Tholen, 6 April. Naar aanleiding van een verzoek van het gemeentebestuur van Brouwers haven heeft de gemeenteraad alhier besloten een adres te zenden aan de Tweede Kamer om steun të verleenen aan de motie-Van Gijn tot verbetering van den waterweg van Dordrecht CONCERTNIEUWS. Dë heer S. Klimmerboom gaf den 8sten April j.l. zijn gewoon vooijaars-concert in de Nieuwe Kerk alhier, met medewerking van de heeren Joh. Oostveen en F. C. Klimmerboom, beiden van het Amsterdamsch Conservatorium. De concertgever (organist) en zijn zoon (violist) behoeven hier eigenlijk geen introductie meer; zij hebben zich ook nu weder als degelijke musici doen kennen. De twee orgelnommers, met smaak gekozen, werden fraai uitgevoerd, en de drie nommers voor viool eveneens meesterlijk gespeeld. Jammer, dat in het groote gebouw zooveel van de fijnheden verloren gaat. Een betrekkelijk zwak instrument in zulk eene ruimte, in acht genomen dat het door het orgel werd begeleid, hoe kan het anders? Ook valt niet te ontkennen, dat de plaats van uitvoering een meer beperkte keus van nommers noodzakelijk maakt. Niettegenstaande dit hebben beiden de hoorders weder aan zich verplicht en wenschen deze hen nog menigmaal te hooren. De heer Joh. Oostveen was hier nog onbekend. Toch is de kennismaking niet ongunstig te noemen. Wel staat hij nog aan het begin van zijn loopbaan als baszanger, maar met zulke stemmiddelen begaafd, zal hij zich wel een weg banen. Te prijzen valt zijn omvangrijk en krachtig orgaan, de zuiverheid van toon en eene duidelijke uitspraak. Ééne vraag slechts: Heeft de heer Oostveen geen geschikte liederen met een Nederlandschen tekst in zijn repertoire? Geen enkel dezer kwam op het programma voor, dat o. a. evenwel een paar fraaie liederen bevatte, n.l. Osterlied van Kor. Kuiler en Sei still van Raff. In het 2e no.: Petrus-Klage van L. F. Brandts-Buys deed de zanger zich van een i gunstige zijde kennen, n.l. door eene goede op vatting van de woorden en eene schoone ver tolking der compositie, welke niet nalaat een diepen indruk te maken. De pogingen van den heer concertgever om tegen een lage entrée weder de gelegenheid open te stellen een goed concert te hooren, moeten zeer worden op prijs gesteld. Hij ga zoo voort I Zierikzee, 9 April 1901. Landbouw en Veeteelt. Oude-Tonge, 9 April. Benoemd tot karn- meester aan de roomboterfabriek alhier, de heer Sieger Bokes Schuurman van Dordrecht, in plaats van den heer S. H. Bantema, die als zoodanig is benoemd te Oud-Beierland. B EC HT8ZAKEN. Aanstaanden Vrijdag wordt voor de arrond.- rechtbank te Middelburg behandeld de zaak tegen C. d. P., oud 26 jaar, werkman te Oostburg, gedetineerd te Middelburg, beklaagd van poging tot moord op den onbezoldigden rijksveldwachter J. J. Bron. Naar men nader meldt, is het nog niet zeker dat de Belgische zeeloods te Ylissingen, M., die door de Middelburgsche rechtbank, wegens het schieten met een revolver op zijne dochter, aan de gevolgen waarvan zij is overleden, tot 6 maanden hechtenis werd veroordeeld, zijn recht op pensioen behoudt. Het schijnt dat de Belgische minister daarover nog moet oordeelen. KERKNIEUWS. Het provinciaal kerkbestuur van Zeeland heeft aan den heer J. H. Geselschap, sedert 1878 predikant bij de Herv. Gem. te Ylissingen, op zijn verzoek, na ruim 42-jarige evangeliebediening, eervol emeritaat verleend met ingang van 1 Juli a.s. Bedankt voor het beroep naar de Geref. Gem. te Werkendam door ds. R. J. van der Veen te Goes. De Eerwaarde heer Rombouts, kapelaan te Oude Tonge, is als zoodanig benoemd te Schipluiden. Op 1 Januari j.l. waren van de 1610 predikantsplaatsen in de Ned. Herv. Kerk 258 vacant tegen 281 een jaar te voren. Het aantal candidaten bedroeg 1 Januari j.l. 48, waarvan er thans ruim 20 in dienst zijn getreden. Wegens zijn vertrek naar Yechel zal ds. G. L. Krol, op Zondag 21 April a. s. (des namiddags) afscheid van de Ned. Herv. gemeente te Groede nemen. Te Hoofdplaat zal het beroepings- en benoemingswerk in de Ned. Herv. Gemeente de eerstvolgende 10 jaar weder door den kerkeraad geschieden. Renesse. Op het drietal van predikanten te Culemborg komt voor ds. P. H. Kapteyn, die, naar wij met genoegen vernemen, voor een eventueel beroep zal bedanken. Haamstede. Ds. van Krevelen, van hier beroepen naar Sijbecarspel, zal, Zondag 14 April a. s., des namiddags 2 uur zijne afscheidsrede houden. O N D E R W IJ S. Tot kweekelingen aan de Rijkskweekschool voor onderwijzers te Middelburg zijn benoemd L. van de Plasse, Koewacht, J. P. Rosendaal, Sluis, G. J. Maas, Heenvliet, A. Soek, Berkel en Rodenrijs, W. D. van der Moer, Colijnsplaat, W. Antheunissen, 's Gravenhage, J. Verburg, Kruiningen, Ph. J. Greeven, Brielle, A. Minder- houd, Groede, L. J. Klompe, Serooskerke (Schouwen), J. Butijn, Rilland-Bath, J. Kouwe, Retranchement, C. Sulkers, Zevenbergen, J. B. de Hullu, Borssele, A. de Vos, Puttershoek, J. G. Hamakers, Middelburg, P. Tazelaar, Groede, P. Koopmans, Leeuwarden, L.Ingenhoes, Oude Tonge en M. J. Pattist, 's Gravenzande. Benoemd tot onderwijzer te Poortvliet de heer J. v. d. Velde van Sirjansland, thans tijdelijk onderwijzer te St.-Philipsland. Dorcltigclie waterweg naar zee. Door de vijf te Dordrecht gevestigde carga doors-firma's is" aan den minister van waterstaat c. s. het volgende adres gezonden De ondergeteekenden, allen cargadoors-firma's, gevestigd te Dordrecht en als zoodanig in de eerste plaats belanghebbenden bij een veiligen waterweg naar zee voor diepgaande schepen, geven met verschuldigden eerbied te kennen dat zij in toenemende en zeer ernstige mate in hun zaken worden bedreigd door den toestand van den waterweg naar zee langs de Goereè, waar het blijkt, dat het Aardappelengat een hoogst onbetrouwbaar vaarwater is, waarin geen afdoende verbetering schijnt te kunnen worden gebracht; dat zij derhalve met groote ingenomenheid en waardeering de pogingen volgen, om, door de noodige werken in het Hellegat, eene afdoende verbetering van den waterweg naar zee te ver krijgen dat elk jaar uitstel van deze verbetering, oqk omdat daardoor van het gemeentebestuur goed schiks geen verbetering der haveninrichtingen kan worden gevorderd, het voor adressanten bezwaarlijker maakt hunne zaken met succes te drijven redenen, waarom adressanten zich tot Uwe Excellentie wenden met het eerbiedigdoch dringend verzoek, de verbetering van den waterweg naar zee in den geest als bedoeld in de motie der heeren Van Gijn c. s. ten spoedigste te bevorderen. EERSTE KAMER. De Provinciale Staten van Friesland hebben voor de vacature wijlen mr. W. A. Bergsma tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal gekozen: mr. A. Bloembergen (lib.), lid van Gedep. Staten, met 24 van de 46 stemmen. De heer mr. Th. Heemskerk (anti-rev.) te Amsterdam verkreeg 21 stemmen. Drankwet. Door een aantal belanghebbenden bij de drankwet is een adres aan de Tweede Khmer gezonden, waarin zij den leden in overweging geven in het nieuwe wetsvoorstel zich uitsluitend te bepalen tot art. 26 litt. b der drankwet, dat zou moeten worden »aan anderen gedurende dertig jaren na voormeld tijdstip". Dan wordt de termijn van 1901 verschoven naar 1°. Mei 1911 en bestaat zeer groote kans dat er door het vervallen van bestaande vergunningen en door de vermeerdering der bevolking het aantal vergunningen bijna overal tot het maximum zal zijn gedaald en de wetgevers dus van groote moeilijkheden in deze zullen zijn ontheven. Slachtoffer Tan zijn plicht In de Marnixstraat te Amsterdam speelde de 5-jarige knaap Willie Sterk op de rails van de electri8che tram, juist terwijl een tramwagen in aantocht was. Een werkman van de gemeente tram, Karei Hendrik Visser, zag het gevaar, waarin het knaapje verkeerde en wilde hem van de rails trekken, doch het was reeds te laat. De bestuurder van de tram kon den zwaren wagen niet meer op tijd doen stilhouden en Visser geraakte onder den wagen, terwijl ook het jongetje aangereden werd. Beide gewonden werden per bancard naar het Gasthuis gebracht. Bij aankomst aldaar bleek Visser overleden te zijn. De 5-jarige Willie, die niet ernstig gewond is, werd in het Gasthuis ter verpleging opgenomen. Een bewoonster der Nassaukade, mevrouw E., die bij het ongeval tegenwoordig was, schrikte zoo hevig, dat zij ernstig ongesteld naar huis moest worden geleid en hare spraak tot nu toe kwijt is. Tournée Marie Barkany. Marie Barkany zal het eerst optreden te Amsterdam, den 12en April, in het Paleis voor Volksvlijtden 13en te Rotterdam, in den Grooten Schouwburg en den 15en te 's Gravenhage in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. In de Residentie zal zij slechts éénmaal eèn voorstelling geven, daar er voor een tweede geen zaal meer beschikbaar is. Opgevoerd wordt Suderman's aangrijpend drama ,/Heimath", waarin Marie Barkany de rpl- van Magda zal vervullen, .gevolgd .door «Die Schulreiterin", met welke beide stukken Barkany te Parijs enorm succes heeft behaald. Bij het gezelschap van Barkany is de actuer Carl Schönfeld, de beroemde vertolker vén helden - en bon-vivantrollën geëngageerd. Van den impressario van Mile. Barkany, den heer M. de Hondt te 's-Gravenhage, ontvingen wij een zeer artistieke en keurig uitgevoerde circulaire, betrekkelijk de aanstaande tournée in ons land van de beroemde Duitsche Koninklijke Hof-actrice. De circulaire bevat de fotografiën van Mile. Barkany in verschillende rollen, voorts halre levensbeschrijving en het oordeel van de voor naamste buitenlandsche bladen over haar spel. Met genoegen kunnen wij mededeelen, dat onzen lezers, bij aanvrage aan het adres van den heer M. de Hondt, impressario te 's-Graven hage, franco een exemplaar zal worden toe gezonden van deze smaakvolle en voor Mile. Barkany zoo vleiende reclame. Een koppig heer. Een reiziger le klasse, met bestemming naar Maastricht, uit de richting Holland komend, stapte te Boxtel abusievelijk in den naar Gennep vertrekkenden trein. Of men hem nu al duidelijk maakte dat hij verkeerd was, het mocht niet baten, mijnheer hield stokstijf vol, dat hij in den goeden trein zat. Ten slotte werd de politie gerequireerd, die hem, niet zonder hevigen tegenstand, uit de coupé verwijderde, met het jammerlijk gevolg, dat hij onder de worsteling zijn been brak. Hij is gebleken een luitenant bij ons leger in Ned.-Indië te zijn. Met den trein van 9 uur vervoerde men hem naar 's-Hertogenbosch, waar hij eerst opgenomen werd in het Gasthuis en van daar overgebracht naar de eerw. Broeders St.-Joannes de Dep" op den Papenhulst. Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Men schrijft uit Utrecht ln tegenwoordigheid van de commissie uit de ingezetenen en de collectanten had Woensdag middag in het hotel Pays-Bas te Utrecht de afdracht plaats aan president Kriiger van de opbrengst, groot f 2607.74 Y2, der op 28 Maart j.l. gehouden collecte ten voordeele van de krijgsgevangenen op Ceylon en St.-Helena, en de vrouwen en kinderen in de vrouwenkampen in Zuid-Afrika. De voorzitter der commissie, prof. mr. J. baron d'Aulnis de Bourouill, hield een korte toespraak, waarna mevrouw d'Aulnis geb. Twiss op een zilveren blad de opbrengst aanbood. De president dankte, erop wijzende dat hiel de sympathie weer uit daden bleek. Dr. F. Vredenrijk Engelenburg te Lissabon heeft, onder dagteekening van 28 Maart, aan mej. M. Berdenis van Berlekom te Middelburg medegedeeld, dat de toestand der daar aangekomen Boeren alleszins bevredigend was. «Zij hebben", zoo schrijft de heer F. V. E., «tabak en kleeren en ik geloof ook geld. In elk geval, er is geen urgente hulp noodig. Zoodra de menschen zijn ondergebracht en uitgerust, denk ik ze op te faan zoeken en zal dan vernemen wat er gedaan an en behoeft te worden. Gelijk gezegd, mijn eerste indruk is dat zij geenszins hulpbehoevend zijn in den zin hunner collega's te Ceylon en St.-Helena en elders. De Portugeezen dragen hun geen kwaad hart toe en zij de Afrikaners zullen hun semi-gevangenschap niet zwaar te dragen hebben. van de per «Jaire" op komst zijnde vrouwen en kinderen kan ik natuurlijk nu niets zeggen, omdat ik niets weet over hun toestand. Mocht echter hulp noodig wezen, dan zal ik mij aanstonds tot u wenden. Daar al het noodige hier te krijgen is, schijnt geld mij het welkomst toe. Eventueel de heer Springer, procuratiehouder der firma Herold en Co., Rua do Prata, Lisboa, heeft zich bereid verklaard mogelijke gelden te ont vangen en te beheeren. Hij is dus de penning meester der plaatselijke commissie, waarvan o. a. de consul George lid is". Deze mededeeling ontvingen wij vanwege het persbureau van het «Algemeen Nederlandsch Verbond" te Dordrecht. Van St.- Helena. De heer Rijsdijk te Sliedrecht heeft weer een brief ontvangen van St.-Helena, van den heer De Witt Hamer, d.d. 25 Febr. 1901, waarin hij o. m. schrijft over zekere schikkingen betreffende de correspondentie en de behoeften met en voor de gevangenen; verder over eenige aangelegen heden betreffende hét snijwerk der gevangenen, alsmede den prijs die te Jamestown wordt besteed voor dat werk. Verder schrijft de heer De Witt Hamer Ik zend u hierbij 100 enveloppen afkomstig uit Transvaal en 200 dito afkomstig uit de Kaap- Kolonie met het merk van den censor en ae postzegels er op. De krijgsgevangenen hebben mij die gegeven met het doel die te verkoopen aan liefhebbers en de opbrengst er van te doen storten in het Broekhuizenfonds ten behoeve van de vrouwen en kinderen, die in kampen zijn opgesloten. De beduimelde enveloppen geven u het bewijs dat ze toebehoord hebben aan bona fide krijgsgevangenen, die weken- ja maanden lang daarmede hebben rondgeloopen in zakken, aangezien kisten af kasten om brieven te bewaren, niet in een kamp gevonden worden. Wilt u nu s. v. p. trachten die aan den man te brengen postzegelverzamelaars willen er wellicht geld voor geven, of personen die van Boeren-krijgs- gevangenen een goedkoop aandenken willen bezitten. (Bovenbedoelde enveloppen zijn voor handen bij de heeren A. Pijl Jr., Alblasserdam dr. Ch. Moll, Schoonrewoerd en P. Rijsdijk, Sliedrecht). Gaat de verkoop goed, dan stuur ik er meer. Voorloopig onzen dank voor uwe moeite. Ds. A. F. Louw vertrok 20 dezer naar Kaapstad, diens opvolger ds. De Vos is in quarantaine op den ouden kulk in Jamestownbaai. Tabak blijft altijd nog maar schaarsch hier onder de 1600 krijgsgevangenen. Vervolgens een brief van Cronjé (met portret), waarin hij dank betuigt aan de Hollanders, die toonen vrienden te zijn in nood; «ons zal dat nooit vergeten", schrijft hij verder. Een R.-K. Priester over de Boeren. Men leest in de Croix du Nor.d: Vrijdag j.l. heeft de eerw. pater Marchal, Oblaat van Maria, missionaris in Transvaal, die van het begin van den oorlog af te troepen van generaal Botha gevolgd heeft, in hoedanig heid van vrijwillig aalmoezenier in het college te Rijsel een interessante lezing gehouden over de Boeren. Alle telegrammen uit Transvaal van de Engelsche agentschappen, zei hij, zijn een officiëele leugen; de verliezen der Boeren zijn zeer overdreven en het buitmaken van paarden en wapens door de Engelschen is slechts fantasie. Bij den grooten slag van Colenso, dien de pater zelf meemaakte, heeft men nimmer het cijfer der Engelsche verliezen kunnen achterhalen, maar zij waren voorzeker zeer hoog, terwijl de Boeren volgens het officiëele rapport van generaal Botha, slechts acht dooden en twintig gekwetsten hadden. Pater Marchal toonde welsprekend de kracht der Boeren aan, de ontembare kracht, die zij op de eerste plaats putten in hun diep geloof en hun vertrouwen op Godvervolgens hun moed, hun onverschrokkenheid en hun vaderlands liefde, die zich zelfs bij de kinderen, de grijsaards en de vrouwen openbaart. Toen na het verbranden j der hoeven van de Boeren de vrouwen in beestenwagens door de Engelschen werden opgesloten en later door ontberingen uitgeput in het kamp te Lijdenburg aankwamen, hoopten de Engelschen, dat dit droevige tooneel den moed der strijders zou verzwakken. Maar het was niet aldusnauwelijks aangekomen snelde een vrouw op haar man toe en riep»Geef je nimmer aan de Engelschen overIndien gij je geweer wegwerpt zal ik het oprapen en ik zal mij eerder laten dooden, dan mij aan die onder drukkers te onderwerpen". Eindelijk bestaat de kracht der Boeren in hun vaardigheid en slimheidhier schetste de aalmoezenier aardig de duizende poetsen, die de Boeren den Engelschen gespeeld hebben, vooral door den ongrijpbaren De Wet, die steeds omsingeld is, maar nimmer gevangen genomen wordt. Pater Marchal zei ten slotte, dat hij vertrouwde op de eindoverwinning der Boeren. Wat een kantoorbediende in de 17e eeuw te doen had. In het jaar 1633 begaf zich de Neurenbergsche edelman Jeronimus Spengler als kantoor- en winkelbediende in dienst van den lakenkoopman Isaak Vlaming. In 't uitvoerig contract, loopende over den tijd van zes jaren, werd bepaald hoe genoemde Spengler zich te gedragen had «in aller gewillicheyt, neersticheyt, obedientie ende trouwe, oock met alle behoorlijcke respecte ende eerbiedinge, vroegh ende spade in alle 'tgeen hem bij denselven (heer en meester), desselfs huysvrouwe oft van haerlieden wegen respective eenighsins gecommandeert, geordineert ende bevolen sal werden te dienen, ende noyt sonder expresse licentie ende consent uyttén huyse gaen". Hier volgen uitgebreide voorschriften hoe zich in den handel en den winkel te gedragen, waarop dan volgt: «Sal oock den voorsz. Jeronimus Spengler gehouden zijn, zijn haar niet langer als zijn ooren te laten wassen, ende over de ooren gewassen zijnde, datelij ck te laten corten item buyten oft binnen slans, oock binnen oft buyten deser stede ten genigen tijde geen laersen met spooren mogen draegen, in geenre manieren, alsmede altijd sonder keerse oft licht slaepe ofte te beddegaen ende gantsch geen licht bij nacht en ontij den in slaepplaetse ('t welck in den winckel oft elders boven oft beneden sal wesen ter plaetse daer den voorz. Is. Vlamingh tsijnen huyse believen ende best gelegen comen sal) mogen gebruycken. Sal oock alle Sondagen des morgens ten ses uren in de vroeghpredicatie moeten gaen, ende naer deselve predicatie datelijck thuys comen en de geheelen dagh de winckel bewaren, de luyden ofte calanten te bescheyden ende alles naer behooren waer te nemenoock niet alleenlijck somer ende winter soo alhier ter stede als daerbuyten, alle dagen ten vijff uren moeten opstaen ende den geheelen dagh sijne dinghen waernêmen tot thien uren des avonts toe, doch sijnen meester gasten hebbende, sal sich daernaer moeten voegen ende altijt met blooten hooffde de taeffel dienenmaer oock alle maenden ten dienste ende opt versoeck van den voorsz. zijnen meester ende heer een geheel e nacht opblijven ende beschickentgene hem alsdan bij sijnen voorsz. meester souden mogen bevolen worden". Ingezonden Stukken. Mijnheer de Redakteurl Beleefd verzoek ik een plaatsje in de bode voor het volgende. Hoewel persoonlijk er op tegen hebbende, mij te weeren, tegen beschuldigingen welke gedaan worden door anti christenen (maar liever met Hem wiens dood wij deze week herdachten schade te lijden, want immers wanneer men Hem schold, schold Hij niet weder?) Maar door mijne bestuurs leden daar toe aangespoord wil ik als onschuldig aan het door UEd geschrevenen in uw blad van donderdag 28 Maart het Volgende mede deelen. Door mij werd in de door u bedoelde vergadering volstrekt niet een voorwoord gehouden. Ook werd door mij niet de woorden onbeschaafd, of wild, of onontwikkeld, of iets dat op deze woorden gelijk in deze vergadering uit gesproken. Ook werd door mij niet mede gedeeld, of op eene anderen wijs bekened gemaakt dat de opbrengst voor Zondagscholen was. Dus wat een aantal leugens hier reeds bijelkander. De vergadering werd geopend door het zingen van Psalm 118 daarna werd door mij een gebed gedaan, toen werden de Graphophone en Bioscoop gebruikt Voor dat de vergadering werd gesloten met dank gebed, werd eene kollekte gehouden voor de evangelisatie arbeid op het eiland schouwen. Toen werd door mij gezegd, dat wij op het eiland schouwen drie Evangelisatie gebouwen hebben, en dat er in verschillende plaatsen Zondag school gehouden word, en dat er meer plaatsen zijn op dit eiland waar wij gaarne zoude willen arbeiden, hetzij onder groote menschen of onder de kinderen, Om rede het ons hart pijn doet zoo velen kinderen te zien op groeien zonder het Evangelie te hooren. Ik sprak wanneer u zoo veel doet voor het buitenland om daar het Evangelie van Jezus christus te doen verkondigen, mag u ook wel iets afzonderen voor deze arbeid. Daar het eiland schouwen voor het meerendeel anti christelijk is. Ik zal de laatste zijn, die ooit zou beweeren dat de bewoners van het eiland schouwen maatschappelijk onontwikkeld zijn, of onbeschaafd. Integendeel ik ben er van overtuigd, dat er veel ste veel gevergt wordt van de min deren man, op het eiland schouwen om de bevolking te doen ontwikkelen, ik geloof het is niet noodig de inrichtingen of de wetten te noemen. Natuurlijk men vind hier zoowël als overal enkelen onbeschaafde, bijvoorbeeld de inzenders van verschillende laaghartigen advertentie welke men zoo dikwijls in de Nieuwsbode aantreft, deze hebben nu zeker de schoen aan moeten trekken om dat hij pasten. Neen mijnheer de Redakteur wat ik op anderen plaatsen zegt in vergaderingen, durf ik gerust ook uitspreken in Zierikzee als ik vertooningen houd, daar van getuigde ook de laatste vertooning in de concertzaal waar wij ook de eer van God hooghielden. Ik geloof het geheel abuis bestaat hier in. Er zijn velen menschen die het woord Evangelie

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1901 | | pagina 2