ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 23 Mei 1901. (Zierik.zeesch.e C o u r a n t). B E RICH T. HINDERWET. H I N PERW E T. Eeresaluut aan J. J. VAN KERKWIJK. Algemeen Overzicht. WSEUWSTIJPÏNGEK. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 57ste JAARGANG. No. 754-1. Directeur a A. J. DE LOOZK Redacteuren A. FRANKEL. J. WAALEalleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. AdvertentiënTan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., hunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betaling-en moeten uitsluitend g-eschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Fbünkei,, Havenpark 348, Zierikzee. Wegens het Pinksterfeest zal de XieuWMbode op a.s. Maandag avond niet worden nitgegeven. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat zij aan JOHANNES ROEDOE, wonende in deze gemeente, en zijne rechtverkrijgenden, vergunning hebben verleend tot het oprichten van eene blikslagerij in het perceel staande in de Korte Nobelstraat, plaatselijk gemerkt wijk A, no. 441, kadastraal bekend sectie A, no. 4205. Zierikzee, den 48 Mei 1901. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat zij aan ADRIAAN VAN LEERSUM, thans nog wonende te Colijnsplaat, en zijne rechtverkrijgenden, vergunning hebben verleend tot het oprichten van eene broodbakkerij in het woonhuis staande op den hoek van de Hoofdpoortstraat en Breestraat, plaatselijk gemerk wijk C, no. 296, kadastraal bekend sectie B, no. 774. Zierikzee, den 48 Mei 4901. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Nu voor onze volksvertegenwoordigers het vierjarig zittingstijdperk ten einde spoedt, nu de Tweede Kamer de vorige week reeds op re^ès is uiteengegaan, zoodat de leden er van ver moedelijk slechts weêr zullen bijeenkomen om de solemneele handeling der sluiting van de zitting bij te wonen, nu weldra door ons geheele land de kiezers naar de stembus zullen op trekken om hem te kiezen of te herkiezen, aan wien zij de behartiging van 's lands belangen willen toevertrouwen, gevoelen wij ons gedrongen eenige oogenblikken stil te staan bij don man, die door ons district van 1863 af tot heden toe onafgebroken naar de Tweede Kamer werd afgevaardigd, en die nu om gezondheidsredenen voor een hernieuwing van zijn mandaat niet meer in aanmerking wenschte te komen. In de jongste algemeene vergadering van de Centrale Liberale Kiesvereeniging werd reeds door den voorzitter, den heer mr. A. J. F. Fokker, in kernachtige taal warme hulde gebracht aan zijn groote gaven en uitnemende verdiensten, en op meesterlijke wijze de staats man geschetst, die in den waren zin des woords de vader was van ons district. Op zijn voorstel werd onder den stormachtigen bijval der gedele geerden ter vergadering besloten aan J. J. van Kerkwijk een adres te zenden, waarin verklaard werd, dat hij zich jegens ons district verdienstelijk had gemaakt. Ook wij, die telkens, als de stembus de kiezers van dit district opriep een volksvertegen woordiger naar de Tweede Kamer af te vaar digen, vol vuur den strijd voor hem hebben aangebonden, sluiten ons bij die huldebetooging met volle borst aan. Hij toch was in 's lands raadszaal een krachtige, karakteristieke, bij geestverwant en tegenstander gewilde figuur, die in gunstige afwijking van hetgeen eens een vermaard staatsman als de hoogste politieke wijsheid verkondigde, dat de taal diende om 's menschen gedachten te ver bergen, precies zeide, waarop het stond, en het dan ook zeide in een vorm, die doel trof. Hij stond in het parlementair worstelperk op verre na niet in het achterste gelid, maar vaak vlak vooraan, als wakkere kampioen voor de liberale grondstellingen, waarvan de toepassing een zegen voor ons land is geworden. Een opsomming te geven van al wat hij gedurende zijn lidmaat schap van de Tweede Kamer heeft helpen tot stand brengen, of wat op zijn initiatief of door zijn beweegkracht in het leven werd geroepen, zou ons voor het oogenblik te ver voeren. Eenige belangrijke grepen uit zijn parlementaire loopbaan zijn reeds door den heer mr. A. J. F. Fokker gedaan, en in ons blad vermeld. Toch wenschen wij er op te wijzen, dat hij, hoewel geen landbouwer van beroep, de belangen van onzen landbouw op verschillende wijze ijverig heeft bevorderd, en niet het minst door te bewerken, dat wij niet meer, gelijk vroeger, geïsoleerd zijn, maar thans met den vasten wal zijn verbonden. Met voldoening kan J. J. van Kerkwijk op het roemrijk tijdperk van zijn staatkundig leven terugzien. Zoolang hij daartoe de kracht bezat, heeft hij gearbeid, behartigend het welzijn van zijn medeburgers en het heil van zijn vaderland. Op den avond van zijn welbesteed leven geven wij hem dit eeresaluut. Het bovenstaande was reeds gezet, toen de telegraaf ons de treurmare bracht, dat J. J. van Kerkwijk de eeuwigheid was ingegaan. Zoo is dan zijn lievelingswensch, om tot zijn dood toe dit district te vertegenwoordigen, als afgevaardigde te sterven, door de bestiering van het Opperwezen, toch in vervulling gekomen. Gelijk men zich herinneren zal, had hij niet lang geleden, tijdens een bezoek, dat Mr. A. J. F. Fokker hem te 's-Hage bracht, in dien zin ge sproken. "Wij hebben dien wensch ten volle begrepen, wij hebben gevoeld, dat de man, die aebt-en-dertig jaren lang onverpoosd gewaakt en gestreden had voor de belangen van den staat in het algemeen en voor die van zijn district in het bizonder, tot zijn laatsten levenssnik toe wilde arbeiden voor de openbare zaak, waaraan hij het beste van zijn leven, het beste van zijn krachten gewijd had. Geboren den 19den December 1830 te Oud dorp, werd hij in 1848 student aan de Konink lijke Academie ter opleiding van Ingenieurs te Delft, en na een ernstige studio in 1852 tot civiel-ingenieur bevorderd. Hij was de eerste in ons land, die, om des nachts te kunnen laten doorwerken, voor de uitvoering van publieke werken, zich van het electrisch licht bediende. Het Rijks-telegraafnet werd door hem aangelegd. Aan zijn vooruitstrevenden zin was het te danken, dat in 1878 bij den telegraafdienst ook vrouwelijke beambten werden toegelaten. Iu 1855 zich in Den Haag metterwoon vestigend, wist hij zich al spoedig door zijn rusteloozen arbeid, vooral op nijverheidsgebiedhet ver trouwen zijner medeburgers in die mate te ver werven, dat deze hem in 1861 naar den Gemeenteraad afvaardigden. In den Raad werd door hem herhaaldelijk bet groot belang eener zeehaven te Scheveningen bepleit. Geen wonder, dat op dezen vruchtbaren, werkzamen geest het oog viel, toen door het overlijden van den heer Anemaet in 1863 de Kamerzetel voor het district Zierikzee vacant werd. Den 26sten Februari van dat jaar werd hij dan ook tot volksvertegen woordiger gekozen, en hij is dit tot zijn dood toe onafgebroken geweest. Aan de lezers van de Nieuwsbode is het bekend, wat Yau Kerkwijk als kamerlid gepraesteerd heeft. Door telkens zijn mandaat te hernieuwen, hebben de kiezers hem bij zijn leven het bewijs gegeven, dat zij zijn verdiensten op boogen prijs stelden. Vrij van ambitieuse neigingen heeft hij meer malen een hem aangebodene ministeriëele portefeuille van de hand gewezen. Eenvoudig van aard, niet tuk op onder scheidingen, tooide hij zijn borst nooit met eere-teekenen, maar bewaarde de vele ridder orden, waarmede de regeeringen van Nederland, Frankrijk, België en Oostenrijk hem hadden begiftigd, in een geheime lade van zijn secretaire. Maar diep getroffen en aangenaam verrast was hij, toen hem het vorig jaar, op zijn zeven tigsten verjaardag, door de kiezers van deze eilanden een gedenkpenning als bewijs van hun waardeering werd aangeboden. Zoo was de man, wiens oogen thans ge sloten zijn. Zoolang het dag was, en hij zich wel gevoelde, heeft hij voor land en volk onvermoeid gearbeid. Niet om ons zelve en de lezers te paaien met iets, wat hun en ons aangenaam is, maar omdat het ons voorkomt den toestand naar waarheid weêr te geven, vermelden wij, lettend op de Engelsche berichten, dat de positie der Boeren- commando's vrij wat gunstiger is dan die van de Engelsche legermacht. Het blijkt ook, dat de Boeren, in weerwil dat de Engelschen ver klaard hebben hun al het geschut ontnomen te hebben, nog maar steeds over kanonnen be schikken. Hierover kan het beste oordeelen BuÜöok'e colonne, die tot driemalen toe door de Boeren met een Creusotkanon, een twaalfponder, twee pompoms en een maxim werd aangevallen. In Zuid-Oost Transvaal schijnt de strijd in den laatsten tijd vinnig te zijn geweest, want het dorp Carolina moest op één dag vijf maal door de Engelschen veroverd worden. Wat de communicatielijnen betreft, deze moeten door pantsertreinen, die voortdurend op- en afrijden, aanhoudend bewaakt worden, maar ook deze metalen vuur- en verderfbrakende salamanders moeten het tegen de Boeren afleggen, want ten noorden van Kroonstad deed een gepantserde treiu door een mijn, dien de Boeren hadden aangelegd, een luchtsprong. Ook in de Kaap kolonie, waar de opstand zich uitbreidt, en waarheen De Wet een meesterlijken tocht heeft afgelegd, gaat het den Engelschen niet voor den wind. Vijf Engelsche patrouilles het kunnen ook wel colonnes geweest zijn werden door de Kaapsche opstandelingen gevangen genomen. Een kwart-millioen Britsche soldaten staan oogenblikkelijk in Zuid-Afrika om de ten hoogste 20,000 strijdbare Boeren ten onder te brengen. En met deze overmacht niet kunnend breken den vrijen en onafhankelijken geest der Boeren, heeft Kitchener de Zoeloes gewapend en op de Boeren losgelaten. Toen in den Franscb-Duitschen oorlog Napoléon de Turco's uit Algiers naar Frankrijk liet komen, om de Duitsche legers te bevechten, ging er wij herinneren ons dat nog levendig in gansch Duitschland een kreet van afschuw op. En wat doet nu het geloovig Engeland? Het wapent een wilden, woesten volksstam, die, tuk op roof en moord, niets en niemand ontziet. Het is niet de eerste maal in dezen oorlog, dat de Engelschen tot deze barbaren hun toevlucht nemen. Reeds toen Mafeking door de Boeren belegerd werd, zag Baden-Powell er niet tegen op de zwartjes tegen onze stamverwanten in het vuur te brengen. Welbeschouwd, wat kan men van een natie verwachten, die toelaat, dat haar soldaten de hoeven, molens, landhuizen en vee stallen verbranden, na al wat kostbaar en bruik baar is geplunderd te hebben en dat men vrouwen en kinderen gevangen neemt en op halve rantsoe nen stelt, omdat de mannen zich niet willen onder werpen aan het Britsche gezag, maar voor het nationaal volksbestaan moedig blijven door- Het Engelsche Lagerhuis beeft het kost baar legerontwerp, waarbij zes uit vrijwilligers bestaande legercorpsen zullen gevormd worden, na een heftige discussie aangenomen. Wilhelm de Prater heeft in Metz, de hoofd stad van het geannexeerde Lotharingen, den verjaardag van den Russischen Czar met een parade, een diner en een toast gevierd. Het militaire schouwspel werd bijgewoond door den Russischen gezant te Berlijn, die hiertoe door den Keizer opzettelijk was uitgenoodigd. De uitnoodiging had een politieke beteekenis met het oog op de plaats, waar de geboortedag van Frankrijk's geallieerde herdacht werd. Als fijne zet bedacht en bedoeld, zal zij de niet verwachte uitwerking hebben. Zij zal Frankrijk's gevoelig heid prikkelen, en Rusland's monarch zeker niet vriendelijker stemmen. In Servië zag men vol spanning de bigde tijding der vermeerdering van de Koninklijke familie te gemoet. In plaats hiervan kwam het ontnuchterend bericht, dat de zwangerschap van Koningin Draga slechts een ingebeelde was. De Koning Alexander is hierover in zak en asscbe. Arme Koning! In Amerika is een trust gevormd, met het doel de Engelsche steenkool-fabrikanten te be letten hun kolen uit te voeren. Zij wil den prijs der steenkolen op den vroegeren terugbrengen, en daardoor het aan de Engelschen, die nu een uitvoerrecht moeten betalen, onmogelijk maken te kunnen concurreeren. De Transvaalsch - Engelsche oorlog. Standerton, 18 Mei. De Boeren hebben driemaal kolonel Bullock's colonne aangevallen tusschen Amersfoort en Ermelo. Zij hadden een Creusot-kanon, een twaalfponder, twee pompoms en een maxim. Alle pogingen werden in het werk gesteld om hun die stukken af te nemen, maar dat mislukte. Ten slotte gingen de Boeren door Ermelo naar Carolina. Louis Botha verliet Ermelo met het garnizoen en de officieren den 15en, in oostelijke richting trekkende. Bullock zuiverde Ermelo van alle inwoners, maar liet de stad ongerept. Nauwelijks was bij weg: de Boeren kwamen terug en doorzochten de stad naar burgers, die zich wellicht hadden overgegeven. Generaal Elliot zond in den loop der week naar Standerton 40.000 stuks paarden en vee en vele Boerengezinnen. Louren^o-Marquez, 19 Mei. Aan de grens van Natal is een nieuw Boerencommando gevormd, bijna uitsluitend uit Afrikaanders, sterk 800 man en onder bevel van Scheepers, terwijl er nog steeds nieuwe krachten bijkomen. Deze strijdmacht is voornemens in Natal door te dringen en, rekenende op versterking onder weg, zoo mogelijk op te rukken naar Durban. Londen, 20 Mei. Lord Kitchener seint uit Pretoria van Zaterdag, dat er een gepantserde trein ontspoord is tengevolge van een mijn- ontploffing ten zuiden van Americastation, ten noorden van Kroonstad gelegen. Aan Engelsche zijde werd een majoor gedood. Yolgens bericht uit Kaapstad heeft een Engelsch convooi, van Kimberley naar Boshof trekkende, op den heenweg herhaaldelijk bloot gestaan aan aanvallen van de zijde der Boeren, terwijl de Engelschen op den terugweg bij een aanval van een Boerendetachement, sterk 50 man, verliezen leden. Men brengt dit bericht in verband met de jongste mededeelingen, volgens welke Do "Wet zich met zijn man schappen in de nabijheid van Boshof zou bevinden. Middelburg (Kaapkolonie)20 Mei. De Boeren trekken zich in belangrijke sterkte samen in de Zuurbergen. Tal van nieuwe afdeelingen komen de Oranjerivier over err. sluiten zich bij hen aan. Commandant Fouché voegde zich eveneens bij hen. Hun aantal wordt geschat op 1000 a 1500. Het gerucht wil, dat De% Wet ben aanvoert, maar dit is niet bevestigd. Engeland. De Saint James Gazette deelt mededat men ultimo Juni een aanvang zal maken met den verkoop van wijlen koningiu Victoria's jvijnkelder en wel in het bijzonder van 60.000 flesechen ouden Xereswijn, jaren her aangekocht, die opgestapeld liggen in de kelders van verschillende koninklijke residenties. Zou de erfgenaam der overleden vorstin, Eduard VII, in weerwil van de uitbreiding zijner civiele lijst, gebrek aan fondsen hebben Of houdt hij wellicht niet van Xereewijn Met de »Arundel-Castle" zijn Vrijdag weer 600 ton oorlogsmateriaal naar Zuid-Afrika verzonden. Voortdurend levert Hongarije nog aanzienlijke getallen paarden. Servië. Het kanon van Krupp, dat geladen gereed stond op de wallen van Belgrado, om don volke een blijde hooge geboorte te verkondigen, wordt van zijn affuit gelicht, de eene en de andere wieg, geschenken van hetzelfde volk, in de pronkzaal van den koninklijken konak, blijven leeg en in rust. In de oneigenlijke kraamkamer houden verlos kundigen van uiteenloopende nationaliteit hunne consulten en stellen protocollen op, dio snel hun weg vinden in de wereldpers, om met een grooter aantal physiologische bijzonderheden, dan men anders over eene bevalling pleegt openbaar te maken, te bewijzen dat een zeer zeldzaam en bizonder geval van 'ingebeelde zwangerschap, met een misleidend stel uiterlijke verschijnselen, het ditmaal ongegrond gerucht van een Servisch hofschandaal heeft gebaard, een gerucht, dat in vele kolommen pikante telegrammen in de dagbladen is uitgewerkt. De koning, die, als men aan de dagblad- berichten geloof mag schenken, de goheele schaal van menschelijke aandoeningen (vadervreugde uitgesloten), van de uiterste woede tot de teederste toeneiging voor zijne wederhelft in deze laatste drie dagen doorloopen heeft, gaf in een conferentie met de ministers als zijn uitdrukkelijke wensch te kennen dat alle medische Tapporten over de heele periode openbaar gemaakt zullen worden. De Franscbe verloskundige, die indertijd de eerste verschijnselen meende te kunnen con- stateeren, heeft zijn honorariium dat duizend francs per dag bedroeg en over deze maand loopt in ontvangst genomen. D® Russische dokter, die door don Czaar, omdat deze peetvader verwachtte te worden, betaald; was, heeft alleen een ridderorde aangenomen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 1