/iiiiik/nsdii
NIEUWSBODE.
Donderdag 4 April 1901.
(Z ieri Is. zeesche
O o u r a n t
57ste JAARGANG. No. 7521.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
afkondiging!
BEKENDMAKING.
Algemeen Overzicht.
HIEUWSTiJPgHGEII.
Uit Stad 8B Provincie.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
Directeur A. J. DE LOOZiE.
Redacteuren
A. FRANKEL.
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Ad verten tiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FsaNKEL, Havenpark 348, Zierikzee.
BERICHT.
Wegen» den Goeden Vrijdag
aal de Nieuwtbode ran Zaterdag
O Aapril op Zaterdagavond
worden uitgegeven. j
Advertentiën voor dat nummer
kunnen worden ingezonden tot
Zaterdagmiddag, uiterlijk 12 ure.
I
Op a.a. Maandag aal, wegen»
het Paa»chfee»t, de Nieuwsbode
niet worden uitgegeven.
De BURGEMEESTER van Zierikzee;
Gezien de circulaires van den heer Commissaris der Koningin
in deze provincie van den 24 Mei 1890 en 26 November
1891, waaruit blijkt, dat het herhaaldelijk is voorgekomen,
dat Nederlandsche werklieden, door berichten in de nieuws
bladen of door daartoe uitgezonden agenten, soms met ver
strekking van reisgeld voor de heenreis, naar Duitschland
ten behoeve van industrieele ondernemingen worden gelokt,
terwijl bij hun aankomst ter plaatse blijkt, dat zij daar niet
gebruikt kunnen worden;
Maakt de ingezetenen opmerkzaam, dat het geraden is,
alvorens op zulke berichten en voorspiegelingen der agenten
af te gaan, öf zelf öf door tusschenkomst van den Burge
meester hunner woonplaats zich te wenden tot den Neder-
landschen consul in de streek, waar die ondernemingen zich
bevinden, om inlichtingen omtrent de vooruitzichten in het
bekomen van werk, de loonen en de huurprijzen der woningen
aldaar.
Zierikzee, den 2 April 1901.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
herinneren de ingezetenen aan hunne verplichtingen tot het
doen van aangifte voor het bevolkingsregistervoorgeschreven
bij Kon. Besluit van den 27 Juli 1887 (Staatsblad No. 141).
De bepalingen van voornoemd Kon. Besluit zijn hoofd
zakelijk de volgende:
1°. Zij, die hunne woonplaats naar eene andere gemeente
overbrengen, doen hiervan verklaring aan het gemeente
bestuur, met opgaaf der gemeente, waar zij zich wenschen
te vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van verandering
van werkelijke woonplaats;
2°. Zy, die zich in de gemeente vestigen, doen daarvan
aangifte aan het gemeentebestuur, binnen ééue maand na
hunne aankomst
3°. Elk hoofd van een gezin geeft uiterlijk
binnen ééne maand kennis aan het gemeentebestuur van
ieder lid, dat in het huisgezin wordt opgenomen of daar
uitgaat, inwonende dienst- en werkboden daaronder be
grepen. Dezelfde kennisgeving geschiedt ook door af ason-
deriyk levende personen, wanneer zij
andere personen in hun huisgezin opnemen.
Verzuim van één der hierboven onder 1°., 2°. of 3°. ver
melde verplichtingen wordt, ingevolge art. 9 van meergemeld
Kon. Besluit, gestraft met lieclxtenis van ten
hoogste 14 dagen of geldboete van
ten hoogste ÏOO gulden.
Bovendien is aangifte ter gemeente-secretarie verplicht,
bij verhuizing binnen de gemeente.
De getuigschriften van woonplaatsrerandering kunnen
dagelyks gedurende de uren, dat de Secretarie voor het
publiek is opengesteld, worden verkregen of ingeleverd.
Zierikzee, den 2 April 1901.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te Zierikzee
maakt bekend, dat door den heer Directeur der Directe
Belastingen te Middelburg zijn executoir verklaard twee
kohieren betrekkelijk de Personeele belasting dezer gemeente
over het belastingjaar 1901, (wyken C en D), die op heden
aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen alhier
worden ter hand gesteld ter invordering, en dat ieder ver
plicht is zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen.
Zierikzee, den 2 April 1901.
Het Hoofd van het Plaatselyk Bestuur voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van
de ingezetenen, dat de Secretarie der gemeente op den
5 April e.k. (Goede Vrijdag) eri op den 8 April
e.k. (Tweede Paaechdag), zal zijn gesloten,
met uitzondering van des middags 12 uur tot 's namiddags
121/» uur, voor het doen van aangiften, den Burgerlijken
Stand betreffende.
Zierikzee, den 3 April 1901.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
Nu de in opdracht van de Bngelsche
regeering door Lord Kitchener, meer bij ons
bekend onder den naam van beul van Soedan,
op touw gezette vredes-onderhandelingen met
Louis Botha geen gunstig verloop hebben gehad,
tracht men de onaangename gewaarwording
hierover te verbergen door zich groot te houden,
en den pijnlijken indruk weg te vagen door
valsche of overdrevene overwinningsbulletins.
Met dit doel seinde de gravenschender, die
trouwens voor een leugentje heel niet vervaard
is, dat de Boeren, die de achterhoede van De
La Rey vormen, door Babington bij Vensterdorp
verslagen zijn, zoodat veel, waaronder twee
stukken geschut, werd buitgemaakt, en een 140
gevangenen gemaakt. Opsnijderij I Engelsche
bluf! niet anders. Dezelfde edele Lord vergat
echter, bij vergissing natuurlijk, mede te deelen,
dat bij Hartebeestfontein de Engelschen van De
La Rey geducht klop hebben gehad. De
oflïciëele verlieslijsten, die niet liegen, zullen
dit binnenkort wel bevestigen.
De Wet, de onversaagde, is met een 400 man
in Transvaal gevallen, waar zijn macht met den
dag aangroeit, en thans reeds tot een 1200
gestegen is. Deze alom bewonderde vrijheidsheld
heeft verklaard, dat de oorlog in werkelijkheid
eerst zal beginnen, als de Engelschen het
geheele land hebben platgebrand, zoodat niemand
meer aan zijn eigendom behoeft te denken. Van
hem is naar onze overtuiging geen onderwerping
aan de Engelsche heerschappij te verwachten.
Hij zal voor de onafhankelijkheid van zijn volk
tot het uiterste blijven strijden.
In de Kaapkolonie, waarheen de Vrijstaters den
guerillaoorlog ook hebben overgebracht, wordt deze
door hen, versterkt door een aantal „rebellen",
met goed gevolg gevoerd. Zoo zijn bij Richmond,
een plaats, die in het hart van de Kaapkolonie
ligt, 130 Kaapsche kolonisten door hen over
rompeld, zoodat evenveel paarden en wapenen
hun in handen vielen.
Afzonderlijk telkens gewag te maken van de
treinen, die de Boeren doen derailleeren of op
blazen, teneinde niet alleen zich meester te
maken van de convooien, maar ook om het
geregeld troepenvervoer te beletten, zullen wij
niet, daar dit schier tot hun dagelijksche werk
zaamheden behoort. Slechts wenschen wij de
opmerkzaamheid te vestigen op het feit, dat de
Boeren zelfs den spoortrein, die tussehen Pretoria
en Johannesburg loopt, deden ontsporen, en
natuurlijk op alles, wat in dien trein van hun
gading was, beslag legden.
De krijgsgevangene Boeren, die te Lourenzo
Marquez geïnterneerd waren, zijn op last van de
Portugeesche regeering naar Portugal getrans
porteerd, en ten getale van circa 700 te Lissabon,
waar zij door de bevolking met veel sympathie
ontvangen werden, behouden aangekomen. Ook
in dit rijk is de geheele natie den Boeren wel
gezind, in gunstige tegenstelling met haar
regeering, die om Engeland te believen de uit
gewekenen, die op Portugeesch grondgebied een
toevlucht hoopten te vinden, gevangen nam en
gevangen houdt. Deze uitgewekenen zijn meeren-
deels Kapenaars, „rebellen", die, wanneer zij in
handen der Engelschen waren gevallen, door
deze zouden zijn doodgeschoten.
Lord Chamberlain, het ministertje wel, zeide
in het Engelsche Lagerhuis, dat de vredes
onderhandelingen gesloten zijn, en dat de
regeering niet voornemens is ze te heropenen.
Wat een grootspraak! Zal deze pochhans eerste
klasse dan nooit leeren een toontje lager te
zingen? Wie heeft den eersten stap tot de vredes
onderhandelingen gedaan? Kitchener of Botha?
Kitchener, en wel op last van den ministeriëelen
snoever aan de Theems. Men wilde in Engeland
dolgraag den vrede, èn omdat men den lang-
durigen oorlog, die zooveel geld en mensehen-
levens kost, en wie weet, hoe lang nog kan
duren, moede is, èn opdat men zich in China
vrijer kan bewegen, en daarom probeerde men
de domme Boertjes te lijmen met honigzoete
woordjes. Het lukte niet. En om nu den smaad
van de mislukking te ontloopen, slaat men een
hoogen toon aan. In Engeland moge de groote
menigte dat niet vatten, misleid als zij is door
een omgekochte pers, op het vasteland van
Europa begrijpt dat reeds een schooljongen.
De verbondene Mogendheden schijnen nog
niet veel lust te hebben Peking te verlaten.
Hoewel men elkaar niets gunt, en men met
elka&r overeengekomen was aan China's grond
gebied niet de schendende hand te slaan, wil
toch elk dolgraag een brok van de heerlijke
Chineesche taart. De groote slokop, Rusland,
heeft reeds zijn reuzendeel, Mantschourije, te
pakken, dat hij, lacht niet lezers en leze
ressen beloofd heeft aan China te zullen
teruggeven, zoodra er de orde en rust hersteld
zijn. Nu, de vervaltijd van die belofte zal wel
nooit komen. Rusland zal in dit opzicht het
schoone voorbeeld, dat Engeland ten aanzien
van Egypte gaf, trouw navolgen. Dat zien de
andere Mogendheden dan ook wel in. En juist
omdat zij aat voorzien, zijn zij op Rusland zoo
verbolgen. Duitschland, die zijn buurman, den
geallieerde van zijn aartsvijand, Frankrijk, zooveel
mogelijk wenscht te ontzien, speelt: „aap, wat
ben je een mooie jongen". De rijkskanselier
Von Bülow toch heeft in den Duitschen Rijks
dag verklaard, dat het tractaat, dat door
Duitschland ten aanzien van de Chineesche
kwestie met Engeland gesloten is, niet doelt op
Mantschourije, waar Duitschland geen belangen
heeft. Deze gedwongene uitlegging van dat
tractaat valt niet in den smaak van de Engelsche
regeering, die, daar zij in Zuid-Afrika aan handen
en voeten gebonden is, gehoopt had in de
Chineesche aangelegenheden tegen Rusland
opgewekt, die het constitutioneele leven op prijs
stellen. Hij zeide o. a. het volgende: „Als de
stad Berlijn zich nog eens, zooals in 1848, met
onbeschaamdheid en ongehoorzaamheid tegen den
Koning verheffen zal, dan zijt gij, mijn grenadiers,
geroepen om met de punt van uw bajonet de
o vermoedigen en ongehoorzamen tot rede te
brengen".
Li Maart van 1848 streed het volk in de
straten van Berlijn om aan den absoluten staats
vorm een einde te maken, voor het verkrijgen
van een Grondwet, een bloedigen strijd met de
militaire macht achter en op de alom opgerichte
barrikaden. Alle standen, alle klassen, namen
aan dien roemvollen kamp deel. Het resultaat
er van was, dat na eenige dagen strijdens de
soldaten moesten wijken. Toen hield 's avonds
het verbitterde volk, op zijn schouders dragend
de lijken der gevallenen, voorbij het Koninklijk
paleis een fakkeltocht, en noopte door zijn kreten
den Koning, die genoodzaakt was op het balkon
te verschijnen, zijn hoofd voor de lijken te ont-
blooten.
Hierop doelde de Keizer met zijn rede, die
door niets geprovoceerd was. Het wei-pen toch
met een stuk ijzer, van een epilepticus, kan in
ernst niet beschouwd worden als te zijn uit
gegaan van het volk, of van een deel van
het volk. Wel is het een niet te weerspreken
feit, dat de natie allengs meer en meer van
den Keizer vervreemdt, maar de schuld hier
van ligt niet aan haar, maar aan den Keizer
zeiven, die om familiebanden een anti-nationale
staatkunde volgt, en die zich in het algemeen j
zóó hoogverheven waant, dat hij meent gerechtigd
te zijn zijn volk telkens en telkens in het aan- j
gezicht te mogen slaan. De Keizer merkt die
vervreemding zeer wel op, en het doende voor- i
komen, alsof zij een heiligschennis jegens hem is,
stelt hij zich op een standpunt, dat niet van
onzen tijd is.
De Transvaalsch - Engelsche
oorlog.
Londen, 1 April. VolgenB berichten uit
particuliere bron, zou generaal French, zijn
operatiën in het oosten van Transvaal voort
zettende, herhaaldelijk schermutselingen hebben
gehad met de Boeren, waarbij deze laatsten
17 man verloren hebben aan dooden en
gewonden en 57 man aan gevangenen, terwijl
de Engelschen bovendien een groote hoeveelheid
geweren, ammunitie en vee vermeesterden93
Boeren onderwierpen zich aan het Britsche
Ook hebben de Boeren een tweetal treinen
laten springen, doch doordat Britsche patrouilles
spoedig ter plaatse waren, hebben de Boeren
er geen voordeel uit kunnen trekkenmet
achterlating van 6 dooden en 1 gewonde
sloegen zij op de vlucht. In den Oranje-Vrijstaat
hebben de Boeren na de laatste opgave 7
dooden en 70 gevangenen verloren.
Over weinig aangename toestanden te
Pretoria schrijft een correspondent van de
Morning Post o. a. het volgende
»Men kag niets doen zonder verlof. Om te
kunnen rijden heeft men een vergunning noodig.
Natuurlijk moet men eerst verlof hebben om
een paard te koopen en moet de verkooper
zijnerzijds verlof hebben om te verkoopen. Zoo
is het ook gesteld met rijden in een rijtuig,
het houden van een koetsier, wielrijden, enz.
Ik heb mijn zakken vol met speciale vergunningen
en wordt onophoudelijk aangeroepen om nu de
eene dan de andere te laten zien. En het leven
hier is een last wanneer men de bestaande
bepalingen niet letterlijk opvolgt".
In de Zuurbergen, waaruit de Boeren pas
waren verdreven, heeft zich thans weder een
commando genesteld.
De sterkte van het commando, dat zich bij
De Wet in Transvaal heeft aangesloten, wordt
reeds op 4200 man geschat. Men verwacht dat
De Wet met deze mannen de operaties van
generaal French zal gaan bemoeilijken.
In een zeer opmerkelijk ingezonden stuk
n Daily Mail opmerkelijk vooral ook omdat
de redactie van hqt Jingo-blad het plaatste en
er een min of meer beamend artikel aan
I wijdde stelt Deen, die het een en ander
I gehoord heeft" naar aanleiding van de Brit-
1 sche vredes-aanbiedingendie door de Boeren
werden verworpeD, de logische vraag: waarom
de sterkere in deze het eerste woord sprak.
t*v j - w En dan vindt hij er, óók logisch, maar één
ui sc an e tunnen uitspelen. Nu de kans antwoord op: omdat men zich niet sterk genoeg
oorspronkelijke eiechen dL I
a v„ e lucicg Zetten. En dan vertelt »een, die het een en
ander vernam", als volgt wat hij gehoord heeft: 1
j Onder de officieren, die van het oorlogs-
tooneel terugkomen, voor het grootste gedeelte
geknakt naar lichaam en ziel, vroeger of
later moeten wij het toch vernemenwordt
I gefluisterd, dat ons leger in Zuid-Afrika zoo
goed als uitgeput is. liet vuur is er uit, du
gelukken" zal, moet de tijd leeren. Hoe ook de
uitslag er van moge zijn, de gezindheid van
Rusland jegens Engeland zal er niet vriendelijker
om worden.
Bij de inwijding van een nieuwe als vesting
ingerichte kazerne te Berlijn heeft de Keizer
voor de soldaten een redevoering uitgesproken,
die de rechtmatige ergernis van allen heeft
kracht is weg, het leven, het steeds tot han
delen bereid zijn. Door dat voortdurend in
spanning zijn om de telkens wederkeerende aan
vallen van den vijand te keeren, den meeBt
onzichtbaren vijand te vervolgen, door dat dag
en nacht op zijne hoede moeten zijn, is een
eger van dapperen tot een ontzenuwde macht
geworden
iZegt gij aan hen, die dus tot u spreken,
dat de Engelschen toch meer Boeren dooden
dan soldaten verliezen, dan zal er geantwoord
worden, dat wij, bij de kleine ontmoetingen
met den vijand, bijna nooit een Boer dooden.
De zeel van den censor laat alleen gunstige
berichten door.
Zullen de ongeoefende recruten, die nu ver
trekken, voldoende zijn om de openingen aan
te vullen, m de gelederen ontstaan door de
dagelijksche verliezen
»Maar vooral: zal het voldoende zijn om aan
het leger weer de kracht te geven, die het
noodig heeft en aan den opperbevelhebber en
den Hoogen Commissaris het gevoel van macht,
aat zij by de mislukte onderhandelingen schijnen
verloren te hebben?" J
En mot dat vraagteeken eindigt het stuk.
Afrika.
Met welk een ijver de ratteDjackt te Kaapstad
wordt uitgeoefend kan blijken uit de mededeeling
van daar, dat tot op den 8sten Maart 3994
ratten aan de dokken gedood waren. Gemeld
wordt tevens, dat een proef genomen werd met
een nieuw soort rattenvergift. Een rat, die van
het vergift had gegeten, stierf spoedig en het
lichaam droogde weg zonder een onaangenamen
reuk te veroorzaken.
Duitschland.
Berlijn, 1 April. Een dochter van den
beroemden geschiedschrijver cn publicist Heinrich
von Treitschke, te Lüneburg gehuwd met den
ritmeester von Tungeln, heeft in een vlaag van
zwaarmoedigheid hare drie meisjes, waarvan de
jongste drio jaar was, en daarop ook zich zelf
vergiftigd. Door het uitpompen van de maag
werd de vrouw echter gered; zij bekende den
moord op de kinderen.
Nederland.
Amsterdam, 1 April. De meubelmaker
öluyter, Rozengracht 184, werd Zaterdagnacht
ongeveer halfdrie door zijn buurman gewaar
schuwd, dat bij dezen een dief in huis was
geweest, die een kast had opengebroken, zonder
daarin voorwerpen van waarde te vinden, en
die, toen hij ontdekt was, de vlucht had
genomen. De buurman had later licht zien
prauden in de werkplaats van den meubelmaker,
in het achterhuis gelegen, en vertrouwde daarom
de zaak nog niet. Juist wilde de heer Sluijter
gaan kijken, toen hij geritsel hoorde aan de
plaatsdeur, alsof iemand naar binnen wilde
komen. Hij zag op dat zelfde oogenblik een
man, die op zijn kousen liep, op de binnenplaats,
hard wegloopen. De vluchteling moest om te
kunnen wegkomen een sprong doen op het dak
van de werkplaats. De heer S. greep hem bij
het been, maar de dief was hem te vlug af en
bevond zich weldra op het dak, dat van glas
was, zoodat hij zich bezeerde. Hij kon or echter
niet doorheen vallen, omdat er een gazen
netwerk onder was gespannon. Door over eenigo
naburige daken te loopen, wist hij te ontkomen
in een gang van de achter de Rozengracht
gelegen Bloemstraat.
De vrouw van den heer S. had echter, haar
man bezig wetende'met de jacht op een inbreker,
ui allerijl op straat zooveel burengerucht gemaakt!
dat een aantal agenten toeschoten, aan wien het
gelukken mocht den vluchteling nog in de
bedoelde gang aan te treffen. Het bleek dat
aldaar een in aanbouw zijnd huis was, door
welks half voltooid dak de kerel de woningen
op welke hij 't gemunt had gehad, had weten
te bereiken.
Zierikzee, 3 April. De anti-revolutionaire
Kieavereemgragen op Schouwen en Duivelend
hebben tot candidaat gesteld voor de aanstaande
verkiezing voor de Tweede Kamer den heer
unr. Mr. J. J. Pompe van Meerdervoort, kan-
tonrechter to Goes. Tot afgevaardigde naar de
deputaten-vergadering te Utrecht werd benoemd
de heer d! ^maf8861^' PlaataTO"ailSer
-D°°r de anti-revolutionaire Kiesvereeni-
gmg te Bruinisse is besloten het Centraal
Comité te verzoeken in het programma van
ache ook op te nemen Herziening der Leer
plichtwet Tot afgevaardigde naar de op 47
April te houden vergadering van doputaten
werd du huur S. llage gukozen.