ZIERIKZEESCHE IÉi MEE VVS BORE. Donderdag 13 December 1900, AANBESTEDING (ZSierikzeesclie C o u r a n t a Opheffing Bergplaats van Puin. Invoer van Melkvee in België. NIEUWSTU DINGEN a I Uit Stad bh Provincia. De Dordtsche Waterweg. orders i 03 Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per poB» f 1,60. Noord-AmerikaTransvaalIndië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 57ïte JAARGANG. No 7474 Directeur I _A_. J. DE LOOZE. A. FRANKEL. Redacteuren J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nipuws. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts,, kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betaling-en moeten uitsluitend g-eschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ing-ezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FreLnkel, Havenpark 348, Zierikzee. Heeren Correspondenten, die ons opgave verstrekken der Predikbeurtenkunnen hun daarvoor toekomend salaris, vervallen 1 December, tegen kwitantie ontvangen ten kantore van A. J. DE LOOZE Directeur. N.B. De toegang tot het kan toor is van af heden op de Ichnitliaven tegen over de Dames CATS». p Maunclau 17 Doeomber ÏOOO, 9 namiddags één uur, ten Raadhuize, van: ,Het uitvoeren van onderhoudswerkep, „herstellingen en vernieuwingen aan „de gebouwen, kunst- en andere „werken der gemeente, gedurende het jaar 1901", in acht perceelen. Bestekken verkrjjgbaar ad 35 cent. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee brengen ter openbare kennis, dat de bergplaats van puin aan het Noordelijk gedeelte van den Achterweg aan de rijde der Zwemhaven, ter plaatse waar zulks met een bord was aangegeven, met ingang van heden is vervallon en derhalve aldaar geen puin meer mag worden gestort. Zierikzee, den 10 December 1900. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De BURGEMEESTER van Zierikzee, Gelet op de circulaire van den heer Commissaris der Koningin in dere provincie van den 11 dezer, A no. 3124, 3e afdeeling, (Prov. blad no. 157); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de invoer van melkvee in öolgfië langs Selzacto (Station), met ingang van 15 December as. wederom is toegestaan, den 12 December 1900. De Burgemeester voornoemd, CH. W. VERMEIJS. De Transvaalsch-Engelsche oorlog. Terwjjl in het Britiche Lagerhui* door Chamberlain wordt gekwezeld over de humaniteit, waarmode Engelaad in Zuid-Afrika oorlog voert, en over zjjn afkeer van het opleggen van straffen, worden de volgende «geheime iaitructiei" openbaar, welke door Lord Kitohener zjjn uitgevaardigd: 1°. Alle voorraden, paarden, vee en andere levende have zullen genomen wordea van eiken Boer, die den eed van onzijdigheid gebroken heeft of wien* zoon op oommando i* gegaan. 2°. Het land moet ontbloot worden van alle levenimiddelen en voorraden, zoodat geen commando er van leven kan. 8'. Van oitrouwe landbouwer» of van hen, wier vader* of zonen in het veld zjjn, moet het vee afgenomen wordei zonder betaling of ontvangbewjj*. 4*. Al het vee it af te nemem van hen, die, na de wapoaen neergelegd te hebben, opnieuw op commando gaas. 5'. De binieagehaalde oogit, die gevonden wordt op de hoeven van burger*, die op commando zjjn, il weg te nemen of te vernietigen. 6®. Alle landbouwwerktuigen zullen weggeaomeu worden, zoodat het bebouwen van het laad onmogelijk wordt. Dimdag j.l. i* de 15de oorlogimaand ingegaan. Durban, 9 Dec. De Boeren hebben bjj Vlaklaagte, het itation voorbjj Standorton, een trein aangehoudea, waarmede 180 remonte-paarden werden getraniporteerd, ea zjjn er in geilaagd die paarden weg te voeren. Een andere troep maakte een boeveelheid vee ea schapen buit bp Vlaklaagte op hoeven van Boeren, die de wapen» hadden nedergelegd. Londen. 10 Dec. In overleg met de militaire autoriteiten in Zuid-Afrika, hoeft de Staatsiecretari* van oorlog, ter voorkoming van moeilijkheden, bepaald, dat in geen geval aan op parool vrijgelaten krijgsgevangenen, die zich op het oogenblik in Europa bevinden, zal worden toegeitaan naar Zuid-Afrika terug te keeren, voordat de vjjandeljjk- heden volkomen tot een einde zjjn gebracht. Het heet, dat er op het oogenblik diplomatieke onderhandelingen worden gevoerd om te komen tot de tnischenkomit van een der groote Europeeiche mogendheden in den EngelsenTranivaalichen oorlog en dat de tnuchenkomit gebaseerd zou zjjn op de bepalingen van de Vredesconferentie van Gravenhage, torwjjl men stellig zou kunnen rekenen op medewerking van derden. Engeland. Londen, 11 Dec. Het Lagerbnis heeft met 284 tegen 8 stemmen de aaivullings-begrooting van oorlog, ten bedrage van 16 millioen pd. *t. (192 millioen gulden) aangenomen. Frankryk. De Nederlandsobe kruiser «Gelderland", welke president Kiflger van Lorenzo Msiqucz heeft overgebracht naar Marseille, is vandaar rechtstreeks naar Algiers gegaan, aan Afrika's noordkmt. Daar heeft nn de commandant baron Sweeits do Landut Wybnrg, de verdere officieren van den oorlogs bodem Zaterdag aan b ord een lnnch aangeboden, waurbjj aanzaten de Nederlandtcho consul te Algiers de hoor Va* Vollenbcvea en ü<i Fianvcae vice- admiraal Servan en echtgenoote. En Zaterdagavond gaven de gouverneur-generaal Jonnart en diens echtgenoote, in het zomerpaleis een groot diner, sevolgd door receptie en concert, ter eere vars da Russische en Nederlandsche officieren van de Pultuwa" en de «Gelderland", waarbjj ook tegen woordig waren de generaals van het garnizoon, zoodat het alles prachtig slaagde. l»ar(ig, 10 Dec. Ia welingelichte kringsn worden nadrukkelijk tegengesproken de van Londen uit verspreide geruchten, dat president Kiüger zjjn best zon doen om door den Eagelschen premier, lord Salisbury, ontvangen te worden. Het is ook volkomen o. juist dat de president, geheel ontmoedigd door de tot dusver opgedane ondervindingen, voor goed zou afzien van alle diplomatieke tnsichenkomst, om in Den Haag het verdere verloop der vjjandeljjk- heden in Transvaal en Oranje-Vrjjstaat af te wachten. In de naaste omgeving va. de Engelsche regeering houd men wel degeljjk rekening met een aanstaand bezook van den president aan czaar Nikolaas, zoodra deze geheel van zjjn ziekte hersteld zal wezen. Io een artikel onder het opschrift: Portugal— Engeland en Nederland, gispt de Temps de houding van Portugal, dat de wetten der onzijdigheid schond door het vervoer van een Engeliche expeditie over Beira toe te laten. De Temps voorziet dat de houding van Portugal het moeieljjkheden zal berokkenea. Marseille. 10 Dec. William Meyerbach Caserta, de adjudant van President Steyn, is aaa boord van de «Kanzier" hier aangekomen. Meyer- bach, die van oorsprong een Duitscher is, bekleedt een post van vertrouwen bjj Steyn en _komt in Europa met eon zeer bepaalde zending. Hjj is ver gezeld door baron Raynacb, een officier van het Oranje-Vrjjstaatiche leger. Meyerbach heeft ver klaard Ik kom in Europa met eeae diplomatieke zending van Steyn naar Krflger. Ik ga de onderhandelingen, die gevoerd worden, volgen, en bepaaldeljjk den Oranjs-Vrjjstaat daa>bjj vertegenwoordigen, volgens de stellige instructies, die mjj door Steyu zjjn gegeven. Het is mjj op bet oogenblik onmogeljjk bela.grjjke onthullingen te doen, wat ik misschien zal doen na Ritlger te hebben gezien. Europa weet totaal niet. hoe da militaire en economische toestand in Zuid-Afrika is. Nooit is onze militaire organisatie zoo volledig geweeit, nooit zjjn wjj zoo verre ervan af geweeit te wjjken. Botha en de Wet, die geleerd hebben door de lessen van den oorlog, hebben troepen georganiseerd met een jjzeren discipline; deserteurs worden ge straft mot den dood, evenals in de Enropeesche legers; onze memchen hebben zeer wel begrepen wat de toestand eischte; zjj hebben hun taktiek geheel gewjjzigd, en die il tegenwoordig geheel modern. Overigens is de organisatie even volledig ten aanzien van de burgerij;ke machten voor zoo veel den Oranje-Vrjjstaat betreft. Steyn heeft den zetel van de regeering naar Pouriesburg over gebracht, en met den Uitvoerenden Raad, die hem bjjitaat in den publieken dienst, nemen zjj als gewoonljjfe hunne taak waar. Da zodoljjke invloed van onze administratie strekt zich hoe langer hoe vorder in de Engelsche bezittingen van Kaapland onder de Afrikaander bevolking uit. Weest er van verzekerd, dat de Engelsche telegrammen de feiten geheel onjuist voorstellen, ea den toestand, die zeer kritisch is voor Engeland, valscheljjk voorstellen. De wreedheden van de Engelsche soldaten en de geweldplegingen op vrouwen brengen het publiek gevoel tot wanhoop. De gepleegde verschrikkelijk heden zjjn niet te beseffen. Persoonljjk heb ik aan het hoofd van mjjn afdeeling zonder meedoogen moeten optreden tegen zekere weerzinwekkende daden, waarvan ik getuige was. Ik heb in Juli bjj de boerenhoeve Oorua zonder pardon de Engel- schen moeten straffen, die aan onze vrouwen geweld pleegden. Gevraagd naar de vredesvoorwaarden, die aan vaard zouden kunne, worden, zei Meyerbach: Ik kom met zeer duideljjke instructies van Steyn. Wjj zjjn besloten geen vrede aan te nemen, dan met onafhatkeljjkheid en autonomie van de twee republieken. Wjj zullen eiscbea, dat men zich niet tevreden stelle met het ichrjjvon va» voorwaarden in tractatnn, die gemakkelijk konden gescholden worden. Wjj willen onze organisatie en ons leger behouden, die o»s in staat stellen de inachtneming van de aangenomen voorwaarden af te dwingen. Indien men ons dat weigert, zullen wjj doorvechten tot aan den dood. Ondervraagd om te weten of Krüger naar Trans vaal moet terugkeeren, heeft Meyerbach gezegd, dat Krüger op het oogenblik verlof heeft, waardoor hjj buiten het gebied van de Republiek kan zjjn, maar dat verlof zal ten hoogste zes maanden duren. Volgens do bepalisgen van de Grondwet is het verlof verleend niet door den Volksraad, die niet bjj elkaar was, maar door den Uitvoerenden Raad. Meyerbach en baron Raynach zjjn om 9 u. 20 naar Parjjs vertrokken. Daar zullen ze eenige uren slechts verbljjven ea instructies afwachten van Kiüger om naar hem te komen. Portugal. Lissabon, 9 Deo. Aan het banket, gisteren avond in bet Arsenaal gehouden, zeide de minister- piesidont uit naam der reeeeri.g, dat hjj de groote Britsche natie weaiohte te begroeten in de verbeven persoon vak haar sou version koningin Victoiia. En tevens begroette bij het bondgenootschap tuischen Groot-BrittanniB en Portugal, dat lang had bestaan in tractates e. bevestigd was door de jongste handelingen. De beteekenis van het bozdgeuootichap was, dat hun rechten gerespecteerd en hun gebied gehandhaafd zal wo'den. De Britsche gezant antwoordde. Hjj dankte de regaoring des koning* voor de viiendscbappelpe houding, zoo corrrct gehandhaafd gedurende den oorlog in Zuid-Afrika. Hjj voegde er bjjHet bondgenootschap, dat ons onverbreekbaar verbindt, behoefdo slechts beveiligd te worden. Die bevesti ging is geschied door de tegenwoordigheid van het Kanaal-eskader. De Britsche regeering beschouwt het zoo, dat de oude banden vaster zjjn aangehaald door de jongste gebeurtenissen. De groote wensch van de Britsche regeering is, dat deze vatte ea duurzame vriendschap en bondgenootschap altjjd zal bestaan. N«*Mind, '8-€*ravenhage, 10 Dec. Ingevolge de bevelen vaa H. M. de Koningin is de kapitein van Hoogstraten, H*. M*. adjudant, naar Schwarin vertrokken. Hjj zal daar bjj Z. H. Hertog Hendrik van Mecklenburg vertoeven tot dien» kom»t in Den Haag. tea einde den prins in de gelegenheid te stellen de Nederlandsche taal te hooren spreken. Steenbergen, 10 Dec. Mej, van L. alhier heeft aan elk der verschillende armbesturen en de j wees-inrichting alhier een St.-Nicolaas gift van f 2000 geschonken. Oude Tonge, 12 Dec Valtch geld in omloop, een ieder zjj op zjjn hoede! Eenige weken geleden is alhier een valtch 10 cts. stuk ont vangen. Thans is wederom ee« valtche gulden aan de gemeente-politie ter hand gesteld. Zierikzee, 12 Dec. Op verzoek van de Provinciale Commissie tot het aanbieden van een geschenk van het geheele Nederlandsche volk aan Hare Majesteit de Koningin ter gelegenheid van Haar aanstaand huweljjk is in een op het stadhuis door den burgemeester dezer gemeente uitgeschrevene vergadering van ingezetenen, respectievelijk be- hoorend tot de verschillende staatkundige, kerkeljjke en maai ichappeljjke groepen der bevolking, een plaatselijk comité in het leven geroepen, dat zich als zoodanig heeft geconstitueerd, es waarvan de leden, bljjkens achterstaande advertentie, a.s. Ding dag den 18den December, des middags ten 12 ur9, langs de huizen der ingezetenen zullen rondgaan, teneindo voor bovenbedoeld geschenk geldeljjke bjjdragen in te zamelen. Onder de gemeente Graauw is Maandag een 5-jarig jongentje van den landbouwer S. in een sloot nabjj de ouderl jjke woning geraakt en verdronken. De maréchanssés van Dnjjn van Terneuzen en van Nieuwenhnizo van Breskens hebben van standplaats verwisseld. In een j.l. Zaterdag te Terneuzen gehouden vergadering van de commissie tot inzameliig van bjj dragen voor het aan H M. de Koningin aan te bieden Nationaal Huldebljjk werd tot eere-voor- zitter benoemd de hoer J. A. P. Geill, burgemeester, tot voorzitter do heer J. C. Harte, tot penningmeester de heer P. J. Scheele en tot secretaris de heer H. Koelmans. Voorts werd de taak der verschillende commis sieleden aangewezen. Bruinlsse, n Dec. I» de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad werden naar aanleiding van eenige opmerkingen van Ged. Staten enkele wjjziginge* in de begrooting gebracht, die evenwel geen invloed op het eindcjjfer hadden. Ingekomen was een request van schipper T. van Driel om tegemoetkoming in de kosten van zeparatie van zjjn vaartuig, dat naar hjj meent in onze haven op een paal gestooten en lek geslagen te zjjn. Uit een deskundig onderzoek bljjkt, dat bet onmogeljjk is de schuld van het lek aan de haven te wjjtea. Besloten wordt daarom afwjjzend te beschikken. Goedgekeurd worden eenige af- en overschrjjvingen van - en op enkele posten der begrooting voor het dienstjaar 1900. Na de gewone rondvraag, vraagt de heer Van Vessem of aan de Rotterdamsche Tramwegmaat- schappjj niet kan worden verzocht de langs den weg gelegen zandhoop te varwjjderen en om te verzoeken of de telegraafpalen van den keiweg naar het dorp niet verplaatst kunnen worden. De heer Bolier merkt op, dat eenige raadsbesluiten ïog op uitvoering wachten, zoo dat om grond op de begraafplaats te brengen, dat om rabat van de keibeitrating te bezigen voor de zjjkaaten, en eindeljjk dat om enkele slooten te delven. Door den voorzitter wordt omtrent een en ander inlich tingen gegeven, terwjjl met betrekking tot het laatste punt den opzichter opgedragen zal worden naar het delven der slooten onderzoek te doen. Met betrekking tot deze zaak werd in de zitting der Tweede Kamer van 5 December, naar aanleiding van de i door den heer Van Gijn uitgesproken ontevredenheid over de houding der Regeering ten opzichte van den waterweg, j door den Minister van Financiën, den heer Pierson, het volgende opgemerkt: «Men kan zich levendig voorstellen dat een man, die zich zoodanig met de gemeente zjjner inwoning verbonden, ver knocht gevoelt als met den heer Van Gijn het geval is, met droefenis ziet dat de zaak van dien waterweg niet met energie is ter hand genomen. Maar de geachte spreker moge het ten goede houden dat ik hem verwjjt zeker gemis aan objectiviteit bij de beoordeeling van de Regeeringshandeling in deze. Hjj kan niet begrjjpen dat hier werkelijk een financieel bezwaar bestaan zou. Ik neem de vrijheid daartegen dit op te merken. Rotterdam klaart in 16 a 17 millioen ton, Amsternam 4 millioen, de inklaringen van het geheele land bedragen ruim 26 millioen. Die van Dordrecht bedragen, bljjkens de opgaaf van den geachten spreker, geput uit de Regeeringsbescheiden, 300.000 ton, dat is ongeveer 1 pCt. van het totaal bedrag der in klaringen. Is het nu zoo vreemd dat de Regeering aarzelt om een uitgave voor te stellen, welke, met Inbegrip van het daar noodige fort, bjjna 4millioen bedragen zal, ten einde in dat belang te voorzien Ik kan mjj levendig voorstellen dat de geachte spreker zegt: dat is niet te veel, maar, zich plaatsende op het standpunt van den Minister, zal hij ook begrjjpen dat dezerzjjds geaarzeld wordt tot dergeljjke belangrijke uitgave voor dat doel over te gaan". De heer Fokker bracht in diezelfde zitting ook de kwestie van den genoemden waterweg en het antwoord, door den waarnemenden voorzitter van den Ministerraad, ter sprake. «Wij hebben" zeide hij «van de regeeringstafel vernomen, dat tegen voldoening aan den wensch, door den geachten afgevaardigde uit Dordrecht uitgesproken, finan- ciëele bezwaren zouden bestaan en om deze bezwaren toe te lichten en te illustreeren heeft hij vergeleken den invoer in ons geheele land, dien in de havenplaatsen Amsterdam en Rotterdam en dien in de havenplaats Dordrecht. Nu wensch ik op den voorgrond te stellen, dat het niet edelmoedig is om een haven door gebrek aan hulp te laten achteruitgaan en dan de geringe tonnenmaat bjj den invoer te gebruiken als een argument om de haven niet te helpen. Een andere bedenking is deze, dat de Minister hier over het hoofd ziet, dat de zoogenaamde Dordtsche waterweg niet is uitsluitend in het belang van de haven van Dordt, maar dat er veel omvangrijker belangen mede gemoeid zijn. Bij dien Dordtschen waterweg hebben groot belang de vaart van Holland op Zeeland, die van Holland op een groot deel van Noord-Brabant en de Rijnvaart op Antwerpen, welke alle den weg moeten nemen door het Hellegat; en de Dordtsche waterweg moet verbeterd worden door van het Hellegat een geschikt vaarwater te maken. Nu komt het mij voor, dat de Minister, die de geringe tonnenmaat van Dordt als argument voor het financiëel bezwaar aanvoert, over het hoofd ziet de andere groote belangen, door mjj genoemd. Wanneer hij de tonnenmaat van het vervoer tusschen Antwerpen en Rotterdam beschouwd had, zou hjj tot andere cijfers zijn gekomen. Een ander belangrijk punt is de veiligheid van de scheep vaart, die niet alleen verbetering van het Hellegat eischt, maar een vluchthaven tusschen de Kil en de Zeeuwsche stroomen. Een strekdam te maken in het Hellegat is in het belang van de verbetering van de vaart en tevens van de veiligheid der binnenscheepvaart, daar deze dan een vluchthaven of reede krijgt. Ik hoop dat de Minister deze belangen nader in overweging zal nemen". Vervolgens kwam de heer Van Gjjn nog met een enkel woord op tegen het antwoord, waarmede de Minister van Financiën hem had vereerd. «In de allereerste plaats" zeide hjj «heeft de Minister .wederom gewezen op die 41/» millioen. Ik wensch hierover alleen dit te zeggen, dat ik mij geheel aansluit bij hetgeen de heer Fokker gezegd heeft, en ik meen meer dan eens aangetoond te hebben, dat n.l. die 4>/, millioen niet uitsluitend, ja, zelfs niet voor het grootste deel, voor Dordtsche belangen zijn bestemd, maar bovendien dat de regeering zich niet de moeite heeft gegeven althans mjj is daarvan niets gebleken om die wegcijfering zelfs van financiëele bezwaren ook maar eenigszins te overwegen. Is het omdat zij het niet de moeite waard vindt, of omdat zij er niets tegen weet in te brengen? In de tweede plaats heeft de Minister gewezen op de kleine belangen, die de Dordtsche handel zou vertegen woordigen. Wanneer de Minister mij een wapen tegen hem in de hand wilde geven, geloof ik niet dat hij dit beter had kunnen doen dan door deze opmerking. Wat toch is het geval? De Minister wijst op den grooten voorspoed en den vooruitgang van de zeehavens Rotterdam en Amsterdam, en het gering belang van de zeehaven Dordt, maar waaraan hebben Rotterdam en Amsterdam hun grooten vooruitgang te danken? Mijns inziens aan de verbetering harer waterwegen naar zee, door den staat. En waardoor is de handel in Dordt achteruitgegaan Door de verwaarloozing van dat belang. Nu zal en dit is misschien wel de wensch geweest van den Minister de toestand langzamerhand van dien aard worden, dat er geen zeeschip meer zal kannen worden ingeklaard, en dan kan de Minister triomphanteiijk komen en zeggen: er komt geen schip, welk belang spreekt nu voor de wenschelijkheid van een vaarweg van Dordt naar zee Ik geloof, dit mag genoemd worden: meten met twee maten. Mij en der geheele Kamer zal wel gebleken zjjn dat bij dezen Minister niet de wil bestaat om aan de billijke en rechtvaardige eischen van Dordrecht te voldoen. Ik hoop en vertrouw dat te eeniger tijd blijken zal dat een beroep op den rechtvaardigheidszin der volksvertegenwoordiging of op eenen anderen bewindsman, den weg zal geven, die aan de billijke eischen van Dordrecht kan voldoen". Aan het slot der zitting werd door den Minister-President nog een enkel woord gezegd over de onderwerpeljjke zaak. «Het doet mij werkelijk leed" zoo verklaarde de heer Pierson «dat de heer Van Gijn zoo vertoornd tegen mij is opgetreden, dat hij tot onbilljjkheden is gekomen. Wat ik gezegd heb moet m verband worden gebracht met het geen in de Memorie van Antwoord staat, en dit sluit volstrekt niet de mogelijkheid uit van verbetering van dien waterweg. Ik heb alleen verklaard, dat er bij de regeering groote aarzeling bestond en deze is daaruit te verklaren, dat er 4millioen noodig is voor een belang dat zich niet verder zal uitstrekken dan bljjkt uit de cijfers die door mij zijn aangewezen. Als de geachte afgevaardigde zegtwsnscht gij den ondergang van Dordt? dan weet ik nauwlijks, wat daarop te antwoorden. Ik kan niet anders zeggen dan dat een dergeljjke vraag wel aan den geachten afgevaardigde ont glipt en niet ernstig gemeend zal zjjn. Mij wordt voorts verweten dat ik niet ben gekomen met eene wederlegging van hetgeen de heer Van Gjjn m zjjn Nota gezegd heeft over de kosten. Maar die wederlegging ware slecht te geven door te treden in een technisch debat over de defensie. De geachte afgevaardigde heeft gezegd, dat het fort van 2'/, millioen geen factor mag zijn bij de beoordeeling van de wenschelijkheid dezer zaak; hij heeft de defensie, zoowel de maritieme als de fortificatiën, in verband gebracht met den Dordtschen waterweg, en zijn slotsom luidde, dat, als men dit op de rechte wijze doet, men tot een veel lager cjjfer van kosten komt. Maar stond het dan niet vast, dat dit punt thans buiten het debat zou bljjven?

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1900 | | pagina 1