Haagsche Brieven. I. Joppe te Steenbergen f 10.08, Adriaensens te Walsoorden f 10.02 en A. Kolen te Colijnsplaat f 9.98. Aan den laagsten inschrijver is de levering gegund. Levering 20 Mei a.s. Scherpenisse. Op 8 Mei werd alhier aan besteed het verdedigen van den onderzeeschen oever tussohen de dijkpalen 23 en 25 door bezinking en steenbestorting," waarvoor werd ingeschreven door de heeren P. J. Visser, Hansweert, voor f 60450; A. Prins, Sliedrecht, voor f 59540J. v. d. Plas, Hardinxveld, voor f 56789J. Roskam, Sliedrecht, voor f 56644 B. den Exter v. d. Brink, Krabbendijke, voor f 56500; C. Bolier, Bruinisse, voor f 55960; H. de Kluwer, Sliedrecht, voor f 55886; P. A. v. d. Velde, Terneuzen, voor f 55800; C. de Wilde, Kattendijke, voor f 54925; J. de Bree, Terneuzen, voor f 54780. C. Bolier, Bruinisse, voor het lste perceel f 18987J. de Bree, Terneuzen, voor het lste perceel f 17950, en J. W. Roelofs, Papendrecht, voor het 2de perceel f 41400. Behoudens nadere goedkeuring is het werk in massa aan den laagsten inschrijver gegund. St.-Maartensdijk, 9 Mei. Door het bestuur van den Muyepolder werd gisteren publiek aanbesteed het veryoer van de grint naar den weg. Inschrijving per Ms. Ingeschreven werd door D. Groenewege Mz., voor f 6,80; C. de Graaf, voor f 0,80; C. M. Polderman, voor f 0,60. Laatstgenoemden is het vervoer gegund. De inschrijvers wonen alhier. Bruinisse, 10 Mei. Heden werden aan 't Zijpe aanbesteed de herstelliDgs-, vernieuwings- en onderhoudswerken aan het waterschap Bruinisse. Ingesohreven werd door de heeren Kleppe, Scherpenisse, f 13925; Dubbeldam, Dordt, f14400; Geluk, Tholen, f13793; Linden- bergh, Wemeldinge, f 19390; Moerland, Stave- nisse, f 14380; Van Popering, Bruinisse, f13770; Heijboer, Serooskerke, f 13925Bolier, Bruinisse, f 13670; Bezuijen, Scharendijke, f 13932; Van de Velde, Bruinisse, f 13790; Visser, Hans- weert, f 14290. 's-Gravenhage, 6 Mei 1901. Tegen veler verwachting in heeft de Kamer vóór haar uiteengaan nog vele zaken tot een einde gebracht. Men zou schier zeggen, dat de werklust toeneemt, naarmate de tijd tot afwerken korter wordt. Behalve ook de Legerwetten, wier aanneming thans een feit is, heeft men op het Binnenhof belangrijke beslissingen genomen, die, zooal niet dadelijk, dan toch in de toekomst gewichtige gevolgen zullen hebben. Ik herinner maar alleen aan de motie-Van Gijn, die met groote meerderheid aangenomen, de wetgevende macht bindt, om haar goedkeuring te hechten aan een verbeterden waterweg van Dordrecht naar zee, een zaak, die voor Zeeland van nage noeg even groot belang blijkt te zijn als voor de Merwedestad. Wat in die zaak bijzonder opmerkelijk mag heeten, dat is, dat de Minister van Water staat, overigens een man van energie en door tastendheid, steeds volkomen erkend heeft de noodzakelijkheid om Dordrecht te helpen, maar steeds geweigerd heeft een bepaalde toezegging te doen. Ook nu niet. Hij meende, dat de zaak wel in de naaste toekomst aan de orde zou komen, maar scheen huiverig te zijn om eene verplichting op zich te nemen tot het aanvangen van het verbetering8werk. Eensdeels kon dit worden toe geschreven aan de vrees, dat de financiën des lands bezwaar zouden opleveren, maar het is voor een vooruitstrevend man als minister Lely toch duidelijk, dat dit dan alleen een werkelijk bezwaar zou kunnen heeten als hij het werk niet bepaald noodig achtte. Waar hij echter zelf verklaarde, dat binnen één of twee jaar de omstandigheden van zelf zouden nopen om de zaak onder de oogen te zien, begrijp ik niet, waarom hij dit dan niet uit eigen hoofde reeds nu, twee jaar vroeger, heeft willen doen. Thans is hij er door de Tweede Kamer feitelijk toe gedwongen, want de aan genomen motie kan hij bezwaarlijk naast zich neerleggen. Zou misschien de reden hierin gelegen zijn, dat de Minister, aan het einde van zijn vier-jarig ministerschap, zijn opvolger niet wilde binden? Het is mogelijk, maar geen ander Minister zal dan toch voortaan den eisch om voor Dord recht's handel te zorgen kunnen ontgaan. Een niet minder gewichtige beslissing betreft de Staats-exploitatie van steenkolenvelden in Limburg. Nederland zal nu gaan doen, wat het al misschien meer dan een halve eeuw heeft nagelaten, den rijkdom van zwarte diamant in Limburg's schoot verborgen gaan ontginnen en daardoor aan Neerland's industrie een nieuwe bron van welvaart toevoegen en tot zekere hoogte Neerland's onafhankelijkheid op nijverheidsgebied uitbreiden. In de bestaande omstandigheden toch moeten wij bij Engeland en Duitschland ter markt gaan, voor hetgeen wij in onzen eigen bodem zoo rijkelijk nog schijnen te bezitten. Ook in dit opzicht heeft Minister Lely getoond een man van de daad te zijn en voor de schatkist zal de nieuwe bron van inkomst in latere tijden van groote beteekenis kunnen worden. Die schatkist, die weet wat! Nauwelijks heeft Minister Pierson onlangs in zijn buitenseizoensche millioenenspeech betoogd, dat de financieele toe stand gedoogde voor defensie geld te besteden, of van alle kanten legde men reeds beslag op het restje, dat volgens 's Ministers berekeningen, zou overblijven. De voorstanders van den Dordtschen waterweg wilden het voor hun doel aanwenden, en de onderwijzersvrienden meenden, dat daarvan alleen reeds de onderwijzers-tractementen hooger konden worden vastgesteld dan de Regeering voorstaat. Dit laatste geschiedde bij gelegenheid van de behandeling der Schoolwet-wijziging. Dit geeft mij van zelf aanleiding aan de anti-liberalen amende honorable te doen voor het verwijt te dezer plaatse tot hen gericht, dat zij die wijziging uit politieke overwegingen niet vóór de verkiezingen zouden behandelen. Of het voornemen daartoe bestaan heeft, of men niet in politieke kringen beslist van meening was, dat in die richting zou Behandeld worden, laat ik daar. Het feit is nu, at de behandeling plaats heeft, en daarvan geef ik volgaarne de rechterzijde akte. Zij heeft niet uit politieke bijbedoelingen een wet ter zijde geschoven, die zij zelve urgent achtte. Het is te meer aangenaam dit te mogen constateeren, omdat deze Schoolwet-wijzigingen èn het bijzonder onderwijs, èn het openbaar, ten goede komt. Zonder onderscheid hebben de woordvoerders der rechterzijde Minister Borgesius hulde gebracht voor zijn eerlijke nakoming van zijne beloften bij de Leerplichtwet. Het eenig streven van dien kant is nu echter meer financieel voordeel te behalen voor hunne bijzondere school, een streven, dat zeer verklaarbaar is en een noodwendig gevolg van de Subsidieeringswet, die bestaat, al mag men dat bestaan betreuren. Maar bovendien waarborgt deze schoolwetwijziging een verhooging van salaris van de minimumlijders, zoowel door verhooging van het wettelijk minimum, als o. a. door toekenning van vier vijfj aarlij ksche tractements-verhoogingen. Hunnerzijds volkomen terecht wenschten de voorstanders der openbare school verder te gaan en in 't algemeen beter tractementen te zien toegekend aan de onderwijzers, doch daartegen werd van Regeeringszijde bezwaar gemaakt. Had Minister Borgesius zich er nu toe bepaald de verlangens naar meer verhoogen af te wijzen met een beroep op den financieelen toestand, het zou zoo'n vaart niet geloopen hebben, maar die Minister beweerde, dat zijn voorstel eigenlijk veel voordeeliger was voor de onder wijzers dan die van de heeren Den Hertog, Ketelaar c. s. Nu, men kan in 't Parlement veel vertellen, wat met den mantel der liefde moet bedekt worden en als Minister is men vaak verplicht argumenten te smeden, als ze niet voorhanden zijn in 't magazijn, maar 't was wel wat erg kras om te willen beweren, dat f 600 minimumtractement minder is dan f 500 en dat als men op 30 jaar zijn hoogste minimum heeft bereikt, men er ongelukkiger aan toe is dan als men het op zijn 40e of later levensjaar ontvangt. De vooruitstrevende onderwijsmannen gevoelden zich daardoor gekrenkt en te meer teleurgesteld omdat het Minister Borgesius was die dit stukje uithaalde, de man, die steeds als de aanvoerder is beschouwd van onderwijsverbeteringen. Als de wet zal zijn aangenomen en de toorn bedaard, zullen de onderwijzers wel inzien, dat het toch beter is een belangrijke verbetering nu te krijgen dan de wet gevaar te laten loopen, want indien de Minister had toegegeven, was hij niet zeker geweest van den uitslag, omdat de belangen van het bijzonder onderwijs kunnen gekrenkt worden als de salarissen van de openbare onderwijzers nog hooger worden opgevoerd. Juist die toestand is zoo sterk te betreuren. Onze tegenwoordige schoolwetgeving maakt den Staat niet vrij voor zijn eigen scholen te doen, wat hij noodig acht. Maar dat heeft men nu in 1889 zoo gewild en daarin moet men berusten. Eindelijk is nu ook de benoeming van een nieuwen burgemeester in Amsterdam een feit PRBDIR] in onderstaande Gemeenten van Zondag De Geref. Kerk te Zierikzee: 'b Voorin, tien ureds. Esselink. (Bed. H. Avondm). 's avonds zes ure: Idem. (Nabetrachting). Hemelvaartsdag, 's Voorm. tien ure: Idem. Herr. Kerk te Kerkwerve: 's Nam. twee ure: ds. Couvée van Eikerzee. Herv. Kerk te Serooskerke: 'sNam. twee ure: ds. Kapteijn van Renesse. Herv. Kerk te Burgh: 'sNam. twee ure: ds. Nauta van Noordgouwe. Herv. Kerk te Renesse: Geen dienst. Herv. Kerk te Noordwelle: 'a Voorin, half tien ure: ds. Nauta van Noordgouwe. Herv. Kerk te Haamstede: '8 Nam twee ureds. v. d. Broek van Brouwershaven. Geref. Kerk te Haamstede: 's Voorm. half tien ure: ds. Koolstra. (Bed. H. Avondm.) 'a nam. twee ure: Idem. (Dankzegging). Herv. Kerk te Eikerzee: 's Voorm. half tien ure: ds. Couvée. Geref. Kerk te Eikerzee: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure: ds. Raman. Herv. Kerk te Brouwershaven:. 's Voorm. half tien ure: ds. v. d. Broek. Geref. Kerk te Brouwershaven: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ureds. Geerling. Herv. Kerk te Zonnemaire: 'a Voorm. half tien ureds. Zeeman. Geref. Kerk te Zonnemaire: 'a Voorm. half tien ure: Leeskerk. (Voorber.H. Avondm.) nam. twee ureLeeskerk. Herv. Kerk te Dreischor: 'a Voorm. half tien ure en 'snam twee ure: ds. Burger. Herv. Kerk te Noordgouwe: *s Voorm. half tien ureds. Kapteijn van Renesse. Herv. Kerk te Ouwerkerk: Voorm. half tien ure: ds. Kunst. BEURTEN Schouwen en Duiveland. tit Mei. Chr. Geref. Kerk te Zierikzee: 's Voorm. half tien ure, 's nam. twee ure en 's avonds zes ure: Leeskerk. Herv. Kerk te Nieuwerkerk: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure: ds. van der Linden. Geref. Kerk te Nieuwerkerk: 's Voorm. 9.30 ure, 's nam. 2 ure en 'a avonds 6 ure: Leeskerk. Oud-Geref. Kerk te Nieuwerkerk: 's Voorm. 9 ure, 'snam. 2 ure en 's avonds 5.15 ure: Leeskerk. Herv. Kerk te Oosterland: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure: dr. Smit. Gerei. Kerk te Oosterland: 's Voorm. half tien ure, 's nam. twee ure en 'a avonds half zes ure: Leeskerk. Herv. Kerk te Sirjansland: 's Voorm. half tien ure: ds. v. Nouhuijs van Zierikzee; 's nam. twee ure: Leeskerk, D. Hanse, ouderling. Herv. Kerk te Bruinisse: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ureds. Waar- denburg. Geref. Kerk te Bruinisse 's Voorm. negen ure en 's avonds vijf ureds. v. Bueren. Oud-Geref. Kerk te Bruinisse: 's Voorm. 9 ure, 's nam. 2 ure en 's avonds 5.30 ure ds. Beversluis. geworden. Van een heengaan van den Haagschen burgervader hoort men niets meer en voor 't oogenblik is alles dus weer rustig op 't stadhuis. De schouwburg heeft zijn laatste Fransche opera-voorstelling dit jaar gehad. Men heeft uit historische liefhebberij waarschijnlijk den avond van de sluiting der Fransche voorstellingen een paar „kiekjes" genomen van de zaal in haar tegenwoordigen toestand, met de voorbaignoires, die ten doode zijn opgeschreven en in de toekomst zal men dus vergelijkingen kunnen maken, hoe het was en zal worden. Dat de brandweer heeft toegestaan in dien gevaarlijken schouwburg nog met magnesium-licht te photografeeren is me een raadsel. Immers in Pulchri's nieuwe zaal werd dit onlangs verboden wegens brandgevaar. We zitten hier nn nog op schouwburggebied met vreemde dingen. Het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, dat als concertzaal gebouwd is, maar sedert zeer veel voor schouwburg wordt gebruikt, ziet zich verplicht alle schouwburg voorstellingen te doen ophouden, indien het aan de eischen van brandweer en Dag. Bestuur wil voldoen. Men eischt niet meer of minder dan geheele uitbouw van de concertruimte, wat ten gevolge zou hebben geheele ongeschiktheid voor het hoofddoelconcerten. Waar nu in het volgend seizoen de Nederl. Opera als die ten minste in stand blijft en vele Hollandsche tooneel- gezelschappen een onderdak zullen vinden is een raadsel. Doch, wat zullen we ons nu bekommeren over den winter. De zomer staat voor de deur. Het Kurhaus heeft nu waarlijk begonnen, tenminste de pier reeds in Mei te openen en in de groote zaal, die aan het einde gebouwd is, concerten te geven. En wat het mooiste is, de directie heeft zich weten te verzekeren van een voorname hulp. Niemand minder dan Prins Hendrik heeft de pier geopend, dat wil zeggen heeft officieel die inrichting voor gebruik geschikt verklaard. Het is wel wat gek, want reeds maanden lang in het vorig jaar kon men tegen betaling er op wandelen, dus het nieuwtje is er van af. Maar enfin, nu is de zaak voltooid. Toch bevreemdt het velen, dat de echtgenoot onzer Koningin geen passender gelegenheid heeft weten te vinden om zich voor 't eerste officieel te vertoonen, dan thans, nu het toch eigenlijk te doen is om reclame te maken voor een ontspanningsinrichting, die met het Kurhaus in verbinding staat, dus van een particuliere maatschappij. Ik zal niet ontkennen, dat het Kurhaus en de pier van beteekenis zijn voor de badplaats, maar een volksbelang is dat uitsteeksel in zee toch waarlijk niet. Indien onze Prins de eerste spade in den grond had gestoken voor de Schevingsche haven, dan zou hij daardoor zeker meer harten hebben gewonnen. Verstandiger raad zou in deze niet te onpas zijn geweest. Evangelisatie Zierikzee: Zaterdagavond half negen urebidstond. Zondag, 's Voorm. tien urede heer Weltevreden's nam. vyf ureKinderkerk's avonds acht urede heer Welte vreden. Evangelisatie Brouwershaven 'sVoorm. half elf ure: Zondagschool; 'savonds zes ure: de heer Homp. Evangelisatie Zonnemaire: 's Nam. twee urede heer Plomp's nam. half vier ure: Zondagsschool. I Brieven uit Berlijn. Van onzen correspondent). Lente Corso Bornssia. Berlijn, 2. V. 1901. Der Mai ist' kommen Die Baume schlagen aus I lk heb mijn schrijftafel dicht bij het raam geschoven en kijk naar beneden op de breede straat, waar tallooze trams voorbij snorren naar de voorstad Moabit aan de overzijde van de Spree. Den heelen voormiddag heeft het hard geregend, een malsche voorjaarsregen, recht naar beneden vallend. Nog drijven er zware, ronde, dreigende wolken boven de stad, en daar, waar zich geen zwart-gerande wolken vertoonen, is de lucht «egaal" grijs, maar voorloopig heeft de regen toch opgehouden, het asphalt is al weer opgedroogd en de kinderen hebben weer bezit genomen van de straat. Hunne vroolijke, schelle stemmen klinken boven het geraas van de trams en rijtuigen uit. Zij zijn druk aan het bal spelen, en schreeuwen in hun ijver elkaar een loef af te vangen} allen tegelijk. Evenals in Holland staat hier voor elk spel een bepaalde tijd van het jaar. In de vorige maand viel men in de stillere straten byna over de tollen en hoepels, nu is het voetballen aan de orde van den dag en in het najaar worden de vliegers (oDrache" worden ze hier genoemd) opgelaten op de braak liggende bouwterreinen aan de buitenkanten van de stad. De regen van de laatste dagen heeft wonderen gedaan de kleine boompjes beneden aan den rand van de trottoir hebben een lichtgroene muts opgezet. Nog een paar malsche regens, gevolgd door een warme zon en alles staat in bloei. «Es muss doch endlich Frühling werden I" Het heeft ditmaal lang geduurd, vóór er nieuw leven kwam in boom en struik, maar nu zijn we er dan toch eindelijk. De veel geprezen en door tal van dichters bezongen »Wonnemonat" doet zijn naam dikwijls heel weinig eer aan. Laten we hopen, dat de volgende week Donderdag 9 Mei de intocht van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik in Schwerin door een stralende, warme lentezon zal worden begunstigd. De uitgestrekte, goed onderhouden Tiergarten is nu een lust voor de oogen. Een teer lichtgroen waas ligt overdebooge, rijzige boomen uitgespreid. De groote knoppen van de kastanjes in de kastanien-allee en in de Bellevuestrasse puilen uithier en daar hebben de kleine parapluitjes zich zelfs al eenigszins ontplooid. Sappig, helder groen staan daar de struiken en bosschages. Smaragdgroen zijn ook de uitgestrekte gras gazons aan den voet van rijzige beuken, wier kleine nieuwe blaadjes een plaatsje vragen naast de verdorde blaren van het vorig jaar, welke van hun plaats nog geen afstand' hebben gedaan. Het grootste gedeelte van den Tiergarten is nu vrij wel geraetamorphoseerd. Gedurende de wintermaanden heeft men in verscheidene gedeelten opruiming gehouden onder over tollige struikental van boomen werden gerooid. Vroeger stonden ze veel te dicht op elkaar, daar tusschen was dan nog een wildernis van allerlei soorten struikgewas. Na de verandering komen de gave rijzige boomen, welke men heeft laten staan, veel meer tot hun recht, nu ze meer licht en lucht hebben. Een Duitsch spreekwoord zegt: «Man sieht den Wald vor lauter Baumen nicht" (door al de boomen kan men het bosch niet zien), dit was ook het geval in den Tiergarten, waar men nu eigenlijk eerst de mooie boomen kan bewonderen, die zijn blyven staan. Ik sta op den Grossen Stern midden in het groote park, het kruispunt van vijf wegen. Kaarsrecht ligt de breede Charlottenburger Chaussee voor mij, waar vlugge jongens van de stadsreiniging in hun grys linnen kielen en half hooge laarzen met breede bezems van gomelastiek midden tusschen de voorbysnorrende automobielen, fietsers en equipages, tusschen taxaraeters en zware vrachtwagens over het glimmend asphalt het slik voor zich uitduwen, schuin op zij, een breede schoone streep achter zich latend. Heel in de verte tusschen het teere schemerende groen der boomen, welke elkaar hier bijna schijnen te raken, teekent zich by helder weer de quadriga, het stygerend vierspan op de Brandenburger Poort af tegen de lucht. Op het rijpad rechts langs de Chaussee draven ruiters en amazones af en aan, op het voetpad links worden de nieuwe voorjaars-toiletjes van de Berlijnsche beau-monde «spazieren geführt", zooals men in Duitschland zegt. Met den groei van Berlijn heeft de. meerdere welvaart gelijken tred gehouden. De luxe is in de laatste tien jaren verbazend toegenomen en met de groote weelde is de smaak aan merkelijk verfijnd, niet alleen onder de hoogere standen, maar ook onder de kleine burgery. Een vrouw van stand en van geld weet zich hier tegen woordig even goed te kleeden als haar zuster in Parijs. Men behoeft van hier niet naar de Avenue de l'Opéra of naar de Boulevard Anspach te gaan om het aangenaam prikkelend frou-frou-geritsel van zijden rokken te hooren. Onlangs werd in een ingezonden stuk in één der plaatse lijke bladen het voorstel gedaan in de lanen van den Tiergarten gedurende de namiddaguren een corso te houden, evenals ui Parijs en Rome. Langs Charlottenburger-Chassee, Siege3-allee, voorbij de vele marmeren groepen der Mark graven en Koningen, langs Tiergarten-strasse en Hof jager- allee zouden de rijtuigen van tout-Berlin moeten rondrijden, terwyl op verschillende punten van dezen corso militaire kapellen opwekkende marschen en walsen zouden moeten spelen. Voorloopig zal hiervan wel niet veel komen. Er wordt wel veel gereden in den Tiergarten, doch de equipages, welke over het algemeen niet zoo verzorgd zyn als in Den Haag of Arnhem, blijven verreweg in de minderheid tegen den drom van Taxameters en behalve in den Lustgarten tegenover het Koninklyk slot, worden in geen der vele parken en pleinen van Berlyn militaire concerten gegeven. De leden van vele militaire kapellen trekken een vry mager salaris, dat voor een deel door de officieren van het regiment moet worden betaald. Zij moeten derhalve zien op audere wijze hun inkomen te verhoogen. Vandaar de vele militaire concerten in de Gartenlocale in Halensee, Wilmers- dorf, in Grünau, Treptow, in Wannsee en al de andere Vororte van Berlyn, waar bij mooi weer de kleine burger man met vrouw en kroost vrij groote verteringen maakt. Op zij van den Grossen-Stern in een afgescheiden gedeelte van den Tiergarten ligt het slot Bellevue, waar de Keizerin met de jongste twee kinderen verblyf hield, terwijl S. M. (de gewone benaming van den Keizer, verkorting van Seine Majestat) in Bonn zijn hart ophaalde als Reünist (Alter Herr is de Duitsche benaming). Langer dan vier weken achtereen op een plaats blijft het Keizerlijk echtpaar zelden. Zy zyn eeuwig aan het reizen en trekken. Nu wordt het «Hoflager" hierheen verlegd, dan daarheen. Langzamerhand zijn bijna alle kinderen uitgevlogen op het jongste prinsje en het eenige meisje na. De drie volgende jongens zijn op het gymnasium in Plön (Holstein), waar zij zeer kort worden gehouden en een strenge opvoeding krijgen; op twee na de oudste, Adelbert, die van zijn geboorte af voor de marine bestemd was en kort geleden als jongste kadet op het schoolschip «Charlotte" in dienst is getreden, werd genoemd naar een oudoom des Keizers, prins Adalbert van Pruisen, den grondlegger van de voormalige Pruisische marine, welke na den oorlog van 1870 in een Duitsche marine overging. Nu de groote feesten in Bonn ter gelegenheid van de inauguratie voorbij zijn, flaneert de Kroonprins ginds als gewoon sterveling langs 's Heeren straten. Men moet echter niet denken, dat hij met zijne mede-studenten in aanraking komt, zooals indertijd in Leiden het geval was, toen Prins Willem daar studeerde. Evenmin als een officier van het exclusieve regiment Garde-du-Corps of van het le Garde regiment zu Fuss rch zal »encanailleeren" met een simpel luitenantje van de infanterie of van de train (administratie), evenmin zal een lid van het »hoch-feudale" corps Borussia, waarvan de Kroonprins lid is geworden, zich met een student inlaten, die niet lid is van de een of andere «schlagende verbindung", wier leden «satisfactionsfahig" zijn, dat wil zeggen, die voor vol worden aangezien met het oog op de in Duitsche studentenkringen gebruikelijke duellen. Het corps Borussia telt op het oogenblik slechts 9 leden, die een eigen clubgebouw bezitten en in hoofdzaak alleen met elkaar omgaan. Koningin Emma, die sinds eenige dagen by hare zuster, de hertogin van Albany, in Postdam verblijf houdt, bracht Maandag aan de Keizerin een bezoek in het slot Bellevue. Den volgenden dag werden de groote kunstsalons van Keiler en Reiner door haar bezichtigd, waarvan ik eenigen tyd geleden een beschrijving gaf. De Keizer wist waarschijnlijk zeer goed, wat hij deed, toen hy aan de Hertogin •van Albany, de moeder van den jongen Hertog van Coburg, de villa Jugenheim in Potsdam als woning aanbood, waar de Hertog, die eerst circa 13 jaar is, als het ware onder zijn oogen wordt opgevoed en ongetwyfeld na zijn meerderjarigverklaring over eenige jaren een gewillig bondsvorst zal worden. K. De Koningin te Schwerin. Bij de aankomst van het Vorstelijk Echtpaar begroette de burgemeester van Schwerin het Vorstelijk Echtpaar met eene toespraak, waarbij hij beiden hartelijk «welkom" heette in de plaats, die den Prins-Gemaal lief had, en die ook H. M. reeds hoog had leeren waardeeren. Het slot dezer toespraak was: «Moge het verblijf in de schoone residentie, bespoeld door het blauwe water onzer meren en het thans in het voorjaars-dos prykende Ribensteinfeld aangenaam en genotvol zijn, moge geluk en zegen U op al Uwe wegen volgen". De Prins-Gemaal dankte in hartelijke bewoordingen voor de gulle ontvangst Hen bereid. Alle leden der Groothertogelijke Familie waren tegenwoordig. H.M. de Koningin inspecteerde de Eerewacht, die vervolgens defileerde. Aan het getooide stadhuis werd het Echtpaar wederom toegesproken, waarop Prins Hendrik antwoordde. Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik deden hun intocht in een open, met zes paarden bespannen rijtuig, voorafgegaan en gevolgd door een detachement dragonders. Een dichte menigte vulde de straten en het enthousiasme voor onze jeugdige Koningin was zeer groot. Vervolgens reed het Echtpaar naar het Paleis, waar in de groote zaal een gala-diner plaats had. De geheele Vorstelijke familie en tal van genoodigden waren daarbij tegenwoordig. De moord op Marios Bogaerdt. Inzake revisie-aanvraag door De Jongh ingesteld, bericht men nog, dat de compère van De Jongh, met wien hij indertijd het heil- looze plan uitvoerde, waarvan Marius Bogaerdt het slachtoffer is geworden, en die in intieme betrekking tot De Jongh's thans overleden zuster zou hebben gestaan, zekere K. zou zyn, indertijd hotelhouder en later gefailleerd. Deze zou Marius hebben vermoord in den tijd, dat hij bij den jongen de wacht hield in 't duin en De Jongh er op uit was om het afgedwongen geld in ontvangst te nemen. Ingezonden Stukken. Mijnheer de Redacteur! In uw verslag omtrent de laatste vergadering der Liberale Kiesvereeniging alhier is geheel verkeerd weergegeven, wat mr. D. van der Vliet over mij heeft gezegd. Niet dat, maar 't volgend heeft mr. v. d. Vliet »dat ik, indien men meende met de candi- datuur De Bruyne kans van slagen te hebben, in 't geheel niet in aanmerking wilde komen, en dat, indien de meerderheid der afdeelingen op Schouwen en Duiveland meende met die candidatuur minder kans te hebben, ik alleen in dat geval mij in principe en voorwaardelijk bereid verklaarde eene candidatuur te aanvaarden, maar met 't oog op andere omstandigheden, mij over eene definitieve aanvaarding niet kon uit laten". Alleen dit was de heer Van der Vliet, als lid van het Centraal Bestuur, evenals alle andere leden van dat bestuur, gemachtigd te verklaren, en Z.E.d. heeft ook alleen dit verklaard, en niet de woorden, die u hem in den mond legt, volgens het getuigenis van hem zeiven en van andere aanwezigen. Dankend voor de plaatsing. Uw Dw. Dn., A. J. F. FOKKER. TELE6BAMMEM. Middelburg, 10 Mei. Het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland heeft tot de evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk toegelaten den heer N. H. Kuipers, cand. te Schelluinen bij Gorinchem. Naar de rechtbank alhier is verwezen G. Dis, 17 jaar, arbeider te Colijnsplaat, ter

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 2