Saimenspraike tusschen Jilles Krukel en Stoffel Bieze. vciü ftiedik.i ieurtbn Kcrkwerve- Maandag 2e Paaicbdag zal alhier dei avoids 7 nnr in de Hulpkerk een openbare bgeenkomst worden gehouden van de Joogelings-Vereeniging, ten behoeve van het tekort der in aanbouw zgode nieuwe kerk, dat pl. m. f 1300 bedraagt. De Zangvereeniging alhier zal de bgeenkomst opluisteren met eenige zangitukjei. Een iteen op het graf der familie Meepelblom in de z. g. wandelkerk in het gebouw der Ned. Herv. gemeente te Goes ii door de zorgen dier familie gerestaureerd en overeind geplaatst in den muur, terwgl de oorspronkelijke grafsteen door een anderen is vervangen. Op den steen zgn aangebracht de namen van Jan Henriete Mespelblom (geboren 80 Juli 1594, overleden 17 Jan. 1645, gehuwd te Goes met Hester de Moors, geboren te Goes 1594, overleden 1664) en van hunne kinderen. Boven den steen zgn aangebracht de wapens van de Meipelbloms en de Moors. Bovendien is de steen van een nieuw voetstuk voorzien. De kosten zgn gedragen door den heer Mespelblom Bejjen te Zutfen, afstammeling van genoemde familie, terwgl de restauratie te danken is aan het initiatief van den heer J. de Kruijterdiaken bg deze gemeente. Genoemde heer stelt veel belang in de oudheden van deze schoone kerk. O H P K B W 1J Goes. 10 April. Omdat het verzoek van den gemeenteraad aan den Min. van Binnenl. Zaken, om de hier bestaande gemeentelijke Hoogere Burger school met 5-jarigen cursus, tot een rjjks Hoogere Burgerschool te maken, is van de hand gewezen, wordt door de burgerjj een poging in geljjken geest bg Z.Ex. gewaagd. In het adres wordt o. a. gezegd Steeds bezocht door een flink aantal leerlingen, thans 96, bleek het, dat die school voldoet aan de behoefte van zeer velen, die door het middelbaar onderwjji algemeene ontwikkeling, en tevens voor bereiding tot een eervollen en nuttigen werkkring in de maatschappij zoeken. Maar de ondervinding leerde bovendien, dat die behoefte zich niet alleen deed gevoelen bg ingezetenen van Goes, maar ook bg zeer vele ingezetenen van andere gemeenten in Noord- en Zuid-Beveland. Noch het betrekkelijk hooge schoolgeld, noch de werkeljjk niet onbelangrijke uitgaven voor reis- en ver blijf kosten, weerhielden de ouders hunne kinderen te Goes het middelbaar onderwjjs te doen volgen, en zoo was steeds een aanzienljjk deel der leerlingen, thans 49 buiten de gemeente Goes woonachtig, en het bezoek dezer leerlingen geschiedt niet, zooals bg zoovele andere scholen het geval is, omdat men zelf geen toezicht op de studie der leerlingen kan houden, of omdat men de jongelui in een andere omgeving dan eigen woonplaats wenscht te zien, maar alleen uit behoefte aan middelbaar onderwjjs. Uit een en ander volgt, dat de school te Goes niet alleen goed recht van bestaan heeft, maar dat zjj in een werkeljjke behoefte van zeer vele inwoners van Noord- en Zuid-Beveland voorziet. Omdat echter slechts één gemeente en wel Goes de kosten betaalt, gesteund door een rjjknubsidie, is er alle grond om de school te veranderen in een Rjjks Hoogere Burgerschooldie verandering is te meer noodig, wanneer men den financieelen toestand der gemeente Goes nagaat, een toestand, zóó ellendig, dat verhooging van de reeds zoo hooge belastingen onmogeljjk is, dat verschillende werken, die dringend noodzakeljjk zgn, niet kunnen uitgevoerd worden, en dat een vermindering van schoolgeld tot de vrome wenschen bljjft behooren. Tot tjjdeljjk onderwijzeres aan de openbare school te Oostburg is benoemd mej. E. Contant te Aardenburg. Post en Telegrafie. Benoemd tot brievengaarder te Buurmalsem de heer W. Kooiman, voorheen brievenbesteller en hulp-conducteur te Vlissingen. Verslag van de vergadering van het Departement Zierikzee der Maat schappij van Nijverheid. In de zaal van mej. de wed. Kanaar alhier werd Maandagavond de reeds aangekondigde ver gadering van het Departement Zierikzee der Ned. Maatsch. ter bevordering van Njjverheid gebonden. Ten acht ure opende de voorzitter, den heer A. H. W. van der Vegt, de vergadering, en stelde, nadat door haar de door den secretaris, de heer de Klerck, voorgelezene notulen waren goedgekeurd, aan de orde het rapport, dat door de Commissie van Algemoene Zaken en door die van Kunsten, Handwerken en Fabrieken in zake het wetsontwerp op de arbeids- en ruittjjden was ingediend. Dit omvangrjjk rapport, waarvan door den heer De Bruyne, voorzitter van één dezer Commissies, werd voorlezing gedaan, keurde de algemeene vergadering goed, zoodat besloten werd het aan het Hoofdbestuur op te zenden. Aan de beide CommissieB werd, onder toejuiching der vergadering, door den voor zitter welverdiende dank gebracht. De voorzitter opende alsnu de gelegenheid tot debat over hetgeen door den heer Mr. Cau in de vorige vergadering over de pensioneering van werk lieden gesproken was, voornameljjk over zgn denk beeld: >de oprichting van een pensioenfonds voor werklieden". Van die gelegenheid werd allereerst gebruik gemaakt door den heer Oh. W. Vermeys, die, hoewel hjj den heer Mr. Cau in warme bewoordingen hulde bracht een zóó belangrjjk onderwerp op een zóó zaakrjjke wjjze te hebben ingeleid, met desen in gevoelen aan merkel jjk verschilde. Volgens spreker moest aan elke pensioeniregeling een wis kunstige zekerheid ten grondslag liggen. En deze wordt in het stelsel van Mr. Can gemist, waar dit gedeelteljjk steunt op liefdadigheid. Pensioen moet zgn een recht, waarop iemand aanspraak heeft. Op armenzorg of liefdadigheid kan niemand eenig recht doen gelden. Van beide is gunstbetoon het kenmerk. Spreker is een voorstander van een verplichte ver zekering, die trouwens voor de ambtenaren reeds bestaat. Van hun tractement toch wordt een zeker bedrag voor het pensioen afgehouden. Op die voor waarde worden zjj benoemd en aanvaarden zjj hun betrekking. Dit in ons staatsrecht opgenomen beginsel wenscht Bpreker te zien uitgebreid tot den werkman. Van vrjjwillige verzekering verwacht hjj weinig succes. Want wordt de werkman vrjjgelaten zich voor den ouden dag te verzekeren, dan zal er niet veel van terecht komen. Men beschouwe dan ook de verplichte verzekering niet als een druk- kenden dwang, maar als een gezegende weldaad, die men den verzekerde bewjjst, die het anders uit eigen bewegiDg niet zou doen. De fout in het stelsel van Mr. Cau schuilt hierin, dat het is een combinatie van pensioen en liefdadigheid (aanwjjzing van donateurs). Nu heeft de verzekerde werkman recht op hetgeen hg zelf heeft bijeengebracht door zgn jarenlange contributie, maar niet op hetgeen hjj verkrjjgt door een donateur, die uitvallen kan en niet altjjd aan te vullen is. Een pensioenfonds moet tot basis hebben absolute zekerheid, niet wisselvallige goedgunstigheid. Ook wat de Spaarbank te dezer stede doet, is liefdadigheid, niet pensioneering. De persoon, die van den Spaarbank zoogenaamd pensioen verkrjjgt, heeft daarop geen recht. Ook zal het peil van den werkman door de toepassing van het stelsel van Mr. Cau niet verhoogd worden, daar hg te veel zal gaan vertrouwen op de hulp van anderen. Ten slotte verklaart spreker, dat, zoolang er geen wet is, die in deze materie regelend optreedt, hjj bereid is met den heer Mr. Cau mede te werken tot het in het leven roepen van een pensioenfonds voor werklieden. De heer De Bruyne constateert, dat allen een stemmig zgn in hun gevoelen, dat pensioneering van den werkman wenicheljjk is. Deze immers, oud geworden, valt in één van de volgende drie rubrieken I. óf hjj wordt in het gunstigste'geval door zgn patroon in het werk gehouden, waartoe bg niet meer in staat is; II. óf hg komt op een hofje of in een stichting, wat ook nog een buitenkansje voor hem is; III. óf hjj vervalt ten laste van de armenzorg.' Daarin hulp te verschaffon is noodig. Evenals de vorige spreker, is ook bg een voor stander van verplichte pensioensverzekering, daar vrjjwillige verzekering niet zal leiden tot het be oogde doel. Mr. Cau gaat van het denkbeeld uit, dat de werklieden uit eigen beweging zich zullen verzekeren, dn staaft zgn bewering met een beroep op de vele bestaande zieken- en begrafenisfondsen. Maar dit beroep gaat niet op, want bg deze fondsen zorgt de werkman meer voor zgn gezin dan voor.zich- zelven. Hg zal er niet licht toe overgaan, om van zgn schamele wekeljjkscho verdiensten iets af te zonderen, en aan zgn vrouw en kinderen te ont houden, opdat hjj zelf een eenigszins onbezorgden ouden dag zal hebben. Evenals verplichte verzekering reeds voor de gegoeden (ambtenaren) bestaat, evenzoo wenscht hjj die ook voor de mindergegoeden. Maar de werkman is niet in staat de geheele premie te betalen, die van zgn nooddruft moet afgenomen worden. Dat hg iets bjjd raagt, acht spreker wenicheljjk. Maar een deel worde door den werk gever betaald, in wiens belang het is, dat de werkman op zgn ouden dag rustig en onbezorgd kan leven. Op sommige fabrieken, zooals die van Stork en van Marken, bestaat de verplichte ver zekering, daaraan betaalt de fabrikant ook. Maar daar niet alle werkbazen in staat zullen zgn de halve premie te betalen, zoo moet ook de Staat helpen, en een gedeelte mede betalen. In Duitschland heeft men de verplichte verzekering. Zoolang verplichte pensioensverzekering niet bestaat, zou tgdelgk een stelsel, zooals Mr. Cau dat aangeeft, dienstig kunnen zgn. Het ware dan wenicheljjk, dat zooveel mogelgk alle gegoed^ ingezetenen aan Onderling Hulpbetoon een jaar- ljjkiche bjjdrage geven. Mr. Cau, de beide sprekers beantwoordend, voert aan, dat Onderling Hulpbetoon een bljjrende uitkeering geeft, wat dus is een invaliditeitsver zekering. Maar die vereeniging kan het niet bolwerken. Vandaar dat do Spaarbank is te hulj gekomen. Spreker geeft toe, dat zooals de heer Vermeys heeft opgemerkt, die hulp liefdadigheid is, maar men bedenke, dat al is die hulp in wezen bedeeling, zjj in den vorm dat niet is. Wat betreft de opmerking van den eersten spreker, dat armenzorg en pensioen van elkander streng moeten gescheiden worden, wjjst Mr. Cau op het feit, dat eeuwenlang oude en gebrekkige werklieden aan de liefdadigheid werden overgelaten, en dat toen de sociale kwestie ontstond, men dezen staat van zaken een ergernis vond. Nu kan men dien eeuwenouden toestand niet in eens veranderen. Een geleidelijke hervorming is noodig. In het tjjdperk van overgang, waarin wjj leven, geeft spreker een combineering van twee stelsels aan de hand: bjjdrage te eischen van den werkman, en daarnaast vrjjwillige bjjdrage van anderen. In de laatste jaren is staatsdwang voor de pensioensverzekering van den werkman op het tapjjt gebracht. Men spiegelde zich aan Duitschland, waar de verplichte verzekering bestaat, maar waarvan men de uitkomsten nog niet kont. Bg onze oostelgke naburen heerscht dus dwang op dat gebied. Maar volgens spreker mag men ten onzent dien dwang niet aanwenden, voordat de noodzakelijkheid daarvan gebleken is. Bjj ons zou bjj verplichte verzekering 1,200,000 menschen betrokken worden. Bjj verplichte verzekering kan de verzekerde, als hjj geen verdienste heeft, niet betalen de premie. En tot het verkrjjgen van pensioen is toch een geregelde premiestorting noodig. En laat men nu bg een eventueele pensioeniregeling voor den werkman de categorie van die werklieden weg, die tot de armsten gerekend worden, dan gaat het natuurljjk niet aan, dat de Staat aan andere werklieden, die in gunstiger positie verkeeren, een bjjdrage geeft. De Staatsbjjdrage is juist de klip, waarop de verplichte verzekering strandt. En nu wil spreker in de plaats van den Staat de liefdadigheid, geleid in een betere richting. De éóne bjjdrage worde betaald door den werkman, de andore door den begunstiger. Men moet gebruik maken van de persoonljjke betrekkingen tusschen de gegoeden en mindergegoeden. Men neme een proef met het stelsel van begunstigers. Spreker is afkeerig van dwang, die wel past in Duitschland, maar niet in vrjje Staten. In Engeland en Amerika bestaat dan ook niet de verplichte verzekering. Hjj is een voorstander van de geleideljjke vrjje ontwikkeling. En wie om zich heen ziet, moet erkennen, dat de werklieden zich in de laatste jaren beginnen te ontwikkelen. Tal van werklieden verenigingen, vakvereenigingen, coöperatieve ver- eenigingen zgn in het leven geroepen. De heer Olivier verklaart te zgn een voorstander van verplichte verzekering. Hg gelooft niet, dat zonder dwang veel verkregen kan worden. Men moet echter praktisch te werk gaan. De wet is er nog niet, en zoolang er die niet is, moeten wjj trachten in de leemte daarvan te voorzien. Hjj meent, dat Onderling Hulpbetoon zich moet losmaken van pensioensverzekering, en in de plaats daarvan een aparte instelling in het loven roepen, waaraan herverzekering ten grondslag ligt. In verhouding van wat men later te goed krjjgt worde de contri- butio bepaald. De heer de Bruyne is het met Mr. Cau eens, dat men voor alle verbeteringen den historischen weg moet bewandelen, dien van geleideljjken, kalmen vooruitgang. Maar juist daarom ook is hg tegen het stelsel van Mr. Cau, omdat vrjjwillige verzekering nog niet bestaat, maar in het leven moet geroepen worden. De begrafenis- en zieken fondsen zgn met de verzekering, waarvan hier sprake is, niet te vergeljjken, zoodat een beroep op deze niet opgaat. Daarentegen bestaat wel verplichte rgks-verzekering voor ambtenaren. Geleideljjke uit breiding daarvan tot den werkman is gewenscht. Zjj ligt op de historische ljjn. Tgdelgk wil bg, zoolang geen wet het onderwerp regolt, met Mr. Cau in de door dezen aangewezene richting medegaan. De heer Vermeys verklaart zich bjj wjjze van tjjdeljjken maatregel vóór de stichting van een pensioenfonds voor werklieden. Mr. Cau bespeurt met genoegen, dat zgn beide bestrgders bereid zgn met hem samen te werken, zoolang geen verplichte verzekering bestaat. Op het beginsel, neérgelegd in art. 8 der statuten van Onderling Hulpbetoon, moet worden voort gebouwd. De vorming van een Commissie is hiertoe noodig. De heer A. Anker Wz. vraagt, of het doel is den werkman te helpen, die er niet om vraagt, of armenzorg te ontlasten? De voorzitter, beantwoordend deze vraag, zegt, dat men den werkman wenscht te helpenen al vraagt ook deze geen hulp, dan kan die toch heil zaam voor hem zgn. Namens het Bestuur verklaart de voorzitter, dat dit de volgende motie voorstelt Het Departement Zierikzee van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Njjverheid; gehoord de voordracht van Mr. Can en de daarop gevolgde discussie; overwegende, dat verplichte pensioneering van staatswege, hoewel gewenscht, nog in de toekomst ligt; overwegende dat zoolang deze niet bestaat, bjj wjjze van overgangsmaatregel wellicht mogelgk is met behulp van derden een pensioneering voor werk lieden in het leven te roepen; verzoekt bet Bestuur eenige heeren uit te noodigen om te onderzoeken: 1°. of het oprichten van een pensioenfonds voor werklieden in Zierikzee met of zonder medewerking van de bestaande vereenigingen, die in deze richting werkzaam zgn, mogelgk zoude zgn; 2°. welke bgdragen van werklieden en anderen daarvoor noodig zouden zgn, om de contribuanten zekerheid te geven, dat zjj het pensioen op een vastgestelden leeftjjd of in bepaalde omstandigheden krjjgen 3°. op welke wjjze in de pensioneering bjj verandering van woonplaats kan worden voorzien; en hieromtrent nader rapport aan het Departement uit te brengen. De heer Mr. Cau zal vóór de motie stemmen, hoewel de considerans er van niet strookt met zgn opvatting. De motie wordt zonder hoofdeljjke stemming aangenomen. Na een harteljjk woord van dank aan Mr. Cau voor zgn voortreffeljjko inleiding van een zóó gewichtig onderwerp en het Bestuur van Onderling Hulpbetoon voor zgn aanwezigheid, sluit de Voor zitter deze belangrijke vergadering. Stoffel. Ik komine je weer is opzoeke Jilles, nood- zaikelik most ik in de stad weze. Griete kon nie meekomme, want die is erg verkouwerd, dairbie eit ze an de llense- ziekte elee, In dat gait er nie gauw uut. Jilles. 't Is angenaira as ik je weer zie, want ouwe kennisse trekt, ik ao je rait de Alfvastemart ewacht. Stoffel. Och nee, dat is 'ii dag voor 't jonge volk, in ze zouwe dienke, dat ik dat jonge goedje op d'r viengers kwam kieke. Jilles. Dair trekke ze d'r eige niks van an in den tegenwoordigen tied, et menschdora is wat veranderd sedert willie jong ewist ieder gait z'n 's weegs, alsof er niks kon inderen, vrieeid, geliekeid, is de leuze, dat is noe zoa kwaid nie, mar aoles mot z'n grenzen toch Stoffel. Dat is wair, mar vertel m'n is dat stikje, dat in de Nieuwsbode stieng over de eierraart, wat is dat noe eigenlik7 Jilles. Wel, verbeel je dat IC., za'k mar is zegge, kleine eitjes in z'n wienkel of in uus eit, dan zoekt ie de aolerkleinste uut, in gait er mee nair de mart; je begriept dat et begeerig mensenoage de kleintjes al gauw ziet, mar dan voelt ie an z'n bosse, in dienkt, as ik die kleintjes voor één of anderaolve cent kan koape, dan kan ik goedkoap eiers ete, 'n ei is toch 'n ei, in as ze aoleraaile evengroat bin, dan vechte m'n guzen toch nie om 't groatste. Noe komt L. oak mit eiers, mar dat bin kapitaole groate, die wil b.v. 75 of 80 cent voor de 25 mar dair is 'n zwaire wieze op, om den elft meer te kriegen, afijn eindelik motte ze toegeve, want in olland bin de eiers 3'/, cent per stik, zoadoende wordt de raiddelmart 'n klein bitje. Mit de butter doe ze precies eender, dairdeur die groate verschillen van pries. (Mit de butter werke ze mit de kleure). in onderstaande Gemeenten van f Goede Vrijdag De Gerei. Kerk te Zierikzee: 's Avonds zes ure ds. Esselink. Herv. Kerk te Kerkwerve: 's Avonds half zeven ureds. Blankert. (Bed. H. Avondm.) Herv. Kerk te Serooskerke: Geen opgaaf ontvangen. Herv. Kerk te Burgh: Geen dienst. Herv. Kerk te Renesse: Geen opgaaf ontvangen. Herv. Kerk te Noordwelle Geen opgaaf witvangen. Herv. Kerk te Haamstede: 's Avonds zes oreds. v. Krevelen. Geref. Kerk te Haamstede: 's Avonds zes ureds. Koolstra. Herv. Kerk te Eikerzee: 's Voorm. half tien ure: ds. Couvée. (Bevestiging van nieuwe lidmaten) 's avonds zeven ure: Idem. (Bediening H. Avondmaal). Geref. Kerk te Eikerzee: 's Avonds half zeven ureds. Ranutti. Herv. Kerk te Brouwershaven: 's Voorm. tien ure: ds. v. d. Broek. (Bevestiging van nieuwe lidmaten); 's avonds vyf ure: Idem. (Bed. H. Avondmaal). Geref. Kerk te Brouwershaven: 's Avonds zeven ureds. Geerling. Herv. Kerk te Noordgouwe: 's Voorm. half tien ureds. Nauta, (Bed. H. Avondmaal). Stoffel. Noe verstai ik je man, ik kon mar nie be- griepe, dat er zukke stoute menschen in de wereld waire, hoe verzinne ze et? Op zukke eenvoudige durpjes merk je zoo iets nie, mar 't is goed van den schriever, dat ie et bekend roaikte. Jilles. Jao, want dair konne wel is buutemensen weze, die um zeis verdochte; de man is waird, dat ie deur et publiek op pries esteld wordt. M'n zie et in de Nieuws bode al bevestigd, dat ie noe de kais egete eit, omdat ie et gordiene opeligt eit, dat is noe z'n loon. Stoffel. Ik gai m'n boadschappen bie Merlie aile oir, dat is 'n man, die voor de buutemensen wat over eit, in dan zeg ik net as m'n Griete: Leve in laite leve. Jilles. Dat is goed oak, veelal winkeliers bin benauwd voor de konkerensie deur den tram, mar as ze in de stad pries stelle op de buutemensen, in ze zurge dairbie, dat ze goeie wair levere, dan ze niks te vreezen, want o zoa weinig zal m'n uut den vrimde betrekke. Stoffel. Mit condisie, dat ze mit de eiers in butter- marten zoa niet bluuve knoeien, want anders gai die producten mit den tram mee, natuurljjk in ruil tegen bood schappen van aolerlei aird. Jilles. Oir je op Aimstie nog over de badplaise praite? Stoffel, 'tls op 't oagenblik weer stille, ik geloave wel, dat er nog ietwat broeit, ik al ezeit, as ze dat wairlik meene, dan motte ze deurwerke en er wat geld voor over want 't is tegenwoordig 'n beoefte voar de menseid om de baoien te gebruuken, je ziet overaol badplaisen ver- riezen, in wairora most et Westelijk Schouwen dan achter- bluuve; je kunt geen mooier plekje vinden as Westen- Schouwen, in wat mankeert er an de erreberge in an de bedieninge, as ze vooreerst anders niet ao. Jilles. Dat is recht landelik, in ik geloave, dat de badgasten dairmee erg inenome zouwe weze, want ze zouwe meer plezier as in de fienste zailen mit gerokte bedienden. Stoffel. Ik zou dienke, as dat plan gauw uutevoert wier, dat de tram al spoedig rond Schouwen zou rie, en ik geloave, dat zoowel et een as et ander aordig geld op zou brienge. Jilles. Je mot er nog is mit de Aimsteesche eeren over praite, meugelik wete ze d'r wel wat op te prakke- zeeren, waig jie je spairpot er oak is an3 je eit kind noch kraoie dair je voor te zurgen eit, in as je zoo iets in et leven kon roepe, dan zou eel de streeke er deur gebait weze, dan oef je ten minsten mit geen butter of eiers meer nair de mart. Stoffel. Noe, dat is zoo'n baintje nie, je weet, aol wat uut de mode is dat dair geen antrekkelikeid meer anzit. Maar Jilles, zou er dan geen post méér komme daige- liks, oak mit et oage op de vele badgasten Jilles. Wel wis in drie, men zeit, dat in iedere gemeente, die 'n kwartier in de ronde gains is, de brieven bestellers op de fiets de brieven motte bezurge, al komme d'r 10 posten op een dag, toch bezurge. Stoffel. Dat is al 'n eele groote stap vooruut, want de meeste buutengemeinten ontvangen, buuten de komme gelegen, mar eens daigs de brieven, of beter gezeid de post. Jilles. Jao man, zoa zie je, dat de mens zich mar onderwerpen mot an et lot, as je noodlot je op 'n ofgelegen plekje neerzet, dan is 't mar 't best veel geduld an te kweeken, want je wordt overal voor lest geouwen. Stoffel. Mar de beuze spikkelasie kent geen ofgelege oekjes, dan weet m'n ieder te vinden; dat is toch goed oak, anders wier je glad vergete. Jilles. Dair wordt tegenwoordig nog al veel geërgeweerd over de suukerpeen, in ofschoan de suukerpriezen nair bove gai, bluuve de fabrikanten mar laiger, noe ze de kolen- priezen as de oirzaike anenome. Mar oir je noe niks meer over de suukerfabriek S t o f f e L Van 't naijair was er in 't westende spraike van, dat 'n rieke ondernemer an Burgsluus 'n fabriek zou plaise, in et duunwaiter dairvoor zoa gunstig achtte, mar laiter ek dair nie meer van g'oire. Jilles. Mit et oage op de tram zou dat zoa kwaid nie verzonne weze; want as Schouwen in Duuveland z'n peen dair brocht, dan zou er nie veel van buuten de eilanden meer benoodigd weze, van aole kanten konne ze anevoerd worre, in wel op veel goedkoaper maniere as tegenwoordig, in as dan iedere verbouwer andeel in de fabriek oade, zouwe de groate tegenstellingen oak wel eenigermaite verbeteren, geëel wegneme kan men die nooit, omdat er altied mensen bin, die gairn knoeie, in meene zich dairdeur te vergroaten. Stoffel. Dat is wair, mar dair stait oak tegenover, dat er agenten anesteld worre, die onbekookt andele, in as ze voor vuuftien procent tarreerde, deur de redeneering van den leverancier dezelfde peen op acht procent stellen. Wat mot de leverancier noe van zoo iets dienke? Jilles. Niks anders man, as dat je rait onkundige mensen of mit schelmen te doen eit. Mar toch geloaf ik, as je mit mekaore 'n fa&iek aode, dat et veel beter zou gai, in ieder geregeld jairlilis z'n andeel bie zou brienge. Stoffel. Ik zal er mit de schippers nog is over praite, die kent die mensen beter dan ik, in je begriept, die zou er oak goed mee kunne weze. Noe gai 'k eerst m'n zaikjes ofdoe, in dairnai zie dat ik tuus komme. Groet je Saore, in ou je mar goed. Gegroet oir! TELEGRAMMEN. Middelburg;, 11 April. De examens ter verkrjjging der akte lager onder wjjs zgn aangevangen. Geëxamineerd zgn zes mannelijke candidaten. Geslaagd zgn de heeren A. Verhage en N. Zandee, beide van Goes; L. Pie- terse, van Schore. Woensdag voortzetting. '0-Gravenhage, 11 April. Op de aanbsvelingilgit yoor kantonrechter te Tholen staanmr. Baitert, griffier van het kanton gerecht te Brenkelenmr. Brevet, advokaat te Middelburg; mr. F. Koksma, griffier van bet kantongerecht te Hnlst. Bg Kon. Besl. is benoemd tot burgemeester van Hoofdplaat de heer H. S. Gratema. Londen, 11 April. De Boeren hebben een groote overwinning te Meerkatfontein behaald: 600 Eigelschen zgn gedood en gewond, en 900 gevangen genomen. De Boeren- verliezen bedragen 5 dooden en 9 gewond. chouwen en Duiveland. 13 April ÏOOO. Chr. Geref. Kerk te Zierikzee: 's Avonds zes ure: ds. Wessels. Herv. Kerk te Zonnemaire: 's Avonds zeven ureds. Zeeman. Geref. Kerk te Zonnemaire: 's Avonds half zeven ure: Leeskerk. Herv. Kerk te Dreischor: 's Avonds zes ureds. Burger. Herv. Kerk te Ouwerkerk: 's Avonds half zes ure: ds. Kunst. (Voorber. H. Avondm.) Herv. Kerk te Nieuwerkerk: 's Avonds zeven ureds. v. d. Linden. (Bed. H. Avondm. Geref. Kerk te Nieuwerkerk: 's Avonds half.zeven ure: Leeskerk. Oud-Geref. Kerk te Nieuwerkerk: Geen dienst. Herv. Kerk te Oosterland: 's Avonds zeven uredr. Smit. Geref. Kerk te Oosterland: Geen dienst. Herv. Kerk te Sirjansland: Geen opgaaf ontvangen. Herv. Kerk te Bruinisse: 's Avonds half zes ure: Leeskerk. Geref. Kerk te Bruinisse: 's Avonds half zes ureds. v. Bueren. Oud-Geref. Kerk te Bruinisse: Geen dienst.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1900 | | pagina 2