In de Apeldoornsche Ct. wordt door den heer J. Wilbrink Wzn., directeur van het »Hoogeland", het plan ontwikkeld om een toevluchtsoord in het leven te roepen voor de ontilagen gevangenen van Veenhuizen. Daar zou een oppervlakte van pl. m. 2000 H.A. goede, doch woeste gronden moeten gekocht worden, waar in 100 daar te bouwen toe- vluchten te zamen 1500 mannen zonden kunnen geborgen worden. Het Rjjk zou de instelling moeten aubiidieeren; gemeenten en armbesturen of diaconieën, waarvan do verpleegden kwamen, zouden ook het hunne in de kosten moeten bjjdragen; familieleden zouden zoo mogeljjk moeten Bteunen, en de inrichting zou wgders voor liefdegaven kunnen worden aan bevolen. Het plan wordt in het genoemde blad verder in bijzonderheden ontwikkeld. Zondagavond werd te Apeldoorn op het Hofveld een treurig drama afgespeeld. Door den drank verhit, kreeg zekere B. met zjjn vader hooggaande woorden, totdat hg op een gegeven oogenblik zjjn vader met een mes in den buik stak. De oude B. is naar het ziekenhuis vervoerd en Maandagmorgen gestorven. De zoon is in hechtenis genomen. Men schrjjft uit Delden: Donderdagavond half negen kwam hier een knaapje van ongeveer vier jaar de stad inloopen, op bloote voeten, zwervende, zonder te weten waar heen moest of van waar hg kwam. Een hond vergezelde hem trouw. Nadat hg eerst door de zorg van de politie goed had gegeten en gedronken, is de gemeente-veldwachter met hem naar Hengelo gegaan doch ook daar was niets van hem bekend. Hg werd toen liefderjjk opgenomen door den heer Katuin aldaarinmiddels waB bekend geworden dat hg van den straatweg van Enschedé was gekomen. Den volgenden dag is toen door de politie geïnformeerd naar Enschedé en van daar naar de Glanerbrug en het bleek toen, dat hij te Ochttrupp werd vermist. Hg had dus een afstand van 8 uur afgelegd. Met zgn moeder naar het land gaande, had deze hem gezegd naar zgn grootmoeder in de buurt van het land te gaan, maar daar was hg niet geweest. Overal word in de buurt van Ochttrupp al gezocht. Men kan zich de vreugde der ouders voorstellen, bjj het terugzien van hun kind. Zterikzee, 21 Juni. In de heden gehouden verificatie-vergadering in het faillissement der firma C. Bal Zoon alhier is het door Mr. M. Jacq. de Witt Hamer aangeboden accoord verworpen met 95 tegen 66 stemmen. Provinciale Staten van Zeeland. In de a.s. Zomerzitting zullen, na mededeeling van ver schillende ingekomen stukken, als Koninklijke besluiten, houdende goedkeuring van besluiten der Staten in de vorige zitting genomen enz. en na benoeming van het lid der Staten, bedoeld bij art. 89 der Provinciale Wet, de volgende zaken aan de orde komen: 1°. Een adres van C. Vreeke te 's Heer-Arendskerke c.s., om het gebruik van het sleepnet voor sommige vischwaters te verbieden. Adressanten wenschen, dat het gebruik van de zegen (sleepnet) niet geoorloofd zal zijn in visscherijen, welke aan meer dan één persoon toebehooren en met elkander in verbinding staan. Onder mededeeling, dat zij het advies van den weten- schappelijken adviseur in visscherijzaken, dr. Hoek te Helder, inwonnen en aan Burgem. en Wetli. van 's Heer-Arendskerke, Wolphaartsdijk en Goes vroegeD, wat tot het verzoek aan leiding kan hebben gegeven, stellen Gedep. Staten voor, het adres ter nadere instructie in handen te stellen. 2°. Het nader rapport van Gedep. Staten omtrent het aangehouden voorstel tot vereeniging van de polders Anna Jacoba en Willem. In de Najaarsvergadering van '98 werd de behandeling van het voorstel verdaagd tot de Zomervergadering, met uitnoodiging aan Gedep. Staten, om alsdan het rapport van den Hoofdingenieur daarbij over te leggen. Dit rapport werd aanvankelijk niet door Gedeputeerden overgelegd, omdat het geene bijzonderheden van technischen aard bevatte, terwijl zy zich met het oordeel van den Hoofdingenieur over de administratieve zyde der quaestie niet konden vereenigen. Een antecedent bestond niet, daar de Hoofdingenieur in 1882 over de wenschelijkheid der vereeniging van de Anna Jacoba-, Willem- en Kramerspolders door onze voorgangers, zeggen Gedeputeerden, niet geraadpleegd werd. Intusschen vinden Gedep. Staten aanleiding, in verband met de tegen hun voorstel geopperde bedenkingen, hun standpunt nader toe te lichten. Ter verduidelijking hebben Gedeputeerden een schetskaart, ontleend aan de topographische kaart, bijgevoegd. De Hoofdingenieur meent, dat er voor de Staten van Zeeland geen genoegzame gronden zijn aan te wijzen om, van hunne grondwettige bevoegdhéid gebruik makende, over te gaan tot vereeniging tot een waterschap enkel van de polders Willem en Anna Jacoba. Wel zijn de belangen der eigenaren van den Willempolder en die van de eigenaren van den Anna Jacobapolder één, doordien het dezelfde eigenaren zijn, doch gemeenschappelijke waterstaatkundige belangen hebbèn deze polders niet wat betreft dijks- en oeververdediging; doorbraak van den zeedijk van den Willempolder ol van dien van den Anna Jacobapolder brengt alleen mede, dat dan de scheidingsdijk van beide polders zeewering wordt voor den overblijvenden polder. Werd door de Staten, zegt de Hoofdingenieur verder, een waterschap opgericht over de Willem- en Anna Jacoba- polders, dan zou de onregelmatige toestand van het onder gezag van tweeërlei bestuur staan van de waterstaatkundig één zijnde polders Anna Jacoba en Kramers blijven voort duren. Daartegen wordt door Gedeputeerden, die het uitgangs punt van den Hoofdingenieur onjuist achten, o. a. aangevoerd: »Tot dusver is steeds beweerd geworden inaar" wij meenen terecht dat de Willempolder met den Anna Jacobapolder waterstaatkundig zoodanige belangen gemeen heeft, dat hij er onafscheidelijk mede verbonden is en zonder dezen niet kan bestaan. Men kent de geschiedenis der indijking. Oorspronkelijk (1854) eene zomerbekading rond schorren vóór den Anna Jacobapolder, werd die kade reeds in 1859 met koninklijke goedkeuring tot zeedijks-afmeting verhoogd en daardoor de Willempolder gevormd. Als landaanwinning was deze polder zeker eene uiterst gewaagde bedijking, daar de verdediging van den zeedijk steeds meer gekost heeft dan de opbrengst der 28 hectaren land, welke hij omvat. Daarentegen had hij als voorwerk voor den Anna Jacobapolder, maar ook alleen als zoodanig, reden van bestaan. Gedeputeerden beroepen zich verder op het getuigenis van den Hoofdingenieur en op de toelichting door hunne voor gangers gegeven bij hun voorstel in 1882 tot vereeniging van de Anna Jacoba-, Willem- en Kramerspolders en hun schrijven in 1884 aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, waaruit bljjkt, dat de gemeenschap van belangen niet voortvloeit uit - maar bestaat onafhankelijk van het berusten van den eigendom van beide polders in dezelfde handen. Na wederlegging van nog andere bezwaren, uit den boezem der vergadering tegen hun voorstel ingebracht, resumeeren Gedeputeerden de grondenwelke voor hun voorstel pleiten: 1°. De vergaderingen van ingelanden van beide polders wenschen de vereeniging. Het openbaar belang verzet er zich niet tegen, terwijl in het algemeen groote polders de voorkeur verdienen boven kleine. 2°. Waterstaatkundig behooren de polders bij elkander. 3°. Feitelijk stonden de polders tot dusver onder één beheer. 4°. De verhouding tusschen den Anna Jacoba- en den Willempolder behoort publiekrechtelijk verzekerd te worden. Aan de orde komt voorts: 3°. Een voorstel van Gedep. Staten tot het verleenen van een subsidie ad 325 aan de gemeente Veere in de kosten harer huishouding voor 1899 en een dito ad f 210 aan de gemeente Nisse. Ter toelichting van den financiëelen toestand dier beide gemeenten leggen Gedep. Staten een overzicht over, op gemaakt uit de rekeningen over 1893 tot 1897 en uit de begiootingen voor 1898 en 1899. Deze gemeenten behooren tot de hulpbehoevenden. Sedert jaren worden ze gesubsidiëerd voor de kosten van het lager onderwijs, in den laatsten tijd ook voor die harer huis houding. De uitgaven zijn zoo laag mogelijk geraamd; bezuiniging kan daarop niet plaats hebben, terwijl de in komsten niet kunnen worden vermeerderd. 4°. Het voorstel van Gedep. Staten tot het aangaan eener nieuwe overeenkomst met de Hoofdcommissarissen der Vennootschap #de Middelburgsche Courant" omtrent de uit gifte van het verslag van de vergaderingen der Provinciale Staten. De thans loopende overeenkomst eindigt 31 December a.s. De Vennootschap heeft zich bereid verklaard onder de bestaande voorwaarden het contract opnieuw aan te gaan, waartegen bij Gedeputeerden geene bedenking bestaat; weshalve zij voorstellen om eene nieuwe overeenkomst te sluiten voor den tijd van vijf jaren, tegen een som van f 18 per vel druks van vier pagina's in den tegenwoordigen vorm, benevens van f 60 voor eiken dag waarop openbare zitting wordt gehouden en overigens op dezelfde grondslagen als in de loopende overeenkomst zijn opgenomen. 5°. Een voorstel van Gedep. Staten tot afwijzing van het verzoek van Regenten der Vereeniging »Het Nederlandsch gasthuis voor behoeftige en minvermogende ooglijders", gevestigd te Utrecht, om een jaarlijksch subsidie uit de provinciale middelen. Hoewel gaarne het nut van de bedoelde inrichting erken nende, achten Gedeputeerden geen termen aanwezig om aan dergelijke particuliere inrichtingen bijdragen of snbsidiën te verleenen. 6°. Een voorstel van Gedeputeerden betreffende de terug gaaf van een evenredig deel der bijdragen van derden in de kosten der verpleging van behoeftige krankzinnigen. 7°. Een voorstel van Gedeputeerden tot het instellen eener procedure tegen den Belgischen Staat tot vergoeding der schade, door een Belgischen loodsschoener veroorzaakt aan de provinciale stoomboot «Zeelandia". 8°. Een voorstel van Gedeputeerden tot verkoop van grond van den weg van Hulst naar Walzoorden, aan C. R. Lalemant, weduwe J. A. van Heteren, te Hulst en aan P. A. Adriaansens Pz. te Walzoorden. 9°. Een voorstel van Gedeputeerden tot het verleenen van een renteloos voorschot voor wegsverbetering aan de gemeente Hoedekenskerke. De gemeenteraad van Hoedekenskerke doet in zijn adres opmerken, dat de verbetering van algemeen belang moet worden geacht. Dit zijn ook Gedeputeerden van oordeel, die bij hun voorstel wijzen op de kortere verbinding over kunstwegen, welke zal verkregen worden tusschen Kwaden- dam me en 's Gravenpolder en verder naar Goes, hetgeen ook voor de dorpen Baarland en Oudelande en zelfs voor het oostelijk gedeelte der gemeente Ellewoutsdijk van belang is. Gedeputeerden wenschen daarom inwilliging der aanvraag tot een bedrag van ten hoogste f 5750, voor de begrinding van een gedeelte van den Siguitschen dijk, van een gedeelte van den Oud-Vreelandschen dijk, van den Langeweg en van een gedeelte van den Slabbekoomschen dijk I. 10°. Een voorstel van Gedeputeerden tot afwijzing van het verzoek van den Dreischorpolder, om een renteloos voor schot voor wegsverbetering. 11°. Een voorstel van Gedeputeerden tot afwijzing van het verzoek van A. Lantsheer c.s., om de subsidie voor een stoomtramweg Vlissingen—-Domburg met adressen tot onder steuning van het verzoek van ingezetenen van Aagtekerke, Domburg en Oostkapelle, alsmede een nader schrijven van A. Lantsheer c.s. met rapport van den Provincialen Hoofd ingenieur. In de vorige Najaarszitting werd in handen van Gedepu teerden gesteld, het bedoelde adres der heeren Lantsheer c.s., om provinciale subsidie voor het aanleggen van den tramweg. Met den Hoofdingenieur, wiens breedvoerig rapport tevens wordt overgelegd, zijn Gedeputeerden van oordeel, dat de richting van den tramweg door de schaarsch bevolkte land streek langs den voet der duinen en zeedijken van Walcheren niet de meest gewenschte is, en meenen ze daarom de behandeling der vele andere vraagpunten te moeten aan houden. Ze stellenzich refereerende aan het advies van den Hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat, den Staten voor, het verzoek af te wijzen. 12°. Een voorstel van Gedeputeerden tot het verleenen aan de gemeente Duivendijke van een renteloos voorschot (voor de helft van het gevraagde bedrag) voor den aanleg eener haven, met adressen van adhaesie van de gemeente besturen van Noordwelle en Renesse. 13». Een voorstel van Gedeputeerden tot afwijzing van het verzoek van het Waterschap Cadzand, om een subsidie voor den aanleg eener haven aan de Wielingen. 14°. Een voorstel van Gedeputeerden tot het verleenen van een subsidie voor de uitoefening van den stoomboot- en wagendienst WalzoordenVlake en Walzoorden—Hulst. De ondernemers van dien dienst hebben zich bereid ver klaard, om den dienst na 31 December 4899 (alsdan eindigt het in 1897 toegekende subsidie) op den bestaanden voet voort te zetten, liefst voor een termijn van tien jaren. Een verbintenis voor langer dan 2 jaar komt Gedepu teerden niet geraden voor. Nu het wetsontwerp tot het verleenen van een renteloos voorschot voor een stoomtramweg van Hulst naar Wal zoorden door de beide Kamers der Staten-Generaal is aan genomen, bestaat er gegrond uitzicht, dat de tram binnen korten tijd in exploitatie zal worden gebracht. In 1901 zal dan de invloed kunnen worden beoordeeld van de exploitatie van den tram op de ontvangsten van den stoombootdienst, om daarmede bij eene verlenging der overeenkomst rekening te houden. Geheel in overeenstemming van het in 1897 door de Staten genomen besluit wenschen Gedeputeerden te toe kenning van f 11500 subsidie 'sjaars, gedurende twee jaren, onder eenige voorwaarden. 15°. Een voorstel van Gedeputeerden tot verkoop van de Provinciale stoomboot »Wester-Schelde". 16°. Een voorstel van Gedeputeerden betreffende het verhuren der booten van den Provincialen stoombootdienst op de Wester-Schelde. 17°. Een voorstel van Gedeputeerden tot het verleenen van een subsidie voor de uitoefening van den wagendienst TholenSt.-Maartensdijk. De ondernemers W. Moelker c.s. verzochten bij adres twee jaar verlenging van het tot 1 Augustus a.s. voor dien dienst toegekende subsidie ad f 600 's jaars. In 1898 werden vervoerd 7591 personen, terwijl ontvangen werd (wegens vervoer van personen enz. en subsidie van Provincie en Gemeenten) f 4187,50 en uitgegeven f 3826, zoodat in dat jaar een winst is gemaakt van f 361,50 (iè 1897 f 229,29). Gedeputeerden meenen, dat er aanleiding bestaat het subsidie te verlengen tot 1 Augustus 1900, onder bepaling echter, dat het subsidie ophoudt met den dag waarop de tollen op de Rijkswegen worden afgeschaft, wijl by dié afschaffing de ouderneming geen behoefte meer aan het Provinciaal subsidie heeft, als zijnde het bedrag der tol gelden hooger dan dat van het subsidie. 18°. Een voorstel van Gedeputeerden tot het verlengen met een jaar van den termijn voor het in exploitatie brengen van den stoomtramweg HulstWalzoorden. 19". Een voorstel van Gedeputeerden tot wijziging van het besluit der Staten, waarbij aan de Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland subsidie is verleend voor een tweejarigen cursus in het hoefbeslag. 20°. Een voorstel van Gedeputeerden, tot wijziging van het besluit der Staten, waarbij aan de Vereeniging «School voor hand- en bouwkundig teekenen" te Tholen een sub sidie uit de Provinciale fondsen is verleend. Het voorstel strekt om de woorden »50 °/0 van de totale uitgaven", voor komende in het besluit van 4 November j.l., te doen ver vangen door zeen bedrag van f 400". 21°. Een voorstel van Gedeputeerden, om aan de gemeente Graauw c. a., met intrekking van het jaarlijksch subsidie ad f 150 voor verloskundige hulp, een gelijk subsidie te verleenen ter voorziening in geneeskundige hulp. 22°. Een voorstel van Gedeputeerden, tot intrekking van het jaarlyksch subsidie, ad 200, aan de gemeente Ilontenisse verleend ter voorziening in geneeskundige hulp. 23°. Een voorstel van Gedeputeerden tot wijziging van het reglement op de keuring van dekhengsten. 24°. De verantwoording van Gedep. Staten wegens de enkel Provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1897. De 'inkomsten en middelen geraamd op 474.951.035, hebben opgebrachtf 451.094.70s terwijl de uitgaven en behoeften hebben vereischt414.487.80s zoodat het dienstjaar 1897 een voordeelig slot heeft opgeleverd vanf 36.606,90 25°. Een voorstel van Gedeputeerden tot wijziging der begrooting van de provincie voor 1899. 26°. De begrooting der kosten van het Provinciaal Bestuur, voor zooveel het Rijksbestuur is, voor 1900. Het totaal bedrag der geraamde kosten is f 103.494.00. 27°. De begrooting der provincie voor 1900, en 28°. Een voorstel van Gedeputeerden, tot heffing van resp. 28 en 36 opcenten op de hoofdsommen der belasting op de gebouwde en op de ongebouwde eigendommen en van 21 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting over het jaar 1900. De Vredes-Conferentie. Biet volgende besluit is door de Conferentie aangenomen: Schipbreukelingen, gewonden of zieken, die geland worden in een onzjjdige haven met toestemming van de plaatseljjke overheid, moeten door deze zoodanig daar gehouden worden, dat zjj niet meer aan de oorlogBoperatiën deel kannen nemen. >De kosten van verpleging en begrafenis worden gedragen door den staat, waartoe de schipbreukelingen, gewonden of zieken behooren". Moord te Koewacht. Het Parket uit Gent i> Zaterdag voor de vierde maal te Koewacht geweest. Ook de Jnstitie van Middelburg was weder overgekomen. Het huis van den verdachte, dat op Nederlandsch grondgebied staat, werd nogmaals nauwkeurig onderzocht; bet Gereeht werd daarin bjjgestaan door Dr. Swartz, hoogleeraar in de Bcheikunde aan de Universiteit te Gent. In den kelder vond men een pot in den grond gemetseld. In den bodem van dezen pot was oen opening. Op last van den scheikundige werd deze pot door een metselaar uitgekapt en de grond, welke met bloed gedrenkt scheen, medegenomen. Tevens werden in beslag genomeneen oude kuip en eenige steenen. Een teekenaar maakte voor de Jnstitie een schets van het huis en de omliggende wegen. Na het onderzoek van de woning volgde het Gerecht den weg, dien de moordenaar waarschijnlijk genomen heeft, toen hg de vermoorde vrouw uit zgn woning naar den put gedragen heeft. Ook van dezen weg is een schets gemaakt. In den namiddag beproefde mon den bekenden put op de grens door middel van de brandspuit leeg te pompen, docb toen dit niet vlug genoeg ging, werd ook met emmers gewerkt. Toch was het al twaalf uur 's nachts, eer het water verwjjderd was. Men hoopte in dezen put het scheermes van den verdachte, alsmede de kleederen te vinden die hg op 13 April, den dag van den moord, gedragen heeft. Tot nog toe is nog niets gevonden, wat betrekking kan hebben op den moord, doch de modder zal nu nader onderzocht worden. Herstellingsoord voor onderwijzers. Uit Ede meldt men: In eene deze week gehouden vergadering van geërfden in de buurtschap Ede—Veldhuizen werd door den burgemeester dezer gemeente het voorstel gedaan, aan den Bond van Nederl. Onderwijzers af te staan een stuk heidegrond, ten behoeve van het te stichten herstellingsoord. Wilde men heide, gelegen ten noorden van den Amsterdamschen straatweg, tot die schenking bestemmen, dan moest het stuk 3 H.A. groot zgn en zoo men het zuideljjk van gemelden weg liggend gedeelte koos, 1 H.A. In beide gevallen sluit het aan bjj terreinen, eigendom van graaf Bentinck, aan wien de Bond van Nederl. Onderwgzers een stak heidegrond heeft aangevraagd. Met op een na algemeene stemmen werd besloten den grond gratis beschikbaar te stellen. Bepaald werd nog, dat de Bond nimmer zal mogen optreden als geërfde in gemelde buurtschap. YEBklEZIUftEM. Bruinige- Door de antirevolutionaire kies- vereeniging zgn tot candidaten gesteld bij de a.s periodieke gemeenteraadsverkiezing de heeren Z. Hoogerhoide, O. Hage en H. J. P. Beaufort. De beide eersten zgn aftredenden; de laatste iB gesteld tegenover het aftredend lid W. Jumelet Mz. Aanbestedingen, Verkoopingen enz. Caniperland, 20 Juni. Heden werd door het bestuur van den Onrustpolder alhier aanbesteed Het doen van steenbestorting aan genoemden polder. (Raming f 2682.60). Hiervoor was ingeschreven door W. Dekker, Veere, voor f 2580; Jao. Jansen, Terneuzen, voor f 2498; Jan Roskam Cz Sliedrecht, voor f 2234; Hk. de Kluiver, Sliedrecht, voor f 2323; J. W. Roeloffs, Papendrecht, voor f 2130; Bjj de aan het ministerie van justitio gehouden aanbesteding van de levering ten behoeve van de bevolking in gevangenissen, rjjks-opvoedingsgestich- ton en rijkswerkinrichtingen van 88.500 K.G. groene erwten, in 7 perceelen, was voor het 6e perceel het laagst ingeschreven door A. Jeronimus te Middelburg voor f 10.90. Landbouw en Weeteelt. In de St. Crt. is opgenomen een staat van afkoop van tienden over het jaar 1898. Daaruit bljjkt, wat de provincie Zeeland betreft, dat van het kroondomein tienden werden afgekocht tot een bedrag van f 3815.86s en van particulieren voor f 21.699.07. Bleef men eenige jaren achtereen in den BruiniBse-polder verschoond van den z. g. ajuinworm, thans zgn verscheidene met uien beplante perceelen door dit schadeljjke insect aangetast, dat vele planten heeft gedood. Ook op Zuid-Beveland en Tholen doet zich dit ongunstig verschjjnsel veel voor. Men schrjjft uit Zuiddorpo Wellicht zal 't velen bekend zgn, dat de Belgische minister van landbouw, om het veesmokkelen te beletten, al hot Belgische hoornvee een ring in een der ooren heeft laten stoken. Nu zullen de Hollandsche gesmokkelde dieren dadeljjk te herkennen zgn. Maar weldra bleek het, dat minister De Bruin buiten den waard of liever buiten de vindingrijkheid der smokkelaars gerekend had. Van rjjkswege is er in elke gemeente een man aangesteld, dio van het ministerie van landbouw de vee-ringen ontvangt en belast is het vee der landbouwers van het kenmerk bjj uitnemendheid te voorzien. Voor zgn moeite wordt hem vanwege genoemd ministerie per ring 25 contimes betaald. En wat gebenrt nu? Voor mooie woorden, een paar borrels en vjjf of tien francs hebben de kooplui zooveel echte vee-ringen als *e willen, en dan maar Hollandsche melkkoeien genaturaliseerd. Even voor men op Belgisch grondgebied komt, wordt er halt gehoudenringen en tangetje worden voor den dag gehaald en binnen weinige oogen- blikken is het Hollandsche vee als al het Belgisch van den gouvernements-ring voorzien. Voort gaat het daarna, soms in galop zelfB, tot men ten slotte een paar dagen later onze Hollandsche koeien heel zusterljjk tusschen de Belgische op een veemarkt ziet staan. En of de kooplui met het veesmokkelen goede zaken maken Wjj gelooven van puike zelfs. Als bewjjs het volgendeEen landbouwer hier uit de bnurt verkocht dezer dagen een driejarige vaars voor 300 francs. Ringen, smokkelen, enz. kostte den koopman 43 francB, en twee dagen later op de jaarmarkt te S werd dezelfde vaars verkocht voor 545 francs. Voorwaar een mooi buiten kansje! En met deze vaars waren nog elf andere koeien plotseling van volbloed, geringd Belgisch ras geworden 1 BECHTSZAKEÜ, Zierikzee, 20 Juni. Ter terechtzitting der arrond.-rechtbank stond 0. a. terecht J. S. H. Jz,, 33 jaar, schippersknecht, geboren en wonende te Tholen, ter zake dat hg in den nacht van 8 op 4 April 1899 te Tholen, een horloge en ketting van J. C. van D., immers aan een ander dan aan hem, beklaagde, toebehoorend, weggenomen heeft, met het oogmerk om dat horloge en dien ketting, zich wederrechtelijk toe te eigenen, en J. O. van D. mishandeld door hem opzetteljjk te slaan. De substituut-officier van justitie, mr. Buys, de beide feiten bewezen achtende, vorderde eene gevangenisstraf van 3 maanden. Voor beklaagde trad als verdediger op, mr. D. van der Vliet. De rechtbank veroordeelde heden beklaagde wegens mishandeling tot f 1 boete en sprak hem van den diefstal vrjj, als zjjnde dit niet wettig en overtuigend bewezen. Verder werden veroordeeld 1°. A. B., 26 jaar, smidsknecht te Dreischor, wegens verduistering, tot f 25 boete, subs. 12 dagen hechtenis, met vrjjspraak van het niet bewezen verklaard 2°. A. van S., 15 jaar, kuiper te Tholen, wegens diefstal begaan door een kind dat den leeftjjd van 10 - maar nog niet dien van 16 jaar heeft bereikt, met oordeel des onderscheids, bjj verstek, tot f 10 boete, subs. 12 dagen hechtenis; 3°. P. K., 45 jaar, veldarbeider te Zonnemaire, wegens diefstal, tot f 10 boete, subs. 12 dagen hechtenis 4°. L. de V., 19 jaar, arbeider te Noordwelle, wegens mishandeling, tot f 10 boete, subs. 14 dagen hechtenis; 5°. M. van P., 19 jaar, arbeider te Bruinisse, wegens mishandeling, tot 1 maand gevangenisstraf. Iemand te Obdam is door de rechtbank te Alkmaar tot 2 dagen gevangenisstraf veroordeeld, omdat hjj (in drift) een paar klappen had gegeven aan een jongen boerenknecht aldaar. Hjj trok zich het vonnis zoo erg aan, dat hg nu na terugkomst, krankzinnig is, en reeds naar een gestioht moest vervoerd worden. KEBklIlEUWS. Aangenomen het beroep naar de Evang.-Luth. Gem. te Groede, door den proponent L. Sohulte te Weesp. Beroepen bjj de Herv. Gem. te Hoofdplaat (toez.), de cand. H. L. Djjkman te Rotterdam. Bedankt voor het beroep naar de Herv. Gem. te Arnemuiden door ds. G. W. Locher te Dantuma- woude en voor dat naar Poederoojjen en Loevestein door ds. H. Kwint te Nieuw- en St. Joosland. Na onderzoek, zoowel door den vice-admiraal te Nieuwediep, als door den minister van marine, is de klacht van enkele marine-officieren tegen dr. De Koe, te Helder, in handen gesteld van het Classicaal Kerbbestuur te Alkmaar. Zaterdag 1.1. heeft met eenige plechtigheid dr. T. Lewenetein, nieuw benoemd opperrabbjjn van het Nederl. Israël, kerkeljjk ressort 's Gravenhage, zgn geestelgk ambt aanvaard. De installatie door het administratief gezag der gemeente geschiedde in eene buitengewone ver gadering ter consistoriekamer, onder leiding van den heer J. Simons, onlangB opgetreden als voorzitter van den kerkeraad. Daarna had de kerkeljjke plechtigheid plaats in het feesteljjk getooide synagoge-gebouw in de Wagenstraat. Na welkomstgezangen door de voorlezers en de gemeente, hield de heer J. Mendes Chumaceiro, in de laatste maanden waarnemend opperrabbjjn, eene bevestigingsrede, waarin hjj de taak van den geesteljjken herder schetste en den Hoogeren zegen afsmeekte voor de gemeente, haren leider en zgn dienstwerk. De rabbjjn had aan het boek Josua zgn tekst ontleend >Een afgezant ben ik van den Heere Zebaoth". Na een heilzang voor den nieuwen herder door den voorlezer, beklom dr. Lewenstein den kansel en hield zgn intreerede. De woorden uit Numeri had de geesteljjke tot tekst gekozen>Van de gave tot het heilig erfdeel en van het heilig erfdeel tot de hoogte", om op dien grondslag de roeping te schetsten van den Jood en tevens een heilige belofte af te leggen aan de gemeente voor zich en zgn arbeid, dien hg in streng behoudende richting, maar tevens niet warme liefde tot vrede en verzoening en eendracht hoopte te vervullen. De talrjjk opgekomen schare hoorde met groote aandacht deze rede aan. De gemeente zong haren herder 's Heeren zegen toe, waarna de nieuwe opperrabbjjn bjj de geopendo arke het gebed uitsprak voor H.H. M.M. de Koningin en de Koningin-Moeder. Met psalmgezang werd de plechtigheid besloten. Door al de sprekers, zoowel bg de burgerlgke als bg de kerkelgke installatie, werd bg deze gelegen heid weemoedige hulde gebracht aan de nagedachtenis van de overleden opperrabbjjnen Berenstein en Tal. Elkerzee, 18 Juni. In de vergadering van het kiescollege der Ned. Herv. Gem. alhier, werd in de plaats van den afgetreden J. van Dommele, als diaken gekozen Leendert Kloet te Scharendnk# en als secundus W. Bal te Duivendjjke.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1899 | | pagina 2