ZlERIkZEESEIIE NIEUWSBODE. Dinsdag 18 Juli 1899. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. Veraohgnt DINSDAG, DONDERDAG ca ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per posé f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indiê enz. verzending 1 eens per week, f 10,per jaar. 55ste JAARGANG. No. 7256. Directeur-Uitgever J. WA ALK. Advertentiënvan 13 rogels 30 Cts. meerdere regels 40 Cts., kannen uiterlijk tot do» Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ore bezorgd worden. Groote letiar wordt, naar -plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode" Ljjst van brieven, geadresneerd aan onbekenden, verzonden door bet Pontkantoor te Zierikzee, gedurende de le helft der maand Juli 1899 1. 8. v. d. Berg te Rotterdam. 2. J. van Hoeferen Jacz. te Zierikzee. Transvaal. Een telegram uit Johannenburg aan de Standard and Diggers News meldt het volgende: DoRegeering van de Zuid-Afr. Republiek beeft van de Eogolscbe Regeering een vriendschappelijke nota ontvangen, waarin deze op de meest welwillende wjjze haar goedkeuring uitnpreekt over de aanhangige kieswet- wjjzigingen, maar deze zjjn van weinig gewicht en biedt verder de vriendschappelijke medeworkiug van de Engelscbe Regooring aan. De Trannvaaliche Regeering heeft geantwoord met dankbaarheid deze mededeeling ontvangen te hebben en de behandeling van het kieswetontwerp overeenkomctig het advies van de Engelsche Regeering te hebben uitgesteld. Amerika. Luidens berichten uit New-Orleans zullen binnen eenige dagen in de haven van Guatemale Briteche en Duitiche oorlogsschepen aankomen voor een gemeen schappelijke demonstratie tegen de Regeering der Ropnbliek, daar de buitonlandscho schuldeischers van deze noch rente noch terugbetaling van hun kapitaal kunnen krjjgen. Engeland. Te Londen io in diepe armoedo op 40-jarigen leeftjjd overleden lord Aspinwall, kleinzoon van den bekenden groothandelaar van dien naam, nadat hg meer dan 30 millioen dollars er door gebracht had. Bjj had indertijd in de groote wereld te New-York een voorname rol gespeeld. Toen zijn middelen nit- gepnt wareD, wilde men niets meer van hem weten. Op zjjn doodsbed zeide hg De groote wereld te New-York vergeeft alles behalve gebrek aan geldl Zwitserland. Een Zwitsersche millioenenjuffrouw ïb dezer dagen tot 81/, jaar tuchthuisstraf veroordeeld. In Einsiedlon (St. Gallen) had zjj een welgesteld gezin geheel ten gronde gericht en ook vele andere op gelicht. Als dienstbode kwam zg in het dorp, maar gaf zich weldra uit voor de onechte dochter van don ouden prinB Von Sigmaringen", wiBt het vertrouwen te verwerven van een familie, bjj welke zg haar intrek bad genomen en die zg verblindde met ver halen van hare uitgestrekte gronden in Wurtemberg. Zg toonde zich zeer vroom on was zoer mild met de geldeD, die zjj zich door allerlei bedrieglijke voorstellingen wist te verschaffen. Bjjna ongelocflgk is bet volgende, dat ten slotte aan den dag kwam. Hare hnisgenooten ontvingen talr jjke brieven, waarin het Wurtemburgsche kamerlid dr. Ktihlen, die als raadsman van de onechte prinses zich voordeed, haar in aller belangstelling aanbeval en vooral op flinke voeding aandrong, daar zjj zwak van gestel was. Die dr. K til hen trad zelfs in briefwisseling met de jongste dochter dos huizes, en schreef zóó aardig dat dit meisje verliefd op hem werd on het tot een verloving op het papier kwam. Zelfs werd do dag van de bruiloft bepaald. Daar ontdekte de gelukkige bruid, dat al de brieven van dr. Külhen door de priDBes waren geschreven. Een aanklacht en gerechtelijk onderzoek volgden en nu ontpopto de prinBes zich als de dienstmeid Olafa Kienzio,. dio 'ntusschen hot gozin voor 20,000 francs had opgelicht voor kost, kleederen, allerlei voorschotten zelfs wegens belasting die voor de goederen in Wnrtemburg te betalen was! Ook andere personon waren voor duizenden francs opgelicht. Dat het mogeljjfe is geweest zoolang zulk een rol te spelen is enkel te verklaren uit den buitengewonen aanleg van de bedriegster. De courant nit Ztiricb, die van het proces melding maakt, zegt, dat hetgeen daarbij aan hot licht kwam, een hoogst boeienden roman oplevort. Frankrijk. To Rjjssel werden, naar aanleiding van Flamadien's invrijheidstelling, de ruiten van de kerk van St. Catharina ingoworpen en men wierp met steenen naar het weeshuis van St. Vincent van Paulo. De politie joeg het 300-tal manifestanten uiteen. Vrjjdng heeft een kleine anti-somietische betooging plaats gehad vóór de woning van een professor te Rennes. Vjjf arrestaties hadden plaats en de politie joeg de betoogers uiteen. De Minister van Oorlog deelde in den Ministerraad mede/ dat de voorzitter van den krjjgiraad te Renne^ besliste, dat het getuigenis van Quesnay de Beaurepaire alleen zou worden gehoord over de feiten, die het Hof van Cassatie woer naar den krjjgsraad verwees. Parfjs, 15 Juli. De nationale feestdag, die door heerlijk weder begunstigd was, is giBteren kalm verloopen. President Loubet en de minister van oorlog, generaal de Gallifet, werden bjj hun aankomst te Longchamps met gejnich ontvangen. De wapenschouwing verliep zonder betoogingen. Natunrljjk waren majoor Marchand, dio een zwart paard bereed zonderling toevalen zgn Senegaleesche tirailleurs de helden van den dag. Zij werden geestdriftig toegejuicht. En evenals ieder jaar verzamelden de leden van de »Ligue des Patriotes" zich onder leiding van Déroulède en Habert op de Place de la Concorde en logden een krans neder bjj het Straatsburg-monument, Aan den ingang van het Bois de Boulogne werden vanwege de »Ligue" aan de sappours en de soldaten van het 129ste linie-regiment, die het detachement Marchand escorteerden, manifesten uitgereikt met het opschrift >Leve het legeren het portret van Déroulède. Na de revue richtte Loubet een schrjjven tot den minister van oorlog, waarin bjj zgn tevreden heid betuigde met de houding der troepen. Cherbourg, 15 Juli. Na een vuurwerk zgn door een groot aantal zeesoldaten baldadigheden begaan, waarbjj zjj de politie mishandelden. Er werden 60 soldaten in hechtenis genomen, doch de gevangenen maakten oproer en de troepen moosten lasschenbeiden komen. Te middernacht was de rust nog niet hersteld. De stad is door troepen bezet. Er zgn verscheidene gewonden. Duitachland. Tengevolge van de vreeseljjke hitte zgn te Glad- bach on te Viersen twee personen op de straat doodgebleven. België. In België wordt binnenkort een wet op de arbeiderspenBioenen verwachf. Men zegt, dat het ontwerp op do leest der Dnitiche wetgeving zal worden geschoeid. Nederland. Utrecht, 15 Juli. Wjjk C alhier was Woensdag middag in opschudding; op de Varkenmarkt, heette het, had een vader zgn vier-jarig zoontje levend in brand geBtoken, na hem eerst mot petroleum te hebben begotenzgn vrouw had hg mishandeld en van do trappen gegooid, en weer andoren vertelden, dat bjj het knaapje met vitriool had begoten. Ook twee occauional-berichtgevers kwamen dit verichrikkeljjke drama ons vertellen. Wat er van waar was? Op do Varkenmarkt woont op een kamer zekere Vuurmans, met vrouw en drie kinderende oudste der drie is het bewuste vier-jarige jongetje. V. maakt veel misbruik van sterken drank en was ook Woensdagmiddag weer beschonken thuis gekomen, Zgn vrouw moest het ontgelden; hjj sloeg en mishandelde haar, waarop zjj met twee kinderen naar beneden vluchtte. V. legde zich in de kamer te slapen, terwjjl zijn vier-jarig zoontje ook in de kamer was. De kleine wist lucifers in handen te krjjgen, speelde er mee en geraakte in brand. De vader werd door het geschreeuw wakker en trachtte de vlammen met een deken te bluaschenhij brandde zich echter doerljjk aan beide handen. De moeder was ondertusschen naar boven gejjld en Blaagde er in het vunr te dooven. Het kind had vreeseljjke brandwonden bekomen en werd naar het ziekenhuis gebracht, waar voor zijn leven gevreesd werd. Vóór het huis had zich een drom van menschen opgepakt, dreigende en tierende; één had verteld dat de vader het kind in brand had gestoken en een half uur later wist de halve stad het drama in de vreeseljjkste nauwkeurigheden over te vertellen. Eenige politie-agenten brachten den man naar het politie-bureau aan de Catbarjjnepoort, het volk er achter aan; de agenten hadden moeite om den man te beschermen voor de woede van de Wjjk C-erB. Het bleek, dat ook bij de handen ernBtig verbrand had en dat hjj in het ziokenhuis moest worden verbonden. Ook hierheen volgde de bende hem, en tot 's mans geluk waB er een achterdeurtje, waardoor hjj kon ontkomen, zonder dat het volk het bemerkte. Voorloopig durft de man zich niet in wjjk C vertoonen. Een vreeaelgk ongeluk heeft Zaterdagmiddag plaats gehad even voorbjj de Israëlietische begraaf plaats alhier. De koopman Tnischenbroek was met zgn wagen, bespannen met een hit, uitgereden om gras te halen zgn drie kinderen hadden vacantie en reden nu met hun vader mee. Ter hoogte van bovengenoemde begraafplaats schrikte het paard door een onbekende oorzaak, het beest maakte een zgsprong en de wagen met de in zittenden geraakten te water in de Vecht. Hnlp was niet te bekennen de vader had reeds twee kinderen gered en begaf zich, om ook het derde, een meisje van 10 jaar, te redden, wederom te water. Hjj had het kind reeds in handen, maar de krachten begaven hem, en ook de hit scbjjnt hem in de redding belemmord te hebben het kind ontglipte aan zgn handen en zonk. Nogmaals trachtte hjj het kind te reddon het gelukte hem nu het kind op het droge te brengen, doch de ongelukkige was reeds overleden, alle pogingen om de levens geesten op te wokken waren te vergeefs Met behulp van een voorbjjganger werden paard en wagen uit het water gehaald, het paard was echter Rotterdam, lh Juli. Hedenavond om half negen werden de 15-jarige jongen van hot Noord plein en het 14-jarige meisje uit de Tollenstraat onder behoorljjk politie-geleide [uit Venlo aan het station Benrs alhier overgebracht. Terstond werden beiden naar hot politie-bureau in de Panwensteeg gebracht, waar de commissaris, de heer J. W. C. Strang, hen in verhoor nam. Sedert zg Dinsdag het ouderljjk huis ontliepen, zooals zjj schreven, rond- loopende met plannen van zelfmoord, hadden beiden eon geheele verandering ondergaan, waardoor be- grjjpeljjk gemaakt wordt hoe zg uit de handen der politic bleven. Beide hadden zich een compleet De welvaart in de eilanden Schouwen en Duiveland nu, vergeleken bij vroegere jaren, tevens eene waarschuwende stem. Wanneer men zoo nu en dan do warme voor standers van tramverbinding op deze eilanden, alsmede degenen, welke aanleg van havens zoo op het noordeljjk als zuideljjk deel van Schouwen onmisbaar achten, en voorts die velen, die aan moedigen tot toetreding in coöperatieve vereenigingen; al deze veranderingen als het z. g. redmiddel tegen minder gunstige toestanden hoort aanprjjzen en deze zaken beschouwen als een dringende eisch des tjjdi, dan voorzeker, zoude men tot de ver onderstelling moeten komen, dat er in deze land streken geen welvaart heorscht, of dat er onder de ingezetenen velen gevonden wordendie met bestaande toestanden minder tevreden zgn. Schrjjver dezes wenscht, naar aanleiding dezer bespiegelingen op de toekomst, eenige beschouwingen ten beste te geven. Op gevaar af van door de zich zelf noemende vooruitstrevende mannen verdacht te worden, blind te zgn voor toekomstige eischen van verkeer, vermeent hg vooraf de vraag te moeten •tellen wat er onder de benaming vooruitgang" in deze streken wordt begrepen. Deze vraag toch behoort in de eerste plaats gesteld te worden. Onder vooruitgang nn, zoowel op maatschappelijk als op zedeljjk gebied, wenscht schrijver dezes in de allereerste plaats to verstaan, de bewoners dezer eilanden in toenemende mate tevredenheid en levensgenot te bezorgen. Deze factoren alléén kunnen menschen geluk, doch welvaart tevens verschaffen, en wanneer hjj dan nagaat, welk verschil er in de laatste jaren is ontstaan, vergeleken bjj een vroeger tjjdperk, dan voorzeker kan het niet uitbljjven of de verschillende wijzigingendio nn aanstaande zgn of alreeds bestaan, behooren in verband met voorgespiegelde bronnen van toekomstige welvaart, nauwkeurig onderzocht te worden en tot hunne werkeljjkheid teruggebracht. Wanneer men over het algemeen de groote klasse der bevolking neemt nu, vergeleken bjj vroegere jaren, dan kan men al zeer spoedig tot de over tuiging komen, dat de arbeidende klasse, welke toch verreweg het meerendeel der bevolking uit maakt, een veel grootere welvaart geniet dan in een vroeger tjjdperk ooit heeft bestaan; wat nu versmaad wordt, werd vroeger uit noodzaak ver orberd; de meeste oppassende arbeiders zijn reeds in het bezit van eenig land, waarvan zjj de vruchten hnnner werkzaamheden kannen genieten, de talrjjke negotiekarren, die dageljjk» door het platteland hun ronde doen, leveren het bewjj» dat de koop kracht onder de arbeidende klasBo is vermeerderd, en alzoo de welvaart, zoo nauw verbonden aan levens geluk en tevredenheid, in groote mate is toegenomen. Dat de welvaart onder den boerenstand niet aehteruit ia gegaan, daarvan loveren vernieuwingen en onderhond aan gebouwen, alsmede publieke ver- koopingen, verpachtingen en inichrjj vingen op bouw- en weilanden, eveneens vaak bet bewjji. De vraag evenwel of het boerenbedrijf wel steeds zonder tegenzin wordt uitgeoefendmag niet oabeiproken big ven; met vergaderingen bij te wonen waarop vaak een soort geleerdheid wordt verkondigd en met woorden van vooruitgang en opheffing van isolement wordt omgesprongen als zoude daarvan alleen heil te verwachten zgn, zal de landman gewoonlgk in welvaart niet vooruitgaan. Met opzet wordt ten opzichte hiervan het woord »gewoonljjk" gebezigd, omdat schrjjver dezes gaarne erkent, dat uitzonderingen kannen beBtaan, en behalve ver gaderingen, welke polders en landbouwbelangen beoogen, benevens die van meer huishoudeljjken aard; bijeenkomsten, gehouden onder leiding van wetenschappelijke, tevens practische mannen, van nut kunnen zgn. De landbouwer behoort evenwel zooveel mogelgk zich tot zgn bedrjjf to bepalen met gebruikmaking van de verbeteringen op land bouwgebied, daaraan met opgewektheid zich te wjjden, opdat zooveel mogelgk de wisselvalligheden van voor- en tegenspoed met kracht kunnen over wonnen worden; daarin ligt de levensbron van tevredenheid en gelnkin deze laatste zetelt tevens toenemende welvaart. De meekrapcultuur, die in vroegere jaren het hare er toe bjjbracht om geldeljjke voordeelen te bezorgon, zoowel ten bate der landbouwers als der arbeidersbevolking behoort reeds eenigen tjjd tot het verledene en heeft plaats gemaakt voor het tegenwoordige althans" voor suikerbietenteelt, welke laatBte in niet mindere mate bgdraagt tot welvaart in deze streken. Men beichonwe deze cnltnnr evenwel niet al te voel als de eenige kurk, waarop alles moet drjjven en ver- waarlooze onder meer" den veestapel niet teveel, waartoe het veranderen van wei- in bouwland allicht aanleiding zou kunnen geven, daar de mogelijk heid niet is uitgesloten, dat door te wjjzigen economische toestanden ook hierin, eerder als men soms denkt, wijzigingen kunnen ontstaan en doe men tevens eene niet te wilde greep in gemeente- financiën ter verkrjjging van verschepingsbavens, als zou er in deze cultuur voortdurende stabiliteit big ven bestaan. Zooals reeds is opgemerkt, deBtjjds onder de meekrapcultuur, was de toestand der arbeidende klasse minder benijdenswaardignn daarentegen hoeft dio plaats ingeruimd voor aan schouwelijke welvaart, onder die groote meerderheid van ingezetenen, die een moer menschwaardig bestaan is verzokerd. Dit kan eveneens getuigd worden van die boerenbedrijven, welke onder persoonljjke medewerking, met bekwaamheid, jjver en overleg worden uitgeoefend. Éóne zaak echter waarop meer bjjzonder dient gewezen te worden, bljjft zeer te betreurendeze zaak is, dat de groote kwaal tegen vele maatschappelijke toestanden, bewust of onbewust, ook in deze streken reeds sedert lang haar intrede heeft gedaan; deze kanker, bestaande in gebrek aan eenvoud en zucht naar uiterljjk vertoon, heeft vaak met blindheid rond- gewoekerd en is een treurig teeken des tijds. Of is het niet bedroevend, veeltgds te moeten ervaren dat sommige landbouwersgezinnen, zoowel door hunne leveniwjjze als optreden, den schjjn geven als Bchamen zjj zich voor hun bedrjjf Klinkt het niet zonderling, dat vele boerinnen zich deze benaming slechts met eene zekere minachting wenscben toe te eigenen? Worden er niet vele jongedochters gevonden, die eene opleiding totaal missen, die later in het boerenbedrijf zoo hoogst noodzakeljjk il? Betreurenswaardig zjjn deze ervaringen zeer zeker, doch zjj komen, belaas, maar al te veel voor. Wordt er dan nimmer aan gedacht, dat jonge dochters uit den landbouwenden stand, wanneer zjj eenmaal in den huweljjken staat wenscben vereenigd te worden, totaal geen opleiding hebben genoten om door boterberoiding en alles wat met eene boerderjj in verband staat, hunne toekomstige echt- genooten niet knnnen bjjstaan in het gemeen schappelijk bedrjjf? Ware het niet beter, dat zjj van hunne moedersevenals znlks in vroegere jaren en nog bjj enkelen geschiedt, onderricht ont vingen in de melkerjj en boterberoiding, waardoor haar tevens door het beheer over geldelijke resultaten daarvan zuinigheid en spaarzaamheid werd geleerd, als behoorende in vroegere jaren het tot een dei- grootste genietingen eener oppassende boerin, om uit die inkomsten, behalve huishoudelijke benoodigd- heden on kleéren, gelden te knnnen besparen en waar het noodig bleek hunne echtgenooten soms met bijdragen konden verbljjden Is het som6 eene schande, wanneer zjj een werkzaam aandeel daaraan nemenof zouden die jongedochters zich in de toekomst gelukkiger gevoelen als ingebeelde dames te bljjven rondloopen en zich met snuisterjjen bezig te honden Al deze misstanden hebben hun ontstaan te danken aan gchjjnbedriegende opvattingen omtrent maatichappeljjke levenservaringen. Of daarmede evenwel een gezonder levensbegrip zal ontstaan, botwgfelt schrjjver dezeB ten sterkste. Bezwaarljjk kan hjj dan ook aannemen, dat het de bedoeling kan geweest zgn van overheidspersonen, welke beoefening van kennis en ontwikkeling aanprezen, om dit niet te kunnen doen strekken om op lateren leef tg d in ieder bedrjjf in prakt jjk te worden gpbracht, en wanneer het verkeer nit deze eilanden, met de aanstaande verbinding, dermate zal toenemen als de beweringen van de warme "voorstanders daarvan prediken, dan voorzeker is de vraag niet ongewettigd of daardoor niet in even groote mate de welvaart uit deze streken zal verbannen worden, uithuizigheid geen nadeelige gevolgen zal achter laten, toenemende zacht naar opschik en aantrekkings kracht tot het menigvuldig bezoeken van groote steden met al hare verleidelijkheden, zoo voor den landbouwersstand als voor de arbeidersbevolking, er de treurige gevolgen van zullen worden, en vroegere eenvoud hoe langer hoe meer tot het verledene zal gaan behooren. Ach, wat wordt het vaak voorbijgezien, dat de maatstaf ter beoordeeling niet altjjd juist genomen wordt, waar de eene toch niets anders doet dan wangunstig zich ergeren, wanneer kg in welstand niet de geljjke is met eenige in dit opzicht beter bevoorrechtenzal een ander xïie het naar schrijvers oordeel beter voor heeft", zich gelukkig rekenen, geleideljjk vooruit te komen en zich spiegelen tegenover minder bevoorrechte natuur- genooten. Het geluk beruBt niet uitsluitend in het bezit van gold- doch gewoonlgk bg hendie tevreden zgn in hun bedrjjf en die met noeste vljjt en volharding vooruit trachten te komendaarin alléén moet hun grootste voldoening en levensgeluk berusten. Het landbonwbedrjjf brengt nn eenmaal mede, dat zoowel de landman als zjjno vrouw en kinderen, hunne krachten bljjven aanwenden aan do taak, waarin zjj de levensbron moeten vinden, en dit vereischt voortdurend toezicht en medewerking; men tast mis, wanneer men levensgenot moet trachten te vinden buiten eigen omgeving. De vrees is dan ook niet uitgesloten zonder algeheele afwisseling, waar dit mot het bedrjjf overeen te brengen is, te willen misgunnen", dat bjj veelvuldig gebruik maken van den nieuwen verkeerswog, de dief wordt binnengobaald tegen verder rein levensgeluk. Verkeerde voorspiegelingen te maken omtrent toe komstige welvaart kan wel eens in schjjnbedrog ontaarden, en later in de werkeljjkheid een knagende kanker worden in plaats van vroegere eenvoudige begrippen van tevredenheid. Vele, zeer vele misstanden zgn er in den loop der tjjden reeds op velerlei gebied ontstaan, waartegen niet te miskennen, ook ver schillende verbeteringen zgn tot stand gekomen; laat men evenwel nu, voor het te laat is, gedachtig zgn, dat er veel vorkeerde voorspiegelingen beBtaan, wanneer men alles laat aankomen op de zoogenaamd nieuw te verwachten welvaart. Laat men toch bedenken, dat snelle verkeerswegen gewoonljjk de pompwerktnigen der groote steden zgn om alles tot zich te zuigen, waartegen z. g. genietingen in rnil worden gegeven, en is het nog oene opene vraag of die in kleinere plaatsen welvaart bezorgen, eer het tegendeel is te vreezen. Bedenkt toch, dat groote steden meestentjjds de aangename en daardoor meest gevaarljjke zijde laten bekjjken, doch dat de keerzjjdedie de strjjd om hot bestaan aankleeft, meestal verborgen bljjft voor het oog van minder tevredenen in eigen lot; hoevelen toch worden daar gevonden, die met zenuwachtige gejaagdheid den strjjd om het bestaan moeten voeren en slechts zelden van de fristcho natuur, »door den landbouwer vaak niet op waarde geschat", kannen genieten. Of deze beBchoawingen veel zullen baten, daarvan Btelt schrjjver dozes zich niet veel voor, aangezien de zjjni inziens verkeerde levensopvattingen alreeds te diep zgn ingeworteld en zjjne wenken bjj z. g. volksmannen allicht nit het oogpunt eener behoudende richting worden aangemerkt en veroor deeld deze gedachte evenwel werpt hjj verre van zich, doch weerhondt hem niet te waarschnwen. Wat goed is, wenscht hg niet verloren te doen gaan én het meegaan met zgn tijd meer te beschouwen, om bjj gebruikmaking van werkeljjk beredeneerde verbeteringzegen en welvaart onder deze bevolking te helpen verspreiden. Zjjne wenken zgn dan ook hoofdzabeljjk gericht ten opzichte van dengenen, welke nog in twjjfel verkeeren, of om degenen, die evenals hjj, bestaande of te verwachten misstanden niet goed oordeelen, daarin te versterken. Moge het schrjjver dezes ten slotte gelukken do oogen te openen van velen, die slechts heil zoeken daar, waar het niet te vinden is en hen er toe brengen, om, bjj gebruikmaking van het werkeljjk goede, wat deze eeuw, ontegenzeggelijk ook ten bate van het landbonwbedrjjf, heeft uitgevonden, door eenvoud en naarstigheid, zich in hnnnen maatschap- peljjken stand gelukkig ou tevreden te gevoelen. Wanneer dit mocht worden bereikt door zjjne land- genooten, die in werkelijkheid het eenig goede met hen op het oog heeft.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1899 | | pagina 1