ZIEBIKZEESCM NIEUWSBODE.
Donderdag 19 October 1899.
Direct.-Uitg. i. WAALE. Redact. A. FRANKEL.
RECLAMES.
Levering Turf.
Invoer van Melkkoeien in België.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Uit Zierikzee's verleden.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prija per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
56ste 1AARGANG.
No. 7296.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts,, kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden,
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierihzeesche Nieuwsbode"
15 regels 75 Cts, Elke regel meer IS Cts.
Grootste sorteerln^:
van af f 2 toi f 45.
Diverse kleuren en modellen.
ZIE ÉTALAGE.
Naaml. Venn. Couf.-M.®, voorh. M. OOSTMEiJEB.
Zij, die in aanmerking wensehen te
komen voor de levering van KORTE
HARDE TURF aan de Gemeente
Zierikzee, behooren zich te wenden tot
den Burgemeester dier Gemeente, onder
opgaaf van prija en overlegging van een
monster van vier stuks, vóór 22 Octobere.k.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Zierikzee
maken bekend, dat de loting voor den dienst der Brandweer,
die volgens de bestaande verordening uit de daarvoor be
noembare ingezetenen moet geschieden, zal plaats hebben
in het openbaar op het Raadhuis, ter kamer van Burgemeester
en Wethouders, op Maandag: den ?33 October
o-Ir-, te beginnen des voormiddags te 11 uur.
Zij noodigen de ingezetenen, die op de lijst van benoem
baren zijn geplaatst, uit, bij de loting tegenwoordig te zijn,
en herinneren hun, dat zy recht hebben, zelve hun lot uit
de bus te nemen en dat voor de alwezigen door een der
leden van het Dagelijksch Bestuur zal worden geloot.
Zieiurzee, den 17 October 1899.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JA.N SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER van Zierikzee;
Gelet op eene Circulaire van den Commissaris der Koningin
in deze Provincie van den 14 October j.b, A No. 2224, 3aafdee-
ling (Pror. blad No. 118);
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de grens-
kantoren Clingo (station) en Clingo (dorp) met
ingang van 15 October j.l. voor den invoer van melkkoeien
in België gesloten zijn.
Zikrik7.ee, den 17 October 1899.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
In het vertrouwen* dat ons denkbeeld door bjjna
iedeïen Nederlander met groote ingenomenheid zal
worden begroet, verzoeken wjj U dringend daarvan
bljjk te geven door op na te noemen lijst een flink
bedrag te teekenen.
Het bijeengebrachte geld stellen wjj ons voor te
beBteden
1°. Voor het uitzenden van volledige ambulances
door tasschenkomst van de Nederlandsche
Afdeeling van bet Roode Kruis.
2°. Voor bet onderstonnen der in don strjjd
verminkten of der achtergebleven betrekkingen
van op het slagveld gebleven burgen.
3°. Voor zoodanig doel als ons gepast zal voorkomen
ter verzachting van do gevolgen van den oorlog.
Overtuigd aïs wjj waren, dat ons beroep op het
Nederlandsche Volk niet te vergeefs zou worden
gedaan, zjjn wg met het oog op het belang eener
spoedige afzending van verbandmiddelen, er reeds
toe overgegaan drie belangrijke zendingen, in overleg
met het Hoofdbestuur der Nederlandsche Afdeeling
van het Roode Kruis, naar Pretoria en Bloemfontein
over te maken.
liet Beatuur van de Kederlandsoh
Znld-ifrlbaansclie Vcreeniglng.
AMSTERDAM, 16 October 1899. j
Nu de oorlog tpsschen Engeland en de beide
Hollandsche Boerenrepublieken van Znid-Afrika is
uitgebroken, ligt het, dnnkt ons, op den weg van
het Nederlandsche volk om door eene gemeen
schappelijk© daad van zuivere barmhartigheid op
welsprekende wjjze te toonen, van welk een eerbiedige
bewondering en warme toegenegenheid ons het hart
is vervuld voor de stamverwanten, die daar ginds
de onafhankelijkheid van hun volksbestaan met
kracht van wapenen zullen hebben te verdedigen.
Aan deze oproeping, reeds lang door ons ver
wacht, geve een ieder gehoor, die hart heeft voor
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
Vurige redevoeringen te houden, motiön van
afkeuring aan te nemen, adressen van sympathie te
zenden, die tjjd is thans, nu de oorlog er is, voorbij.
Thans taste een ieder, tot welken stand der
maatschappij bjj ook behoore, in zgn benrs, en
offore naar zgn draagkracht tot heeling der gewonden,
en tot verzachting van het lot der verminkten.
Dit is al het minBte, wat wij voor onze om hun
vrijheid en onafhankelijkheid worstelende stam
verwanten doen kunnen.
Hiermede overschrijden wg ook niet de grenzen
der onzijdigheid, binnen welke wg in het belang
van ons vaderland ons bewegen moeten.
Grensde ons grondgebied aan dat der Znid-
Afrikaansche Republieken, dan ware neutraliteit
voor ooi lafheid, en zonden wij verplicht zjja met
het geweer in onze vuist aan de zjjde van onze
stambroeders te staan, die reeds lang door den
Engolscbman gesard en belaagd, thans door hem
met ondergang bedreigd worden.
Nu wg evenwel ver van hen verwijderd wonen,
moeten wg ons bepalen tot die hulp, welke volgens
de regelen van het volkenrecht door eiken staat
mag verleend worden.
En in het betoonen van die reeds door de
humaniteit voorgescbrevene hulp zullen wg toch
zeker ljjk niet willen achter big ven.
Opent daarom, Medeburgers 1 ten behoeve van
de gewonden en verminkten in Transvaal en Oranje-
Vrjjstaat uw beurzen, en geeft daaruit naar uw
vermogen.
Een elk offere op het altaar der broeder- en
menscbenliefdorjjk en arm.
Elke gave, hoe gering ook, is welkom. Want
vele kleintjes maken één groote.
Voor dit doel ligt op het bureel van onze
drukkerjj een ljjit. Red.
Transvaal.
In de proclamatie van President Steyn wordt
gezegd, dat de Vrgstaat verplicht is Transvaal te
helpen wegeDS de hen verbindende banden deB
bloeds en de formeele tractaatbepalingen.
•Plechtige verbintenissen hebben de Transvaal
niet beschermd tegen een samonzwering om haar
te annexeeren, Als haar onafhankelijkheid ophoudt,
zal bat bestaan van den Oranje-Vrgstaat als onaf-
hankelgken Staat geen beteekenis meer hebben.
De ondervinding van het verleden heeft bewezen,
dat geen vertrouwen kan geBteld worden in de
plechtige beloften en verbintenissen van Groot-
Brittannië, als de Regeering, die aan 't roer is,
bereid is de tractaten met voeten te treden".
De oorspronkelijke conventies zgn door Groot-
Brittannië verwrongen en verdraaid tot oen middel
om tyrannie uit te oefenen tegen de Transvaal, die
het onrecht, haar aangedaan, niet met kwaad heeft
vergolden. Inwilliging der Britsohe eischen zou
gelijkstaan met verlies van onze onafhankelijkheid,
die gewonnen is door bloed en tranen. Jarenlang
zgn Britsche troepen geconcentreerd langs de grenzen
van Transvaal, ten einde haar door terrorisme, te
dwingen de Britsche eischen in te willigen. De
arglistige plannen van hen, bjj wie de liefde voor
goud de drjjfveer is, staan nu op 't punt verwe
zenlijkt te worden. Erkennende het eergevoel van
duizenden Eogelschen, die daden van roof en geweld
verfoeienverafschuwt de Oranje-Vrgstaat de
onrechtmatige daden van een Britsch staatsman".
Vertrouwen uitsprekende in den Almachtige en
gelastende geen daden te doen, die Christenen
onwaardig zgn, eindigt de President: •Burgers van
den Vrgstaat l Staat op als één man tegen den
onderdrukker en schender van het recht 1"
De Transvaalsche kommandant-generaal
gehoord hebbendedat sommige bnrgers zich
misdragen hebben door 't plunderen van magazjjnen,
heeft een proclamatie nitgevaardigd, waarin hp
zegt: »Wauneer wjj tegen onzen wil genoopt zgn
de grenzen van ons land te overschrijden, laat men
dan niet denken, dat wjj een bende roovers zgn,
en laten wg daarom zoo ver moge.'gk verwjjderd
big ven van particuliere woningen of plaatsen, waar
geen vgand staat. Als levensmiddelen en veevoeder
noodig zgn, laten dan bepaalde officieren die
goederen opeischen van den eigenaar, en laat er
requ gegeven worden met betalingibelofte door het
gouvernement der Republiek".
De Directie van den Nederlandichen Znid-
Afrikaanichen Spoorweg heeft bepaald, dat hare
ambtenaren en beambten niet aan den oorlog mogen
deelnemen, behalve wanneer zjj bevel daartoe
ontvangen.
Maar ook als zjj tot den krggsdienst worden
opgeroepen, dan zal de directie alleen diegenen
laten gaan, die gemist kunnen worden. Voor de
anderen zal zjj aan de Regeering vrijstelling van
den dienst vragen.
Zjj mogen geen wapenen dragen, noch in, noch
buiten dienst en zich niet verzetten tegen geregelde
troepen. Wie tegen die voorschriften handelt, doet
dat op eigen verantwoording en gevaar.
Als een gedeelte van den spoorweg door den
vgand is genomen, moeten de beambten trachten
zich langs het nog niet bezette gedeelto terug te
trekken, om zich dan aan bet naaste station aan
te melden voor den dienst. Een uitzondering
daarop maakt het geval, dat de vgand hun verbiedt
zich te verwjjderen, of wanneer zjj om hunne
gezinnen moeten bljjven.
De verdediging van spoorwegstations tegen
geregelde troepen is nutteloos, en noch in het belang
van den Staat noch in dat der spoorwog-maatschappjj.
Neemt de vgand het in bezit, dan moeten zjj bnn
post verlaten, na alles in orde te hebben gebracht,
met medeneming van de boeken, papieren, enz.
Vrijwillig mogen zjj den vgand geen hulp ver-
leenen, maar worden zjj daartoe gedwongen, dan
moeten zij gehoorzamen. Zij moeten dan echter
bjj de eerste de beste gelegenheid trachten te vluchten.
Voorts mogen do beambten, om gevangenschap
te ontgaan, de belofte afleggen, dat zjj sullen bljjven
op de plaats, welke de vgand hun aanwgst, en niet
zullen deelnemen aau den oorlog.
Het manifest aan de Afrikaansche bevolking
van Zuid-Afrika sehjjnt in heftigen toon gesteld
te zgn. Sir Alfred Milner heeft Chamberlain den
korten inhoud geseind van hot stuk, dat een
Engelschen en Nederlandschen tekst heeft, reeds
sedert een paar weken in de Kaapkolonie drnk
verspreid wordt, en onderteekend is door den
Johannesburgschen veldkornet Viljoen. Wat zult
gjj doen ia do onzekere toekomst, wordt don
Afrikaanders afgevraagd. En bet manifoBt herinnert
hen aan Slachtersnek, den roof van de diamantvelden,
Jameson's inval, Engeland's lust om Majoeba te
wreken, en de Afrikaanders ten onder te brengen.
Indien de republieken in Eogelsche handen komen,
zullen de Afrikaanders, die men nu nog ontziet,
ontwapend worden: Hottentotten zullen met hen
in de parlementen te Kaapstad en Pietermaritzburg
zitten »Ea dus, gjj mannen, die onder de
Britsche vlag leeft, maar van onzen eigen stam zjjt,
weet wel, dat de vernietiging der Boeren-repnblieken
geljjk staat met de vernietiging van den Afrikaanichen
stam 1"
Benoorden Mafeking ia hevig gevochten. Een
gepantserde trein, uitgezonden om de Ijjn te
herstellen, opende het vuur. Een burger werd
gedood, en twee werden er gewond, de Engelschen
kregen negen gewonden in bet tweede gevecht. Het
commando van Cronjó had negen mjjl ten noorden
van Mafeking den spoorweg en een brug vernield.
Volgens telegrammen, die de regeering der Z.-A.
Republiek ontvangen beeft, dnnrt bet gevecht boven
Mafeking voort. Na het tweede gevecht trokken de
Engelschen in de richting van de Btad terug. Kort
daarop hernamen zjj echter den aanval. Twee burgers
werden gedood en drie gewond. De Boeren werden
door gebrek aan zwaar geschut gehinderdlater
kregen zjj dat van Cronjé.
Generaal Joubert heeft zgn hoofdkwartier te
Charlestown gevestigd, waar een telegraafkantoor
voor Transvaal is geopend, en dat telegrafisch ver
bonden is met Laing's Nek.
Naar het heet, zgn er kanonnen gevonden in
Robinson's Gold Mine, en levensmiddelen in
Robinson Diep. Kanonnen en levensmiddelen zgn
natuurljjk in beslag genomen.
Naar het heet, zjjn de Boeren weer slaags geweest
met een gepantserden trein, komende uit de richting
van Rhodesië.
Engeland.
Door den lord-mayor is een meeting belegd, met
het doel openlgk to getuigen van den steun, dien
Ben Hoogeschool op papier.
III.
Kon men de voorspraak der Gouvernante dus
niet inroepen, van andere zjjde scheen de hulp te
komen. De Heer van Bornele, die den Prins als
Eerste Edele van Zeeland vertegenwoordigde, gaf
aan de Regeering van Zierikzee den 18en Januari
1759 kennis, dat, indien de zaak weder ter Staten
vergadering gebracht word, het hem »een singulier
genoegen zgn zou, den bloei en voorspoed van deze
Stad op de gevoegelgkste wgze te bevorderen". In
de dankbetuiging, die hem hiervoor gewerd, werd
ook zgn hulp ingeroepen om de andere leden te
bewerken. De zaak werd den 15en Februari weder
aanhangig gemaakt, en Zierikzee verzocht -nu wel
te willen voortvaren. De Gedeputeerden der stad
waren bjj do leden der Staten gunstig ontvangen,
en men had uitgesproken, dat men vertrouwde, dat
niet meer do minste aandacht geschonken zou worden
aan >een simpel declinatoir Advis van de Reken
kamer", nadat het door Zierikzee zoo duideljjk was
weerlegd.
De commissie, benoemd door de Staten om advies
nit te brengen, deed dit 21 Juni. Het was zeer
gunstig. Men had het voor en tegen overwogen, en
kwam tot de conclusie, dat het verzoek der execu
teuren behoorde te worden ingewilligd. De leden
der Staten ontvingen een afschrift van bet advies
om ruggespraak met hunne lastgevers te kunnen
houden.
Toen in September de Staten weder saamkwamen,
schenen er niet veel bezwaren meer te zgn. Een
lid stelde tot voorwaarde, dat de Academie ten allen
tjjde bniten bezwaar van het land zon bljjven,
anderen verzochten een plan, hoe de Academie zou
worden ingericht.
Zierikzee werd nu verzocht een ontwerp-plan in
to zenden, waarna er verder over gedelibereerd en
geresolveerd zou worden.
Men had goeden moed. En terecht.
Het aantal Btemmen in de Staten bedroeg 7, n.l.
de Eerste Edele, en de 6 steden: Middelburg, Zie
rikzee, Goes, Tholen, Vlissingen en Veere. Bjj
meerderheid van stemmen werd beslist. En nu reeds
hadden Middelburg, Goes en Tholen hun toestem
ming verleend, terwjjl men van den Eerste Edele
niet anders mocht verwachten, en Zierikzee zelve
zich er natuurljjk bgvoegde.
Men toog aan 't werk, zoodat reeds twee maanden
later het plan vau stichting en inrichting ter Staten-
tafel kwam. De Statnten der Hoogoscholen te Leiden,
Utrecht en Harderwjjk hadden elk het hunne
daaraan bjjgedragen. Het was eigenlgk een dnbbel.
Eerst gaf men een ontwerp, ingeval hot een Provin
ciale Academie zou worden. Dan zou ook aan de
Staten rekening en verantwoording gedaan worden.
Wilde men dat echter niet, en zon het een plaatse
lijke voor Zierikzee zgn, dan verviel dit, en kreeg
zjj hetzelfde karakter als de Utrechtsche.
Men beoogde bjj de Academie op te richten een
Bibliotheek, een Hortus Medicus en een Theatrum
Anatomicum.
Ia welken zin de Staten ook zouden beslissen,
in elk geval werd de Academie geacht te zgn tot
luister en voordeel der Provincie.
Men vroog daarom dan ook, haar de voorrechten
on vrjjheden te schenken, die de Hoogeicholon
elders bezaten, zooals vrgdom van belasting van de
eigendommen der Academie, van tollen en rechten
voor de professoren en studenten, ea voor de eersten
vrgdom vau alle personeele lasten en ambtigelden.
Vrjjdom van wjjn- en bieraccijns werd gevraagd
Voor een professor 2 okshoofden wjjn en 15 halve
vaten bier
doctoren 80 Btobp wjjn en 6 halve vaten bier
per jaar.
Professoren en doctoren genoten ook elders dezen
vrgdom. Studenten bljjkbaar niet. Dezen wilde men
het echter ook hier aan bet eind hunner studies
als restitutie geschonken zien, terwjjl men bon, wat
de hoeveelheid betreft, geljjk stelde mot de doctoren.
Intnsscben was er bjj de Staten van Zeeland oen
bezwaarschrift van die van Holland ingekomen tegen
de beoogde inrichting. Leiden's octrooi werd natnnr-
ljjk bjj gebracht, en aan die van Zeeland verzocht
het verzoek te weigeren. Tot het verstrekken van
nadere inlichtingen verklaarden de Staten van Holland
zich bereid.
In het daarop gevolgde antwoord beriepen de
Staten van Zeeland zich in hoofdzaak op hunne
■ouvereiniteitsrechten, waarover door niemand had
kunnen beschikt worden dan door de Staten zelve
in voreeniging met den Graaf. Vond deze laatste
het goed Leiden oen Hoogeschool te geven, daar
door werden Zealand's rechten in geenen deele
verkort. Alvorens eindbesluiten te nemen, wilde
men gaarne Holland's nadere bedenkingen vernemen.
Toen in het voorjaar van 1761 nog niets naders
van Holland geboord was, werden die van Zierikzee
des wachteni moede, en wendde men zich opnienw
tot Zeelands Staten met bet verzoek, dat, indien
Holland de zaak al op de lange baan wilde
schuiven, dit geen belestsel voor de Staten zou
mogen zgn de zaak in behandeling te nemen.
Men wees op de vier leden, die er beslist vóór
waren, en de gunstige gezindheid der drie andere.
Naar het oordeel der Heerea van Zierikzee
hadden de Staten zich in dezen reeds te lang op
gehouden met het wachten op antwoord, wat
trouwens niet noodig was, daar het recht van
Zeeland onbetwistbaar was. Gaarne zag men dm
eindeljjk eens een favorabele conclusie".
Intusschen hadden de Staten van Holland aan
de curatoren der Leidsche Hoogeschool hun advies
gevraagd.
Dat dit geheel tegen Zeeland inging was te
verwachten. De Bouvereiniteitskwestie liet men
buiten beoordeeling. Alleen het octrooi en Zeelands
toestemming (welke echter door Zeeland ontkend
werd) achtte men voldoende, om alle overwegingen
buiten bespreking te laten.
Aan Zeeland werd dit advies door Holland toe
gezonden, met verzoek niet alleen om verdere
besprekingen te staken, maar ook het met hen eens te
zgn dat in Holland of Zeeland geen andere Hooge-
scholen mochten worden opgericht.
Zes leden der Staten van Zeeland verklaarden
het antwoord van Zierikzee te zullen afwachten,
dat eerlang, ook ter tafel kwam, en een doorloopende
beBtrgding was van het advies der cnratoren.
Weer werd een commissie tot overweging en
beantwoording der Staten van Holland benoemd,
doch van den arbeid dier commissie kwam niets
ter Statentafel.
Nadat weder eenige jaren verloopen waren, drong
Zierikzee bjj de Staten opnienw op een eind
beslissing aan. Deze kwam dan ook, on wol in
dato 29 Oct. 1767, en luidende:
Bjj resumtie gedelibereerd ijjndeopde Requeste
van Jakob de Witte van Eikerzee, Jakobus van
iJsselstein, en Mr. Cornelia de Ville, in qualiteit
als Executeurs van het Testament van wglen
Mr. Pieter Mogge, waarbij verzogt hebben octrooi
tot het opregten van eene Academie binnen de
Stadt Zieriksee, onder de Notulen van den 7
April 1757 vermeld:
Is goedgevonden te declareeren, dat in bet zelve
verzoek niet kan worden getreden".
Zoo was na een wachten van ruim 12 jaren
alle hoop vervlogen om de begeerde Hoogeschool
te zien verrjjzen. Waaraan deze wending bjj de
Staten van Zeeland toe te ichrjjven? Zeker wel
gedeelteljjk aan den eenigszins dringenden toon
van Holland.
Maar toch is er nog wel een andere reden
geweest. Er was te weinig van te verwachten.
Want dit moet den curatoren van Leiden toegestemd,
dat de erectie van een Universiteyt in Zeeland
nooit sonde hebben beantwoord aan het waarebut,
nog aan de kosten, die daartoe werden gerequireert,
als zjjnde de Provincie van Zeeland, hoe wel en
gelukkig anders geleegen, daartoe geenszins
gesitueerd, en byzonder niet om met eenige
verwagtingen Ingezetenen dezer Landen, laat staan
Buitenlanders, te trekken, hetwelk nogtans tot den
luister van een Universiteit niet weinig contribueert,
eu ook noodzakeljjk is".
Eenige jaren later in 1775 bepleitte
Mr, Pieter Panlns in een afzonderlijke verhandeling
•Zeelands regt tot het Btigten eener Hoogeschool".
En hoe overtuigd van dat reoht ook, was ook hg
van oordeel, dat een Academie in Zeeland weinig
zou opnemen, waarin hg dan ook de reden der
afwjjzing zocht.
Slechts danmeende bjjzou de oprichting
vrucht hebben, als Braband en Vlaanderen Voeti-
aansch werden, waarop toen al evenmin kans was
als nu.
De teleurstelling, door de niet-oprichting aan
Zierikzee bereid, spaarde baar echter de grootere,
van in den aanvang dezer eeuw hare stichting te
zien opgeheven, zooals Franeker en Harderwjjk,
Deze zooveel gunstiger gelegen plaatsen moesten
ondergaan in den wedstrjjd mot bare grootere
zusters: Groningen, Leiden, Utrecht.
En een dergelijk lot was stellig ook aan
Zierikzee beschoren geweest.
Maar van dit al afgezien, met Zeelands Reken
kamer van 1757 kannen wjj niet nalaten, de zoo
loffelijke en allerpryselykste intentiën en generense
gif te van den overledenen tot het bereyken van
soo een salutair oogmerk ten hoogsten te loveeren,
en te houden voor een zaak, welke bjj het latere
nageslacht altjjd verdient geöert en in agtinge te
bljjven".
Deventer.
OH. DIXON.