Zlllllk/IIMIII NIEUWSBODE. Donderdag 18 April 1901. (Z ieri ls_ zeesche Algemeen Overzicht. WEUMfSTlJDIBISEI»» Uit Stad bh Provincie. Courant), Verschijnt DINSDAG-, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaalIndië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 57ste JAARGANG. No. 7526. Dlreoteur a. j. de looze Redacteuren A. FRANKEL. J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 1.0 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betaling-en moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FitaNKEL, Havenpark 348, Zierikzee. Plaatsing van kinderen op de School A. Zitting van Commissarissen dier School in het school lokaal in den Wevershoek (Hoofd de onderwijzer J. VAN BALLEGOOIJEN), op Zaterdag: SO April e.k., des avonds te T aar, tot het ontvangen en beoordeelen der aanzoeken, om plaatsing van kinderen op die School. De toelating geschiedt slechts eens in het jaar. Om als leerlingen op de school te worden toegelaten moeten de kinderen in 1895 of vroeger geboren zijn. Plaatsing van kinderen op de School B. Zitting van den Commissaris dier School in het school lokaal aan het Kerkhof (Hoofd de onderwijzer P. VAN DER HAVE), op Zaterdag: SO April e.lï. des avonds te T uur, tot het ontvangen en beoordeelen der aanzoeken, om plaatsing van kinderen op die School. De toelating geschiedt slechts eens in het jaar. Om als leerlingen op de school te worden toegelaten, moeten de kinderen in 1895 of vroeger géboren zijn. Wegens de beperkte plaatsruimte zal heden ons Algemeen Overzicht zeer beknopt wezen. Ten aanzien van Znid-Afrika valt te ver melden, dat de Engelschen in de laatste dagen overwinningen seinen, die zij niet behaald hebben, en waarom zij dan ook zelve moeten lachen, maar die de voor de hand liggende strekking hébben in Engeland den moed er in te houden, die in den laatsten tijd opmerkelijk aan het tanen is. Zelfs de Jingoïstische pers, waartoe in de allereerste plaats het groote dagblad de Times mag gerekend worden, begint uit een ander vaatje te tappen, en vangt aan de moeilijkheden te erkennen, aan het beëindigen van den oorlog verbonden. De Engelschen mogen voortrukken, steeds dieper het land in, het zal hun niet gelukken een zoo uitgestrekte communicatielinie met goed gevolg te verdedigen tegen een vijand, die, onzichtbaar, hen bespringt, als zij dit het minst verwachten. De ééne helft van het land is in hun bezit, maar de andere helft, de moeilijkste, moet nog door ben veroverd worden. Wat zal hun de bezetting van Pietersburg door Plumer voor een voordeel opleveren De Boeren hebben zich tijdig daaruit teruggetrokken, en den zetel van het gouvernement naar Noord-Senekal verplaatst, met zich medenemend, wat zij gebruiken konden. De aartsschelm Milner, de nieuwe gouverneur van de door Engeland bij dekreten ingelijfde Boeren-republieken, organiseert reeds het bestuur en de rechterlijke macht. Bepaald heeft hij, dat in het vervolg in het Engelsch zal rechtgesproken worden. Men ziet, Chamberlain is er op uit het Hollandsch geheel uit Zuid-Afrika te verdringen. De rechters zullen het recht hebben de Kaffers aan den lijve te kastijden. Of de zwartjes dit proefje van beschaving der Engelsche witmenschen erg smakelijk zullen vinden, meenen wij te mogen betwijfelen. Over de feestelijkheden te Toulon zullen wij heenglijden. De prachtige staatkundige toasten, die van weerskanten, door President Loubet en den Hertog van Genua, zijn afgestoken, hebben precies hetzelfde knaleffect als een schitterend vuurwerk. De indruk verdwijnt even snel als hij ontstaat. Het eenig praktisch resultaat, dat er voorhands door bereikt zal worden, is, dat de harmonie tusschen de beide volken wat beter geworden is. Maar ook daaraan moet bij twee licht ontvlambare volken als de Franschen en Italianen zijn, niet te veel waarde gehecht worden. Daar is niet veel voor noodig om hen tegen elkander in het harnas te jagen. Dat weten de regeeringen, die vaak een veile pers ten haren dienste hebben, zeer wel. Wilhelm de Prater heeft de vorige week geen redevoering uitgesproken, wat wij als een bizondere historische merkwaardigheid hier ver melden. Zijn Majesteit heeft er van afgezien zich steeds door een viertal fietsende politie-agenten te doen vergezellen. Het plan, voor zijn veiligheid uitgedacht, scheen uitgevoerd niet aan de bedoeling te beantwoorden. De zoon des Keizers, de Kroon prins, bevindt zich op dit oogenblik te Weenen, waar hij de gevierde gast van den Oostenrijk- schen bondgenoot is. In Rusland is de oud-Minister van Oorlog, Wannoffski, tot Minister van Onderwijs benoemd. Men moet zich hierover niet verwonderen. In Rusland is men gewoon het volk te regeeren met den knoet of met de sabel* De wederspannige wetenschap moet niet door inwilliging van haar rechtmatige grieven, maar door militair geweld tot rede worden gebracht. De ontevreden student wordt in het soldatenpak gestoken en gedwongen de collegezaal voor het exercitieveld te ver wisselen. Een Duitsch officier, Bartsch genaamd, is op één der straten te Peking door een jongen Chinees, Hova genaamd, doodgeschoten. Bartsch moet het al zeer bar gemaakt hebben, dat men hem een entréebiljet voor de andere wereld gaf. Roof was hier niet de drijfveer, want de gedoode werd in het bezit van zijn horloge en geld bevonden. De dader is gevat, beroemt zich op zijn daad, verklarend hiertoe geprikkeld te zijn door de verregaande mishandelingen, waaraan genoemde Bartsch zich jegens de overwonnenen heeft schuldig gemaakt. De verbondene staten beginnen er aan te denken Peking te ontruimen. Tusschen de gedachte en de uitvoering er van ligt evenwel j vaak een breede klove. De Transvaalsch - Engelsche oorlog. De Kaapsche correspondent van Daily News geeft een, naar hij verzekert onpartijdig overzicht van den toestand in Zuid-Afrika en toont ;-k?ï, dat er geen uitzicht is op een spoedig einde van den oorlog. De kracht der commando's, schrijft hij, is onverflauwd, en er zijn allerlei kenteekenen, welke er op wijzen, dat zij vooreerst nog voldoende zijn voorzien van levensmiddelen en krijgsvoorraad. In de zoogenaamde hulpkampen, »waar zoo heldhaftig geleden wordt dat zelfs de felste vijanden van de Boeren er eerbied voor moeten hebbenis ook geen enkel teeken, dat vandaar een verzwakkende invloed op de Boeren te velde zal uitgaan en hetzelfde moet worden gezegd van de gevangenen, die zich verbijten op Ceylon en St.-Helena. Aan den anderen kant worden de handel en mijnindustrie van Zuid-Afrika verlamd. De oorlog vordert niet, ondanks alles wat wij doen en bij al onze moeilijkheden moet nu ook de pest worden gevoegd. Dat wij op den langen duur de commando's moeten afmatten is duidelijk genoeg; maar hoe lang het zal duren voor er iets is bereikt wat naar werkelijk in bezit hebben van bet land gelijkt, dat zou ik niet kunnen gissen. Van alle zijden, gelijk men ziet, worden dus de eindelooze moeilijkheden erkend, die Engeland nog te overwinnen zal hebben, eer het zijn opzet volvoeren kan, erkend feitelijk op eene wijze, die vrijwel met een toegeven der onmogelijkheid gelijk staat. Londen, 15 April. De Times-correspondent te Sannaspost verklaart, dat Engelands positie in de republieken bijzonder slecht is. Men kan tusschen Basoetoeland en Bloemfontein geen 5000 yards buiten de militaire lijn komen zonder gevaar te bopen door Boerenpatrouilles te worden aangehouden. Het geheele leger heeft genoeg van den oorlog. Allen vragen hoe lang dat zoo moet voortduren. Het einde schijnt verder dan ooit. De Standard-correspondent te Pretoria spreekt op denzelfden toon. Volgens bericht uit Bloemfonteinzou De "Wet zich nog immer op Transvaalsch grondgebied bevinden en zou Steyn te Tabaks- berg in den Vrijstaat ziek liggen. Kitchener Jaericht heden uit Pretoria: Bij de krijgsverrichtingen van Babington heeft het vendel van kolonel Sawlinson Smuts lager ten noordwesten van Klerksdorp bij het aanbreken van den dag aangevallen. Zes Boeren sneuvelden, tien werden er gekwetst en drie en dertig werden er gevangen genomen. Een twaalfponder, een volledige pompom, twee ammunitie wagens met ammunitie, eenige paarden en wat vee werden buit gemaakt. De Engelsche verliezen bedroegen drie gekwetsten. Plumer nam den veldkornet Briel en zestien man gevangen met tien wagens, achttien geweren, enkele paarden en wat vee. In de OraDje-Rivier-Kolonie zijn bij Pilchers krijgsverrichtingen zeven Boeren gesneuveld, een heeft er zich overgegeven. 16 April. Volgens bericht uit Bloemfontein, trekken kleine detachementen Boeren de districten Jagersfontein, Philippolis en Edenburg in den Vrijstaat door. In de naaste omgeving van Spitskop doen de Boeren zich nog immer gelden door de opcommandeering van paarden en door de plundering van de boerderijen der loyalisten, terwijl de telegraaf tusschen Rosmead en Graaf Reinet nog immer gestoord is. Zoodra kolonel Gorringe uit Pretoria te Rosmead zal zijn teruggekeerd, zal er een krachtige actie tegen de Boeren worden op touw gezet. Engeland. Het beroemde portret van de hertogin Elizabeth van Devonshire, geschilderd door Thomas Gains borough, dat in het jaar 4876 op de schilderijen tentoonstelling van Thomas Agnaw and Sons in Londen uit de lijst gesneden en gestolen was, is eindelijk in Amerika, waarheen de dieven het hadden gebracht, teruggevonden. Het schilderij is indertijd voor 10,605 (f 127,268) verkocht, de hoogste som, die ooit op een openbare veiling voor een enkel schilderstuk betaald geworden is. Sedert het verdwijnen van het schilderij, hebben de couranten er steeds weêr aan herinnerd, en van tijd tot tijd doken immer weêr geruchten op, dat het schilderij was gevonden. De geheime Londensche politie had het zoeken naar het schilderij nooit geheel opgegeven en zoo kwam zij er onlangs achter, dat het in Amerika verborgen werd gehouden. Zij stelde zich onmiddellijk in verbinding met een Amerikaansch detective-bureau, dat van zijn kant onmiddellijk onderhandelingen" begon met den vertegenwoordiger" der dieven. Deze onder handelingen eindigden daarmede, dat den dieven discretie" en 5000 ponden sterling toegestaan werd en de vertegenwoordiger zelfs 2000 ponden sterling bekwam. De gelden werden betaald en het schilderij, dat in een koffer met dubbelen bodem was verborgen, werd uitgeleverd en is thans, goed behouden, te Londen aangekomen. Frankrijk. De Parijsche politie heeft een soort grot la Sesam open u" gevonden in de fundamenten van de gevangenis te Mazas. Twee agenten zagen eenige verdachte personen met groote pakken tusschen de muren sluipen en volgden ze, in de hoop een goede vangst te doen. Doch bij de achtervolging raakten de agenten van elkaar af en bleek het, dat de een plotseling verdwenen was, terwijl de overblijvende agent ook van de verdachten geen spoor meer terug kon vinden. Hij ging snel hulp halen en toen men voorzichtig de puinhoopen onderzocht, kwam men op de plek, waar een gat in den bodem was. Binnen scheen licht en hoorde men een gevecht. Toon de agenten zich omlaag hadden laten zakken, vond men den verdwenen kameraad terug, doch te gelijk een bende jonge misdadigers, die den agent te lijf wilden. De bende bestond uit een twaalftal personen, bij wie twee meisjes, allen jonger dan 20 jaar. Ze haddeu het zich daar onder den grond heel gezellig en luxuriëus ingericht; een fijn souper stond op tafel; het hol was verlicht door een sierlijken kandelaber, koper en porcelein stond in de hoeken, levens middelen lagen in groote hoeveelheid opgestapeld. De bende werd zonder eenigen tegenstand mee naar het politiebureau genomen, waar een volledig relaas werd gegeven, hoe men daar reeds drie maanden te zamen gewoond had en juist een feestje had aangericht om dien datum te vieren. De jongste van het gezelschap was dertien jaar. Nederland. Rotterdam, 15 April. In den nacht van Zaterdag op Zondag omstreeks 12 uur werd de 24-jarige werkman J. S. uit de Roentgen- straat op de Prins Hendrikkade westz. ter hoogte van het Bij- Post- en Telegraafkantoor onver wachts door twee mannen aangegrepen, van wie er een hem bij de keel vatte, zóó stevig, dat het hem onmogelijk was eenig geluid te geven. S. verdedigde zich met alle macht, maar kon toch niet beletten, dat de andere aanvaller zijn broekzakken doorsnuffelde en daaruit 2 rijksdaalders en 2 guldens haalde. Alleen gelukte het den aangevallene een der mannen bij zijn horlogeketting te grijpen en op deze wijze zich van diens horloge meester te maken. Hierop gingen de beide aanvallers aan den haal. Het eerste werk van S. was nu op het politie-bureau aan de Nassaukade aangifte te gaan doen van deze brutale aanranding. Een bezwaar was echter dat hoogstwaarschijnlijk niemand anders den overval had gezien. S. gaf een volledige beschrijving van zijn twee aanranders en deponeerde het horloge op het bureau, waar men dadelijk maatregelen nam om de twee heeren op te sporen. Kort nadat S. het bureau verlaten had, omstreeks 1 uur, ontstond op het Stieltjesplein een opstootje. S., die toevallig langs kwam, J bleef even staan en bemerkte al spoedig dat een zijner aanranders zich onder het publiek 1 bevond. Maar toen hij den man aanspreken 1 wilde, zette deze het op een loopen. De 1 inspecteur-titulair, de heer Kuiper, wien S. het geval in 't kort vertelde, zette hem na en wist den vluchteling in de Entrepotstraat to grijpen, j Op het politie-bureau aan de Nassaukade kwam uit 's mans zakken een bedrag van ruim 7 gulden te voorschijn. De gearresteerde bleef echter halsstarrig ontkennen deelgenomen te hebben aan de nachtelijke aanranding. 1 Bij het onderzoek, dat Zondag werd voort gezet, bleek gearresteerd te zijn de 21-jarige Richard C. Steinwel, varensgezel aan boord van het Rijnschip Mannheim IH", liggende in de Spoorweghaven. Toen het door den aan gevallene S. op het bureau gedeponeerde horloge aan andere opvarenden van de Mannheim III" werd vertoond, herkenden dezen het als te zijn van Steinwel. Daar de aangevallene, S., beslist in Steinwel een der personen herkende, die hem op de Prins Hendrikkade de zakken geledigd hadden, viel ontkennen niet langer mogelijk. 1 Yoorloopig is Steinwel op het politie-bureau aan de Nassaukade in bewaring gesteld, terwijl de medeplichtige wordt opgespoord. Oost-Voorne, 15 April. Met groot verlangen wordt hier uitgezien naar de rechtstreeksche verbinding met Rotterdam, welke eerlang door de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij zal tot stand gebracht worden. Terwijl in de laatste jaren de gelegenheid tot het logeeren van bad gasten aanmerkelijk is toegenomen, verwacht men van bovengenoemde verbinding eene zeer groote uitbreiding, waarvoor reeds plannen in bewerking schijnen te zijn. In tusschen is de Vereeniging tot bevordering van Vreemdelingenverkeer begonnen met het verfraaien van het dorp, door het aanplanten van boomen. Zierikzee, 16 April. De afdeeling A der Liberale Kiesvereeniging vergaderde Maandagavond ten huize van Mej. de wed. Kanaar. Vry talrijk was de opkomst. De presentielijst wees 53 leden aan. De heer J. A. de Bruyne opende de vergadering met een kort woord, daarby hulde brengend aan de verdiensten van het afgetreden bestuurslid Huson. Aan de orde was het stellen van een voorloopigen candidaat voor de Prov. Staten, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van rar. J. A. Bolle. Alvorens hiertoe over te gaan, herdacht de voorzitter het ontslapen Statenlid, die voor de belangen van dit district steeds met veel warmte en grooten ijver in de bres was getreden. Hierop stelde de voorzitter de leden in de gelegenheid namen van candidaten te noemen. De heer Olivier vroeg, of het waar was, dat het usance is, om als uit Schouwen een lid van de Staten uitviel, geen uit de stad als candidaat te stellen. Nadat door den voorzitter deze vraag bevestigend beantwoord was, werd door den heer Olivier als candidaat genoemd de heer D. Hocke Dz. (Mongenie) en door hem niet het minst om zijn kunde in waterschapszaken warm aanbevolen. De heer Ten Haaf ondersteunde deze candidatuur. Hij noemt hem een uitmuntend lid van het waterschap Schouwen, en stipt eerlijk in zijn optreden. De heer mr. D. v. d. Vliet stelde als candidaat de heer G. J. Hocke Hoogenboom, niet met de bedoeling de candidatuur van den heer D. Hocke Dz., dien hy in hooge mate respecteerde, en alleszins geschikt achtte, te bestryden, maar teneinde te voorkomen, dat de stemmen der leden, dieniet op den heer Hocke hun stemmen wilden uitbrengen, waardeloos zouden zyn. Maar dit neemt niet weg, dat ook zijn candidaat een man is, wien men noemen mag. Hij herinnert aan den strijd, dien de heer Hocke Hoogenboom in£het belang van den landbouw tegen do suikerfabrikanten gevoerd heeft en nog voert. Na de bespreking der twee candidaten wordt tot de stemming overgegaan, waarvan de uitslag is, dat van do 52 uitgebrachte stemmen de heer C. J. Hocke Hoogenboom 29 stemmen, en de heer D. Hocke Dz. 2t stemmen op zich vereenigden, terwyl 2 stemmen in blanco waren uitge bracht, zoodat eerstgenoemde de voorloopige candidaat is. Naar de vergadering der Centrale Kiesvereeniging, die a.s. Donderdag ten twee ure in de concertzaal alhier zal gehouden worden, werden afgevaardigd de heeren Olivier, Van Schelven, Legemaat, F. C. van der Vliet, Kloppert, Vermeys, Verdoorn, R. Visser, A. G. Kijn en G. J. Bethe. Alhoewel, zooals de voorzitter verklaarde, aan de afgevaardigden geen mandaat imperatief werd gegeven, was het toch gebruikelijk, dat men stemde in den geest der Kiesvereeniging, die men vertegenwoordigde. Men ging alsnu over in besloten vergadering, zoodat, wat daarin verhandeld werd, niet gepubliceerd mag worden. Nadat de openbare vergadering heropend was, kwam aan de orde het stellen van een voorloopigen candidaat voor de Tweede Kamer. De voorzitter geeft gelegenheid namen ^an candidaten te noemen. De heer mr. A. J. F. Fokker noemt den heer l. J. van Kerkwyk. Na een poosje stilte noemt mr. D. van der Vliet als candidaten de heeren mr. A. J. F. Fokker, J. A. de Bruyne en J. H. C. Hey=e, hiertoe geleid door dezelfde overweging als hierboven reeds vermeld is. De voorzitter stelt als candidaat den heer D. de Klerk van Rotterdam. De candidatenlijst wordt hiermede gesloten, en de voorzitter geeft gelegenheid de verschillende candidaten te bespreken. Daar hy zelf tot deze behoort, ontruimt hy deu presidentszetel, den heer mr. D. van Vliet verzoekend de leiding der vergadering op zich te willen nemen, aan welk verzoek deze voldoet. De waarnemer ie voorzitter geeft het woord aan den heer mr. Fokker, die verklaart, dat de gezondheidstoestand van zijn candidaat ij den laatsten tijd veel beter is, dan hy in jaren geweest is, en zeker niet minder, dan voor vier jaren, toen hij Candida <i >s gesteld. Van Kerkwijk vertegenwoordigt door zijn persoo" en naam een zeker prestige, dat andere candidaten missen. Honderde menschen zijn aan dien naam gewoon geraakt. Steeds koos men J. van Kerkwijk. Wy moeten een candidaat nemen, die hier en in Flakkee alom bekend is en de meeste kansan heeft, vooral in dezen tijd, nu de vereenigde anti-liberale partijen met groote kracht optreden, en de liberalen verdeeld zijn. Voor ons district heeft hij steeds veel gedaanvoor elk, die tot hem kwam om raad of daad, stond hy klaar, zoodat het ondankbaar zou zijn hem op zyn ouden dag niet meer te candideeren. Hij zelf stelt er hoogën prijs op tot zijn dood toe dit district, dat hem dierbaar is, te vertegenwoordigen. De heer mr. D. van der Vliet gevoelt zeer veel voor het gesprokene van den heer Fokker. Niet zonder aarzeling en alleen om den reeds genoemden grond, heeft hy een drietal andere namen genoemd, evenwel van mannen, met wie men gerust voor den dag kon komen. De heer J. A. de Bruyne verdedigt de candidatuur van den heer D. de Klerk, en meent, dat deze ook door Flakkee gesteld is, wat door den heer mr. Fokker beslist wordt weêrsproken. De heer F. C. v. d. Vliet vraagt nopens den heer Van Kerkwyk eenige inlichtingen aan den heer Mr. Fokker, die deze gaarne verstrekt. De heer Kloppert wenscht naar aanleiding van de scheuring in de liberale party van de candidaten te weten, hoe zy over de kwestie denken, die deze afscheiding veroorzaakt heeft. Zyn zy al of niet voor onmiddellijke Grondwets herziening om te komen tot algemeen kiesrecht? De heer mr. Fokker verklaart zich tegen een onmiddellijke Grondwetsherziening, die leiden zou tot een stilstand op wetgevend gebied. Het zal echter den heeren onverschillig wezen te weten, hoe bij hierover denkt, daar hy zich in geen geval candidaat stelt tegenover den heer Van Kerkwyk. De heer J. A. de Bruyne stelt in het licht, dat art. 80 van onze Grondwet een onduidelijk en vaag artikel is, dat door conservatieve elementen in het leven geroepen, tot allerlei moeilijkheden aanleiding geeft. Hy zoude het ten zeerste toejuichen, als het uit de Grondwet gelicht werd. Ook zy, die tot de Liberale Unie behooren, zyn van die meening. Tusschen hen en de groep, die zich van de Liberale Unie heelt afgescheiden, bestaat dan ook geen principieel, maar een taktisch verschil, zooals door spreker wordt aangetoond.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 1