XMIIIk/IISIIII NIEUWSBODE. Dinsdag 29 Hei 1900. Direct.-Uitg. i. WAALE. Redact. A. FRANKEL. RECLAMES. J. DE GRAAF Cs Stroohoeden, Y okohama-Hoeden. Verkoop straatmest, asch, vuilnis, enz. HERIJK. Verslag van den toestand der Gemeente, 1899. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. Ö6tte JAARGANG. No. 7390. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van AbonnemenU- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierihzeesche Nieuwsbode" 15 regels 75 cts. Elke regel meer li» Pust straat C 103. Krootc «orleerlng tegen /eer lage prQaen. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee noodigen belanghebbende corporatiën en personen, die van af 1 Januari 1901 weder voor den tijd van drie achtereen volgende jaren voor het koopen van de door deze gemeente vergaarde en gosortoorrto striuit- nifHt. iiM li. -vuilnis, en*, in aanmerking wenschen te komen, uit, hunne prijsaanbiedingen in te zenden aan den Burgemeester vóór den 1 Juni 1 0 0. De voorwaarden van verkoop liggen ter Gemeente- Secretarie voor een ieder ter lezing. Zierik7.ee, den 30 April 1900. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Tijdvak 1900 1901. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend dat de Herijk der maten en gewichten gedurende het heryk-tijdvak 1900—1901 voor deze gemeente zal plaats hebben te Zierikzee, in het gewone IJklokaal op het Raad huis, en wel: den 11 Juni voor apothekers, goud- en zilversmeden enz. (fijnere weging) van 14 uur; den 12 Juni voor verkoopers van nieuwe maten en ge wichten van 9—12 en van 1-4 uur; den 13 en 14 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk A, van 9—12 en van 1—4 uur; den 15 en 16 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk B, van 9—12 en van 1—4 uur; den 18 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk C, van 1—4 uur; den 19 en 20 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk C, van 0—12 en van 1—4 uur; den 21 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk D, van 912 en van 1—4 uur; en den 22 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk D, van 911 uur. Zij verwittigen voorts de ijkplichtingen 1°. dat de voorwerpen schoon en droog ten herijk aangeboden moeten worden en zich in zoodanigen toestand moeten bevinden, dat eene verificatie en stempeling moge- '^"^dat lengtematen, voorzien van merkteekenen of aanwijzingen van onwettige maten moeten worden afgekeurd en ten allen tijde in beslag genomen kunnen worden 3°. dat de onderdeelen van het Gram (Milllgfrani- gcwlohten), uithoofde der daartoe noodige fijne balans, uitsluitend aan het ijkkantoor te Middelburg kunnen worden geverifiëerd (Ministeriêele beschikking van den 16 April 1872, No. 193); 4». dat belanghebbenden zich bg de terug-ontvangst van hunne voorwerpen moeten overtuigen, dat deze duidelijk het wettige goedkeuringsmerk It dragen, daar een beroep op verzuimen, die bij den herijk mochten zijn begaan, later niet zal ontslaan van rechtsvervolging; 6». dat na het einde van den termijn van den herijk (1 September 1901) het gebruiken of voorhanden hebben van maten of gewichten, niet voorzien van het goedkeurings merk It, v«n-bodcn en strafbaar is; en 6». dat het laatst geplaatste goedkeuringsmerk ge durende minstens twee jaren ongeschonden moet blijven bewaard, en dat voorwerpen, waarvan dat merk onduidelijk wordt, andermaal tot den herijk moeten worden aangeboden, waartoe belanghebbenden zich tot den IJker, chef van dienst te Middelburg, kunnen wenden. Zierikzee, den 28 Mei 1900. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat het jaarlijksch verslag van den toestand dezer gemeente over 1899 in druk verkrijgbaar is gesteld ter Gemeente-Secretarie, tegen 50 cent per exemplaar. Zierikzee, den 28 Mei 1900. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De Vereeniging Volksweorbaarheid" heeft tot het Dageljjksch Bestuur der verschillende gemeenten in ons Vaderland een schrjjven gericht, waarin zjj voor het groote doel, dat zg beoogt, zjjn steun inroept. Met groote ingenomenheid begroeten wjj dit schrgven. Immers, ook wg zgn van oordeel, dat ons volk, indien het ii de rjj der natiës [zelfstandig wil blgven voortleven, in staat moet zgn zichzelf te verdedigen, wanneer zgn vrjjheid en onafhankelijk heid belaagd of bedreigd worden. Daar was een tjjd, dat wg in dit opzicht een ander gevoelen waren toegedaan. Daar was een tjjd, waarin wg dachten, dat ons land geen soldaten en sohntters, geen kanonnen en geweren, geen vestingen en forten van noode had: en waarin wg de miljoenen, die hiervoor jaarljjks door ons Parlement werden toegestaan, in stilte als geldverspilling brandmerkten, omdat, klein als wg zgn, wg toch niet bjj machte zouden wezen een eventuoelen vjjandigen inval in ons vaderland met zelfs eenige hoop op een gunstigen uitslag te kunnen koeren. Wg waren destgds van oordeel, dat ten deele op den ouderlingen najjver der regoeringen van Europa's staten, die een dergeljjke invasie tot inlijving van ons grondgebied nooit zouden gedoogen, ten deule ook door het rechtsgevoel van Europa's beschaafde volkon onze nationale zelfstandigheid voldoende gewaarborgd was. Wg erkennen thans volmondig, dat onze toen malige raeening op eon schromelijke dwaling berustte. De jongste gebeurtenissen toch in Znid-Afrika hebben ons geleerd, dat gevallen zich kunnen voor doen, waarin de Enropeesche staten, zonder een vin te verroeren, rustig toezien, dat de sterkere, tak op buit en roof, mot zgn overweldigende overmacht den zwakkere tracht te verpletteren gevallen, waarin het verontwaardigd rechtsgevoel der volkeren, hoe luide en krachtig zich dat ook moge openbaren, geen greintje invloed heeft op de staatkunde der regeerders, zoodat deze in hun ljjdzame houding blgven volharden. Aan hetgeen thans in Zuid-Afrika geschiedt, spiegele zich Nederland. Goen mensch kan de toekomst voorspellen. Maar eens kan de tjjd komen, dat, hetzjj ons koloniaal grondgebied in den Indischen Archipel ongetwijfeld voor menigen naar het bezit van koloniën hunkerenden staat een begeerljjke prooi hetzjj onze vaderlandsche bodem met de kracht van wapenen zal moeten verdedigd worden. Dan zg Nederland gereed. Dan sta elk goed vaderlander, die de wapenen dragen kan, in het geweer, verdedige zgn grond, en were den indringer. Vóór dat tjjdstip organisecre men zich, en oefene zich gezamenljjk in den wapenhandel. Wat een klein volk vermag, dat voor zgn vrg heid en onafhankelijkheid kampt, leeren ons onze stamverwanten in Zuid-Afrika. Zg, de waardige afstammelingen van Oud-Holland, strjjden, evenals weleer hunne dappere voorvaderen tegen het destgds machtige wereldrjjk Spanje, thans tegen het machtige wereldrijk Engeland met oen standvastigheid en moed, die de bewondering van al de volken af dwingen. Aan hen vooral neme men een voorbeeld, opdat, wanneer ons vaderland eens in gevaar mocht ver- keeren, onze natie niet weerloos lafhartig ten onderga, maar weerbaar tot het uiterste voor het hoogste goed pal sta. Wg koesteren dan ook de verwachting, dat, wanneer binnenkort op deze eilanden pogingen worden aangewend tot het stichten van afdeelingen van Volksweerbaarheid, de deelneming tot oefening in den wapenhandel ter bescherming van onzen geboortegrond zóó algemeen zal wezen, dat, wanneer de nood aan den man komt, het vaderland op de geheele Zeeuwsche manna) jjke bevolking kan rekenon. Hoewel de voorhoede van het Engelsche leger de rivier de Vaal is overgetrokken, en weldra de Transvaal zal binnenrukken, zoo achten wg in het algemeen den toestand der Boeren éér verbeterd dan verslimmerd. Zjj hebbenbljjkens eenige gevechten, die zg de vorige week geleverd hebben, en waarin zg overwinnaars bleven, daarmede bewezen niet zoo ontmoedigd te zgn, als de Engelschen niet zonder bedoeling aan de wereld trachten diets te maken. Het komt ons zelfs voor, dat het voortdurend terugtrekken der Boeren éér het gevolg is van een weldoordachte krijgsmanstaktiekdan van een beweerde paniek. Zg lokken bljjkbaar den vjjand al dieper en dieper bet land in, totdat hg komt op een terrein, waar hg tengevolge van de hooge bergen zgn legermacht niet in de breedte kan ontplooien. Hebben de Boeren lord Roberts op de door hen gewenichte plek, waar deze met zgn troepen niet vermag hen te overvleugelen, dan zullen zg in staat zgn de Engelsche legermacht het hoofd te bieden, te meer, daar deze gaandeweg in aantal verminderd is, wjjl de Engelschen overal, waar zg doortrekken, tot dekking van zioh zelve bezettingen moeten achterlaten. Daarbjj komt, dat de toevoer van levensmiddelen en ammunitie met het oog op den verren afstand, dien elk convooi moet aflegg steeds moeiljjker zal worden, en dat de vermoeiende marschen en de konde winternachten het weerstands vermogen van de Engelsche soldaten éér verzwakken dan verhoogen zullen. Door een en ander kan het gebeuren, dat lord Roberts zich genoodzaakt zal zien even snel te retireoren als hg in den laatsten tjjd geavanceerd is. Dit ware dan ook de beste en meest afdoende oplossing van het Zuid-Afrikaansche vraagstuk. Want op interventie of bemiddeling valt niet te rekenen, nóch van Enropa, nóch van Amerika. Mac Kinley heeft aan de afgezanten der Boeren door het orgaan van zgn Minister doen weten, en later persoonljjk zelf hun verklaard, dat het Amerikaansche gouvernement in de gegevens omstandigheden niets voor de beide Republieken kan doen. In den Buitaclien 11 IJ k Md «g heeft het obstructionisme ten aanzien van de befaamde lex Heinze een volkomens overwinning behaald. Hoewel wg het middel, dat tot deze zegepraal geleid heeft, afkeuren, omdat het een gevaarljjk wapen is, waar van zich elko minderheid kan bedienen, en boven dien omdat het aan hot parlementaire stelsel een bodenkeljjke wonde toebrengt, zoo kunnen wjj niet anders dan in het teweeggebrachte resultaat ons ver hengen. De Mnze van Kunst en Letteren zal nu niet door de staatspolitie kannen gemuilband worden, maar vrjj rondwaren, ongestoord verspreidend haar licht tot zegen van het Duitsche volk. De muilkorf- wet nameljjk is in den doofpot gestopt, met dien verstande, dat alleen dat deel van het regeerings- voorstel, hetwelk op koppelarjj en souteneurs hotrekking heeft, door den Rjjksdag werd aangenomen. De werkstaking der trambeambten te Berlijn, waardoor het plaatselgk verkeer gednrende eenige dagen bijkans geheel en al gestremd was, heeft aan leiding gegeven tot ernstige ongeregeldheden, waaraan o anwel niot de werkstakers hebben deelgenomen. Een samengeschoolde menigte, die op een twintig duizend menschen geschat werd, wilde, zoolang de werkstaking duurde, het rjjden van de tram met het inmiddels door de Directie nieuw aangeworven personeel beletten, en brak daartoe de trambanen op. Vandaar een hevige botsing met de politie, die ten gevolge had, dat 50 personen gekwetst, en meer dan 100 gearresteerd werden. Alsnu werden de kruispunten van de tramljjnen door bereden politie agenten bezet, on elke tram door agenten geescorteerd. Berljjn geleek op een stad, die in staat van beleg was verklaard. Gelukkig maakte een compromis, dat de werkstakers mot de Directie der Maatschappij, dank zg de tusschenkomst van den Burgemeester, sloten, aan de troebelen een einde. Op Jeraey, een aan Engeland toebehoorend eiland, heeft het Engelsche gepeupel zgn vreugde over het ontzet van Mafeking op een eigenaardige wjjze te kennen gegeven. Het heeft nameljjk de winkels der Franschen, die hun sympathie voor de Boeren niet onder stoelen en banken hadden ge stoken, met steen en gebombardeerd. De tnsiohen- komst van Lord Salisbury was noodig om aan deze troebelen een einde te maken. Het schjjnt, dat een Fransche vrouw, die de feestvierende menigte met water besproeid had, tot deze onlusten heeft aanleiding gegeven. Maar dan is het toch glad ver keerd om wat één misdoet op allen te wreken. In Zvrltaerland is de Ongevallenwet, die arbeiders en militairen tegen ziekten en ongevallen verzekerde, met een verpletterende meerderheid door het volk verworpen. Wg hadden dien uitslag niet verwacht, en betreuren hem ten zeerste, niet alleen voor het Zwitsersche volk, dat thans een heilzame regeling moet missen, maar ook voor de andere natiën, want de tegenstanders van staats inmenging zullen niet nalaten om uit de beslissing van het democratische Zwitserland behoorljjk munt te slaan. Voor ons zou de uitslag van het Zwitsersche Referendum (volksuitspraak) alleen dan heteekenis hebben, wanneer wg de overtniging haddon, datzjj, die over de wet gestemd hebben, zich van het uit brengen van hun stem behoorlijk rekenschap hebben gegeven. Het politieke leven van bet Belgische volk zal zich heden door een hoogst belangr jjke gebeurtenis kenmerken. Het is nameljjk voor het eerst, dat volgens het ook door ons voorgestane stelsel van evenredige vertegenwoordiging der staatspartijen naar haar getalsterkte Kamer en Senaat zullen samengesteld worden. Dit stelsel, dat op recht vaardigheid gebaseerd is, biedt ook nog dit voordeel, dat elke partjj, nadat gebleken is over hoeveel zetels zjj kan beschikken, thans in staat is de voor treffelijkste nit haar midden af te vaardigen. In FranlcrJJk heeft een officier, die werkzaam was aan het Ministerie van Oorlog, stukken, die geheim moesten blgven, in een conrant doen publiceeren. Toen de Minister van Oorlog, Gallifet, hem hierover onderhield, gaf hg tot zgn veront schuldiging dit merkwaardige antwoord >Wat ik gedaan heb, is een daad van politiek", 't Is niet zoo onverstandig om een schelmstuk, waarvoor men vermoedelijk betaald is, te dekken met een politiek schild. De Minister nam evenwel die verontschuldiging niet voor goede mnnt op, maar ontsloeg den dader uit den dienst. De regeering is in de Kamer van Afgevaardigden door Gouly geïnterpelleerd over de algemeene politiek. Die interpellatie, vermoedeljjk een doorgestoken kaart tnsichen den Minister en den interpellant, eindigde, na een heftigen aanval van den vinnigen en altjjd nog strjjdlustigen Panl de Casiagnac op het gouvernement, met de aanneming van een voor het bewind gunstige motie. De Transvaalsch-Engelsche oorlog. De Boeren, die na het ontzet van Mafeking wegtrokken, maken zich nu gereed de Engelschen den verderen opmarsch van Mafeking te beletten op 15 K.M. ten ooiten van de stad. Hunter's troepen zgn Woensdag te Vrjjburg aangekomen. De spoorweg is tot daar hersteld. Officieel wordt uit Pretoria bekend gemaakt, dat de Engelschen Vredefort bezet hebben, en naar de Schoemansdrift oprukken. De republikeinen hebben Heilbron weder bezet. De Times verneemt uit Now-Castle: Kapitein Goff, aanvoerder van het eskadron van Bethune's bereden infanterie, dat in de buurt van Vrgheid in een hinderlaag is gevallen, is bjj die gelegenheid gesneuveld. Dit krggsbedrjjf moedigde een commando Boeren aan om zich te vertoonen op den rechter vleugel der Engelschen aan de Buffelrivier. De Boeren hebben geschut geplant op den Pongwana. De Times verneemt uit Newcastle, dat de Boeren een halvemaanvormige stelling hebben ingenomen tusschen den Majoeba en den Pongwana. Het officiëele oorlogsbulletin uit Pretoria meldt, dat de Engelschen door de Groblersdrift bjj Parjjs de Vaal zjjo overgetrokken. De federalen hebben de hooge brug te Vereeniging in de lucht laten vliegen. Generaal Du Toit rapporteert, dat de burgers in menigte op komen zetten, en besloten zgn ten einde toe te vechten. Na Heilbron weer genomen te hebben, zgn de federalen de Engelschen tot Wolvershoek gevolgd. Een telegiam van Roberts, nit Wolvershoek van Zaterdag, meldt, dat de voorhoede van het Engelsche leger den 24en bjj Parjjs de Vaal is overgetrokken. De kolonce van Hamilton is te Boschbank. De Engelsche verkenners zgn te Viljoensdrift. De mjjnen daar zgn ongeschonden, en het werk gaat zgn gang* Er is geen enkele Boer ten zuiden van de Vaal. Frankrijk. In den Senaat antwoordde Gallifet, minister van oorlog, op een vraag van Chaumie, dat hg in de Kamer gozegd heeft, dat de op de Dreyfns-zaak betrekking hebbende stukken, die, naar men beweerde, verduisterd waren, niet bestonden. Hg loog toen niet. Maar tot zjjn spjjt heeft hg zich verbist. Den dag na zgn verklaringen vernam de minister van den chef van don generalen staf, dat de stukken wel bestonden, en door een officier van het ministerie van oorlog openbaar waren gemaakt. Een officier van het departement heeft die stukken overgeschreven, en ze gegeven aan een politiek persoon. De officier heeft zgn schnld bekend, en daarbjj deze ongehoorde woorden laten ontsnappen: >Wat ik gedaan heb, was een politieke daad". De schuldige offioier ii ontslagen. De minister geeft lange uitleggingen omtrent de herkomst van die stukken, die min of meer samenhangen met de Dreyfns-zaak. Waldeck-Rousseau geeft ook een lange verklaring ten beste, waarop het geval zonder stemming van de baan wordt geschoven. Nederland. Zierikzee, 26 Mei. Gisterenavond werd ten huize van Mrj. de Wed. Kanaar alhier de jaarljjkiohe algemeene vergadering dor Vereeniging Onderling Hulpbetoon" gehouden. Tegenwoordig waren 20 uitgeioodigde leden en 2 begunstigers. De Voorzitter, de heer J. Gloude, heette de aan wezigen welkom" en herinnerde in korte woorden aan het doel dezer vergadering. De notulen der vorige vergadering werden daarop gelezen en goedgekeurd. Hierop bracht de Secretaris, de heer J. W. V. Labrand F.Jz., verslag uit over het vorig dienstjaar. Uit dit verslag bleek, dat het getal donateurs met 9 is vermeerderd en thans 46 bedraagt, terwjjl het ledental op 14 April 1.1. 398 bedroeg. Aan 5 oude leden wordt vanwege de Nuts- spaarbank een wekelgksche toelage van f 1,80 verstrekt, waarvoor dit Bestuur nogmaals dank wordt gebracht. In het afgeloopen jaar overleed de Commissaris H. Peute, aan wien een dankbare hnlde wordt gebracht voor hetgeen hg gedurende vele jaren voor de Vereeniging heeft gedaan. Uit de vervolgens uitgebraohte rekening over het vorige jaar bleek, dat de ontvangsten hadden bedragen f 2664,74 en de uitgaven f 2163,71, zoodat deze sloot met een batig saldo van f 501,08. Onder de uitgaven komt voor f 1783,80 als uitkeering aan 116 zieke leden gedurende het afgeloopen jaar. De totale bezitting der Vereeniging bedroeg op 14 April 1.1. f 12798,21s. Deze rekening werd met de daarbjj behoorende bescheiden door een Commissie van drie leden onderzocht en daarna goedgekeurd. De Voorzitter zegt den Secretaris-Penningmeester dank voor zgn nauwgezet beheer, en wjjst er met genoegen op, dat de financiën der Vereeniging steeds vooruitgaan. In plaats van den overleden Commissaris H. Peute wordt als zoodanig gekozen de heer Joh. Tujjtel, terwjjl de aftredende Commissarissen, de heeren J. J. v. d. Houten en G. J. Ltlnenberg, worden herkozen. Allen hebben hunne oude en nieuwe betrekkingen aangenomen. Bjj de thans door den Voorzitter gedane omvraag, herinnert het Bestuurslid Papeveld, dat hjj in de huishoudeljjke vergaderingen meermalen den wensch heeft uitgesproken, dat aan de weduwe van een overleden lid met kinderen beneden de 18 jaar, gedurende drie maanden na het overigden nog zal worden uitbetaald de toelage van f 8,60 's woeks, die de man godurende zgn ziekte uit het Fonds genoot. Hg was voornemens geweest in deze algemeene vergadering dit punt ter sprake te brengen, doch de groote uitgaven in de laatste weken hebben hem hiervan teruggehouden. Toch wilde hg zgn voor nemen aan de vergadering mededeelen. De heer Mr. Can vindt het door den heer Papeveld aangegeven idéé aanbevelenswaardig. Thans hondt bjj het overigden van den man onmiddellijk alle» op, en moet het huisgezin aan de publieke lief dadigheid worden overgelatenterwjjl met een wekelgksche toelage van f 8,60 gedurende drie maanden, pogingon konden worden aangewend ter voorziening in de behoeften van het gezin. De Voorzitter moet het doel der vorige sprekers prjjzen, doch wjjst er op, dat een zoodanig besluit de uitgavon aanmerkeljjk zou doen verhoogen terwjjl de inkomsten dezelfde blgven. Hg ziet er alzoo een bezwaar voor de kas in, ook al is de finaneiëele toestand der Vereeniging thans goed te noemen, wat grootendeels een gevolg is van de gelukkige werking der Vereeniging. Hg herinnert er aan, hoe ééne epidemie haar groote sommen gelds kost, wat bjj ondervinding ia gebleken. Mr. Cau meent, dat de reserve-kas dan dienst kan doen, hetgeen door den Voorzitter als zeer gevaarlgk wordt beschouwd. Mr. Can zon willen, dat de Vereeniging slechts aanvankeljjk steun aan het huisgezin verstrekte, dat thans op eenmaal van alle verdiensten verstoken isterwjjl dan verder ook pogingen bjj wel- donkende ingezetenen konden worden aangewend. De Voorzitter zegt, dat bjj het Bestuur de gegeven wenken in overweging zullen worden

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1900 | | pagina 1