yiniik/nsiii i
NIEUWSBODE.
Zaterdag 23 Maart 1901.
(Zj ieri li. zeesclxe
C o u r a n t),
Tweede Blad.
KENNISGEVING^
Kiezerslijst.
NIEUWSTIJDINGEN.
De geheimzinnige De Wet.
APtfERTENTIEN.
De levering van 260 M3.
Pruisische Onderhoudsgrint
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
57ste JAARGANG. No. 7516.
Directeur A. «T. DE LOOZE.
Redacteuren:
A. FRANKEL.
J. WAALEalleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Fhünkel, Havenpark 348, Zierikzee.
Schuldvorderingen ten laste van het Rijk,
de Provincie en de Gemeente.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee;
Gelet op de circulaire van den heer Commissaris der
Koningin in deze provincie, van den 16 dezer, A No. 339,
le afdeeling (Provinciaal blad No. 37);
Noodigen de ingezetenen dezer gemeente uit, om hunne
rekeningen en bewijsstukken, wegens Schuldvorderingen ten
laste van het Rijk, de Provincie en de Gemeente, over het
jaar 1900, ter plaatse waar het behoort, ten spoedigste in
te dienen, en daartoe den uitersten termijn (30 Juni 1901),
niet af te wachten, ten einde te voorkomen, dat hunne
vorderingen ten gevolge van te late indiening, als verjaard
moeten worden beschouwd.
Zierikzee, den 21 Maart 1901.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee; i
Gelet op de artikelen 28 en 29 der Kieswet;
MAKEN BEKEND:
1°. dat de lijst der Kiesgerechtigden voor de Tweede Kamer der
Sta ten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeente»
raad, henevens de alphabetische lijsten van hen, die
van de kiezerslijst zijn afgevoerd en van hendie
daarop zijn gebracht, op heden door hen zijn vastgesteld
en van S3 Maart tot ©n met SI A.pril
e.l*. ter Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter
inzage zijn nedergelegd;
2°. dat de kiezerslijst tegen betaling van f 0,85 in afdruk
en de overige lijsten tegen vergoeding der kosten in
afschrift ter Secretarie verkrijgbaar zijn; en
3°. dat tot en met 15 April e.k. een ieder bevoegd is, bij
het Gemeentebestuur verbetering van de door dat Bestuur
vastgestelde kiezerslijst te vragen, op grond, dat hjj zelf
of een ander, in stryd met de Wet, daarop voorkomt,
niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt.
Zierikzee, den 22 Maart 1901.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De Transvaalsch - Engelache
oorlog.
Londen, 20 Maart. Door de verklaring van
Chamberlain in het Lagerhuis, aangaande de
door Botha tot lord Kitchener gerichte mede-
deeling, dat hij geenszins bereid was om de
voorwaarden van Kitchener tot ernstige over
weging voor te leggen aan zijn regeering, is
alle hoop op een spoedige vrede in Zuid-Afrika
vernietigd. Men meent nu zeker en stellig, dat
Botha zonder eenigen militairen druk onder
handelingen heeft gevoerd met Kitchener, zoodat
alle hoop op een onvoorwaardelijke capitulatie
ongegrond is gebleken.
21 Maart. Lord Kitchener seint uit
Pretoria van gisteren, "Woensdag, het volgende
«Generaal Piet Botha, broeder van den Boeren-
opperbevelhebber, is op Doornberg gedood,
terwijl zijn beide zoons gewond zijn. De Boeren
in Oranjerivier-kolonie zijn uiteengegaan en
hebben zich verspreid. De Wet bevindt zich in
de nabijheid van Heilbron".
Yolgens bericht uit Pretoria uit particuliere
bron, hebben de Boeren Zondag tusschen Belfast
en Middelburg een trein doen derailleeren,
waarin Boerenvrouwen naar de kampen der
uitgewekenen overgebracht werden. Ook is een
trein tot ontsporing gebracht nabij Wonderfontein,
waarbij de Boeren zich meester maakten van
een groote hoeveelheid levensmiddelen.
In een brief van 6 Februari, opgenomen
in de West Cumbei-land, Times, schrijft sergeant
Manger van een der vrijwilligerskorpsen
«De Boeren, die nog in het veld zijn, hebben
niets te winnen bij onderwerping en kunnen
geld, voedsel en kleederen krijgen van hun
vrienden, zelfs van vrienden in de Kaapkolonie.
»De meesten van hen hebben in den oorlog
familiebetrekkingen verlorenhun hoeven zijn
verbrand, hun veestapel is weg. Dus hebben zij
na het einde van den oorlog niet anders dan
het veld, waarheen zij kunnen terugkeeren,
juist even weinig als hun voorvaderen vonden
toen zij uit de Kaapkolonie trokken.
i>Ik zie, dat men in Engeland ontkent, dat wij
Kaffers wapenen. Wij wapenen wel geen groote
troepen, maar de zwarte verkenners dragen
Lee Metfords en men verwacht dat zij zich
zullen verdedigen als ze aangevallen worden.
«Dit is een groote fout".
Durban, 20 Maart. De Engelschen hebben
Trede (Noord-Oosthoek van den Vrijstaat)
ontruimd en het garnizoen heeft zich gevoegd
bjj generaal Campbell's colonne, die onder
hevig gevecht uit Standerton kwam en derwaarts
Hij heeft 200 zieken en gewonden.
Verscheidene afdeelingen Boeren, zijn in den
omtrek van Standerton.
De Ceylonsche berichtgever der Weener
Neue Freie Presse heeft een bezoek gebracht
aan het kamp der krijgsgevangen Boeren op
Ceylon, dat, naar bij zegt, in een der schoonste
valleien ter wereld ligt.
Te Diyatalawa zijn 5000 gevangen Boeren
en 1000 soldaten om hen te bewaken.
De barakken, van ijzer gebouwd, zijn zindelijk
en goed geventileerd. Twee kleine spoorwegen
voorzien de kampen dagelijks van levensmiddelen
en brandstoffen.
De Boeren zijn den geheelen dag in de open
lucht. Zij slapen op veldbedden en hebben
warme dekens.
Voor de officieren zijn tenten ingericht en de
generaals Boux en Olivier hebben ieder een
net buis.
De Boeren verrichten allerlei handwerk. Zij
wasschen, koken, hakken hout, maken kleederen,
timmeren, draaien, enz. Een Berlijner maakt
aardige houden tabakspijpen, welke grif worden
verkocht.
Sterke drank is streng verboden. Er wordt
op allerlei manieren beproefd die binnen te
smokkelen, maar daartegen wordt streng gewaakt.
Er is eene groote «uitspanningszaal", met
saamgevlochten palmbladen overdekt. Daar
worden op een tooneel van bijeengeschoven
tafels allerlei tooneelstukken opgevoerd, die veel
succes hebben vooral «de Tante van Charley".
Het grootste bezwaar bij die tooneel-
voorstellingen ligt in de vrouwenrollen, daar de
gebaarde Boeren weinig geschikt zijn om b.v.
voor Ophelia of Julia te spelen.
Het scherm, geschilderd door een Boeren-
gevangene, stelt den slag bij Magersfontein
voor.
Het orkest bestaat uit eene piano en ver
scheidene violen en horens.
Onder de krijgsgevangenen zijn weinig jonge
lieden. Zij zijn over 't algemeen tusschen de 30
en 50 jaren oud.
De hospitalen liggen vol zieken, zegt de
berichtgever, en er sterven velen aan mazelen,
typhus en ingewandskoorts. Het vochtige klimaat
moet nadeelig zijn voor de Boeren.
De Londensche correspondent van de Pa-
rijsche editie van den New-York Herald had een
onderhoud met den zoon van Generaal Erasmus,
den heer D. E. Erasmus, die tegenwoordig te
Londen vertoeft.
Botha's weigering om over den vrede te
onderhandelen, verwonderde Erasmus geenszins.
«De Engelschen", zeide hij, «hebben tot dusver
i de Boeren alleen in het open veld bestreden,
j Het Britsche publiek heeft den oorlog nog te
veel als een spelletje beschouwd ondanks de
lessen, in het begin daarvan ontvangen.
«Vierhonderd Boeren zijn voldoende om een
geheel leger voor on bepaalden tijd bezig te houden
in het land ten Noorden van Pretoria. Dat land
wordt het boschveld genoemd. Geregelde cavalerie
kan daar niet opereeren, daar de bodem uit
enkel zand bestaat. Wegens de koorts kunnen
de Engelschen er slechts zes maanden van het
jaar vertoeven. De Boeren zijn van jongs af
aan het klimaat gewend en kunnen daarzonder
nadeel blijven. De Engelschen zullen daar meer
dan ooit in het nadeel zijn. Er is voedsel in
overvloed en de Boeren kunnen er op het land
leven. De Engelschen zullen echter alles moeten
aanvoeren.
»Het land is volgepropt met ammunitie. Voor
dat de oorlog begon, werden in het Noorden
groote voorraden verzameld.
»Als een der redenen, waarom de Boeren niet
zijn ingegaan op de Engelsche vredesvoorwaarden, I
gaf ook Erasmus op dat zij niets meer te
verliezen hebben, tengevolge van de Britsche j
oorlogvoering. De eenige persoon, die hen kan j
overhalen om vrede te maken, is President
Krüger. Deze heeft misschien bij de uiterste
partij wat van zijn invloed verloren, maar hij
is de eenige man, die, als hij dit wenscht, een
eind kan maken aan den oorlog.
«Wanneer de Britsche Regeering, in plaats
van haar tijd te vermorsen met seinen aan de
Generaals in Zuid-Afrika, zich rechtstreeks tot i
den Heer Krüger wendde, zouden de resultaten
verrassend kunnen zijn. Hij is het Hoofd van 1
de Republiek. Ons volk zal nooit «ingeven" i
zonder zijn goedkeuring. Als er vrede moet
worden gesloten, moet dit geschieden door den
Heer Krüger en de gedelegeerden Wolmarans,
Wessels en Fischer. Dezen hebben volmacht om
te handelen". j
Woensdag zijn te Kaapstad zes pest-
gevallen voorgekomen, waaronder een paar een
doodelijk verloop hebben gehad. De stads
geneesheer, dr. Gregory, beeft aan het gezond
heidscomité gerapporteerd, dat de Europeanen
thans op grootere schaal door de pest worden
aangetast. Hij drukte zijn vrees uit, dat de
Kaffers voortgaan pestgevallen te verzwijgen.
De «Roslin-Castle, waarop een soldaat aan pest
is overleden, zoude Boerengevangenen naar
Ceylon vervoeren, maar is nu teruggekeerd naar
Kaapstad.
De Standard verneemt uit Pretoria, dat 400
Boeren onder Pretorius en Trichardt een
goederentrein hebben aangevallen tusschen
Balmoral en Brugspruit. Op den trein bevonden
zich honderd Kaffers, van welke de Boeren er
in koelen bloede vijf neerschoten. Het Engelsche
geschut te Balmoral en te Brugspruit beschoot
hevig, doch vruchteloos de terugtrekkende Boeren,
die twee volgeladen wagens met voorraad mede
voerden.
Central News verneemt uit Pretoria, dat een
kleine afdeeling Boeren Zaterdagavond met een
pompom op het station Vereeniging aan de Vaal
schoot. Er zijn Boerenkorpsen gezien benoorden
Kroonstad, maar het is onbekend of zij bij
De Wet behooren.
België.
Brussel, 19 Maart. President Krüger ontving
den correspondent van de Ind. Beige te Utrecht
en vertelde dezen dat hij nog eenigen tijd te
Utrecht denkt te blijven, daarbij voegende dat
hij nog niet weet, wanneer hij zal vertrekken
noch waarheen hij zal gaan. Dit zal van de
gebeurtenissen afhangen.
Eenige staaltjes van rijn slimheid en
moed, zooals die de ronde doen
en bewonderd worden bij
vriend en vijand.
Het was in 't begin der maand Mei van 1900
schrijft een oorlogs-correspondent van de Daily
Mail dat Christiaan De Wet zich voor het
eerst in zijn ware gedaante en op zeer lastige
wijze vertoonde aan den Engelschen vijand. Lord
Roberts trok toen juist aan het hoofd van zijn
machtig leger in zulke snelle marschen naar het
noorden. Langs de hoofdspoorlijnen werden weinig
moeielijkheden ondervonden, doch destemeer aan
de uiterste vleugels en 't was vooral de divisie
onder bevel van generaal Hamilton, die zwaar
geteisterd en afgemat werd door de dagelijksche
schermutselingen van den kleverigen De Wet.
En geen enkelen keer kregen de sterkere En
gelsche legerscharen de victorie. Het dateert dan
ook uit deze periode, dat ik thans nog geen
Engelseh officier kan hooren, of hij bewondert
De W et en spreekt de hoop uit, dat deze dappere
man levend den dans moge ontspringen.
't Was tusschen Natal Spruit en Standerton,
aldus wordt als een bijzonder sterk stuk mede
gedeeld dat De Wet probeerde naar het noorden
te trekken, toen hij tegenover eene zeer sterke
Engelsche legermacht kwam te staan. Haar om
trekken kon Mj niet. Wat deed hij? Tegen donker
brutaal weg met zijn heel transport op het hoofd
kwartier van de Engelschen aanrijden en spoed-
doorgang verzoeken om zich zoo hij voorgaf
zoo vlug mogelijk te kunnen voegen bij een
Engelseh detachement, dat een dagreis vooruit
was en waarbij dit transport zou behooren,
'tWerd toegestaan en de eenige aanmerking die
gemaakt werd, was van een clubje officieren die
te eten zaten en die zich beklaagden over het
stof dat de vele wagens maakten en dat hen
hinderde.
Het is niet bij deze hongerige officieren gebleven,
die zich zand in de oogen hebben laten strooien
door den geduchten Boerenaanvoerder. Toen De
Wet zijn beroemden tocht volbracht had en reeds
den weg naar Rustenburg, ten westen van Pre
toria, was overgetrokken, liep hij opnieuw den
vijand in 't vizier en ditmaal gevaarlijker dan
ooit, want van alle zijden werd op hem aan
gedrongen. Den avond vóór den grooten vangst
werd reeds in de Engelsche legers gejubeld, want
ieder voor zich was overtuigd, dat bij 't aan
breken van den dag voor den in 'tachterhol
gedreven vos niets anders overbleef dan te 1
vechten en zich dood te laten schieten of zich j
over te geven op genade of ongenade. 'tMoet j
dien nacht stil en pikdonker geweest zijn. Nauw
hadden de vermoeide Engelsche Tommies hun
eerste slaapje gedaan, of ze werden door de j
alarmwachten in 't gelid geroepen, want in de
verte werd duidelijk het geknars van wagen-
wielen in het zand en het geroep van nijdige
kaffer-drijvers vernomen.
Natuurlijk was De Wet bezig in 't holle van
den nacht een uiterste poging te wagen om door
den vijand heen te breken zoo meenden de
Engelsche aanvoerders en alle man moest onder j
de wapenen blijven, daar het elk oogenblik tot
een treffen kon komen. j
Zoo, met gevelde bajonet, verliepen in spanning
uur na uur, tot eindelijk de dag begon te gloren
en men eerst onduidelijk en daarom niet te ge-
looven, doch spoedig beter zageen mallemolen
van een veertig ossenwagens met afgewerkte
trekdieren er voor, die aangepord werden door
kaffer-drijvers, en 'twelk al maar in een cirkel
rondging met veel lawaai. De Wet was geblazen
en met hem al zijn mannen en bijna geheel zijn
legertros. Hij was over, naar men meende on
begaanbare bergpaden den linkervleugel' omge
trokken, toen een dagmarsch op zijn schreden
teruggekeerd en vervolgens de Yaalri vier over-
Dit deed De Wet, doch de Engelschen waren
«oo het spoor bijster, dat ze den werkelijken
toestand pas een halven dag later ontdekten,
toen de slimme vos natuurlijk reeds een heelen
voorsprong had. Terstond werd de vervolging
hervat en 't was twee nachten later, dat een
schildwacht 12 mijlen ten westen van Johannes
burg verrast werd door de verschijning van een,
zoo hij meende, Engelseh soldaat, in de uniform
van een bereden infanterist, die hem vroeg naar
den weg naar het Floridastation. De schildwacht
draaide zich om, wees met den vinger voor zich
uit, doch voelde op hetzelfde oogenblik het koude
staal van een revolver tegen zijn slapen.
//Geef geen kik en verroer geen vin", zei de
verkleede infanterist, ,,oi je bent een kind des
doods". Hetzelfde oogenblik ontlastte hij den
ontstelden schildwacht van zijn geweer en patroon-
tasch, fluitte driemaal zeer kort als in een
indianen-roman wel verhaald wordt, en onmiddellijk
verschenen niet veraf eenige Boeren, eukele
minuten later gevolgd door de voorhoede van
een bereden commando. Daarop verscheen een
lange trein van Kaapsche karren, getrokken door
fiaarden, en 't duurde wel een half uur, voor de
aatste gepasseerd was. Toen zei de vermomde
Boer tot den overrompelden schildwacht: «nu
houd je je nog maar kalm tot je afgelost wordt
en als je voor dien tijd ook maar een vinger
beweegt, dan ben je een verloren man, want
achter dat boschje zal voortdurend een geweer
op je gericht blijven. Is je tijd om, dan kan je
naar je kamp gaan en zeggen dat Christiaan
De Wet hier om twintig minuten na eenen met
zijn mannen voorbij getrokken is".
En inderdaad, toen de aflossing naderde hoorde
de schildwacht van de aangewezen plaats iemand
weggaloppeeren, de Boeren achterna. Dienzelfden
nacht werd de post bij Natalspruit nog over
rompeld en de brug in de lucht geblazen.
Toen De Wet een anderen keer bij Vredefort-
weg alle voorraden benevens groote hoeveelheden
ammunitie en kleederen buitgemaakt had, zei hij
tot zijn gevangenen: //Nu jongens, hier heb ik
meer dan ik gebruiken kan, zoek jullie ook maar
uit". En onmiddellijk ginnen vriend en vijand
eendrachtelijk aan het plunderen. Zelfs kregen
een Boer en een Tommy nog hooge ruzie over
het bezit van een fotografie-toestel, dat als post
pakket naar een officier gezonden was en 't zou
op een kloppen uitgeloopen zijn, als niet sussend
door anderen tusschenbeide gekomen was.
De brieven-zakken werden alle opengesneden
en over 't veld verstrooid. Een klein gedeelte
werd eenige dagen later nog verzameld door de
Engelschen en opnieuw ter verzending gereed
gemaakt. En hoe moet het nu treffen, daaronder -
was ook een brief aan mij zegt de oorlogs
correspondent welke mij dus nog bereikte
met het opschrift: //op het veld gevonden en
doorgezonden".
Toen de Boeren aftrokken moet het moeielijk
te zeggen zijn geweest, wie gevangenen en wie
bewaker was, want allen hadden zich gestoken
in de gloed-nieuwe winter-kaki's, van de beste
Engelsche stof gemaakt, en dit terwijl te Pretoria
12000 soldaten zoo goed als onbruikbaar voor den
dienst waren bij gebrek aan goede kleeding.
Dinsdag 26 Maart a.s. hopen
TONIS SCHIETEKATTE
en
JOHANNA VAN DER WERVE
hunne 25-jarige Huwelijks ver
eeniging te herdenken.
Burghsluis, Maart 1901.
Hunne dankbare Buren.
Voorspoedig bevallen van eene Dochter»
J. L. VAN BLOOIS—Beije.
Sciiarendijke, 20 Maart 1901.
M. A. DE BOER
H. W. DE BOER,
bedanken zeer voor de betoonde deelneming.
's-Graveniiage, 21 Maart 1901.
Het POLDERBESTUUR
van Zonnemaire wenscht
aan te besteden i
zuiver gewasschen en gehordwaarvan de
biggelou 13 cM. in middellijn zijn, franco
vóór den wal aan de haven te Zonnemaire,
vóór den 15 Mei aanstaande.
Inschrijvingsbiljetten toe te zenden aan den
Dijkgraaf vóór of op den 1 April aanstaande.
Het Polderbestuur van Zonnemaire,
J. M. VAN DEN BOUT Mz., Dijkgraaf.
C. J. HOCKE IIOOGENBOOM,
Ontv.-Griffier.