Tholen, 6 April. Naar aanleiding van een
verzoek van het gemeentebestuur van Brouwers
haven heeft de gemeenteraad alhier besloten
een adres te zenden aan de Tweede Kamer om
steun të verleenen aan de motie-Van Gijn tot
verbetering van den waterweg van Dordrecht
CONCERTNIEUWS.
Dë heer S. Klimmerboom gaf den 8sten April
j.l. zijn gewoon vooijaars-concert in de Nieuwe
Kerk alhier, met medewerking van de heeren
Joh. Oostveen en F. C. Klimmerboom, beiden
van het Amsterdamsch Conservatorium. De
concertgever (organist) en zijn zoon (violist)
behoeven hier eigenlijk geen introductie meer;
zij hebben zich ook nu weder als degelijke
musici doen kennen. De twee orgelnommers,
met smaak gekozen, werden fraai uitgevoerd, en
de drie nommers voor viool eveneens meesterlijk
gespeeld. Jammer, dat in het groote gebouw
zooveel van de fijnheden verloren gaat. Een
betrekkelijk zwak instrument in zulk eene ruimte,
in acht genomen dat het door het orgel werd
begeleid, hoe kan het anders? Ook valt niet te
ontkennen, dat de plaats van uitvoering een meer
beperkte keus van nommers noodzakelijk maakt.
Niettegenstaande dit hebben beiden de hoorders
weder aan zich verplicht en wenschen deze hen
nog menigmaal te hooren.
De heer Joh. Oostveen was hier nog onbekend.
Toch is de kennismaking niet ongunstig te
noemen. Wel staat hij nog aan het begin van
zijn loopbaan als baszanger, maar met zulke
stemmiddelen begaafd, zal hij zich wel een weg
banen. Te prijzen valt zijn omvangrijk en krachtig
orgaan, de zuiverheid van toon en eene duidelijke
uitspraak. Ééne vraag slechts: Heeft de heer
Oostveen geen geschikte liederen met een
Nederlandschen tekst in zijn repertoire? Geen
enkel dezer kwam op het programma voor, dat
o. a. evenwel een paar fraaie liederen bevatte,
n.l. Osterlied van Kor. Kuiler en Sei still van
Raff. In het 2e no.: Petrus-Klage van L. F.
Brandts-Buys deed de zanger zich van een i
gunstige zijde kennen, n.l. door eene goede op
vatting van de woorden en eene schoone ver
tolking der compositie, welke niet nalaat een
diepen indruk te maken.
De pogingen van den heer concertgever om
tegen een lage entrée weder de gelegenheid
open te stellen een goed concert te hooren,
moeten zeer worden op prijs gesteld.
Hij ga zoo voort I
Zierikzee, 9 April 1901.
Landbouw en Veeteelt.
Oude-Tonge, 9 April. Benoemd tot karn-
meester aan de roomboterfabriek alhier, de heer
Sieger Bokes Schuurman van Dordrecht, in plaats
van den heer S. H. Bantema, die als zoodanig
is benoemd te Oud-Beierland.
B EC HT8ZAKEN.
Aanstaanden Vrijdag wordt voor de arrond.-
rechtbank te Middelburg behandeld de zaak
tegen C. d. P., oud 26 jaar, werkman te
Oostburg, gedetineerd te Middelburg, beklaagd
van poging tot moord op den onbezoldigden
rijksveldwachter J. J. Bron.
Naar men nader meldt, is het nog niet
zeker dat de Belgische zeeloods te Ylissingen,
M., die door de Middelburgsche rechtbank,
wegens het schieten met een revolver op zijne
dochter, aan de gevolgen waarvan zij is overleden,
tot 6 maanden hechtenis werd veroordeeld, zijn
recht op pensioen behoudt. Het schijnt dat de
Belgische minister daarover nog moet oordeelen.
KERKNIEUWS.
Het provinciaal kerkbestuur van Zeeland heeft
aan den heer J. H. Geselschap, sedert 1878
predikant bij de Herv. Gem. te Ylissingen, op
zijn verzoek, na ruim 42-jarige evangeliebediening,
eervol emeritaat verleend met ingang van
1 Juli a.s.
Bedankt voor het beroep naar de Geref.
Gem. te Werkendam door ds. R. J. van der
Veen te Goes.
De Eerwaarde heer Rombouts, kapelaan
te Oude Tonge, is als zoodanig benoemd te
Schipluiden.
Op 1 Januari j.l. waren van de 1610
predikantsplaatsen in de Ned. Herv. Kerk 258
vacant tegen 281 een jaar te voren.
Het aantal candidaten bedroeg 1 Januari j.l.
48, waarvan er thans ruim 20 in dienst zijn
getreden.
Wegens zijn vertrek naar Yechel zal
ds. G. L. Krol, op Zondag 21 April a. s. (des
namiddags) afscheid van de Ned. Herv. gemeente
te Groede nemen.
Te Hoofdplaat zal het beroepings- en
benoemingswerk in de Ned. Herv. Gemeente
de eerstvolgende 10 jaar weder door den
kerkeraad geschieden.
Renesse. Op het drietal van predikanten
te Culemborg komt voor ds. P. H. Kapteyn,
die, naar wij met genoegen vernemen, voor een
eventueel beroep zal bedanken.
Haamstede. Ds. van Krevelen, van hier
beroepen naar Sijbecarspel, zal, Zondag 14 April
a. s., des namiddags 2 uur zijne afscheidsrede
houden.
O N D E R W IJ S.
Tot kweekelingen aan de Rijkskweekschool
voor onderwijzers te Middelburg zijn benoemd
L. van de Plasse, Koewacht, J. P. Rosendaal,
Sluis, G. J. Maas, Heenvliet, A. Soek, Berkel
en Rodenrijs, W. D. van der Moer, Colijnsplaat,
W. Antheunissen, 's Gravenhage, J. Verburg,
Kruiningen, Ph. J. Greeven, Brielle, A. Minder-
houd, Groede, L. J. Klompe, Serooskerke
(Schouwen), J. Butijn, Rilland-Bath, J. Kouwe,
Retranchement, C. Sulkers, Zevenbergen, J. B.
de Hullu, Borssele, A. de Vos, Puttershoek,
J. G. Hamakers, Middelburg, P. Tazelaar,
Groede, P. Koopmans, Leeuwarden, L.Ingenhoes,
Oude Tonge en M. J. Pattist, 's Gravenzande.
Benoemd tot onderwijzer te Poortvliet de
heer J. v. d. Velde van Sirjansland, thans
tijdelijk onderwijzer te St.-Philipsland.
Dorcltigclie waterweg naar zee.
Door de vijf te Dordrecht gevestigde carga
doors-firma's is" aan den minister van waterstaat
c. s. het volgende adres gezonden
De ondergeteekenden, allen cargadoors-firma's,
gevestigd te Dordrecht en als zoodanig in de
eerste plaats belanghebbenden bij een veiligen
waterweg naar zee voor diepgaande schepen,
geven met verschuldigden eerbied te kennen
dat zij in toenemende en zeer ernstige mate
in hun zaken worden bedreigd door den toestand
van den waterweg naar zee langs de Goereè,
waar het blijkt, dat het Aardappelengat een
hoogst onbetrouwbaar vaarwater is, waarin geen
afdoende verbetering schijnt te kunnen worden
gebracht;
dat zij derhalve met groote ingenomenheid en
waardeering de pogingen volgen, om, door de
noodige werken in het Hellegat, eene afdoende
verbetering van den waterweg naar zee te ver
krijgen
dat elk jaar uitstel van deze verbetering, oqk
omdat daardoor van het gemeentebestuur goed
schiks geen verbetering der haveninrichtingen
kan worden gevorderd, het voor adressanten
bezwaarlijker maakt hunne zaken met succes te
drijven
redenen, waarom adressanten zich tot Uwe
Excellentie wenden met het eerbiedigdoch
dringend verzoek, de verbetering van den waterweg
naar zee in den geest als bedoeld in de motie
der heeren Van Gijn c. s. ten spoedigste te
bevorderen.
EERSTE KAMER.
De Provinciale Staten van Friesland hebben
voor de vacature wijlen mr. W. A. Bergsma
tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
gekozen: mr. A. Bloembergen (lib.), lid van
Gedep. Staten, met 24 van de 46 stemmen.
De heer mr. Th. Heemskerk (anti-rev.) te
Amsterdam verkreeg 21 stemmen.
Drankwet.
Door een aantal belanghebbenden bij de
drankwet is een adres aan de Tweede Khmer
gezonden, waarin zij den leden in overweging
geven in het nieuwe wetsvoorstel zich uitsluitend
te bepalen tot art. 26 litt. b der drankwet,
dat zou moeten worden »aan anderen gedurende
dertig jaren na voormeld tijdstip".
Dan wordt de termijn van 1901 verschoven
naar 1°. Mei 1911 en bestaat zeer groote kans
dat er door het vervallen van bestaande
vergunningen en door de vermeerdering der
bevolking het aantal vergunningen bijna overal
tot het maximum zal zijn gedaald en de
wetgevers dus van groote moeilijkheden in deze
zullen zijn ontheven.
Slachtoffer Tan zijn plicht
In de Marnixstraat te Amsterdam speelde
de 5-jarige knaap Willie Sterk op de rails van
de electri8che tram, juist terwijl een tramwagen
in aantocht was. Een werkman van de gemeente
tram, Karei Hendrik Visser, zag het gevaar,
waarin het knaapje verkeerde en wilde hem
van de rails trekken, doch het was reeds te
laat. De bestuurder van de tram kon den
zwaren wagen niet meer op tijd doen stilhouden
en Visser geraakte onder den wagen, terwijl
ook het jongetje aangereden werd.
Beide gewonden werden per bancard naar
het Gasthuis gebracht.
Bij aankomst aldaar bleek Visser overleden
te zijn.
De 5-jarige Willie, die niet ernstig gewond
is, werd in het Gasthuis ter verpleging opgenomen.
Een bewoonster der Nassaukade, mevrouw E.,
die bij het ongeval tegenwoordig was, schrikte
zoo hevig, dat zij ernstig ongesteld naar huis
moest worden geleid en hare spraak tot nu toe
kwijt is.
Tournée Marie Barkany.
Marie Barkany zal het eerst optreden te
Amsterdam, den 12en April, in het Paleis voor
Volksvlijtden 13en te Rotterdam, in den
Grooten Schouwburg en den 15en te 's Gravenhage
in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen.
In de Residentie zal zij slechts éénmaal eèn
voorstelling geven, daar er voor een tweede
geen zaal meer beschikbaar is.
Opgevoerd wordt Suderman's aangrijpend
drama ,/Heimath", waarin Marie Barkany de rpl-
van Magda zal vervullen, .gevolgd .door «Die
Schulreiterin", met welke beide stukken Barkany
te Parijs enorm succes heeft behaald.
Bij het gezelschap van Barkany is de actuer
Carl Schönfeld, de beroemde vertolker vén
helden - en bon-vivantrollën geëngageerd.
Van den impressario van Mile. Barkany, den
heer M. de Hondt te 's-Gravenhage, ontvingen
wij een zeer artistieke en keurig uitgevoerde
circulaire, betrekkelijk de aanstaande tournée in
ons land van de beroemde Duitsche Koninklijke
Hof-actrice.
De circulaire bevat de fotografiën van Mile.
Barkany in verschillende rollen, voorts halre
levensbeschrijving en het oordeel van de voor
naamste buitenlandsche bladen over haar spel.
Met genoegen kunnen wij mededeelen, dat
onzen lezers, bij aanvrage aan het adres van
den heer M. de Hondt, impressario te 's-Graven
hage, franco een exemplaar zal worden toe
gezonden van deze smaakvolle en voor Mile.
Barkany zoo vleiende reclame.
Een koppig heer.
Een reiziger le klasse, met bestemming naar
Maastricht, uit de richting Holland komend,
stapte te Boxtel abusievelijk in den naar Gennep
vertrekkenden trein. Of men hem nu al duidelijk
maakte dat hij verkeerd was, het mocht niet
baten, mijnheer hield stokstijf vol, dat hij in
den goeden trein zat. Ten slotte werd de
politie gerequireerd, die hem, niet zonder hevigen
tegenstand, uit de coupé verwijderde, met het
jammerlijk gevolg, dat hij onder de worsteling
zijn been brak.
Hij is gebleken een luitenant bij ons leger
in Ned.-Indië te zijn. Met den trein van 9 uur
vervoerde men hem naar 's-Hertogenbosch, waar
hij eerst opgenomen werd in het Gasthuis en
van daar overgebracht naar de eerw. Broeders
St.-Joannes de Dep" op den Papenhulst.
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
Men schrijft uit Utrecht
ln tegenwoordigheid van de commissie uit de
ingezetenen en de collectanten had Woensdag
middag in het hotel Pays-Bas te Utrecht de afdracht
plaats aan president Kriiger van de opbrengst,
groot f 2607.74 Y2, der op 28 Maart j.l. gehouden
collecte ten voordeele van de krijgsgevangenen
op Ceylon en St.-Helena, en de vrouwen en
kinderen in de vrouwenkampen in Zuid-Afrika.
De voorzitter der commissie, prof. mr. J. baron
d'Aulnis de Bourouill, hield een korte toespraak,
waarna mevrouw d'Aulnis geb. Twiss op een
zilveren blad de opbrengst aanbood.
De president dankte, erop wijzende dat hiel
de sympathie weer uit daden bleek.
Dr. F. Vredenrijk Engelenburg te Lissabon
heeft, onder dagteekening van 28 Maart, aan
mej. M. Berdenis van Berlekom te Middelburg
medegedeeld, dat de toestand der daar aangekomen
Boeren alleszins bevredigend was. «Zij hebben",
zoo schrijft de heer F. V. E., «tabak en kleeren
en ik geloof ook geld. In elk geval, er is geen
urgente hulp noodig. Zoodra de menschen zijn
ondergebracht en uitgerust, denk ik ze op te
faan zoeken en zal dan vernemen wat er gedaan
an en behoeft te worden. Gelijk gezegd, mijn
eerste indruk is dat zij geenszins hulpbehoevend
zijn in den zin hunner collega's te Ceylon en
St.-Helena en elders. De Portugeezen dragen
hun geen kwaad hart toe en zij de Afrikaners
zullen hun semi-gevangenschap niet zwaar te
dragen hebben.
van de per «Jaire" op komst zijnde vrouwen
en kinderen kan ik natuurlijk nu niets zeggen,
omdat ik niets weet over hun toestand. Mocht
echter hulp noodig wezen, dan zal ik mij aanstonds
tot u wenden. Daar al het noodige hier te
krijgen is, schijnt geld mij het welkomst toe.
Eventueel de heer Springer, procuratiehouder der
firma Herold en Co., Rua do Prata, Lisboa, heeft
zich bereid verklaard mogelijke gelden te ont
vangen en te beheeren. Hij is dus de penning
meester der plaatselijke commissie, waarvan o. a.
de consul George lid is".
Deze mededeeling ontvingen wij vanwege het
persbureau van het «Algemeen Nederlandsch
Verbond" te Dordrecht.
Van St.- Helena.
De heer Rijsdijk te Sliedrecht heeft weer een
brief ontvangen van St.-Helena, van den heer
De Witt Hamer, d.d. 25 Febr. 1901, waarin hij
o. m. schrijft over zekere schikkingen betreffende
de correspondentie en de behoeften met en voor
de gevangenen; verder over eenige aangelegen
heden betreffende hét snijwerk der gevangenen,
alsmede den prijs die te Jamestown wordt besteed
voor dat werk.
Verder schrijft de heer De Witt Hamer
Ik zend u hierbij 100 enveloppen afkomstig
uit Transvaal en 200 dito afkomstig uit de Kaap-
Kolonie met het merk van den censor en ae
postzegels er op. De krijgsgevangenen hebben
mij die gegeven met het doel die te verkoopen
aan liefhebbers en de opbrengst er van te doen
storten in het Broekhuizenfonds ten behoeve van
de vrouwen en kinderen, die in kampen zijn
opgesloten. De beduimelde enveloppen geven u
het bewijs dat ze toebehoord hebben aan bona
fide krijgsgevangenen, die weken- ja maanden
lang daarmede hebben rondgeloopen in zakken,
aangezien kisten af kasten om brieven te bewaren,
niet in een kamp gevonden worden. Wilt u nu
s. v. p. trachten die aan den man te brengen
postzegelverzamelaars willen er wellicht geld
voor geven, of personen die van Boeren-krijgs-
gevangenen een goedkoop aandenken willen
bezitten. (Bovenbedoelde enveloppen zijn voor
handen bij de heeren A. Pijl Jr., Alblasserdam
dr. Ch. Moll, Schoonrewoerd en P. Rijsdijk,
Sliedrecht).
Gaat de verkoop goed, dan stuur ik er meer.
Voorloopig onzen dank voor uwe moeite.
Ds. A. F. Louw vertrok 20 dezer naar Kaapstad,
diens opvolger ds. De Vos is in quarantaine op
den ouden kulk in Jamestownbaai.
Tabak blijft altijd nog maar schaarsch hier
onder de 1600 krijgsgevangenen.
Vervolgens een brief van Cronjé (met portret),
waarin hij dank betuigt aan de Hollanders, die
toonen vrienden te zijn in nood; «ons zal dat
nooit vergeten", schrijft hij verder.
Een R.-K. Priester over de Boeren.
Men leest in de Croix du Nor.d:
Vrijdag j.l. heeft de eerw. pater Marchal,
Oblaat van Maria, missionaris in Transvaal, die
van het begin van den oorlog af te troepen
van generaal Botha gevolgd heeft, in hoedanig
heid van vrijwillig aalmoezenier in het college
te Rijsel een interessante lezing gehouden over
de Boeren.
Alle telegrammen uit Transvaal van de
Engelsche agentschappen, zei hij, zijn een
officiëele leugen; de verliezen der Boeren zijn
zeer overdreven en het buitmaken van paarden
en wapens door de Engelschen is slechts fantasie.
Bij den grooten slag van Colenso, dien de pater
zelf meemaakte, heeft men nimmer het cijfer
der Engelsche verliezen kunnen achterhalen,
maar zij waren voorzeker zeer hoog, terwijl de
Boeren volgens het officiëele rapport van
generaal Botha, slechts acht dooden en twintig
gekwetsten hadden.
Pater Marchal toonde welsprekend de kracht
der Boeren aan, de ontembare kracht, die zij
op de eerste plaats putten in hun diep geloof
en hun vertrouwen op Godvervolgens hun
moed, hun onverschrokkenheid en hun vaderlands
liefde, die zich zelfs bij de kinderen, de grijsaards
en de vrouwen openbaart. Toen na het verbranden
j der hoeven van de Boeren de vrouwen in
beestenwagens door de Engelschen werden
opgesloten en later door ontberingen uitgeput
in het kamp te Lijdenburg aankwamen, hoopten
de Engelschen, dat dit droevige tooneel den
moed der strijders zou verzwakken. Maar het
was niet aldusnauwelijks aangekomen snelde
een vrouw op haar man toe en riep»Geef je
nimmer aan de Engelschen overIndien gij je
geweer wegwerpt zal ik het oprapen en ik zal
mij eerder laten dooden, dan mij aan die onder
drukkers te onderwerpen".
Eindelijk bestaat de kracht der Boeren in
hun vaardigheid en slimheidhier schetste de
aalmoezenier aardig de duizende poetsen, die de
Boeren den Engelschen gespeeld hebben, vooral
door den ongrijpbaren De Wet, die steeds
omsingeld is, maar nimmer gevangen genomen
wordt.
Pater Marchal zei ten slotte, dat hij vertrouwde
op de eindoverwinning der Boeren.
Wat een kantoorbediende in de
17e eeuw te doen had.
In het jaar 1633 begaf zich de Neurenbergsche
edelman Jeronimus Spengler als kantoor- en
winkelbediende in dienst van den lakenkoopman
Isaak Vlaming. In 't uitvoerig contract, loopende
over den tijd van zes jaren, werd bepaald hoe
genoemde Spengler zich te gedragen had «in
aller gewillicheyt, neersticheyt, obedientie ende
trouwe, oock met alle behoorlijcke respecte ende
eerbiedinge, vroegh ende spade in alle 'tgeen
hem bij denselven (heer en meester), desselfs
huysvrouwe oft van haerlieden wegen respective
eenighsins gecommandeert, geordineert ende
bevolen sal werden te dienen, ende noyt sonder
expresse licentie ende consent uyttén huyse gaen".
Hier volgen uitgebreide voorschriften hoe zich
in den handel en den winkel te gedragen,
waarop dan volgt:
«Sal oock den voorsz. Jeronimus Spengler
gehouden zijn, zijn haar niet langer als zijn
ooren te laten wassen, ende over de ooren
gewassen zijnde, datelij ck te laten corten item
buyten oft binnen slans, oock binnen oft buyten
deser stede ten genigen tijde geen laersen met
spooren mogen draegen, in geenre manieren,
alsmede altijd sonder keerse oft licht slaepe ofte
te beddegaen ende gantsch geen licht bij nacht
en ontij den in slaepplaetse ('t welck in den
winckel oft elders boven oft beneden sal wesen
ter plaetse daer den voorz. Is. Vlamingh tsijnen
huyse believen ende best gelegen comen sal)
mogen gebruycken.
Sal oock alle Sondagen des morgens ten ses
uren in de vroeghpredicatie moeten gaen, ende
naer deselve predicatie datelijck thuys comen
en de geheelen dagh de winckel bewaren, de
luyden ofte calanten te bescheyden ende alles
naer behooren waer te nemenoock niet
alleenlijck somer ende winter soo alhier ter
stede als daerbuyten, alle dagen ten vijff uren
moeten opstaen ende den geheelen dagh sijne
dinghen waernêmen tot thien uren des avonts
toe, doch sijnen meester gasten hebbende, sal
sich daernaer moeten voegen ende altijt met
blooten hooffde de taeffel dienenmaer oock
alle maenden ten dienste ende opt versoeck van
den voorsz. zijnen meester ende heer een geheel e
nacht opblijven ende beschickentgene hem
alsdan bij sijnen voorsz. meester souden mogen
bevolen worden".
Ingezonden Stukken.
Mijnheer de Redakteurl
Beleefd verzoek ik een plaatsje in de bode
voor het volgende.
Hoewel persoonlijk er op tegen hebbende, mij
te weeren, tegen beschuldigingen welke gedaan
worden door anti christenen (maar liever met
Hem wiens dood wij deze week herdachten schade
te lijden, want immers wanneer men Hem schold,
schold Hij niet weder?) Maar door mijne bestuurs
leden daar toe aangespoord wil ik als onschuldig
aan het door UEd geschrevenen in uw blad van
donderdag 28 Maart het Volgende mede deelen.
Door mij werd in de door u bedoelde vergadering
volstrekt niet een voorwoord gehouden. Ook werd
door mij niet de woorden onbeschaafd, of wild,
of onontwikkeld, of iets dat op deze woorden
gelijk in deze vergadering uit gesproken. Ook
werd door mij niet mede gedeeld, of op eene
anderen wijs bekened gemaakt dat de opbrengst
voor Zondagscholen was. Dus wat een aantal
leugens hier reeds bijelkander. De vergadering
werd geopend door het zingen van Psalm 118
daarna werd door mij een gebed gedaan, toen
werden de Graphophone en Bioscoop gebruikt
Voor dat de vergadering werd gesloten met dank
gebed, werd eene kollekte gehouden voor de
evangelisatie arbeid op het eiland schouwen.
Toen werd door mij gezegd, dat wij op het
eiland schouwen drie Evangelisatie gebouwen
hebben, en dat er in verschillende plaatsen Zondag
school gehouden word, en dat er meer plaatsen
zijn op dit eiland waar wij gaarne zoude willen
arbeiden, hetzij onder groote menschen of onder
de kinderen, Om rede het ons hart pijn doet zoo
velen kinderen te zien op groeien zonder het
Evangelie te hooren. Ik sprak wanneer u zoo
veel doet voor het buitenland om daar het
Evangelie van Jezus christus te doen verkondigen,
mag u ook wel iets afzonderen voor deze arbeid.
Daar het eiland schouwen voor het meerendeel
anti christelijk is. Ik zal de laatste zijn, die ooit
zou beweeren dat de bewoners van het eiland
schouwen maatschappelijk onontwikkeld zijn, of
onbeschaafd. Integendeel ik ben er van overtuigd,
dat er veel ste veel gevergt wordt van de min
deren man, op het eiland schouwen om de
bevolking te doen ontwikkelen, ik geloof het is
niet noodig de inrichtingen of de wetten te
noemen.
Natuurlijk men vind hier zoowël als overal
enkelen onbeschaafde, bijvoorbeeld de inzenders
van verschillende laaghartigen advertentie welke
men zoo dikwijls in de Nieuwsbode aantreft, deze
hebben nu zeker de schoen aan moeten trekken
om dat hij pasten.
Neen mijnheer de Redakteur wat ik op anderen
plaatsen zegt in vergaderingen, durf ik gerust
ook uitspreken in Zierikzee als ik vertooningen
houd, daar van getuigde ook de laatste vertooning
in de concertzaal waar wij ook de eer van God
hooghielden.
Ik geloof het geheel abuis bestaat hier in. Er
zijn velen menschen die het woord Evangelie