Staten-Generaal.
Vereenigde Vergadering van de beide
Kamers
aanleiding tot het inroepen van rechtskundigen
bijstand, en 'tzal heel wat moeite kosten,
en een beetje geld bovendien, om de zaak
in 't reine te brengen.
AanbestedingenVerknopingen enz.
Ten overstaan van den notaris mr. J. C.
van der Lek de Clercq zijn voor de erven
mej. de wed. J. C. van Rhee verkocht, d.d.
46 September 4901 2 woonhuizen met 02
aren 29 cent. erve en tuin te Bruinisse, voor
f 12612 tuinen aldaar, groot 07 aren 80
cent., voor f 506; 2 tuinen aldaar, groot 08
aren 75 cent., voor f 520; 2 tuinen aldaar,
groot 10 aren 80 cent., voor f 680.
Bruinisse. Bij de Zaterdag gehouden
aanbesteding van 22100 K.G. superphosphoat
en 2000 K.G. kaïniet werd ingeschreven door
de heeren Coenen en Schoenmakers te Uden
superph. f 2.64, kaïniet f 2.52. P. J. v.
Aardenne te Dordrecht: superph. f 2.64,
kaïniet f 2.48. J. Scbilperoort alhier alleen
superph. f 2.55.
De levering werd aan den laagsteninschrijver
gegund op de voorwaarden, vastgesteld op
de algemeene vergadering te Goes d.d. 16
Aug. 1901.
Landbouw ©n Veeteelt.
De rol van de Peru-Guano bij
de bemesting.
De Peru-Guano kan, zooals de zaken op
't oogenblik staan, niet meer worden, wat zij
vroeger geweest isde eenige en uitsluitende
kunstmeststof. De vraag is echter, of zij om
haar gelukkige samenstelling om de innige
en gelijkmatige vermenging van de voornaamste
voedende bestanddeelen der planten, toch niet
overal een rol moet spelen, zij het dan ook
niet de eerste en voornaamste.
Bij alle planten is een eerste vereischte,
dat het zaad zoo kort mogelijk in den grond
ligge, dat het dus zoo spoedig mogelijk
ontkieme. En verder, dat zij de planten
na hare ontkieming alle stoffen in den
bodem vinden, die zij voor haar groei
behoeven. Met deze twee punten voor oogen
is de Peru-Guano een zeer geëigende mest
stof. Door haar vochtaantrekkend vermogen
houdt zij de bouwvoor in een behoorlijken
staat van vochtigheid, ook bij droog weer,
waardoor dus het zaad spoediger ontkiemen zal.
Vooral dus bij die planten, waarbij het al
of niet opkomen van het zaad het zwaarte
punt is, b.v. bij de suikerbieten, dient men
met deze eigenaardigheid der Peru-Guano
rekening te houden. Vooral in verband met
haar eigenschap, om niet zoo spoedig door
te zakken, m. a. w. verloren te gaan. Daar
zij verder de drie hoofdelementenstikstof,
phosphorzuur en kali bevat, is zij ook in
staat de jonge plant te voeden. De Peru-
Guano is voor de jonge plant, wat de melk
is voor het kalf. "Wanneer zij straks ouder
wordt en sneller moet groeien, kan zij steviger
kost krijgen.
Het schijnt deze redeneering te zijn, die
de landbouwers in België ertoe gebracht
heeft, om b.v. de suikerbieten gedeeltelijk
met Peru-Guano te bemesten. Kort vóór den
zaai wordt daar op vele boerderijen 250 K.G.
Ohlendorffer opgeloste Peru-Guano per H.A.
goed ingeëgd, nadat men te voren ongeveer
500 K.G. supherphosphaat heeft gegeven.
Bij wijze van overbemesting geeft men van
200 tot 250 K.G. Chili-salpeter. Deze
bemestingswijze kost niet duurder dan de
onze ,en het suikergehalte en het gewicht
der bieten is daar zeker niet minder dan bier.
Deze week is te Rotterdam een keuring van
zaaigranen gehouden vanwege de Hollandsche
Maatschappij van landbouw. Aan deze keuring
namen 42 inzenders deel. Ook ditmaal bleek,
dat deze keuringen meer en meer aan het
doel gaan beantwoorden, getuige het drukke
bezoek en een vrij drukke handel. Do uitslag
der keuring was, dat prijzen toegekend werden
aanB. C. Algra te Stiensvoor Friesche
zaaigerst, zware en zachte klei; D. Groene-
veld de Kater te Noordgouwe, voor Zeeuwsche
winterrogge, ruwarige Essextarwe en Chal-
lengetarwe; A. Roodenburg Jbz. te Haarlem
mermeer voor speltzaaitijd OctoberJ.
Timmers te Middelharnis, voor ruwarige- en
gladarige Essextarwe en Duivendaal tarwe;
A. A. Mijs te Sommdlsdijk, voor Bordeaux-
tarwe; J. Timmers te Hoogvliet, voor ruwarige
Essextarwe; K. C. v. d. Ban te Nieuw Hel
voet, voor bastaard Essex, kruising van Dr.
Otto Pitseh; D. Lodder te Goedereede, voor
veredelde Duivendaal tarwe en J. Lodder Cz.
t3 Goedereedevoor kruising Duivendaal
Square Headtarwe van de kruising Broekema.
Men schrijft uit Zuiddorpe aan de
Vliss. Ct,:
Yele landbouwers uit den omtrek klagen
over de groote sterfte onder hun kippen,
's Morgens vindt men de dieren, welke den
vorigen dag nog schijnbaar gezond waren, bij
tientallen dood. Wij hoorden van een land-
bouwér, die van ïuim 200 kippen er na
verloop van een week slechts 15 meer in
leven had. Een ander, die door het aankoopen
van eenige Italiaansche jonge kippen de
gevreesde ziekte men noemt zo hoender-
cholera onder zijn hoenders gebracht had,
moest 's morgens met een mand do gestorven
kippen bij elkaar halen.
In België, waar de hoendercholera ook erg
heerscht, is tot wering daarvan bij koninklijk
besluit de invoer van kuikens verboden. Dezo
invoer is alleen geoorloofd langs de tolkantoren,
aangewezen bij gemeen overleg tusschen do
ministers van landbouw en van financiën en
tpenbare werken en slechts met een bewijs
v:n herkomst tot voldoening der douanen.
De minister van landbouw mag, op kosten
der invoerders, de hoenders onderwerpen aan
een quarantaine, waarvan hij de voorwaarden
en den duur bepaalt. In .ernstige gevallen
mag de minister van landbouw het in- en
doorvoeren dezer dieren verbieden.
Dr. T. S. Hofman is als assistent ver
plaatst van het landbouw-proefstation te Goes
naar dat to Maastricht,
Nieuwerkerk. Door het bestuur der
nieuwgeplaatste weegbrug aan de Wereld
is benoemd tot weger de heer S. K. van
Oost alhier.
Oosterland, 18 Sept. Alhier zijn heden
morgen op de nieuwe weegbrug bij L. Fon-
teine de eerst9 bieten gewogen van den heer
J. Bouman.
Bruinisse. Vrijdag Werden de eerste
suikerbieten alhier naar de haven vervoerd
en ingescheept, zoodat de gewone drukte aan
dat vervoer verbonden weder begonnen is.
De heer J. de Ronde, commies bij
's rijksbelasting, is met ingang van 19 Sept.
geplaatst aan de suikerfabriek van den heer
Van der Linde te Bergen-op-Zoom.
KERKNIEUWS.
Beroepen bij de Ned. Herv. Gemeente te
Papendrecht ds. P. Bokma te Gameren,
vroeger pred. te Bruinisse.
O N D E R W IJ S.
Onder het opschrift ïChristelijke grappen"
deelt de Bode, orgaan van den »Bond van
Nederlandsche onderwijzers"het volgend
gesprek mee, dat in de Vrije Fries voorkomt
tusschen Kris en Kras:
Kras. Ik weet waarlijk niet, hoe ze zoo
op dat woordje »openbare" kunnen staan.
Men spreekt van een openbaren onderwijzer
en een openbare onderwijzeres. Wat is dat
nu? Openbaar is publiek, een onderwijzeres
is een vrouw dus een openbare onder
wijzeres wordt dan een 'publieke vrouw.
Kris. Jij maakt er ook altoos een grapje van.
Wel mag de Bode zeggen, »wat 'n aller
geestigste allerchristelijkste redacteurdie
zulke grapjes weet te bedenken".
De collecte voor de Bizondere Scholen
heeft in de gemeente Brivnisse f 136.80
opgebracht.
Het onderwijs aan de Avondschool
voor aanstaande ambachtslieden to Goes
(vroeger Burger-Avondschool), is begonnen
met 77 leerlingen. Het onderwijs is geheel
geregeld met het oog op henvoor wie
het bestemd isvakonderwijs voor den
ambachtsman, teekenen, rekenen, Neder
landsche taal en werktuigkunde.
Voor de jongelui, die een andore bestemming
te gemoet gaan, a.s. kantoorklerken, winkel
bedienden e. d. g. wordt eeno tweede inrichting
in het leven geroepen (Herhalingsschool).
Deze week zal de gemeenteraad de ontworpen
verordeningen op beide inlichtingen in be
handeling nemen.
Mogen wij de aandacht vestigen van
belangstellenden en belanghebbenden op de
oproepiDg van nieuwe leerlingen door den
directeur der Winter-Landbouwschool te Goes.
Bekend is, op hoe hoogen prijs wij het
onderwijs stellen, dat aan die inrichting wordt
gegeven, en hoe onmisbaar wij het achten
voor eiken aanstaanden landbouwer. Beziet
men met eenige attentie het programma, dan
bespeurt men, dat het alles omvat, wat in
den tegenwoordigen tijd van een ontwikkeld
landbouwer mag geëischt worden.
Het beste bewijs voor de degelijkheid van
het onderwijs is, dat de oud-leerlingen zoo
gaarne terugdenken aan de twee winters, die
zij te Goes doorbrachten. En velen hunner
zijn goed geplaatst, velen in Nederland, een
enkele zelfs in Oost-Indië.
Één zaak zouden wij nog wenschen, dit
n.l.dat eenige vermogende landbouwers
bereid bevonden werden om een of twee
onvermogende jongens voor hun rekening
naar die inrichting te zenden. Die kosten
zouden niet hoog zijn, als de jongens in
plaats van in Goes, te 'c Ileer-Hendriks-
kinderen, te Kloelinge of te Wilhelm?nadorp
in de kost werden gedaan. Genoemde plaatsen
liggen alle drie op een kwartier afstand
van Goes.
SchouwenDuiveland met zijn vou ouds
bekende intellectueele landbouwers zal toch
zeker een belangrijk contingent leerlingen
naar den nieuwen cursus zenden?
Nieuwerkerk. Bij het te 's-Gravenhage
gehouden examen voor surnumerair bij de
Rijks Directe Belastingen is o. a. met no. 1
geslaagd de heer J. A. van Bendegom,
adspirant-surnumerair, geboren alhier.
op Dinsdag 17 September,
tot opening Tan de gewone zitting
der Staten-Generaal.
De heer Yan Naamon van Eemnes, die
den voorzittersstoel bekleedt, opent des
middags te twaalf uren do vergadering.
De Yoorzitter benoemt eene commissie,
die Hare Majesteit de Koningin in het
gebouw zal ontvangen en uitleiden, n.l. de
heeren C. Pijnacker Hordijk, W. Merckel-
bach, Schimmelpenninck van der Oye, Röell,
F. van Bylandt, Kolkman, Smeenge, Travaglino,
Yan Boneval Faure, Yan Ileek, Mutsaers,
Tydeman, Drucker, De Waal Malefijt en De
Yisser.
De Ministers, hoofden van Ministeriëele
Departementen, en de leden van den Raad
van State, vcreenigen zich te één uur des
namiddags mede in de vergaderzaal.
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van
I Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden, kort daarna in het gebouw der
Tweede Kamer aangekomen, wordt in de
vergaderzaal binnengeleid, neemt plaats op
den troon, en houdt, terwijl Zijne Koninklijke
Hoogheid de Prins der Nederlanden heeft
plaats genomen, de volgende rede:
Mijne Heeren!
Het is Mij aangenaam, voor de opening van
de nieuwe zitting der Staten-Generaal in Uw
midden te verschijnen, en Ik acht Mij gelukkig
dit thans te mogen doen, vergezeld van Mijn
Doorluchtigen Gemaal.
De betrekkingen met de buitenlandsche
Mogendheden bleven van zeer vriendschap -
pelijken aard. Door den Nederlandsclien
Minister-Resident is, gezamenlijk met de ver
tegenwoordigers van andere belanghebbende
Mogendheden, een overeenkomst met China
gesloten, waarbij dat Rijk zich verbindt tot
schadevergoeding wegens de vernieling der
Legatiën.
Het personeel van Zee- en Landmacht, en
van de overige takken van 's Rijks dienst, gaf
Mij, zoo hier als in de overzeesche gewesten,
door de loffelijke volvoering van zijn taak,
reden tot tevredenheid.
De algemeene volkstoestand stemt in velerlei
opzicht tot dank. Intussehen mag niet worden
voorbij gezien, dat, zoo op geestelijk als
stoffelijk gebied, een wijziging van toestanden
is ingetreden, die meer dan tot dusver de
Overheid tot het geven van leiding en het
verleenen van steun noodzaakt. Hierbij behoort
zij voort te bouwen op de Christelijke grond
slagen van ons volksleven.
De bestaande Zondagswet eischt herziening.
Het zedelijk karakter van het openbare volks
leven zal op meer afdoende wijze door de
wet beschermd moeten worden. Zonder de
persoonlijke vrijheid te na te komen, zal op
openbaar terrein de speel- en drankzucht
krachtiger moeten worden beteugeld. Voor de
vrijmaking van het onderwijs, in zijn onder
scheidene vertakkingen, zal op den ingeslagen
weg worden voortgeschreden.
Niet minder blijft de stoffelijke zijde van
het sociale vraagstuk Mijne aandacht trekken.
U zal een ontwerp worden aangeboden om
aan den landbouw een rechtstreeksche ver
tegenwoordiging te geven. Door haar voor
gelicht, zal de Regecring beter zijn belangen
kunnen behartigen.
De vervalsching der voedingsmiddelen en
de oneerlijke mededinging behooren te worden
bestreden. Voor de ontwikkeling van de
practische volksopleiding, ook door regeling
van het leerlingstelsel, zal Uw medewerking
worden ingeroepen. Het octrooirecht voor
uitvindingen behoort op nieuwe grondslagen
hersteld te worden. Het consulaatwezen wensch
Ik in toenemende mate aan de belangen van
landbouw, nijverheid en handel dienstbaar te
maken. Het arbeids-contract vereischt nadere
regeling.
De verplichte verzekering door de ongevallen
wet voorgeschreven zal onverwijld worden
uitgevoerd, zoodra de regeling van het beroep
zal zijn tot stand gekomen. Ook tot de zee-
viescherij en den landbouw zal deze verzekering
zijn uit te breiden. Daarnaast wordt de ver
plichte verzekering tegen de gevolgen van
ziekte, invaliditeit en ouderdom voorbereid.
Overmits de toestand van 's Rijks schatkist
niet voldoende is om deze geestelijke en
stoffelijke sociale hervormingen tot stand te
brengen, wordt versterking van 's Rijks in
komsten vereischt, waarvoor allereerst her
ziening van het tarief van invoerrechten in
aanmerking komt. Bij deze herziening zal
tevens naar bevordering van den nationalen
arbeid te streven zijn. Indien de minvermogende
door deze herziening mocht gedrukt worden,
zal hiermede rekening worden gehouden bij
de bepaling van zijn bijdrage in de verplichte
verzekering.
Ter voldoening aan de desbetreffende bepaling
der Grondwet zal een regeling van de
administratieve rechtspraak worden voorbereid.
De onlangs vastgestelde wetten tot regeling
der levende strijdkrachten zullen, ook door
krachtige bevordering van de vooroefening,
zonder vertraging worden uitgevoerd. De
regeling van den Landstorm kan eerst daarna
volgen. De ontwerpen voor de militaire pen
sioenregeling en de militaire rechtspraak
wachten op afdoening. De invoering van
snelvuurgeschut, die niet kan uitblijven, zal
aanzienlijke geldelijke offers vergen. In de
richting van de bevordering van godsdienstzin
en .zedelijkheid, op de schepen van oorlog en
in de kazernen en kampementen zal worden
voortgegaan.
Als Christelijke Mogendheid is Nederland
verplicht in den Indischen Archipel de rechts
positie der inlandsche Christenen beter te
regelen, aan de Christelijke zending op vaster
voet steun te verleenenen geheel het
regeeringsbeleid te doordringen van het besef,
dat Nederland tegenover de bevolking dezer
gewesten een zedelijke roeping heeft te ver
vullen.
In verband hiermede trekt de mindere
welvaart der inlandsche bevolking op Java
Mijn bizondere aandacht. Ik wensch naai
de oorzaken hiervan een onderzoek in te
stellen. Aan de bepaling ter bescherming van
de onder contract werkende koelies zal
gestrengelijk de hand worden gehouden. Naar
decentralisatie van bestuur zal gestreefd worden.
De toestand op het noordelijk gedeelte van
Sumatra zal, naar Ik vertrouw, bij handhaving
van het thans gevolgde stelsel, eerlang tot
algeheele pacificatie leiden.
Op de ontwikkeling van de koloniën Suri
name en Curasao blijft Mijn aandacht
gevestigd.
Yan Uw bereidwilligheidMijn Heeren,
om Mij, bij datgene, wat tot heil van Land
en Volk kan strekken, Uw medewerking te
verleenen, houd ik Mij overtuigd.
Moge bij de gewichtige taak, wier vol
brenging wacht, God Almachtig U leiden,
en doe Hij op Land en Volk Zijn zegen
rusten.
Ik verklaar de gewone zitting der Staten-
Generaal te zijn geopend.
Ilaro Majesteit de KoniDgin, vergezeld van
Zijn Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden, en voorafgegaan door de Com
missie, verlaat de vergaderzaal.
De Voorzitter sluit, nadat de commissie in
de zaal is teruggekeerd, do veicenigdo ver
gadering.
De opening der Staten Generaal.
H. M. de Koningin beëedigdo de leden
der Kamers in tegenwoordigheid van Z. K. H.
den Prins.
De belangstelling van het publiek in den
koninklijken optocht ter opening van de
Kamers was op straat buitengewoon groot.
Reeds uren van te voren schaarden de
nieuwsgierigen, aangegroeid met honderden
van buiten de stad, zich ter weerszijden van
den weg, voor den stoet. De optocht had
het gewone verloop. H. M. de Koningin was
niet in de gouden koets gezeten, hoewel dit
rijtuig kort te voren uit Amsterdam herwaarts
was overgebracht. De heer van Naamen,
ofschoon nog lijdende aan verkoudheid,
leidde de vereenigde vergadering, waarin de
ambtskostumen en uniformen overheerschend
waren. Ia zwarten rok, of geklecde jas
werden o. a. opgemerkt de heeren Ilubrecht,
uit Amsterdam, De Klerk, Van Yliet, Nolting,
Ketelaar en één der Limburgsche afgevaardigden.
De socialistische leden waren niet verschenen.
In geestelijk gewaad waren de heeren
Nolens en Schaepman, laatstgenoemde sedert
zijn benoeming tot pauselijk kamerheer
proprio motu in een fluweclen toog, geheel
van violet en zijde, met één van de schouders
afhangenden mantel van gelijke kleur.
Ilet gedruisch in do zaal zweeg, toen de
kamerheer-ceremoniemeester de nadering van
H. M. de Koningin uitriep. Nadat de
schitterende stoet van kamerheeren Haar
vooruitgegaan was, trad II. M., de Prins
aan haar linkerzijde gaande, do zaal binnen,
zich ter weerszijden buigende, en rechtstreeks
gaande naar den troon, alwaar Zij en de
Prins de zetels innamen. Do Koningin droeg
een wit gebloemd satijnen kostuum met
kant; over het corsage liep het lint van het
Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw,
dat ook de Koninklijke Gemaal over de
groote tenue van schout bij nacht droeg. De
toque-hoed van H. M. met witte veer,
vastgehecht met twee schitterende stecnen,
paste uitnemend bij haar blanke toilet.
De lezing van de troonrede geschiedde door
H. M. in sneller tempo dan gewoonlijk,
vermoedelijk wegens de buitengewone
uitgebreidheid van hetstaatsstuk.
Tijdens H. M. de troonrede hield, liet de
Prins de oogen links en rechts in de zaal
rondgaan. De lezing vorderde circa '10 a 12
minuten. Ditmaal nog vóór H. M. de treden
van den troon was afgedaald, klonk in de
zaal hetLeve de koningingevolgd door een
drietal krachtige hoera's en daarna door een
Leve de prinsStaande op den troon dankte
het vorstelijk echtpaar buigende voor deze
ovatie.
Op den terugweg naar de voorzaal onder
hield H. M. zich met den voorzitter der
commissie van ontvangst, en in de antichambre
sprak de Prins, tijdens het wachten op de
formatie van den stoet buiten, de meeste
leden der commissie aan, zich daarbij
bedienende van de Nederlandsche taal.
Hastjjselse Ü0»a@w©gs«
's-Gbavenhage, 14 September 1901.
Met den zomer is 't gedaan. Het wil niet
recht meer op Sclieveningen. 's Avonds koud
en kil, de boulevard verlaten, de pier eenzaam
in liaar schittering van electrisch licht. Alleen
het Kurhaus houdt zijn eer opdaar komen
nog eiken avond de muziekliefhebbers bijeen
om te genieten van de heerlijke muziek van
liet Phil harmonisch Orkest. Het Kurhaus-
bestuur heeft verstandig gedaan om zich dat
orkest niet te laten ontfutselen. Het is voor
de badplaats een aantrekkingskracht, die vele
andere in zwang zijnde badplaatsen haar
benijden, maar die ze zelf niet kunnen betalen.
Sclieveningen kan datalleeD, omdat het achter
zich heeft een volkrijke groote stad, die
dagelijks duizenden er heen zendt, enkel voor
de mooie muziek. Natuurlijk is echter het
besluit der Kurhausdirectie om zich voor tien
jaar opnieuw te verzekeren van dc diensten
van het Berlijusche orkest, een streep van
belang door de rekening van heu, die met
inspanning ijverden voor de oprichting van
een Haagsch orkest. Zonder zekerheid, dat
dit op het Kurhaus, des zomers plaatsing zou
krijgen, is aan de totstandkoming en instand
houding van zulk een speciaal Haagsclie
instelling haast niet te denken. Des winters
zou er wel plaatsing te vinden zijn als de
Diligentiaconcerten besloten de Ilaagsche
toonkunstenaren op te nemen, en de opera
zich met een of andere muziekvereeniging ver
bond, maar van Mei tot October heeft een
orkest hier niets te doen als het niet te
Sclieveningen verbonden is. Nu kan men wel
elders dan op het Kurhaus concerten geven,
maar wie zal dat waagstuk ondernemen, en welke
zouden de flnanciëele gevolgen daarvan zijn.
Aller blikken wenden zich nu van Sclieve
ningen af om zich naar het Binnenhof te
richten, de plaats van samenkomst onzer ver
tegenwoordigers. Wellicht zal deze week nog
een paar dagen Barnum en Bailey de Hage
naars weten te lokken, maar de Barnum-ver-
tooningen zpn wij in groote steden meer
gewoon dan op het platteland, en al is de
schaal, waarop deze onderneming werkt, zeer
groot, de vertooningen zelve wijken niet af van
hetgeen men dusver zag. Alles schon dageiuesen.
Datzelfde kan men niet zeggen van de
Binnenhof-voorstellingen. Een ministerie
Kuyper is een nieuwigheid, die zeer bizonder
de aandacht trekt. Men heeft dit bij de sluiting
kunnen bemerken. In den regel is de opening
der Kamers le point d'attraction, maar ditmaal
had de sluiting reeds iets zeer boeiends. Veel
meer menscheu dan ooit vroeger wilden den.
nieuwen premier zien rijden van het Koninklijk
paleis naar het Kamer-gebouw in 't ornaat van
zijn nieuwe macht, met de eeie en glorie, die
den lasthebber der Kroon omringen. In de
staatsiekoets, omgeven door huzaren, reed
dr. Kuyper in gegalonneerde rok en steek
naar het gebouw met een witte rol papier in
de hand, \vaarop de sluitingsrede staat ge
schreven, en die hem door een ceremoniemeester
namens Hare Majesteit ten Paleize wordt over
gereikt. Met de gemakkelijkheid een man
van de wereld liet de nieuwe premier zich al
die eer welgevallen en stapte hij zonder eenige
zweem van verwondering door de zijdeur der
groote zaal naar de ministerstafel. De voor
lezing had iets eigenaardigs stemmigs, het accent
dat bzionder klemmende, dat de betoogtrant
van dezen staatsman van vele andere onder
scheidt. Hij gaf den indruk zich zijne waardig
heid ten volle bewust te zijn, zich er volkomen
in te kunnen vinden.
Het allermerkwaardigste was zeker wel,
dat hij bij het weder wegrijden van het Kamer
gebouw, na de vervulling van zijn opdracht,
met eenige hoera's werd begroet van geest
verwanten, die zich op de voorste rijen hadden
opgesteld. De bewindsman groette vriendelijk
en sloeg zelfs met zijn papierrol aan tegen
zijn gala-hoofddeksel. Toch is het aan te
raden niet te vroeg hoera! te roepen, en in
't algemeen die uiterlijke bijvalsbetuigingen
niet als gewoonte in te voeren. Bij ons te
lande eert men de draagster der Kroon, en
haar verwanten gaarne buitenshuis, en bij uit
zondering eens iemand anders, men denke aan
president Krüger. Maar met bewinslieden op
die manier te huldigen moet men voorzichtig
zijn. Men brengt zoo gauw zoodoende de
partijschap op straat. Wanneer men 't recht
erkent staatslieden, en nog wel dezulken, die
als ministers nog niets gedaan hebben, op
straat toe te juichen, dan sluit dit vanzelf in
het recht om tegen toejuichingen te protesteeren.
Men lokt dan kabaaltjes uit. Wil men een
staatsman eeren, men doe het in zijn kring,
binnenshuis. De oude heer Heemskerk kreeg
eens een medaille voor zijn streven naar
beteugeling der veeziekte. Welnu, men wachte
tenminste tot dat zulk een medaille door den
tegenwoordigen premier is verdiend, wat zeker
niet zal uitblijven, als de verwachtingen van
zijn medestanders worden vervuld.
Maar de daden moeten nog komen. De troon
rede, die bij het verschijnen van dezen brief
wel reeds bekend zal zijn, zal de toezeggingen
en beloften bevatten van het Dieuwe kabinet.
Dat onze Koningin haar zal uitspreken met
Haar Gemaal naast zich, is een tot dusver
ongezien schouwspel. Hoeveel moeite is er niet
gedaan door velen om dat te zien. Maar de
kans is gering. Men kan de openingszitting
nagenoeg niet bijwonen. Er is geen plaats
voor de dames van alle kamerleden. Dezen
krijgen om beurten een dameskaart, verder
krijgen de ministers en andere autoriteiten
voor een dame een kaart, enkele journalisten
voor zich zelf en uit is de pret. De rest van
het publiek moet maar zien van iemand, die
dag en nacht is blijven staan voor den ingang
der publieke tribune, zijn plaats af te koopen.
De zaal is veel te klein en het zou werkelijk
aanbeveling verdienen eens de Ridderzaal in
de nabijheid voor de openingsplechtigheid in
te richten. Er is zooveel gebouwd en ver
bouwd aan en om de zaal, er zijn zooveel
milliocnen reeds aan ten koste gelegd, dat
men eindelijk wel eens profijt er van kon
trekken om er de Koningin te ontvangen met
haar „trouwe" Staten-Generaal.
Doch de plechtstatigste ontvangst zal niet
kunnen wegvagen het feit, dat dit kabinet op
vele schaduwzijden zal hebben te wijzen van
den toestand des lands. De financiën zijn niet
rooskleurig. Er is veel te betalen in de eerste
toekomst. We zijn voor millioenen gebonden
aan gevoteerde uitgaven en de middelen hebben
juist in de afgeloopen maand niet aan de
verwachting beantwoord. Het gewone accres,
waarop elk jaar vooraf eigenlijk reeds gerekend
werd, schijnt met het optreden van dit ministerie
ook „om" te zijn gegaan. Wij zijn met de
middelen nu nog niet eens zoover als verleden
jaar op dezen tijd. Stof genoeg voor een
nieuwe minister van financiën om het zwart
wat aan te dikken in zijn millioenenspeech en
dat zelf reeds bij voorbaat schoon te wasschen
en alles te schuiven op het slechte financiëel
beleid van voorgangers. Ook een geschikte
gelegenheid om propaganda te maken voor
het beschermend stelsel.
Het fiuanciëele vraagstuk zal, naar het zich
laat aanzien, zoo wat het eerste zijn wat deze
regeering onder de oogen zal moeten zien.
Niet pleizierig om te beginnen!
Ook de Zuid-Afrikaansche quaestie is weer
op 't tauijt gebracht. Misschien ook wel in de
hoop, oat het nieuwe ministerie een handje
zal meewerken, hebben de Zuid-Afrikaansche
vertegenwoordigers een adres ingediend aan
het Arbitragehof om hun tusschenkomst in te
roepen voor de bevordering van een scheid-
rechterlijke oplossing. Nu kan de administra
tieve raad van dat stof, saamgesteld uit de
gezanten der vreemde mogendheden, heel weinig
doen. Het kan wel de aandacht vestigen van
mogendheden op de wenschelijkheid om tot
arbitrage hun toevlucht te nemen. Maar daar
Engeland steeds en telkens geweigerd heeft
den weg van arbitrage in te slaan, kan het
geen verzoek daartoe meer doen, voordat het
zeker is, dat Engeland zal willen. En wie
durft vei zekeren, dat Engeland diebe kentenis
zal alleggen. De gunstige gelegenheid daartoe
heeft het al meer dan eens laten voorbijgaan,