XMIIIk/IISIIII NIEUWSBODE.
Dinsdag 29 Hei 1900.
Direct.-Uitg. i. WAALE. Redact. A. FRANKEL.
RECLAMES.
J. DE GRAAF Cs
Stroohoeden,
Y okohama-Hoeden.
Verkoop straatmest, asch,
vuilnis, enz.
HERIJK.
Verslag van den toestand der
Gemeente, 1899.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
Ö6tte JAARGANG. No. 7390.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van AbonnemenU- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierihzeesche Nieuwsbode"
15 regels 75 cts. Elke regel meer li»
Pust straat C 103.
Krootc «orleerlng
tegen /eer lage prQaen.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
noodigen belanghebbende corporatiën en personen, die van
af 1 Januari 1901 weder voor den tijd van drie achtereen
volgende jaren voor het koopen van de door deze gemeente
vergaarde en gosortoorrto striuit-
nifHt. iiM li. -vuilnis, en*, in aanmerking
wenschen te komen, uit, hunne prijsaanbiedingen in te
zenden aan den Burgemeester vóór den 1 Juni 1 0 0.
De voorwaarden van verkoop liggen ter Gemeente-
Secretarie voor een ieder ter lezing.
Zierik7.ee, den 30 April 1900.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Tijdvak 1900 1901.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend
dat de Herijk der maten en gewichten gedurende
het heryk-tijdvak 1900—1901 voor deze gemeente zal plaats
hebben te Zierikzee, in het gewone IJklokaal op het Raad
huis, en wel:
den 11 Juni voor apothekers, goud- en zilversmeden enz.
(fijnere weging) van 14 uur;
den 12 Juni voor verkoopers van nieuwe maten en ge
wichten van 9—12 en van 1-4 uur;
den 13 en 14 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk A,
van 9—12 en van 1—4 uur;
den 15 en 16 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk B,
van 9—12 en van 1—4 uur;
den 18 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk C, van
1—4 uur;
den 19 en 20 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk C,
van 0—12 en van 1—4 uur;
den 21 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk D, van
912 en van 1—4 uur;
en den 22 Juni voor ijkplichtigen, wonende in wijk D,
van 911 uur.
Zij verwittigen voorts de ijkplichtingen
1°. dat de voorwerpen schoon en droog ten herijk
aangeboden moeten worden en zich in zoodanigen toestand
moeten bevinden, dat eene verificatie en stempeling moge-
'^"^dat lengtematen, voorzien van merkteekenen
of aanwijzingen van onwettige maten moeten worden
afgekeurd en ten allen tijde in beslag genomen kunnen
worden
3°. dat de onderdeelen van het Gram (Milllgfrani-
gcwlohten), uithoofde der daartoe noodige fijne
balans, uitsluitend aan het ijkkantoor te Middelburg kunnen
worden geverifiëerd (Ministeriêele beschikking van den 16
April 1872, No. 193);
4». dat belanghebbenden zich bg de terug-ontvangst van
hunne voorwerpen moeten overtuigen, dat deze duidelijk
het wettige goedkeuringsmerk It dragen, daar een beroep
op verzuimen, die bij den herijk mochten zijn begaan, later
niet zal ontslaan van rechtsvervolging;
6». dat na het einde van den termijn van den herijk
(1 September 1901) het gebruiken of voorhanden hebben
van maten of gewichten, niet voorzien van het goedkeurings
merk It, v«n-bodcn en strafbaar is;
en 6». dat het laatst geplaatste goedkeuringsmerk ge
durende minstens twee jaren ongeschonden moet blijven
bewaard, en dat voorwerpen, waarvan dat merk onduidelijk
wordt, andermaal tot den herijk moeten worden aangeboden,
waartoe belanghebbenden zich tot den IJker, chef van dienst
te Middelburg, kunnen wenden.
Zierikzee, den 28 Mei 1900.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend, dat het jaarlijksch verslag van den toestand
dezer gemeente over 1899 in druk verkrijgbaar is gesteld
ter Gemeente-Secretarie, tegen 50 cent per exemplaar.
Zierikzee, den 28 Mei 1900.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De Vereeniging Volksweorbaarheid" heeft tot
het Dageljjksch Bestuur der verschillende gemeenten
in ons Vaderland een schrjjven gericht, waarin zjj
voor het groote doel, dat zg beoogt, zjjn steun
inroept.
Met groote ingenomenheid begroeten wjj dit
schrgven.
Immers, ook wg zgn van oordeel, dat ons volk,
indien het ii de rjj der natiës [zelfstandig wil
blgven voortleven, in staat moet zgn zichzelf te
verdedigen, wanneer zgn vrjjheid en onafhankelijk
heid belaagd of bedreigd worden.
Daar was een tjjd, dat wg in dit opzicht een
ander gevoelen waren toegedaan.
Daar was een tjjd, waarin wg dachten, dat ons
land geen soldaten en sohntters, geen kanonnen en
geweren, geen vestingen en forten van noode had:
en waarin wg de miljoenen, die hiervoor jaarljjks
door ons Parlement werden toegestaan, in stilte
als geldverspilling brandmerkten, omdat, klein als
wg zgn, wg toch niet bjj machte zouden wezen een
eventuoelen vjjandigen inval in ons vaderland met
zelfs eenige hoop op een gunstigen uitslag te kunnen
koeren. Wg waren destgds van oordeel, dat ten
deele op den ouderlingen najjver der regoeringen
van Europa's staten, die een dergeljjke invasie tot
inlijving van ons grondgebied nooit zouden gedoogen,
ten deule ook door het rechtsgevoel van Europa's
beschaafde volkon onze nationale zelfstandigheid
voldoende gewaarborgd was.
Wg erkennen thans volmondig, dat onze toen
malige raeening op eon schromelijke dwaling
berustte.
De jongste gebeurtenissen toch in Znid-Afrika
hebben ons geleerd, dat gevallen zich kunnen voor
doen, waarin de Enropeesche staten, zonder een
vin te verroeren, rustig toezien, dat de sterkere,
tak op buit en roof, mot zgn overweldigende
overmacht den zwakkere tracht te verpletteren
gevallen, waarin het verontwaardigd rechtsgevoel
der volkeren, hoe luide en krachtig zich dat ook
moge openbaren, geen greintje invloed heeft op de
staatkunde der regeerders, zoodat deze in hun
ljjdzame houding blgven volharden.
Aan hetgeen thans in Zuid-Afrika geschiedt,
spiegele zich Nederland.
Goen mensch kan de toekomst voorspellen.
Maar eens kan de tjjd komen, dat, hetzjj ons
koloniaal grondgebied in den Indischen Archipel
ongetwijfeld voor menigen naar het bezit van
koloniën hunkerenden staat een begeerljjke prooi
hetzjj onze vaderlandsche bodem met de kracht
van wapenen zal moeten verdedigd worden.
Dan zg Nederland gereed.
Dan sta elk goed vaderlander, die de wapenen
dragen kan, in het geweer, verdedige zgn grond,
en were den indringer.
Vóór dat tjjdstip organisecre men zich, en oefene
zich gezamenljjk in den wapenhandel.
Wat een klein volk vermag, dat voor zgn vrg
heid en onafhankelijkheid kampt, leeren ons onze
stamverwanten in Zuid-Afrika. Zg, de waardige
afstammelingen van Oud-Holland, strjjden, evenals
weleer hunne dappere voorvaderen tegen het destgds
machtige wereldrjjk Spanje, thans tegen het machtige
wereldrijk Engeland met oen standvastigheid en
moed, die de bewondering van al de volken af
dwingen.
Aan hen vooral neme men een voorbeeld, opdat,
wanneer ons vaderland eens in gevaar mocht ver-
keeren, onze natie niet weerloos lafhartig ten
onderga, maar weerbaar tot het uiterste voor het
hoogste goed pal sta.
Wg koesteren dan ook de verwachting, dat,
wanneer binnenkort op deze eilanden pogingen
worden aangewend tot het stichten van afdeelingen
van Volksweerbaarheid, de deelneming tot oefening
in den wapenhandel ter bescherming van onzen
geboortegrond zóó algemeen zal wezen, dat, wanneer
de nood aan den man komt, het vaderland op de
geheele Zeeuwsche manna) jjke bevolking kan rekenon.
Hoewel de voorhoede van het Engelsche leger de
rivier de Vaal is overgetrokken, en weldra de
Transvaal zal binnenrukken, zoo achten wg in
het algemeen den toestand der Boeren éér verbeterd
dan verslimmerd. Zjj hebbenbljjkens eenige
gevechten, die zg de vorige week geleverd hebben,
en waarin zg overwinnaars bleven, daarmede bewezen
niet zoo ontmoedigd te zgn, als de Engelschen niet
zonder bedoeling aan de wereld trachten diets te
maken. Het komt ons zelfs voor, dat het voortdurend
terugtrekken der Boeren éér het gevolg is van een
weldoordachte krijgsmanstaktiekdan van een
beweerde paniek. Zg lokken bljjkbaar den vjjand al
dieper en dieper bet land in, totdat hg komt op
een terrein, waar hg tengevolge van de hooge bergen
zgn legermacht niet in de breedte kan ontplooien.
Hebben de Boeren lord Roberts op de door hen
gewenichte plek, waar deze met zgn troepen niet
vermag hen te overvleugelen, dan zullen zg in
staat zgn de Engelsche legermacht het hoofd te
bieden, te meer, daar deze gaandeweg in aantal
verminderd is, wjjl de Engelschen overal, waar zg
doortrekken, tot dekking van zioh zelve bezettingen
moeten achterlaten. Daarbjj komt, dat de toevoer
van levensmiddelen en ammunitie met het oog op
den verren afstand, dien elk convooi moet aflegg
steeds moeiljjker zal worden, en dat de vermoeiende
marschen en de konde winternachten het weerstands
vermogen van de Engelsche soldaten éér verzwakken
dan verhoogen zullen. Door een en ander kan het
gebeuren, dat lord Roberts zich genoodzaakt zal
zien even snel te retireoren als hg in den laatsten
tjjd geavanceerd is. Dit ware dan ook de beste en
meest afdoende oplossing van het Zuid-Afrikaansche
vraagstuk. Want op interventie of bemiddeling valt
niet te rekenen, nóch van Enropa, nóch van Amerika.
Mac Kinley heeft aan de afgezanten der Boeren door
het orgaan van zgn Minister doen weten, en later
persoonljjk zelf hun verklaard, dat het Amerikaansche
gouvernement in de gegevens omstandigheden niets
voor de beide Republieken kan doen.
In den Buitaclien 11 IJ k Md «g heeft het
obstructionisme ten aanzien van de befaamde lex
Heinze een volkomens overwinning behaald. Hoewel
wg het middel, dat tot deze zegepraal geleid heeft,
afkeuren, omdat het een gevaarljjk wapen is, waar
van zich elko minderheid kan bedienen, en boven
dien omdat het aan hot parlementaire stelsel een
bodenkeljjke wonde toebrengt, zoo kunnen wjj niet
anders dan in het teweeggebrachte resultaat ons ver
hengen. De Mnze van Kunst en Letteren zal nu
niet door de staatspolitie kannen gemuilband worden,
maar vrjj rondwaren, ongestoord verspreidend haar
licht tot zegen van het Duitsche volk. De muilkorf-
wet nameljjk is in den doofpot gestopt, met dien
verstande, dat alleen dat deel van het regeerings-
voorstel, hetwelk op koppelarjj en souteneurs
hotrekking heeft, door den Rjjksdag werd aangenomen.
De werkstaking der trambeambten te Berlijn,
waardoor het plaatselgk verkeer gednrende eenige
dagen bijkans geheel en al gestremd was, heeft aan
leiding gegeven tot ernstige ongeregeldheden, waaraan
o anwel niot de werkstakers hebben deelgenomen.
Een samengeschoolde menigte, die op een twintig
duizend menschen geschat werd, wilde, zoolang de
werkstaking duurde, het rjjden van de tram met
het inmiddels door de Directie nieuw aangeworven
personeel beletten, en brak daartoe de trambanen
op. Vandaar een hevige botsing met de politie, die
ten gevolge had, dat 50 personen gekwetst, en meer
dan 100 gearresteerd werden. Alsnu werden de
kruispunten van de tramljjnen door bereden politie
agenten bezet, on elke tram door agenten
geescorteerd. Berljjn geleek op een stad, die in staat
van beleg was verklaard. Gelukkig maakte een
compromis, dat de werkstakers mot de Directie der
Maatschappij, dank zg de tusschenkomst van den
Burgemeester, sloten, aan de troebelen een einde.
Op Jeraey, een aan Engeland toebehoorend
eiland, heeft het Engelsche gepeupel zgn vreugde
over het ontzet van Mafeking op een eigenaardige
wjjze te kennen gegeven. Het heeft nameljjk de
winkels der Franschen, die hun sympathie voor de
Boeren niet onder stoelen en banken hadden ge
stoken, met steen en gebombardeerd. De tnsiohen-
komst van Lord Salisbury was noodig om aan
deze troebelen een einde te maken. Het schjjnt, dat
een Fransche vrouw, die de feestvierende menigte
met water besproeid had, tot deze onlusten heeft
aanleiding gegeven. Maar dan is het toch glad ver
keerd om wat één misdoet op allen te wreken.
In Zvrltaerland is de Ongevallenwet, die
arbeiders en militairen tegen ziekten en ongevallen
verzekerde, met een verpletterende meerderheid
door het volk verworpen. Wg hadden dien uitslag
niet verwacht, en betreuren hem ten zeerste, niet
alleen voor het Zwitsersche volk, dat thans een
heilzame regeling moet missen, maar ook voor de
andere natiën, want de tegenstanders van staats
inmenging zullen niet nalaten om uit de beslissing
van het democratische Zwitserland behoorljjk munt
te slaan. Voor ons zou de uitslag van het Zwitsersche
Referendum (volksuitspraak) alleen dan heteekenis
hebben, wanneer wg de overtniging haddon, datzjj,
die over de wet gestemd hebben, zich van het uit
brengen van hun stem behoorlijk rekenschap hebben
gegeven.
Het politieke leven van bet Belgische volk
zal zich heden door een hoogst belangr jjke gebeurtenis
kenmerken. Het is nameljjk voor het eerst, dat
volgens het ook door ons voorgestane stelsel van
evenredige vertegenwoordiging der staatspartijen
naar haar getalsterkte Kamer en Senaat zullen
samengesteld worden. Dit stelsel, dat op recht
vaardigheid gebaseerd is, biedt ook nog dit voordeel,
dat elke partjj, nadat gebleken is over hoeveel
zetels zjj kan beschikken, thans in staat is de voor
treffelijkste nit haar midden af te vaardigen.
In FranlcrJJk heeft een officier, die werkzaam
was aan het Ministerie van Oorlog, stukken, die
geheim moesten blgven, in een conrant doen
publiceeren. Toen de Minister van Oorlog, Gallifet,
hem hierover onderhield, gaf hg tot zgn veront
schuldiging dit merkwaardige antwoord >Wat ik
gedaan heb, is een daad van politiek", 't Is niet
zoo onverstandig om een schelmstuk, waarvoor men
vermoedelijk betaald is, te dekken met een politiek
schild. De Minister nam evenwel die verontschuldiging
niet voor goede mnnt op, maar ontsloeg den dader
uit den dienst.
De regeering is in de Kamer van Afgevaardigden
door Gouly geïnterpelleerd over de algemeene politiek.
Die interpellatie, vermoedeljjk een doorgestoken
kaart tnsichen den Minister en den interpellant,
eindigde, na een heftigen aanval van den vinnigen
en altjjd nog strjjdlustigen Panl de Casiagnac op
het gouvernement, met de aanneming van een voor
het bewind gunstige motie.
De Transvaalsch-Engelsche
oorlog.
De Boeren, die na het ontzet van Mafeking
wegtrokken, maken zich nu gereed de Engelschen
den verderen opmarsch van Mafeking te beletten
op 15 K.M. ten ooiten van de stad.
Hunter's troepen zgn Woensdag te Vrjjburg
aangekomen. De spoorweg is tot daar hersteld.
Officieel wordt uit Pretoria bekend gemaakt, dat
de Engelschen Vredefort bezet hebben, en naar de
Schoemansdrift oprukken.
De republikeinen hebben Heilbron weder bezet.
De Times verneemt uit Now-Castle: Kapitein
Goff, aanvoerder van het eskadron van Bethune's
bereden infanterie, dat in de buurt van Vrgheid
in een hinderlaag is gevallen, is bjj die gelegenheid
gesneuveld. Dit krggsbedrjjf moedigde een commando
Boeren aan om zich te vertoonen op den rechter
vleugel der Engelschen aan de Buffelrivier. De
Boeren hebben geschut geplant op den Pongwana.
De Times verneemt uit Newcastle, dat de Boeren
een halvemaanvormige stelling hebben ingenomen
tusschen den Majoeba en den Pongwana.
Het officiëele oorlogsbulletin uit Pretoria meldt,
dat de Engelschen door de Groblersdrift bjj Parjjs
de Vaal zjjo overgetrokken.
De federalen hebben de hooge brug te Vereeniging
in de lucht laten vliegen.
Generaal Du Toit rapporteert, dat de burgers in
menigte op komen zetten, en besloten zgn ten einde
toe te vechten.
Na Heilbron weer genomen te hebben, zgn de
federalen de Engelschen tot Wolvershoek gevolgd.
Een telegiam van Roberts, nit Wolvershoek van
Zaterdag, meldt, dat de voorhoede van het Engelsche
leger den 24en bjj Parjjs de Vaal is overgetrokken.
De kolonce van Hamilton is te Boschbank. De
Engelsche verkenners zgn te Viljoensdrift. De mjjnen
daar zgn ongeschonden, en het werk gaat zgn gang*
Er is geen enkele Boer ten zuiden van de Vaal.
Frankrijk.
In den Senaat antwoordde Gallifet, minister van
oorlog, op een vraag van Chaumie, dat hg in de
Kamer gozegd heeft, dat de op de Dreyfns-zaak
betrekking hebbende stukken, die, naar men beweerde,
verduisterd waren, niet bestonden. Hg loog toen
niet. Maar tot zjjn spjjt heeft hg zich verbist. Den
dag na zgn verklaringen vernam de minister van
den chef van don generalen staf, dat de stukken
wel bestonden, en door een officier van het ministerie
van oorlog openbaar waren gemaakt. Een officier
van het departement heeft die stukken overgeschreven,
en ze gegeven aan een politiek persoon. De officier
heeft zgn schnld bekend, en daarbjj deze ongehoorde
woorden laten ontsnappen: >Wat ik gedaan heb,
was een politieke daad". De schuldige offioier ii
ontslagen. De minister geeft lange uitleggingen
omtrent de herkomst van die stukken, die min of
meer samenhangen met de Dreyfns-zaak.
Waldeck-Rousseau geeft ook een lange verklaring
ten beste, waarop het geval zonder stemming van
de baan wordt geschoven.
Nederland.
Zierikzee, 26 Mei. Gisterenavond werd ten
huize van Mrj. de Wed. Kanaar alhier de jaarljjkiohe
algemeene vergadering dor Vereeniging Onderling
Hulpbetoon" gehouden.
Tegenwoordig waren 20 uitgeioodigde leden en
2 begunstigers.
De Voorzitter, de heer J. Gloude, heette de aan
wezigen welkom" en herinnerde in korte woorden
aan het doel dezer vergadering.
De notulen der vorige vergadering werden daarop
gelezen en goedgekeurd.
Hierop bracht de Secretaris, de heer J. W. V.
Labrand F.Jz., verslag uit over het vorig dienstjaar.
Uit dit verslag bleek, dat het getal donateurs
met 9 is vermeerderd en thans 46 bedraagt, terwjjl
het ledental op 14 April 1.1. 398 bedroeg.
Aan 5 oude leden wordt vanwege de Nuts-
spaarbank een wekelgksche toelage van f 1,80
verstrekt, waarvoor dit Bestuur nogmaals dank
wordt gebracht.
In het afgeloopen jaar overleed de Commissaris
H. Peute, aan wien een dankbare hnlde wordt
gebracht voor hetgeen hg gedurende vele jaren
voor de Vereeniging heeft gedaan.
Uit de vervolgens uitgebraohte rekening over
het vorige jaar bleek, dat de ontvangsten hadden
bedragen f 2664,74 en de uitgaven f 2163,71,
zoodat deze sloot met een batig saldo van f 501,08.
Onder de uitgaven komt voor f 1783,80 als
uitkeering aan 116 zieke leden gedurende het
afgeloopen jaar.
De totale bezitting der Vereeniging bedroeg op
14 April 1.1. f 12798,21s.
Deze rekening werd met de daarbjj behoorende
bescheiden door een Commissie van drie leden
onderzocht en daarna goedgekeurd.
De Voorzitter zegt den Secretaris-Penningmeester
dank voor zgn nauwgezet beheer, en wjjst er met
genoegen op, dat de financiën der Vereeniging
steeds vooruitgaan.
In plaats van den overleden Commissaris H. Peute
wordt als zoodanig gekozen de heer Joh. Tujjtel,
terwjjl de aftredende Commissarissen, de heeren
J. J. v. d. Houten en G. J. Ltlnenberg, worden
herkozen.
Allen hebben hunne oude en nieuwe betrekkingen
aangenomen.
Bjj de thans door den Voorzitter gedane omvraag,
herinnert het Bestuurslid Papeveld, dat hjj in de
huishoudeljjke vergaderingen meermalen den wensch
heeft uitgesproken, dat aan de weduwe van een
overleden lid met kinderen beneden de 18 jaar,
gedurende drie maanden na het overigden nog zal
worden uitbetaald de toelage van f 8,60 's woeks,
die de man godurende zgn ziekte uit het Fonds
genoot. Hg was voornemens geweest in deze algemeene
vergadering dit punt ter sprake te brengen, doch de
groote uitgaven in de laatste weken hebben hem
hiervan teruggehouden. Toch wilde hg zgn voor
nemen aan de vergadering mededeelen.
De heer Mr. Can vindt het door den heer Papeveld
aangegeven idéé aanbevelenswaardig. Thans hondt
bjj het overigden van den man onmiddellijk alle»
op, en moet het huisgezin aan de publieke lief
dadigheid worden overgelatenterwjjl met een
wekelgksche toelage van f 8,60 gedurende drie
maanden, pogingon konden worden aangewend ter
voorziening in de behoeften van het gezin.
De Voorzitter moet het doel der vorige sprekers
prjjzen, doch wjjst er op, dat een zoodanig besluit
de uitgavon aanmerkeljjk zou doen verhoogen
terwjjl de inkomsten dezelfde blgven. Hg ziet er
alzoo een bezwaar voor de kas in, ook al is de
finaneiëele toestand der Vereeniging thans goed te
noemen, wat grootendeels een gevolg is van de
gelukkige werking der Vereeniging. Hg herinnert
er aan, hoe ééne epidemie haar groote sommen
gelds kost, wat bjj ondervinding ia gebleken.
Mr. Cau meent, dat de reserve-kas dan dienst
kan doen, hetgeen door den Voorzitter als zeer
gevaarlgk wordt beschouwd.
Mr. Can zon willen, dat de Vereeniging slechts
aanvankeljjk steun aan het huisgezin verstrekte,
dat thans op eenmaal van alle verdiensten verstoken
isterwjjl dan verder ook pogingen bjj wel-
donkende ingezetenen konden worden aangewend.
De Voorzitter zegt, dat bjj het Bestuur de
gegeven wenken in overweging zullen worden