AANKONDIGING. INSPECTIE ZIERIKZEE--ROTTERDAM. ADVERTENTIE!!. Bank voor Schouwen en Duiveland, Graskalveren te koop, Een houten Ledikant met Toebehooren, een goed onderhouden Heerenfiets. Een Braakmachine, Gymnastiek- en Overschoenen, droegen een heiligenbeeld en een haas achteraan; de overige volgden met bezems, poken en tangen en onder het zingen van een wild, droefgeestig lied, dat aan een godsdienstig gezang der oude Germanen deed denken. Als des middernachts zulk een stoot zich in beweging zet, moeten alle lichten uitgedoofd wordeneen venster, waaruit licht straalt, wordt ingeslagen symbool van de lichtschuwheid des bijgeloofs. Aan een voorbij ganger wordt gevraagd: »Van wien zijt gij?" Als hij antwoordt: aVan God", mag hij verder gaan, anders wordt hij vastgehouden en geranseld, zoodat er soms dé* dood op volgt. De optocht schrijdt rondom het dorp, met de ploeg een voor daaromheen trekkend tot een kring. Nu moet belet worden, dat onreine geesten dien kring overschrijden, anders zullen zij het vee rondom het dorp kwaad doen. Het gebeurt ook, dat knapen aan zulk een optocht deelnemen. Dan wordt »levend vuur" ontstoken door het wrijven van twee stukken hout tegen elkaar. Zoo steken zij fakkels aan, en drijven met den rook daarvan het vee onder gezang en zweepgeklap naar een nieuwe weide. In het dorp Dubrowitsji nemen weduwen, weduwnaars en jonge mannen onder het zingen van een kerklied aan zulk kringploegen deel. Een pop wordt vóórop gedragen en voortgejaagd onder het geroep van »Vóort uit het dorp met den onreinen geest!" De pop wordt in 't eind aan stukken gereten en de flarden worden uitgestrooid. Ieder, die den optocht tegemoet treedt, krijgt ver vloekingen naar het hoofd. Dit kringploegen komt overeen met het oudo gebruik bij het voorjaarsfeest van hot »dood-uitdragen", dat nog bij de Zuid-Slaven bekend is. Do oorsprong is het verdrijven van don winter, die door do lento overwonnen is. In het Toola-gouvernement verzamelen de meisjes en vrouwen van een dorp, waarin veeziekte heerscht, zich herhaaldelijk tot het houden van optochten des nachts tot de ziekte verdwijnt. Een meisje wordt voor do ploeg gespannen, een weduwe stuurt haar, voorop gaat een meisje met een heiligenbeeld. Zoo trekken zij driemaal om het dorp heen onder het zingen van een half Christelijk, half heidensch lied. Wanneer de stoet voor de derde maal om het dorp trekt, worden op alle poorten der tuinen kruisen geschilderduit een tonnetje mot teer, dat mede wordt rond gevoerd. Alle vrouwen zijn met stokken, dorschvlegels enz. gewapend. Ontmoeten zij iemand, dan wordt die geranseld onder het geroep van »Daar heb je den runderdoodl" Op een kruisweg wordt een brandstapel opgericht en aangestoken. Enkelen springen door het vuurde twee, die de sterkste zenuwen hebben, trekken een levende zwarte kat aan stukken. Zulke optochten hebben in het dorp Kassinowo op bijzonder »grootsclie" wijs plaats gehad bij een hevige runderpest in 1870 en bij het heerschen der varkens ziekte in 1887. In een dorp van het gouvernement Charkow heeft in elk najaar, als de oogst binnen is, het driemaal omploegen door de meisjes en vrouwen van het dorp plaats. Zoo verbeelden deze lieden zich het vee te beschermen tegen roofdieren en ziekte, een maatregel, die de dorpelingen en de bewoners van de omstreken onfeilbaar noemen. Allen, die aan den stoet deelnemen, zijn slechts in een hemd gekleed de haren hangen I03. Twee trekken, twee sturen de ploeg, do anderen volgen met brandende kaarsen en onder het uitbrullen van liederen. De nacht, die voor den optocht door de algemeene dorpsvergadering is vastgesteld, wordt in het geheele dorp bekend gemaakt, opdat allen, die er niet aan deelnemen, rustig thuis kunnen blijven. Want de woest opgewonden vrouwen zouden ieder, dien zij ontmoeten, ongenadig toetakelen, misschien vermoorden. In den nacht van 1 Juni 1893 is zulk een optocht nog gehouden in het dorp Polotskaja in het gouvernement Twer door 18 vrouwen. Zij hoopten op die manier het dorp te vrijwaren voor den vlek-typhus, die in den omtrek heerschte. Yoorop schreed een vrouw met een heiligenbeeld, daarna volgde oen met een haardbezem, een andere met een haardijzer en een dierenschedel. Yervolgens kwam de ploeg, die door twee vrouwen getrokken en door een andere gestunrd werd en ten slotte de rest van het gezelschap, schreeuwend en rumoer makend. Deze diensten in het belang van het gemeen welzijn werden echter met ondank beloond, daar de kantonrechter den duivel- verbansters wegens verstoring van rust en orde een duchtige bestraffing toediende. Een gevaarlijke jacht. Een jaar of twintig geleden, zoo vertelt een Pransche militaire dokter, was ik in Afrika in garnizoen in de provincie Constantino. Ik had toen reputatie, en ik geloof, dat ze verdiend was, van een stoutmoedig en be hendig jager te zijn. Gevaarlijke avonturen heb ik genoeg beleefd, en altijd heb ik ze met goed humeur doorgemaakt behalve één keer. En toen was ik de eenige niet, die beefde. In 't midden van Maart waren wij ver trokken, een officier der spahi's, een kolonist en ik, om op wilde zwijnon te jagen, die de gerstvelden vernielden in het woud op een dertig kilometer afstand van het garnizoen. Tegen zonsondergang kwamon wij aan een Arabische hoeve, een gewonen gourbi van leem met een stal, omgeven door een vier dubbele cactushaag. Wij sprongen van het paard en wilden binnengaanmaar onze paarden weigerden en met slagen moesten wij ze er in drijven. Nauwelijks hadden wij ze vastgezet, of ze begonnen over al hun ledematen te beven. »Ze ruiken den leeuw", zei de Arabier, »die hier 's nachts om het huis zwerft. Yannacht zal er wel een van de paarden gestolen worden, ik zou u aanraden, maar naar huis te gaan". We vertrouwden die praatjes natuurlijk niet, en bleven. Toen de maan was opgegaan, gingen we met het geweer over don schouder de gerstvelden in, waar iederen avond de wilde zwijnen zich vertoonden. Het terrein was een zachtglooiende vlakte, van een beekje doorsneden, waar achter de heuvels zich verhieven. Wij stonden onderling op dertig meter afstand, door struiken gedekt, en eenige meters beneden ons stroomde de beek. Ik had al een poos op wacht gelegen, toen ik een gebrul hoorde als van een stier. Het geluid kwam uit de bosschen op een heuvel aan mijn rechterhand. Zeker een verdwaalde stier", dacht ik. »Als hij dezen kant uitkomt, is de jacht mislukt, want dan zullen er geen wilde zwijnen opdagen". Maar spoedig werd ik ontgoocheldhet geluid werd sterker en naderde meer en meer, het klonk als het geroffel van vijftig trommen. Toen het ophield, scheen het woud uitgestorven geen vogel tjilpte nog en 't was alsof zelfs bladeren stil hingen. Het koud zweet brak mij uit, met ingehouden adem wachtte ik, den vinger aan den trekker, en hartelijk wenschte ik weer in de Arabische gourbi te zijn. Opeens hoorde ik de takken kraken en een reusachtige leeuwin kwam langzaam aangestapt, brullend uit alle macht. Ik had hoegenaamd geen lust om te schieten. Lang zaam kwam de leeuwin nader. Zij kwam drinken. Zij was nog eenige meters van mij vandaan, toen de struiken haar aan mijn oog onttrokken. Ik hoorde een korten sprong en een oogenblik naderhand het klokken van een tong in het water. Ik was er al op voorbereid, het geweldige dier met zijn phos- phorklourige oogen en geopenden muil vóór mij te zien verschijnen, maar dat gebeurde niet. Toen de leeuwin gedronken had, sprong zij weer over de beek en volgde kalm den oever in de richting van mijne beide jacht- genooten. Zij ging vlak langs hun geweren, maar niemand schoot. Het gebrul verwijderde zich en een kwartier later hoorde ik aan mijn linkerhand een zwak: »HoeI hoe!", verderop herhaald. Ik antwoordde op dezelfde manier. Wij waren als drie patrijzen, die elkaar bijeenzoeken als de jager voorbij is. Tóen wij elkaar terugzagen in het gerst- veld drukten wij elkaar do hand, alsof we van den dood waren gered. »Nu gaan we, niet waar vroeg do kolonist. ï>Zeker", antwoordde ik, x>er is voor ons toch niets meer te halen". Gedruischloos klommen wij de helling op en zagen meer achterom dan vóór ons. En dat was maar goed ook, want we hadden den zoom van het woud nog niet bereikt, of de leeuwin, die ons in het veld gekregen had, verliet de struiken langs de beek en begon te volgen. Zij was zestig passen achter ons. Wij stonden stil, zij ook. Wij gingen verder, en zij volgde ons op denzelfden afstand. »Wij zijn verloren, als zij mot ons hot bosch ingaat", zij de spahi. u'tls beter ze hier in 't volle maanlicht te schieten". Wij keerden om, en ook de leeuwin stond onbeweeglijk aan den zoom van hot woud slechts haar krachtige staart sloeg forsch op en neer. De officier der spahi's en de kolonist knielden om beter te kunnen mikken. Ik bleef staan. »Al8 ik drie tel", zei ik, schieten we gezamenlijk!" En met gedempte stom telde ik »Een twee Toen hief de kolonist zijn geweer op en fluisterde »Ik schiet mis, ik voel, dat ik mis schiet". »Ik zie het eind van mijn geweerloop niet", zei de officier. Alleen kon ik niet schieten. Mijn gezellen stonden weer op en wij vervolgden den terugtocht, ik mag niet zeggen in goede orde. Zij, die van dappere leeuwenjagers gelezen hebbenmogen er om lachen maar ik zal er niet om liegen. Wij waren daar met drie vastberaden mannen, twee onzer waren menigmaal in het gevecht geweest en hadden onder een kogelregen koelbloedig hun plicht gedaan. Ieder onzer zou zich voor zijn makkers hebben geofferd. Maar daar in dat bosch, in den nacht, nagezet door dat beest, dat wij onophoudelijk zagen verdwijnen en weer te voorschijn komen tusschen de struiken, waren wij gewoonweg laf. Zij, die op de flanken marcheerden, kwamen zonder het te willen onophoudelijk naar het midden van den weg terug en drongen den middelman op zij, om op hun beurt weer teruggedrongen te worden. Zoo legden wij een kilometer af zonder ons die manoeuvre te verwijten, zonder het laffe er van in te zien. Wij schaamden ons eerst, toen het gevaar voorbij was en wij in het gezicht van den gourbi waren, maar wij hadden alle drie hetzelfde gedaan en haddon elkander niets te verwijten. Do Arabier wachtte op ons. Lachend luisterde hij naar ons verhaal, met dat geheimzinnig lachen der oogen, dat zich zelden uitstrekt tot de lippen. Daarna spreidde hij onze matten voor den nacht. »De leeuw is nu voor mij", zei hij. 3>Omdat gij hem in het bosch niet hebt durven aan vallen, zal ik hem vangen in den kuil, dien ik gegraven heb. Zijn huid brengt me 50 franks op en ik krijg nog 50 franks van het Arabisch bureau". Inderdaad* tegen twee uur 's nachts, terwijl ik slecht sliep wegens het leven van honden, paarden, schapen en koeien, die op de plaats waren opgesloten, hoorde ik ineens de honden geweldig janken en zich verdringen tegen de deur van den gourbi. Daarna was het dood stil. Yervolgens viel een zware massa tegen den muur, waar ik tegen leunde. Daarop volgde een ontzettend geloei en gehinnik, een angstig hoefgetrappel, door een kort gebrul overstemd. We vlogen te wapen. De Arabier ging met ons naar buiten. Paarden en koeien liepen wild dooreen en wondden zich aan de scherpe doornen der haag. Ik was nu niet bang meer en zocht naar de leeuwin te midden van al die verschrikte dieren. Buiten do heining aan den kant van het woud klonk het »you-you"-geroep van een Arabische vrouw. Wij gingen in die richting. De leeuwin was met een half dozijn schapen in den zeven meter diepen kuil gevallen, die achter de cactushaag was gegraven. De eigenaar van den gourbi trad op mij toe. »Nu kan je je wreken", zei hij. Maar ik had er geen zin in, en een soldaat van het spahi-escorte gaf het dier het genadeschot. Een jongere broeder. Hebt ge nog broers of zusters? werd voor een Engelsche rechtbank aan een getuige gevraagd, 't Was voor eene erfeniszaak. Ik heb een broer gehad, maar die is 150 jaar geleden gestorven. De rechter meende, dat de getuige hem voor den gek hield en raadde hem aan, wat meer eerbied te hebben voor het gerecht. Ik zal de zaak uitleggen, antwoordde de man. Mijn vader trouwde, toen hij 19 jaar was. Nog hetzelfde jaar kreeg hij een zoon, die echter na eenige weken stierf, alsook zijne vrouw. Hij bleef weduwnaar tot zijn 75e jaar. Toen trouwde hij, en kreeg nog een zoon. Dat was ik. Ik ben nu 94 jaar. En daar ik 56 jaar na den dood van mijn broeder geboren ben, is dat juist 150 jaar geleden. Twee kinderen vermoord. Te Londen is Dinsdagmorgen een 46-jarige vrouw, Harriet Holmes genaamd, gearresteerd, die haar beide kinderen, een 12-jarig meisje en een 10-jarig jongetje, heeft vermoord, door hun dienzelfden morgen vroeg met een tafelmes de keel af te snijden. De moordenares maakte zelf alarm, toen zij Dinsdagmorgen haar kruidenierswinkel opende. Zij kwam naar beneden en vertelde haar bediende, dat zij haar kinderen had vermoord en toen de politie kwam, verhaalde zij haar verklaring. Men meent, dat de vrouw krankzinnig is. Zij is gehuwd, doch woonde niet met haar man samen. Per ballon over het Kanaal. De Fransche luchtschipper Latruffe, die Zondag tegen wil en dank per luchtballon »La Patrie" het Kanaal is overgestoken, verhaalt zijn wedervaren als volgt: »Ik steeg Zondagmiddag om kwart vóór tweeën te Duinkerken op en verloor Duinkerken uit het gezicht, toen ik een hoogte van 1400 M. had bereikt. Plotseling draaide de wind en ik werd in Noordelijke richting gedreven boven do zee. Op een oogenblik daalde de ballon zoo dicht naar het water, dat ik kon spreken met een voorbijgaand stoomschip (vermoedelijk de »Angha" van de Ned. Stoombootmaatschappij). Blijkbaar kende niemand aan boord Fransch, zoodat ik geen antwoord kon krijgen. Ik dreef verder naar het Noorden en kwam eindelijk bij een groote stad met veel lichten. Ik denk, dat het Clacton of Brightlingsea was. Toen ik nabij de kust voorbijging, blies ik herhaaldelijk een deuntje op een fluit en luisterde naar antwoord, doch ontving er geen. Ik had goede hoop op een spoedige landing, toen ik vertrok, maar nu zag ik het gevaar en deed een reddingsgordel om. Spoedig kwam een gunstige draai in den wind, zoodat ik bijna een grooten cirkel beschreef, die mij op de kust van Essex bracht. Toen zag ik een gunstige gelegenheid, om te landen. Ik wierp het grijpanker uit, dat in de takken van een eik greep en goed hield. De ballon kwam kalm op den grond. Onderweg had ik mijn hoed en een medaille in zee verloren. Vrceselïjk spoorwegongeluk. Nabij Turnseverin, in Rumenië, is een vreeselijk spoorwegongeluk gebeurd. Yijf minuten, nadat van het station Palota een sneltrein was vertrokken, vertrok van hetzelfde station een petroleumtrein, bestaande uit 16 volle waggons. Daar de rem van den petroleumtrein onklaar raakte eq de weg sterk helt, begon de trein voortdurond sneller te rollen en reed bij een bocht in den sneltrein, die tengevolge van een valsch onveilig signaal had gestopt. Alle waggons van den sneltrein en die van den goederentrein derailleerden. Door den schok en het breken der waggons stortte de petroleum zich over den weg uit en raakte door vuur uit de locomotief in brand. Beide treinen en een groot deel van den weg vormden één groote vuurzee. Slechts 5 personen bleven ongedeerd 40 personen kwamen in de vlammen om en 6 werden ernstig gekwetst. Een gedeelte van de mail kon gered worden. De schade wordt op i millioen kronen geschat. Wat de oorlogen kosten. De Krim-oorlog, in 1854, 150.000 man en 10 milliard francs. De oorlog in Italië, in 1859, 45.000 man en 1.500 millioen. De oorlog van Oostenrijk en Pruisen tegen Denemarken, in 1864, 3000 man en 175 millioen francs. De Oostennjksch-Pruisische oorlog in 1866 45.000 man en 1 milliard 600 millioen. De Fransch-Duitsche oorlog, 1870—1871, 215,000 man en 15 milliarden. De Russisch-Turksche oorlog 250.000 man en 5 milliard, 600 millioen. De Zuid-Afrikaansche oorlog heeft Engeland reeds 40.000 man en 4 milliarden gekost. Hoeveel verloren milliarden, zonder nog het bloed en de levens mede te rekenen, die niet te betalen zijnEen dergelijke statistiek moest de menschen voor altijd genoeg van den oorlog doen krijgen! TELEGRAMMEN. Rotterdam, 30 September. GRANEN. Buitenlandsche stil. Meel f 10, stil. Binnenlandsche Tarwejarige f 6 f 7.40, nieuwe f 6.25 a f 7.60. Rogge f 4.75 f 5.50. Winlergerst f 7 f 7.60. Zomergerst f 7.50 a f 7.70. Chevaliergerst f 7.50 ÏL f 8.20. Ilaver f 2.60 k f 3.40. Witte Boonen f 9 a f 10.25. Bruine Boonen f 7 a f 8.25. Erwten f 8 a f 8.90. Kanariezaad f 5.50 k f 7. Ajuin. Aanvoer 16000 balen, puike kwaliteit, groote f 1.25, kleine f 1.50 de 60 K.G. Vlas. Aanvoer 700 steen Groninger. 108 steen blauw. 180 steen geel. Lijnzaad. Aanvoer gering, f 11,50 f 12.75, nog al vraag. Aardappelen. Zeeuwsche blauwe f 2 f 2.30. Overmaassche Jammen f 2.70 a f 2.90. Kaas. Aanvoer 3 partijen, f 27 a f 28, vlug. YEE. Aanvoer 87 Runderen} 23 tot 32 ct. 229 Kalveren, 33 tot 42 ct., traag. 1993 Schapen, 19 tot 23 ct. Lammeren 27 tot 30 ct., vlug. 612 Varhens21 tot 25 ct. 367ste Staats-Loterij. Collecten uit het 2e district van Zeeland. Trekking van 27 September 1901. Prijzen van f ^O. 4341 5762 5789 NIETEN. 48 4198 4300 5432 5765 19757 2324 4201 4318 5444 5772 19779 4192 4209 4424 5755 13068 STOOMBOOTDIENST Stoombooten Schelde 1 en 2. October. Van Zierikzee: Van Rotterdam: Dinsdag 1 'sm. 8,— 8,30 Dinsdag 1 m. 12,- Woensd. 2 11 Woensd. 2 ii 12,— Dond. 3 ii 8,— Dond. 3 ii 12,— Vrijdag 4 ii 8,30 Vrijdag 4 ii 12,- Zaterdag 5 n 8,30 Zaterdag 5 n 12,— Zondag 6 ii 8,30 Zondag 6 ii 12,— Maand. 7 ii 8,30 Maand. 7 ii 12,— Op den 5cn October a.s. hopen onze geliefde Ouders: WILLEM MARINUS BIJNAGTE Jz. I J en L 3 JOH AN NA CATHARIN A JANSEN AD. hunne 25-jarige Echtvereeni- ging te herdenken. Tholen (Oudeland), Sept. 1901. Hunne dankbare Kinderen. Getrouwd W. F. DEL CAMPO gen.'1 CAMP, Notaris te Renesse, en D. MANSEL GRIFFITH, die hunnen hartelijken dank betuigen voor de bewijzen van belangstellingbij hun huwelijk ondervonden. Breda, 28 September 1901. Bevallen van een flinken Jongen, E. A. I. YAN DEN HOEK-de Granje. Zierikzee, 30 Sept. 1901. Heden overleed te Zaamslag onze geliefde Vader, Behuwd- en Grootvader de Heer C. J. van Vessem, in den ouderdom van 80 jaren. Bruinisse, 29 September 1901. J. VAN VESSEM. C. VAN VESSEM—Lemsom. F. D. VAN VESSEM. C. J. VAN VESSEM. Heden overleed zacht en kalm, onze geliefde Vader Adriaan van Almkerk, in den ouderdom van ruim 82 jaar. Zonnemaire, 27 September 1901. Namens Broeders en Zuster, JASPER VAN ALMKERK. ALLE per 1 October a.8. verschenen en betaalbare Conpong worden verzilverd ten kantore van de Appelmarkt B 3, Directeur J. HOOGENBOOM. Tlxeo v. Eupen, Tandarts, Bergen-op-Zoom, Hoogstraat I 314. DAGELIJKS CONSULT. Zaterd. van 9-12 uur, Hotel »Hof van Holland", Tholen. De prijs van do COKES is, van 1 October af, per Hectoliter, als volgt Ongeklopt aan de fabriek f 0,55. Geklopt ...- 0,60. Ongeklopt te huis bezorgd - 0,60. Geklopt ...- 0,65. De Directeur der Gasfabriek, M. COUVÉE Jr. De aflevering geschiedt voor zooveel de voorraad daarvoor voorhanden isvan '8 morgens O are tot 'e middags 12 are. Het BESTUUR van den Polder OOSTER- en SIRJANSLAND; Gelet op het algemeene Reglement voor de Polders of Waterschappen in Zeeland, DOET TE WETEN i dat op Vrijdag 11 October 1901, 'a voorm. Hf Ure, te Oosterland vergadering van stembevoegde Ingelanden zal worden gehouden. Oosterland, 30 September 1901. Het Polderbestuur voornoemd, J. C. VAN DER HAVE, Dijkgraaf. J. VAN DER VLIET Cz.Ontv.-Griffier. op het schoonmaken van Water leidingen, Zijlen, enz. Het BESTUUR van den Polder DE VIER BANNEN VAN DUIVELAND vestigt de aandacht op de aangeplakte afkondiging van de INSPECTIE op het schoonmaken van Waterleidingen, Zijlen, enz., op Dinsdag 15 October aanstaande en volgende dagen. Met het oog op de groote behoefte, die beBtaat aan eene onbelemmerde toestrooming van bet water naar het Stoomgemaal, beveelt het met den meesten aandrang aan, dat de Ingelanden vóór dien dag zich van hunne verplichtingen kwijten, zullende zonder eenige verschooning tegen do nalatigen worden geverbaliseerd. Ouwerkerk, 30 September 1901. Het Polderbestuur voornoemd, B. GILJAM, Dijkgraaf. J. VAN DER VLIET Cz., Ontv.-Griffier. by C. v. d. PANNE, Scharendijke. TE KOOP: Een goed onderhouden geëmailleerde HAARD, tegen billijkon prijs. Te bevragen bij S. OCHT- MAN ZOON. 73 zoop; voor oivielen prijs. Te bovragen aan het Hulp kantoor to Nieuwerkerk. Te> Dtoop i Door omstandigheden voor f 50 te koop Te bevragen aan de Drukkerij dezer Courant. To Huur 3 bij J. PELLE te Dreisohor. Te koopi Ongeveer 2 gemeten uitstekende Jaapjespeeën. Te bevragen Boekh. S. OCHTMAN&ZOON. ONTVANGEN: benevens Heeren-, Dames- en Kinder- Viltpantoffels en diverse soorten Inleg zolen. Aanbevelend, J. H. KNAAP, Handelaar in Leder on gemaakt Schoenwerk.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 3