Donderdag 10 October 1901. (Z i e x* i Is. z e e s c tL e Courant). 58ste JAARGANG. No. 7600. Lager Onderwijs. Onveiligheid Vaarwater. AlgemeeH Overzicht. HEUWSTIJDIHGEM. ZIERIRZEESUHË NIEUWSBODE. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 4,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. Dlreoteuri A. O". DE LOOZE. Redacteuren: j A- ™KEL. J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuw?. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en belichten van correspondenten te adresseeren aan A. FnaNKUL, Havenpark 348, Zierikzee. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee, Gelet op den brief van de Gedeputeerde Staten dezer Provincie van den 28 September 1.1. Ga76"15, le afdeeling, Brengen ter openbare kennis, .dat dat College, bij hun besluit van dienzelfden datum, No. 45, le afdeeling, voor een tijdvak van drie jaren, eindigende 31 December 1904, op nieuw vi'ijstellingj heeft verleend van de ver plichting tot het geven van onderwijs in het vak, vermeld onder letter j van art. 2 der Wet op het Lager Onder wijs, aan School A alhier. Zierikzee, den 8 October 1901. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt het vol gende bericht ter kennis van Zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben: Volgens mededeeling van den Minister van Oorlog zullen schietoefeningen gehouden worden van het fort nabij den Hoek van Holland, op 9 en zoo noodig op 10 en 11 October 1901. De schietoefeningen worden gehouden in een driehoek gevormd door het fort, eene roode vlag op den wal beZ. het zeegat en eene roode vlag op het uiteinde van den Zuiddara. Deze vlaggen zgn ongeveer 3100 M. van het fort ver wijderd. Bij de schietoefeningen zullen één of twee stoombooten dienst doen om te waarschuwen en zoo noodig sleephulp verleenen aan kleinere (zeil)vaartuigen, om buiten den onveiligen driehoek te komen. Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van het fort eene roode vlag waaien van minstens één uur vóór den aanvang der oefeningen tot het einde daarvan. Zierikzee, den 8 October 1901. De Burgemeester voornoemd, CH. W. VERMEIJS. Toen wij de vorige week in ons wekelijksch overzicht van een aanval der Boeren op een Engelsch kamp bij Moedwil gewag maakten, en daarbij vermeldden, dat Lord Kitchener geseind had, dat die aanval door de Engelscbe troepen was afgeslagen, toen wisten wij nog geen bizonderheden, zoodat wij zonder eenige toevoeging onzerzijds ons bepaalden tot een bloote mededeeling van het EngelBche draadbericht. "Wel twijfelden wij al aanstonds aan de juistheid er van, door de ervaring geleerd de overwinnings bulletins der Engelsche bevelhebbers te wantrouwen. Onze twijfel werd later zekerheid, toen ons uit nadere berichten bleek, dat de Engelschen, die onder bevel van Kekewich bij Moedwil een kamp hadden betrokken, des nachts door de Boeren overrompeld werden, en na geduchte verliezen geleden te hebben gedwongen werden hun kamp te ontruimen. Niet minder dan 45 dooden en 144 gewonden telden de Britten. Ook Keke wich zelf, de grappige, maar dappere bevel hebber van Kimberley, werd gewond. De Boeren werden bij deze gelegenheid aan gevoerd door De la Rey en Kemp. Nadat zij het kamp hadden leeggeplunderd, trokken zij, zooals zij gewoon zijn te doen, wanneer zjj hun slag geslagen hebben, terug. En voor het volgen van deze gewoonte hebben zij een goede reden. Immers, zoodra de Engelschen op zekere plaats klop hebben gehad, komen onmiddellijk van alle kanten talrijke ver sterkingen aangerukt om de geleden nederlaag uit te wisschen en aan de Boeren den door hen behaalden buit te ontnemen. Heel ver standig dus van de Boeren, om die versterkingen niet af te wachten, maar om, tevreden met het verkregen voordeel, den buit in veiligheid te brengen. Yan den inval door Louis Botha in Natal verneemt men, na de door hem behaalde overwinningen bij Itala en Frospekt, niets meer. Geen tijding, goede tijding. Als de Engelschen zwijgen, is dit in den regel voor hen een veeg teeken. Wat de Kaapkolonie betreft, de Boeren zijn er tot Heidelberg doorgedrongen, en hebben aan dit stadje een kort bezoek gebracht, na daaruit datgene te hebben mede genomen, wat zij noodig hadden. Heidelberg ligt geheel in het zuiden, niet ver van Kaapstad. Nu zal men er zeker wel spoedig toe overgaan om ook in de hoofdstad der Kaapkolonie den staat van beleg af te kondigen. Gelijk men weet, houdt met de afkondiging daarvan het burgerlijk gezag op. Er is geen overheid, geen rechtbank meer. In de plaats daarvan treden de militaire dictatuur en de krijgsraad. De sabel regeert dan. Heerlijk vooruitzicht voor de burgers, j inzonderheid voor de Hollanders, die er wonen. Onze landgenooten worden, zooals de uitzettingen op groote schaal bewezen hebben, door de Engelschen in Zuid-Afrika met groote onderscheiding en hartelijkheid behandeld. En wie niet uitgezet zijn, wordt door hen in den tronk gestopt, of in een kamp opgesloten, of wat nog doeltreffender is, opgehangen of doodgeschoten. Zoo is nu te Johannesburg Broeksma, een Nederlander, die door de Regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek tot Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Johannesburg benoemd was, wegens ^hoogverraad" gefusileerd. Deze man laat een weduwe met vier onverzorgde kinderen achter. De Engelschen zijn een hoogst fatsoenlijk, humaan volk. Zij zijn stipt rechtvaardig. Zij kunnen het zelfs niet aanzien, wanneer een rijk, dat tegen hen niet opgewassen is, zich jegens een deel van zijn bewoners misdraagt. Welke kreet van verontwaardiging ging er niet in de Engelsche bladen jegens Turkije op wegens de Armenische voorvallen Gladstone noemde den Sultan Abdoel Hamid openlijk een moordenaar. Ja, ja, de Engelschen zijn een nobele natie. Zij bewijzen dit nu ook in Zuid-Afrika. Om hun soldaten te vrijwaren voor de kogels der Boeren, plaatsen zij de vrouwen en kinderen van deze in de voorste gelederen, en vuren, aldus gedekt, hun geweren op de Boeren af. Om hun transport treinen te beveiligen voor de aanslagen der Boeren, zetten zij de gevangen genomen vrouwen van deze in de opene waggons of op de locomotief. En de man, op wiens last dat alles geschiedt, staat bij zijn landgenooten in hoog aanzien, en zal, als hij in Groot- Brittannië terugkeert, feestelijk worden in gehaald, met ridderkruisen en eeresabels worden beloond, en wellicht een millioen als een nationaal geschenk uit 's lands schatkist ontvangen. Gelijk de lezers en lezeressen zich nog wel herinneren zullen, zijn de beroemde instrumenten van de sterrewacht te Peking door de Duitschers geroofd geworden, en als oorlogsbuit naar Berlijn medegenomen. Nu heeft de Duitsche Regeering aan de Chineesche doen weten, dat zij bereid was die inetru- menten terug te geven, waarop de Chineesche geantwoord heeft, dat DuitBchland ze wel kon behouden. Wij gelooven niet, dat het aanbod door Duitschland zou gedaan zijn, indien men niet van te voren het antwoord der Chineesche Regeering gekend had. En nu dat verwacht antwoord is ingekomenhaast zich de Duitsche, Regeering hiervan mede deeling te doen aan de hoofdorganen der persopdat de roof, die door de publieke opinie ook als roof gebrandmerkt is, niet langer roof schijne. De Keizer is met zijn hoofdstad in conflict, over den weg van een tramlijn, over het ornament werk van fonteinenen over de benoeming van een hem niet welgevalligen tweeden burgemeester. Hij heeft het dreige ment doen uitspreken, dat, wanneer het gemeentebestuur geen burgemeester benoemde, die genade in zijn Keizerlijke oogen kon vinden, hij een regeerings-commissaris zou aanstellen, die de werkzaamheden aan het burgemeesterschap verbonden, zou vervullen. Waarom ziet het Berlijnsche gemeentebestuur Wilhelm H ook niet naar de oogen? Waarom treedt het zelfstandig en onafhankelijk op? Waarom valt het niet ootmoedig den Keizer te voet, als het ziet, dat het iets gedaan heeft, dat hem, den machtigen Keizer, mis haagt? Waarom durft het zijn eigen meening te plaatsen tegenover die van den alleen- heerscher? Weet het niet, dat, als kinderen ongehoorzaam zijn, zij stout zijn, en voor hun broek krijgenEn zijn niet de bewoners van geheel Duitschland de landskinderen, die de Keizer naar goeddunken beloonen en straffen kan Hoe kunnen de heeren van den Berlijnschen gemeenteraad zoo hun plicht jegens hun Heer en Keizer miskennen? In Hongarije zijn de verkiezingen voor de Kamer van Afgevaardigden in liberalen geest uitgevallen. De liberalen bezitten nu in het Parlement van de 350 zetels er 225, Zij hebben trots hun overwinning niettemin een gevoelig verlies geleden, want de bekende en bekwame Tisza, die sedert 1878 onaf gebroken in den Rijksdag zitting had, is niet herkozen. Christiaan, de Koning van Dene marken, heeft in persoon den Rijksdag met een rede geopend, waarin hij deed uitkomen, dat het nieuwe Ministerie in overeenstemming met den volkswensch was samengesteld, en dat het zijn streven zou zijn de burgerlijke en staatkundige vrijheid der natie hoog te houden, en het geestelijk en economisch leven van het volk op te wekken. De vraag is bij ons al vaak gerezen, of een troonrede, die in den regel het product van den eersten Minister is, wel in overeenstemming is met de Koninklijke waardigheid. Gewoonlijk bevat toch zulk een troonrede in zeer vage, alge- meene bewoordingen, hoogst beknopt, min of meer duidelijk, het programma van de partij, die aan het roer zit. De Vorst of Vorstin, die haar uitspreekt, wordt zoodoende de spreekbuis van het uit de Parlementaire meerderheid voortgevloeide iVJjmsterie. Ware het niet beter en meer overeenkomstig het beginsel, dat het Hoofd van den Staat boven de partijen moet staan, indien men in de verschillende landen er toe kon besluiten om de Troonrede, en de geheele vertooning, die daarmede samenhangt, voortaan achterwege te laten? De Transvaalsch-Engelsche oorlog. Dat de Fransche teekenaar Jean Véber niet overdreef, toen hij op zoo treffende wijze in beeld bracht hoe laaghartig de Britten de Boerenvrouwen en kinderen als levende verschansingen bezigen, blijkt uit een schrijven aan de te Amsterdam verschijnende Deutsche Wochemeitung. Het daarin voorkomend ontzettend verhaal is aan den schrijver medegedeeld door Mevrouw Cremer, schoon zuster van onzen oud-Minister van Koloniën. Deze, eene 76-jarige dame, kwam te gelijk met eenige andere gewonde vrouwen en kinderen van Graspan in het vrouwenlaager Kroonstad aan. Bij haar waren hare dochter en schoondochter. Haar oudste zoon is als commandant van het Senekal-commando bij Taba Nchu gevallenhaar beide andere zonen zijn krijgsgevangen op Ceylon. Drie dagen na hare aankomst in het vrouwenlaager overleed Mevrouw Cremer, als gevolg van de verschrikking, bij het gevecht van Graspan doorstaan. Wat zij omtrent het daar gebeurde vertelde, werd door alle vrouwen en kinderen Op 6 Juni werd door de Boeren bij Graspan, in de nabijheid van Reitz, aangevallen een Engelsch transport, waarbij zioh Mevrouw Cremer en andere vrouwen en kinderen bevonden. Toen de Engelschen bij den aanvang van het gevecht eenige gewonden hadden gekregen, en de Boeren steeds voorwaarts rukten, werd aan de vrouwen en kinderen bevolen uit de wagens te kruipen, en zich vóór de soldaten te plaatsen. De soldaten schoten toen tusschen de vrouwen en kinderen door op de Boeren. Ook achter Mevrouw Cremer had zich een soldaat geposteerd, die onder haar arm door schoot. Acht vrouwen en kinderen vielen op die wijze door het vuur der Boeren. Toen de Boeren dit zagen, staakten zij het vurenzij huilden als wilde dieren, drongen met de kolf van bet geweer het carré der Engelschen binnen en sloegen de i> Tommy's" dood als honden. Inmiddels waren nog een twintigtal Boeren door de kogels der Engelschen op korten afstand getroffen. De Boeren wilden de wagens en de vrouwen medenemen, doch zagen van verre sterke troepenafdeelingen aankomen. Daarom bepaalden zij er zich toe, de trekossen mede te nemen. De wagens, waarop het goed der vrouwen zich bevond, werden niet door hen verbrand. Kaapstad, 5 Oct. Kommandant Pretorius is doodelijk gewond in een gevecht bij Sterkstroom. Eene afdeeling onder kolonel Monro had den 27en September een voorspoedig gevecht in het district Barkly-Oost met Myburgh's commando. De vijand verloor elf man aan dooden, gewonden en gevangenen. Standerton, 4 Oct. Gisterenavond zijn hier 22 gevangenen aangekomen, die door kolonel Rimmington op de achterhoede van Buys zijn genomen bij Cornelia, benevens 2000 stuks vee. Matjesfontein, 6 Oct. Kavanagh geraakte gisterenmorgen slaags met Scheepers bij Ockertokraaléén van diens mannen werd gedood en acht werden gevangen genomen. Scheepers, ofschoon hij, naar men zegt, aan typhus lijdt, sprong uit zijn karretje en ontsnapte te paard. Londen, 7 Oct. Volgens bericht uit Kaap stad, zijn het de generaals "Walther Kitchener, Lyttelton, Hamilton en Dartnell, die in het noorden van Natal, aan de grens van Zoeloe- land, beschikkende over 20.000 man, trachten de Boerenstrijdmacht onder generaal Botha. ter sterkte van 3 a 4000 man, in te sluiten en te vernietigen. Aan de Times wordt uit Dundee van Zaterdag melding gemaakt van de gevangen neming van den jongsten zoon van staats secretaris Reitz van Transvaal en van Emmett, neef van den generaal van dien naam, met geweren en paarden. Het convooi, dat de Boeren aan de Natalsche grens genomen hebben, behoorde bij de colonne van generaal Bruce Hamilton, en beBtond uit 32 wagens, volgeladen met levensmiddelen. Twee wagens, die in de achterhoede waren en ammunitie bevatten, konden nog bijtijds terugkeeren naar Melmoth. Generaal Hamilton ging terstond de Boeren achtervolgen en baalde hen nog denzelfden dag in. Hevig kanongebulder is gehoord, maar hernomen schijnt het convooi niet. De militaire autoriteiten hebben dit bevestigt die veronderstelling alle wagens en trekossen van de boerderijen aan de Beneden-Tugela en in het Umvoti-district opgekommandeerd. Een groot aantal van de aanzienlijkste Hollanders zijn tevens uit het laatste district naar elders gebracht. De gezamenlijke verliezen bij Vlakfontein waren 214 man en onder deze 214 waren 6 officieren. Bij Moedwil zijn voorloopig reeds opgegeven 193, waaronder 25 officieren (2 kolonels, 1 luitenant-kolonel, 1 majoor, 8 kapiteins, 13 luitenants). De verhoudiDg van officieren en man schappen is nog al opmerkelijk, maar alle verliezen zullen nog wel niet opgegeven zjjn. De Observer bevat een ambtelijke opgave van de verliezen der Engelschen over den geheelen oorlog, met inbegrip van de maand September j.l. Daaruit blijkt, dat het Ministerie van Oorlog het er voor houdt, dat 416 officieren gesneuveld zijn, benevens 4341 minderen. Gewond zijn de gewonde gevangenen niet medegerekend 1529 officieren en 18,032 minderen; daarvan zijn in Zuid-Afrika overleden resp. 132 en 1491. Vermist worden 365 officieren en 9177 minderen, waarvan 354 officieren en 8471 minderen bevrijd of ontsnapt zijn 4 officieren en 93 man zijn in gevangenschap overleden. Het totaal der gesneuvelden, gewonden, ver misten en gevangenen bedraagt nu 2310 officiereu en 31,550 minderen. Aan ziekte zijn in Zuid-Afrika overleden 257 officieren en 10,293 minderen, door ongelukken omgekomen 15 officieren en 430 minderen. Als invaliden naar huis gezonden zijn 2439 officierenzieke manschappen 47,181, gewonde 7105 en nog 745, waarvan geen reden is opgegeven. Aan men8chenlevens heeft de oorlog tot dusver aan Engeland gekost 824 officieren en 16,648 minderen, allen in Zuid-Afrika over leden; daarbij komen nu nog 6 officieren en 417 minderen, die in Engeland of op zee zijn gestorven. Met de gevangenen, die nog niet terecht zijn en een 3774 voor iederen dienst ongesohikte invaliden zijn 22,289 officieren en minderen aan het Engelsche leger voor goed ontvallen. In 't geheel zijn gedurende den oorlog 75,562 personen uit de Engelsche strijdmachten verdwenen. Het verschil tusschen deze beide getallen wordt gezegd te schuilen in de omstandigheid dat een groot deel der als invaliden naar Engeland gezonden 2439 officieren en 55,031 man schappen weer dienst hebben genomen na hun herstel. Engeland. Londen, 8 Oct. Dr. Krause is op nieuw voor geweest om terecht te staan wegens hoogverraad en opruiing tot moord. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie verklaarde, dat Krause, bij de overgave van Johannesburg, van Roberts een wapenstilstand van 24 uren verkreeg, onder voorgeven zoo doende een gevecht in de Btraten te voor komen. Maar bij gebruikte dien tijd om 180.000 pd. at. uit Johannesburg naar Pretoria te zenden en alzoo de Transvaal te helpen. Door zijn toedoen werden in Europeesche en ook in Engelsche couranten mededeelingen gedaan omtrent den werkelijken toestand in de Trans vaal en deze berichten strekten om het verzet van de burgers aan te wakkeren, in de hoop, dat eene vreemde mogendheid tusschenbeide zou komen. In de brieven van Broeksma zijn vele beschuldigingen tegen Krause gevonden. In afwachting van nadere stukken is de verdere behandeling dezer zaak eene week verdaagd. Bij de uitreiking van oorlogsmedailles aan soldaten te Liverpool, heeft Roberts gezegd, dat hij wenschte, dat de oorlog uit was en alle pogingen worden aangewend daaraan een eind te maken. Duitschland. Prins Tschoen, de Chineesche boetgezant, heeft, naar nu bekend wordt, op kosten van keizer en rijk geleefd met zijn groote gevolg, tijdens zijn verblijf in Duitschland. Tijdens de manoeuvres en tijdens de laatste dagen te Berlijn, was de missie de gast des keizers, die ook de reiskosten droeg naar Dantzig, doch van Bazel naar Berlijn moest het depar tement van buitenlandsche zaken dokken en dat heeft zoo drie weken geduurd met inbegrip van uitstapjes voor particulier pleizier der heeren naar Essen, Hamburg, Bremen, Saar- brücken enz. Een rijk grondbezitter te Berlijn heeft zelfmoord gepleegd, uit vrees zich voor de rechtbank te zullen moeten verantwoorden wegens het beweren, ten aanhoore van vele anderen, dat de keizer, naar zijn meening, gek is wat in Pruisenland zoo maar niet gezegd mag worden. In eenige buitenlandsche bladen wordt als een te München loopend gerucht vermeld, dat de ongelukkige Koning Otto, die al 25 jaar als hopeloos krankzinnig op het kasteel Fürstenried verpleegd wordt, plotseling zijn helderheid van verstand zou herkregen hebben. De anders steeds in somber zwijgen ver zonken lijder zou opeens met belangstelling naar allerlei dingen en personen hebben gevraagd, alles echter van 25 jaar geleden. Over wat b.v. in 1876 gebeurde heet het spreekt hij als ware het gisteren geschied, en over zijn overleden moeder en broeder Koning Ludwig II (de laatste is reeds 12 jaar geleden gestorven) als waren zij nog in leven. Hof en Regeering zouden met een en ander niet weinig verlegen wezen. Nederland* Amsterdam, 7 Oct. Heel wat drukte gisteren in de Kalverstraat bij de Taksteeg. In het sigarenmagazijn van de firma Van Hees, Kalverstraathingen sedert eenige dagen eenige sloten geëtaleerd met eene gedrukte vermelding er naast dat de boeienkoning Cirnoc, over wien wij reeds een en ander mededeelden, de geëtaleerde sloten niet had kunnen verbreken. Omstreeks 2 uur kwam een vreemdeling in den winkel binnenstappen en kocht voor een zeker bedrag aan sigaren. Hij knoopte een gesprek aan met den heer Van Hees Jr., maar dit gesprek vlotte niet erg, omdat de jonge man in den winkel den vreemdeling niet goed verstond. Deze vertrok, maar kwam daarna terug met iemand die als tolk fungeerde, kocht weer een partij sigaren en sigaretten en vroeg eindelijk de geëtaleerde sloten eens te zien. Toen hij ze gezien had, verklaarde de bezoeker de boeienkoning Cirnoc Sr. te zijn, wierp toornig de sloten weg, gooiende een deel van de geëtaleerde sigaren door den winkel en veroorzaakte eene zeer groote volksverzameling. Het bleek, dat de bedoelde sloten hem op eene avondvoorstelling in het circus Carré waren aangedaan en dat hij de sloten niet had kunnen verbreken, maar toch uit den ketting waaraan de sloten waren bevestigd was losgekomen, in dit geval de hoofdzaak. De boeienkoning echter verkondigde luid dat hij toch uit de hem aangelegde sloten had los kunnen komen en beloofde binnenkort te zullen toonen dat hij ook deze sloten zou kunnen verbreken. Zeer opgewonden ver volgde de boeienkoning, na den winkelier te hebben betaald, zijn weg, maar nog lang bleef bet erg druk in den omtrek. 's-Gravenhage, 8 Oct. PrinB Hendrik wordt 18 dezer uit Mecklenburg op het Loo terugverwacht. De Koningin-Moeder zal, na het einde van Haar verblijf op het Loo, weder eenigen tijd het lustslot Soestdijk betrekken. Rotterdam, 8 Oct. Hedenvoormiddag, omstreeks 11 uren, is in het ruim van het Rijnschip »Karl Schroers 23" gevonden het lijk van den 18-jarigen schippersknecht N. A. Door den sohipper, den broeder van den verongelukte, werd aanvankelijk verondersteld dat hij Donderdagavond, toen dat schip aan boei 13 lag, overboord geslagen en verdronken was, zijnde hij sedert dien tijd vermist. Bij het omwerken in het ruim van de lading erts kwam vanochtend het lijk te voorschijn Vermoedelijk is hij in het ruim gevallen en

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 1