ter gelegenheid van de groote landbouwfeesten alhier weer te zien. Het Bestuur der Sociëteit «Ons Genoegen" brengen wij onzen dank voor den aangenamen dag, die het ons verschaft heeft. Bij de groote hitte van gisteren werd nabij de Nieuwstraat een persoon door een zonnesteek getroffen, waardoor hij bewusteloos neerviel en oogensohijnlijk dood was. De heer M, S. Polak mocht er wederom in slagen de levensgeesten op te wekken. Te Heinkenszand is benoemd tot ge meente-vroedvrouw mej. M. J. v. d. Berge. Te Middelburg heeft Vrijdagavond, terwijl de bewoners kermisgasten naar de kermis te Vlissingen wat waren gaan verdienen, zekere Van H. in hun woontentje aan het Domburgsch Schietvlot inbraak gepleegd en een som van ongeveer f 3.50, voor hen een geheele schat, weggekaapt. Van H. is in hechtenis genomen. Brouwershaven, 22 Juli. Gisterennamid dag kwam alhier aan per tram het gezelschap van onderofficieren met hunne dames, dat uit Middelburg deze eilanden bezocht. Afgehaald door het Muziekkorps »Apollo" alhier werden zij door de gemeente langs het standbeeld van Jacob Cats over het Havenplein geleid naar den tuin van het hotel en café »Schraver", waar ruim een half uur werd vertoefd en op dezelfde wijze weer naar het station gebraoht. Of het gezelschap, w. o. verscheidene Zierik- zeesche schutters werden opgemerkt, zoodoende veel bijzonders in deze gemeente heeft gezien, valt zeer te betwijfelen. Oosterland22 Juli. Door de heeren Johs. Brouwer en A. P. Rotte is dezer dagen aan de leden van hun kerk een inteekenlijst gepresenteerd om den heer C. Staal, beroepen predikant alhier, bij zijn huwelijk, dat naar men verneemt in September zal plaats hebben, eón huwelijks-cadeau aan te bieden. Goes, 20 Juli. Een trouwe bediende onder vindt gelukkig nog steeds waardeering. J. Sleutel, sedert 40 jaar in betrekking bij de firma Van Heel Co., ontving niet alleen een blijvende herinnering aan dien dag, maar ook vanwege de firma de middelen om dien dag feestelijk met zijn gezin door te brengen. Aangenaam is het te zien wat gedaan wordt om het de schooljeugd zoo aangenaam mogelijk te maken. Donderdag trokken de oudste leerlingen der R.-K. school in 7 rij tuigen door een deel van Zuid-Beveland, en Vrijdag maakten de leerlingen der school met den bijbel per trein een uitstapje naar Vlissingen. Bovendien ziet men dikwijls rijen van 40 tot 50 rijtuigen met feestvierende schoolkinderen van de dorpen door de stad komen. Zoo de vorige week die van Heinkens zand, Woensdag die van Kattendijke Wilhelminadorp, Vrijdag die van 's-Heer- Arendskerke. Bereidwillig staan de landbouwers hun persoon en hunne rijtuigen af ter wille van de feestvierende jeugd. Bij al de hoog opgeschroefde nadeelen van de wet op den leerplicht heeft deze wet dan toch één gunstig gevolgterwijl in voor gaande jaren het loon van 9- tot 44-jarige kersenwachters hoogstens f 4 per week be droeg, is het dit jaar voor de 43- en 44-jarigen gestegen tot f 2.50 per week. Op een enkele plaats geniet een 44-jarige zelfs f 4 per week. Ierseke, 20 Juli. Onvoorzichtig! Een land bouwerszoon, die op de hoeve zijns vaders Vrijdagavond een sigaar stond te rooken, liet het laatste eindje sigaar op een paal liggen, welke geteerd was. Het nog aanwezige vuur uit de sigaar deelde zich aan de paal mee en daarna aan eene plank van het wagenhuis. Toen echter werd het begin van brand ontdekt en gebluscht. In de Donderdag door de zeilvereeniging Ierseke" gehouden vergadering werd besloten dit jaar geen zeilwedstrjjd uit te schrijven, maar dan ook geen contributie te heffen, te minder omdat het ruime saldo der rekening, zijnde f 206.88, dit onnoodig maakte. Het aantal leden is steeds dalende, maar bedraagt toch nog 39. De aftredende secre taris, de heer K. J. Blok van Laer, werd herbenoemd. Hoedekenskerke. In den Nieuwen Hoondert-polder is bij den landbouwer Tolhoek ingebroken. De inbreker heeft al wat van zijne gading was meegenomen. Terneuzen, 48 Juli. Naar aanleiding van het verzoek der Kamer van Sneek heeft de Kamer van Koophandel alhier ingewonnen de meening van den Klompenmakersbond in Hulst, over het heffen van een invoerrecht op klompen. Door den secretaris dier ver- eeniging is in overleg met den Coöperatieven Nederl. Klompenmakersbond te Tilburg ge antwoord, dat men een invoerrecht op klompen hoogst billijk zou vinden en dringend verzocht wordt de invoering van een daartoe strekkend ontwerp niet tegen te werken. Verder werd medegedeeld een door den voorzitter namens de Kamer tot den Baad van Toezicht op de spoorwegen in Nederland gerichte vraag, of het nieuwe tarief door den Belgischen minister van spoorwegen, bij besluit van 4 Juli 4904 vastgesteld, voor vervoer langs de lijn MechelenTerneuzen, door Nederland was goedgekeurd, en zoo niet, om zulks dan ook niet te doen. Het antwoord luidde ontkennend, en, waar volgens de voorwaarden der concessie, de tarieven voor die maatschappij door Nederland moeten worden goedgekeurd, zijn de expedi teurs niet gehouden zich aan die voor onzen handel nadeelige bepalingen te onderwerpen, die dan ook niet worden gehandhaafd. Wel wordt gehandhaafd de buitengewone surtaxe van 40 fr. per ton voor goederen, niet langs den kortsten weg verzonden. Het recht tot deze heffing werd, zooals het vorig jaar is gemeld, den Belgischen Staat door de recht bank te Middelburg ontzegd, doch tegen dat bij verstek gewezen vonnis is appèl aange- teekend, zoodat die kwestie nog hangende is. EENE HERINNERING AAN HET Predikheeren-Klooster te Zierikzee. De lezers van de Nieuwsbode, die met ons het bericht hebben gezien van het vinden van overblijfselen van menschelijke lichamen achter een huis in de Lange Sint-Janstraat alhier, bij welk bericht tevens werd mede gedeeld, dat in die omgeving meer dergelijke vondsten hebben plaats gehad, hebben ongetwijfeld zich zeiven gevraagd, hoe die menschenbeenderen daar kwamen. Als antwoord daarop willen wij onze meening uiten, dat die beenderen daar de ligging aanwijzen van een oud kerkhof, n.l. dat van het klooster der Jacobijnen of Predikheeren. Om dit eenigszins duidelijk te maken en tegelijk ook om de belangstellende lezers iets over dat klooster mede te deelen, moge het onderstaande hier eene plaats vinden. Wie vóór ruim driehonderd jaren geleden de (Korte) Sint-Janstraat afliep, zag recht voor zich, ter plaatse waar nu de Lange Sint-Janstraat begint, een hooge poort staan, opgetrokken van rooden steen met arduinen speklagen en met beeltenissen van leeuwen enz. versierd. Achter die poort verhief zich eene groote en oude kerk met klooster en bijbehoorende gebouwen, welk geestelijk gesticht, liggende in eene zeer ruime omgeving van boomgaarden en hoven, het klooster der Predikheeren was. De Lange Sint-Janstraat bestond toen niet. Van de Fonteine en de Bagynenstraat tot de Nieuwe Boogerd- straat was het slechts één blok gebouwen en erven, ten Noorden begrensd door de Sint-Domusstraat en de Fon teine en ten Zuiden door de Krepelstraat. Byna geheel dat oppervlak was ingenomen door twee geestelyke gestichten: dat der Predikheeren in het Noorden en dat der Bagijnen in het Zuiden. Het Bagijnhof, waarover we hier nu niet verder zullen spreken, werd nog tot voor honderd jaar in heugenis gehouden door den Bagijnentoren, die in 1805 afgebroken werd en ongeveer achter het huis op de Breestraat, nu wijk C no 313, stond, terwijl het Predikheerenklooster reeds in de eerste jaren der 17e eeuw verdwenen was. Laat ons zien, wat de plaatselijke geschiedenis over dit gebouw weet te vertellen. De kerk van dit klooster wordt ons beschreven als buitengewoon groot, maar tegelijk ook als zeer oud; en daar dit eene mededeeling van omstreeks 1575 is, moeten we ons niet verwonderen, dat wij op het laatst der 13e eeuw de Tempeliers reeds in dit gebouw gevestigd vinden. Het verhaal, dat deze geestelijke ridderorde alhier zou gewoond hebben in het voor haar veel te kleine huis in de Poststraat, nu wijk B no. 12, is ont staan door eene verkeerde opvatting van den schryver van Zierikzee's geschiedenis, in het in 1751 uitgegeven deel van den Tegenwoordigen Staat van Zeeland, welke dwaling door den kroniekschrijver de Kanter nog ver groot is. De Tempeliers dan, volgens de overlevering ook hier in 1312 uitgeroeid, werden in het bezit der boven genoemde gebouwen opgevolgd door de Sint-Jansheeren, naar wie de (Korte) Sint-Janstraat genoemd moet zijn, en die wederom in later jaren (wanneer is onbekend, maar denkelijk vóór 1400) hun gesticht zagen overgaan aan - en betrekken door de Jacobijnen of Predikheeren. De Predikheeren waren reeds in 1255 binnen Zierikzee gevestigd. Waar zij toen woonden is niet bekend, maar het bezit van renten op gronden by de Meelstraat, die zij in 1423 om groote nootsake wille" verkochten, kan wijzen op vroeger bezit of woning daar ter plaatse. Geestelijken zijn er genoeg van bekend. In 1357 wordt als prior vermeld broeder Wessel, in 1423 Clays Hart, prior, Willem van der Halle, sub-prior, e. a., in 1472 prior Pier Kaacke, die het volk wegens eene nieuwe belasting tot- oproer aanzette, in 1482 prior Heynrick Roetstock, die doctor in de godgeleerdheid was, in 1519 worden vermeld de geleerde Coinelis van Duiveland, de broeders Barend en Frans van den Ende en o. a. ook pater Erasmus van Nieuwland, die zeer oud werd en het tenietgaan van het klooster nog beleefde. In laatst genoemd jaar waren er over de 70 broeders, maar dit getal daalde sedert geregeld en soms zeer snel, o. a. in 1529, toen in October hier ter stede de zoogenoemde Engelsche zweetziekte uitbrak, in 1532 toen de pest woedde en nog andere ziekten ook do kloosterlingen teisterden, zoodat het gesticht slechts ten halve bevolkt geraakte. Behalve deze ramp, leed het klooster in 1458 met bijna het geheele Zuidelyke deel der stad, o.a. het Bagijnhof, door brand veel schade, en al mochten daar tegenover staan de giften der geloovigen, b v. ook bij testamenten in 1308 door Vertielt en in 1468 door Adriaan van Borssele eraan vermaakt, en door de in komsten van renten, pachten en kerkelijke diensten (jaarlyks trok het klooster o.a. 5 gulden om een jaar getijde te doen voor graaf Floris van Holland), toch waren met de tweede helft der 16e eeuw kwade dagen aanstaande. Na de besmettelijke ziekten, die het klooster ont volkten, schijnt het zich niet meer geheel opgericht te hebben en de ledige ruimten der groote gebouwen werden daarom ook vaak voor andere doeleinden gebruikt. Zoo vindt men o. a. vermeld, dat in 1553 in het Predik heerenklooster de nieuwbenoemde baljuw Cornelis Lievensz. Werckendet den op zijn ambt bepaalden eed aflegde, omdat in dat gebouw toentertijd recht gesproken werd en de justitie er haren zetel hield, misschien tengevolge van de verbouwing van het stadhuis en in 1564 kreeg het klooster eene toelage uit de stadskas wegens bewaring van stadsgeschut. Op de uitgestrekte omgeving rond het gebouw vond men, behalve een grooten boomgaard, ook eene brouwery en een vijver. De brouwerij, die later, evenals de geheele bezitting, aan de stad kwam, wordt nog in 1599 vermeld, in welk jaar er, denkelijk door particulieren, een nieuw brouwhuis en rosmolen bijgemaakt werd. Wellicht was de brouwerij «de Oranjeboom" in de Lange Sint-Janstraat, die reeds in het midden der 17e eeuw genoemd wordt, er een overblijfsel van. De vijver werd door de visschers gebruikt om er hun aas, de prikken, in te houden. In 1564, '65 en '66 vindt men hiervan melding gemaakt en in 1590 klaagde het visschersgilde aan het stedelijk bestuur, dat het water van het Jacobynenklooster, waar zy hunne prikken in bewaarden, zoo bedorven werd door het veelvuldige bleeken, waarop bij publicatie dit bleeken op zekere straf werd verboden. Blykt uit het voorgaande reeds, dat het klooster te groot voor eigen behoeften en gebruik was, uit de om standigheid dat de stad in 1561 vier pond tot een aalmoes gaf, wegens schade aan de kerk door storm teweeggebracht, kan men opmaken, dat het verval hand over hand toenam en een spoedig einde voorspelde. In 1566, '68, '69 en '70 hernieuwde de stad haar liefdegift voor onderstand en in Juli 1572 krijgt het klooster nogmaals, en nu voor het laatst, een aalmoes van 8 of 9 Rijnsche guldens «wegens de benauwdheid ados tegenwoordigen tijds". Het einde kwam en broeder Barend Jansse van Tergoes, die in 1570 in het klooster gekomen was en er in 1571 (de laatste) professie deed, verhaalt ons den ondergang. Men had toen zeer weinig kloosterlingen meer. De prior was de geleerde en welsprekende Willem van Gangelt, de sub-prior was de bekwame en uitstekende redenaar Dominicus Aegidius Topiarius, die nog een opvolger had in Frans Pasteins. Toen Zierikzee in 1572 voor den Prins gewonnen was, werd van Gangelt en Pasteins met nog 5 of 6 broeders genoodzaakt het convent te verlaten en elders heen te trekken. Slechts de oudste pater. Erasmus van Nieuwland, een man van 90 jaren, die wij reeds in 1519 ontmoet hebben en voor wiens jubilé in 1568 de stad nog vrijdom van accijns voor eene pijp wijns had toegestaan, werd in het Leprooshuis (een gebouw ten Noorden der tegen woordige gasfabriek) besteed, waar hij in 1574 gestorven is en begraven werd. Nadat op 22 Januari 1576 door een geduchten Zuid- westenstorm een deel der kerk was omgewaaid, werd het klooster, na terugkeer der Spanjaarden in de tweede helft van dat jaar, door den inmiddels uit Aken terug gekomen prior Willem van Gangelt weer voor korten tijd in bezit genomen en met de voor den dag gebrachte verborgen kerksieraden gedurende enkele weken de gods dienst erin uitgeoefend. Dat was de laatste opflikkering. Daarna kwam onher roepelijk de ondergang. Zierikzee was in November 1576 weer in handen van den Prins gevallen en de niet tijdig genoeg geborgen kerkgewaden, gouden vaten en archieven werden geroofd, terwijl de prior nu voor goed de stad verliet. In 1577 verzocht Hendrik Joosten, vroeger broeder in dit klooster, om de renten, landpachten, enz. van dit gesticht te mogen innen, maar de regeering van Zierikzee verwees hem daartoe naar de Staten van Zeeland. Na het heengaan der laatste kloosterlingen, stonden kerk en gebouwen eenige jaren ongebruikt. De kerk, die, zooals gezegd is, zeer groot was, was ook door hoogen ouderdom bouwvallig geworden. Zij had in het midden geen pilaren en de samenhang van muren en dak werd voornamelijk door de groote balken bewaard. Van de verlatenheid der kerk en omgeving werd door eenige kwaadwillige personen gebruik gemaakt, om het gebouw te vernielen. Zij klommen met een ladder in de kerk, legden vuur aan onder de groote balken, waar het dak op rustte en toen deze doorgebrand waren, stortte het grootste deel der kerk in. De muren, welke nog waren blijven staan, zijn kort daarna afgebroken en te gelde gemaakt. Wel bleven nog enkele gebouwen van het klooster gedurende korten tijd behouden, zoodat men in 1604 nog kon spreken van het «vervallen convent van de ipredicaren" en vond men in die jaren, behalve de poort over de St.-Janstraat, ook nog eene poort naar de zijde der Fonteine, terwijl van den boomgaard in dien tijd ook nog melding gemaakt wordt; maar weinige jaren later werd alles, wat nog aan het Predikheeren-klooster herinnerde, opgeruimd, zoodat er nauwlijks eenig spoor meer van overbleef. Toen gaf de stad, die op een en ander de hand gelegd had, den grond uit, om met burgerhuizen bebouwd te worden. De boomgaard viel, de vijver werd gedempt en eene nieuwe straat werd dwars door het groote grasveld geslagen tot aan de Krepelstraat toe. Zoo ontstond de straat, die in 1632 al tamelijk met huizen bezet was en toen de «nieuwe St.-Jansstraete" werd geheeten. Door vergelijking met hare oudere maar kortere naamgenoote, werd zy later de Lange St.-Jan- straat genoemd. Op deze wijze is daar de toestand veranderd. Maar de bodem blijft spreken van het uitgebloeid verleden en wanneer, zooals nu dezer dagen, het toeval het tot stof terugkeerend gebeente van vroegere kloosterlingen aan den dag brengt en de eeuwenlange rust van hen, die eenmaal hier leefden en ten grave gingen, wordt gestoord, dan rijst dat verleden weer in heldere kleuren voor ons oog en predikt ons op nadrukkelijke wijze de eeuwige wisseling aller dingen. VERKIEZINGEN. Te Oostburg is bij herstemming tot lid van den gemeenteraad gekozen de heer C. J. Kense met 109 van de 193 geldige stemmen en te Boschkapelle de heer C. L. Stallaert (aftr. lid) met 59 van de 79 stemmen. Te Cadzand had de stemming voor een raadslid ten uitslag, dat herstemd moet worden tussohen de heeren P. van Cruijningen, die 41, en J. A. Leenhouts, die 42 van de 118 geldige stemmen bekwamen. Tot raadslid te Borssele is gekozen de heer C. van de Velde met 56 stemmen van de 104 geldig uitgebrachte, terwijl de heer C. Kortenbout de overige stemmen bekwam. Aanbestedingen, Verkoopingen enz. Vrijdag j.l. werd ten overstaan van den notaris mr. J. C. v. d. Lek de Clercq, ten verzoeke van den heer J. C. v. d. Have, burgemeester van Oosterland, publiek geveild en verkocht de volgende vruchten te veldetarwe van f 117, f 425, 126, f 420, f 124, f 105, f 111, f 116; gerst van f 98, f 100, f 101. Donderdag werd te Kwadendamme aanbesteed het bouwen van een nieuwe R.-K. parochiale kerk met toren. Hiervoor waren 14 inschrijvers. De laagste daarvan waren L. Peeters te Kwadendamme en C. Engelbert te 's-Heerenhoek voor f 46700 met en f 43955 zonder toren. Het werk is voor f 46700 aan deze heeren gegund. Landbouw ©n Veeteelt. Sïrjansland. Door de landbouwers alhier, is op een dezer dagen gehouden vergadering besloten om evenals het vorige jaar de tienden ieder voor zich zelf weer op te mennen. Daar het vroeger altijd door één persoon werd gehuurd, is dit nu veel beter en aangenamer dat ieder, die tiendrecht te missen heeft, de tienden zelf kan opmennen. RECHTSZAKEN. De Haagsche rechtbank heeft f 10 boete opgelegd aan iemand, die een reeds gebruikt plakzegel nogmaals gebruikte. KERKNIEUWS. Beroepen naar de Ned. Herv. Gem. te Haamstede, ds. J. R. van Kooij te IJzendoorn. Blijkens een bij de familie van ds. J. M. E. Godefroij, pred. te Pretoria, ontvangen bericht, is deze te Pietersberg overleden. Renesse. Gekozen tot lid van het kies college bij de Ned. Herv. Kerk, de heer J. Schooff, en tot leden van het kiescollege ter benoeming van ouderlingen en diakenen de heeren P. Hoogenboom Bz. en J, SchooffMz. O N D E R W IJ S. Onder voorzitterschap van den heer Slot, arrondissements-schoolopziener, werd Vrijdag 19 Juli de 578te algemeene vergadering der onderwijzersvereeniging in het Arrondissement Zierikzee te Noordgouwe gehouden. Zij werd bezocht door 58 onderwijzers en onderwijzeressen. Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door de wethouders de heeren J. de Vlieger en A. A. Vis en de heer A. Viergever, raadslid. Als plaats voor de volgende algemeene vergadering, waarvoor het bestuur Zierikzee of Oosterland voorstelde, werd met bijna algemeene stemmen Oosterland aangewezen. Nadat de heer Lemsom nog verslag had uitgebracht van de Hulpspaarbank, hield de heer M. J. Waale van Nieuwerkerk een belangrijke voordracht over „De voeding der plant". Door eenige goed geslaagde proeven wist de spreker zijn voordracht afwisselend en boeiend te maken. Na de pauze hield de heer E. Hazelhof, leeraar H. B. S. te Zierikzee, een voodracht, of zooals de spreker het betitelde een causerie over „De kunst van lezen". Met onverdeelde aandacht werd deze causerie, die onder de vele nuttige wenken, ook nog al wat humor bevatte, aangehoord. Bij het „Omvragen en Sluiten" beval de heer v. d. Garde de toetreding aan als lid der Levensverzekering van N. O. G. en wees voorts op de nuttige werking van het Ondersteuningfonds. De vergadering werd nu gesloten en begaven bijna allen zich naar de halte van de tram, waar een extra-waggon, hen naar Schuddebeurs zou voeren. Aldaar werd een schoone en aangename wandeling gedaan over „Weelzicht", „Heester- lust" en „Mon Plaisir", waartoe door de bewoners dier buitens welwillend verlof was gegeven. Te Noordgouwe teruggekomenzetten 41 personen zich aan den weltoebereiden disch, waarna omstreeks half achthet muziekgezelschap van Zonnemaire de vergadering vereerde met een 12-tal nummers. Dank aan dat gezelschap voor zijne heerlijke muziek en zijne moeite. In feestelijke stemming bleven de onderwijzers en genoodigden lang bijeen. Dr. P. Schuringa, vroeger leeraar aan de H. B. S. te Zierikzee, heeft bij zjjn aftreden als directeur der H. B. S. te Veendam, van zijne leerlingen vele bewijzen van hartelijke sympathie ontvangen. Door de leerlingen der vijf klassen werden hem fraaie geëncadreerde photografie-groepen aangeboden. Voorts werd hij uitgenoodigd tot bijwoning van de jaarlijksche promotie-partij der ouders en leerlingen. Derwaarts per rijtuig afgehaald, werd hij aldaar door den voorzitter met warme hulde en waardeering toegesproken. Bij Kon. besluit is voor het tijdvak van 1 September 1901 tot en met 31 Augustus 4902, benoemd tot leeraar in het boekhouden aan de R. H. B. 8. te Bergen-op-Zoom W. Kosten, hoofd der openbare lagere school te RillandBath. Op school E te Goes werden bevorderd van de le klasse naar de 2e 9 meisjes, 1 niet bevorderdvan de 2e klasse naar de 3e 43, niet bevorderd 3van de 3e klasse naar de 4e 12, niet bevorderd 3; van de 4e klasse naar de 5e 4, niet bevorderd 1; 11 leerlingen van de 42 uit de 5e klasse verwierven het diploma van volbrachten cursus. De uitreiking geschiedde ditmaal met veel plechtigheid, omdat mej. C. E. Slothouwer dien dag 25 jaar aan het hoofd der school stond. De hooggeachte directrice werd, zooals zij ruimschoots verdient, hartelijk toegesproken door den voorzitter der schoolcommissie, door den burgemeester, enkele ouders van school gaande kinderen en leerlingen en oud-leerlingen. Zij ontving prachtige bloemstukken van de schoolcommissie, het dagelijksch bestuur en van de leerlingenbenevens een prachtig boekwerk en etsen van oud-leerlingen. Mej. Slothouwer heeft die hulde ruim ver diend. Moge zij nog lang voor deze school behouden blijven. Uitslag der verkiezing voor een lid in het hoofdbestuur der vereeniging van Hoofden van Scholen in Nederland voor district H, omvattende de provinciën Zeeland, Noord- Brabant, Limburg en Gelderland. J. J. Baden te Maastricht 37, Ph. A. van Goethem te Bergen-op-Zoom 48, B. de Noo te 's-Grevelduin-Capelle 52, A. van Schelven te Goes 62 stemmen. Alzoo herstemming tussohen de heeren de Noo en van Schelven. De bijeenkomst van onderwijzers aan de R. K. en R. N. L. in Zeeland, Zaterdag te Goes gehouden, was druk bezocht. De heer Hasselbach van de R. K. te Middelburg sprak over de tijden der werkwoorden, terwijl de heer J. H. Ochtman, leeraar te Zierikzee, veel succes had met zijn inleiding over het teeken-onderwijs op de R. N. L., welk onder werp de verdienste had van zeer actueel te zijn. Benoemd tot definitief onderwijzeres aan de bizondere school te Goes, mej. J. M. van Marron, thans tijdelijk aan die school. „T esselschad e". Blijkens het negen en twintigste jaarverslag der algemeene Nederlandsche Vrouwenver- eeniging »Tesselschade", loopende van 1 April 1900 tot 31 Maart 1901, klom het ledental van 3764 tot 4989 en het aantal vestigings plaatsen van 38 tot 53, 29 afdeelingen en 24 correspondentschappen. Aan de opleiding van 47 candidaten werd besteed f 4342. Aan werkloon werd f 22,300 uitbetaald, ongeveer f 2800 meer dan verleden jaar. Daaronder is niet begrepen de omstreeks f 3700, verdiend door 13 depothoudsters, die gedeeltelijk vast salaris genieten, meerendeels echter procentsgewijze naar den verkoop betaald worden. De Algemeene Bazaar, ge houden in Den Haag, bracht dit jaar f2507,92 op voor ïTesselschade", en f139 voor Arbeid Adelt", afdeeling Den Haag. Aan 7 zieke werksters werd f 230 ge schonken vier werksters ontvingen eene nieuwe naaimachine. De bemiddelingsbureaux plaatsten 453 can didaten, n.l.Amsterdam 235, Den Haag 70, Haarlem 57, Groningen 15, de overige minder dan 10. De betrekkingen, waarin de can didaten geplaatst werden, waren ongeveer van denzelfden aard als vorige jaren alleen is assistente aan een laboratorium vroeger nog niet voorgekomen. Zierikzee heeft geene eigene candidaten en steunde daarom die van Amsterdam en Zuid- Beveland en zond eene gift aan de fondskas. Yan het bemiddelingsbureau werd enkele malen gebruik gemaakt. Aangezien de afdeeling geene werkster heeft, moesten hare bemoeiingen zich tot het bovengenoemde bepalen. De afdeeling Zuid-Beveland hielp het uitzet betalen, dat een jong meisje noodig had toen zij verpleegster werd. Yoorts droeg de kas bij in de kosten van opleiding voor eene a.s. onderwijzeres. Het ingekomen bestelwerk was gering, doch eene met Sint-Nicolaas rondge zonden doos met goederen gaf nog al goed debiet. Het bestuur houdt zich intusschen zeer aanbevolen voor meer bestelwerk. De afdeeling Zierikzee wordt bestuurd door de dames De Jonge van EllemeetSprenger, voorzitster, LechnerYan Tonderen, secre- tares en directrice bemiddelingsbureau, M. van Adrichem, penningmeesteres, Yan der Lek de ClercqYan Rappard, en E. van der Lek de Clercq, allen te Zierikzee. Aan het hoofd der afdeeling Zuid-Beveland staan de damesOchtmanFransen van de Putte, voorzitster, Fransen van de Putte Borelpenningmeesteres, Yan Heel—De Bruijne, directrice der bureaux van voorlichting en van bemiddeling, en M. W. van Heel, secretares, allen te Goes. De crisis. Het Nieuwsblad voor Nederland schrijft: Nu verschillende bladen allerlei tegenstrijdige berichten geven omtrent den stand der minister crisis, willen wij mededeelen hoe de werkelijke staat van zaken is, voor zoover op dit oogen- blik kan worden gemeld. Dr. Kuyper heeft, reeds eene week geleden, de opdracht tot vorming van een nieuw ministerie uit de rechterzijde aanvaard en is sedert onverpoosd bezig geweest met het opstellen van een regeerings-program, waar omtrent de twee groote groepen der rechterzijde, de katholieke en de anti-revolutionaire partij, het eens konden zijn. De grootste moeielijkheid leverde daarbij de vraag: vrijhandel of bescherming, voor welke laatste van katholieke zijde sterk geijverd wordt. Beslist werd door dr. Kuyper geweigerd mede te werken tot heffing van graan- of meelrechten; ook tot verhooging van rechten op manufacturen waarop van Brabantsche zijde werd aangedrongen, wilde hij zich niet laten vinden. Wel staat eene verhooging van rechten op bewerkt hout te verwachten. Op onderwijsgebied zal alleen worden voor gesteld gelijkstelling der bijzondere inrichtingen voor hooger onderwijs met de rijksinstellingen, met behoud van volledig staatstoezicht. In zake lager onderwijs zijn geen bijzondere voorstellen meer te wachten. Aan de katholieken zullen in het nieuwe kabinet drie portefeuilles worden afgestaan; voorloopig hoopt men generaal Kool te behouden; dr. Kuyper zal zich voorloopig belasten met de portefeuille van waterstaat, handel en nijverheid, met de bedoeling om dit departement te splitsen in een voor water staat en verkeerswezen en een voor arbeid en handel, over welk laatste departement dr. Kuyper dan het beheer zal nemen. Op de hoofdpunten zijn de leiders der verschillende groepen in de kamer mr. Lohman, mr. Mackay, dr. Schaepman het eens. Mr. Mackay zal eene portefeuille in het nieuwe kabinet aanvaarden, mr. Lohman niet. Deze is bestemd om voorzitter der Tweede Kamer te worden. Dr. Schaepman heeft persoonlijk, op verzoek van dr. Kuyper, de vorige week te Amsterdam een onderhoud gehad met de heeren mr. F. T. Westerwoud t en mr. W. S. J. van Waterschoot van der Gracht; bij het onderhoud met eerstgenoemde was de voormalige wethouder van Amsterdam, mr. Schölvinck, tegenwoordig. Tot eenig resultaat heeft dit onderhoud echter niet geleid. Mr. M. Maokay, minister van staat, die kort geleden in verband met de ministeriëele crisis in Den Haag was, en door H. M. de Koningin op Het Loo werd ontvangen, bevindt zich weder te Teplitz, in Boheme. Dr. Jan ten Brink. 1* Wat sedert eenigen tijd werd gevreesd, ia thans gebeurd Dr. Jan ten Brink is Vrijdag in den leeftijd van 67 jaar te Leiden over leden. Hij werd geboren te Appingedam in 1834, studeerde te Utrecht in de; godgeleerdheid en promoveerde in 1860, nadat zijne studie over Bredero te Groningen met goud was bekroond. Maar de letteren trokken hem meer dan de kansel. Hij aanvaardde de betrekking van gouverneur in een gezin te Batavia en keerde in 4862 terug als leeraar in Nederlandsch, geschiedenis en aardrijks kunde aan het Haagsche gymnasium. Later bekleedde hij een dergelijk ambt aan de H. B. S. aldaar, totdat hij in 1884 benoemd werd tot Jonckbloet's opvolger als hoogleeraar in de Nederlandsche letterkunde aan de Leidsche Hoogeschool, een leerstoel, welken hij tot aan zijn dood heeft bekleed. De werkkracht en de productiviteit van Dr. Jan ten Brink zijn werkelijk verbazend. Behalve de studies over Nederlandsche letter kunde, ingeleid door die over Brtdero en het proefschrift over Coornhert, schreef Ten Brink een geheele reeks romans, een andere serie boeken over de Fransche revolutie, een groote Geschiedenis der Nederlandsche Letter kunde, en dit alles ongerekend een onaf gebroken reeks opstellen en studies van zeer verscheiden aard in Se Gids, in Nederland, de Letteroefeningen, höt weekblad De Amster dammer, en in een aantal dagbladen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 2