Tante Sanna. f
ff
ADVERTENTIEN.
15.620.014 K. G. togen 11.995.103 in 1899
en 8.520.912 in 1898.
Ook de houthandel is toegenomen, vooral
door den aanvoer van pulphout, bestemd
voor de papierfabriek van de firma De Nay er
te Willebroeck, waarheen het hout per
lichter wordt verzonden. In 1898 is daarmede
begonnen, en terwijl de aanvoer toen 4500
ton was, is die in 1899 5400 ton en in 1900
28.480 ton geweest.
Prins Hendrik te Amsterdam,
Zondag en Maandag a.s. worden op de
Rijksschietbanen achter «Het Vosje" te Amster
dam de wedstrijden gehouden ter gelegenheid
van het 50-jarig bestaan van de Kon. Weer-
baarheidsvereeniging «Claudius Civilis".
Als antwoord op een uitnoodiging van het
bestuur heeft Prins Hendrik kennis gegeven,
dat hij Maandag daaraan hoopt gevolg te geven.
De Prins-Gemaal zal vermoedelijk ten 10
uur aankomen.
President Krüger.
Uit zeer goede bron kan het Hbld. mede-
deelen, dat president Krüger over eenigen
tijd weder naar 's-Gravenhage gaat voor
afwisseling. Tegen den winter zal de president,
op aanraden van den dokter, zich naar
't zuiden van Frankrijk begeven.
Wat is waarheid?
Het onderstaand bericht uit Berlijn geven
wij zooals we het vonden: Een telegram uit
Den Haag aan de Süezische Zeitung verzekert,
dat dr. Kuyper het voornemen heeft van
Engeland te vorderen den vrijen doortocht van
een ambulance voor de Boeren, en van
Portugal een vrijgeleide, zoodat president
Krüger naar Transvaal kan terugkeeren,
waartoe hij den wensch heeft te kennen
gegeven sedert den dood van zijn vrouw.
Daarentegen wordt aan de Temps uit Den
Haag geseind, dat het niet waar is, dat
president Krüger er aan zou denken naar
Zuid-Afrika terug te keerenhet bovenstaande
omtrent het voornemen van de Hollandsche
regeering zou geheel zonder grond zijn.
Wel zegt het blad in een vroeger bericht
reden te hebben om te gelooven, dat dr. Kuyper
vrijen doortocht zal vragen voor een ambulance.
Over de persoonlijkheid van de overleden
vrouw van President Krüger deelt de Lon-
densche correspondent van het Berliner Tageblatt
de volgende interessante bijzonderheden mede.
Tante Zina (of tante Sanna) zooals de vrouw
van den President gewoonlijk in Krügers
vriendenkring te Pretoria genoemd werd, was
een voorbeeld van een goede huisvrouw, die
even veel vertrouwen in haar goeden God als
in haar eigen man had, en zich nooit in zijn
Eolitieke zaken mengde. Zij was slechts een
uisvrouw, en verschilde daarin van de vrouw
van den overleden generaal Joubert, die zich
met de politiek bemoeide en zelfs trachtte in
vloed uit te oefenen op de militaire zaken van
haar man.
Tante Sanna werd in de Kaapkolonie geboren
en nam, evenals veel anderen van haar familie,
deel aan den grooten //trek" van 1836, toen
de boeren onder bevel van Potgieter een
nieuw vaderland aan gene zijde der Vaal
gingen zoeken, om zich daar vreedzaam te
vestigen.
De familie Du Plessis, die van een oude
Hugenoten-familie afstamde, behoorde tot de
aanvoerders van den //trek" en de kleine
tweejarige Sanna moest alle ontberingen mee
maken, die zulk eene onderneming teweeg
brengt.
Op zestienjarigen leeftijd werd de overledene
de tweede vrouw van den president, de eerste
was een paar maanden na haar huwelijk
gestorven, en indien men den ouden man
gelooven mag, heeft zij hem nooit aanleiding
tot klagen gegeven. Buiten haar onuitputtelijke
zorg voor haar echtgenoot was het huishouden
haar een tweede plicht. Tot den laatsten dag
toe was ze druk bezig in de veranda van het
presidentshuis en gaf met luide stem bevelen
aan de onhandige kaffers. Zelf maakte ze het
middageten klaar, en was steeds met haar
kippen en koeien in de weer, zoolang hare
krachten haar bijstonden.
Helaas was de oude tante Sanna sedert
twaalf jaar zwaar ziek. Weken en maanden
lang belette waterzucht haar, de dagelij ksche
werkzaamheden te verrichten. Slechts deze
ziekte was de reden, waarom de arme vrouw
haar gemaal niet naar Europa kon volgen.
Een zeereis, al was die ook nog zoo kalm
zou haar dood tengevolge hebben
Alle andere verhalen betreffende de reden
van haar verblijf te Pretoria zijn leugens, daar
de arme vrouw zelfs niet zonder gevaar voor
haar leven de korte reis naar Delagoabaai
kon ondernemen.
Steeds even helder en netjes, met haar
zwarte japon aan, die niet juist naar de nieuwste
mode geknipt was, een groote kanten muts op
't hoofd en een zorgvuldig bewerkt voorschoot
aan, was de eenvoudige presidentsvrouw gereed
van 's morgens vroeg zeven uur af aan, bezoeken
te ontvangen, met uitzondering van den Zondag,
die aan de familie gewijd bleef.
Mevrouw Krüger was trotsch op haar talrijke
familie en de vier logeerkamers waren bijna
altijd door familieleden bezet. Ze hield bij
zonder veel van de kinderen van Eloff, die
allen zeer goed opgevoede, mooie, jonge
meisjes waren. De heer Weinberg, ex-corres
pondent van Reuter's agentschap, die een
vriend van de familie Krüger was, schildert
in de Daily News het treffende tooneeltje, toen
Nettie Eloff in Januari 1900 aan haar groot
moeder de gebeurtenissen op Spioenkop voorlas
en de oude vrouw over de zware Britsche
verliezen zat te weenen, ofschoon het haar
vijand was, dien ze beklaagde.
//Waarom moest deze oorlog gevoerd worden",
klaagde tante Sanna. ;/Wat zullen de vrouwen
en moeders van de gevallenen wel zeggen, als
ze van den dood hunner beminden hooren?"
Ondertusschen verloor ze zelf ook een zoon in
dezen oorlog en naderhand drie kleinzoons,
terwijl ze haar verlies met gelatenheid ver
droeg. Ze beminde haar land en volk en was
tot op 't laatste oogenblik toe er van overtuigd,
dat de Heer eindelijk verlossing zou brengen.
Ze was overtuigddat haar man goed
regeerde en vertrouwde steeds op hem. Of
schoon ze van nature vredelievend gezind was,
wilde ze haar man toch niet alleen tegen de
Zoeloes ten strijde laten trekken. Zij deelde
alle ontberingen met hem. Men kon zich nooit
Oom Paul zonder Tante Sanna voorstellen.
Ze vormden zulk een gelukkig paar, hij, de
sterke, forsch gebouwde man en zij, de zwakke,
ziekelijke vrouw, die met trots tot haar man
opzag. Het was, als streelde de goedige blik
van den President het vermoeide, lijdende
gezicht van zijn echtgenoote.
Het moet een vreeselijk oogenblik geweest
zijn voor beiden, toen den 26en Mei 1900
Krüger zijn huis, zijn land verlatend, van zijn
dierbare vrouw afscheid nam. Nog een laatste
omhelzing op de trap van het huis. Oom Paul
trilt door de vreeselijke opwinding, zijn lichaam
trekt krampachtig ineendan plotseling schudt
hij zijn verdriet van zich af, zijn onwrikbare
wil zegeviert en hij is weer geheel en al de
President.
Lord Roberts zoowel als Lord Kitchener
hebben de overledene steeds hooggeacht; ze
mocht in haar huis blijven wonen, doch in
plaats van de Transvaal-soldaten stonden er
nu Britsche roodbaaitjes voor haar huis, die ze,
evenals ze tevoren aan haar eigen luidjes deed,
koffie liet brengen, wanneer ze op wacht
stonden. Toen mevrouw Krüger zwaar ziek
werd, stelde Kitchener alles in 'twerk om de
zieke buiten het gedruisch van den strijd te
houden.
Zooals bekend is, gaf de overledene Barnato
twee steenen leeuwen aan den President ten
geschenke, die vóór het huis werden neer
gelegd. Tante Sanna was daarmee echter niet
in haar schik en voorspelde, dat de dieren
ongeluk zouden aanbrengen, en dat er in een
huis geen geluk zou kunnen heerschen, wanneer
twee Britsche leeuwen er vóór lagen. Zij had
het slechts tewaar voorspelt!
Ze was blij met het standbeeld, dat voor
haar gemaal zou worden opgericht, doch ver
langde slechts, dat de hooge hoed hol zou
gemaakt worden, opdat het regenwater zich
daarin zou kunnen verzamelen, zoodat het
hoofddeksel tot drinkensbak voor de vogels
zou kunnen dienen.
Hoezeer deze kleine karaktertrek haar goed
hart ook doet uitkomen, de liefde, die ze voor
haar medemenschen koesterde, bewees deze
goede eigenschap nog sterker. De goede tante
Sanna heeft menige traan der ellende gedroogd,
menig verdriet gelenigd en niet zelden achter
Oom Paul's rug goed gedaan.
Van alle goede vrouwen in de geschiedenis
overtreft geen enkele de oude tante Sanna in
haar eenvoud, haar goedhartigheid en haar
liefde tot den medemensch. De wereld, die
met deelneming de treurige lotgevallen van
deze vrouw volgt, zal deze geschiedenis echter
spoedig vergeten zijn. De oude man in
Hilversum echter niet; hij heeft een zwaren
slag gehad. Zijn dokter Heyman en zijn
secretaris brachten hem het treurig nieuws.
De grijze President trok zich terug in zijn
slaapkamer, bad een langen tijd en sliep
'8 avonds vreedzaam naast zijn open bijbel in.
Dure appelen en peren.
Te Montfoort zijn op de boomgaarden
voor de appelen en peren. Gemiddeld golden
ze f 5 per H.L. op den boom.
Als een bewijs, dat daar weinig appelen
en peren zijn, kan dienen, dat een boomgaard,
die verleden jaar f 3100 opbracht, thans is
verpacht voor f 32.
Oude »bogerdlui" herinneren zich niet, dat
de appelen en peren er ooit zoo schaarsch
zijn geweest als dit jaar.
Onverstandige ouders.
De Bode deelt volgend briefje mede van
een verontwaardigden vader aan den onder
wijzer van zijn zoon:
«Meester ik verwagt dat je van middag
Jan zijn vluitje weerom geeft dat u een
zaterdag af genomen heb ik hem een zater
dag er omgestuurt en toen zee de boven
meester een maandag moest de meester het
werom geve hij mag het niet houwe dus ik
verlang dat je het van middag werom geeft
en anders zal ik wel de rus met u afreke
als ik u er eens tegen komt daar kan je van
op an hoor dan zal ik eens kijke wat ik met
je te doen heb je kan afneme wat je wil
maar je geeft het weer werom".
Nieuwe Steenkolenmijnen.
Te Lutterade, bij Sittard, is bij de laatste
gedane boringen, op eene diepte van 300
meter, een f meter kolenlaag gevonden. De
plaats, waar deze boringen plaats hebben, is
niet gelegen binnen het terrein bestemd voor
Staats-exploitatie.
Veesmokkelen.
Te Koewacht (Zeeuwsch-Vlaanderen) trokken
Zaterdagmorgen omstreeks drie uur een
zestal veesmokkelaars, geleidende 2 sohoone
Nederlandsche melkkoeien, over de grenzen.
Zij waren reeds door de gemeente Exaerde,
I ruim 2 uur gaans van de grens, toen zij
I door twee Belgische ambtenaren overvallen
l werden. De geheele troep nam de vlucht, de
I koeien met zich mededrijvende. De ambtenaren
I achtervolgden hen en maakten gebruik van
j hunne vuurwapenen. Bij het tweede schot
j viel één der smokkelaars, J. N., een jongeling
j van 27 jaar ter aarde. Eén kogel was hem
door het achterhoofd gedrongen en had de
hersenen geraakt. De ongelukkige was
onmiddellijk een lijk. De andere smokkelaars
wisten al zwemmende over een vaart te
ontsnappen. Een der koeien was ook getroffen
doch werd nog mede gevoerd.
Van een kat.
In Het Vaderland lezen weOp een
ochtend, nu eenige weken geleden, vond onze
concierge in een oude mand in den rommel
hoek een vreemde poes, die daar voor haar
zestal jongen een nest gemaakt had. Hij liet
de beestjes daar, en iederen dag bracht hij
ze melk en brood, doch het bleek dat iederen
ochtend de moeder-poes uitging, de jongen
achterlatendeen eerst tegen den avond
weer terugkwam.
Dit duurde een paar weken, totdat men
op een avond de oude poes, die kort te voren
teruggekomen was, weer zag wegsluipen, nu
met een jong in den bek. Over tuinen en
daken droeg zij het jonge kafje weg, men
kon niet nagaan waarheen. Dit duurde zóó
eenige dagen, totdat het laatste jonge katje
weggedragen was. Toen bleef ook de oude
weg.
Gevaarlijke bergbeklimming.
Op den //Mont Blanc" blijken twee toeristen,
de heer Jacques Boelen van Amsterdam en de
heer Gulmann uit Zürich, naar wij in de
buitenlandsche bladen lezen, met twee gidsen
en een bediende angstige dagen te hebben
doorleefd.
Zij werden bij het beklimmen van den berg
door een sneeuwstorm overvallen en vluchtten
in de «Cabane des Bosses".
Daar brachten zij den nacht door en den
volgenden dag ondernamen zij den terugtocht.
Maar na een half uur te hebben geloopen
in den hevigen wind en verblindende sneeuw
en hagel; moesten zij de poging opgeven en
het duurde vier uren eer zij de hut hadden
teruggevonden. Daar brachten zij vier dagen
door in koude en gebrek, terwijl de «witte
dood" hen aangrijnsde, meestal met hun vijven
liggende in het eenige bed, dat er was en
waar zij nog het best beschut waren.
Toen de medegebrachte levensmiddelen waren
opgeteerd, braken zij de deur van het obser
vatorium van den heer Vallot open, waar zij
gelukkig nog eenig voedsel vonden, waarop
zij konden teren, totdat er uit het dal, waar
men hen als verongelukt beschouwden, hulp
kwam. Zij waren alle vijf gezondmaar
uitgeput.
«Het was zelfs binnen in de hut bitter koud",
verhaalde de heer Boelen. «Wij hadden geen
kachel of lamp; alleen een paar kaarsen en
daarmede moesten wij zuinig wezen, omdat
wij niet wisten, hoelang wij daar nog moesten
blijven. Wij hadden van de «Grands Muiets"
wat eetwaren medegenomen, maar alles bevroor,
het brood en de kip werden zoo hard als
steen en onze eieren moesten wij, om ze te
kunnen eten, in een pot boven een kaars laten
ontdooien. Wij hadden wat wijn bij ons en
deelden dien samen.
«Eerst toen wij gevaar liepen van honger te
sterven, braken wij het observatorium open.
De gidsen gedroegen zich voorbeeldig.
«Het heeft mij niet veel kwaad gedaan.
Maar van den «Mont Blanc" heb ik toch voor
mijn leven genoeg".
Omsingeld en gevat.
Het Augustus-nummer van De Gids bevat
aardige Instantanés uit den Zuid-Afrikaanschen
oorlog van Jhr. C. G. S. Sandberg, waaronder
één getiteld: «Niet militair-juist uitgedrukt",
en die hier volgt:
Bij eene terugtrekkende beweging is een
arm Boertje, met een krom, stijf been niet
zoo snel kunnen medekomen. Juist wil hij
zich uit zijne positie achter een rotsblok terug
trékken, als hij een Engelsch officier en twee
man recht op zijn «klip" ziet aankomen. Snel
werpt hij er zich weer achter, en als zij vlak
bij zijn, schreeuwt hij plotseling: Hands up.
De drie Engelschen, overbluft, steken de
handen op en werpen de wapenen weg. Ons
Boertje gebiedt hun, zelf steeds onder dekking
blijvend, hun weg te vervolgen. Op een paB
of tien afstands achter hen volgt hij, totdat
hij bij zijn paard gekomen is, en klautert
daar met eenige moeite op.
Den officier, nu bemerkend, dat zij zich
aan een halflammen vijand hebben overgegeven,
ontsnapt de verzuchting: «Good gracious! to
be made prisoner by such a thing!"
Ons Boertje brengt zijn «buit" bij den
Generaal met de woorden:
«Generaal, ek het drie prisoniers gemaakt;
hullie staat hier buitekant Generaal sen tent".
«Wat! drie prisoniers? En hoeveel was
jullie dan?"
«Net ek alleen Generaal!"
«Maar kerel, hoe het jij dat dan rech
gekrij, want jij is m's (immers) gebrekkelijk
ook?"
«Ja Generaal, ek is; maar ek hullie eers
omsingel, Generaal, en toe gevat".
Overstrooming.
Tengevolge van de hevige onweders, die
in de laatste dagen onafgebroken over het
zuiden van Frankrijk hebben gewoed, zijn de
Garonne en haar zijrivieren belangrijk gewassen.
Bij Luchon en Saint-Béat is de Garonne
reeds buiten haar oevers getreden en heeft
zij belangrijke schade aangericht. Ook de
Gers heeft het omliggende land onder water
Te Ambrières bij Mayenne is een dijk
van de Yarenne doorgebroken. Het geheele
dorp staat onder water. De schade is zeer
groot.
Ook de rivieren in Beieren zijn buiten haar
oevers getreden. Een bergstroompje, de
Ostrach, heeft bijna geheel zuidelijk Beieren
onder water gezet. Van Binswangen tot
Sonthofen staan alle fabrieken onder water
en verscheidene hebben het bedrijf gestaakt.
Het verkeer op den spoorweg tusschen
Kempten en Lindau is gestremd.
De Iller en de Isar dreigen met over
strooming de laatste heeft de weiden in
den omtrek van München reeds in meren
doen veranderen. Op de spoorwegen
Sonthofen-Oberstdorf, Murnau-Partenkirchen
en Traunstein-Ruhpolding staat het verkeer
geheel stil.
De vroeger „gebruikelijke weg".
De uiterste weg om tot een huwelijk te
komen is in onze dagen, gelijk ieder weet,
zoo wel voor dames als voor heeren eene
advertentie in de courant of eene inschrijving
in een huwelijksbureau. Oudtijds, vier of vijf
eeuwen vóór onze jaartelling, was dat te
Babyion anders, misschien wel zoo practisch.
Herodotus althans, die ervan spreekt, verklaarde
nergens ter wereld eene betere methode om
aan den man of aan de vrouw te raken te
hebben aangetroffen.
Alle jonge of trouwlustige meisjes en vrouwen
kwamen ééns in het jaar op eene bepaalde
plaats bijeen en ontvingen daar bezoeken van
alle jonge en oude vrijers, die over een huwelijk
dachten. Na afloop der kijkdagen werden de
dames door een afslager in veiling gebracht,
eerst de mooiste en de liefste. En omdat de
heeren geweldig tegen elkander opboden, van
ophouden geen sprake was en alles tegen
contante betaling geschiedde, kwam langzamer
hand eene flinke som in handen van den
Als de schoonheden geplaatst waren, kwamen
de minder bevoorrechte vrouwen in veiling.
Maar onder geheel veranderde condities. Aan
elke van deze soort werd uit het saamgebrachte
geld een huwelijksgift toegewezen, die te
hooger was, naarmate de natuur gezicht of
liohaam had misdeeld. Uitnemende waar voor
de heeren, die meer zagen «op het bezit van
eenig kapitaal" dan «op uiterlijke schoonheid".
Het resultaat van de verpachting was jaar
aan jaar even verblijdend. Ook de dames
van de laatste categorie werden, zoo de
markt tenminste niet overvoerd was, door
gaans allen gemijnd.
Internationale rattenoorlog.
Het Londensche tijdschrift English Mechanic
verneemt uit Amerika, dat de regeering der
Yereenigde Staten binnenkort met de regeering
van Japan in overleg zal treden inzake het
richten van eene gemeenschappelijke oproeping
aan alle staten der wereld tot uitroeiing der
ratten, opdat het gevaar voor de uitbreiding
der pest, die, naar bekend is, voornamelijk
door deze dieren geschiedt, vermindere.
Ingezonden Stokken
Een vraag.
Zou het niet wenschelyk zijn bij de aan
staande Zierikzeesche kermis, behalve de
kwakzalvers enz. ook niet toe te laten de
personen met zoogenaamde doedelzakken,
waarvan zoowel het gezicht als het gehoor
waarlijk niet opwekkend kan worden genoemd
EEN RUSTIG BURGER.
HABKTBEBICHTEN.
Gorinchem, 5 Aug. Op de veemarkt
van heden waren aangevoerd 166 koeien, 8
nuchtere kalveren, 3 lammeren, 35 vette
varkens en 533 biggen.
De stemming liet ditmaal veel te wenschen
over. Kalfvee dalend, ook de meeste andere
veesoorten flauw. Vette varkens werden
eveneens lager omgezet, doch biggen liepen
omhoog. Pinken prijshoudend.
Men besteedde voor
Zware kalf koeien f 180 f 200, melk
koeien f 130 a f 150, kalfvaarzen f 140 A
f 160, guiste vaarzen f 70 a f 90, 2|-jarige
ossen f 130 k f 140, 1 ^-jarige ossen f 80 k
f 90, pinken f 50 k f 60, graskalveren f 25
k f 35, nuchtere kalveren f8 a 11, f vette
varkens f 0.21 f 0,22 per 4- K.G., biggen
f 7 f 13, lammeren f 6.50 k f 8.
ZIEBIKZEE.
TIJD VAN HOOGWATEK EN VAN LAAGWATER.
Augustus.
Mas os-
ouderdom.
7. W.
8.
9.
8.21 t.
25
26
10.
27
11.Zo.
28
12.
29
13.
30
14, W.
8.47 T.
H.W.
voorin. 7,18 0,29
nam. 7,34 0,57
voorm. 8,10 1,26
nam. 8,32 2, 2
voorm. 9,16 2,31
nam. 9,55 3,14
voorm. 10,44 3,55
nam. 11,26 4,46
voorm. 5,24
nam. 0,10 6, 7
voorm. 0,48 6,29
nam. 1,14 7, 3
voorm. 1,47 7,18
nam. 2, 9 7,53
voorm. 2,36 8, 4
nam. 2,55 8,34
Tijd van II. W. te Dordrecht 3,15 uur later.
L.W. 5,30
L.W.
STOOMBOOTDEENST
Augustus.
Viic
Vlissingen
naar
Rotterdam.
Van
Middelburg
naar
Rotterdam,
Van
Rotterdam
naar
Middelburg
en Vlissingen.
Amsterdamsche tijd.
Dond. 8
Vrijdag 9
Zaterd. 10
Maand. 12
Dinsdag 13
Woens. 14
's m. 7,30
7,30
a 7,30
7,30
7,30
7,30
'sm. 8,45
8,45
8,45
n 8,45
8,45
8,45
'sm. 9,
9,—
9,-
9,-
9,-
9,-
Geboren
CORNELLS WILLEM,
Zoon Tan L. GROENEWEGE Cz. en
KORNELIA KLOET Ad.
St.-Maartensdijk, 4 Augustus 1901.
Bevallen van een Zoon,
C. E. VAN SCHELVEN—de Vlieger.
Zierikzee, 5 Augustus 1901.
Geboren
JACOB A MARTINA,
Dochter Tan
W. VOGELAAR.
J. J. VOGELAARBienefelt.
Zierikzee, 6 Augustus 1901.
De Heer en MeTrouw VAN DEN
BERG—Mulook Houwer geren kennis Tan
het plotseling overlijden ran hun geliefd
jongste Kindje, oud 16 maanden.
Helder, 2 Augustus 1901.
Heden orerleed na een geduldig lijden
ran 8 weken, onze geliefde Moeder
Maatje de Bruine,
Weduwe J. Beukelaar, in den ouderdom Tan
79 jaar en 8 maanden.
Burgh, 3 Augustus 1901.
Uit naam der Kinderen en Behuwd-
kinderen
D. BRANDENBURG.
De Zaak zal voorloopig nog door de familie
worden voortgezet,
V Heden orerleedna een kortstondig
lijden, onze liereling
Iieendert
in den ouderdom ran 6 maanden.
scheveningen, 4 Augustus 1901.
Badhuisstraat.
C. KORT.
J. KORTSpruijt.
Heden orerleed op het alleronrerwaehts
ons jongste Zoontje
Cornelia Nicolaae,
in den aanralligen leeftijd ran ruim 3 maanden.
Nieuwerkerk, 5 Augustus 1901.
(Saspolder).
Uit aller naam,
M. BAKKER,
N. BAKKER, geb. Manni
en Kinderen.
De ondergeteekenden betuigen hun
hartolijken dank roor de talrijke bewijzen,
ran belangstelling en rriendsehap, zoowel ran
Starenissè als ran elders, ontrangen bij ge
legenheid Tan hun 25-jarige Echtrereeniging.
Stavenisse, 6 Augustus 1901.
W. O. CRUCQ.
P. E. CRUCQ—VINK,
Aan de inwoners Tan Stavenisse
onderwijzers, leerlingen en oud-leerlingen,
rrienden en bekenden, die, op welke wjjze
ook, door de aanbieding ran hun prachtige
cadeaux, zoowel als door hun gelukwenschen
in woord of schrift hun belangstelling toonden
bij gelegenheid Tan mijn 25-jarig jubilé als
hoofd der school alhier, betuig ik mijn vrion-
delijken dank.
Statenisse, 6 Augustus 1901.
W. C. CRUCQ.
Hartelijk dank aan den WelEd.
ZeerGel. Heer A. LEON VAN ELDIK,
ArtB te St.-Filipsland, Toor de zorgruldige
en zachte behandeling bij de rerlossing mijner
rrouw bewezen.
St.-Filipsland, 5 Augustus 1901.
L. CAPELLE.
V Hartelijken dank aan den Heer
M. S. POLAK Toor de liefderijke hulp aan
onzen geliefden Zoon en Broeder bewezen,
op 21 Juli j.l.
Zierikzee, 7 Augustus 1901.
J. KOSTENSEEchtgenoote
en Terdere Familie.
Stemgerechtigden, die mijne Terkiezing
tot len Candidaat Gezworen Tan den
Polder »DE VIER BANNEN" beTorderden,
mijn oprechten dank.
Van hen, die hun steun mij onthielden,
hoop ik het Tertrouwen te winnen.
Nieuwerkerk, 8 Augustus 1901.
J. BOUMAN.