriaan, z. van C. Hartog en G. van Pagee van Scherpe-
nisse.
Maatje Johanna, d. van K. van Dyke en J. H. v. d. Welle.
Willemina Janna, d. van C. Oo9tdijk en P. Perestam.
overleden:
Margaretha van As, 71 j, wed. van Jacob Zuideweg.
Leendert Cornell's, 10 d., z. van J. A. van Nieuwenhuyzen
en J. D. Bruijnzeel.
Johanna Wessels, 72 j., vrouw van Steven van den Oven.
STOOMBOOTDIENST
Stoombooten Schelde 1 en 2.
November.
Van Zierikzee: Van Rotterdam:
Dinsdag 5'sm. 11,30
Woensd. 6 9,30
Dond. 7 9,30
Vrijdag 8 10,—
Zaterdag 9 10,—
9,30 Zondag 10 10,
10,— Maand. 11 10,
5 'sm.
Woensd. 6
Dond 7
Vrijdag 8
Zaterdag 9
Zondag 10
Maand. 11
8
8,30
8,—
8,30
Ondertrouwd
C. L. FAASSE Jr.
en
M. A. FAASSE Ad.
St.-Filipsland, 2 November 4901.
50-jarige Echtvereeniging
van
ADRIAAN HATENBOER
en
TANNETJE VAN DE VELDE.
Rotterdam, Wijnstraat No. 9.
K. VISSERVan de Velde.
Voorspoedig bevallen van een Meisje,
M. KRIJNSE LOCKERBeije.
Zierikzee, 2 November 1901.
Voorspoedig bevallen van een Meisje,
C. W. AKKERDAASVerjaal.
Noordgoitwe, 3 November 1901.
Voorspoedig bevallen van eene Dochter,
B. H. DE VOSvan de Linde.
Zierikzee, 4 November 1901.
Heden overleed, na kortstondige ziekte
onze waarde Vader, Behuwd- en Grootvader
de Heer Cornelis Jan Justines Verton
in den leeftijd van ruim 74 jaar.
Zierikzee, 31 October 1901.
Uit aller naam,
J. A. M. VERTON.
Overleden te 's-Gravenhage, den 2dtn
November, onze geliefde Broeder en Behuwd-
broeder,
de Heer A. Ridder van Rappard.
Mr. W. Ridder VAN RAPPARD.
M. J. C. VAN RAPPARD—Viruly.
Heden overleed onze geliefde Klein
dochter
Adriana Kooiman,
in den jeugdigen leeftijd van 16 jaar en 10
maanden.
Haamstede, 2 November 1901.
Uit aller naam,
W. ZIJTA.
Aan allen, die blijken van belang
stelling gaven bij gelegenheid van mijn 30-jarig
jubilé als Burgemeester van Dreischor, betuig
ik door dezen mijn hartelijken dank, in
het bijzonder aan de Feestcommissie, H.H.
Onderwijzers, het Zanggezelschap «Thalia" en
het Muziekgezelschap «Crescendo".
5 November 1901. GOEMANS.
De ondergeteekenden betuigen hunnen
oprechten dank aan allen, die blijken van
belangstelling hebben gegeven op 1 Nov. j.l.
Capelle, 4 November 1901.
JOH.s LODEWIJK.
M. LODEWIJKvan den Hoek.
Allendie iets te vorderen
hebben van den heer Dr. O. VON
FABER, worden verzocht hunne rekening
vóór 7 November a.s. in te leveren.
Zie, die iets te vorderen hebben
van - of verschuldigd zijn aan den
boedel van wijlen den heer WILLEM VAN
DER HAVE te Oosterland, gelieve daarvan
opgave of betaling te doen binnen 14
dagen aan
D. VIERGEVER.
Oosterland, 4 November 1901.
De ondergeteekende geeft hier
mede kennis, dat hij zijn
Brood-, Koek- en Banket
bakkerij
heeft overgedaan aan zijn opvolger den
Heer D. HONDSMERK.
Onder hartelijke dankzegging voor de
lange jaren genoten vertrouwen, welke hij
zoo ruimschoots heeft ondervonden.
Met alle achting,
W. G. SCHOUTEN.
In aansluiting met bovenstaande, beveelt de
ondergeteekende zich beleeft aan bij de inge-
gezetenen van Zierikzee en omstreken en
hoopt zich het vertrouwen waardig te maken,
dat zijn voorganger zoo vele jaren heeft onder
vonden.
Zierikzee, 4 November 1901.
Uw Dw. Dienaar,
D. HONDSMERK.
te Zierikzee.
ALGEMEENE VERGADERING op Don
derdag 7 November 1901, 'a avonds
8 uur, in de Sociëteit van Mejuffr. de Wed.
Kanaar.
De rekening ligt ter inzage voor de
leden ten kantore van den Secretaris.
Namens het Bestuur,
F. C. VAN DER VLIET,
Secretaris.
Brouwershaven. H. J. LODEWIJK.