De heeren Hennequin en Weisfeit gaven in
welsprekende woorden een overzicht over de
werkzaamheden van het aftredend hoofd; de
heer Yan der Plaat, hoofd der katholieke
school, wees op de goede verstandhouding,
die in deze gemeente steeds bestaan had
tusschen de hoofden van de openbare en de
bijzondere school.
De heer Yorsterman van Oyen, voor de
welwillende woorden over hem gesproken
dankzeggende, wees er op, hoe hij vóór 41
jaar zijn loopbaan begon onder burgemeester
Reepmaker en wethouder Wijffels en hoe hij
die nu onder een anderen burgemeester, met
wien hij reeds 12 jaar mocht samenwerken,
eindigde onder de zonen van die heeren Reep
maker en Wijffels als wethouders. Hij wenschte
de gemeente Aardenburg toe, dat zij nog lang
mocht blijven onder het bestuur van mannen,
die steeds met woord en daad toonen de
belangen der gemeente met al hunne krachten
te bevorderen. De heer Wijffels wijdde later
nog een hartelijk woord aan den ijver der
onderwijzeres, die hare taak steeds met nauw
gezetheid en ijver vervuld heeft.
Deze bijeenkomst, half-intiem, half-ofiiciëel,
zal zeker bij allen, die daar tegenwoordig
waren, lang in aangename herinnering blijven.
(Wbld. v. Z.Vl W.D.)
Stavenisse, 10 Aug. In de heden
alhier gehouden vergadering van den gemeente
raad werden de geloofsbrieven van de
herkozen raadsleden onderzocht en goedgekeurd.
Goedgekeurd werd de rekening en verant
woording van het Plaatselijk Armbestuur
over 1900. De inkomsten bedroegen f 867,995
en de uitgaven f 1050.35, zoodat het kwaad
slot is f 182.355. De begrooting voor 1902
werd vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op
f 880.49. Als lid werd herbenoemd de heer
C. Steendijk. Tevens werd besloten, dat al
de telegrammen alhier kosteloos zullen
besteld worden. Yoor de telegrammen binnen
de gemeente zal de besteller ontvangen al
de dubbeltjes, die het rijk hiervoor aan de
gemeente uitkeert, terwijl voor die buiten de
gemeente een totaalsom van f 30 vergoed
wordt.
Goes, 10 Aug. De gemeenterekening over
het afgeloopen dienstjaar bedraagt in ontvangst
f 118256.68 en in uitgaaf f 111456.24£,
zoodat er een batig saldo is van f 6800.
Aan een der aanvragers om bouwterrein
werd het verzoek toegestaan, terwijl het aan
een ander werd geweigerd, omdat met die
laatste aanvrage een stukje plantsoen was
gemoeid, en met de publieke wandelplaatsen
is het gemeentebestuur, en terecht, zeer zuinig.
Tengevolge van eenige opmerkingen door
Gedeputeerde Staten, werden eenige wijzigingen
gebracht in de verordening op den hoofdelijken
omslag.
Daar tengevolge van scholenbouw gemeente
grond in gebruik is genomen, werd den pachter
vermindering van pacht toegestaan en werd
hij tegelijk schadeloos gesteld voor het verlies
aan vruchten.
Yoor den reinigingsdienst zal eene uitgaaf
noodig zijn van ongeveer f 4000 en ook de
kosten van verbouw der H. B. S., bij over
neming door het Rijk, zullen f 4000 meer
bedragen dan eerst gedacht was. Om ia een
en ander te voorzien zal eene leening gesloten
worden tegen hoogstens 4 procent.
Op voorstel van den heer Yan den Bout
besloot de Raad zich te wenden tot den
Minister van "Waterstaat, Handel en Nijver
heid, teneinde eene verbetering te krijgen in
den toestand van het station. De medewerking
zal worden ingeroepen van den directeur-
generaal en van den Raad van toezicht op
de Staatsspoorwegen,
Krabbendijke, 12 Aug. In de Zaterdag
gehouden vergadering van de nieuw opgerichte
werkliedenvereeniging, die thans 148 leden
telt, werden als bestuur gekozen de heeren
A. Sonke als voorzitter, M. Weststrate als
seoretaris en Jan van Luyk als penning
meester. Als leden van het bestuur de heeren
G. Slabbekoorn, A. van 't Leven Jz., B. Klap
en M. Jacobusse. Als bestuursleden van het
ziekenfonds, dat 102 leden telt, de heeren
A. Sonke als voorzitter, M. Weststrate als
secretaris en verder de heeren J. N. Elenbaas,
G. F. W. Geill en Jac. Welleman. Tot
bode werd gekozen O. Sohrier.
Door de politie ia proces-verbaal op
gemaakt tegen drie jongens van het gehucht
Oostdijk, gemeente Kruiningen, van 10, 12
en 13 jaar, die Woensdag 1.1. met steenen
ruiten hadden ingegooid van een passeerenden
personentrein.
Middelburg, 10 Aug. Het 2e bataljon,
3e regiment Infanterie uit deze stad, dat
van j.l. Maandag tot heden deelnam aan de
schietoefeningen te Harskamp (Ede)is
hedenmiddag per extra-trein gezond en wel
in de garnizoens-plaats teruggekeerd.
Vlissingen, 10 Aug. Yoor de komst van
den koning en de koningin van Engeland,
prinses Victoria en prins Nicolaas van Grieken
land, waren heden vanwege de justitie
belangrijke maatregelen genomen.
Een groot aantal rijksveldwachters zette de
terreinen om en bij den spoorweg en het
station geheel af.
Niemand werd daar doortocht verleend.
Om zich te vergewissen van die maatregelen
was de advocaat-generaal Reitsma, fungeerend
directeur van politie in Zeeland, naar hier
gekomen.
De vorstelijke personen waren Vrijdagavond
te tien uren van het Charing Cross station
te Londen naar Port Victótia vertrokken.
Het nieuwe koninklijk jacht, 438 voet
lang, aan boord hebbende den koning en de
koningin, benevens prinses Victoria en den
Griekschen kroonprins, kwam ten 5 ure 30
min. in de havende beide kruisers, die het
jacht vergezelden, bleven op de reede. Van
wege onze koningin was alhier aangekomen
graaf Dumonceau, chef van het militaire huis,
en sir Henry Howard, Engelsch gezant te
'8-Gravenhage, die zich aan boord begaven
om H.H. M.M.te begroeten. Behalve de
stedelijke politie, waren een 40-tal rijksveld
wachters, met karabijnen gewapend, bij de
aanlegplaats aanwezig, terwijl een stoombootje
gehuurd was om in de Buitenhaven politie
dienst te verrichten.
De vorstelijke personen bleven aan boord
tot 10 ure, toen zij zich door de hal naar
den gereedstaanden trein begaven. Om 40
uur 20 min. vertrok de trein naar Frankfort,
waar hij morgenochtend ten 10 ure moet
aankomen.
Het jacht vertrekt morgen ten half 5 ure
naar Portsmouth, tegelijk met de ter reede
liggende kruisers.
Bij den gemeenteraad is een voorstel
ingediend tot uitbreiding van de politie, en
het korps, dat thans behalve den commis
saris en den inspecteur, 15 agenten telt, te
doen bestaan uit: den commissaris, 1 inspec
teur, 1 adjunct-inspecteur, 1 hoofd-agent,
2 agenten-rechercheurs en verder 17 agenten
der 3e klasse.
CONCEBTNIBIIWS.
De heer 8. Klimmerboom (orgel) en zijn
zoon, de heer F. C. Klimmerboom (viool) gaven
hier 1.1. Zondag een concert in de Nieuwe
Kerk, tegen de zeer lage entrée van 25 cent,
iets ongehoords in onze stad, vooral wanneer
de kunst zoo hoog gehouden wordt, als nu
het geval was. Wanneer deze beide heeren,
hetzij ieder afzonderlijk, hetzij te zamen, aan
het woord zijn, dan kan men ook iets degelijks
verwachten.
Van de orgelnommers moeten in 't bijzonder
op den voorgrond geplaatst wordenHallelujah
aus der Messias (Handel), en Sonate no. 6 über
das Gebet des Herrn (Mendelssohn). Van de
vioolnommers worden vooral geroemd: Adagio
aus das G-moll Concert (M. Bruch), Preghiera en
Largo (Handel). Daarmee is niet gezegd, dat
de overige nrs. op een kleinigheid na
minder goed werden voorgedragenhet ge-
heele programma genoot een artistieke ver
tolking.
Wat ons zeer frappeerde, was de schoone,
volle klank van de nieuwe viool, die bespeeld
werdeen conservatorium-prijs, door den maker,
de heer K. van der Meer te Amsterdam,
beschikbaar gesteld voor den besten leerling
der vioolklasse. Daar evenwel nog een ander
leerling in gelijke mate in aanmerking kwam,
heeft het lot ten voordeele van den heer K.
beslist.
Het zal misschien lang duren, eer we het
genoegen zullen hebben den heer F. C. Klimmer
boom weder te hooren. Zijn vertrek naar
Meiningen, als lid van het orkest aan de Hof
kapel aldaar, is aanstaande. Onze beste
wenschen vergezellen hem. Toch is de hoop,
dunkt ons, niet ongegrond, hem na korteren of
langeren tijd weder in ons midden te zien
optreden. Hij zal er zeer welkom zijn.
Niettegenstaande de zeer lage entrée was
het publiek niet zoo talrijk, als verwacht kon
worden. Het zomer-seizoen is misschien daar
van de schuld. Hoe het zij, de afwezigen
hadden ongelijk.
Zierikzee, 12 Augustus 1901.
BEOHTSZA KE N.
N A PRE T.
Namens een persoon, die bij de jongste
Kamerverkiezing te Amsterdam voorschotten
had gedaan in het belang der verkiezing voor
mr. F. A. van Hall, is deze gedagvaard
voor het kantongerecht aldaar tegen heden
(Maandag), om mr. Yan Hall te doen ver-
oordeelen tot betaling der gemaakte kosten.
O N D E B W IJ 8.
De heer J. Dorleijn te Oost- en West-
Souburg is benoemd tot onderwijzer aan de
christelijke school te Westmaas.
De alphabetische voordracht voor hoofd
der school te Kapelle (Z.-B.) bestaat uit de
heeren A. v. d. Brugge, onderwijzer te Kapelle,
L. F. N. Giel, hoofd der sohool te Cortgene,
M. C. Maas, onderwijzer te Tholen, C. J.
Reisingor, hoofd der school te Haamstede en
L. B. v. d. Slikke, hoofd der sohool te
Oudelande.
Tot onderwijzer aan de school te Lams-
waarde, gemeente Hontenisse, is tegen 1 Oct.
e.k. benoemd de heer A. K. J. van den Ende,
thans te Tubbergen.
Yolgens De Standaard zijn er in ons
land 651 scholen met den Bijbel, die een
waarde vertegenwoordigen van ongeveer zes
millioen.
Op die scholen vinden meer dan 100.000
leerlingen plaats en arbeiden, behalve de
schoolhoofden, ruim 1900 onderwijzers en
Post en Telegrafie.
Stavenisse, 11 Aug. De heer S. J.
Faassen de Heer, thans brievengaarder alhier,
is met ingang van 1 Januari a.s. in gelijke
betrekking benoemd te Bezooijen (N.-Br.)
Brieven uit Berlijn.
Van onzen correspondent).
Praktische armenzorg. Hoe zij, die
aan lager wal zijn geraakt, weer
op de been worden geholpen.
Behujn, 8 VIII 1901.
Het aantal personen zonder eenig middel van bestaan
is ontzettend groot in eene millioenen-stad. Wie ooit op
een kouden winterdag een blik heelt geslagen in de
dicht bezette stedelijke en bijzondere asylen voor dak-
loozen, zal zoo licht den indruk niet vergeten, dien de
daar gehuisveste allerarmsten op den bezoeker maken.
Een niet gering percentage van deze lieden meldt zich
eerst aan bij een asyl, waar zij zich stipt moeten houden
aan de regels van het huis, wanneer zij er door het barre
weer toe worden gedwongen. Velen zijn zoo aan het
vagebondeeren gewoon geraakt, dat zij zich aan een
geregeld leven niet meer kunnen wennen en liever gebrek
lijden dan werk zoeken, wanneer zich hiertoe gelegenheid
voordoet. Zij behooren tot degenen, die in de zomer
maanden de korte lauwe nachten «bei Mutter Grün" op
een bank in de openbare parken of onder de bogen van
een brug doorbrengen. Het zyn de totaal gestrande
wrakken, welke onmiddellijk weer aan den grond raken,
wanneer zij na veel moeite met vreemde hulp zijn vlot
geworden. Zij zijn op den duur niet te helpen en gaan
jammerlijk te gronde. Natuurlijk speelt hierbij de drank
een groote rol.
Maar er zijn onder de dak- en arbeidloozen ook een
groot aantal, die wel zouden willen werken, als zij maar
konden. Velen zijn buiten hun schuld aan lager wal
geraakt door ziekten, ongelukken, gebrek aan werk;
anderen weer ten gevolge van een lichtzinnige daad in
een onbewaakt oogenblik weer anderen door den drank.
Zonder eenig middel van bestaan zou het voor al deze
arbeidswiilü/en vrijwel een ding der onmogelijkheid zijn,
er weer boven op te komen, wanneer hen niet door
bijzondere personen of door philanthropische inrichtingen
de behulpzame hand werd geboden. Helaas is het aantal
in een stad als Berlijn zoo groot, dat alleen een gedeelte
kan worden geholpen.
Wie een paar gezonde armen aan het lijf heeft en niet
tegen geregeld werk opziet, heeft veel kans opgenomen
te worden in de y>Arbeiterkoloniein de Reiniekerdorfer-
strasse in het noorden van de stad.
Toen ik in het voorjaar deze inrichting bezocht, was
het juist schaftuur, zoodat in de werkplaatsen, waarin
ik door den direk&rifr werd rondgeleid, niet gewerkt
werd. Dezer dagen ging ik weer eens een kijkje nemen
en trof het nu beter. De kolonie ligt aan de uiterste
grens van de stad, waar het er al eenigszins landelijk
begint uit te zien. Kleine vervallen boerenhuizen met
lage daken grenzen aan leelijke arbeidershuurkazernes
voor een groot aantal gezinnen. Daarnaast open bouw
terreinen. Aan beide zijden van de straat ligt het afval
en vloeit het vuile water in open riolen, zooals in eene
kleine provinciestad.
In deze omgeving, waar grond en gebouwen nog niet
zoo groote waarde hebben als in straten, dicht bij het
centrum gelegen, ontstond 16 jaar geleden de Arbeit er-
koloniewelke zich in den loop der jaren aanmerkelijk
heelt uitgebreid. Het is een inrichting op christelijken
grondslag, ongeveer in den trant van de weezeninrichting
in Neerbosch, doch op veel kleiner schaal, waar ook
Joden worden opgenomen.
Bij hunne intrede verplichten zich de kolonisten stipt
de regels van het huis te zullen naleven en minstens
drie maanden te blijven. Zij beschikken niet over veel
vryen tijd. Op werkdagen wordt hen slechts bij uitzon
dering vrijaf gegeven door den direkteur, hoofdzakelijk
om inkoopen te doen, welke niet op Zondagen kunnen
geschieden.
Zoodra een nieuweling is opgenomen, moet hjj een
bad nemen, alvorens aan het werk te worden gezet.
Gelijktijdig wordt zijn plunje in den desinfektie-oven uit
gestoomd. Daarna wordt hem in één der verschillende
afdeelingen zijn werk aangewezen door den direkteur.
De kolonisten recruteeren zich uit allerlei standen en
beroepen. De meesten hebben betere dagen gekend, zijn
kantoorbediende geweest of hebben zelfs gestudeerd. Daar
het aantal van degenen, die een bepaald ambacht geleerd
hebben, niet groot is, heeft het bestuur van de kolonie
alleen zulk werk uitgekozen, dat met eenigen goeden
wil gemakkelijk is te leeren. Men bepaalt zich bij het
maken van borstels en bezems, pakkisten en keuken
meubels en het leveren van brandhout. Aan het hoofd
van elke afdeeling staat een Werkmeister", die meestal
zelf vroeger in de branche een eigen zaakje heeft gehad
en volkomen op de hoogte is van het werk en van de
marktprijzen. De kolonisten worden voor hun werk betaald
en betalen ook zeiven een klein kostgeld. Men wil hen
op deze wijze aan een geregeld leven gewennen en hen
daardoor leeren weer op eigen beener. te staan. Daar zij
dagelijks geld verdienen en hiervan een gedeelte voor
hun onderhoud moeten afstaan, wordt den kolonisten
het deprimeerende gevoel bespaard, alsof zij zich in een
•armhuis" bevinden. Zij dragen ook hun gewone eigen
werkmanskleeren en geen uniformdracht.
De meeste kolonisten verdienen een vast loon van
1 Mark (60 ets.) per dag, dat tot M. 4.50 (90 ets.) kan
stijgen. Daarvan wordt 75 pf. (45 ets.) daags afgetrokken
voor kost, inwoning en bewassching, zoodat by een
dagloon van 4 Mk., per week M. 3.25 overblijft; hiervan
gaat nog af 38 pf. voor Invaliden- en Krankenkassehet
restant, netto M 2,97 (f 1,78) wordt hen echter niet in
baar uitbetaald, doch voor hen bewaard, tot zij de
inrichting definitief verlaten. Wie zuinig is geweest en
in dien tusschentijd het bespaarde geld niet voor kleeren
of andere doeleinden heeft uitgegeven, beschikt derhalve
na een verblijf van 3 of meer maanden over een klein
sommetje, dat hem in staat stelt, een «Schlafstelle" te
huren en naar een nieuwen dienst om te zien. Onge
lukkigerwijs heeft de statistiek uitgemaakt, dat ongeveer
de helft der ontslagen kolonisten weer terugkeert, deels
daar zy er niet in konden slagen een dienst te vinden,
deels omdat zij te zwak waren om op eigen beenen
te staan.
Van de 552 in het afgeloopen jaar opgenomen per
sonen kwamen 349 voor de eerste maal, 409 voor de
tweede maal, 42 voor de derde maal, 26 voor de vierde
maal, 44 voor de vijfde maal, 7 voor de zesde en zevende
maal. Verreweg de meesten waren ongehuwd (417) of
weduwnaar (47). Gehuwd waren 38 personen, wier
vrouwen evenwel niet konden worden opgenomen. Het
grootste contingent leverden personen tusschen 20 en
30 jaar (164) en tusschen 3050 jaar. Boven 61 jaar
waren 41 personen; deze oudjes behooren waarschijnlijk
tot degenen, die voor de zesde en zevende maal kwamen.
Verreweg de meesten waren natuprlyk Duitschers, doch
er werden ook een paar Zwitsers, Amerikanen en Russen,
25 Oostenrijkers en een Hollander onder aangetroffen.
Het gaat in deze afgesloten kolonie evenals daar buiten
in de groote maatschappij, zij die een ambacht grondig
hebben geleerd, hebben meer kans vooruit te komen en
een sommetje te besparen, waarmee zij na hun uittreden
wat kunnen aanvangen, dan de brekebeenen. Een goed
borstel- of bezemmaker, timmerman of verver, die zich
ordelyk gedraagt, krijgt niet het vaste weekloon zooals
de overigen, doch werkt op stuk en verdient dan ongeveer
zooveel als hij in dezelfde conditie op karwei bij een
baas zou verdienen. De werkmeester van de afdeeling
maakt een lijst op van degenen, die voor deze gunstige
conditie in aanmerking komen, waarop dan de direkteur
een beslissing neemt.
Er valt natuurlijk wel wat te zeggen tegen dit systeem,
evenals tegen het lage loon van het gros der kolonisten,
doch men mag niet uit het oog verliezen, dat de meesten
of bijna allen daar buiten in de groote stad op ver
schillende plaatsen hun hoofd hadden gestooten, nergens
werk hadden kunnen vinden en zich berooid bij de
direktie ter opname hadden aangemeld. Het zijn ook
niet altijd de beste elementen, die hier een onderkomen
vinden. Dit blijkt wel uit het feit, dat het vorig jaar
niet minder dan 70 personen wegens wangedrag en 80
wegens luiheid moesten worden verwijderd.
De kolonie wordt in stand gehouden uit de vrijwillige
bijdragen van leden der vereeniging, uit de opbrengst
der artikelen, welke door de kolonisten worden vervaar
digd, uit koliekten en giften in eens en ten slotte uit
het kostgeld der bewoners. Het spreekt van zelf, dat er
strenge orde en tucht moet heerschen in een dergelijke
inrichting, welke allerlei heterogene bestanddeelen uit
de onderste lagen der maatschappij huisvest.
De verschillende gebouwen zijn rondom een binnenplaats
gelegen. Links de borstel- en bezemmakerij en de tim
mermanswerkplaatsen, rechts het kantoor, de eet- en
slaapzalen, de verfwinkel, het kerkje, de keuken, bad
kamer en stal. Voor aan de straat wordt op 't oogenblik
een nieuw gebouw opgericht, dat tot woning moet dienen
voor de verschillende beambten.
De eet- en slaapzalen bevatten natuurlijk slechts het
allernoodigste. Evenals in de Duitsche kazernes slapen
de mannen in ijzeren kribben met een onder- en een
bovenplaats, waardoor veel ruimte wordt uitgewonnen.
Men denkt zich een ouderwetsch ijzeren bed met lagen
hemel op vier stijlen. De hemel van het bed is eveneens
ingericht tot bed. Met een vaartje moeten de mannén
er in springen, waarin zij al gauw een groote handigheid
ontwikkelen. Winter en zomer staat men om 7 uur op.
Driemaal daags worden de maaltijden uitgereikt. Het
middagmaal bestaat steeds uit een stevige huismanskost,
groenten, aardappelen en vleesch door elkaar gekookt.
Er zullen heel wat kolonisten zijn, die vroeger zulk een
krachtig middagmaal, waaraan het vleesch nooit ontbreekt,
onmogelijk konden bekostigen. Met een hongerige maag
behoeven zij niet van tafel te gaan, daar zij zooveel
krijgen als zij lusten. De avondmaaltijd bestaat doorgaans
uit een dikke meel- of biersoep. Eenmaal 's weeks krijgt
ieder man 's avonds een haring en aardappelen zooveel
hij «stouwen" kan.
In een dergelijke inrichting, welke niet alleen verbruikt,
maar ook produceert, is een omvangrijke boekhouding
noodzakelijk. Over elk kolonist wordt nauwkeurig aan-
teekening gehouden naar de loonlijsten, welke door de
werkmeesters worden opgemaakt. De klerken op het
kantoor behooren zeiven ook tot de kolonisten. Het zijn
vroegere kantoorklerken, die om de een of andere reden
hunne betrekking hadden verloren.
Op mijn vraag, of er voor de verschillende artikelen
geregeld aftrek wordt gevonden, kreeg ik een bevestigend
antwoord. Voor de borstel- en bezemafdeeling is een
speciale stadsreiziger aangesteld, die geregeld de détail
winkels bezoekt. Daarentegen gaat de werkmeester van
de afdeeling voor keukenmeubels er zelf op uit en ver
koopt zijn artikelen meestal en-gros aan groote magazijnen
voor goedkoope huishoudelijke artikelen. Het benoodigde
hout voor de keukentafels en stoelen, bordenkasten,
aanrechten, bordenschoppen, vuilnisbakken enz., wordt
deels en-gros gekocht, voor een ander deel gebruikt men
hiertoe ook de planken van nog gave gebruikte kisten.
Verscheidene kolonisten waren op de binnenplaats ijverig
in de weer, groote kisten uit elkaar te schroeven, waarin
winkelruiten waren verzonden.
De Berlijnsche nArbeiterkólonie?' met haar filiaal in
het dorp Reiniekendorf, waar hulzen voor fiesschen worden
vervaardigd en landelijke bezigheden worden verricht,
staat niet alleen. In het geheele rijk bestaan 32 koloniën,
welke geregeld voeling met elkander, houden. Elke kolonie
staat echter op zichzelf en moet hare onkosten uit eigen
middelen bestrijden. In het geheel bieden deze inrichtingen
onderkomen aan voor 3537 personen.
Zoodra een kolonist wegens ongehoorzaamheid, luiheid
of om andere grondige reden uit een inrichting wordt
verwijderd, wordt zijn naam op de «schwarze Liste"
geplaatst en hiervan aan de overige kolonies kennis
gegeven, welke nu eveneens hare deuren voor hem ge
sloten houden. Dit weten de kolonisten.
Het doel der tArbeiterkolonien" bestaat hoofdzakelijk
hierin «gestrandete Existenzen" onderkomen te vet leenen,
hen aan een geregeld werkzaam leven te gewennen en
hen in de gelegenheid te stellen, zich door vlijt en
arbeidzaamheid opnieuw een plaats in de maatschappij
te veroveren, welke hen reeds uitgestooten had.
Jammer genoeg, gelukt dit slechts voor een klein
gedeelte. BZ.
Een raadszitting.
Men schrijft uit IJzendijke aan de M. Ct.:
In de jongste raadszitting was aan de orde
het vaststellen der gemeenterekening over 1900,
met het onderzoek waarvan belast geweest
waren de heeren Leenhouts en Hendrikse.
Die commissie bracht, bij monde van laatst
genoemden, haar rapport uit, waaruit een keer
te meer bleek hoe ellendig de gemeente
administratie is gevoerd geworden. Zoo werden
b.v. vijf kwartalen abonnement van de Staats
courant in rekening gebracht. Den gemeente
secretaris en den gemeente-ontvanger werden
voorschotten in rekening geleden, die niet door
bewijzen waren gestaafd. De secretaris, door
den voorzitter naar zeker door hem in rekening
gebracht postje gevraagd, wist daarvan geen
verantwoording te geven. Het in rekening
brengen van vijf fiesschen inkt niettegenstaande
de f 100 bureaubehoeften werd ,/een abuisje"
genoemd. Aan uniformpetten en aan schoen-
lapperij voor den gemeente-veldwachter achtte
de commissie te veel uitgegeven; kortom, geen
enkel hoofdstuk kon ongehavend uit de revue
te voorschijn komen.
De slotsom was, dat de commissie den
burgemeester, dien de rapporteur nog een
vreemdeling in Jeruzalem noemde, aanbeval
een nauwlettend oog op de administratie te
houdenhij voor zich zou gaarne medewerken
om de boel op orde te krijgen en hij twijfelde
er niet aan of zijne mede-leden zouden den
nieuwen voorzitter, die grondig met gemeente
administratie bekend is en op wiens rekening
deze fouten niet gesteld mogen worden, daarin
ook behulpzaam willen wezen.
Wijl men voor een fait accompli stond,
stelde de commissie voor de rekening met
korting der f 5 voor het vijfde kwartaal
Staatscourantgoed te keuren.
De commissie, belast met het nazien der
rekening van de feestcommissie ter gelegenheid
der installatie van den nieuwen burgemeester,
bracht rapport uit en adviseerde tot betaling,
hoewel zij overtuigd was, dat de feestcommissie
er te hard in gebeten had en verscheidene
rekeningen overdreven waren; ,/een gebruik",
zeide spreker, „dat zich altijd bij festiviteiten
voordoet". Dienovereenkomstig werd besloten.
Uit de nieuwe verordening op den hoofde
lijken omslag werd, op voorstel van den heer
Hendrikse, eigen aangifte gelicht, omdat hij
zich overtuigd hield, dat minstens 2/s der
belastingschuldigen zich in een lagere klasse
zullen plaatsen dan zij nu staan. Ook werd
de commissie tot inontvangstname der reclames
geschrapt en het dagelijksch bestuur daarvoor
aangewezen. De heer Hendrikse zou er voor
passen lid dier commissie te zijn. Nu reeds,
in weerwil de behandeling van den hoofdelijken
omslag geheim is, wordt hij soms aangesproken
door belastingschuldigen alsof hij alléén de
schuldige is; wat zou zoo'n commissie dan
niet hebben te verduren I Intusschen ligt hij
op den loer om te weten wie de verklikker
uit de geheime vergadering is, teneinde dezen
te doen kennis maken met de justitie wegens
eedschennis.
Weldoeners der menschlieid.
Men wist reeds dat beroeps-collectanten
een goed deel van het geofferde als provisie
in hun zakken doen verdwijnen, maar dat
er ook lui waren die tegen belooning als
weldoeners optreden, dat vinden we in De
Echo met een sterk staaltje bewezen.
Voor een man, die een nieuwen werkkring
intrad, werden pogingen aangewend om
eenig geld bij elkaar te krijgen. Er werd,
buiten hem om, een request aan de Koningin-
Moeder gezonden en daarop f 100 ontvangen.
De man, verheugd over dit buitenkansje,
rekende al uit, wat hij voor die f 100 zou
kunnen koopen, toen hem werd medegedeeld,
dat hij slechts f 80 zou ontvangen, omdat
degeen die het request had geschreven 20 pet.,
dus f 20, nam voor de moeite. Bij Jozef
Israels te 's Gravenhage werd voor hetzelfde
doel f 25 ontvangen, maar de man krijgt
niet meer dan f 15, omdat er f 7.50 voor
reiskosten en 10 pet. dus f 2.50 voor den
collectant afgaan. Te Rotterdam werd f 10
ontvangen en ...f2 kreeg hij voor zijn
deel.
Het blad zou nog meer staaltjes kunnen
vertellen, maar de medegedeelde acht het
voldoende.
Het is in elk geval een waarschuwing,
zich niet te werpen in de armen van die
»weldoenerB der menschheid", die de lief-
en weldadigheid gebruiken om er een slaatje
uit te slaan.
P A A B D E N.
Yoor den Derby van 1903, waarvoor de
inschrijvingen reeds sloten, heeft de koning
van Engeland 6 paarden ingeschreven.
Ten bewijze welke enorme prijzen in
Frankrijk bij wedrennen worden uitgeloofd,
kan dienen, dat de heer Yaillaut dit jaar
reeds 522,180 fr. en de heer Blanc 420,416 fr.
won. Het paard Saxon won van April af
rond 400,000 fr. en het paard Glorie
382,275 fr.
In Amerika, alwaar men meer dan
ergens anders ook in wedrennen den tijd
opneemt bij paardenwedstrijden, beweert men
te hebben waargenomen, dat de paarden het
snelst loopen bij de grootste hitte en bij de
snikheete dagen in vorige maand liepen de
paarden zeldzaam snel.
Paarden-influenza.
De cavalerie-manoeuvres, die dit jaar zouden
plaats hebben, onder de bevelen van den
inspecteur der cavalerie, gaan niet door,
wegens het heerschen van de influenza onder
de cavalerie-paarden in de verschillende
garnizoenen. Evenmin zal er een oefeningsreis
der officieren plaats hebben.
Gruwelen in China.
Aan een schrijven van pater Jos. van
Kerkhoven, die op do plaatsen zelve inlichtingen
heeft ingewonnen, ontleent De Gelderlander
omtrent den gruwzamen dood van onzen
landgenoot mgr. Hamer het volgende
»Pater Van Kerkhoven is ook in staat
geweest, de bisschopsketen en den ring van
den prelaat uit handen van dc Boksers terug
te koopen. Deze kostbare relieken van den
martelaar zijn door den superior der congregatie,
waarvan mgr. Hamer déél uitmaakte,
geschonken aan zijn familie te Nijmegen, bij
wie ze thans berusten.
Op zijn standplaats te Eul-tsjeu-seu-ts'ing-ti
werd reeds bij den aanval de hand van
Zijne Doorl. Hoogw. met een kogel door
schoten.
Den 20en Juli heeft Mgr. Eul-tsjeu-seu-
ts'ing-ti verlaten en is den 22en te Toeo-
taj'eng aangekomen. Mgr. zat op een groote
kar, geknield op het ijzer eener lans en de
punt van een sabel kwam van achter tegen
zijn hals, zoodat hij niet de minste beweging
maken kon. In dien staat is hij de heele
stad doorgevoerd, beschimpt en verwenscht
door de menigte. Dienzelfden dag nog, 22
Juli, heeft men Monseigneur naar het
gerechtshof geleid, waar bij 5 dagen verbleef,
en, zoo men zegt, tamelijk goed behandeld
werd.
Den 26en Juli zijn de Boksers het
gerechtshof binnengedrongen, en hebben
Zijne Hoogwaardigheid daar uitgerukt. Zij
hebben Monseigneur bijna gansoh uitgekleed,
hebben hem een touw om den hals gedaan,
sleepten hem er mee langs alle kanten en
rukten heel zijn baard uit.
Daarna hebben zij Zijne Doorl. Hoogw.
omwonden met watten, die met olie waren
doortrokken en hebben die in brand gestoken.
Mgr. heeft rechtstaande de barbaarsche
pijniging moeten onderstaan, het vuur was
aan de voeten aangelegd. Toen het vuur uit
was, viel Mgr., maar hij leefde nog en men
hoorde eenige zuchten uit zijn borst opstijgen.
Vervolgens hebben de Boksers zijn handen
en voeten afgekapt, en het lichaam naar de
begraafplaats overgebracht. Daar hebben zij
Mgr. onthoofd, en gedurende een ganschen
dag het hoofd op de punt van een lans ten
toon gesteld, zooals men soms groote boos-
wiohten doet. Met dit alles was de helsche
razernij der Boksers nog niet verzadigd. Zij
moesten den doode nog onteeren. Zij hebben
het lichaam van den eerbiedwaardigen martelaar
geopend, een Bokser van 8 jaren nam er
het hart uit, dat door een bedelaar werd
opgegeten.
Twee heidenen hebben het verminkte
lichaam van Zijne Doorl. Hoogw. begraven.
Toen ik den 13en Maart te Toeo-tsj'eng
aankwam, vroeg ik aanstonds aan den
mandarijn, waar het lichaam van Zijne Doorl.
Hoogw. was. Ik sprak met den mandarijn
over den eerbied der Chineezen voor de
dooden; ik sprak met hem over de groote
waardigheid van een bissohop, wiens lichaam
tot hiertoe niet begraven was met de plechtig
heden, die zijn waardigheid eischt. De
mandarijn liet aanstonds onderzoekenen
twee dagen later had men de reliquieën van
den eerbiedwaardigen martelaar gevonden.
Ik heb den mandarijn verplicht, die kostbare
overblijfselen in een schoone kist te leggen,
en deze op een betamelijke plaats neer te
zetten, totdat ik de plaats, waarheen zij
overgebracht moesten worden, zou hebben
aangeduid. Daar in het Vicariaat van den
Ortos bijna niets meer bestaat, had ik het
besluit genomen, het lichaam van Zijne Doorl.