Donderdag 15 Augustus 1901. (25 i e r i li z e e s c b. e Cou.r an t). HINDERWET. HINDERWET. AlgemeeH Overzicht. MEUWSTMDINGEN. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 58ste JAARGANG. No. 7576. Directeur, A. 7. DE LOOZE. Redacteuren A. FRANKEL. J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Advertentiënvan 13 regela 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Manndaga, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Fbünxel, Havenpark 348, Zierikzee. Da BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat zij aan Dr. ADRIANUS VAN DER HOEVEN, wonende in deze gemeente, en zijne rechtverkrijgenden, vergunning hebben verleend tot het plaatsen van een Gaskracht- werktuig' van twee paardenkracht in een der vertrekken van het woonhuis, staande in de Lange Nobelstraat, plaatselijk gemerkt wijk A, no. 163, kadastraal bekend sectie A, no. 1171. Zierikzee, den 12 Augustus 1901. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat zij aan WILLEM COR- NELIS LEI JDEKKERS, wonende in deze gemeente, en zijne rechtverkrijgenden, vergunning hebben verleend tot het oprichten van eene Vleesch- roolierü, achter het huis, staande in de Venkel, plaatselijk gemerkt wijk D, no. 177, kadastraal bekend sectie B, no. 553. Zierikzee, den 12 Augustus 1901. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Niet alleen in Transvaal en in den Oranje- Vrijstaat wordt op last der Engelsche leger- autoriteiten de bevolking naar versterkte kampen weggevoerd, maar ook in de Kaap kolonie is men daarmede begonnen. Dq bewoners van Waterkloof, die verdacht werden aan de Boeren herhaaldelijk een veilige wijk plaats te hebben verschaft, zijn uit hun woningen verdreven en gedeeltelijk tot gevangenschap in een dergelijke versterking gedoemd, gedeeltelijk naar andere hoeven overgebracht. Of men het hierbij zal laten, dan wel of men met deze schandelijke tactiek zal voortgaan, kunnen-wij- niet- zeggen,-maar zeker is het, dat de Engelschen er niet het minst door zullen gebaat worden, maar veeleer daardoor groot nadeel zullen lijden. Zij hebben dat in Transvaal en in den Oranje-Vrijstaat reeds ruimschoots ondervonden. Want hoewel zij het land zoogenaamd «schoongeveegd" hebben, zwerven tal van Boerencommando's om de hoofdsteden Pretoria, Bloemfontein en Johannesburg. In den omtrek van laatst genoemde plaats hebben zij de Engelsche politieposten aangevallen en deze veel schade toegebracht. De opstandelingen in de Kaapkolonie hebben de Engelsche iiniën doorbroken, en nu oprukkend naar het Zuiden, zullen zij voor Kaapstad een groot gevaar opleveren, waar mede de Engelschen voortaan hebben rekening te houden. Wij voor ons zijn van oordeel, dat, nu het zwaartepunt van den Zuid- Afrikaanschen oorlog naar de Kaapkolonie verplaatst is, de strijd over het al of niet voortbestaan der Boerenrepublieken in deze Britsche kolonie zal worden uitgestreden. Het is een feit, dat de opstand zich uitbreidt, en dat generaal French van zijn militaire ver richtingen nog weinig succes heeft. Met hangen en wurgen zal men de Kaapkolonie niet tot rust brengen. Men moge in de Engelsche pers een hoogen toon aanslaan, de toestand in Zuid-Afrika is en blijft voor de Engelschen hoogst ongunstig. De Britsche soldaten deser- teeren bij menigtegeheele compagniën weigeren te vechten. Het Engelsche leger is den oorlog, die bijkans reeds twee jaren duurt, moede. De fut is er uit. En men staat tegen over een fel verbitterden vijand, aan wien men alles ontnomen heeft, goed en bloed. De Boeren, die niets meer te verliezen hebben, zullen tot den laatsten man doorvechten. Niets zal hen weerhouden, niets zal hen afschrikken. Geen proclamatiën zullen hen bewegen hun nek te krommen onder Engeland's juk. Kitchener moge de Boeren bedreigen met levenslange ballingschap, wanneer zij na den 15den September gevangen worden genomen, en zich vóór dien tijd niet hebben overgegeven, mannen, die reeds zooveel geofferd hebben voor de zelfstandigheid van hun vaderland, laten zich door een dergelijke bedreiging geen vrees aanjagen. Uit die bedreiging spreekt slechts de onmacht van Engeland om het handjevol Boeren tot onderwerping te brengen. Één van de schelmen, die de oorzaak is van dezen rampzaligen oorlog, Lord Milner, is op zijn terugreis naar Zuid-Afrika. Het ware voor hem beter, zoo hij in Engeland gebleven ware. Het gerucht gaat, dat Lord Kitchener Boeren voeren. De bejaarde veldmaarschalk, Neville Chamberlain, heeft naar aanleiding van een in het Lagerhuis gehoudene rede voering, als zijn meening uitgesproken, dat de oorlog door Engeland niet gevoerd wordt volgens de eischen der beschaving, dat door het verbranden van hoeven, het buitmaken van vee, het vernielen van den oogst en den mondvoorraad, het opsluiten van vrouwen en kinderen, alle internationalo regelen met voeten worden vertreden. Zal de Minister Joe Chamberlain den moed hebben ook zijn naamgenoot te beschuldigen van gebrek aan vaderlandsliefde, en van heulen met den vijand? Ons dunkt, dat de taal van dezen waardigen veldmaarschalk, die in Engeland in hoog aanzien staat, op alle weidenkenden moet indruk maken. Keizerin Friedrich, de moeder van den tegenwoordigen Keizer van Duitschland, is na een langdurig en smartvol lijden overleden. Zij was in de dagen, waarin Bismarck de almachtige rijkskanselier was, en zij nog in haar volle levenskracht was, evenals Keizerin Augusta, de gemalin van Keizer Wilhelm I, een vijandin van dezen staatsman. Oudste dochter van wjjlen Koningin Victoria van Engeland, was zij als Engelsche prinses trotsch op haar nationaliteit, en bleef, hoewel de vrouw van een Duitschen vorst, Engelsche in haar hart. Na den dood van Haar Keizerlijken gemaal trok'zij zich in afzondering uit het openbaar leven terug. Zij was bij het volk, dat zij niet begreep, wel niet gehaat, maar toch ook niet bemind. Haar verscheiden laat bij de natie geen leegte na, die gevoeld wordt. Toch heeft haar dood nog ten gevolge gehad, dat aan Graaf Von Waldersee, die uit China naar Duitschland is teruggekeerd, niet die grootsche ontvangst is ten deel gevallen, die men hem had willen bereiden. i)e Duitsche Keizer had Von Waldersee, die in China kwam toen het gevaar geweken was en Peking reeds in handen was der verbondene Mogendheden, als een triumphator willen ontvangen, wat niet anders dan belachelijk zou geweest zijn, zoo het gebeurd ware. Bovendien is de veldtocht naar China voor Duitschland's naam niet zoo eervol geweest, want zijn soldaten hebben overeen komstig hoog bevel in Peking verschrikkelijk huisgehouden. Zij hebben op de wijze der Hunnen, die hun tot voorbeeld zijn gesteld, geplunderd, en geen kwartier gevend, gemoord. Zal Von Waldersee nu'ook al geen triumftocht ten deel vallen, hem zal, als de dagen van rouw voorbij zijn, wel de een of andere j onderscheiding worden aangeboden. Men zegt zelfs, dat de Keizer plan heeft hem tot Prins i te verheffen. De Britsche gezant te Peking heeft geweigerd de vredesovereenkomst te teekenen. Ook hebben de Engelsche soldaten weer het zomerpaleis van den Keizer bezet, tegen welke daad de andere Mogendheden gepro- testeerd hebben. Wil Engeland door zijn I houding bizondere voordeelen afpersen, of handelt het zóó, omdat de toestand in China j in de werkelijkheid een dreigend aanzien verkrijgt? Het zou ons niet verwonderen, j indien op een of anderen tijd in China zich de gebeurtenissen van het vorig jaar herhalen. En als dat geschiedt, dan zal men oogsten, wat men gezaaid heeft. Italië heeft één zijner meest bekende staatslieden door den dood verloren. Francesco Crispi, die tot de éénheid van Italië krachtig heeft medegewerkt, en tot stand heeft gebracht, dat Italië zich aansloot bij het ver bond tusschen Duitschland en Oostenrijk, is op tachtigjarigen leeftijd overleden. In de laatste jaren van zijn leven speelde hij geen politieke rol meer, en was bij zelfs wegens zijn nauwe betrekkingen tot finantiëele onder nemingen, die geen solied karakter droegen, gedwongen zich op den achtergrond te houden. In Engeland gaan ook van militaire zijde stemmen op tegen de barbaarsche wijze, waarop de Engelschen den oorlog tegen de De Transvaalsch-Engelsche oorlog. Londen, 12 Aug. De Standard verneemt uit Pretoria, dd. gisteren, dat een twaalftal Boeren, welke zich hadden onderworpen en geweren van de Engelschen hadden ontvangen om hun vee te beschermen, op een hoeve ten Noorden van Volksrust door de Boeren werden omsingeld. Zij gaven zich over, nadat er een was gedood. Vijf stonden vervolgens terecht voor een krijgsraad onder voorzitter schap van Chri8tiaan Botha, die hen zoude hebben doen fusilieeren. De anderen werden veroordeeld tot een zware geeseling. In verband met de jongste proclamatie van lord Kitchener, is in het Engelsche hoofd kwartier een lijst saamgesteld, bevattende de namen der Boerenaanvoerders, die nog te velde zijn en die door de hedreigingen van den Britschen opperbevelhebber getroffen worden. De namen der betrokkenen zijndo opperbevelhebber Louis Botha, commandant Christiaan Botha, commandant Viljoen, com mandant De la Rey, commandant Beyers, commandant Lucas Meyer, commandant De Wetcommandant Kempcommandant Weasels, commandant Kritzinger, commandant Fouchécommandant Malancommandant Scheepers, commandant Smuts, president Steyn, de staatssecretaris Reitz en de waarnemende president van Transvaal, Schalk-Burger. Pretoria, 10 Aug. Afgaande op de mede- deeling, verstrekt door een Boer, die zich overgegeven had, vertrok kapitein Valentine met een 50 man burgerpolitio van hier, ten einde zich meester te maken van een groote kudde vee. Hij slaagde in zijn toeleg, doch op den terugweg werden door een in een hinderlaag liggende strijdmacht der Boeren, 4 man van de burgerpolitie gedood en 2 gewondterwijl er bovendien een viertal gevangen genomen werd. De overigen slaagden er in zich uit de voeten te maken. Het heet, dat er 2 Boeren gewond zijn. Mag men den correspondent van de 3ster Lloyd gelooven, dan hebben de Boeren den 27sten Juni Pieter Maritzburg, de hoofdstad van Natal, b{j verrassing ingenomen. Zij bleven er zoo lang, tot dat zij alle artikelen bij elkaar hadden, welke zij noodig hadden. Onder hen bevonden zich een paar honderd in opstand gekomen Hollanders uit Natal en het stoutmoedige stukje gelukte onder de persoonlijke leiding van generaal Christiaan de Wet. Aldus zou De Wet's tijdelijke verdwijning zijn te eerklaren. 4 Juli moet er voorts gevochten zijn in de Schuwebergen ten Westen van Pretoria. Een Eögelsche colonne was uitgezonden, om generaal De la Rey gevangen te nemen, of hem ten minste te verjagen uit kalkovens in de Schuwebergen, waar hij zich ophield. Deze Engelsche colonne werd volkomen ver nietigd door commandant Kemp, die den afwezigen De la Rey verving. In den loop van het gevecht werd een troep Boeren door de Engelschen in het nauw gedreven. De Boeren namen de wijk naar een terreinplooi, waar het commando van Kemp lag verborgen. De Engelschen achtervolgden de vluchtelingen, zonder onraad te vermoeden en stormden de terreinplooi binnen. Toen Bloeg een vreeselijk geweervuur in hun gelederen van eenige meters afstand van de kopjes. Volgens het verhaal van een Britschen soldaat, die gewond werd, was het vuur der Boeren zóó hevig, dat de Engelschen er niet aan dachten het te beantwoorden, doch het gelaat in de handen verborgen en zich zonder tegenstand lieten dooden. Zij kregen tal van dooden, 100 gewonden en 400 gevangenen. Afgrijselijk is de mishandeling der vrouwen on kinderen in 't kamp te Johannesburg. Iemand van daar schrijft aan den heer Emous een en ander, waaraan wij 't volgende ontleenen Dr. Crook «crook" (ruw) ook in zijn handel en wandel is de door de Engelschen aangestelde geneesheer van dit kamp, en noch de super-intendant-generaal, (de heor Tucker), noch de super-intendent van dit kamp, de heer A. Noble, kan en durft ontkennen dat deze «Diamond-digger" allen onder diens duim heeft. Toen het aantal zieken tot 250 bedroeg en er tot 30 per week stierveD, heeft nooh de heer Noble, noch eenig ander persoon onder hem het gewaagd om eenige hulp aan dezen menschen-moordenaar aan te bieden, noch om hem te ontslaan en een beter en bekwamer geneesheer aan te stellen. Toen Crook 250 patiënten te behandelen had, wist hij goed dat hij dat enorme aantal niet geregeld kon bezoeken en behandelen. Wat anders konden de arme menschen verwachten dan den dood. Een menigte patiënten, en dit kan bewezen worden, weigerden de medicijnen van dr. Crook te gebruiken, maar troostten zich met huismiddelen, en werden hersteld. Nu het Engelsche publiek door fatsoenlijke bladen met den waren toestand der Burger- kampen wordt bekend gemaakt, weigert Crook beslist eenige informatie uit het kamp te laten gaan. De ziekentrooster en verpleegsters, die allen door de commissie der Hollandsche kerken aangesteld zijn en beloond worden, zijn door Crook belet eenige informatie aan eenig lid dier commissie of wie ook te ver schaffen. Het gevolg is, dat wij niet anders dan met groote moeite een en ander te weten kunnen komén. Wat andé?6 kan men hieruit afleiden, dan dat do toestand in het Burger- lcamp bij Johannesburg onder Crook een allerellendigste is, want was de toestand een gezonde en bevredigend, zou hij geen bezwaar kunnen hebben tegen de publicatie van alle «inns and outs". Om een enkel geval uit een menigte te noemen, zal ik melding maken van zekere mevr. Viljoendie met hare kinderen sedert 16 Januari 1901 tegen zin en wil in de renbaan geplaatst werd. Haar man werd op 2 Nov. 1900 op diens plaats Witkoppies, district Pretoria, gevangen en gedeporteerd, nadat hij de wapens neergelegd en een eed van neutraliteit genomen had. De volgende feiten kunnen door de verpleegsters en anderen bevestigd worden. Op 4 of 5 Juni beviel mevr. Viljoen van een zoon. Zij werd door een Boerenvroedvrouw, die ook in het kamp was geplaatst, bediend. Eenige uren na haar bevalling bezocht dr. Crook haar in haar tent, vroeg haar naar haar toestand en ouderdom, maar onderzocht haar niet. Crook gaf ook geen instructies aan de vroedvrouw, noch aan de verpleegster omtrent de behandeling dezer ongelukkige vrouw. Donderdagmorgen 6 Juni beviel deze vrouw van een tweeden zoon. Toen was zij erg zwak. Omtrent 3 uren na de bevalling van het tweede kind werd deze vrouw op last van Crook van haar tent naar de hospitaaltent vervoerd, terwijl zij erg zwak was. De vrouw werd zwakker en zwakker en overleed Zaterdagnamiddag omtrent 1.30, 8 Juni. Het tweede kind overleed ook op 8 Juni en het eerste op 9 Juni. Gedurende de laatste week rapporteerde Crook aan de autoriteiten, dat hij voor de week, eindigende 5 Juli, slechts 10 zieken had en 8 sterfgevalleu. "Wat anders beteekent dit dan dat van Crook's patiënten gevaar loopen van naar hun laatste rustplaats gezonden te worden. Met groote moeite heb ik de volgende bijzonderheden omtrent den toestand in het kamp kunnen krijgen Daarna volgt een lijst van 50 gestorvenen in één week, meest kinderen. En 't getal is er meer dan minder, schrijft hijEn 't vleesch, bestemd voor deze ongelukkigen is zeer slecht; tien schoon afgeslachte schapen, gewogen, wogen saam 120 pond. Een Boer in de renbaan zei, dat de beesten van magerte bijna niet loopen kunnen Middelburg (K. K.), 12 Aug. Kritzinger is naar het Noord-Westen gedreven, en liet onderweg een honderdtal paarden achter. Kolonel Crabbe was twee uur lang met hem in gevecht, en was met zonsondergang hem dicht op de hielen. Kaapstad, 12 Aug. Kleine troepen Boeren hebben zich vertoond in de zuidelijke districten van Kaapkolonie. Er zijn er waargenomen in de distrioten Worcester, Calvinia en Willowmore. Amerika. Amerika is het land der ziekelijke uitersten. Dit bloek in de laatste maanden, toen zekere Do wie de geloofsgenezing begon te prediken, en thans zich als den teruggekeerden profeet Elia aandient. Een nieuwe profeet trad thans op om hem concurrentie aan te doen, voor gevende de opgestane Johannes de Dooper te zijn. Hij heet Hoop, een geboren Beijer, die in 1869 als jongeling naar Amerika trok en zieh als steenhouwer te St.-Clowd (Minn.) vestigde. Thans «bewerkt" hij Chicago, en wil in openbaar debat met Dowie de quaestie uitvechten wie van hen beiden de ware profeet is. "Vóór hij profeet werd heeft hij eenige schatten opgelegd en in de bank vastgezet. Zijn vrouw is van hem weggeloopen. Hij heeft twee kinderen. Hij gaat van stad tot stad on van dorp tot dorp met een groote blikken ster op de borBt zijn roeping af kondigen. Hij is niet gekleed in zak en asch, noch zoekt hij de wildernis, maar juist het tegenovergestelde. Deze nieuwe Johannes de Dooper reist per spoor en logeert in de beste hotels en eet en drinkt er lekker van. In 1878, zegt hij, kreeg hij zijn tweede licht, dat hij Johannes de Dooper is. Het schijnt dat de advocaten te St.-Paul (Minn.) hem voor 't lapje houden of misbruik maken van zijn krankzinnigheid, door hem af te zetten. Althans zij hebben hem als bewijs voor zijn zending een document verstrekt, hetwelk luidt als volgt: «St.-Paul, kantoor van den klerk van het plaatselijk gerechtshof, 9 Juli 1901. Aan die de waarheid en profetie beminnen, groete Dit is een bewijs, dat de drager, Johannes de Dooper II, den strijd heeft aangebonden om de ketterij uit te roeien én dat hij van nu aan zich zal wijden aan de uitroeiing van een secto, Dowieïtes genaamd, en hij zal geen behagen in het leven hebbsn, totdat de Dowieïtes van de oppervlakte der aarde verdelgd zijn. Nu wenschen wij, de rechters, klerken en andere ambtenaren van het plaatselijk gerechtshof, u allen geluk met deze onderneming". Dowie en zijn aanhang zijn woedend. Hij wil geen openbaar debat, doch houdt in zijn meetingszaal heftige redevoeringen tegen den afwezige. Men is belangstellend wie van deze «profeten" 't winnen zalJohannes II of Elias II. Rusland. Tusschen de bewoners van twee dorpen in Zuid-Rusland bestond sedert eenigen tijd een veete over een stuk land, waarop van beide zijden eigendomsrechten geldig werden gemaakt. Dezer dagen kwam het tot een botsing. 800 personen namen aan den strijd deel, die twee uren duurde en waarbij van allerlei wapenen gebruik werd gemaakt. 40 personen werden gedood en 126 gewond. Frankrijk. Parijs, 12 Aug. Gisterenavond om 7 uur is een hevige brand uitgebroken in de weverij van Graville in de rue Demidoff te Havre. De brand nam onmiddellijk groote afmetingen aan en een groote houtwerkplaats aan de overzijde der straat werd al spoedig aangetast. I Twee uur later stond een geheel huizen complex in brand en hedenmorgen had de brandweer het vuur nog niet geheel beteugeld. De schade wordt begroot op 2 millioen francs i er zijn geen menschenlevens verloren gegaan. Te Parijs is Zondag een Nederlander gearresteerddie voorgeeft dagbladcorres pondent in Transvaal te zijn. Hij wordt beschuldigd van valschheid in geschrifte en gebruikmaking daarvan. Te Marseille had hij kennis aangeknoopt met een Nederlandsche familie, aan wie hij zich had voorgesteld onder den naam Wade. Het hoofd des gezins had hij wijsgemaakt, geheim agent van de Transvaalsche regeering te zijn en in opdracht te hebben, in Europa oorlogsbehoeften te koopen en die naar Transvaal te zenden. De pseudo-agent legde papieren over, die onderteekend waren met de namen van bekende hooggeplaatste Transvaalsche ambte naren, o. a. van dr. Leyds. De zegels droegen er toe bij de papieren een authentiek aanzien te geven. Op zekeren dag stelde Wade de familie in quaestie voor, voor zijn rekening, zaken te doen, die aanzienlijke winsten moesten afwerpen, en slaagde er in, een groote som gelds van zijn nieuwe vrienden los te krijgen. Ook vroeg hij de dochter des huizes ten huwelijk, waarvoor hij toestemming verkreeg en het huwelijk zou in Juli 1.1. worden vol trokken. Even vóór den bepaalden datum verdween Wade plotseling. Zondag werd hij, na lang zoeken, gearresteerd aan het gare du Nord te Parijs, op het oogenblik, dat hij uit Londen aankwam. Wade hoeft ook een bewoner van Ant werpen opgelicht voor 25.000 francs. Duitschland. Homburg, 11 Aug. Hedenmorgen te 9 u. 16 min. kwamen de koning en de koningin van Engeland, prinses Victoria en prins Nicolaas van Griekenland met gevolg hier aan. Zij werden door het keizerlijk paar en de drie oudste prinsen ontvangen en hartelijk begroet. Op het perron stond een eerewacht van het 80ste regiment met vaandel geschaard. Cronberg, 11 Aug. In de eerwaardig oude kerk had hedenmiddag om vier uur een lijk dienst plaats. Van het slot Friedrichshof tot de kerk stonden militairen geschaard. De vorstelijke personen namen plaats achter de lijkkist in de altaarnis. Na de gezangen en het gebed traden de prinsen August Wilhelm, Adalbert en Oskar naar voren en plaatsten zich naast do officieren der eerewacht aan het I voeteneinde, de kroonprins en prins Eitel Fritz stelden zich aan het hoofdeinde van de kist op. De opperhofprediker Dryander sprak een gebed, waarin hij de keizerin herdacht, die, toe- gerust met rijke gaven, gelukkig en gelukkig I makend aan de zijde van haar gemaal had geleefd. Daarop zegende hij het lijk. Op dit j oogenblik presenteerden de troepen buiten het geweer, de tonen van den roffel en het

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 1