Donderdag 10 October 1901.
(Z i e x* i Is. z e e s c tL e
Courant).
58ste JAARGANG. No. 7600.
Lager Onderwijs.
Onveiligheid Vaarwater.
AlgemeeH Overzicht.
HEUWSTIJDIHGEM.
ZIERIRZEESUHË
NIEUWSBODE.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 4,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
Dlreoteuri A. O". DE LOOZE.
Redacteuren: j A- ™KEL.
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuw?.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en belichten van correspondenten te adresseeren aan A. FnaNKUL, Havenpark 348, Zierikzee.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee,
Gelet op den brief van de Gedeputeerde Staten dezer
Provincie van den 28 September 1.1. Ga76"15, le afdeeling,
Brengen ter openbare kennis, .dat dat College, bij hun
besluit van dienzelfden datum, No. 45, le afdeeling, voor
een tijdvak van drie jaren, eindigende 31 December 1904,
op nieuw vi'ijstellingj heeft verleend van de ver
plichting tot het geven van onderwijs in het vak, vermeld
onder letter j van art. 2 der Wet op het Lager Onder
wijs, aan School A alhier.
Zierikzee, den 8 October 1901.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt het vol
gende bericht ter kennis van Zeevarenden, die daarbij
belang kunnen hebben:
Volgens mededeeling van den Minister van Oorlog
zullen schietoefeningen gehouden worden van het fort
nabij den Hoek van Holland, op 9 en zoo noodig op 10
en 11 October 1901.
De schietoefeningen worden gehouden in een driehoek
gevormd door het fort, eene roode vlag op den wal beZ.
het zeegat en eene roode vlag op het uiteinde van den
Zuiddara.
Deze vlaggen zgn ongeveer 3100 M. van het fort ver
wijderd.
Bij de schietoefeningen zullen één of twee stoombooten
dienst doen om te waarschuwen en zoo noodig sleephulp
verleenen aan kleinere (zeil)vaartuigen, om buiten den
onveiligen driehoek te komen.
Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van het fort
eene roode vlag waaien van minstens één uur vóór den
aanvang der oefeningen tot het einde daarvan.
Zierikzee, den 8 October 1901.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
Toen wij de vorige week in ons wekelijksch
overzicht van een aanval der Boeren op
een Engelsch kamp bij Moedwil gewag
maakten, en daarbij vermeldden, dat Lord
Kitchener geseind had, dat die aanval door
de Engelscbe troepen was afgeslagen, toen
wisten wij nog geen bizonderheden, zoodat
wij zonder eenige toevoeging onzerzijds ons
bepaalden tot een bloote mededeeling van
het EngelBche draadbericht. "Wel twijfelden
wij al aanstonds aan de juistheid er van,
door de ervaring geleerd de overwinnings
bulletins der Engelsche bevelhebbers te
wantrouwen. Onze twijfel werd later zekerheid,
toen ons uit nadere berichten bleek, dat de
Engelschen, die onder bevel van Kekewich
bij Moedwil een kamp hadden betrokken,
des nachts door de Boeren overrompeld
werden, en na geduchte verliezen geleden te
hebben gedwongen werden hun kamp te
ontruimen. Niet minder dan 45 dooden en
144 gewonden telden de Britten. Ook Keke
wich zelf, de grappige, maar dappere bevel
hebber van Kimberley, werd gewond. De
Boeren werden bij deze gelegenheid aan
gevoerd door De la Rey en Kemp. Nadat zij
het kamp hadden leeggeplunderd, trokken zij,
zooals zij gewoon zijn te doen, wanneer zjj
hun slag geslagen hebben, terug. En voor
het volgen van deze gewoonte hebben zij een
goede reden. Immers, zoodra de Engelschen
op zekere plaats klop hebben gehad, komen
onmiddellijk van alle kanten talrijke ver
sterkingen aangerukt om de geleden nederlaag
uit te wisschen en aan de Boeren den door
hen behaalden buit te ontnemen. Heel ver
standig dus van de Boeren, om die
versterkingen niet af te wachten, maar om,
tevreden met het verkregen voordeel, den
buit in veiligheid te brengen.
Yan den inval door Louis Botha in Natal
verneemt men, na de door hem behaalde
overwinningen bij Itala en Frospekt, niets
meer. Geen tijding, goede tijding. Als de
Engelschen zwijgen, is dit in den regel voor
hen een veeg teeken.
Wat de Kaapkolonie betreft, de Boeren
zijn er tot Heidelberg doorgedrongen, en
hebben aan dit stadje een kort bezoek
gebracht, na daaruit datgene te hebben mede
genomen, wat zij noodig hadden. Heidelberg
ligt geheel in het zuiden, niet ver van
Kaapstad. Nu zal men er zeker wel spoedig
toe overgaan om ook in de hoofdstad der
Kaapkolonie den staat van beleg af te
kondigen. Gelijk men weet, houdt met de
afkondiging daarvan het burgerlijk gezag op.
Er is geen overheid, geen rechtbank meer.
In de plaats daarvan treden de militaire
dictatuur en de krijgsraad. De sabel regeert
dan. Heerlijk vooruitzicht voor de burgers, j
inzonderheid voor de Hollanders, die er
wonen. Onze landgenooten worden, zooals
de uitzettingen op groote schaal bewezen
hebben, door de Engelschen in Zuid-Afrika
met groote onderscheiding en hartelijkheid
behandeld. En wie niet uitgezet zijn, wordt door
hen in den tronk gestopt, of in een kamp
opgesloten, of wat nog doeltreffender is,
opgehangen of doodgeschoten. Zoo is nu te
Johannesburg Broeksma, een Nederlander,
die door de Regeering der Zuid-Afrikaansche
Republiek tot Ambtenaar van het Openbaar
Ministerie te Johannesburg benoemd was,
wegens ^hoogverraad" gefusileerd. Deze man
laat een weduwe met vier onverzorgde kinderen
achter. De Engelschen zijn een hoogst fatsoenlijk,
humaan volk. Zij zijn stipt rechtvaardig. Zij
kunnen het zelfs niet aanzien, wanneer een rijk,
dat tegen hen niet opgewassen is, zich jegens
een deel van zijn bewoners misdraagt. Welke
kreet van verontwaardiging ging er niet in
de Engelsche bladen jegens Turkije op wegens
de Armenische voorvallen Gladstone noemde
den Sultan Abdoel Hamid openlijk een
moordenaar. Ja, ja, de Engelschen zijn een
nobele natie. Zij bewijzen dit nu ook in
Zuid-Afrika. Om hun soldaten te vrijwaren
voor de kogels der Boeren, plaatsen zij de
vrouwen en kinderen van deze in de voorste
gelederen, en vuren, aldus gedekt, hun
geweren op de Boeren af. Om hun transport
treinen te beveiligen voor de aanslagen der
Boeren, zetten zij de gevangen genomen
vrouwen van deze in de opene waggons of
op de locomotief. En de man, op wiens last
dat alles geschiedt, staat bij zijn landgenooten
in hoog aanzien, en zal, als hij in Groot-
Brittannië terugkeert, feestelijk worden in
gehaald, met ridderkruisen en eeresabels
worden beloond, en wellicht een millioen als
een nationaal geschenk uit 's lands schatkist
ontvangen.
Gelijk de lezers en lezeressen zich nog
wel herinneren zullen, zijn de beroemde
instrumenten van de sterrewacht te Peking
door de Duitschers geroofd geworden, en als
oorlogsbuit naar Berlijn medegenomen. Nu
heeft de Duitsche Regeering aan de Chineesche
doen weten, dat zij bereid was die inetru-
menten terug te geven, waarop de Chineesche
geantwoord heeft, dat DuitBchland ze wel
kon behouden. Wij gelooven niet, dat het
aanbod door Duitschland zou gedaan zijn,
indien men niet van te voren het antwoord
der Chineesche Regeering gekend had. En nu
dat verwacht antwoord is ingekomenhaast
zich de Duitsche, Regeering hiervan mede
deeling te doen aan de hoofdorganen der
persopdat de roof, die door de publieke
opinie ook als roof gebrandmerkt is, niet
langer roof schijne.
De Keizer is met zijn hoofdstad in conflict,
over den weg van een tramlijn, over het
ornament werk van fonteinenen over de
benoeming van een hem niet welgevalligen
tweeden burgemeester. Hij heeft het dreige
ment doen uitspreken, dat, wanneer het
gemeentebestuur geen burgemeester benoemde,
die genade in zijn Keizerlijke oogen kon
vinden, hij een regeerings-commissaris zou
aanstellen, die de werkzaamheden aan het
burgemeesterschap verbonden, zou vervullen.
Waarom ziet het Berlijnsche gemeentebestuur
Wilhelm H ook niet naar de oogen? Waarom
treedt het zelfstandig en onafhankelijk op?
Waarom valt het niet ootmoedig den Keizer
te voet, als het ziet, dat het iets gedaan
heeft, dat hem, den machtigen Keizer, mis
haagt? Waarom durft het zijn eigen meening
te plaatsen tegenover die van den alleen-
heerscher? Weet het niet, dat, als kinderen
ongehoorzaam zijn, zij stout zijn, en voor
hun broek krijgenEn zijn niet de bewoners
van geheel Duitschland de landskinderen, die
de Keizer naar goeddunken beloonen en
straffen kan Hoe kunnen de heeren van den
Berlijnschen gemeenteraad zoo hun plicht
jegens hun Heer en Keizer miskennen?
In Hongarije zijn de verkiezingen voor
de Kamer van Afgevaardigden in liberalen
geest uitgevallen. De liberalen bezitten nu
in het Parlement van de 350 zetels er 225,
Zij hebben trots hun overwinning niettemin
een gevoelig verlies geleden, want de bekende
en bekwame Tisza, die sedert 1878 onaf
gebroken in den Rijksdag zitting had, is niet
herkozen.
Christiaan, de Koning van Dene
marken, heeft in persoon den Rijksdag met
een rede geopend, waarin hij deed uitkomen,
dat het nieuwe Ministerie in overeenstemming
met den volkswensch was samengesteld, en
dat het zijn streven zou zijn de burgerlijke
en staatkundige vrijheid der natie hoog te
houden, en het geestelijk en economisch leven
van het volk op te wekken. De vraag is bij
ons al vaak gerezen, of een troonrede, die
in den regel het product van den eersten
Minister is, wel in overeenstemming is met
de Koninklijke waardigheid. Gewoonlijk bevat
toch zulk een troonrede in zeer vage, alge-
meene bewoordingen, hoogst beknopt, min of
meer duidelijk, het programma van de partij,
die aan het roer zit. De Vorst of Vorstin,
die haar uitspreekt, wordt zoodoende de
spreekbuis van het uit de Parlementaire
meerderheid voortgevloeide iVJjmsterie. Ware
het niet beter en meer overeenkomstig het
beginsel, dat het Hoofd van den Staat boven
de partijen moet staan, indien men in de
verschillende landen er toe kon besluiten om
de Troonrede, en de geheele vertooning, die
daarmede samenhangt, voortaan achterwege
te laten?
De Transvaalsch-Engelsche
oorlog.
Dat de Fransche teekenaar Jean Véber
niet overdreef, toen hij op zoo treffende wijze
in beeld bracht hoe laaghartig de Britten de
Boerenvrouwen en kinderen als levende
verschansingen bezigen, blijkt uit een schrijven
aan de te Amsterdam verschijnende Deutsche
Wochemeitung. Het daarin voorkomend
ontzettend verhaal is aan den schrijver
medegedeeld door Mevrouw Cremer, schoon
zuster van onzen oud-Minister van Koloniën.
Deze, eene 76-jarige dame, kwam te
gelijk met eenige andere gewonde vrouwen
en kinderen van Graspan in het vrouwenlaager
Kroonstad aan. Bij haar waren hare dochter
en schoondochter. Haar oudste zoon is als
commandant van het Senekal-commando bij
Taba Nchu gevallenhaar beide andere
zonen zijn krijgsgevangen op Ceylon.
Drie dagen na hare aankomst in het
vrouwenlaager overleed Mevrouw Cremer,
als gevolg van de verschrikking, bij het
gevecht van Graspan doorstaan.
Wat zij omtrent het daar gebeurde
vertelde, werd door alle vrouwen en kinderen
Op 6 Juni werd door de Boeren bij
Graspan, in de nabijheid van Reitz, aangevallen
een Engelsch transport, waarbij zioh Mevrouw
Cremer en andere vrouwen en kinderen
bevonden.
Toen de Engelschen bij den aanvang van
het gevecht eenige gewonden hadden gekregen,
en de Boeren steeds voorwaarts rukten,
werd aan de vrouwen en kinderen bevolen
uit de wagens te kruipen, en zich vóór de
soldaten te plaatsen. De soldaten schoten
toen tusschen de vrouwen en kinderen door
op de Boeren. Ook achter Mevrouw Cremer
had zich een soldaat geposteerd, die onder
haar arm door schoot.
Acht vrouwen en kinderen vielen op die
wijze door het vuur der Boeren.
Toen de Boeren dit zagen, staakten zij
het vurenzij huilden als wilde dieren,
drongen met de kolf van bet geweer het
carré der Engelschen binnen en sloegen de
i> Tommy's" dood als honden.
Inmiddels waren nog een twintigtal Boeren
door de kogels der Engelschen op korten
afstand getroffen.
De Boeren wilden de wagens en de
vrouwen medenemen, doch zagen van verre
sterke troepenafdeelingen aankomen. Daarom
bepaalden zij er zich toe, de trekossen mede
te nemen. De wagens, waarop het goed der
vrouwen zich bevond, werden niet door hen
verbrand.
Kaapstad, 5 Oct. Kommandant Pretorius
is doodelijk gewond in een gevecht bij
Sterkstroom.
Eene afdeeling onder kolonel Monro had
den 27en September een voorspoedig gevecht
in het district Barkly-Oost met Myburgh's
commando. De vijand verloor elf man aan
dooden, gewonden en gevangenen.
Standerton, 4 Oct. Gisterenavond zijn
hier 22 gevangenen aangekomen, die door
kolonel Rimmington op de achterhoede van
Buys zijn genomen bij Cornelia, benevens
2000 stuks vee.
Matjesfontein, 6 Oct. Kavanagh geraakte
gisterenmorgen slaags met Scheepers bij
Ockertokraaléén van diens mannen werd
gedood en acht werden gevangen genomen.
Scheepers, ofschoon hij, naar men zegt,
aan typhus lijdt, sprong uit zijn karretje en
ontsnapte te paard.
Londen, 7 Oct. Volgens bericht uit Kaap
stad, zijn het de generaals "Walther Kitchener,
Lyttelton, Hamilton en Dartnell, die in het
noorden van Natal, aan de grens van Zoeloe-
land, beschikkende over 20.000 man, trachten
de Boerenstrijdmacht onder generaal Botha.
ter sterkte van 3 a 4000 man, in te sluiten
en te vernietigen.
Aan de Times wordt uit Dundee van
Zaterdag melding gemaakt van de gevangen
neming van den jongsten zoon van staats
secretaris Reitz van Transvaal en van Emmett,
neef van den generaal van dien naam, met
geweren en paarden.
Het convooi, dat de Boeren aan de
Natalsche grens genomen hebben, behoorde
bij de colonne van generaal Bruce Hamilton,
en beBtond uit 32 wagens, volgeladen met
levensmiddelen. Twee wagens, die in de
achterhoede waren en ammunitie bevatten,
konden nog bijtijds terugkeeren naar Melmoth.
Generaal Hamilton ging terstond de Boeren
achtervolgen en baalde hen nog denzelfden
dag in. Hevig kanongebulder is gehoord,
maar hernomen schijnt het convooi niet.
De militaire autoriteiten hebben dit
bevestigt die veronderstelling alle wagens
en trekossen van de boerderijen aan de
Beneden-Tugela en in het Umvoti-district
opgekommandeerd. Een groot aantal van de
aanzienlijkste Hollanders zijn tevens uit het
laatste district naar elders gebracht.
De gezamenlijke verliezen bij Vlakfontein
waren 214 man en onder deze 214 waren
6 officieren. Bij Moedwil zijn voorloopig reeds
opgegeven 193, waaronder 25 officieren (2
kolonels, 1 luitenant-kolonel, 1 majoor, 8
kapiteins, 13 luitenants).
De verhoudiDg van officieren en man
schappen is nog al opmerkelijk, maar alle
verliezen zullen nog wel niet opgegeven zjjn.
De Observer bevat een ambtelijke opgave
van de verliezen der Engelschen over den
geheelen oorlog, met inbegrip van de maand
September j.l. Daaruit blijkt, dat het Ministerie
van Oorlog het er voor houdt, dat 416
officieren gesneuveld zijn, benevens 4341
minderen. Gewond zijn de gewonde
gevangenen niet medegerekend 1529
officieren en 18,032 minderen; daarvan zijn
in Zuid-Afrika overleden resp. 132 en 1491.
Vermist worden 365 officieren en 9177
minderen, waarvan 354 officieren en 8471
minderen bevrijd of ontsnapt zijn 4 officieren
en 93 man zijn in gevangenschap overleden.
Het totaal der gesneuvelden, gewonden, ver
misten en gevangenen bedraagt nu 2310
officiereu en 31,550 minderen.
Aan ziekte zijn in Zuid-Afrika overleden
257 officieren en 10,293 minderen, door
ongelukken omgekomen 15 officieren en 430
minderen. Als invaliden naar huis gezonden
zijn 2439 officierenzieke manschappen
47,181, gewonde 7105 en nog 745, waarvan
geen reden is opgegeven.
Aan men8chenlevens heeft de oorlog tot
dusver aan Engeland gekost 824 officieren en
16,648 minderen, allen in Zuid-Afrika over
leden; daarbij komen nu nog 6 officieren en
417 minderen, die in Engeland of op zee
zijn gestorven. Met de gevangenen, die nog
niet terecht zijn en een 3774 voor iederen
dienst ongesohikte invaliden zijn 22,289
officieren en minderen aan het Engelsche
leger voor goed ontvallen. In 't geheel zijn
gedurende den oorlog 75,562 personen uit
de Engelsche strijdmachten verdwenen. Het
verschil tusschen deze beide getallen wordt
gezegd te schuilen in de omstandigheid dat
een groot deel der als invaliden naar Engeland
gezonden 2439 officieren en 55,031 man
schappen weer dienst hebben genomen na
hun herstel.
Engeland.
Londen, 8 Oct. Dr. Krause is op nieuw
voor geweest om terecht te staan wegens
hoogverraad en opruiing tot moord.
De ambtenaar van het Openbaar Ministerie
verklaarde, dat Krause, bij de overgave van
Johannesburg, van Roberts een wapenstilstand
van 24 uren verkreeg, onder voorgeven zoo
doende een gevecht in de Btraten te voor
komen. Maar bij gebruikte dien tijd om
180.000 pd. at. uit Johannesburg naar Pretoria
te zenden en alzoo de Transvaal te helpen.
Door zijn toedoen werden in Europeesche en ook
in Engelsche couranten mededeelingen gedaan
omtrent den werkelijken toestand in de Trans
vaal en deze berichten strekten om het verzet
van de burgers aan te wakkeren, in de hoop,
dat eene vreemde mogendheid tusschenbeide
zou komen.
In de brieven van Broeksma zijn vele
beschuldigingen tegen Krause gevonden.
In afwachting van nadere stukken is de
verdere behandeling dezer zaak eene week
verdaagd.
Bij de uitreiking van oorlogsmedailles
aan soldaten te Liverpool, heeft Roberts
gezegd, dat hij wenschte, dat de oorlog uit
was en alle pogingen worden aangewend
daaraan een eind te maken.
Duitschland.
Prins Tschoen, de Chineesche boetgezant,
heeft, naar nu bekend wordt, op kosten van
keizer en rijk geleefd met zijn groote gevolg,
tijdens zijn verblijf in Duitschland. Tijdens de
manoeuvres en tijdens de laatste dagen te
Berlijn, was de missie de gast des keizers,
die ook de reiskosten droeg naar Dantzig,
doch van Bazel naar Berlijn moest het depar
tement van buitenlandsche zaken dokken en
dat heeft zoo drie weken geduurd met inbegrip
van uitstapjes voor particulier pleizier der
heeren naar Essen, Hamburg, Bremen, Saar-
brücken enz.
Een rijk grondbezitter te Berlijn heeft
zelfmoord gepleegd, uit vrees zich voor de
rechtbank te zullen moeten verantwoorden
wegens het beweren, ten aanhoore van vele
anderen, dat de keizer, naar zijn meening,
gek is wat in Pruisenland zoo maar niet
gezegd mag worden.
In eenige buitenlandsche bladen wordt
als een te München loopend gerucht vermeld,
dat de ongelukkige Koning Otto, die al 25
jaar als hopeloos krankzinnig op het kasteel
Fürstenried verpleegd wordt, plotseling zijn
helderheid van verstand zou herkregen hebben.
De anders steeds in somber zwijgen ver
zonken lijder zou opeens met belangstelling
naar allerlei dingen en personen hebben
gevraagd, alles echter van 25 jaar geleden.
Over wat b.v. in 1876 gebeurde heet het
spreekt hij als ware het gisteren geschied,
en over zijn overleden moeder en broeder
Koning Ludwig II (de laatste is reeds 12
jaar geleden gestorven) als waren zij nog in
leven.
Hof en Regeering zouden met een en ander
niet weinig verlegen wezen.
Nederland*
Amsterdam, 7 Oct. Heel wat drukte
gisteren in de Kalverstraat bij de Taksteeg.
In het sigarenmagazijn van de firma Van Hees,
Kalverstraathingen sedert eenige dagen
eenige sloten geëtaleerd met eene gedrukte
vermelding er naast dat de boeienkoning
Cirnoc, over wien wij reeds een en ander
mededeelden, de geëtaleerde sloten niet had
kunnen verbreken.
Omstreeks 2 uur kwam een vreemdeling
in den winkel binnenstappen en kocht voor
een zeker bedrag aan sigaren. Hij knoopte
een gesprek aan met den heer Van Hees Jr.,
maar dit gesprek vlotte niet erg, omdat de
jonge man in den winkel den vreemdeling
niet goed verstond.
Deze vertrok, maar kwam daarna terug
met iemand die als tolk fungeerde, kocht
weer een partij sigaren en sigaretten en
vroeg eindelijk de geëtaleerde sloten eens te
zien. Toen hij ze gezien had, verklaarde de
bezoeker de boeienkoning Cirnoc Sr. te zijn,
wierp toornig de sloten weg, gooiende een
deel van de geëtaleerde sigaren door den
winkel en veroorzaakte eene zeer groote
volksverzameling. Het bleek, dat de bedoelde
sloten hem op eene avondvoorstelling in het
circus Carré waren aangedaan en dat hij de
sloten niet had kunnen verbreken, maar toch
uit den ketting waaraan de sloten waren
bevestigd was losgekomen, in dit geval de
hoofdzaak.
De boeienkoning echter verkondigde luid
dat hij toch uit de hem aangelegde sloten
had los kunnen komen en beloofde binnenkort
te zullen toonen dat hij ook deze sloten zou
kunnen verbreken. Zeer opgewonden ver
volgde de boeienkoning, na den winkelier te
hebben betaald, zijn weg, maar nog lang
bleef bet erg druk in den omtrek.
's-Gravenhage, 8 Oct. PrinB Hendrik
wordt 18 dezer uit Mecklenburg op het Loo
terugverwacht.
De Koningin-Moeder zal, na het einde
van Haar verblijf op het Loo, weder eenigen
tijd het lustslot Soestdijk betrekken.
Rotterdam, 8 Oct. Hedenvoormiddag,
omstreeks 11 uren, is in het ruim van het
Rijnschip »Karl Schroers 23" gevonden het
lijk van den 18-jarigen schippersknecht N. A.
Door den sohipper, den broeder van den
verongelukte, werd aanvankelijk verondersteld
dat hij Donderdagavond, toen dat schip aan
boei 13 lag, overboord geslagen en verdronken
was, zijnde hij sedert dien tijd vermist. Bij
het omwerken in het ruim van de lading
erts kwam vanochtend het lijk te voorschijn
Vermoedelijk is hij in het ruim gevallen en