ZIERIKZEKSCHE 1VIEHVSI0IIF,. Zaterdag 9 September 1819, Direct -üitg. J. WAALE. Redact. A. FRANKEL. Eerste Blad. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en 56ste JAARGANG. No. 7279. Advertentiënvan 1-3 regels 30 Cta. Verschjjnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzonding eens per week, f 10,per jaar. 56ste JAARGANG. No. 7279. Advertentiën, van 13 regels 30 Cta. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot dea Maandag8, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnement»- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierïhzeesche Nieuwsbode" Dit nummer bestaat uit twee bladen. Het Bureau van dit Blad, Hoek Schaf4h»veii, Zierlbzee, is elben werkdag geopend tot het aannemen vau Advertentiën en Abonne menten alsmede tot het doen vau betalingen daarvan. Tarieven tot het plaatsen van Advertentiën bij abonn"inent van 250, 500 en 1000 regels zijn steeds aan liet Bureau verkrijgbaar. De Administrateur, A. J. DE LOOZE. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzle maken bekend, dat in de op den 5 dezer gehouden verga dering van den Gemeenteraad de navolgende benoemingen hebben plaats gehad tengevolge van periodieke aftreding: 1°. tot Wethouder de heer Mr. H. C. MOOLENBURGIl; 2°. tot leden der Commissie voor de Strafverordeningen de heeren Mrs. LECHNER en CAU; en 3°. tot lid der Commissie van Fabricagelid der Com missie voor de Gasfabriek en de Straatverlichting en Commissaris voor de Vischmarkt de heer M. C. MULOCK HOUWER; zijnde de Wethouder, de heer Mr. H. C. MOOLENBURGH, door hen op nieuw aangewezen tot Voorzitter van de Com missie voor de Gasfabriek en de Straatverlichting en tot plaatsvervangend Voorzitter der Commissie van Fabricage. Zieiukzee, den 7 September 1899. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. NIEUWSTliOIMGOST Frankrijk, Slot der een-en-twlntfgste zitting van den krijgsraad. De generale staf is in vollen oorlog. Dagelijks moet hij «lag leveren aan den onatnimigen, voort dringenden vgand, die vertegenwoordigd door den onversaagden advokaat Labori »het recht" heet. Dageljjks houdt de generale ataf krijgsraad om het plan de campagne voor den volgenden dag vast te atellen. Telkens na een nederlaag worden nieuwe troepen in het gevecht gebracht om het verloren terrein te herwinnen, en zoo mogelgk don geduchten vgand to verpletteren. Zoo hoeft do generale ataf op het atrjjdtooneel doen komen een zoogenaamden uitgeweken Serviër, met een schoonklinkenden naam, die van een vorste)jjke familie beweert af te stammen, en verklaart uit goede bronnen vernomen te hebben, dat Dreyfus de hoofdverrader was. Uit oen ingesteld onderzoek is evenwel gebleken, dat deze voorgeschoven getuige een verloopen, weg gejaagd snjet is, veil voor geld, en tot elke schelmerjj in staat. Met bet op den voorgrond brengen van dezen Serviër op do kampplaats, hebben de Eransche generaals nu ook getoond zeer slechto strategisten te zjjn. En handig als Labori ia, heeft hg van dezen strategischen misslag onmiddellijk partjj getrokken. Hg heeft namelgk twee vreemde lingen gedagvaard, om getuigenis der waarheid af te leggen, en wel niemand meer en niemand minder dan den Italiaamchen en Duitecben attaché Panizzardi en von Schwartzkoppen, die, daar aan hen de Eraniche legergeheimen verraden zgn, het beste weten, wie met hen onderhandeld, wie het borderel geschreven, wie hun de stukken geleverd, en wie het geld daarvoor ontvangen heeft. Het recht zal zegevieren, want de van authentieke bewgzen good voorziene waarheid is op weg, en zal aan den goneralon leugenstaf een beslissenden slag leveren. In afwachting van dezen bealissenden slag kunnen wjj vermolden, dat aan het slot van deze zitting de ond-miniiter van justitie Trarieux als zgn over tuiging uitsprak, dat Dreyfas onschuldig enEsterhazy schuldig was, dat de Italiaausche gezant hom dit bewogen mededeelde, en hem tevens hot recht geschonken had van deze mededeeling voor de justitie gebruik te maken. Bovendien heeft Estorbazy zelf erkend do schrgver van het borderel geweest te zgn. Wat wil men meer Getuige zegt>Do Fransehen moeten zich wachten voor een bloedvlek op hun geschiedboek ta brengen door de veroordeeling van een onschuldige. De cerlgkheid der rechters verdenk ik niet, maar wel de echtheid der stnkken, aan hun oordeel onder worpen". Tvree-en-twlntlgflte openbare zitting van den krDgsrasd. Vooraf ging een geheime zitting, die twee uren duurde. Advocaat Demange herinnert, dat tjjdens het debat Boget zinspeelde op een instructie van de maand Augustus. Demange verzoekt, dat men die instructie bjj het dossier zal voegen. Generaal Boget verzekert, dat hg op geon onkel stuk uit de maand Augustus heeft gezinspeeld, noch voor hot hof van cassatie, noch voor don krjjgsraad. De instructie kan intusschen bestaan. Of ze bg het dossier gevoegd is, weet hg niet. De Voorzitter maakt de opmerking, dat de generaal Augustus alleen genoemd heeft als den tjjd, waarop do gedetacheerden stellig wisten, dat zg niet naai de manoeuvres gingen. Trarieux wgdt uit over het petit-blou, en ver dedigt Picquart tegen de beschuldiging, dat deze het petit-bleu heeft willen vervalschen. Generaal Zurlindén verklaart, dat de minister van justitie hem dwong Picquart voor do militaire justitie te brengen, niet wegens uitkrabbing op hot kaarttelogram, maar wegens valscbbeid in geschrifte. Trarieux verwjjt Zurliudeu do tien maanden onnoodige voorloopige hechtenis, die hg Picqnart heeft opgelegd. Labori vraagt het woord. De President: Is het over het getuigenis van Trarieux? Labori. Neon, over de uitkrabbing op bet kaart telogram. De PresidentDan geef ik het u niet. Laten wij de zaak-Droyfos eu niet van Picquart behandelen. Labori. Met uw verlof, er is sprake van een stuk, dat wij houden voor een bewjjs van het verraad van Esterhazy. En nadat voorlezing was gedaan van den brief van den minister van justitie aan Zurlindén, waarin ten aauzieu van do uitkrabbing een onderzoek gelast werd, merkt Labori op, dat dio uitkrabbing dan wel degelgk van belang gcoor- deold werd. Generaal Zurlindén constateert, dat de uitkrabbing niet het werk van Picqnart was. Labori zegt, dat in het diplomatiek dossier zich oen stuk bevindt, bevattend het verslag van een gesprek tusschen Dolcaasó en den Duitschen gezant. Daaruit blgkt, dat Esterhazy een aantal kaart- telogrammen vau Schwartzkoppen ontvangen heeft. Trarieux noemt de beschuldigingen tegen Picquart •praatjes voor do vaak", on leest een brief voor, door hem aan Billot geschreven, waarin hg tegen die leugens protesteert. Hg kreeg geen antwoord, en Billot onderzocht niet. Toon de krijgsraad het aan Esterhazy ten laste gelegde naging, weid hg door legenden misleid. De rechtors geloofdon de leugens van Esterhazy, zoodat dezo vrijgesproken, maar niet gevonnist is. Generaal Billot vortelt, vroeger in Picquart ver trouwen gesteld te hebben, maar thans dat vertrouwen niet meer te bezitten. Geen wonder, zoolang Picquart niets onthulde, wat den generalen leugenstaf kon compromitteoren, was Picqnart een bravo Hendrik, maar teen hg van Dreyfus' onschuld overtuigd geraakte, en zaken onderzocht, die het daglicht niet konden verdragon, was hg onbetrouwbaar en slecht. Op een vraag van Labori ovor het vrgmakond stuk, dat aan Esterhazy verschaft is door den chef van het kabinet van Billol, antwoordt dezo, dat hij ook de verantwoordelijkheid daarvan op zich neemt. Hg is van gevóélen, dat, al stond de schuld van Esterhazy vast, de onschuld van Dreyfus daarmede niet bewezon ware. Labori:Als ik den generaal goed begrepen heb De Voorzitter, den advokaat in de rede vallend •Generaal Billot had al een dergelijke verklaring afgelegd". Labori.- Nog nooit was beweerd, dat Dreyfus de medeplichtige van Esterhazy was. We moeten weten, of de aanklagers, nu zg zien, dat al hun beschuldigingen falen, zich thans op dit terrein gaan begeven. Dreyfus staat op, en protesteert tegen de nieuwe beschuldiging. De Voorzitter verzoekt Labori zich te matigen. Labori: »Ik heb geen woord gezegd, dat niet gematigd was". De President: »Uw toon is niet gematigd". Labori»Mijn toon heb ik niet in mgn macht". De President»Dan ontneem ik u het woord". Labori: »Ik gehoorzaam, maar neem er akte van, dat mg telkens het woord wordt ontnomen, als ik mg op een terrein begeef, waar men niet tegen mjj opgewassen is". Groots opgewondenheid in de zaal. Voorzitter dreigt de zaal te zullen ontruimen De President vraagt, of Labori nog ieti te vragen heeft. Labori: »Daar ik de kwesties, die de kern van het proces vormen, niet mag aanroeren, bohoud ik mg voor de gedragsljjn te volgen, dio het bewust zijn van mgn verantwoordelijkheid, en de rechten van de vordodiging mg voorschrijven. Ik bezit oogenblikkolgk niet meer de kalmte, die noodig is om den loop van het proces te volgen, en behoud mg voor to overwegen, wat mg te doea staat. De President: »Ga zitten". Labori.- >Op uw commando ga ik niet zitten". Het getuigenis van du Paty de Olam wordt voor gelezen. Daarin komt o. a. voor, dat Paty de Clam door generaal Gonse belast werd met het opstellen van een rapport over de zaak-Dreyfus. Dat rapport is verdwenen. In zgn getuigenis verklaart du Paty de Clam, dat men van hem wil maken den eenigen aanlegger van een campagne, waaraan allen hebben deelgenomen. Hiertegen komt hg op. Hg ontkent Dreyfas geplaagd to hebben, en verklaart tegenover mevrouw Dreyfus al tgd wellevend te zgn geweest. Van den inhoud der gehoime stukken weet hij niets af. Hg heeft dio slechts overgebracht. Dreyfus heeft hem woordeljjk gezegd: »Neea, ik wil geen verzachtende omstandig heden pleiten. Mgn advokaat heeft mjj beloofd, dat in drie óf vjjf èf zes jaar mgn onschuld zal erkend worden". •Ik weet uw meening, en ik treed daarover niet in discussie. Ik weet, dat gg een eerlgk man zjjt. Ik verzeker u, dat gg u bedriegt. Zoek hen, die gij mijne medeplichtigen hebt gonoemd, en die gg de ware schuldigen noemt". Nadat de getuigenverklaring van don geslepen du Paty de Clam was voorgelezen, werd deze zitting te twaalf ure gesloten. Drlc-en-twlntigete openbare Bitting van den lfrlj(pir»»d. Mr. Labori deelt mede, dat de gedagvaarde Schwartzkoppen en Panizzardi om redenen van openbar© orde niet als getuigen vertebgaea kunnen, maar bereid zgn te antwoorden aan een rogatoire commissie, door den voorzitter van den krjjgsraad te zenden. Hij stelt het zenden van een zoodanige commissie voor. De heer Paléologue, door den voorzitter naar zgn gevoelen in dezo gevraagd, zegt, dat, nu over- wegingen van openbare orde do heeren beletten in persoon te komen, de minister van buitenlandsche zaken wel niets tegen het zenden eonerondervragings- j commissie zal hebben. Begeerings-Commissaris Carrière verklaart er ook niets togen te hebben, mitB bet debat er niet door worde opgehouden. Mr. LaboriDe wot Btaat eene schorsing toe van 48 uren Mr. Labori neemt nu zgn conclusiën tot benoeming eener ondervragiogs-commicsie, nu overwegingen vau openbare orde de heeren von Schwartzkoppen en Panizzardi beletton porsoonlgk te verschijnen, om ouder eedo te antwoorden op de volgende vragen I. Op welken datum hebt gg do documenten ontvangen, in het borderel vermeld II. Waren zg van hetzelfde schrift als het borderel, dat gij kent van hot facsimile? III. Wat hielden die documenten in IV. Hebt gg de icbiethandleiding in hot origineel of.in afschrift ontvangen? V. Ontvingt gg ook een schiet-roglemont VI. Sedert wanneer en tot wanneer ontvingt gij stukken VII. Was het petit bleu gericht aau uwen gewonen leverancier VIII. Hebt gg rechtstreoksche betrekkingen onderhouden mot don beschuldigde Na een langdurige beraadslaging verklaart de krjjgsraad, dat alleen do voorzitter, kolonel Jonaust, de bevoegdheid heeft een ondervragings-commiseie naar de heeren von Schwartzkoppen en Panizzardi te zenden. Da Voorzitter verklaart, op een vraag van Labori, dat hg weigert de ondorvragings-commissie te zenden. Cernuschi de Servier, die als getuige opnieuw moest optreden, is, wat zeer opmerkeljjk is, plotseling ziek geworden. Deze door den generalen staf omgekochte schelm durft blijkbaar zich niet opnieuw aan een ondervraging te onderwerpen, en dit te minder, nu zjjn levenswandel bekend is geworden. Cochefert (oud-chef van den veiligheidsdienst) ver klaart, dat na. den dicteerproef, en eerst aa de hem gestelde vrageu Dreyfns ontroerd is geweest. Toen hg een revolver zag, die onder zgn bereik op tafel gelegd was, heeft Dreyfns gezegd >Ik wil mg niet dcoden. Ik wil leven, om mgn onschuld te bewgzen". Generaal Mercier komt terug op het getuigenis van kapitein Proystütter, het lid van den krggsraad van 1894, die erkent Dreyfns onrechtvaardig gevonnist te hebben. Men herinnert zich, dat kapitein Freystütter erkend heeft, dat in 1894 geheime Btnkken in raadkamer waren overgologd stukken, die ver- va'scht waren. En met het oog hierop heeft men Mercier, die zoo onschuldig is als een pat geboren lam, voor falsaris uitgekreten. Nu generaal Mercier die dit feit betwist, maakt den kapitein Freyafatter voor oen leugenaar uit. Hg beroept zich hierbij op Boisdeffre en Gribelin, mannen even verdacht als hg. De generaal beweert bij de leden van don krggs raad van 1894 inlichtingen te hebben ingewonnen omtrent do al- of niet aanwezigheid onder de stukken van het door Freystatter beweerde (de verkeerde vertaling van Panizzardi's telegram). Welnu, allen, op één na, hebben geantwoord zich niet te herinneren zoodanige dépêche gezien te hebben, er evenwel bgvoegend *dat zij er niet op zweren Iconden, wijl na die vijf jaar hun geheugen op dit punt niet meer zoo getrouw was Deze laatste reserve is kostoljjk, onbetaalbaar. Vele zullen zich uit het procos van Zola nog herinneren kunnen, hoe onbeschaamd Esterhazy vaak durfde op te treden. Maar het moet gezegd worden, Esterhazy heeft zgn meester gevonden in den generaal Mercier. Deze durft van Freystïitter, den cerlgken, ridderlgken soldaat te zeggen, dat hjj aan geestosverwarring ljjdende is, zoodat de krggsraad geen waardo moest hechten aan diens getuigenis, en liever vertrouwen moest stellen in de mededeelingen vau don groot-leugenaar generaal Mercier. Over deze onbeschaamdheid heeft mr. Demange genoraal Mercier geducht gekapitteld. Labori leeBt een brief voor van Esterhazy aau Roget, verklarend, dat Bertillon rjjp is voor het gekkenhuis of voor de galleien. Hg noemt do Bois deffre een ellendeling, en zegt, dat men verkeerd heeft gedaan met hem in den steek te laton. Allo officieren van den generalen staf krjjgen hun deel. Nadat de zitting omstreeks 10 uur geschorst was, werd deze om half elf heropend. Do regeerings-commissaris Carrière staat op. Op hetzelfde oogenblik verlaten alle officieren, overeen komstig het bevel van den minister van oorlog, de zaal, na den krggsraad gegroet te hebbon. Wjj zullen het volledig requisitoir van deze onbeduidende persoonlgkheid niet teruggeven. Alleen wenschen wg in het licht to stellen, dat hg ten aanzien van het borderel verklaarde, dat het zoowel op het schrift van Dreyfns als op dat van Ester hazy gelgkt. Ea ou is bet best mogelgk, dat Dreyfus, om zgn schrift onkenbaar te maken, misschien het borderel geschreven heeft op doorschijnend papier, waaronder hg een blad mot het nagemaakte schrift van Esterhazy had gelegd. Steunend op den enkelen grondslag van mogelijk heden heeft deze man, wiens naam verdient aan de ver achting van alle eeuwen prijsgegeven te worden, met de hand op het hart gedurfd te requireeren tot schuldigverklaring van DreyfuB. De zitting wordt om kwart voor twaalven gesloten. Morgen half zeven het pleidooi van Demange. Bg het heengaan drukt Dreyfns mr. Demange en mr. Labori de hand. Deze laatste zegt: Moed houden I Eenige personen, die Dreyfas in de zaal voorbijgaat, zeggen hetzelfde. Niéts bizonders bij het uitgaan. Parfis, 7 Sept. Do Petit Bleu meldt, dat Gibons uit Engeland te Rennes is aangekomen, namens Esterhazy medebrengend een borderel, dat geheel identiek is met dat van 1894, door hem zelf geschreven en vergezold van gelegaliseerde certificaten. Transvaal. Op verzoek van de Transvaalscho regeering heeft de Britsche zaakgelastigde te Pretoria aan Milner gevraagd, of eenige opheldering kan worden gegeven ten aanzien van de mobilisatie van Engelsche strijd krachten aan de grenzen van de Transvaal. Do rogeering zegt in haar laatste telegram, dat openbaar gemaakt is, te betreuren, dat haar laatste voorstellen onaannemelijk waren. Zg erkent Engeland's rechten, voortvloeiende uit de conventie en de internationale wetten, om zjjn onderdanen te beschermen, maar wjjBt de aanspraak op suzereiniteit opnieuw af. Zg stemt toe in een conferentie te Kaapstad ten aanzien van de kieswet en de vertegen woordiging der mgndistricten. Het antwoord van de Transvaalsche Regeering op Chamberlain's laatste telegram zegt, volgens Havas, dat de voorstellen betreffende de 10 verte genwoordigers van de mgndistricten en het verblgf van vjjf jaren ingetrokken zgn, daar Engeland de voorwaarden waarop ze gedaan werden, uiet aanneemt. De Regeering neemt, zoo noodig de kieswet aan, en verzekert, dat zg er nooit aan gedacht heeft, Engeland rechten te ontzeggen, die voortvloeien nit de Loudensche conventie, of andere gewone rechten. Ter zake van de suzereiniteit verwjjst de Regeering naar haar telegram van 17 April 1898. Ten aanzien van de arbitrage vraagt zg bizonderheden over de zaken, die daarvan uitgesloten zouden zgn. Zg uit de vrees, dat die uitsluitingen een beletsel zullen vormen voor een blgvende oplossing van het geschil. De Transvaal vraagt nog, of Engeland bg zgn wensch blijft om eea gemengde commissie bgeen te roepen, en vraagt bizonderheden. Engeland. De Morning Post bevat in haar tweede editie een telegram uit Pietermaritzburg, van Woensdag, waarin gezegd wordt, dat volgens een Kaapscbe bron, waaraan gezag moet worden toegekend, morgen een ultimatum naar Pretoria zal worden gezonden. De World bevat het antwoord door bet Transvaalsche gouvernement gezonden op het verzoek van Engeland om het standpunt der boeren uiteen te zetten. Daarin wordt gezegd, dat de agitatie tegen de Zuid-Afrikaansche Republiek ten deelo voortkomt van een groep Engeltchen in de Transvaal, wien het bestaan van Republieken iu de meest bloeiende gedeelten van Zuid-Afrika een doorn in 't oog is; ten deele van de kapitalisten, die bg de mgnen zgn betrokken en die, niet tevreden met het bezit van de beste mjjnwetten ia de gansche wereld, de volledige contröle over wetgeving en administratie des lands verlangen. Het doel van de agitatie is klaarblgkelgk de vernietiging der Republiek en zegt de Regeering wg zgn vast besloten tot het uiterste onze vrgheid en het zelfbestuur te verdedigen, waarvoor ons volk zgn bloed heeft gestortwg hebben vast vertrouwen in de zegepraal van de vrgheid. Duitschland. De Keizer is volgens de Duitsche bladen te Straatsburg door de bevolking warm toegejuicht. Er waren ook veel Franschen gekomen om hem te zien. Woensdag is de Keizer naar Stuttgart vertrokken, na den stadhouder van het rjjksland prins Hohenlohe-Langenburg opgedragen te hebben de bevolking in een manifest zgn keizerlg ken dank te betuigen voor de ontvangst. Hg spreekt in het manifest de beBte wenschen uit voor den bloei vau het rgksland. Woensdagmiddag om vjjf uur kwam de Keizer te Stuttgart aan. Aan het station verwelkomden hem de koning en alle aanwezige prinsen en prinsessen. Nederland. Zlerftkzee, 7 Sept. Heden treedt in werking de »Vruchtenwgnwet" vau den 22 Juli 1899. Art. 1 van deze wet bepaalt, dat onder wijn begrepen worden alle gegiste dranken, die geheel of gedeeltelijk bereid zijn uit het sap of de aftreksels van druiven, rozijnen, krenten, en alle andere versche of gedroogde boomvruchten. Onder boomvruchten worden ook verstaan aalbessen, kruisbessen, boschbessen en frambozen. Ook worden als wijn belast vloeibare moeren en droeven, alsmede ongegiste sappen of aftreksels van de hierboven genoemde vruchten, geschikt om wijn te vervaardigen, te versnijden, of aan te lengen. Van den accijns zijn vrijgesteld gegiste of ongegiste dranken, die hier te lande worden vervaardigd uit versche boomvruchten, met uitzondering van druiven. Art. 2. Het is verboden in bergplaatsen, dienende tot opslag van wjjn onder verlengbaar krediet, in te slaan of voorhanden te hebben versche of gedroogde boomvruchten, ongegiste sappen en a/treksels van druiven, gegiste of ongegiste sappen en aftreksels van andere boomvruchten. Art. 4. De fabrikanten van dranken, die volgens art. 1 van deze wet van accijns zijn vrijgesteld, zijn gehouden ten kantore van den ontvanger, een onderteekende aangifte in te leveren van de panden, die de fabriek uitmaken, waaronder mede te begrijpen zijn die, welke met de fabriek gemeenschap hebben, niet vermelding van de kadastrale omschrijving en van de soort der vruchten, die verwerkt zullen worden. 7 Sept. Bekend is het, dat de heer M. F. de Vob Cz., sigarenhandelaar alhier, bgzonder ge lukkig is bg den verkoop van loten in verschillende verlotingen. Thans is wederom de tweede prjja in de Woens dag 1.1. to Woerden gehouden verloting op een bg hem gekocht lot gevallen, en wel op No. 84218. Deze prjjs bestaat uit zes vette koeien of duizend gulden in contanten, na aftrek der kosten. Programma van de op Zondag as. in den Tuin van den heer Verwer door het Harmonie- Gezelschap Kunst en Eer" te geven Matinóe 1. The Honeymoon, Marche militaire, G. Rosey 2. Ouverture Belgique, J. Steenebrugen 8. Madelinette, Mazurka, L Canivez4. Fantaisie de l'opera Lakmó, Léo Delibes; 5. Kaiier Friederich-marsch, C. Friedemann; 6. Fantaisie, Czaar und Zimmermann, A.Lortsing; 7. Lustige Briider, Walzer, R. Vollstedt; 8. Fantaisie, La Fille du Regiment, Donizetti. De Nederl. Kolf bond zal op Maandag 11 Sept. a. des namiddags ten 1}/X ure ia do concertzaal van de Sociëteit »Van Ongenuchten Vrg" te Goes een algemeene vergadering houden. - Bjj kon. besl. zgn benoemd: tot djjkgraaf van den polder heer Janse, de heer J. L. Markusse

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1899 | | pagina 1