DE KERM BS.
Haagsche Brieven.
gehouden aanbesteding van een woonhuis ten
behoeve van A. Mulder, te bouwen op het
emplacement der Rotterdamsche tram, aan den
Anna Jacobapolder, waren de laagste inschrij
vers:
Yoor het metselwerkL. Capelle te Sint-
Filipsland, voor f 536; voor het timmerwerk
Padmos te Serooskerke, voor f438 voor het
smidswerk: L. Meerman, voor f 53,50.
Ilot schilderwerk word niet gegund.
Landbouw en Veeteelt.
Te Oostburg zal een landbouwcursus worden
gehouden. Ook te IJzendijke on Cadzand
zullen bij genoegzame deelneming winter-
landbouwcursussen worden gehouden.
Do eerste zal geleid worden door don heer
A. de Smit te Middelburg. De laatste, wanneer
zich 10 of meer deelnemers zullen aanmelden,
door de heeren P. J. Roosendaal te IJzendijke,
en J. de Mejjer te Cadzand, allen gediplo
meerde landbouwonderwijzers.
Deze cursussen worden gehouden vanwege
de Maatschappij ter bevordering van landbouw
en veeteelt in Zoeland.
HECHTS ZAKEN.
Do heeren mrs. J. J. van Geuns en
J. C. J. Ridder van Rappard werden Zaterdag
voor don Hoogen Raad beëedigd, resp. als
president en als vice-president van het
gerechtshof te 's-Gravenhage.
K E B K Sl E U W S
Ds. J. Yerhage, vroeger predikant bij do
Geref. gemeenten te HeinkenszandKamper
land en Anna-Jacobapolder en thans te Aar-
landerveen, zal om gezondheidsredenen zijn
emeritaat vragen.
ON DBB W ÏJ~8.
Door den gemeenteraad van Steen wijker-
wold is aan de weduwe van het overleden
hoofd der school tot wederopzeggens toe een
toelage van f 200 toegekend. Waar nog altijd
gewacht wordt op de toekenning van pensioen
voor weduwen en weezenvalt zulk een be
sluit zeer te prijzen.
De heer A. Bakker, hoofd eener school
te Zaandam, had aan den Raad dier gemeente
verzocht in zijn ambtswoning tegen een
matigen huurprijs te mogen blijven wonen.
De Raad nam daarop het besluit, als waar-
deoring van zijn zeer groote diensten en den
langen tijd, gedurende welken hij zijn betrek
king had vervuld, hem te vergunnen die
woning gedurende zijn verdere levensdagen te
blijven bewonen, zonder eenige vergoeding.
Bij het toelatingsexamen voor afd. B
der Nederl. School voor nijverheid en handel
te Enschedé is geslaagd voor alle vakken,
behalve Engelsch, de heer A. H. Polak van
Ylissingen.
Benoemd tot leeraar in het boekhouden
aan de R. H. B. S. te Middelburg de heer
W. Kosten, thans in gelijke betrekking werk
zaam aan de R. H. B. S. te Goes en te Bergen-
op-Zooin. Tengevolge van deze benoeming zal
de heer Kosten ontslag nemen als hoofd der
school te Bath.
De R. H. B. S. te Goes wordt met den
nieuwen cursus bezocht door 84 mannelijke
en 7 vrouwel. leerlingen, samen 91, waarvan
5 voor enkele vakken.
YISSCHERIJ-BERICHTEN.
Men deelt ons mede uit Tholen:
De laatste reis der visschers uit Tholen
naar do Zuiderzee om mosselen is al heel
jammerlijk uitgevallen; tot heden waren alle
reizen, binnen de week gemaaktnatuurlijk
gesleept door stoombootjes; het is gebeurd,
dat men van Zondag op Maandag vertrok en
reeds Donderdag terug was, maar de laatste
reis op een zelfden tijd vertrokkenkwam
men niet thuis in die weekomdat men door
het ruwe weer der vorige week niet kon
korren en men dus over moest blijven. Deze
week teruggekeerd, hadden do visschers samen
slechts een vijfde gedeelte van de volle lading
gemiddeld. Naar men zegt zouden de mosselen
thans onder het zand geraakt zijn en men
gaat nu eenvoudig niet meer voor het volgend
jaar.
In hot volgende jaar zal te St.-Peters-
burg, onder bescherming van Grootvorst
Sergius, door do Keizerlijke Russische ver-
eeniging tot bevordering der vischteelt en
visscherij een internationale visscherij-tontoon-
stelling georganiseerd worden, en tevens
aldaar een congres gehouden worden voor
visscherij en viechkweekerij. De tentoonstelling,
waaraan ook buitenlandsche inzenders kunnen
deelnemen, zal uit negen afdeelingen bestaan,
die alle weder in verschillende groepen verdeeld
zijn, en bevat o.a. de tegenwoordige zee-en zoet
water visscherij en daarvoor benoodigde werk
tuigen, netten enz., verder voortbrengselen
der visscherij en de verschillende wijzen van
verduurzaming en toebereiding; de visscherij
als sport; do nuttige en voor de visscherij
schadelijke dieren en planten; aanleg voor
vischkwcekerijen en vijvers, aquariums,
litteratuur, wetenschappelijke onderzoekingen,
oeconomie, het leven der visschers en maat
regelen te nemen voor de verbetering van het
visschersbedrijf enz.
Yoor inlichtingen, programma's enz. kan
men zich wenden tot het Russische vice-
consulaat to Middelburg.
Yóór 14 Nov. a s. moet do aanmelding
voor do tentoonstelling to St.-Petorburg
hebben plaats gehad.
Zij is er. Zaterdag was het in onze goede
oude stad merkbaar, dat zjj hare tenten alhier
had opgeslagen. Het landvolk stroomde wel
niet, gelijk in vroegere jaren, in grooten getalo
naar de stad om haar te vieren, maar er was
toch uit de omliggende dorpen nog vrij wat
volk gekomen om genoegelijkden Zaterdagschcn
kermisdag door te brengen.
In de Beurs onder de Kleine Kerk
stonden venters met diverse koopwaren op
den grond uitgespreid, deze met luider stemme
aan do kijklustigen aanprijzend. Andere
kooplieden hadden op tafeltjes verschillende
eet- en drinkwaren uitgestald, teneinde de
hongerigen en dorstigen in de gelegenheid te
stellen hun honger te stillen en hun dorst
te lesschen.
Schiettentjcs, waarin men voor een cent
Chamberlain het levenslicht kan uitblazen
bascules, waarop men voor twee centen te
weten kan komen, hoe zwaar of licht men
weegt; krachtmeters, waardoor mon door een
slag op het hoofd van »doojen" Jut kan zien,
hoe sterk of zwak men is, dat alles is op de
kermis waar te nemen.
De somnabulo of waarzegster, die u precies
wcot te vertellen, of gij een blondjo of een
zwartje tot uw levensgezel zult krijgen, heeft
ook haar tont vol geheimzinnigheid op de
kermis opgeslagen. Zonder haar schijnt geen
kermis meer denkbaar te zijn. Zelfs bleek
ons, dat zij hier niet de eenige vertegen
woordigster van haar gilde was. Op wolk
gebied heeft men tegenwoordig al geen
concurrentio
Natuurlijk dat do wafelkraam van P. van
Bezooijon op liet Havenplein, vlak over
den heer Capelle, en do oliebollenkraam van
C. P. Bergmans, schuins over do sociëteit
Concordia", bij onze monstering gebleken
zijn op het appèl te wezen. Beide, welbekende
stadgenooten, zullen zich ongetwijfeld in een
druk bezoek verheugen.
Wij willen daarmede niet zeggen, dat wij
hen, die van elderB hier komen om op eerlijke
wijze wat te verdienen, moeten voorbijgaan.
Dit ligt niet in onze bedoeling. Zij betalen
ook aan de gemeente hun standplaats, verteren
ook gedurende de acht dagen van hun verblijf
te dezer stede hier hun geld, hebben onkosten
gemaakt om hierheen te komen, en aan de
kermis een vriendlijk, gezellig karakter te
geven, niet meer dan billijk, dat wij hen ook
begunstigen.
Daarom zullen wij het zeer in u prijzen,
waarde lezers en lezeressen, indien gij ook
eens aan de oliebollenkraam van Bergman,
staande en gelegen op het Havenplein, over
den heer Franken den tailleur, een bezoek
brengt. Gij zult daar -wij verzekeren het
u welkom zijn. Op het Kraanplein zult gij
ook vinden »De gezonde geneesheer" van de
weduwe Stelwagen. Ook daar kunt gij
uw hart ophalen aan oliebollen.
J. Smits van Middelburg, wafelbakker
van wijlen Zijn Majesteit Willem III, rekent
er stellig op, dat gij bij hem aankomt. Nu
gij toch aan het smullen zijt, moest gij de
Haagsche hopjes van N. v. d. Leeuw uit
's-Gravenhage ook eens proeven. Gij kunt
zijn kraam vinden op de Oude Haven, tegen
over den winkel van de Firma Appels,
die, evenals den heer F r. W. P1 a u m op
den hoek van de Poststraat, ruim voorzien is
van kermis-cadeaux voor groot en klein. In
de buurt, vlak over den heer Mr. Fokker,
heeft H. Warner van Kampen zijn paling-
kraam. Wip daar even aan, en neem een
vorschen, dikken paling mede, voor dat gij
naar huis gaat.
Ten slotte raden wij een elk, dio een
blijvende herinnering aan de kermis wil
behouden, zich te laten portretteeren. Yoor
een appel en een ei kunt gij bij Wolf of
Kosman terecht, die u binnen 5 minuten
een getrouw conterfeitsel van u levert.
Toen wij gisterenavond om 8 uur in de
Concertzaal kwamen tot bijwoning der
aangekondigde voorstelling van het Variété-
en Operetten-Gezelschap, onder directie van
den heer Henri ter Hall, was het er reeds
eivol. De voorstelling werd geopend met een
pakkend lied, waarvan de titel luidde ïHulde
aan Transvaalsch Vierkleur", gedicht door
den heer Henri ter Hall, en gezongen door
de dames Henriëtte Kohier en Rosa do Leeuw
en den heer Louis Contran. Deze opening
maakte zoowel om do sympathieke bewoor
dingen van het lied als om de voortreffelijke
wijze, waarop het voorgedragen werd, een
hoogst aangenamen indruk. Hot ontbrak dan
ook niet aan luide toejuichingen.
Mejuffrouw Rosa do Leeuw had uit haar
repertoire een vrij goede keuze gedaan, en
kweet zich uitnemend van haar taak.
De heer John Weil vermaakte met zijn
vlugge en grappige goocheltoeren het publiek,
dat schudde van het lachen, toen do surprises,
waarvan er één in 't bizonder do lachspieren
in beweging bracht, uitgedeeld werden.
De heer Francois Rewell, prima Solo Musique
ExOntrique, van een komisch genre, was met
één woord onbetaalbaar.
De heer en mejuffrouw Rossé voerden
Ilongaarsche dansen uit, die als het ware
het publiek in verrukking brachten.
Ook verwierf mej. Henriëtte Kohier, die
heel aardig zong, aller tevredenheid.
Uitnemend en onverbeterlijk speelde de
HolIand8che karakter-komiek Louis Contran.
Het nog jeugdig meisje, de jongejuffrouw
Ellywekte do algemeene verbazing en
bewondering, èn om de vrijmoedigheid, waar
mede zij reeds optrad, èn om haar reeds vol
stemgeluid, èn om haar buitengewone lenigheid
bij do vertooning van de prachtige acrobatische
toeren, die door den heer en mejuffrouw
Hoffman verricht werden.
Ten slotte kregen wij de Revue-Operette
»Het land van belofte", vervaardigd door den
heer IIcnri ter Ilall, dat de wereldgebeurte
nissen van dit jaar behandelt, en ook aardige
toespelingen bevatte op plaatselijke gebeurte
nissen. Het is een zeer geestigo Revue, die
bizonder in den smaak viel.
Geen wonder, dat aan het gezelschap een
welgemeend en hartelijk applaus ten deel viel.
Men had zich kostelijk geamuseerd.
Dinsdagavond zal, nadat de voorstelling
van het Variété- en Operetten-Gezelschap is
afgeloopen, in de Concertzaal een bal worden
gegeven onder leiding van den lieer Joh. F. A.
T h e e w i s.
Naar wij vernemenis het den hc-or
Constandse mogen gelukken in het »IIu?s
van Nassau" liet Rotterdamsche gezelschap
van den heer Boesnack te engageoren. Dit
gezelschap zal aanstaanden Donderdag des
voormiddogs een Matinéa en des avonds een
Soirée geven. Regisseur is de welbekende
komiek Hartlooper, terwijl als leider van het
orkest zal optreden de lieer Jacobs. Ver
schillende dames zullen, zooals men uit
achterstaande advertentie zien zal, als chan
teuses optreden. Men verzuimo vooral niet
van de schoone gelegenheid, zich uitstekend
te amuseeren, gebruik te maken.
's-Gravenhage, 4 September 1901.
Reeds sedert een maand is het nieuwe
Ministerie opgetreden en nog weten wij omtrent
zijn voornemens niet veel meer dan vroeger.
Ik bedoel natuurlijk niet, dat zijn algemeene
richting onbekend zou wezenneen, daarvoor
hebben de stembus-manifesten wel gezorgd,
maar er is niets uitgelekt omtrent de wijze,
waarop het zijn plannen denkt te regelen, de
volgorde, waarin het zijn voorstellen zal doen,
de juiste omschrijving van zijn program. Het
bewaart zorgvuldig die voornemens tot den
17en September, den openingsdag der Staten-
Generaal, öm daarmede in de Troonrede den
volke te verrassen. Dit zijn echt Hollandsche
manieren en men behoort daar vrede mee te
hebben. Het is waar, in het buitenland zou in
constitutioneels landen dergelijke toestand
minder kunnen voorkomen. In Frankrijk, waar
een ministeriëele crisis niet, zooals bij ons,
weken en maanden, maar slechts enkele dagen
duurt, wil de wetgevende macht terstond een
program kennen. En indien de Kamers op
vacantie zijn, dan wil het volk niet wachten
op haar terugkomst, maar eischt terstond
officicuse mededeelingen. In Engeland sluit
de verandering van Ministerie zoo van zelf in
een verandering van program, die reeds lang
van te voren vaststaat als een muur, dat men
dergelijke mededeeïïhg eigenlijk niet behoeft,
maar toch zorgt de Regeering er wel voor, in
de pers haar bedoelingen en inzichten te ver
spreiden, indien het Parlement naar huis is,
uit eerbied voor het kiezersvólk, dat recht heeft
te weten, wat er zal gebeuren. In Nederland
zijn wij dergelijke voorloopige onthullingen
niet gewend; integendeel, men schijnt in
regeeringskringen erg er op gesteld, dat niets
uitlekke van de overwegingen van de raads
lieden der Kroon en dat het volk eerst de
plannen leert kennen, als ze in afgewerkten
vorm van wetsontwerpen worden ingediend.
Dit is bijna altoos zoo geweest en daarin schijnt
het Kabinet der rechterzijde niet van voor
gangers te zullen afwijken. Hoe consequent
Ministers in dit opzicht kunnen handelen,
daarvan herinner ik me een staaltje. Toen eens
bij zeer belangrijke en omvangrijke wets
ontwerpen, die de algemeene opmerkzaamheid
trokken, eenige journalisten aan een Minister
verzochten om, in afwachting dat die reeds bij
de Kamer ingekomen ontwerpen zouden worden
gedrukt en verspreid, hun eenige hoofdpunten
mede te deelen, teneinde de publieke belang
stelling voorloopig te bevredigen, gaf die
Minister op hoffelijke wijze een weigex*end
antwoord, niet uit onwil, maar omdat z. i.
uittreksels niet te geven waren. Men moest
die ontwerpen in hun geheel lezen. Die
Minister was nog wel niet de eerste de beste,
maar een zeer intelligent staatsman, die voor
de pers gewerkt had. Toch scheen deze van
meening, dat het volk, om de bedoeling van
een ontwerp te vatten, het in zijn geheel en
met de geheele toelichting zou moeten lezen,
in plaats van de quintessence er van in zich
op te nemen en te begrijpen. Yan weten
schappelijk standpunt kan die eisch gesteld
worden aan hen, die over ontwerpen te oor-
deelen hebben,-1 maar de politieke opvoeding
van het volk zou totaal ter zijde kunnen
gesteld worden, als de couranten het publiek
vergastten op dé lange redenen van artikelen
en toelichtingen van ontwerpen, in plaats van
het op heldere, korte wijze de bedoeling er
van te vertellen.
Intusschen, zoolang de stilzwijgendheid en
de geheimzinnigheid gelden onderwerpen, die
nog niet tot vollen wasdom kunnen komen
zijn ze tot zekere hoogte te verklaren. Toch
mag herinnerd worden, dat onder het vorig
ministerie niet eenmaal, maar herhaaldelijk,
opzettelijk of niet, dat laat ik daar, geheel
afgewerkte voor-ontwerpen gepubliceerd zijn,
hetzij door toezending aan de Kamers van
Koophandel of de Kamers van Arbeid, of wel
door indiscretie, en dat die publicatie hoege
naamd niet geschaad, maar integendeel gebaat
heeft. De pers en de belangstellenden hadden
zoodoende nog voor dat de ontwerpen naar den
Raad van State gingende gelegenheid
opmerkingen te doen en wenken te geven,
die volstrekt niet van belang ontbloot waren
en zoodoende konden de Ministers hunne
plannen toetsen aan de ervaring van het
werkelijk leven.
Met den besten wil toch blijven de voor
drachten in de ministerieele bureaux uitgebroeid
het werk van sommigen, van ambtenaren, die
vaak zeer bekwaam zijn en hun licht ook wel
in de practijk zoeken, maar die desniettemin
toch niet altoos met het maatschappelijk leven
zóó vertrouwd zijn, dat zij een open oog hebben
voor tal van zaken, die een vakman dadelijk
bespeurt. Een vóór-onderzoek door het publiek
van de maatschappelijke toestanden diep
ingrijpende voordrachten is dus lang niet een
verwerpelijke zaak en kan zeer nuttig zijn
voor het algemeen belang. Te groote geheim
zinnigheid getuigt van bekrompenheid van
inzicht, van vooringenomenheid met eigen
vinding en het is niet te hopen, dat ons huidig
clericaal Ministerie die slechte eigenschappen
zal toonen te bezitten.
Er is dezer dagen veel gesproken in de pers
over het verklappen van het geheim, dat
departements-ambtenaren des Zondags hebben
moeten werken, om de begrootingen tijdig voor
opzending gereed te hebben. Belachelijker
opvatting van het ambtsgeheim is moeielijk
denkbaar. Stel u eens voor, dat men een
ambtenaar, die verplicht wordt zijn Zondags
rust op te offeren, gemaakte afspraken op te
gevenverbieden wilde te zeggendat dit
geschiedde, omdat hij op zijn bureau moest
werken. Zou men dan willen, dat hij met
groote deftigheid verklaarde op interpellation
deswege «het antwoord te moeten schuldig
blijven" aan zijn vrouw, zijn kinderen, zijn
vrienden? Of wel, zou men eischen, dat hij er
om loog, en verklaarde ziek te zijn of nood
wendig ergens gewacht te worden Tot welke
dwaasheden kan men toch komen om eigen
fouten te bedekken. Als er Zondags aan de
bureaux is moeten gewerkt worden voor een
bepaald doel, n.l. om de begrootingen tijdig
ingediend te krijgendan kan de grootste
voorstander van Zondagsrust daartegen geen
bezwaar maken, mits de noodwendigheid vaststa.
Aan alle bureaux is er trouwens Zondags
steeds een post met het oog op voorkomende
gevallen en dat is zeer noodzakelijk. Wanneer
er buitengewone dingen gebeuren in den lande,
moet de machine toch werken en kan men de
zaken niet in de war laten loopen, omdat het
Zondag is. Er zijn bureaux, waar des Zondags
enkele ambtenaren eenige uren moeten komen
anderen, waar ambtenaren om beurten Zondags
verplicht zijn op de eerste oproeping te ver
schijnen, en niet zeldzaam is het geval, dat
hoofd-ambtenaren en Ministers juist eenige
rustige uren des Zondags op hun bureau wijdden
aan stille overpeinzing van zaken, die men in
de dagelijksche drukte niet kalm kan nagaan.
Wat is daartegen? Indien dus om bizondere
noodwendige reden de ambtenaren een Zondag
moesten opkomen, dan is daartegen niets te
zeggen en bewijst het alleen, dat zelfs door
een kerkelijk Ministerie de eischen der praktijk
niet over 't hoofd kunnen worden gezien, al
strijden ze nog zoo met stelsels en theoriën.
Was het onnoodig, waarom dan niet ruiterlijk
de fout bekend? Dwalen is menschelijk en een
nieuw optredend bewindsman heeft nog wel
andere dingen in 't hoofd dan na te gaan of
zekere arbeid kan geëindigd zijn vóór midder
nacht al dan niet. Maar om nu aan ambtenaren
te gaan verwijten, dat zij verklappen, wat er
gebeurt, ;omdat het bekend is geworden, dat
door omwerking der begrooting Zondagsarbeid
noodig werd, dat is al te dwaas.
Behalve door dat Zondagsarbeid-incident
heeft de nieuwe Regeering nog niet veel
anders van zich laten spreken, dan door het
pas genomen Kon. besluit, waarin dejafdeeling
Arbeid bij Binnenlandsche Zaken is gebracht
en de afdeeling Landbouw naar Waterstaat is
overgegaan, wat trouwens bij de benoeming
van het Ministerie reeds officieus was aan
gekondigd. Op zichzelf is er hoegenaamd niets
tegen, dat de onderdeelen van een departement
zoo worden geregeld als het best is in 't alge
meen belang. De Grondwet gedoogt het en de
praktijk duldt het. In sommige gevallen kan
net heilzaam werken. En toch zou er ditmaal
wel wat pleiten tegen deze regeling van
Minister Kuyper, gemaakt door en voor hem.
Immers, het staat vast, dat deze bewindsman,
volmaakt op de hoogte van de arbeids-
aangelegenheden door zijn studiën en zijn
werken in de ongeval- en andere sociale
wetten, zich aangetrokken gevoelt door dezen
tak van Staatszorg en dus als conditie van
zijn optreden heeft gesteld, dat hem de
«menschen" ter verzorging worden gegeven,
terwijl hij de «koeien en schapen" aan zijn
ambtgenoot van Waterstaat overlaat. Een
herder van de menschelijke kudde behoeft
immers niet vertrouwd te zijn met de op
kweeking en aanfokking van de dieren des
velds. En toch zit 'm daarin juist het nadeel
van deze verandering. Met allen eerbied voor
de kennis van den heer De Marez Oyens,
geloof ik, dat hij van de beesten even weinig
verstand heeft als zijn ambtgenoot van Binnenl.
Zaken en zijne studiën zich nooit hebben
uitgebreid tot teelt van cultuurgewassen, in
éón woord, dat hij van de landbouwzaken niets
meer weet dan een gewoon mensch Toch.
wordt nu de geheele landbouwafdeeling van
Binnenl. Zaken, Landbouwschool, Landbouw
onderwijs Veeartsenijkundig Staatstoezicht
enz. enz., overgebracht naar Waterstaat en
Arbeidswet, Ongevallenwet, Kamers van arbeid,
bij Binnenl. Zaken gebracht, louter pour le
bon plaisir van den bewindsman.
Gold het een algemeene regeling, de in
stelling van een nieuw departement, zooals
indertijd dat van Waterstaat, dan moeten wel
dienstvakken overgebracht worden, maar alleen
omdat zeker Minister liefhebberij heeft in een
bepaalden tak van dienst, maar zich niet
geroepen acht aan het hoofd te gaan staan
van het departement, waartoe dat vak behoort
in casu Waterstaat een omkeer te
brengen in de administratie schijnt bedenkelijk,
niet volkomen te rechtvaardigen, en in de
gevolgen gevaarlijk. Elk Ministerie kan op
die wijze de geheele administratie telkens
door elkaar halen, uitsluitend om de porte
feuilles te eigenen naar de draagkracht der
bewindvoerders, wat aanleiding kan geven tot
optreding van Ministers met zeer engen
gezichtskring en anderzijds van bewindslieden,
wier blik zoo ruim is, dat ze een groot deel
van het Staatsbestuur kunnen entameeren en
tegelijk in sterke mate kunnen domiueeren.
Dat dit ten deze het geval is, wil ik niet
beweren, maar de genomen maatregel voert
m. i. op een verkeerden weg. V
President Krüger.
Wij kunnen met zekerheid mededeelen, dat
President Krüger, vooreerst althans, niet naar
hot zuiden van Frankrijk gaat. Hij wil Neder
land Diet verlaten, ofschoon zijn dokter het
noodig vindt, en heeft de villa »Casa Cara"
te Hilversum weer ingohuurd tot 15 December.
Naar men verneemt, heeft president
Krüger een telegram van sympathie aan
president Mc. Kinley gezonden in verband met
den aanslag.
Geleerde Boeren.
Men meldt ons:
In het dorp Rijnsburg woonde in het begin
der 17e eeuw een huisgezin, zooals er zelden
één gevonden wordt. Het was een boer, Jacob
van der Coddemot zeven zonen cn een
dochter. Zijn vader, Willem Janszoon, was
schoenmakor in hetzelfde dorp geweest, maar
had toch al geboerd. Hij bezat land aan den
kant van het Leidschemeerwaarop hij zijn
vee hield. Hij had daar een hut opgeslagen,
zoo het scheen om zijn gereedschap te bergen
en om te zitten, wanneer hij zijn beesten ging
bezien, wat hij gewoon was tweemaal in de
week te doen, maar inderdaad om ongestoord
in zijn bijbel te lezen, dien hij daar ver
borgen hield. Bleef dit ongemerkt, de veran
dering die daardoor in zijn gevoelens en in
zijn leven kwam, liep zóó in het oog, dat er
(het was omstreeks 1530) uit Rome aan
schrijving kwam om op hem en zijn huisgezin
te letten. Zijn dochter vond zich later genood
zaakt naar Emden te vluchten, en zijn zoon
Jacob zich een tijdlang verborgen te houden,
uit vreeze voor geloofsvervolging. Misschien
was het een gevolg van den onrustigen tijd,
dat deze laatste zich niet, eer hij veertig jaar
oud was, in het huwelijk begaf. Kort na do
geboorte van zijn achtste kind overleed zijn
vrouw, en bleef aan hem alleen de zorg voor
de opvoeding zijner kinderen overgelaten.
Maar hij kweet zich daarvan zóó uitmuntend,
dat, toen zijn zonen volwassen waren, zij allen
Latijn, en sommige nog daarenboven Fransch,
Italiaansch en Eogelsch kenden. Toch bloven
zij hun boerenwerk met ijver waarnemen.
Eens reed prins Maurits (die natuurlijk de
familie Yan der Codde kende) door Rijnsburg
met den Franschen gezant d'Aubery du Mau-
rier. Hij zag de zonen van Yan der Codde in
het land bezig, riep hen, en sprak sommigen
van hen in het Latijn, anderen in het Fransch
aan. Zij antwoordden in dezelfde taal. De
gezant hoorde het met verbazingzulke boeren
had hij niet gedacht in Holland aan te treffen.
Eén van de zeven, Willem van der Codde,
is later hoogleeraar in de Oo&tersche talen
te Leiden geworden.
Yoor Nederlandsclte longlijders.
Te Davos bestaat een vereeniging, welke
de belangen van Nederlandsche longlijders
behartigt. Daar zij en haar werk niet alge
meen bekend zijn, publiceert ze thans eenige
wenken. Zoo wordt mèdegedeeld, dat haar
sanatorium uitsluitend bestemd is voor Neder
landsche longlijders, die niet bepaald zonder
middelen zijn, maar voor wie het verblijf in
een gewone geneesinrichting te kostbaar is,
en die nog in het begin-stadium der ziekte
verkeeren. De kuur moet minstens 'n halfjaar
duren, zal blijvend succes verkregen worden.
De verplegingskosten bedragen per dag f 2.90
(f 2.15 pensionprijs en f 0.75 voor geneesk.
behandeling, bewassching, enz.) De kamers
worden gedeeld en zijn alle op het zuiden.
Door de betrokken spoorweg-maatschappijen
wordt reductie op de reiskosten toegestaan.
Uitgebreider inlichtingen kunnen verkregen
worden bij den heer J. Kerkhoven, Heeren
gracht 115, Amsterdam.
Lucifers, gevaarlijk speelgoed.
Een zesjarig jongetje te Blija speelde mot
lucifers en stak een hoopje stroo in brand.
Spoedig sloeg de brand over naar oon
nabijstaand hok, dat de vlam verder leidde
naar do schuur van den heer G. Koopmans,
waarin hooi on granen geborgen waren. Van
hieruit sloeg de vlam over naar de cichorei-
drogerij van dezelfde, waarin, behalvo een
partij turf, ongeveer 7 vrachten (voor pl. m.
f 3000) gedroogde cichorei geborgen was.
Bijna alles werd een prooi der vlammen.
Mede ging een bergplaats met hout van den
wagenmaker IJ. Ozinga, in vlammen op.
Alles was verzekerd.
TELEGRAHHEN.
Rotterdam, 9 September.
GRANEN. Buitenlandsche traag. Meel
f 10. Handel tamelijk. Binnenlandsche
Tarwe f 5.50 A f 7.25. Nieuwe Tarwe
f 6.50 A f 7.30. Rogge f 4.75 A f 5.40.
Wintcrgerst f 6.75 a f 7.75. Zomer-
gerst f 7 A f 7.50. Chevalicrgerst f 7.60
A f 8.50. Haver f 2.50 a f 3.30.
Witte Booncn f 10.25 A f 11. Bruine
Booncn f 7.75 a f 8.60. Erwten f 8 A f 9.
Koolzaad f 9.50 A f 10.40.
Lijnzaad. Ruime aanvoer, handel gering,
f 10.75 A f 11.
Vlas. Aanvoor 250 steen Groninger.
Kaas. Aanvoor 4 partijen, f 23 A f 25.50.
Aardappelen. Zeeuwsche Jammen f 2.50
A f 2.70. Blauwe f 2 A f2.25. Geldersche
blauwe f 2 A f 2.25. Spuischo Jammen
f 2.75 A f 3.
YEE. Aanvoer 185 Runderentraag, 24
A 33 ct. 276 Kalveren33 a 42 ct.
4839 Schapen18 A 23 ct, Lammeren