ZIEBIKZmcnE NIEUWSBODE.
Zaterdag 31 Maart 1900.
Direct.-Uitg. J. WAALE. Redact. A. FRANKEL.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Eerste Blad.
RECLAMES.
Prijzen 1ste klasse
J. DE GRAAF Cz.,
10 pCt. korting en Gratis-Loten
BEKENDMAKING.
Onveiligheid Vaarwater.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en 56*te JAARGANG. No. 7366. AdvertentiënTan 1—3 regels 30 Cts.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 4,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 40,per jaar.
56*te JAARGANG. No. 7366.
Advertentiën, van 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 40 Cts.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
42 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de „Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
15 regels T'Ö cts. Elke regel meer 15 cts.
gevallen op Nos. 12724, 2171, 737,
7604, 387, 2411, 2080, 1509, 1433.
M A G A Z IJ N
van HoedenPettenHeeren- en
Jongeheeren-Kleederen.
Oroote sorteering. Scherp concurreerende prijzen.
Bij contante betaling
NAA.B EEN
Heeren- en Dames-Rijwiel.
De BURGEMEESTER van Zierikzee;
Overwegende, dat meermalen vleesch, van buiten ingevoerd,
ter keuring wordt aangeboden, nadat het van de ingewanden
is ontdaan, zoodat alsdan de keuring niet naar behooren
kan plaats hebben;
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat het van
buiten deze gemeente aangevoerd vleesch, dat alhier ter
keuring wordt aangeboden, ter voorkoming van afkeuring,
voor het vervolg steeds moet voorzien zijn van de ingewanden
(als: hart, nieren, milt, enz) in hunne natuurlijke ligging
en dus nog aan het vleesch bevestigd.
Zierikzee, den 30 Maart 1900.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van
Zeevarendendie daarby belang kunnen hebbendat in de
laatste helft van Maart of in de eerste helft van April e.k.,
eenige scherpe schoten zullen worden gedaan uit een kanon
van 30 c.M. van het fort op de Hartsens;
dat het onveilige terrein in een driehoek ligt, gevormd
door h«t fort en twee denkbeeldige lijnen, in de richting
^4. 3'5°0 en N 75° 0 tot op 9000 M. afstand van het fort;
dat op de dagen, waarop gevuurd wordt, een roode vlag
van het fort geheschen zal worden, van minstens één uur
vóór den aanvang der oefening, alsmede gekleurde vlaggen,
aangevende de richtingen waarin gevuurd zal worden; ter
wijl een stoomboot de schepen zal waarschuwen en zoo
noodig hulp verleenen aan kleinere (zeil) vaartuigen om
buiten het onveilige gedeelte van het vaarwater te komen;
dat op die dagen groote waarschuwingsborden aan den
ingang der haven en op de batterij Vischmarkt opgesteld
zullen zijn, waarop vermeld staat in welke richting dien dag
gevuurd zal woiden, terwijl nabij bet torpedo-magazijn en
aan den ingang der haven borden zullen worden geplaatst,
waarop is aangegeven de beteekenis der bovenbedoelde ge
kleurde vlaggen als volgt: rood en witte vlag beteekent N.
wit en zwarte vlag N.O., zwarte vlag O.
Zierik7EE, den 29 Maart 1900.
De Burgemeester voornoemd
CH. W. VERMEIJS.
Nederland.
ZIerikzee, 30 Maart. Onder voorzittericbap
van den heer A. H. W. van der Vegt vergaderde
Woensdagavond in het lokaal van mej. de weduwe
Kanaar alhier het Dep. Zierikzee der Ned. Maatsch.
tot bevordering van Njjverheid. Als spreker ttad op,
de heer mr. J. P. Oau, die tot onderwerp van zjjn
voordracht gekozen had: «de oprichting van een
pensioenfonds voor werklieden". Gelijk bekend is,
heeft de heer mr. Oau van het moeiljjk vraagstuk
der pensioneering van werklieden een nauwgezette
studie gemaakt. Ali vrucht van die studie waren
in het Sociaal Weekblad van 28 Jan. 1899 en 4 Febr.
1899 twee artikelen van zjjn hand verschenen.
Spreker, die met het oog op den aard van zjj»
onderwerp, de besturen van Onderling Hulpbetoon"
en «Spaarbank" tot bijwoning van zjjn voordracht had
uitgenoodigd, aan welke uitnoodiging beide besturen
hadden gevolg gegeven, begon het auditorium er op
te wijzen, dat reeds meermalen in Nijverheid, den
laatsten maal door mr. Van Genns, de pensioneering
van werklieden besproken was. Na de jongste
bespreking was een kort debat gevolgd, datevenwel
wegens het vergevorderd arondour niet tot zjjn recht
kwam, maar waaruit toch bleek, dat ten aanzien
van deze kwestie een breed verschil van inzicht
bestond. Dit meeningsverschil gaf spreker aanleiding
het onderwerp opnieuw hier ter sprake te brengen,
hiertoe ook nog geleid door de omstandigheid, dat
de bestrijding van zjjn artikelen in het Sociaal
Weekblad hem had aangespoord het vraagstuk
nogmaals rjjpeljjk te overdenken. En het resultaat
■n van deze overdenkingen zal hjj aan de verga-
doring mededeel en, waarbjj dan tevens zal worden
aangegeven, boe hier ter stede in de behoefte aan
pensioneering van werklieden beter en vollediger
dan tot dusverre kan voorzien worden.
Spreker zette hierop uiteen den tegenwoordigen
stand van het peDsioenvraagstnk.
Algemeen wordt erkend de treurige toestand der
werklieden, die door ziekte of onderdom niet meer
in staat te arbeiden, tot armenzorg hnn toevlucht
moeten nemen. Die toedtand kan voorkomen worden
door de vrijwillige pensioenverzekerj^. Indien men
n.l. op jeugdigen leeftjjd begon met het storten van
een kleine wekeljjbsche premie, dan zou men, oud
geworden, zich een matig pensioen kannen verzekeren.
Met dit doel werd in 1883 de Ned. Pansioenver-
eeniging voor werklieden gevormd. Zjj stichtte het
Ned. Werkliedenfonds, dat, een genootschap van
onderlinge verzekering, beoogt aan werklieden
gelegenheid te geven, om te zorgen voor hun ouden
dag en voor hun nagelaten betrekkingen. De deel
neming evenwel in dit fonds is zeer gering, hetgeen
hierdoor zich verklaren laat, dat, om zich een redeljjk
pensioen te verzekeren, men tot het fonds jong moet
toetreden, wat de meeBte menschen nalaten, daar zjj
op jengdigon leeftjjd nog geen zorg voor de toekomst
hebben.
Daarentegen vindt de verzekering eener uitkeering
na overigdon, die veel overeenkomst heeft met de
begrafenisfondsen, de meeste deelneming.
De overige verzekeringen, bepaaldeljjk die wegens
onderdom, worden meestal gesloten door sommige
patroons, ten behoeve van hunno werklieden. Enkele
hoofden van fabrieken, zooals Stork te Hengelo en
Van Marken te Delft, hebben zich hierdoor jegens
hun werklieden verdienstelijk gemaakt. Maar de
werklieden zelve sluiten zelden zulke verzekeringen
waaruit bljjkt, dat do vrij willige penaioensverzekering
bjj zulk een fonds onder de werklieden zelve weinig
bjjval vindt.
Lgnrecht daartegenover staat de Staatipensionee-
ring. Hier worden de pensioenen geheel betaald
door den Staat. Afgezien van bet onjniite beginsel,
dat aan dit stolsel ten grondslag ligt, schjjnt
Staatipensioneering om de daaraan verbondene
enorme Staatsuitgaven vooreerst praktisch onuit
voerbaar.
Anders is het met het stelsel van verplichte
verzekering, dat in 1891 in Duitschland is ingevoerd,
en dat voor Noderland ia uitgewerkt in het verslag
der Staatscommissie. Volgeire de Staatscommissie
zouden alle loontrekkenden een premie moeten
betalen, hunne patroons zouden een geljjk bedrag
moeten storten, en uit die premiën zou een fonds
gevormd worden, waaruit aan de deelnemers, als
zjj invalide of oud zjjn geworden, een wekeljjkich
pensioen zou worden uitgekeerd.
Het bedrag der premiën is hierop berekend, dat
de deelnemers reeds op hun 16de jaar beginnen te
betalen. Het nu levende geslacht van worklieden,
dat echter ouder is, zou hoogere premiën betalen
moeten, waartoe het niet in staat is. Hen wil
men toch geljjko premiën laten betalen als do
16-jarigen. Het daardoor ontstane tekort in het
fonds zou dan door den Staat worden aangevuld,
hetgeen gedurende 50 jaar 8 A 9 millioen gulden
per jaar zou bedragen, of wel 223 milioen gulden
in eens.
Spreker heeft tegoD de verplichte verzekering
ernstige bedenkingen. Zjj betreffen
I. de Staatsbijdrage. Tegen baar bestaan dezelfde
bezwaren als tegen de Staatspensioneering;
II. den dwang voor de patroons. De patroons
zullen niet alleen de ééne helft der premie moeten
betalen, maar ook de andere helft der premie van
het loon van den werkman moeten inhonden. Nu
gaat het toch niet aan om eiken patroon, die een
werkman slechts tjjdeljjk in zjja dienst heeft, te
verplichten een deel in diens pensioen te betalen;
III. den dwang voor de werklieden. Men verlaat
daardoor den weg der vrjje ontwikkeling, waarop
de werklieden reeds een eind zjjn gevorderd. Boven
dien is bet bedenkelijk de menschen te willen
verbeteren door de wet. Dit moet komen nit
hen zelve;
IV. de omstandigheid, dat de verplichte verzekering
zich niet aansluit aan de bestaande toestanden. In
tegenstelling met de verzekeringen bjj overigden
(begrafenisfondsen), bjj ziekte (ziekenfondsen en
ondersteuningsfondsen)', die tot het volk zjjn door
gedrongen, en daarom voor een wotteljjke regeling
vatbaar zjjn, vindt een wotteljjke pensioens
verzekering geen steun in de werkelijkheid, en
moet dan ook geheel op de theorie worden
opgebouwd.
De verplichte verzekering is het eerst toegepast
in Duitschlacd, bjj een wet van 1889, die tot tal
van klachten heeft aanleiding gegeven, en daarom
dan ook reeds gewjjzigd is.
Wotteljjke dwang is eerst dan gerechtvaardigd,
als vaststaat, dat langs den weg der vrjjheid geen
verbetering is te verkrggen. In weerwil van de
geringe deelneming in het Ned. Werkliedenfonds
meent spreker, dat nog langs een anderen weg het
doel bereikt kan worden. 8preker stelt zich 3 vragen:
I. Wat is de bestaande toestand II. Wat wil men
daarvoor in de plaats stellen? III. Door welke
middelen kan men dit doel bereiken?
De bestaande toestand is deze, dat in de behoeften
van oude en invalide werklieden wordt voorzien
door de armenzorg.
Nu moet men zorgen, dat de werkman, wanneer
bjj invalide of ond wordt, niet tot armoede vervalt.
Een vrijwillige pensioenverzékering is daartoe een
uitmuntend middel. Doov een groot aantal kleine
bgdragen verzekert zich de werkman een geldeljjke
uitkeering, ingeval hg oud of invalide wordt. Men
heeft echter tot nu toe dit stelsel alleen op die
wjjze trachten toe te passen, dat de premie alleen
door den werkman wordt betaald.
Armenzorg en vrjj willige pensioenverzekering
staan das lgnrecht tegenover elkaar. Want voor
armenzorg betaalt de arme niets, voor de verzekering
moet de werkman alles betalen.
Een middenstelsel, dat noch nitslnitend op de
liefdadigheid, noch nitslnitend op de eigene bg
dragen van den werkman bernst, maar een
combinatie is vau beide, ware hier de weg, dien
men moet inslaan. De werkman verkrgge een
pensioen deels door zjjn eigen bgdragen, deels door
de giften van anderen. De meergegoeden moeten
in overleg en in samenwerking met de werklieden
trachten aan ben de middelen te verschaffen, om
zich een pensioen te verzekeren in geval van
onderdom of invaliditeit.
De onderlinge verzekoringfondsen geven gewoon
lijk alleen ondersteuning bjj tijdelijke ziekte, dus bjj
tjjdeljjke invaliditeit Uit tijdelijke invaliditeit volgt
vaak blijvende invaliditeit. Het ligt daarom geheel
op den weg dier fondsen hnn werkkring nit te
breiden tot het doen van uitkeeringen aan die
leden, die door ziekte of onderdom voortdurend
ongeschikt zjjn geworden om te werken. Zoo zullen
zjj van zelf worden pensioenfondsen. Zóó is het dan
j °°k gegaan met «Onderling Hulpbetoon" alhier.
Kunnen de leden van zulko fondsen de contributie
niet geheel uit eigen middelen bestrjjden, dan
kunnen zjj een beroep doen op de hulp van anderen.
Reeds nn vragen vele onderstenniogfondsen vrjj-
willige bgdragen van begunstigers. Gewoonljjk levert
dit echter niet veel resultaat op. Vandaar dat
spreker dit systeem zon voorstaan: men splitte de
contributie, die de leden van een pensioenfonds
moeten betalen, in twee deelen, waarvan de ééne
helft door het lid, de andere helft door een ander
voor hem wordt betaald. Wie lid van zulk een
fonds wil wordenmoetals hjj de geheele
contribntie niet betalen kan, eerst iemand vinden,
die tfe helft voor hom betalen wil.
Voor pentioenverzekering zjjn alloen die werk
lieden vatbaar, die zooveel verdienen, dat zjj
daarvan iets kunnen afzonderen voor hnn toekomst.
Spreker behandelt vervolgens de door de Staats
commissie vermelde stelsels van verzekering: 1°.
het premiestelsel; 2°. het kapitaaldekkingstelsel;
3°. het omslagstelsel. Het laatste stelsel lacht hem
het meeste toe. Het is zeer eenvoudig. Stel dat
een pensioenfonds 100 leden heeftelk lid betaalt
10 cent per week: zjjn begunstigers eveneens 10
cent. Het fonds ontvangt dus van elk lid 20 cent
per week, of voor 100 ledon f 20. Worden van die
100 leden 10 gepensioneerd, dan kan ieder ge
pensioneerde f 2 per week trekken.
Men kan ook eau middelweg inslaan, door niet
alle inkomsten te verdoelen, maar een reserve
kapitaal te vormen. Zoo handelt «Onderling Hulp
betoon" alhier, dat een reserve-kapitaal van ruim
f 12000 heeft bjjeengebracht.
In 't algemeen zjjn de werklieden thans geheel
overgelaten aan de armenzorg, en hebben hoegenaamd
geen recht op onderstand. Elke zekerheid, die een
pensioenfonds hnn geeft, is dus voor hen een ver
betering. Die zekerheid zal toenemen naar mate
da pensioenfondsen meer algemeen worden, en dns
ook jongere leden toetreden. De tarieven van het
Nederl. Werklieden fonds toonen aan, dat tegen een
matige premie een voldoend onderdoms-pensioen
kan verkregen worden, mits men op jeugdigen
leeftjjd aanvange. Iemand b v. van 16—20 jaar
kan voor slechts 4 cent per week zich een pensioen
van f 2 per week verzekeren, ingaande op 70-jarigen
leeftjjd. En nu zon het pensioenfonds voor zulke
leden dadeljjk bjj hnn toetreding een verzekering
kunnen sluiten bjj het Nederl. Werkliedenfonds.
Door pensioneering worden de werklieden alleen
bjj ouderdom of invaliditeit geholpen. Echter bjj
ziekte, werkeloosheid, en bovenal bjj overigden, kan
de werkman of zjjn gezin tot armoede vervallen.
Komt de werkman te overljjden, en laat hg vrouw
6ü kindereu onverzorgd achter, dan baat het pen
sioen niets. In deze gevallen zou kuDnen voorzien
een verbeterde armenzorg, die bjj verdere ont
wikkeling tot volledige verzekering zou kunnen
leiden. Sommige fabrikanten reeds hebben uit bg
dragen van henzei ve en van hun werklieden een
fonds gevormd, waaruit de kosten van onder
steuning bestreden worden, indien nit genoemde
oorzaken bet gezin aan armoede blootstaat.
In het tweede gedeelte van zjjn voordracht ont
wikkelde spreker zjjn denkbeeld, hoe ook alhier in
de behoefte van pensioneering beter en vollediger
zou kunnen worden voorzien dan thans het geval
is. Hiertoe ging spreker na den tegenwoordigen
toestand, wat reeds door «Onderling Hulpbetoon"
en de Nutsspaarbank voor de pensioneering van
werklieden is gedaan.
Uit het jaarverslag van «Onderling Halpbetoon"
18®s/o9 MeRk, dat is uitbetaald: aan totaal-uitkee-
ringen f 1725, waaronder aan 7 gepensioneerden
f 904,20, (2 gepensioneerden f 3,60, 5 gepen
sioneerden A f 1,80).
De Spaarbank beeft, met goedkeuring van het
Departement, besloten een deel van haar winst to
gebruiken voor pensioneering van werklieden. Aan
5 leden van «Onderling Hulpbetoon", die 70 jaar
bereikt hadden, werd door haar een pensioen toe
gekend van f 1,80 per week. Ook verleende zjj
aan vier niet-leden van «Onderling Hulpbetoon"
een wekoljjksch pereioen van f 1,80.
Totaal-gepensionoerden Spaarbank 9 4/ 93,63
f 852,40; «Onderling Hulpbetoon" 7, samen
f 904,20; totaal 16 gepensioneerden f 1746,60.
Een betere regeling en uitbreiding ware wensche-
ljjkin dien zin, dat ook weduwen en weezen
pensioen erlangen, die nn aan de liefdadigheid zjjn
overgelaten, die haar gunsten vaak ongelgk verdeelt.
De kosten zonden te vinden zjjnI. door ver
hooging van contributie; II. door uitbreiding van
het getal begunstigers. Als elk lid een begunstiger
aanwees, zouden de inkomsten bjjna verdubbeld
worden.
De contribntie zou moeten bedragen 2 X °t.
20 ct., te 7erdeelen als volgt: 5 ct. voor tjjdeljjke
ziekte, 4 ct. voor pensioen f 2 wekeljjks als men
70 jaar is), dus 9 ct. te zamen. Er big ven dus
over 11 ct. voor invaliditeit en weduwen-pensioen.
De ondersteuningfondsen zjjn dus zeer geschikt
om pensioneering daaraan vast te knoopen.
Daar men beneden de 40 jaar moet zjjn, om lid te
kunnen worden van «Onderling Hulpbetoon", zoo
is naast «Onddrling Hulpbetoon" noodig een
pensioenfonds voor personen boven de 40 jaar, die
geen leden zjjn van «Onderling Hulpbetoon". Nu
heeft wel de Spaarbank reeds enkele oudere
gepensioneerd, maar het aantal is natuurljjk
beperkt. Voor hen zou een pensioenfonds kunnen
opgericht worden, als door spreker in het eerste
gedeelte geschetst is. Wegens de late toetreding ware
een beperking tot pensioneering wegen invaliditeit
noodig. De grens voor leeftjjd van toetreding zou
kunnen gesteld worden op 60 jaar. Een wachttjjd
van 3 of 5 jaar ware, ook in 't belang van een te
vormen reservefonds, wenscheljjk. Het is billjjk,
dat men een zekeren tjjd moet hebben bjjgedragen,
alvorens te kunnen genieten de voordeelen van het
fonds. Werd iemand binnen den gestelden wachttjjd
invalide, dan zou de Spaarbank kunnen helpen.
Zou een dergeljjk fonds niet afbreuk doen aan
«Onderling Hulpbetoon?" Immers sommigen zouden
dan wachten, totdat zjj 40 jaar zjjn, niet toetreden
tot «Hulpbetoon", maar op of na dien leeeftjjd lid
worden van het pensioenfonds. Het gevreesd nadeel
ware te voorkomen, indien «Onderling Hulpbetoon"
den leeftjjd van toetreding ook stelde tot na 40
jaar, maar aan die toetreding op of na dien leeftjjd
bepaalde voorwaarden verbond (geen uitkeering bjj
tjjdeljjke ziekte, minder pensioen enz.)
«Onderling Hulpbetoon" en Spaarbank hebben
den grondslag gelegd voor de eventueele oprichting
van een pensioenfonds. Hierop moet men voort-
bonwen. Een goede regeling kan met den stenn
der meergegoeden best verkregen worden. En slaagt
men hierin, dan kan Zierikzee het voorbeeld
worden voor de oplossing van het pensioen-vraagstuk
ook zonder staatsdwang en zonder staatshulp.
Het behoeft niet gezegd te worden, dat deze
gehaltvolle voordracht met belangstellende aandacht
gevolgd werd. Van de gelegenheid tot gedachten-
wisseling, waartoe de Voorzitter gelegenheid gaf,
word door de heeren M. v. d. Linden, jhr. Rfiell,
J. Gloude en Hogerland gebruik gemaakt.
De Voorzitter bedankte, onder toejuiching der
Vergadering, den heer mr. Cau voor zjjn hoogst
belangwekkende rede, deelde mede, dat Maandag
den 9den April een Departement!vergadering tot
verdere behandeling van het nu ingeleide onder
werp zou gehouden worden, en sloot, nadat spreker
van dezen avond de Besturen van «Onderling Hulp
betoon" en Spaarbank tot bjjwoning van die
vergadering had uitgenoodigd, deze leerzame
bijeenkomst.
Bjj mej. Henriëtte Mulock Houwer is alsnog
voor de krijgsgevangen Boeren het volgende in
dank ontvangen: wed. A. f 0,50; mej. v. d. P,
0,50; wed. L. /"0,50; «Zuid-Afrika" ƒ0,50;
li. f 0,50; J. H. 2; N. N. 1 wollen
borstrok.
De Provinciale Staten van Zeeland zjjq door den
uitslag der jongste verkiezingen in de districten
Middelburg en Tholen onvera»derd samengesteld
gebleven, nL 18 anti-rev17 liberalen, 6 katho
lieken, en 1 lid, de heer W. A. Graaf van Lynden,
die tot geen partjj behoort.
Ter openbare civiele zitting der arrond.-
rechtbank te Middelburg is de heer mr. J. A. Hejjse,
geboren te Zierikzee, wonende te Middelburg, als
advokaat en procureur bjj voornoemde rechtbank
beëedigd.
Zondag a s. (1 April) zal het 25 jaar
geleden zjjn, dat de heer N. Visser te Sas van
Gent aldaar als sluismeester in dienst trad. Gedurende
al dien tjjd heeft hg zjjn betrekking met nauw
gezetheid eu tot tevredenheid zjjner superieuren
vervuld.
Door den heer J. Pohlmann, chemisch-inge
nieur te Delft, is aan den Raad der gemeente
Oostburg verlof gevraagd tot het oprichten van
een watergasfabriek tot verlichting van de kom
der gemeente.
Tot gemeente-ontvanger te Terneuzen is
heden door den Raad benoemd de heer J. A.
Klaassen aldaar. Met den benoemde stond op de
aanbeveling de heer J. W. Lucas te Egmond aan Zee.
Tot regent van het weeshuis te Aardenburg
is benoemd de heer J. Versprille aldaar.
H. M. de Koningin en de Koningin-Moeder
zullen zich op 24 April naar Amsterdam begeven,
voor het jaarljjksch bezoek aan de hoofdstad.
Naar het hoofdbestuur der Nederlandsche
Viischerjj-vereeniging mededeelt, is thans aan H. M.
de Koningin een vlootrevue van visschersvaartnigen
aangeboden op Pampus.
Het landeljjk comité in de zaak-Hoogerhuis
heeft tot zjjn afdeelingen en besturen van werk-
liedenvereenigingen, enz. een manifest uitgevaardigd
om, mocht de revisie niet worden toegestaan,
onmiddelljjk in alle steden en dorpen in Nederland
een demonstratie tegen deze weigering te houden.
Te Zutphen het ft de collecte door het oomitó
voor de diamantwerkers f 751.36,/a opgebracht
met andere ontvangsten te zamen 979.87.
Uit een Haagschen brief in het Raarlemsch
Dagblad:
«Laat mjj eindigen met de vermelding van een
voorval, dat misschien een anecdote is. De
nieuwe hoofdcommissaris Versteeg was van de
week in de stad, om zjjn opwachting bjj den
burgemeester te maken. Hjj liet zich in de Passage
scheren, en toen hjj weg wilde gaan bjj den kapper,
miste hg zjjn splinternieuwen «hoog zjj". Een
ander had dien met zjjn hoofddeksel verwisseld.
Zoo was het nieuwe hoofd onzer politie nauweljjks
een half uur in de stad of hjj werd bestolen!"
Aangaande de poging tot vergiftiging in de
buurtsohap het Loo wordt vermeld, dat een
echtpaar aldaar sinds eenigen tjjd in groote onmin
leefde. Dezer dagen zouden ze als gewoonljjk samen
als ontbjjt een pannekoek gebruiken. De vrouw had
ditmaal echter geen lnst. De man, die naar zjjn
werk moet, begint dns alleen te eten, doch ontdekt
terstond, dat de pannekoek doorzaaid is met muizen-
tarwe. Hg staakt natuurljjk dadeljjk dat onsmakeljjk
maal, en vraagt zjjn vrouw opheldering. Deze,
gebelgd over zjjn opmerkingen, ontrukt hem de
pannekoek, en werpt deze in het privaat.
De maréchanssées, met de zaak in kennis gesteld,
ontrnimden den pnt, en vonden een gedeelte van
den koek bereid met muizentarwe, hetgeen in beslag
werd genomen. De vrouw heeft haar man intusschen
verlaten, doch is gearresteerd.
Hilversum, 29 Maart. Bnrgem. ea Weth.
zullen in de eerstvolgende raadsvergadering gnnstig
adviseeren op de ingekomen adressen, met verzoek
tot weder-invoering der kermis.
Goes, 29 Maart. Heden had hier een treffend
ongeval plaats. De 60-jarige metselaarsknecht bad
het ongeluk door het uitgljjden van de ladder te
vallen van het dak der landbouwschool. Gekwetst