ZIERIKZEESCHE IÉi MEE VVS BORE.
Donderdag 13 December 1900,
AANBESTEDING
(ZSierikzeesclie
C o u r a n t
a
Opheffing Bergplaats van Puin.
Invoer van Melkvee in België.
NIEUWSTU DINGEN a
I
Uit Stad bh Provincia.
De Dordtsche Waterweg.
orders i
03
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per poB»
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaalIndië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
57ïte JAARGANG.
No 7474
Directeur I _A_. J. DE LOOZE.
A. FRANKEL.
Redacteuren
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nipuws.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts,, kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betaling-en moeten uitsluitend g-eschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ing-ezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FreLnkel, Havenpark 348, Zierikzee.
Heeren Correspondenten, die
ons opgave verstrekken der
Predikbeurtenkunnen hun daarvoor
toekomend salaris, vervallen 1 December,
tegen kwitantie ontvangen ten
kantore van
A. J. DE LOOZE
Directeur.
N.B. De toegang tot het kan
toor is van af heden op
de Ichnitliaven tegen
over de Dames CATS».
p Maunclau 17 Doeomber ÏOOO,
9 namiddags één uur, ten Raadhuize, van:
,Het uitvoeren van onderhoudswerkep,
„herstellingen en vernieuwingen aan
„de gebouwen, kunst- en andere
„werken der gemeente, gedurende
het jaar 1901", in acht perceelen.
Bestekken verkrjjgbaar ad 35 cent.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
brengen ter openbare kennis, dat de bergplaats van puin
aan het Noordelijk gedeelte van den Achterweg aan de rijde
der Zwemhaven, ter plaatse waar zulks met een bord was
aangegeven, met ingang van heden is vervallon en
derhalve aldaar geen puin meer mag worden gestort.
Zierikzee, den 10 December 1900.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER van Zierikzee,
Gelet op de circulaire van den heer Commissaris der
Koningin in dere provincie van den 11 dezer, A no. 3124,
3e afdeeling, (Prov. blad no. 157);
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de invoer
van melkvee in öolgfië langs Selzacto (Station),
met ingang van 15 December as. wederom is toegestaan,
den 12 December 1900.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
De Transvaalsch-Engelsche
oorlog.
Terwjjl in het Britiche Lagerhui* door Chamberlain
wordt gekwezeld over de humaniteit, waarmode
Engelaad in Zuid-Afrika oorlog voert, en over zjjn
afkeer van het opleggen van straffen, worden de
volgende «geheime iaitructiei" openbaar, welke
door Lord Kitohener zjjn uitgevaardigd:
1°. Alle voorraden, paarden, vee en andere
levende have zullen genomen wordea van eiken
Boer, die den eed van onzijdigheid gebroken heeft
of wien* zoon op oommando i* gegaan.
2°. Het land moet ontbloot worden van alle
levenimiddelen en voorraden, zoodat geen commando
er van leven kan.
8'. Van oitrouwe landbouwer» of van hen, wier
vader* of zonen in het veld zjjn, moet het vee
afgenomen wordei zonder betaling of ontvangbewjj*.
4*. Al het vee it af te nemem van hen, die, na
de wapoaen neergelegd te hebben, opnieuw op
commando gaas.
5'. De binieagehaalde oogit, die gevonden wordt
op de hoeven van burger*, die op commando zjjn,
il weg te nemen of te vernietigen.
6®. Alle landbouwwerktuigen zullen weggeaomeu
worden, zoodat het bebouwen van het laad
onmogelijk wordt.
Dimdag j.l. i* de 15de oorlogimaand ingegaan.
Durban, 9 Dec. De Boeren hebben bjj
Vlaklaagte, het itation voorbjj Standorton, een
trein aangehoudea, waarmede 180 remonte-paarden
werden getraniporteerd, ea zjjn er in geilaagd die
paarden weg te voeren.
Een andere troep maakte een boeveelheid vee ea
schapen buit bp Vlaklaagte op hoeven van Boeren,
die de wapen» hadden nedergelegd.
Londen. 10 Dec. In overleg met de militaire
autoriteiten in Zuid-Afrika, hoeft de Staatsiecretari*
van oorlog, ter voorkoming van moeilijkheden,
bepaald, dat in geen geval aan op parool vrijgelaten
krijgsgevangenen, die zich op het oogenblik in
Europa bevinden, zal worden toegeitaan naar
Zuid-Afrika terug te keeren, voordat de vjjandeljjk-
heden volkomen tot een einde zjjn gebracht.
Het heet, dat er op het oogenblik diplomatieke
onderhandelingen worden gevoerd om te komen
tot de tnischenkomit van een der groote Europeeiche
mogendheden in den EngelsenTranivaalichen
oorlog en dat de tnuchenkomit gebaseerd zou zjjn
op de bepalingen van de Vredesconferentie van
Gravenhage, torwjjl men stellig zou kunnen
rekenen op medewerking van derden.
Engeland.
Londen, 11 Dec. Het Lagerbnis heeft met
284 tegen 8 stemmen de aaivullings-begrooting
van oorlog, ten bedrage van 16 millioen pd. *t.
(192 millioen gulden) aangenomen.
Frankryk.
De Nederlandsobe kruiser «Gelderland", welke
president Kiflger van Lorenzo Msiqucz heeft
overgebracht naar Marseille, is vandaar rechtstreeks
naar Algiers gegaan, aan Afrika's noordkmt. Daar
heeft nn de commandant baron Sweeits do Landut
Wybnrg, de verdere officieren van den oorlogs
bodem Zaterdag aan b ord een lnnch aangeboden,
waurbjj aanzaten de Nederlandtcho consul te Algiers
de hoor Va* Vollenbcvea en ü<i Fianvcae vice-
admiraal Servan en echtgenoote. En Zaterdagavond
gaven de gouverneur-generaal Jonnart en diens
echtgenoote, in het zomerpaleis een groot diner,
sevolgd door receptie en concert, ter eere vars da
Russische en Nederlandsche officieren van de
Pultuwa" en de «Gelderland", waarbjj ook tegen
woordig waren de generaals van het garnizoon,
zoodat het alles prachtig slaagde.
l»ar(ig, 10 Dec. Ia welingelichte kringsn
worden nadrukkelijk tegengesproken de van Londen
uit verspreide geruchten, dat president Kiüger zjjn
best zon doen om door den Eagelschen premier,
lord Salisbury, ontvangen te worden. Het is ook
volkomen o. juist dat de president, geheel ontmoedigd
door de tot dusver opgedane ondervindingen, voor
goed zou afzien van alle diplomatieke tnsichenkomst,
om in Den Haag het verdere verloop der vjjandeljjk-
heden in Transvaal en Oranje-Vrjjstaat af te wachten.
In de naaste omgeving va. de Engelsche regeering
houd men wel degeljjk rekening met een aanstaand
bezook van den president aan czaar Nikolaas,
zoodra deze geheel van zjjn ziekte hersteld zal
wezen.
Io een artikel onder het opschrift: Portugal—
Engeland en Nederland, gispt de Temps de houding
van Portugal, dat de wetten der onzijdigheid schond
door het vervoer van een Engeliche expeditie over
Beira toe te laten. De Temps voorziet dat de
houding van Portugal het moeieljjkheden zal
berokkenea.
Marseille. 10 Dec. William Meyerbach
Caserta, de adjudant van President Steyn, is aaa
boord van de «Kanzier" hier aangekomen. Meyer-
bach, die van oorsprong een Duitscher is, bekleedt
een post van vertrouwen bjj Steyn en _komt in
Europa met eon zeer bepaalde zending. Hjj is ver
gezeld door baron Raynacb, een officier van het
Oranje-Vrjjstaatiche leger. Meyerbach heeft ver
klaard
Ik kom in Europa met eeae diplomatieke zending
van Steyn naar Krflger. Ik ga de onderhandelingen,
die gevoerd worden, volgen, en bepaaldeljjk den
Oranjs-Vrjjstaat daa>bjj vertegenwoordigen, volgens
de stellige instructies, die mjj door Steyu zjjn
gegeven. Het is mjj op bet oogenblik onmogeljjk
bela.grjjke onthullingen te doen, wat ik misschien
zal doen na Ritlger te hebben gezien.
Europa weet totaal niet. hoe da militaire en
economische toestand in Zuid-Afrika is. Nooit is
onze militaire organisatie zoo volledig geweeit,
nooit zjjn wjj zoo verre ervan af geweeit te wjjken.
Botha en de Wet, die geleerd hebben door de
lessen van den oorlog, hebben troepen georganiseerd
met een jjzeren discipline; deserteurs worden ge
straft mot den dood, evenals in de Enropeesche
legers; onze memchen hebben zeer wel begrepen
wat de toestand eischte; zjj hebben hun taktiek
geheel gewjjzigd, en die il tegenwoordig geheel
modern. Overigens is de organisatie even volledig
ten aanzien van de burgerij;ke machten voor zoo
veel den Oranje-Vrjjstaat betreft. Steyn heeft den
zetel van de regeering naar Pouriesburg over
gebracht, en met den Uitvoerenden Raad, die hem
bjjitaat in den publieken dienst, nemen zjj als
gewoonljjfe hunne taak waar. Da zodoljjke invloed
van onze administratie strekt zich hoe langer hoe
vorder in de Engelsche bezittingen van Kaapland
onder de Afrikaander bevolking uit. Weest er van
verzekerd, dat de Engelsche telegrammen de feiten
geheel onjuist voorstellen, ea den toestand, die zeer
kritisch is voor Engeland, valscheljjk voorstellen.
De wreedheden van de Engelsche soldaten en de
geweldplegingen op vrouwen brengen het publiek
gevoel tot wanhoop. De gepleegde verschrikkelijk
heden zjjn niet te beseffen. Persoonljjk heb ik aan
het hoofd van mjjn afdeeling zonder meedoogen
moeten optreden tegen zekere weerzinwekkende
daden, waarvan ik getuige was. Ik heb in Juli bjj
de boerenhoeve Oorua zonder pardon de Engel-
schen moeten straffen, die aan onze vrouwen geweld
pleegden.
Gevraagd naar de vredesvoorwaarden, die aan
vaard zouden kunne, worden, zei Meyerbach: Ik
kom met zeer duideljjke instructies van Steyn.
Wjj zjjn besloten geen vrede aan te nemen, dan
met onafhatkeljjkheid en autonomie van de twee
republieken. Wjj zullen eiscbea, dat men zich niet
tevreden stelle met het ichrjjvon va» voorwaarden
in tractatnn, die gemakkelijk konden gescholden
worden. Wjj willen onze organisatie en ons leger
behouden, die o»s in staat stellen de inachtneming
van de aangenomen voorwaarden af te dwingen.
Indien men ons dat weigert, zullen wjj doorvechten
tot aan den dood.
Ondervraagd om te weten of Krüger naar Trans
vaal moet terugkeeren, heeft Meyerbach gezegd,
dat Krüger op het oogenblik verlof heeft, waardoor
hjj buiten het gebied van de Republiek kan zjjn,
maar dat verlof zal ten hoogste zes maanden duren.
Volgens do bepalisgen van de Grondwet is het
verlof verleend niet door den Volksraad, die niet
bjj elkaar was, maar door den Uitvoerenden Raad.
Meyerbach en baron Raynach zjjn om 9 u. 20
naar Parjjs vertrokken. Daar zullen ze eenige uren
slechts verbljjven ea instructies afwachten van
Kiüger om naar hem te komen.
Portugal.
Lissabon, 9 Deo. Aan het banket, gisteren
avond in bet Arsenaal gehouden, zeide de minister-
piesidont uit naam der reeeeri.g, dat hjj de groote
Britsche natie weaiohte te begroeten in de verbeven
persoon vak haar sou version koningin Victoiia.
En tevens begroette bij het bondgenootschap tuischen
Groot-BrittanniB en Portugal, dat lang had bestaan
in tractates e. bevestigd was door de jongste
handelingen. De beteekenis van het bozdgeuootichap
was, dat hun rechten gerespecteerd en hun gebied
gehandhaafd zal wo'den.
De Britsche gezant antwoordde. Hjj dankte de
regaoring des koning* voor de viiendscbappelpe
houding, zoo corrrct gehandhaafd gedurende den
oorlog in Zuid-Afrika. Hjj voegde er bjjHet
bondgenootschap, dat ons onverbreekbaar verbindt,
behoefdo slechts beveiligd te worden. Die bevesti
ging is geschied door de tegenwoordigheid van het
Kanaal-eskader. De Britsche regeering beschouwt
het zoo, dat de oude banden vaster zjjn aangehaald
door de jongste gebeurtenissen. De groote wensch
van de Britsche regeering is, dat deze vatte ea
duurzame vriendschap en bondgenootschap altjjd
zal bestaan.
N«*Mind,
'8-€*ravenhage, 10 Dec. Ingevolge de
bevelen vaa H. M. de Koningin is de kapitein
van Hoogstraten, H*. M*. adjudant, naar Schwarin
vertrokken. Hjj zal daar bjj Z. H. Hertog Hendrik
van Mecklenburg vertoeven tot dien» kom»t in
Den Haag. tea einde den prins in de gelegenheid
te stellen de Nederlandsche taal te hooren spreken.
Steenbergen, 10 Dec. Mej, van L. alhier
heeft aan elk der verschillende armbesturen en de j
wees-inrichting alhier een St.-Nicolaas gift van
f 2000 geschonken.
Oude Tonge, 12 Dec Valtch geld in
omloop, een ieder zjj op zjjn hoede! Eenige weken
geleden is alhier een valtch 10 cts. stuk ont
vangen. Thans is wederom ee« valtche gulden aan
de gemeente-politie ter hand gesteld.
Zierikzee, 12 Dec. Op verzoek van de
Provinciale Commissie tot het aanbieden van een
geschenk van het geheele Nederlandsche volk aan
Hare Majesteit de Koningin ter gelegenheid van
Haar aanstaand huweljjk is in een op het stadhuis
door den burgemeester dezer gemeente uitgeschrevene
vergadering van ingezetenen, respectievelijk be-
hoorend tot de verschillende staatkundige, kerkeljjke
en maai ichappeljjke groepen der bevolking, een
plaatselijk comité in het leven geroepen, dat zich
als zoodanig heeft geconstitueerd, es waarvan de
leden, bljjkens achterstaande advertentie, a.s. Ding
dag den 18den December, des middags ten 12 ur9,
langs de huizen der ingezetenen zullen rondgaan,
teneindo voor bovenbedoeld geschenk geldeljjke
bjjdragen in te zamelen.
Onder de gemeente Graauw is Maandag een
5-jarig jongentje van den landbouwer S. in een
sloot nabjj de ouderl jjke woning geraakt en verdronken.
De maréchanssés van Dnjjn van Terneuzen
en van Nieuwenhnizo van Breskens hebben van
standplaats verwisseld.
In een j.l. Zaterdag te Terneuzen gehouden
vergadering van de commissie tot inzameliig van
bjj dragen voor het aan H M. de Koningin aan te
bieden Nationaal Huldebljjk werd tot eere-voor-
zitter benoemd de hoer J. A. P. Geill, burgemeester,
tot voorzitter do heer J. C. Harte, tot penningmeester
de heer P. J. Scheele en tot secretaris de heer
H. Koelmans.
Voorts werd de taak der verschillende commis
sieleden aangewezen.
Bruinlsse, n Dec. I» de gisteren gehouden
vergadering van den gemeenteraad werden naar
aanleiding van eenige opmerkingen van Ged. Staten
enkele wjjziginge* in de begrooting gebracht, die
evenwel geen invloed op het eindcjjfer hadden.
Ingekomen was een request van schipper T. van
Driel om tegemoetkoming in de kosten van
zeparatie van zjjn vaartuig, dat naar hjj meent in
onze haven op een paal gestooten en lek geslagen
te zjjn. Uit een deskundig onderzoek bljjkt, dat
bet onmogeljjk is de schuld van het lek aan de
haven te wjjtea. Besloten wordt daarom afwjjzend
te beschikken.
Goedgekeurd worden eenige af- en overschrjjvingen
van - en op enkele posten der begrooting voor het
dienstjaar 1900.
Na de gewone rondvraag, vraagt de heer Van
Vessem of aan de Rotterdamsche Tramwegmaat-
schappjj niet kan worden verzocht de langs den
weg gelegen zandhoop te varwjjderen en om te
verzoeken of de telegraafpalen van den keiweg
naar het dorp niet verplaatst kunnen worden.
De heer Bolier merkt op, dat eenige raadsbesluiten
ïog op uitvoering wachten, zoo dat om grond op
de begraafplaats te brengen, dat om rabat van de
keibeitrating te bezigen voor de zjjkaaten, en
eindeljjk dat om enkele slooten te delven. Door
den voorzitter wordt omtrent een en ander inlich
tingen gegeven, terwjjl met betrekking tot het
laatste punt den opzichter opgedragen zal worden
naar het delven der slooten onderzoek te doen.
Met betrekking tot deze zaak werd in de zitting der
Tweede Kamer van 5 December, naar aanleiding van de
i door den heer Van Gijn uitgesproken ontevredenheid over
de houding der Regeering ten opzichte van den waterweg,
j door den Minister van Financiën, den heer Pierson, het
volgende opgemerkt:
«Men kan zich levendig voorstellen dat een man, die zich
zoodanig met de gemeente zjjner inwoning verbonden, ver
knocht gevoelt als met den heer Van Gijn het geval is,
met droefenis ziet dat de zaak van dien waterweg niet met
energie is ter hand genomen. Maar de geachte spreker
moge het ten goede houden dat ik hem verwjjt zeker
gemis aan objectiviteit bij de beoordeeling van de
Regeeringshandeling in deze. Hjj kan niet begrjjpen dat hier
werkelijk een financieel bezwaar bestaan zou. Ik neem de
vrijheid daartegen dit op te merken. Rotterdam klaart in
16 a 17 millioen ton, Amsternam 4 millioen, de inklaringen
van het geheele land bedragen ruim 26 millioen. Die van
Dordrecht bedragen, bljjkens de opgaaf van den geachten
spreker, geput uit de Regeeringsbescheiden, 300.000 ton,
dat is ongeveer 1 pCt. van het totaal bedrag der in
klaringen.
Is het nu zoo vreemd dat de Regeering aarzelt om een
uitgave voor te stellen, welke, met Inbegrip van het daar
noodige fort, bjjna 4millioen bedragen zal, ten einde in
dat belang te voorzien Ik kan mjj levendig voorstellen dat
de geachte spreker zegt: dat is niet te veel, maar, zich
plaatsende op het standpunt van den Minister, zal hij ook
begrjjpen dat dezerzjjds geaarzeld wordt tot dergeljjke
belangrijke uitgave voor dat doel over te gaan".
De heer Fokker bracht in diezelfde zitting ook de kwestie
van den genoemden waterweg en het antwoord, door den
waarnemenden voorzitter van den Ministerraad, ter sprake.
«Wij hebben" zeide hij «van de regeeringstafel
vernomen, dat tegen voldoening aan den wensch, door den
geachten afgevaardigde uit Dordrecht uitgesproken, finan-
ciëele bezwaren zouden bestaan en om deze bezwaren toe
te lichten en te illustreeren heeft hij vergeleken den invoer
in ons geheele land, dien in de havenplaatsen Amsterdam
en Rotterdam en dien in de havenplaats Dordrecht.
Nu wensch ik op den voorgrond te stellen, dat het niet
edelmoedig is om een haven door gebrek aan hulp te laten
achteruitgaan en dan de geringe tonnenmaat bjj den invoer
te gebruiken als een argument om de haven niet te helpen.
Een andere bedenking is deze, dat de Minister hier over
het hoofd ziet, dat de zoogenaamde Dordtsche waterweg
niet is uitsluitend in het belang van de haven van Dordt,
maar dat er veel omvangrijker belangen mede gemoeid zijn.
Bij dien Dordtschen waterweg hebben groot belang de vaart
van Holland op Zeeland, die van Holland op een groot deel
van Noord-Brabant en de Rijnvaart op Antwerpen, welke
alle den weg moeten nemen door het Hellegat; en de
Dordtsche waterweg moet verbeterd worden door van het
Hellegat een geschikt vaarwater te maken. Nu komt het mij
voor, dat de Minister, die de geringe tonnenmaat van
Dordt als argument voor het financiëel bezwaar aanvoert,
over het hoofd ziet de andere groote belangen, door mjj
genoemd. Wanneer hij de tonnenmaat van het vervoer
tusschen Antwerpen en Rotterdam beschouwd had, zou hjj
tot andere cijfers zijn gekomen.
Een ander belangrijk punt is de veiligheid van de scheep
vaart, die niet alleen verbetering van het Hellegat eischt,
maar een vluchthaven tusschen de Kil en de Zeeuwsche
stroomen. Een strekdam te maken in het Hellegat is in
het belang van de verbetering van de vaart en tevens van
de veiligheid der binnenscheepvaart, daar deze dan een
vluchthaven of reede krijgt. Ik hoop dat de Minister deze
belangen nader in overweging zal nemen".
Vervolgens kwam de heer Van Gjjn nog met een enkel
woord op tegen het antwoord, waarmede de Minister van
Financiën hem had vereerd.
«In de allereerste plaats" zeide hjj «heeft de
Minister .wederom gewezen op die 41/» millioen. Ik wensch
hierover alleen dit te zeggen, dat ik mij geheel aansluit bij
hetgeen de heer Fokker gezegd heeft, en ik meen meer dan
eens aangetoond te hebben, dat n.l. die 4>/, millioen niet
uitsluitend, ja, zelfs niet voor het grootste deel, voor
Dordtsche belangen zijn bestemd, maar bovendien dat de
regeering zich niet de moeite heeft gegeven althans mjj
is daarvan niets gebleken om die wegcijfering zelfs van
financiëele bezwaren ook maar eenigszins te overwegen.
Is het omdat zij het niet de moeite waard vindt, of
omdat zij er niets tegen weet in te brengen?
In de tweede plaats heeft de Minister gewezen op de
kleine belangen, die de Dordtsche handel zou vertegen
woordigen. Wanneer de Minister mij een wapen tegen hem
in de hand wilde geven, geloof ik niet dat hij dit beter
had kunnen doen dan door deze opmerking.
Wat toch is het geval? De Minister wijst op den grooten
voorspoed en den vooruitgang van de zeehavens Rotterdam
en Amsterdam, en het gering belang van de zeehaven
Dordt, maar waaraan hebben Rotterdam en Amsterdam
hun grooten vooruitgang te danken?
Mijns inziens aan de verbetering harer waterwegen naar
zee, door den staat.
En waardoor is de handel in Dordt achteruitgegaan Door
de verwaarloozing van dat belang.
Nu zal en dit is misschien wel de wensch geweest
van den Minister de toestand langzamerhand van dien
aard worden, dat er geen zeeschip meer zal kannen worden
ingeklaard, en dan kan de Minister triomphanteiijk komen
en zeggen: er komt geen schip, welk belang spreekt nu
voor de wenschelijkheid van een vaarweg van Dordt naar zee
Ik geloof, dit mag genoemd worden: meten met twee
maten.
Mij en der geheele Kamer zal wel gebleken zjjn dat bij
dezen Minister niet de wil bestaat om aan de billijke en
rechtvaardige eischen van Dordrecht te voldoen. Ik hoop
en vertrouw dat te eeniger tijd blijken zal dat een beroep
op den rechtvaardigheidszin der volksvertegenwoordiging of
op eenen anderen bewindsman, den weg zal geven, die aan
de billijke eischen van Dordrecht kan voldoen".
Aan het slot der zitting werd door den Minister-President
nog een enkel woord gezegd over de onderwerpeljjke zaak.
«Het doet mij werkelijk leed" zoo verklaarde de heer
Pierson «dat de heer Van Gijn zoo vertoornd tegen mij
is opgetreden, dat hij tot onbilljjkheden is gekomen. Wat
ik gezegd heb moet m verband worden gebracht met het
geen in de Memorie van Antwoord staat, en dit sluit
volstrekt niet de mogelijkheid uit van verbetering van dien
waterweg. Ik heb alleen verklaard, dat er bij de regeering
groote aarzeling bestond en deze is daaruit te verklaren,
dat er 4millioen noodig is voor een belang dat zich niet
verder zal uitstrekken dan bljjkt uit de cijfers die door mij
zijn aangewezen.
Als de geachte afgevaardigde zegtwsnscht gij den
ondergang van Dordt? dan weet ik nauwlijks, wat daarop
te antwoorden. Ik kan niet anders zeggen dan dat een
dergeljjke vraag wel aan den geachten afgevaardigde ont
glipt en niet ernstig gemeend zal zjjn.
Mij wordt voorts verweten dat ik niet ben gekomen met
eene wederlegging van hetgeen de heer Van Gjjn m zjjn
Nota gezegd heeft over de kosten. Maar die wederlegging
ware slecht te geven door te treden in een technisch debat
over de defensie.
De geachte afgevaardigde heeft gezegd, dat het fort van
2'/, millioen geen factor mag zijn bij de beoordeeling van
de wenschelijkheid dezer zaak; hij heeft de defensie, zoowel
de maritieme als de fortificatiën, in verband gebracht met
den Dordtschen waterweg, en zijn slotsom luidde, dat, als
men dit op de rechte wijze doet, men tot een veel lager
cjjfer van kosten komt. Maar stond het dan niet vast, dat
dit punt thans buiten het debat zou bljjven?