ZIERIKZEKSCHE 1VIEHVSI0IIF,.
Zaterdag 9 September 1819,
Direct -üitg. J. WAALE. Redact. A. FRANKEL.
Eerste Blad.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en 56ste JAARGANG. No. 7279. Advertentiënvan 1-3 regels 30 Cta.
Verschjjnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzonding
eens per week, f 10,per jaar.
56ste JAARGANG. No. 7279.
Advertentiën, van 13 regels 30 Cta.
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot dea
Maandag8, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnement»- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierïhzeesche Nieuwsbode"
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Het Bureau van dit Blad,
Hoek Schaf4h»veii, Zierlbzee,
is elben werkdag geopend tot het
aannemen vau Advertentiën en Abonne
menten alsmede tot het doen vau
betalingen daarvan.
Tarieven tot het plaatsen van
Advertentiën bij abonn"inent van 250,
500 en 1000 regels zijn steeds aan liet
Bureau verkrijgbaar.
De Administrateur,
A. J. DE LOOZE.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzle
maken bekend, dat in de op den 5 dezer gehouden verga
dering van den Gemeenteraad de navolgende benoemingen
hebben plaats gehad tengevolge van periodieke aftreding:
1°. tot Wethouder de heer Mr. H. C. MOOLENBURGIl;
2°. tot leden der Commissie voor de Strafverordeningen
de heeren Mrs. LECHNER en CAU; en
3°. tot lid der Commissie van Fabricagelid der Com
missie voor de Gasfabriek en de Straatverlichting
en Commissaris voor de Vischmarkt de heer M. C.
MULOCK HOUWER;
zijnde de Wethouder, de heer Mr. H. C. MOOLENBURGH,
door hen op nieuw aangewezen tot Voorzitter van de Com
missie voor de Gasfabriek en de Straatverlichting en tot
plaatsvervangend Voorzitter der Commissie van Fabricage.
Zieiukzee, den 7 September 1899.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
NIEUWSTliOIMGOST
Frankrijk,
Slot der een-en-twlntfgste zitting van
den krijgsraad.
De generale staf is in vollen oorlog. Dagelijks
moet hij «lag leveren aan den onatnimigen, voort
dringenden vgand, die vertegenwoordigd door den
onversaagden advokaat Labori »het recht" heet.
Dageljjks houdt de generale ataf krijgsraad om het
plan de campagne voor den volgenden dag vast te
atellen. Telkens na een nederlaag worden nieuwe
troepen in het gevecht gebracht om het verloren
terrein te herwinnen, en zoo mogelgk don geduchten
vgand to verpletteren. Zoo hoeft do generale ataf
op het atrjjdtooneel doen komen een zoogenaamden
uitgeweken Serviër, met een schoonklinkenden
naam, die van een vorste)jjke familie beweert af te
stammen, en verklaart uit goede bronnen vernomen
te hebben, dat Dreyfus de hoofdverrader was. Uit
oen ingesteld onderzoek is evenwel gebleken, dat
deze voorgeschoven getuige een verloopen, weg
gejaagd snjet is, veil voor geld, en tot elke
schelmerjj in staat. Met bet op den voorgrond
brengen van dezen Serviër op do kampplaats, hebben
de Eransche generaals nu ook getoond zeer slechto
strategisten te zjjn. En handig als Labori ia, heeft
hg van dezen strategischen misslag onmiddellijk
partjj getrokken. Hg heeft namelgk twee vreemde
lingen gedagvaard, om getuigenis der waarheid af
te leggen, en wel niemand meer en niemand minder
dan den Italiaamchen en Duitecben attaché
Panizzardi en von Schwartzkoppen, die, daar aan
hen de Eraniche legergeheimen verraden zgn, het
beste weten, wie met hen onderhandeld, wie het
borderel geschreven, wie hun de stukken geleverd,
en wie het geld daarvoor ontvangen heeft. Het
recht zal zegevieren, want de van authentieke
bewgzen good voorziene waarheid is op weg, en
zal aan den goneralon leugenstaf een beslissenden
slag leveren.
In afwachting van dezen bealissenden slag kunnen
wjj vermolden, dat aan het slot van deze zitting
de ond-miniiter van justitie Trarieux als zgn over
tuiging uitsprak, dat Dreyfas onschuldig enEsterhazy
schuldig was, dat de Italiaausche gezant hom dit
bewogen mededeelde, en hem tevens hot recht
geschonken had van deze mededeeling voor de
justitie gebruik te maken. Bovendien heeft Estorbazy
zelf erkend do schrgver van het borderel geweest
te zgn. Wat wil men meer
Getuige zegt>Do Fransehen moeten zich wachten
voor een bloedvlek op hun geschiedboek ta brengen
door de veroordeeling van een onschuldige. De
cerlgkheid der rechters verdenk ik niet, maar wel
de echtheid der stnkken, aan hun oordeel onder
worpen".
Tvree-en-twlntlgflte openbare zitting van
den krDgsrasd.
Vooraf ging een geheime zitting, die twee uren
duurde.
Advocaat Demange herinnert, dat tjjdens het debat
Boget zinspeelde op een instructie van de maand
Augustus. Demange verzoekt, dat men die instructie
bjj het dossier zal voegen.
Generaal Boget verzekert, dat hg op geon onkel
stuk uit de maand Augustus heeft gezinspeeld,
noch voor hot hof van cassatie, noch voor don
krjjgsraad. De instructie kan intusschen bestaan.
Of ze bg het dossier gevoegd is, weet hg niet.
De Voorzitter maakt de opmerking, dat de generaal
Augustus alleen genoemd heeft als den tjjd, waarop
do gedetacheerden stellig wisten, dat zg niet naai
de manoeuvres gingen.
Trarieux wgdt uit over het petit-blou, en ver
dedigt Picquart tegen de beschuldiging, dat deze
het petit-bleu heeft willen vervalschen.
Generaal Zurlindén verklaart, dat de minister van
justitie hem dwong Picquart voor do militaire
justitie te brengen, niet wegens uitkrabbing op hot
kaarttelogram, maar wegens valscbbeid in geschrifte.
Trarieux verwjjt Zurliudeu do tien maanden
onnoodige voorloopige hechtenis, die hg Picqnart
heeft opgelegd.
Labori vraagt het woord.
De President: Is het over het getuigenis van
Trarieux?
Labori. Neon, over de uitkrabbing op bet kaart
telogram.
De PresidentDan geef ik het u niet. Laten
wij de zaak-Droyfos eu niet van Picquart behandelen.
Labori. Met uw verlof, er is sprake van een stuk,
dat wij houden voor een bewjjs van het verraad
van Esterhazy. En nadat voorlezing was gedaan
van den brief van den minister van justitie aan
Zurlindén, waarin ten aauzieu van do uitkrabbing
een onderzoek gelast werd, merkt Labori op, dat
dio uitkrabbing dan wel degelgk van belang gcoor-
deold werd.
Generaal Zurlindén constateert, dat de uitkrabbing
niet het werk van Picqnart was.
Labori zegt, dat in het diplomatiek dossier zich
oen stuk bevindt, bevattend het verslag van een
gesprek tusschen Dolcaasó en den Duitschen gezant.
Daaruit blgkt, dat Esterhazy een aantal kaart-
telogrammen vau Schwartzkoppen ontvangen heeft.
Trarieux noemt de beschuldigingen tegen Picquart
•praatjes voor do vaak", on leest een brief voor,
door hem aan Billot geschreven, waarin hg tegen
die leugens protesteert. Hg kreeg geen antwoord,
en Billot onderzocht niet. Toon de krijgsraad het
aan Esterhazy ten laste gelegde naging, weid hg
door legenden misleid. De rechtors geloofdon de
leugens van Esterhazy, zoodat dezo vrijgesproken,
maar niet gevonnist is.
Generaal Billot vortelt, vroeger in Picquart ver
trouwen gesteld te hebben, maar thans dat vertrouwen
niet meer te bezitten. Geen wonder, zoolang Picquart
niets onthulde, wat den generalen leugenstaf kon
compromitteoren, was Picqnart een bravo Hendrik,
maar teen hg van Dreyfus' onschuld overtuigd
geraakte, en zaken onderzocht, die het daglicht niet
konden verdragon, was hg onbetrouwbaar en slecht.
Op een vraag van Labori ovor het vrgmakond
stuk, dat aan Esterhazy verschaft is door den chef
van het kabinet van Billol, antwoordt dezo, dat hij
ook de verantwoordelijkheid daarvan op zich neemt.
Hg is van gevóélen, dat, al stond de schuld van
Esterhazy vast, de onschuld van Dreyfus daarmede
niet bewezon ware.
Labori:Als ik den generaal goed begrepen heb
De Voorzitter, den advokaat in de rede vallend
•Generaal Billot had al een dergelijke verklaring
afgelegd".
Labori.- Nog nooit was beweerd, dat Dreyfus de
medeplichtige van Esterhazy was. We moeten weten,
of de aanklagers, nu zg zien, dat al hun
beschuldigingen falen, zich thans op dit terrein
gaan begeven.
Dreyfus staat op, en protesteert tegen de nieuwe
beschuldiging.
De Voorzitter verzoekt Labori zich te matigen.
Labori: »Ik heb geen woord gezegd, dat niet
gematigd was".
De President: »Uw toon is niet gematigd".
Labori»Mijn toon heb ik niet in mgn macht".
De President»Dan ontneem ik u het woord".
Labori: »Ik gehoorzaam, maar neem er akte van,
dat mg telkens het woord wordt ontnomen, als ik
mg op een terrein begeef, waar men niet tegen mjj
opgewassen is". Groots opgewondenheid in de zaal.
Voorzitter dreigt de zaal te zullen ontruimen
De President vraagt, of Labori nog ieti te vragen
heeft.
Labori: »Daar ik de kwesties, die de kern van
het proces vormen, niet mag aanroeren, bohoud ik
mg voor de gedragsljjn te volgen, dio het bewust
zijn van mgn verantwoordelijkheid, en de rechten
van de vordodiging mg voorschrijven. Ik bezit
oogenblikkolgk niet meer de kalmte, die noodig is
om den loop van het proces te volgen, en behoud
mg voor to overwegen, wat mg te doea staat.
De President: »Ga zitten".
Labori.- >Op uw commando ga ik niet zitten".
Het getuigenis van du Paty de Olam wordt voor
gelezen. Daarin komt o. a. voor, dat Paty de Clam
door generaal Gonse belast werd met het opstellen
van een rapport over de zaak-Dreyfus. Dat rapport
is verdwenen.
In zgn getuigenis verklaart du Paty de Clam,
dat men van hem wil maken den eenigen aanlegger
van een campagne, waaraan allen hebben deelgenomen.
Hiertegen komt hg op. Hg ontkent Dreyfas geplaagd
to hebben, en verklaart tegenover mevrouw Dreyfus
al tgd wellevend te zgn geweest. Van den inhoud der
gehoime stukken weet hij niets af. Hg heeft dio
slechts overgebracht. Dreyfus heeft hem woordeljjk
gezegd: »Neea, ik wil geen verzachtende omstandig
heden pleiten. Mgn advokaat heeft mjj beloofd, dat
in drie óf vjjf èf zes jaar mgn onschuld zal erkend
worden".
•Ik weet uw meening, en ik treed daarover niet
in discussie. Ik weet, dat gg een eerlgk man zjjt.
Ik verzeker u, dat gg u bedriegt. Zoek hen, die
gij mijne medeplichtigen hebt gonoemd, en die gg
de ware schuldigen noemt".
Nadat de getuigenverklaring van don geslepen
du Paty de Clam was voorgelezen, werd deze zitting
te twaalf ure gesloten.
Drlc-en-twlntigete openbare Bitting van
den lfrlj(pir»»d.
Mr. Labori deelt mede, dat de gedagvaarde
Schwartzkoppen en Panizzardi om redenen van
openbar© orde niet als getuigen vertebgaea kunnen,
maar bereid zgn te antwoorden aan een rogatoire
commissie, door den voorzitter van den krjjgsraad
te zenden. Hij stelt het zenden van een zoodanige
commissie voor.
De heer Paléologue, door den voorzitter naar zgn
gevoelen in dezo gevraagd, zegt, dat, nu over-
wegingen van openbare orde do heeren beletten in
persoon te komen, de minister van buitenlandsche
zaken wel niets tegen het zenden eonerondervragings- j
commissie zal hebben.
Begeerings-Commissaris Carrière verklaart er ook
niets togen te hebben, mitB bet debat er niet door
worde opgehouden.
Mr. LaboriDe wot Btaat eene schorsing toe van
48 uren
Mr. Labori neemt nu zgn conclusiën tot benoeming
eener ondervragiogs-commicsie, nu overwegingen
vau openbare orde de heeren von Schwartzkoppen
en Panizzardi beletton porsoonlgk te verschijnen,
om ouder eedo te antwoorden op de volgende vragen
I. Op welken datum hebt gg do documenten
ontvangen, in het borderel vermeld
II. Waren zg van hetzelfde schrift als het borderel,
dat gij kent van hot facsimile?
III. Wat hielden die documenten in
IV. Hebt gg de icbiethandleiding in hot origineel
of.in afschrift ontvangen?
V. Ontvingt gg ook een schiet-roglemont
VI. Sedert wanneer en tot wanneer ontvingt gij
stukken
VII. Was het petit bleu gericht aau uwen
gewonen leverancier
VIII. Hebt gg rechtstreoksche betrekkingen
onderhouden mot don beschuldigde
Na een langdurige beraadslaging verklaart de
krjjgsraad, dat alleen do voorzitter, kolonel Jonaust,
de bevoegdheid heeft een ondervragings-commiseie
naar de heeren von Schwartzkoppen en Panizzardi
te zenden.
Da Voorzitter verklaart, op een vraag van Labori,
dat hg weigert de ondorvragings-commissie te zenden.
Cernuschi de Servier, die als getuige opnieuw
moest optreden, is, wat zeer opmerkeljjk is,
plotseling ziek geworden. Deze door den generalen
staf omgekochte schelm durft blijkbaar zich niet
opnieuw aan een ondervraging te onderwerpen, en
dit te minder, nu zjjn levenswandel bekend is
geworden.
Cochefert (oud-chef van den veiligheidsdienst) ver
klaart, dat na. den dicteerproef, en eerst aa de hem
gestelde vrageu Dreyfns ontroerd is geweest. Toen
hg een revolver zag, die onder zgn bereik op tafel
gelegd was, heeft Dreyfns gezegd >Ik wil mg niet
dcoden. Ik wil leven, om mgn onschuld te bewgzen".
Generaal Mercier komt terug op het getuigenis
van kapitein Proystütter, het lid van den krggsraad
van 1894, die erkent Dreyfns onrechtvaardig
gevonnist te hebben. Men herinnert zich, dat kapitein
Freystütter erkend heeft, dat in 1894 geheime Btnkken
in raadkamer waren overgologd stukken, die ver-
va'scht waren. En met het oog hierop heeft men
Mercier, die zoo onschuldig is als een pat geboren
lam, voor falsaris uitgekreten. Nu generaal Mercier
die dit feit betwist, maakt den kapitein Freyafatter
voor oen leugenaar uit. Hg beroept zich hierbij op
Boisdeffre en Gribelin, mannen even verdacht als hg.
De generaal beweert bij de leden van don krggs
raad van 1894 inlichtingen te hebben ingewonnen
omtrent do al- of niet aanwezigheid onder de
stukken van het door Freystatter beweerde (de
verkeerde vertaling van Panizzardi's telegram).
Welnu, allen, op één na, hebben geantwoord zich
niet te herinneren zoodanige dépêche gezien te
hebben, er evenwel bgvoegend *dat zij er niet op
zweren Iconden, wijl na die vijf jaar hun geheugen op
dit punt niet meer zoo getrouw was
Deze laatste reserve is kostoljjk, onbetaalbaar.
Vele zullen zich uit het procos van Zola nog
herinneren kunnen, hoe onbeschaamd Esterhazy
vaak durfde op te treden. Maar het moet gezegd
worden, Esterhazy heeft zgn meester gevonden in
den generaal Mercier. Deze durft van Freystïitter,
den cerlgken, ridderlgken soldaat te zeggen, dat
hjj aan geestosverwarring ljjdende is, zoodat de
krggsraad geen waardo moest hechten aan diens
getuigenis, en liever vertrouwen moest stellen in
de mededeelingen vau don groot-leugenaar generaal
Mercier.
Over deze onbeschaamdheid heeft mr. Demange
genoraal Mercier geducht gekapitteld.
Labori leeBt een brief voor van Esterhazy aau
Roget, verklarend, dat Bertillon rjjp is voor het
gekkenhuis of voor de galleien. Hg noemt do Bois
deffre een ellendeling, en zegt, dat men verkeerd
heeft gedaan met hem in den steek te laton. Allo
officieren van den generalen staf krjjgen hun deel.
Nadat de zitting omstreeks 10 uur geschorst
was, werd deze om half elf heropend.
Do regeerings-commissaris Carrière staat op. Op
hetzelfde oogenblik verlaten alle officieren, overeen
komstig het bevel van den minister van oorlog, de
zaal, na den krggsraad gegroet te hebbon.
Wjj zullen het volledig requisitoir van deze
onbeduidende persoonlgkheid niet teruggeven. Alleen
wenschen wg in het licht to stellen, dat hg ten
aanzien van het borderel verklaarde, dat het zoowel
op het schrift van Dreyfns als op dat van Ester
hazy gelgkt.
Ea ou is bet best mogelgk, dat Dreyfus, om
zgn schrift onkenbaar te maken, misschien het
borderel geschreven heeft op doorschijnend papier,
waaronder hg een blad mot het nagemaakte schrift
van Esterhazy had gelegd.
Steunend op den enkelen grondslag van mogelijk
heden heeft deze man, wiens naam verdient aan de ver
achting van alle eeuwen prijsgegeven te worden,
met de hand op het hart gedurfd te requireeren
tot schuldigverklaring van DreyfuB.
De zitting wordt om kwart voor twaalven gesloten.
Morgen half zeven het pleidooi van Demange.
Bg het heengaan drukt Dreyfns mr. Demange
en mr. Labori de hand. Deze laatste zegt: Moed
houden I Eenige personen, die Dreyfas in de zaal
voorbijgaat, zeggen hetzelfde. Niéts bizonders bij
het uitgaan.
Parfis, 7 Sept. Do Petit Bleu meldt, dat
Gibons uit Engeland te Rennes is aangekomen,
namens Esterhazy medebrengend een borderel, dat
geheel identiek is met dat van 1894, door hem
zelf geschreven en vergezold van gelegaliseerde
certificaten.
Transvaal.
Op verzoek van de Transvaalscho regeering heeft
de Britsche zaakgelastigde te Pretoria aan Milner
gevraagd, of eenige opheldering kan worden gegeven
ten aanzien van de mobilisatie van Engelsche strijd
krachten aan de grenzen van de Transvaal.
Do rogeering zegt in haar laatste telegram,
dat openbaar gemaakt is, te betreuren, dat haar
laatste voorstellen onaannemelijk waren. Zg erkent
Engeland's rechten, voortvloeiende uit de conventie
en de internationale wetten, om zjjn onderdanen te
beschermen, maar wjjBt de aanspraak op suzereiniteit
opnieuw af. Zg stemt toe in een conferentie te
Kaapstad ten aanzien van de kieswet en de vertegen
woordiging der mgndistricten.
Het antwoord van de Transvaalsche Regeering
op Chamberlain's laatste telegram zegt, volgens
Havas, dat de voorstellen betreffende de 10 verte
genwoordigers van de mgndistricten en het verblgf
van vjjf jaren ingetrokken zgn, daar Engeland de
voorwaarden waarop ze gedaan werden, uiet aanneemt.
De Regeering neemt, zoo noodig de kieswet aan, en
verzekert, dat zg er nooit aan gedacht heeft,
Engeland rechten te ontzeggen, die voortvloeien nit
de Loudensche conventie, of andere gewone rechten.
Ter zake van de suzereiniteit verwjjst de Regeering
naar haar telegram van 17 April 1898. Ten aanzien
van de arbitrage vraagt zg bizonderheden over de
zaken, die daarvan uitgesloten zouden zgn. Zg uit
de vrees, dat die uitsluitingen een beletsel zullen
vormen voor een blgvende oplossing van het geschil.
De Transvaal vraagt nog, of Engeland bg zgn
wensch blijft om eea gemengde commissie bgeen
te roepen, en vraagt bizonderheden.
Engeland.
De Morning Post bevat in haar tweede editie
een telegram uit Pietermaritzburg, van Woensdag,
waarin gezegd wordt, dat volgens een Kaapscbe
bron, waaraan gezag moet worden toegekend,
morgen een ultimatum naar Pretoria zal worden
gezonden.
De World bevat het antwoord door bet
Transvaalsche gouvernement gezonden op het
verzoek van Engeland om het standpunt der
boeren uiteen te zetten. Daarin wordt gezegd,
dat de agitatie tegen de Zuid-Afrikaansche
Republiek ten deelo voortkomt van een groep
Engeltchen in de Transvaal, wien het bestaan van
Republieken iu de meest bloeiende gedeelten van
Zuid-Afrika een doorn in 't oog is; ten deele van
de kapitalisten, die bg de mgnen zgn betrokken
en die, niet tevreden met het bezit van de beste
mjjnwetten ia de gansche wereld, de volledige
contröle over wetgeving en administratie des lands
verlangen. Het doel van de agitatie is klaarblgkelgk
de vernietiging der Republiek en zegt de
Regeering wg zgn vast besloten tot het uiterste
onze vrgheid en het zelfbestuur te verdedigen,
waarvoor ons volk zgn bloed heeft gestortwg
hebben vast vertrouwen in de zegepraal van de
vrgheid.
Duitschland.
De Keizer is volgens de Duitsche bladen te
Straatsburg door de bevolking warm toegejuicht.
Er waren ook veel Franschen gekomen om hem te
zien. Woensdag is de Keizer naar Stuttgart
vertrokken, na den stadhouder van het rjjksland
prins Hohenlohe-Langenburg opgedragen te hebben
de bevolking in een manifest zgn keizerlg ken dank
te betuigen voor de ontvangst. Hg spreekt in het
manifest de beBte wenschen uit voor den bloei vau
het rgksland.
Woensdagmiddag om vjjf uur kwam de Keizer te
Stuttgart aan. Aan het station verwelkomden hem
de koning en alle aanwezige prinsen en prinsessen.
Nederland.
Zlerftkzee, 7 Sept. Heden treedt in werking
de »Vruchtenwgnwet" vau den 22 Juli 1899.
Art. 1 van deze wet bepaalt, dat onder wijn begrepen
worden alle gegiste dranken, die geheel of gedeeltelijk bereid
zijn uit het sap of de aftreksels van druiven, rozijnen,
krenten, en alle andere versche of gedroogde boomvruchten.
Onder boomvruchten worden ook verstaan aalbessen,
kruisbessen, boschbessen en frambozen.
Ook worden als wijn belast vloeibare moeren en droeven,
alsmede ongegiste sappen of aftreksels van de hierboven
genoemde vruchten, geschikt om wijn te vervaardigen, te
versnijden, of aan te lengen.
Van den accijns zijn vrijgesteld gegiste of ongegiste
dranken, die hier te lande worden vervaardigd uit versche
boomvruchten, met uitzondering van druiven.
Art. 2. Het is verboden in bergplaatsen, dienende tot
opslag van wjjn onder verlengbaar krediet, in te slaan of
voorhanden te hebben versche of gedroogde boomvruchten,
ongegiste sappen en a/treksels van druiven, gegiste of
ongegiste sappen en aftreksels van andere boomvruchten.
Art. 4. De fabrikanten van dranken, die volgens art. 1
van deze wet van accijns zijn vrijgesteld, zijn gehouden
ten kantore van den ontvanger, een onderteekende aangifte
in te leveren van de panden, die de fabriek uitmaken,
waaronder mede te begrijpen zijn die, welke met de fabriek
gemeenschap hebben, niet vermelding van de kadastrale
omschrijving en van de soort der vruchten, die verwerkt
zullen worden.
7 Sept. Bekend is het, dat de heer M. F.
de Vob Cz., sigarenhandelaar alhier, bgzonder ge
lukkig is bg den verkoop van loten in verschillende
verlotingen.
Thans is wederom de tweede prjja in de Woens
dag 1.1. to Woerden gehouden verloting op een bg
hem gekocht lot gevallen, en wel op No. 84218.
Deze prjjs bestaat uit zes vette koeien of duizend
gulden in contanten, na aftrek der kosten.
Programma van de op Zondag as. in den
Tuin van den heer Verwer door het Harmonie-
Gezelschap Kunst en Eer" te geven Matinóe
1. The Honeymoon, Marche militaire, G. Rosey
2. Ouverture Belgique, J. Steenebrugen
8. Madelinette, Mazurka, L Canivez4. Fantaisie
de l'opera Lakmó, Léo Delibes; 5. Kaiier
Friederich-marsch, C. Friedemann; 6. Fantaisie,
Czaar und Zimmermann, A.Lortsing; 7. Lustige
Briider, Walzer, R. Vollstedt; 8. Fantaisie, La
Fille du Regiment, Donizetti.
De Nederl. Kolf bond zal op Maandag 11 Sept.
a. des namiddags ten 1}/X ure ia do concertzaal
van de Sociëteit »Van Ongenuchten Vrg" te Goes
een algemeene vergadering houden.
- Bjj kon. besl. zgn benoemd: tot djjkgraaf
van den polder heer Janse, de heer J. L. Markusse