Staten-Generaal. Vereenigde Vergadering van de beide Kamers aanleiding tot het inroepen van rechtskundigen bijstand, en 'tzal heel wat moeite kosten, en een beetje geld bovendien, om de zaak in 't reine te brengen. AanbestedingenVerknopingen enz. Ten overstaan van den notaris mr. J. C. van der Lek de Clercq zijn voor de erven mej. de wed. J. C. van Rhee verkocht, d.d. 46 September 4901 2 woonhuizen met 02 aren 29 cent. erve en tuin te Bruinisse, voor f 12612 tuinen aldaar, groot 07 aren 80 cent., voor f 506; 2 tuinen aldaar, groot 08 aren 75 cent., voor f 520; 2 tuinen aldaar, groot 10 aren 80 cent., voor f 680. Bruinisse. Bij de Zaterdag gehouden aanbesteding van 22100 K.G. superphosphoat en 2000 K.G. kaïniet werd ingeschreven door de heeren Coenen en Schoenmakers te Uden superph. f 2.64, kaïniet f 2.52. P. J. v. Aardenne te Dordrecht: superph. f 2.64, kaïniet f 2.48. J. Scbilperoort alhier alleen superph. f 2.55. De levering werd aan den laagsteninschrijver gegund op de voorwaarden, vastgesteld op de algemeene vergadering te Goes d.d. 16 Aug. 1901. Landbouw ©n Veeteelt. De rol van de Peru-Guano bij de bemesting. De Peru-Guano kan, zooals de zaken op 't oogenblik staan, niet meer worden, wat zij vroeger geweest isde eenige en uitsluitende kunstmeststof. De vraag is echter, of zij om haar gelukkige samenstelling om de innige en gelijkmatige vermenging van de voornaamste voedende bestanddeelen der planten, toch niet overal een rol moet spelen, zij het dan ook niet de eerste en voornaamste. Bij alle planten is een eerste vereischte, dat het zaad zoo kort mogelijk in den grond ligge, dat het dus zoo spoedig mogelijk ontkieme. En verder, dat zij de planten na hare ontkieming alle stoffen in den bodem vinden, die zij voor haar groei behoeven. Met deze twee punten voor oogen is de Peru-Guano een zeer geëigende mest stof. Door haar vochtaantrekkend vermogen houdt zij de bouwvoor in een behoorlijken staat van vochtigheid, ook bij droog weer, waardoor dus het zaad spoediger ontkiemen zal. Vooral dus bij die planten, waarbij het al of niet opkomen van het zaad het zwaarte punt is, b.v. bij de suikerbieten, dient men met deze eigenaardigheid der Peru-Guano rekening te houden. Vooral in verband met haar eigenschap, om niet zoo spoedig door te zakken, m. a. w. verloren te gaan. Daar zij verder de drie hoofdelementenstikstof, phosphorzuur en kali bevat, is zij ook in staat de jonge plant te voeden. De Peru- Guano is voor de jonge plant, wat de melk is voor het kalf. "Wanneer zij straks ouder wordt en sneller moet groeien, kan zij steviger kost krijgen. Het schijnt deze redeneering te zijn, die de landbouwers in België ertoe gebracht heeft, om b.v. de suikerbieten gedeeltelijk met Peru-Guano te bemesten. Kort vóór den zaai wordt daar op vele boerderijen 250 K.G. Ohlendorffer opgeloste Peru-Guano per H.A. goed ingeëgd, nadat men te voren ongeveer 500 K.G. supherphosphaat heeft gegeven. Bij wijze van overbemesting geeft men van 200 tot 250 K.G. Chili-salpeter. Deze bemestingswijze kost niet duurder dan de onze ,en het suikergehalte en het gewicht der bieten is daar zeker niet minder dan bier. Deze week is te Rotterdam een keuring van zaaigranen gehouden vanwege de Hollandsche Maatschappij van landbouw. Aan deze keuring namen 42 inzenders deel. Ook ditmaal bleek, dat deze keuringen meer en meer aan het doel gaan beantwoorden, getuige het drukke bezoek en een vrij drukke handel. Do uitslag der keuring was, dat prijzen toegekend werden aanB. C. Algra te Stiensvoor Friesche zaaigerst, zware en zachte klei; D. Groene- veld de Kater te Noordgouwe, voor Zeeuwsche winterrogge, ruwarige Essextarwe en Chal- lengetarwe; A. Roodenburg Jbz. te Haarlem mermeer voor speltzaaitijd OctoberJ. Timmers te Middelharnis, voor ruwarige- en gladarige Essextarwe en Duivendaal tarwe; A. A. Mijs te Sommdlsdijk, voor Bordeaux- tarwe; J. Timmers te Hoogvliet, voor ruwarige Essextarwe; K. C. v. d. Ban te Nieuw Hel voet, voor bastaard Essex, kruising van Dr. Otto Pitseh; D. Lodder te Goedereede, voor veredelde Duivendaal tarwe en J. Lodder Cz. t3 Goedereedevoor kruising Duivendaal Square Headtarwe van de kruising Broekema. Men schrijft uit Zuiddorpe aan de Vliss. Ct,: Yele landbouwers uit den omtrek klagen over de groote sterfte onder hun kippen, 's Morgens vindt men de dieren, welke den vorigen dag nog schijnbaar gezond waren, bij tientallen dood. Wij hoorden van een land- bouwér, die van ïuim 200 kippen er na verloop van een week slechts 15 meer in leven had. Een ander, die door het aankoopen van eenige Italiaansche jonge kippen de gevreesde ziekte men noemt zo hoender- cholera onder zijn hoenders gebracht had, moest 's morgens met een mand do gestorven kippen bij elkaar halen. In België, waar de hoendercholera ook erg heerscht, is tot wering daarvan bij koninklijk besluit de invoer van kuikens verboden. Dezo invoer is alleen geoorloofd langs de tolkantoren, aangewezen bij gemeen overleg tusschen do ministers van landbouw en van financiën en tpenbare werken en slechts met een bewijs v:n herkomst tot voldoening der douanen. De minister van landbouw mag, op kosten der invoerders, de hoenders onderwerpen aan een quarantaine, waarvan hij de voorwaarden en den duur bepaalt. In .ernstige gevallen mag de minister van landbouw het in- en doorvoeren dezer dieren verbieden. Dr. T. S. Hofman is als assistent ver plaatst van het landbouw-proefstation te Goes naar dat to Maastricht, Nieuwerkerk. Door het bestuur der nieuwgeplaatste weegbrug aan de Wereld is benoemd tot weger de heer S. K. van Oost alhier. Oosterland, 18 Sept. Alhier zijn heden morgen op de nieuwe weegbrug bij L. Fon- teine de eerst9 bieten gewogen van den heer J. Bouman. Bruinisse. Vrijdag Werden de eerste suikerbieten alhier naar de haven vervoerd en ingescheept, zoodat de gewone drukte aan dat vervoer verbonden weder begonnen is. De heer J. de Ronde, commies bij 's rijksbelasting, is met ingang van 19 Sept. geplaatst aan de suikerfabriek van den heer Van der Linde te Bergen-op-Zoom. KERKNIEUWS. Beroepen bij de Ned. Herv. Gemeente te Papendrecht ds. P. Bokma te Gameren, vroeger pred. te Bruinisse. O N D E R W IJ S. Onder het opschrift ïChristelijke grappen" deelt de Bode, orgaan van den »Bond van Nederlandsche onderwijzers"het volgend gesprek mee, dat in de Vrije Fries voorkomt tusschen Kris en Kras: Kras. Ik weet waarlijk niet, hoe ze zoo op dat woordje »openbare" kunnen staan. Men spreekt van een openbaren onderwijzer en een openbare onderwijzeres. Wat is dat nu? Openbaar is publiek, een onderwijzeres is een vrouw dus een openbare onder wijzeres wordt dan een 'publieke vrouw. Kris. Jij maakt er ook altoos een grapje van. Wel mag de Bode zeggen, »wat 'n aller geestigste allerchristelijkste redacteurdie zulke grapjes weet te bedenken". De collecte voor de Bizondere Scholen heeft in de gemeente Brivnisse f 136.80 opgebracht. Het onderwijs aan de Avondschool voor aanstaande ambachtslieden to Goes (vroeger Burger-Avondschool), is begonnen met 77 leerlingen. Het onderwijs is geheel geregeld met het oog op henvoor wie het bestemd isvakonderwijs voor den ambachtsman, teekenen, rekenen, Neder landsche taal en werktuigkunde. Voor de jongelui, die een andore bestemming te gemoet gaan, a.s. kantoorklerken, winkel bedienden e. d. g. wordt eeno tweede inrichting in het leven geroepen (Herhalingsschool). Deze week zal de gemeenteraad de ontworpen verordeningen op beide inlichtingen in be handeling nemen. Mogen wij de aandacht vestigen van belangstellenden en belanghebbenden op de oproepiDg van nieuwe leerlingen door den directeur der Winter-Landbouwschool te Goes. Bekend is, op hoe hoogen prijs wij het onderwijs stellen, dat aan die inrichting wordt gegeven, en hoe onmisbaar wij het achten voor eiken aanstaanden landbouwer. Beziet men met eenige attentie het programma, dan bespeurt men, dat het alles omvat, wat in den tegenwoordigen tijd van een ontwikkeld landbouwer mag geëischt worden. Het beste bewijs voor de degelijkheid van het onderwijs is, dat de oud-leerlingen zoo gaarne terugdenken aan de twee winters, die zij te Goes doorbrachten. En velen hunner zijn goed geplaatst, velen in Nederland, een enkele zelfs in Oost-Indië. Één zaak zouden wij nog wenschen, dit n.l.dat eenige vermogende landbouwers bereid bevonden werden om een of twee onvermogende jongens voor hun rekening naar die inrichting te zenden. Die kosten zouden niet hoog zijn, als de jongens in plaats van in Goes, te 'c Ileer-Hendriks- kinderen, te Kloelinge of te Wilhelm?nadorp in de kost werden gedaan. Genoemde plaatsen liggen alle drie op een kwartier afstand van Goes. SchouwenDuiveland met zijn vou ouds bekende intellectueele landbouwers zal toch zeker een belangrijk contingent leerlingen naar den nieuwen cursus zenden? Nieuwerkerk. Bij het te 's-Gravenhage gehouden examen voor surnumerair bij de Rijks Directe Belastingen is o. a. met no. 1 geslaagd de heer J. A. van Bendegom, adspirant-surnumerair, geboren alhier. op Dinsdag 17 September, tot opening Tan de gewone zitting der Staten-Generaal. De heer Yan Naamon van Eemnes, die den voorzittersstoel bekleedt, opent des middags te twaalf uren do vergadering. De Yoorzitter benoemt eene commissie, die Hare Majesteit de Koningin in het gebouw zal ontvangen en uitleiden, n.l. de heeren C. Pijnacker Hordijk, W. Merckel- bach, Schimmelpenninck van der Oye, Röell, F. van Bylandt, Kolkman, Smeenge, Travaglino, Yan Boneval Faure, Yan Ileek, Mutsaers, Tydeman, Drucker, De Waal Malefijt en De Yisser. De Ministers, hoofden van Ministeriëele Departementen, en de leden van den Raad van State, vcreenigen zich te één uur des namiddags mede in de vergaderzaal. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van I Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, kort daarna in het gebouw der Tweede Kamer aangekomen, wordt in de vergaderzaal binnengeleid, neemt plaats op den troon, en houdt, terwijl Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden heeft plaats genomen, de volgende rede: Mijne Heeren! Het is Mij aangenaam, voor de opening van de nieuwe zitting der Staten-Generaal in Uw midden te verschijnen, en Ik acht Mij gelukkig dit thans te mogen doen, vergezeld van Mijn Doorluchtigen Gemaal. De betrekkingen met de buitenlandsche Mogendheden bleven van zeer vriendschap - pelijken aard. Door den Nederlandsclien Minister-Resident is, gezamenlijk met de ver tegenwoordigers van andere belanghebbende Mogendheden, een overeenkomst met China gesloten, waarbij dat Rijk zich verbindt tot schadevergoeding wegens de vernieling der Legatiën. Het personeel van Zee- en Landmacht, en van de overige takken van 's Rijks dienst, gaf Mij, zoo hier als in de overzeesche gewesten, door de loffelijke volvoering van zijn taak, reden tot tevredenheid. De algemeene volkstoestand stemt in velerlei opzicht tot dank. Intussehen mag niet worden voorbij gezien, dat, zoo op geestelijk als stoffelijk gebied, een wijziging van toestanden is ingetreden, die meer dan tot dusver de Overheid tot het geven van leiding en het verleenen van steun noodzaakt. Hierbij behoort zij voort te bouwen op de Christelijke grond slagen van ons volksleven. De bestaande Zondagswet eischt herziening. Het zedelijk karakter van het openbare volks leven zal op meer afdoende wijze door de wet beschermd moeten worden. Zonder de persoonlijke vrijheid te na te komen, zal op openbaar terrein de speel- en drankzucht krachtiger moeten worden beteugeld. Voor de vrijmaking van het onderwijs, in zijn onder scheidene vertakkingen, zal op den ingeslagen weg worden voortgeschreden. Niet minder blijft de stoffelijke zijde van het sociale vraagstuk Mijne aandacht trekken. U zal een ontwerp worden aangeboden om aan den landbouw een rechtstreeksche ver tegenwoordiging te geven. Door haar voor gelicht, zal de Regecring beter zijn belangen kunnen behartigen. De vervalsching der voedingsmiddelen en de oneerlijke mededinging behooren te worden bestreden. Voor de ontwikkeling van de practische volksopleiding, ook door regeling van het leerlingstelsel, zal Uw medewerking worden ingeroepen. Het octrooirecht voor uitvindingen behoort op nieuwe grondslagen hersteld te worden. Het consulaatwezen wensch Ik in toenemende mate aan de belangen van landbouw, nijverheid en handel dienstbaar te maken. Het arbeids-contract vereischt nadere regeling. De verplichte verzekering door de ongevallen wet voorgeschreven zal onverwijld worden uitgevoerd, zoodra de regeling van het beroep zal zijn tot stand gekomen. Ook tot de zee- viescherij en den landbouw zal deze verzekering zijn uit te breiden. Daarnaast wordt de ver plichte verzekering tegen de gevolgen van ziekte, invaliditeit en ouderdom voorbereid. Overmits de toestand van 's Rijks schatkist niet voldoende is om deze geestelijke en stoffelijke sociale hervormingen tot stand te brengen, wordt versterking van 's Rijks in komsten vereischt, waarvoor allereerst her ziening van het tarief van invoerrechten in aanmerking komt. Bij deze herziening zal tevens naar bevordering van den nationalen arbeid te streven zijn. Indien de minvermogende door deze herziening mocht gedrukt worden, zal hiermede rekening worden gehouden bij de bepaling van zijn bijdrage in de verplichte verzekering. Ter voldoening aan de desbetreffende bepaling der Grondwet zal een regeling van de administratieve rechtspraak worden voorbereid. De onlangs vastgestelde wetten tot regeling der levende strijdkrachten zullen, ook door krachtige bevordering van de vooroefening, zonder vertraging worden uitgevoerd. De regeling van den Landstorm kan eerst daarna volgen. De ontwerpen voor de militaire pen sioenregeling en de militaire rechtspraak wachten op afdoening. De invoering van snelvuurgeschut, die niet kan uitblijven, zal aanzienlijke geldelijke offers vergen. In de richting van de bevordering van godsdienstzin en .zedelijkheid, op de schepen van oorlog en in de kazernen en kampementen zal worden voortgegaan. Als Christelijke Mogendheid is Nederland verplicht in den Indischen Archipel de rechts positie der inlandsche Christenen beter te regelen, aan de Christelijke zending op vaster voet steun te verleenenen geheel het regeeringsbeleid te doordringen van het besef, dat Nederland tegenover de bevolking dezer gewesten een zedelijke roeping heeft te ver vullen. In verband hiermede trekt de mindere welvaart der inlandsche bevolking op Java Mijn bizondere aandacht. Ik wensch naai de oorzaken hiervan een onderzoek in te stellen. Aan de bepaling ter bescherming van de onder contract werkende koelies zal gestrengelijk de hand worden gehouden. Naar decentralisatie van bestuur zal gestreefd worden. De toestand op het noordelijk gedeelte van Sumatra zal, naar Ik vertrouw, bij handhaving van het thans gevolgde stelsel, eerlang tot algeheele pacificatie leiden. Op de ontwikkeling van de koloniën Suri name en Curasao blijft Mijn aandacht gevestigd. Yan Uw bereidwilligheidMijn Heeren, om Mij, bij datgene, wat tot heil van Land en Volk kan strekken, Uw medewerking te verleenen, houd ik Mij overtuigd. Moge bij de gewichtige taak, wier vol brenging wacht, God Almachtig U leiden, en doe Hij op Land en Volk Zijn zegen rusten. Ik verklaar de gewone zitting der Staten- Generaal te zijn geopend. Ilaro Majesteit de KoniDgin, vergezeld van Zijn Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, en voorafgegaan door de Com missie, verlaat de vergaderzaal. De Voorzitter sluit, nadat de commissie in de zaal is teruggekeerd, do veicenigdo ver gadering. De opening der Staten Generaal. H. M. de Koningin beëedigdo de leden der Kamers in tegenwoordigheid van Z. K. H. den Prins. De belangstelling van het publiek in den koninklijken optocht ter opening van de Kamers was op straat buitengewoon groot. Reeds uren van te voren schaarden de nieuwsgierigen, aangegroeid met honderden van buiten de stad, zich ter weerszijden van den weg, voor den stoet. De optocht had het gewone verloop. H. M. de Koningin was niet in de gouden koets gezeten, hoewel dit rijtuig kort te voren uit Amsterdam herwaarts was overgebracht. De heer van Naamen, ofschoon nog lijdende aan verkoudheid, leidde de vereenigde vergadering, waarin de ambtskostumen en uniformen overheerschend waren. Ia zwarten rok, of geklecde jas werden o. a. opgemerkt de heeren Ilubrecht, uit Amsterdam, De Klerk, Van Yliet, Nolting, Ketelaar en één der Limburgsche afgevaardigden. De socialistische leden waren niet verschenen. In geestelijk gewaad waren de heeren Nolens en Schaepman, laatstgenoemde sedert zijn benoeming tot pauselijk kamerheer proprio motu in een fluweclen toog, geheel van violet en zijde, met één van de schouders afhangenden mantel van gelijke kleur. Ilet gedruisch in do zaal zweeg, toen de kamerheer-ceremoniemeester de nadering van H. M. de Koningin uitriep. Nadat de schitterende stoet van kamerheeren Haar vooruitgegaan was, trad II. M., de Prins aan haar linkerzijde gaande, do zaal binnen, zich ter weerszijden buigende, en rechtstreeks gaande naar den troon, alwaar Zij en de Prins de zetels innamen. Do Koningin droeg een wit gebloemd satijnen kostuum met kant; over het corsage liep het lint van het Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw, dat ook de Koninklijke Gemaal over de groote tenue van schout bij nacht droeg. De toque-hoed van H. M. met witte veer, vastgehecht met twee schitterende stecnen, paste uitnemend bij haar blanke toilet. De lezing van de troonrede geschiedde door H. M. in sneller tempo dan gewoonlijk, vermoedelijk wegens de buitengewone uitgebreidheid van hetstaatsstuk. Tijdens H. M. de troonrede hield, liet de Prins de oogen links en rechts in de zaal rondgaan. De lezing vorderde circa '10 a 12 minuten. Ditmaal nog vóór H. M. de treden van den troon was afgedaald, klonk in de zaal hetLeve de koningingevolgd door een drietal krachtige hoera's en daarna door een Leve de prinsStaande op den troon dankte het vorstelijk echtpaar buigende voor deze ovatie. Op den terugweg naar de voorzaal onder hield H. M. zich met den voorzitter der commissie van ontvangst, en in de antichambre sprak de Prins, tijdens het wachten op de formatie van den stoet buiten, de meeste leden der commissie aan, zich daarbij bedienende van de Nederlandsche taal. Hastjjselse Ü0»a@w©gs« 's-Gbavenhage, 14 September 1901. Met den zomer is 't gedaan. Het wil niet recht meer op Sclieveningen. 's Avonds koud en kil, de boulevard verlaten, de pier eenzaam in liaar schittering van electrisch licht. Alleen het Kurhaus houdt zijn eer opdaar komen nog eiken avond de muziekliefhebbers bijeen om te genieten van de heerlijke muziek van liet Phil harmonisch Orkest. Het Kurhaus- bestuur heeft verstandig gedaan om zich dat orkest niet te laten ontfutselen. Het is voor de badplaats een aantrekkingskracht, die vele andere in zwang zijnde badplaatsen haar benijden, maar die ze zelf niet kunnen betalen. Sclieveningen kan datalleeD, omdat het achter zich heeft een volkrijke groote stad, die dagelijks duizenden er heen zendt, enkel voor de mooie muziek. Natuurlijk is echter het besluit der Kurhausdirectie om zich voor tien jaar opnieuw te verzekeren van dc diensten van het Berlijusche orkest, een streep van belang door de rekening van heu, die met inspanning ijverden voor de oprichting van een Haagsch orkest. Zonder zekerheid, dat dit op het Kurhaus, des zomers plaatsing zou krijgen, is aan de totstandkoming en instand houding van zulk een speciaal Haagsclie instelling haast niet te denken. Des winters zou er wel plaatsing te vinden zijn als de Diligentiaconcerten besloten de Ilaagsche toonkunstenaren op te nemen, en de opera zich met een of andere muziekvereeniging ver bond, maar van Mei tot October heeft een orkest hier niets te doen als het niet te Sclieveningen verbonden is. Nu kan men wel elders dan op het Kurhaus concerten geven, maar wie zal dat waagstuk ondernemen, en welke zouden de flnanciëele gevolgen daarvan zijn. Aller blikken wenden zich nu van Sclieve ningen af om zich naar het Binnenhof te richten, de plaats van samenkomst onzer ver tegenwoordigers. Wellicht zal deze week nog een paar dagen Barnum en Bailey de Hage naars weten te lokken, maar de Barnum-ver- tooningen zpn wij in groote steden meer gewoon dan op het platteland, en al is de schaal, waarop deze onderneming werkt, zeer groot, de vertooningen zelve wijken niet af van hetgeen men dusver zag. Alles schon dageiuesen. Datzelfde kan men niet zeggen van de Binnenhof-voorstellingen. Een ministerie Kuyper is een nieuwigheid, die zeer bizonder de aandacht trekt. Men heeft dit bij de sluiting kunnen bemerken. In den regel is de opening der Kamers le point d'attraction, maar ditmaal had de sluiting reeds iets zeer boeiends. Veel meer menscheu dan ooit vroeger wilden den. nieuwen premier zien rijden van het Koninklijk paleis naar het Kamer-gebouw in 't ornaat van zijn nieuwe macht, met de eeie en glorie, die den lasthebber der Kroon omringen. In de staatsiekoets, omgeven door huzaren, reed dr. Kuyper in gegalonneerde rok en steek naar het gebouw met een witte rol papier in de hand, \vaarop de sluitingsrede staat ge schreven, en die hem door een ceremoniemeester namens Hare Majesteit ten Paleize wordt over gereikt. Met de gemakkelijkheid een man van de wereld liet de nieuwe premier zich al die eer welgevallen en stapte hij zonder eenige zweem van verwondering door de zijdeur der groote zaal naar de ministerstafel. De voor lezing had iets eigenaardigs stemmigs, het accent dat bzionder klemmende, dat de betoogtrant van dezen staatsman van vele andere onder scheidt. Hij gaf den indruk zich zijne waardig heid ten volle bewust te zijn, zich er volkomen in te kunnen vinden. Het allermerkwaardigste was zeker wel, dat hij bij het weder wegrijden van het Kamer gebouw, na de vervulling van zijn opdracht, met eenige hoera's werd begroet van geest verwanten, die zich op de voorste rijen hadden opgesteld. De bewindsman groette vriendelijk en sloeg zelfs met zijn papierrol aan tegen zijn gala-hoofddeksel. Toch is het aan te raden niet te vroeg hoera! te roepen, en in 't algemeen die uiterlijke bijvalsbetuigingen niet als gewoonte in te voeren. Bij ons te lande eert men de draagster der Kroon, en haar verwanten gaarne buitenshuis, en bij uit zondering eens iemand anders, men denke aan president Krüger. Maar met bewinslieden op die manier te huldigen moet men voorzichtig zijn. Men brengt zoo gauw zoodoende de partijschap op straat. Wanneer men 't recht erkent staatslieden, en nog wel dezulken, die als ministers nog niets gedaan hebben, op straat toe te juichen, dan sluit dit vanzelf in het recht om tegen toejuichingen te protesteeren. Men lokt dan kabaaltjes uit. Wil men een staatsman eeren, men doe het in zijn kring, binnenshuis. De oude heer Heemskerk kreeg eens een medaille voor zijn streven naar beteugeling der veeziekte. Welnu, men wachte tenminste tot dat zulk een medaille door den tegenwoordigen premier is verdiend, wat zeker niet zal uitblijven, als de verwachtingen van zijn medestanders worden vervuld. Maar de daden moeten nog komen. De troon rede, die bij het verschijnen van dezen brief wel reeds bekend zal zijn, zal de toezeggingen en beloften bevatten van het Dieuwe kabinet. Dat onze Koningin haar zal uitspreken met Haar Gemaal naast zich, is een tot dusver ongezien schouwspel. Hoeveel moeite is er niet gedaan door velen om dat te zien. Maar de kans is gering. Men kan de openingszitting nagenoeg niet bijwonen. Er is geen plaats voor de dames van alle kamerleden. Dezen krijgen om beurten een dameskaart, verder krijgen de ministers en andere autoriteiten voor een dame een kaart, enkele journalisten voor zich zelf en uit is de pret. De rest van het publiek moet maar zien van iemand, die dag en nacht is blijven staan voor den ingang der publieke tribune, zijn plaats af te koopen. De zaal is veel te klein en het zou werkelijk aanbeveling verdienen eens de Ridderzaal in de nabijheid voor de openingsplechtigheid in te richten. Er is zooveel gebouwd en ver bouwd aan en om de zaal, er zijn zooveel milliocnen reeds aan ten koste gelegd, dat men eindelijk wel eens profijt er van kon trekken om er de Koningin te ontvangen met haar „trouwe" Staten-Generaal. Doch de plechtstatigste ontvangst zal niet kunnen wegvagen het feit, dat dit kabinet op vele schaduwzijden zal hebben te wijzen van den toestand des lands. De financiën zijn niet rooskleurig. Er is veel te betalen in de eerste toekomst. We zijn voor millioenen gebonden aan gevoteerde uitgaven en de middelen hebben juist in de afgeloopen maand niet aan de verwachting beantwoord. Het gewone accres, waarop elk jaar vooraf eigenlijk reeds gerekend werd, schijnt met het optreden van dit ministerie ook „om" te zijn gegaan. Wij zijn met de middelen nu nog niet eens zoover als verleden jaar op dezen tijd. Stof genoeg voor een nieuwe minister van financiën om het zwart wat aan te dikken in zijn millioenenspeech en dat zelf reeds bij voorbaat schoon te wasschen en alles te schuiven op het slechte financiëel beleid van voorgangers. Ook een geschikte gelegenheid om propaganda te maken voor het beschermend stelsel. Het fiuanciëele vraagstuk zal, naar het zich laat aanzien, zoo wat het eerste zijn wat deze regeering onder de oogen zal moeten zien. Niet pleizierig om te beginnen! Ook de Zuid-Afrikaansche quaestie is weer op 't tauijt gebracht. Misschien ook wel in de hoop, oat het nieuwe ministerie een handje zal meewerken, hebben de Zuid-Afrikaansche vertegenwoordigers een adres ingediend aan het Arbitragehof om hun tusschenkomst in te roepen voor de bevordering van een scheid- rechterlijke oplossing. Nu kan de administra tieve raad van dat stof, saamgesteld uit de gezanten der vreemde mogendheden, heel weinig doen. Het kan wel de aandacht vestigen van mogendheden op de wenschelijkheid om tot arbitrage hun toevlucht te nemen. Maar daar Engeland steeds en telkens geweigerd heeft den weg van arbitrage in te slaan, kan het geen verzoek daartoe meer doen, voordat het zeker is, dat Engeland zal willen. En wie durft vei zekeren, dat Engeland diebe kentenis zal alleggen. De gunstige gelegenheid daartoe heeft het al meer dan eens laten voorbijgaan,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 2