De Kermis. LS2SS DreKschor, 5 Sept. Het onweder, dat Zater dagavond boven deze plaats woedde, vernielde een vijftal telegraafpalen. Een dijkwerker, die kort in de nabijheid was, werd tegen den grond geslingerd en bleef daar een poos bewusteloos liggen. Zjjn schop en laarzen werden ver van hem van daan weggeworpen. Zierikzee, 6 Sept. De stoomtram Rotter damNumansdorp, welke men had gehoopt dat reeds voor een deel met November in exploitatie zon gebracht knnnen worden, zal waarschijnlijk geen dienst doen voor Mei 1898. Men schrijft ons uit het eiland Tiftoleii: Al weer een nieuw verkeersmiddel, ten minste pogingen zullen aangewend worden om een nieuw verkeersmiddel in 't leven te roepeneen omnibus- dienst Scherpenisse—Stavenisse. Zoo las ik, en ik herdacht daarbij de lijdensgeschiedenis van vroegere dergelijke pogingen en proefnemingen. Een glim lach kwam mg op de lippen als ik bedacht, dat men juist van uit Scherpenisse zich die publieke zaak, welke m. i. aireede ten doode opgeschreven is voor zjj voor de publieke rechtbank verschijnt, zoo zou aantrekken. In 't geheele eiland en daar buiten is het toch bekend, dat zij, van de vier hoofdzakelijk belanghebbende, de eenige gemeente is, welke geene belangstelling toont in den be- staanden wagendienst St.-Maartensdgk—Tholen. Dat deze gemeente de publieke zaak dermate genegen is, dat een vroeger aangenomen voorstel tot het in exploitatie brengen van een telefoon in eene latere gemeenteraadsvergadering, toen men reeds tot benoeming van een beambte zou overgaan, weder geheel werd vernietigd. Dat in deze gemeente het geval voorkwam, dat een arme daglooner een lijdend kind had, wiens toestand onder behandeling van den daar ter plaatse wonenden arts geen zichtbare beterschap opleverde, waarom de vader besloot een geneesheer eener naburige gemeente in te roepen, waardoor autoriteiten zich dermate gekrenkt achten, dat een houten kribbe, den vader vanwege de gemeente tijdelijk voor zijn ljjdend kind verstrekt, terstond werd opgeöischt. Datmaar te veel gevallen om te vermelden van dergeljjken aard kwamen mij voor den geest, waarbij het allen schijn heeft of Sch. tracht zich in de laatsten tjjd eenige eeuwen terug te werken en, zich geïsoleerd houdende, in middeleeuwsche duisternis rond te tasten. Ja mij zou het volstrekt geen verwondering baren, als van het Dagel. Bestuur eens eenmaal een voorstel bjj den Raad werd ingediend, om alle broeders van het aldaar bestaande zprsgilde op te roepen en bij monde van den Deken of over-Deken hen te verzoeken zich in compagniën af te deelen en gewapend aan de uiteinden van de kom der gemeente zich op te stellen, ten einde eiken vreemdeling den in- of doortocht te beletten; er bestaat immers nog een omweg Bakkersdijk waarlangs dat vreemde gespuis omliggende gemeenten kan bereiken. Al aeze dingen overwegende en in verband brengende met het berichtje omtrent de opening van een nieuwen omnibusdienst ScherpenisseStavenisse, kwam mg de bekende vraag op de lippen: »Kwam ooit uit Nazareth iets goeds?" Doch toen ook verdween de glimlach van mijn gelaat en ik sprak tot mjjzelven, wie weet, misschien ook ditmaal. Laat ons wachten en stille zjjn. Met 1 October a.s. is op zjjn verzoek van Westkapelle naar Domburg verplaatst de heer B. B. Louis, lichtwachter op den steenen toren te West kapelle. De magazijnen van de artillerie te Terneuzen zjjn opgeheven en het artillerie- materiëel uit die magazjjnen komt nu onder het beheer van den magazijn meester te Hellevoetsluis. HQ. MM. de Koninginnen hebben aan den burgemeester van Arnhem doen toekomen eene som van f 1000 ten behoeve van de algemeene armen der gemeente. Naar aanleiding van een oude, tusschen de families heerschende veete is door een bewoner van de Paradijslaan te Rotterdam het 15-jarige dochtertje van zijn vjjand met peper in de oogen gegooid. Door de ouders van het meisje is de hulp der politie tegen den lagen dader ingeroepen. Te Amersfoort zjjn vijftig personen ongesteld geworden na het gebruik van vleesch, afkomstig van eene zoogenaamd «uitgeponde" koe. Twee van de verbruikers, een muzikant der infanterie en diens verloofde, mej. de G., zjjn levensgevaarlijk ziek. Het vleesch werd verkocht, nadat het door de Rjjk8-kommies van L., was goedgekeurd, die, terwjjl de heer O., gemeente-keurmeester, ongesteld is, diens functiën schjjnt te hebben waargenomen. Door den gemeenteraad van Stad Almelo is de heer D. Meibergen Jz. niet als raadslid toegelaten, op grond dat op een der stembriefjes vóór zijn naam de witte stip niet met een zwart, maar wat eerst met een vergrootglas kon worden ontdekt met een donkerpaars potlood was bestreken. Dientengevolge werd een andere candidaat gekozen verklaard. De gekozene heeft hiertegen zijn beklag ingediend bjj Gedep. Staten. In zjjn verzoekschrift wordt aan gevoerd, dat tal van briefjes, waarop slechts ten deele het wit met potlood was bestreken, geldig zjjn verklaard, eveneens die slechts gebrekkig grjjs waren gekleurd. Waarom dan het donkerpaars ongeldig verklaard? De heer M. voert verder aaD, dat het voorschrift der kieswet niet naar de letter, maar naar den geest behoort te worden opgevat, zooals met de vroegere kieswet ook het geval was. De adressant acht de bewering van den gemeente raad een spitsvondigheid in strjjd met de bedoeling van de wet, »die aan zulk een uitgebreide en onontwikkelde menigte het stemrecht verleent, en daarom nog milder behoort te worden verklaard dan haar voorgangster". Hjj vraagt dus van Gedep. Staten vernietiging van het raadsbesluit en zjjn toelating als raadslid. Als er in den ouden tijd in stad of dorp een nieuwe kerk gebouwd was, moest die natuurljjk ingewjjd worden. Gebeurde die wjjding nu bijv. op St. Jan, dat wil zeggen: op den geboortedag van den Heiligen Jan of Johannes, dan was deze heilige in het vervolg de beschermer, de patroon van die kerk. Deze wijdingsdag, die dus tegeljjk de jaar- of naamdag van den patroon was, werd vervolgens ieder jaar herdacht, evenals de geboortedag van een gewoon menschenkind jaarlijks gevierd wordt. De wjjding zelf werd volbracht met zooveel luister en zooveel vreugdebetoon, als men maar met eenige mogeljjkheid kon doen bljjken. En de latere jaarljjksche herinneringsdagen zagen hetzelfde ieder jaar weer gebeuren. De kerk was steeds versierd, omdat zjj jarig was; het beeld van den patroon ook, omdat bij eveneens jarig was. De mis werd met buitengewone praal gevierd, en eene groote, prachtige omgang of processie werd gehouden. De geestelijkheid der omliggende plaatsen en vele hooge heeren waren uitgenoodigd om aan de vreugde te komen deelnemen. Zondaren kregen vermindering of kwijtschelding van straf; bezoekers van deze kerkmis (of, zooals het al spoedig genoemd werd, deze. kermis) konden zelfs geheelen aflaat verdiener. Was het wonder, dat er vele bezoekers kwamen? De vromen gingen ter kermis om er van hun vroomheid getuigenis af te leggende zondaars om aflaat te verwervenanderen om de pracht te be wonderen en aan de algemeene vreugde deel te nemen. Al die mensehen hadden natuurlijk in de eerste plaats eten en drinken noodig, want sommigen kwamen van verre, en verreweg de meesten hadden geen familie of vrienden in de plaats waar de kermis gehouden werd. Daarom kwamen er al spoedig lieden, die eet- en drinkwaren te koop boden in los opgeslagen tenten of kramen. Die kramen werden geplaatst daar, waar de meeste menschen samen kwamen, dus bjj de kerk, op bet kerkhof, in 't portaal van de kerk, ja zelfs binnen in de kerk, maar dan aan den westkant, omdat de oostzijde de heiligste was. Een andere gelegenheid, waarbjj vele menschen bijeenkwamen, was de vrije jaarmarkt. Men noemde ze vrij, omdat op den dag of de dagen, waarop ze gehouden werd, ieder vrjjelijk de stad kon bezoeken. Vreemdelingen moesten ir gewone tjjden op den marktdag een zekere belasting opbrengen, maar op de vrije jaarmarkt niet; anders werden hun meestal vrij veel moeiljjkheden in den weg gelegd, omdat men de inwoners boven hen wilde begunstigen, maar op de vrjje jaarmarkt niet. De wetten en reglementen der gilden bleven voor die dagen buiten werking. Zjjdie voor schulden uit de Btad gevlucht waren, mochten op de vrjje jaarmarkt verschjjnen, zonder dat- iemand hen voor die schulden mocht aanspreken. Wie wegens een civiele zaak uit de stad gebannen was, mocht er op die dagen terug- keeren zonder gevaar voor boete of ljjfstraf. Alleen rustverstoorders werden geweerd. De vrije jaarmarkt ging niet uit van de kerk, maar van de wereldlijke macht: keizer, koning of graaf In ons land waren het al spoedig de graven, die vrijgeleide en marktbrieven verleenden. Als een stad het recht van vrijgeleide bezat, mocht ze ieder vrij laten binnenkomen, zooals we straks zeiden. En kreeg de stad een marktbrief, dan beduidde dit, dat er gedurende de jaarmarkt vrede moest gehouden worden; wie dien marktvrede schond, werd voor altijd verbannen. Naar een vrije jaarmarkt waren alle steden be- geerig, zooals begrijpelijk is; en daar de bestaande kermissen veel volk trokken, trachtte men van den graaf te verkrijgen, dat hg de vrjje jaarmarkt met de kermis gelijk liet vallen, want dan was het bezoek aan die markt des te grooter, omdat zij die kwamen, dan tegelijk wereldsche en geestelijke voor rechten genoten. Om dit voorrecht te verkrjjgen, wilden de stedelijke regeeringen gaarne een kleinig heid (soms wel een grootigheid") aan den graaf cadeau doen. En deze voorname heer had wel zoo veel respect voor het aardsche slijk der stedelingen, dat hjj hun dit recht meestal verleende. Door het gebeurde ook wel, namelijk als de graaf nu niet bijster veel van de stad hield of niet in geldverlegenheid zat, dat hjj weigerde om de jaar markt op den kermisdag te stellen. Ook waren er verschillende plaatsen, die reeds zulk een jaarmarkt bezaten, vóór er nog een kerk en dus ook vóór er nog een kermis bestond. Dan gingen dikwijls de geestelijken er toe over om de kermis te verplaatsen naar den dag van de vrjje jaarmarkt. Want de kerk had er ook buitengewoon veel belang bjj, dat haar mis door groote scharen werd bijgewoond; immers ieder, die daar kwam, offerde weinig of veel ten bate der kerk. Zoo werden kermis en vrjje jaarmarkt dus al vroeg geheel samengesmolten. Het bezoek en de vreugde werden daardoor natuurljjk uitermate ver hoogd. Allerlei kooplui kon men van toen aan op de kermissen vinden, en op de kooplui volgden al heel spoedig kunstenmakers, kwakzalvers, zangers, bedelaars, muzikanten en wat almeer. Het eerste der kermis was het inluiden. Zoodra het inluiden begon, begon ook het vrjjgeleide en de marktvrede en wisten de kooplieden, dat zjj hun kramen mochten opslaan en hun waren uitstallen. Was de laatste klokketoon weggestorven, dan werd op iedere stadspoort of aau iedere brug een kruis gespjjkerd, dat gewoonlijk rood, maar soms ook wit of zwart geverfd was. Wie het inluiden misschien niet gehoord had, kon dan toch aan het kruis zien, dat het daar kermis en jaarmarkt was; dat er dus vrijgeleide, marktvrede en recht op aflaat te vinden was Tot" teeken van den aflaat was ook op het altaar der kerk een groot kruis opgericht. Naar dit kruis noemde men de vrjje jaar markt soms ook wel de kruisemarkt. Waren de dagen der vreugde voorbij, dan werd de kermis weer uitgeluid en de kruisen weggenomen. Dan was het dus ook gedaan met vrijgeleide, marktvrede en aflaat en de kooplieden moesten hun boeltje pakken. De kerkelijke kleur, die in het begin over de kermis lag, ging zachtjes aan verbleeken en maakte meer en meer plaats voor een wereldljjke. De omgangen of processiën bjjv. verloren van hun pracht en in hun plaats kwamen de omgangen of optochten der stedelijke schutterijen, die in glans en luister volstrekt niet voor de processiën onderdeden. Zeer zeker stichtten de kermissen heel veel nut. Men zag er dingen, die men anders nooit had leeren kennendoor de concurrentie daalde de prjjs van vele voorwerpende kooplieden en het publiek leerden elkander kennen, en dit had een uitgebreideren handel tengevolge. Er zou van de oude kermissen nog heel wat merkwaardigs te vermelden zjjnmaar onze ruimte laat dit niet toe. Wjj wenschen onze hedendaagsche kermisbezoekers evenveel oprechte vreugde en onze kooplieden en winkeliers evenveel of meer voordeel dan de voormalige. Wie van de kermis niet weten wil, moet als oprecht mensch zjjn huis of zaak sluiten en doet best, eenige dagen uit logeeren te gaan. (F.) Ook hier is heden (Maandag) morgen door het klokgelui de kermis aangekondigd. Wat zij zal opleveren? Genot of verdriet? Wij weten het niet. Laat elk in zjjn kring zorgen, dat de Kermis geen verdriet oplevert; d&ar kan elk man en elke vrouw aan medewerken en als dit te zamen gaat dan wordt het een pleizierige Kermis. Wat er te zien en te hooren zal zjjn op de Zie- rikzeesche Kermis? Tot ons groot genoegen kunnen wij mededeelen, dat Woderom de Schouwburg van de hh. Chrispijn c. s. hier zal optreden. Voorts komen: een Stoomcaroussel, twee Panorama's en natuurljjk zullen de hh. Porton en Bezoogen weer zorgen dat de hongerige magen worden voorzien. De voorstellingen in de Concertzaal, het Huis van Nassau en het Duivelandsch Koffiehuis zullen nader worden aangekondigd. Het geslacht van Renesse. Eindelijk heeft een der edelste geslachten in Holland en Zeeland een geschiedschrijver gevonden. De heer J. W. Des Tombe heeft aan de hand van zjjn oom, den heer A. A. Des Tombe te 'sGravenhage een historische studie volbracht, die niet alleen genoemd mag worden, maar steeds met het beste gevolg zal kunnen geraadpleegd worden. Op elke bladzijde van dit bovendien keurig uitgevoerde werk staan de bronnen vermeld die gebruikt zijn bjj de samenstelling van dit hoogst merkwaardig geschrift. De vroeger verschenen stamtafels over dit geslacht, door Goudhoeven, Van Leeuwen, Smallegange, Ferwerda, om niet van de schrjjvers uit deze eeuw te gewagen, worden door deze bronnenstudie niet alleen verbeterd, maar ook aangevuld door een groot aantal ontdekkingen, die in de archieven van 's Gravenhage, Keulen en Parijs zijn opgedaan. De afstamming, zoowel door mannelijke als vrouwelijke lijn uit het huis Voorne (over het geslacht van Zierikzee) blijft door den schrjjver gehandhaafd. De levensberichten van Jan heer van Renesse (1267—1295) gehuwd met Margaretha Scarpord (een geheel nieuwe ontdekking), van Jan heer van Renesse en Gouda (1282—1304), van Jan van Renesse van Rijnauwen (13181348) zjjn fraaie bladzijden uit den tijd van de Grafelijke Regeering, Hollandscbe- en Henegouwsche huis. Zooals meer malen door ons gezegd werd, brengt de geschiedenis van elk geslacht eeD bouwsteen bjj voor 's lands historie, de geschiedenis echter van zoo'n oud en beroemd geslacht brengt er zeker meerdere bij. De genealogie, bestudeerd en verwerkt op de manier als de schrijver van dit werk gedaan heeft, wordt aldus ontegenzeglijk een hulpbron voor de ge schiedenis. Als bijlagen zjjn afgedrukt eenige officieele charters en bescheiden, een tabel der aandeelhouders van den Uitdjjk Dirksland, in 1415 ingedjjkt, geslachts tafel der Heeren van Voorne en Van Renesse, kaart van Schouwen in 1291, alsmede registers van personen- en plaatsnamen, zoo dringend noodig bij een historische studie en last not least een drietal platen met fraaie, duidelijke afbeeldingen, met beschrijving, van een 13tal zegels tusschen 1271 en 1415, door leden van het geslacht van Renesse gebruikt om openbare brieven te bekrachtigen en te versterken. Meer mogen wij, om niet omslachtig te worden, van dezen degelijken arbeid niet zeggen de prjjs toch van 't werk behoeft niemand af te schrikken, daar men waar voor zjjn geld krjjgt. Wij spreken, alvorens te eindigen, den wensch uit, dat deze studie weldra mag gevolgd worden door de geschiedenissen van andere edele geslachten, zooals Brederode, Teyliugen, Wassenaer enz., bewerkt op dezelfde manier. R. A. A. V. v. O. al dadelijk het eenspan brak, terwijl twee dagen later het paard verdwenen was. Men slaagde er in het weer op te sporen trouwens afdwalen naar het eiland Marken kon het niet, op welk eiland de vroede vaderen besloten hebben tot het invoeren van straatverlichting, 't Is te hopen, dat de andere verlichting spoedig volgt, opdat de wethouder geen schilderstukken meer uit veegt, maar met zjjn tijd meegaat gelijk de van ouds Oprechte Haarlemsche Courant, van welk blad, dat 'n halve of drie kwart eeuw geleden, de krant was, men wel eens beweert, dat het thaDS niet meer meekomen kan, welke bewering het echter schitterend heeft gelogenstraft door een zeer om- standig^ verslag te geven van het bezoek der Koninginnen aan Arnhem nog een dag vóór dit bezoek plaats had. Dat zal men eene on mogeljjkheid noemen minstens een wonder, maar wie met de geheimen der pers eenigszins op de hoogte is, vindt het nog zoo bjj- zonder niet als een nieuwe industrie, welke tegen woordig in Berlijn grooten opgang maakt en in onzen bloedarmoedigen tijd eigenljjk al lang had behooren te zjjn uitgevonden. Er is nl. eene fabriek van kunstwangen opgericht, waar Bpichtige dame3 mollig en magere heeren recht glorieuB van uitzicht worden gemaakt. Het gezichtsbedrog wordt in het leven geroepen door een metalen ring, die in den mond geplaatst wordt en die ook aan een kunst gebit kan verbonden worden. Hoe zulk een kunstwang zich houdt tegenover een goed afgewerkte oorvjjg moet de toekomst nog leeren, dezelfde toekomst, welke eene Duitsche dame met aDgst vervullen zou, wanneer de emancipatie, die tegenwoordig onder de schoonere helft van 't menschdom meer en meer veld wint, haar eens had voorbeschikt om handelsreizigster te worden. Want reizen! brrr! zjj krjjgt, in sporttaal, nog zeventien rillingen in de minuut als zij terugdenkt aan dat avontuur aan het Kohlfurter spoorweg station. Zjj was met den trein van Berlijn gekomen en moest nu overstappen in den trein naar Gorlitz, maar liet in der haast in den eersten trein haar hoed liggen. Zjj merkte het niet en op de andere zijde van 't perron gekomen, stapte zjj in plaats van in den trein naar Gorlitz in den sneltrein naar Berljjn. Deze vergissing ontdekte ze juist bjj tjjds; ze stapte haastig uit, maar liet in dezen trein haar mantel liggen. Eindelijk in den rechten trein aangeland, bemerkte zjj haar dubbel verlies en ijlde weer het perron op, om den verloren hoed en mantel op te haleD, nadat zjj hare handbagage in den trein naar Gorlitz had neergelegd. Op hetzelfde oogenblik vertrok de Berljjnsche trein met den mantel er in en toen zij op de andere perronzijde kwam, zag zjj ook den Bres- lauer trein wegstoomen met haar hoed. En eer zij, radeloos wat te doen, naar den trein in de richting Gorlitz kon terugkeeren, zette ook deze zich in beweging met hare handbagage en liet haar, der wanhoop vrij nabij, op het perron achter. Of dame, hoed, mantel en handbagage elkander weer gevonden hebben, mag evengoed een raadsel heeten als de vraag, welk onderscheid er is tusschen een beschuit en een officier van de rustende schut terij. Van het eerste weten we niet af, maar van dit laatste zullen we de oplossing er dadeljjk maar bjjgeveneen beschuit komt tweemaal, een rustende- schutterij-officier nooit in het vuur. Boem 1 Het geslacht van Renesse van den oorsprong tot 1430, door J. W. Des Tombe. 'sGravenhage, W. P. Van Stockum en Zoon, 1879. Roy 8°. Ingenaaid f 4, in linnen gebonden f 5,75. (Overgenomen uit Het Vaderland). Zeeuwsche Ajuin. Nadat voor enkele dagen door eenige der voor naamste rapporteurs in ajuin het plan was opgevat om te Rotterdam een vergadering te beleggen, waartoe alle groothandelaren werden uitgenoodigd, werd daaraan ook uitvoering gegeven. De voorzitter begon met den aanwezigen het doel der vergadering nader uiteen te zetten, nadat vooraf een circulaire met concept-statuten aan belanghebbenden was toegezonden. De wenscheljjkheid werd betoogd om ook na het zich constitueeren eener vereeniging te Rotterdam, de landbouwvereenigingen om steun te verzoeken, om de ajuin te doen afleveren in het land, van alle vuil ontdaan, zonder schot of rot of boutjuin. Om daartoe te geraken moest keuring door aan te stellen keurmeesters te Rotterdam plaats hebben. De keurmeesters moesten in dit geval zoowel de in het land voor rekening der exporteurs gekochte, als de op de markt te Rotterdam aangevoerde ajuin keuren, en die partgen welke volgens hun oordeel niet voldeden aan den eisch, moesten, alvorens verpakt te wordèn, behoorljjk worden klaar en zuiver gemaakt. Hieruit ontspon zich een debat dat daarmede eindigde dat de voorzitter zjjn functie neerlegde en de meeste der aanwezigen zich terugtrokken, om reden door een paar wel keuring gewenscht werd, maar zjj er zich toch niet aan wilden onder werpen. Eén bandelaar kantte zich daartegen het meest. Hij toch wilde geheel en al meester big ven van zjjn goed en dat toch verpakken en verschepen in den toestand, waarin het door den keurmeester eventueel werd afgekeurd. Dit nu strookt echter niet met de belangen van hen die verbetering weten te brengen in de qualiteit en de conditie van het artikel. Te betreuren is het, dat deze zaak door de groote kortzichtigheid van een paar der handelaren (misschien ook wel met het oog op andere belangen) geheel is afgesprongen. Onze nien, weleer zeer gewenscht op de Engelsche markten, zgngrootendeels verdrongen door zooveel betere qualiteit der uit andere landen aangevoerde partgen en de lage prjjzen die telken jare hier voorkomen zjjn daarvan wel het beste bewjjs. Van 't een op 't ander. Het leven is eene boterham: den een valt het mee, den ander tegen. Wel hem, voor wien de geboterde zijde boven ligt. Dat was voor hem nu toch eens ter dege het geval, meende de heer K. te Steenwgb, die den hoofdprgs won in de Steenwjjker tentoonstellings- I loterjj. Zoo'n prachtig paard, zoo'n fraaie dogcart en daarmee op een mooien dag uit rijden, wel de man gevoelde zich in de wereld te gast. Maar de weerhaen van de kanB zeer lichteljjk kan keeren, zong Vondel, en zoo werd den heer K. het genoegen van zjjn prjjs weer ganscheljjk bedorven, toen op zjjn eersten pleizierrit Landbouw en Veeteelt J.l. Vrjjdagavond werd in het lokaal van den heer Verwer eene vergadering gehouden der Land- bouw-Vereeniging «Vooruitgang zjj ons Streven" te Zierikzee, waarbjj 28 leden tegenwoordig waren. Na afdoening van eenige huishoudeljjke zaken, o. a. het opgeven van hulpmeststoffen, werd aange nomen een voorstel van het bestuur om in de eerste helft van October a s. eene ooft-ten toonstelling te organiseeren. De voorzitter, de heer J. E. van der Maas, wees op het nut van zoodanige tentoonstelling, daar ook in deze streken de ooft-cultuur meer en meer toeneemt. Wij verwachten dat velen het daarmede eens zullen zijn en door hunne inzendingen dit zullen toonen. Reeds meermalen is de aandacht gevestigd op brandnetels als veevoeder. Thans geschiedt dit weer in de Gazette des Campagnes. Steeds werd de brandnetel beschouwd niet alleen als een schadeljjk, maar ook als een lastig onkruid. Stengel en bladeren dezer plant zijn namelijk bezet met fijne, broze haren, die in de huid dringen en hun brandend sap in de wonde storten. Velen zuiverden tuinen, akkers en weiden zooveel mogeljjk van dit gevreesd onkruid. In den laatsten tjjd is daarin, vooral in België, eenige verandering gekomen. Veehouders hebben ontdekt, dat deze plant veel voedende bestanddeelen bevat. Genoemd blad raadt zelfs aan, een plekje grond er mee te bezaaien. Als de plant nog jong is, dient ze te worden afgesneden en eenigen tjjd in de zon te drogen gelegd. Het toevoegen van deze gedroogde brandnetels aan het voeder verbetert aan merkel jjk de hoeveelheid en de hoedanigheid der melk van koeion en geiten. Ook wordt zoo beweert men het vet- en suikergehalte der melk er grooter door en de reuk aangenamer. Er was misschien wel eens een proef mede te nemen. Volgens officiëele berichten blijft de graanoogst van Italië dit jaar 2 millioen H.L. beneden de laatste raming en 14 millioen H.L. beneden don oogst van 1896. Aan het Landb.-Weekbl. wordt gemeld, dat het Hollandsche spek te Londen niet meer gewild is; een gevolg van het voederen met maïs. In ver band hiermede schrijft men uit Beilen aan de Asser Ct.: »Wat te voorzien was en wat door enkele boeren reeds voorzegd is, is een feit geworden. «Londen apprecieert niet meer de varkens, die bjjna uitsluitend met maïsmeel gemest zijn". Dat is een leelijke streep door de rekening. De varkensmesterij was er anders zoo mooi voor ingericht en wierp in den laatsten tijd bjj tamelijk hooge prijzen en goedkoopte der maïs goede winsten af. Doch reeds lang hoorden wij de klacht, dat de qualiteit van spek en vleesch door het vele maïs voeren er onder leed. Maar waar geea klagers zijn, zijn ook geen brekers en zoolang Londen zich stil hield marcheerde de zaak goed. Groote hoeveelheden maïs zjjn vooral in den loop van dit jaar niet alleen aan varkens, maar ook aan melkvee opgevoerd. Thans klinkt van de overzijde van het Kanaal een basta 1 dat weergalm vindt in dag- en landbouw bladen. Het zal nu tjjd worden om de bakens te verzetten en het weer op een andere schjjf te gooien. De waarschuwing toch is van belang, wil men onzen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1897 | | pagina 2