AANKONDIGING.
INSPECTIE
ZIERIKZEE--ROTTERDAM.
ADVERTENTIE!!.
Bank voor Schouwen en Duiveland,
Graskalveren te koop,
Een houten Ledikant met
Toebehooren,
een goed onderhouden Heerenfiets.
Een Braakmachine,
Gymnastiek- en Overschoenen,
droegen een heiligenbeeld en een haas
achteraan; de overige volgden met bezems,
poken en tangen en onder het zingen van
een wild, droefgeestig lied, dat aan een
godsdienstig gezang der oude Germanen deed
denken. Als des middernachts zulk een stoot
zich in beweging zet, moeten alle lichten
uitgedoofd wordeneen venster, waaruit licht
straalt, wordt ingeslagen symbool van de
lichtschuwheid des bijgeloofs. Aan een voorbij
ganger wordt gevraagd: »Van wien zijt gij?"
Als hij antwoordt: aVan God", mag hij
verder gaan, anders wordt hij vastgehouden
en geranseld, zoodat er soms dé* dood op
volgt. De optocht schrijdt rondom het dorp,
met de ploeg een voor daaromheen trekkend
tot een kring. Nu moet belet worden, dat
onreine geesten dien kring overschrijden,
anders zullen zij het vee rondom het dorp
kwaad doen.
Het gebeurt ook, dat knapen aan zulk een
optocht deelnemen. Dan wordt »levend vuur"
ontstoken door het wrijven van twee stukken
hout tegen elkaar. Zoo steken zij fakkels
aan, en drijven met den rook daarvan het
vee onder gezang en zweepgeklap naar een
nieuwe weide.
In het dorp Dubrowitsji nemen weduwen,
weduwnaars en jonge mannen onder het
zingen van een kerklied aan zulk kringploegen
deel. Een pop wordt vóórop gedragen en
voortgejaagd onder het geroep van »Vóort
uit het dorp met den onreinen geest!" De
pop wordt in 't eind aan stukken gereten en
de flarden worden uitgestrooid. Ieder, die
den optocht tegemoet treedt, krijgt ver
vloekingen naar het hoofd.
Dit kringploegen komt overeen met het
oudo gebruik bij het voorjaarsfeest van hot
»dood-uitdragen", dat nog bij de Zuid-Slaven
bekend is. Do oorsprong is het verdrijven van
don winter, die door do lento overwonnen is.
In het Toola-gouvernement verzamelen de
meisjes en vrouwen van een dorp, waarin
veeziekte heerscht, zich herhaaldelijk tot het
houden van optochten des nachts tot de
ziekte verdwijnt. Een meisje wordt voor do
ploeg gespannen, een weduwe stuurt haar,
voorop gaat een meisje met een heiligenbeeld.
Zoo trekken zij driemaal om het dorp heen
onder het zingen van een half Christelijk,
half heidensch lied.
Wanneer de stoet voor de derde maal
om het dorp trekt, worden op alle poorten
der tuinen kruisen geschilderduit een
tonnetje mot teer, dat mede wordt rond
gevoerd. Alle vrouwen zijn met stokken,
dorschvlegels enz. gewapend. Ontmoeten zij
iemand, dan wordt die geranseld onder het
geroep van »Daar heb je den runderdoodl"
Op een kruisweg wordt een brandstapel
opgericht en aangestoken. Enkelen springen
door het vuurde twee, die de sterkste
zenuwen hebben, trekken een levende zwarte
kat aan stukken. Zulke optochten hebben
in het dorp Kassinowo op bijzonder »grootsclie"
wijs plaats gehad bij een hevige runderpest
in 1870 en bij het heerschen der varkens
ziekte in 1887.
In een dorp van het gouvernement Charkow
heeft in elk najaar, als de oogst binnen is,
het driemaal omploegen door de meisjes en
vrouwen van het dorp plaats. Zoo verbeelden
deze lieden zich het vee te beschermen tegen
roofdieren en ziekte, een maatregel, die de
dorpelingen en de bewoners van de omstreken
onfeilbaar noemen. Allen, die aan den stoet
deelnemen, zijn slechts in een hemd gekleed
de haren hangen I03. Twee trekken, twee
sturen de ploeg, do anderen volgen met
brandende kaarsen en onder het uitbrullen
van liederen. De nacht, die voor den optocht
door de algemeene dorpsvergadering is
vastgesteld, wordt in het geheele dorp bekend
gemaakt, opdat allen, die er niet aan
deelnemen, rustig thuis kunnen blijven.
Want de woest opgewonden vrouwen zouden
ieder, dien zij ontmoeten, ongenadig toetakelen,
misschien vermoorden.
In den nacht van 1 Juni 1893 is zulk
een optocht nog gehouden in het dorp
Polotskaja in het gouvernement Twer door
18 vrouwen. Zij hoopten op die manier het
dorp te vrijwaren voor den vlek-typhus, die
in den omtrek heerschte. Yoorop schreed een
vrouw met een heiligenbeeld, daarna volgde
oen met een haardbezem, een andere met
een haardijzer en een dierenschedel. Yervolgens
kwam de ploeg, die door twee vrouwen
getrokken en door een andere gestunrd werd
en ten slotte de rest van het gezelschap,
schreeuwend en rumoer makend.
Deze diensten in het belang van het
gemeen welzijn werden echter met ondank
beloond, daar de kantonrechter den duivel-
verbansters wegens verstoring van rust en
orde een duchtige bestraffing toediende.
Een gevaarlijke jacht.
Een jaar of twintig geleden, zoo vertelt
een Pransche militaire dokter, was ik in
Afrika in garnizoen in de provincie Constantino.
Ik had toen reputatie, en ik geloof, dat ze
verdiend was, van een stoutmoedig en be
hendig jager te zijn. Gevaarlijke avonturen
heb ik genoeg beleefd, en altijd heb ik ze
met goed humeur doorgemaakt behalve
één keer. En toen was ik de eenige niet,
die beefde.
In 't midden van Maart waren wij ver
trokken, een officier der spahi's, een kolonist
en ik, om op wilde zwijnon te jagen, die de
gerstvelden vernielden in het woud op een
dertig kilometer afstand van het garnizoen.
Tegen zonsondergang kwamon wij aan een
Arabische hoeve, een gewonen gourbi van
leem met een stal, omgeven door een vier
dubbele cactushaag. Wij sprongen van het
paard en wilden binnengaanmaar onze
paarden weigerden en met slagen moesten
wij ze er in drijven. Nauwelijks hadden wij
ze vastgezet, of ze begonnen over al hun
ledematen te beven.
»Ze ruiken den leeuw", zei de Arabier,
»die hier 's nachts om het huis zwerft.
Yannacht zal er wel een van de paarden
gestolen worden, ik zou u aanraden, maar
naar huis te gaan".
We vertrouwden die praatjes natuurlijk
niet, en bleven. Toen de maan was opgegaan,
gingen we met het geweer over don schouder
de gerstvelden in, waar iederen avond de
wilde zwijnen zich vertoonden. Het terrein
was een zachtglooiende vlakte, van een beekje
doorsneden, waar achter de heuvels zich
verhieven.
Wij stonden onderling op dertig meter
afstand, door struiken gedekt, en eenige
meters beneden ons stroomde de beek.
Ik had al een poos op wacht gelegen, toen
ik een gebrul hoorde als van een stier. Het
geluid kwam uit de bosschen op een heuvel
aan mijn rechterhand. Zeker een verdwaalde
stier", dacht ik. »Als hij dezen kant uitkomt,
is de jacht mislukt, want dan zullen er geen
wilde zwijnen opdagen".
Maar spoedig werd ik ontgoocheldhet
geluid werd sterker en naderde meer en meer,
het klonk als het geroffel van vijftig trommen.
Toen het ophield, scheen het woud uitgestorven
geen vogel tjilpte nog en 't was alsof zelfs
bladeren stil hingen. Het koud zweet brak
mij uit, met ingehouden adem wachtte ik,
den vinger aan den trekker, en hartelijk
wenschte ik weer in de Arabische gourbi te
zijn. Opeens hoorde ik de takken kraken
en een reusachtige leeuwin kwam langzaam
aangestapt, brullend uit alle macht. Ik had
hoegenaamd geen lust om te schieten. Lang
zaam kwam de leeuwin nader. Zij kwam
drinken. Zij was nog eenige meters van mij
vandaan, toen de struiken haar aan mijn oog
onttrokken. Ik hoorde een korten sprong
en een oogenblik naderhand het klokken van
een tong in het water. Ik was er al op
voorbereid, het geweldige dier met zijn phos-
phorklourige oogen en geopenden muil vóór
mij te zien verschijnen, maar dat gebeurde
niet. Toen de leeuwin gedronken had, sprong
zij weer over de beek en volgde kalm den
oever in de richting van mijne beide jacht-
genooten. Zij ging vlak langs hun geweren,
maar niemand schoot.
Het gebrul verwijderde zich en een kwartier
later hoorde ik aan mijn linkerhand een
zwak: »HoeI hoe!", verderop herhaald. Ik
antwoordde op dezelfde manier. Wij waren
als drie patrijzen, die elkaar bijeenzoeken als
de jager voorbij is.
Tóen wij elkaar terugzagen in het gerst-
veld drukten wij elkaar do hand, alsof we
van den dood waren gered.
»Nu gaan we, niet waar vroeg do kolonist.
ï>Zeker", antwoordde ik, x>er is voor ons
toch niets meer te halen".
Gedruischloos klommen wij de helling op
en zagen meer achterom dan vóór ons. En
dat was maar goed ook, want we hadden
den zoom van het woud nog niet bereikt, of
de leeuwin, die ons in het veld gekregen
had, verliet de struiken langs de beek en
begon te volgen.
Zij was zestig passen achter ons. Wij
stonden stil, zij ook. Wij gingen verder, en
zij volgde ons op denzelfden afstand.
»Wij zijn verloren, als zij mot ons hot
bosch ingaat", zij de spahi. u'tls beter ze
hier in 't volle maanlicht te schieten".
Wij keerden om, en ook de leeuwin stond
onbeweeglijk aan den zoom van hot woud
slechts haar krachtige staart sloeg forsch op
en neer.
De officier der spahi's en de kolonist
knielden om beter te kunnen mikken. Ik
bleef staan.
»Al8 ik drie tel", zei ik, schieten we
gezamenlijk!" En met gedempte stom telde
ik »Een twee
Toen hief de kolonist zijn geweer op en
fluisterde »Ik schiet mis, ik voel, dat ik
mis schiet".
»Ik zie het eind van mijn geweerloop
niet", zei de officier.
Alleen kon ik niet schieten. Mijn gezellen
stonden weer op en wij vervolgden den
terugtocht, ik mag niet zeggen in goede
orde. Zij, die van dappere leeuwenjagers
gelezen hebbenmogen er om lachen
maar ik zal er niet om liegen. Wij
waren daar met drie vastberaden mannen,
twee onzer waren menigmaal in het gevecht
geweest en hadden onder een kogelregen
koelbloedig hun plicht gedaan. Ieder onzer
zou zich voor zijn makkers hebben geofferd.
Maar daar in dat bosch, in den nacht,
nagezet door dat beest, dat wij onophoudelijk
zagen verdwijnen en weer te voorschijn
komen tusschen de struiken, waren wij
gewoonweg laf. Zij, die op de flanken
marcheerden, kwamen zonder het te willen
onophoudelijk naar het midden van den weg
terug en drongen den middelman op zij, om
op hun beurt weer teruggedrongen te worden.
Zoo legden wij een kilometer af zonder ons
die manoeuvre te verwijten, zonder het laffe
er van in te zien. Wij schaamden ons eerst,
toen het gevaar voorbij was en wij in het
gezicht van den gourbi waren, maar wij
hadden alle drie hetzelfde gedaan en haddon
elkander niets te verwijten.
Do Arabier wachtte op ons. Lachend
luisterde hij naar ons verhaal, met dat
geheimzinnig lachen der oogen, dat zich
zelden uitstrekt tot de lippen. Daarna spreidde
hij onze matten voor den nacht.
»De leeuw is nu voor mij", zei hij. 3>Omdat
gij hem in het bosch niet hebt durven aan
vallen, zal ik hem vangen in den kuil, dien
ik gegraven heb. Zijn huid brengt me 50
franks op en ik krijg nog 50 franks van het
Arabisch bureau".
Inderdaad* tegen twee uur 's nachts, terwijl
ik slecht sliep wegens het leven van honden,
paarden, schapen en koeien, die op de plaats
waren opgesloten, hoorde ik ineens de honden
geweldig janken en zich verdringen tegen de
deur van den gourbi. Daarna was het dood
stil. Yervolgens viel een zware massa tegen
den muur, waar ik tegen leunde. Daarop
volgde een ontzettend geloei en gehinnik, een
angstig hoefgetrappel, door een kort gebrul
overstemd. We vlogen te wapen. De Arabier
ging met ons naar buiten. Paarden en
koeien liepen wild dooreen en wondden zich
aan de scherpe doornen der haag. Ik was nu
niet bang meer en zocht naar de leeuwin te
midden van al die verschrikte dieren. Buiten
do heining aan den kant van het woud
klonk het »you-you"-geroep van een
Arabische vrouw. Wij gingen in die richting.
De leeuwin was met een half dozijn schapen
in den zeven meter diepen kuil gevallen, die
achter de cactushaag was gegraven.
De eigenaar van den gourbi trad op
mij toe.
»Nu kan je je wreken", zei hij.
Maar ik had er geen zin in, en een soldaat
van het spahi-escorte gaf het dier het
genadeschot.
Een jongere broeder.
Hebt ge nog broers of zusters? werd voor
een Engelsche rechtbank aan een getuige
gevraagd, 't Was voor eene erfeniszaak.
Ik heb een broer gehad, maar die is 150
jaar geleden gestorven.
De rechter meende, dat de getuige hem
voor den gek hield en raadde hem aan, wat
meer eerbied te hebben voor het gerecht.
Ik zal de zaak uitleggen, antwoordde de
man. Mijn vader trouwde, toen hij 19 jaar
was. Nog hetzelfde jaar kreeg hij een zoon,
die echter na eenige weken stierf, alsook
zijne vrouw.
Hij bleef weduwnaar tot zijn 75e jaar.
Toen trouwde hij, en kreeg nog een zoon.
Dat was ik.
Ik ben nu 94 jaar. En daar ik 56 jaar
na den dood van mijn broeder geboren ben,
is dat juist 150 jaar geleden.
Twee kinderen vermoord.
Te Londen is Dinsdagmorgen een 46-jarige
vrouw, Harriet Holmes genaamd, gearresteerd,
die haar beide kinderen, een 12-jarig meisje
en een 10-jarig jongetje, heeft vermoord,
door hun dienzelfden morgen vroeg met een
tafelmes de keel af te snijden. De moordenares
maakte zelf alarm, toen zij Dinsdagmorgen
haar kruidenierswinkel opende. Zij kwam
naar beneden en vertelde haar bediende, dat
zij haar kinderen had vermoord en toen de
politie kwam, verhaalde zij haar verklaring.
Men meent, dat de vrouw krankzinnig is.
Zij is gehuwd, doch woonde niet met haar
man samen.
Per ballon over het Kanaal.
De Fransche luchtschipper Latruffe, die
Zondag tegen wil en dank per luchtballon
»La Patrie" het Kanaal is overgestoken,
verhaalt zijn wedervaren als volgt:
»Ik steeg Zondagmiddag om kwart vóór
tweeën te Duinkerken op en verloor
Duinkerken uit het gezicht, toen ik een
hoogte van 1400 M. had bereikt. Plotseling
draaide de wind en ik werd in Noordelijke
richting gedreven boven do zee. Op een
oogenblik daalde de ballon zoo dicht naar
het water, dat ik kon spreken met een
voorbijgaand stoomschip (vermoedelijk de
»Angha" van de Ned. Stoombootmaatschappij).
Blijkbaar kende niemand aan boord Fransch,
zoodat ik geen antwoord kon krijgen.
Ik dreef verder naar het Noorden en
kwam eindelijk bij een groote stad met veel
lichten. Ik denk, dat het Clacton of
Brightlingsea was. Toen ik nabij de kust
voorbijging, blies ik herhaaldelijk een deuntje
op een fluit en luisterde naar antwoord, doch
ontving er geen.
Ik had goede hoop op een spoedige
landing, toen ik vertrok, maar nu zag ik het
gevaar en deed een reddingsgordel om.
Spoedig kwam een gunstige draai in den
wind, zoodat ik bijna een grooten cirkel
beschreef, die mij op de kust van Essex
bracht. Toen zag ik een gunstige gelegenheid,
om te landen. Ik wierp het grijpanker uit,
dat in de takken van een eik greep en
goed hield. De ballon kwam kalm op den
grond. Onderweg had ik mijn hoed en een
medaille in zee verloren.
Vrceselïjk spoorwegongeluk.
Nabij Turnseverin, in Rumenië, is een
vreeselijk spoorwegongeluk gebeurd. Yijf
minuten, nadat van het station Palota een
sneltrein was vertrokken, vertrok van hetzelfde
station een petroleumtrein, bestaande uit 16
volle waggons. Daar de rem van den
petroleumtrein onklaar raakte eq de weg
sterk helt, begon de trein voortdurond sneller
te rollen en reed bij een bocht in den
sneltrein, die tengevolge van een valsch
onveilig signaal had gestopt. Alle waggons
van den sneltrein en die van den goederentrein
derailleerden. Door den schok en het breken
der waggons stortte de petroleum zich over
den weg uit en raakte door vuur uit de
locomotief in brand. Beide treinen en een
groot deel van den weg vormden één groote
vuurzee. Slechts 5 personen bleven ongedeerd
40 personen kwamen in de vlammen om en
6 werden ernstig gekwetst. Een gedeelte
van de mail kon gered worden. De schade
wordt op i millioen kronen geschat.
Wat de oorlogen kosten.
De Krim-oorlog, in 1854, 150.000 man
en 10 milliard francs. De oorlog in Italië,
in 1859, 45.000 man en 1.500 millioen. De
oorlog van Oostenrijk en Pruisen tegen
Denemarken, in 1864, 3000 man en 175
millioen francs. De Oostennjksch-Pruisische
oorlog in 1866 45.000 man en 1 milliard
600 millioen. De Fransch-Duitsche oorlog,
1870—1871, 215,000 man en 15 milliarden.
De Russisch-Turksche oorlog 250.000 man en
5 milliard, 600 millioen. De Zuid-Afrikaansche
oorlog heeft Engeland reeds 40.000 man en
4 milliarden gekost.
Hoeveel verloren milliarden, zonder nog
het bloed en de levens mede te rekenen,
die niet te betalen zijnEen dergelijke
statistiek moest de menschen voor altijd
genoeg van den oorlog doen krijgen!
TELEGRAMMEN.
Rotterdam, 30 September.
GRANEN. Buitenlandsche stil. Meel
f 10, stil. Binnenlandsche Tarwejarige
f 6 f 7.40, nieuwe f 6.25 a f 7.60.
Rogge f 4.75 f 5.50. Winlergerst f 7
f 7.60. Zomergerst f 7.50 a f 7.70.
Chevaliergerst f 7.50 ÏL f 8.20. Ilaver
f 2.60 k f 3.40. Witte Boonen f 9
a f 10.25. Bruine Boonen f 7 a f 8.25.
Erwten f 8 a f 8.90. Kanariezaad
f 5.50 k f 7.
Ajuin. Aanvoer 16000 balen, puike kwaliteit,
groote f 1.25, kleine f 1.50 de 60 K.G.
Vlas. Aanvoer 700 steen Groninger.
108 steen blauw. 180 steen geel.
Lijnzaad. Aanvoer gering, f 11,50
f 12.75, nog al vraag.
Aardappelen. Zeeuwsche blauwe f 2
f 2.30. Overmaassche Jammen f 2.70 a
f 2.90.
Kaas. Aanvoer 3 partijen, f 27 a f 28,
vlug.
YEE. Aanvoer 87 Runderen} 23 tot 32 ct.
229 Kalveren, 33 tot 42 ct., traag.
1993 Schapen, 19 tot 23 ct. Lammeren
27 tot 30 ct., vlug. 612 Varhens21
tot 25 ct.
367ste Staats-Loterij.
Collecten uit het 2e district van Zeeland.
Trekking van 27 September 1901.
Prijzen van f ^O.
4341 5762 5789
NIETEN.
48 4198 4300 5432 5765 19757
2324 4201 4318 5444 5772 19779
4192 4209 4424 5755 13068
STOOMBOOTDIENST
Stoombooten Schelde 1 en 2.
October.
Van Zierikzee: Van Rotterdam:
Dinsdag 1
'sm.
8,—
8,30
Dinsdag 1
m.
12,-
Woensd. 2
11
Woensd. 2
ii
12,—
Dond. 3
ii
8,—
Dond. 3
ii
12,—
Vrijdag 4
ii
8,30
Vrijdag 4
ii
12,-
Zaterdag 5
n
8,30
Zaterdag 5
n
12,—
Zondag 6
ii
8,30
Zondag 6
ii
12,—
Maand. 7
ii
8,30
Maand. 7
ii
12,—
Op den 5cn October a.s. hopen
onze geliefde Ouders:
WILLEM MARINUS BIJNAGTE Jz. I
J en L
3 JOH AN NA CATHARIN A JANSEN AD.
hunne 25-jarige Echtvereeni-
ging te herdenken.
Tholen (Oudeland), Sept. 1901.
Hunne dankbare Kinderen.
Getrouwd
W. F. DEL CAMPO gen.'1 CAMP,
Notaris te Renesse,
en
D. MANSEL GRIFFITH,
die hunnen hartelijken dank betuigen voor
de bewijzen van belangstellingbij hun
huwelijk ondervonden.
Breda, 28 September 1901.
Bevallen van een flinken Jongen,
E. A. I. YAN DEN HOEK-de Granje.
Zierikzee, 30 Sept. 1901.
Heden overleed te Zaamslag onze
geliefde Vader, Behuwd- en Grootvader
de Heer C. J. van Vessem,
in den ouderdom van 80 jaren.
Bruinisse, 29 September 1901.
J. VAN VESSEM.
C. VAN VESSEM—Lemsom.
F. D. VAN VESSEM.
C. J. VAN VESSEM.
Heden overleed zacht en kalm, onze
geliefde Vader
Adriaan van Almkerk,
in den ouderdom van ruim 82 jaar.
Zonnemaire, 27 September 1901.
Namens Broeders en Zuster,
JASPER VAN ALMKERK.
ALLE per 1 October
a.8. verschenen en betaalbare
Conpong worden verzilverd ten
kantore van de
Appelmarkt B 3,
Directeur J. HOOGENBOOM.
Tlxeo v. Eupen,
Tandarts, Bergen-op-Zoom, Hoogstraat I 314.
DAGELIJKS CONSULT.
Zaterd. van 9-12 uur, Hotel »Hof van Holland",
Tholen.
De prijs van do COKES is,
van 1 October af, per Hectoliter,
als volgt
Ongeklopt aan de fabriek f 0,55.
Geklopt ...- 0,60.
Ongeklopt te huis bezorgd - 0,60.
Geklopt ...- 0,65.
De Directeur der Gasfabriek,
M. COUVÉE Jr.
De aflevering geschiedt voor zooveel de
voorraad daarvoor voorhanden isvan
'8 morgens O are tot 'e middags
12 are.
Het BESTUUR van den Polder OOSTER-
en SIRJANSLAND;
Gelet op het algemeene Reglement voor
de Polders of Waterschappen in Zeeland,
DOET TE WETEN i
dat op Vrijdag 11 October 1901, 'a voorm.
Hf Ure, te Oosterland vergadering van
stembevoegde Ingelanden zal worden gehouden.
Oosterland, 30 September 1901.
Het Polderbestuur voornoemd,
J. C. VAN DER HAVE, Dijkgraaf.
J. VAN DER VLIET Cz.Ontv.-Griffier.
op het schoonmaken van Water
leidingen, Zijlen, enz.
Het BESTUUR van den Polder DE VIER
BANNEN VAN DUIVELAND vestigt de
aandacht op de aangeplakte afkondiging van
de INSPECTIE op het schoonmaken van
Waterleidingen, Zijlen, enz., op Dinsdag 15
October aanstaande en volgende dagen.
Met het oog op de groote behoefte, die
beBtaat aan eene onbelemmerde toestrooming
van bet water naar het Stoomgemaal, beveelt
het met den meesten aandrang aan, dat de
Ingelanden vóór dien dag zich van hunne
verplichtingen kwijten, zullende zonder eenige
verschooning tegen do nalatigen worden
geverbaliseerd.
Ouwerkerk, 30 September 1901.
Het Polderbestuur voornoemd,
B. GILJAM, Dijkgraaf.
J. VAN DER VLIET Cz., Ontv.-Griffier.
by C. v. d. PANNE, Scharendijke.
TE KOOP:
Een goed onderhouden geëmailleerde
HAARD,
tegen billijkon prijs. Te bevragen bij S. OCHT-
MAN ZOON.
73 zoop;
voor oivielen prijs. Te bovragen aan het Hulp
kantoor to Nieuwerkerk.
Te> Dtoop i
Door omstandigheden voor f 50 te koop
Te bevragen aan de Drukkerij dezer Courant.
To Huur 3
bij J. PELLE te Dreisohor.
Te koopi
Ongeveer 2 gemeten uitstekende
Jaapjespeeën.
Te bevragen Boekh. S. OCHTMAN&ZOON.
ONTVANGEN:
benevens Heeren-, Dames- en Kinder-
Viltpantoffels en diverse soorten Inleg
zolen.
Aanbevelend,
J. H. KNAAP,
Handelaar in Leder on gemaakt
Schoenwerk.