De Kermis.
LS2SS
DreKschor, 5 Sept. Het onweder, dat Zater
dagavond boven deze plaats woedde, vernielde een
vijftal telegraafpalen. Een dijkwerker, die kort in
de nabijheid was, werd tegen den grond geslingerd
en bleef daar een poos bewusteloos liggen. Zjjn
schop en laarzen werden ver van hem van daan
weggeworpen.
Zierikzee, 6 Sept. De stoomtram Rotter
damNumansdorp, welke men had gehoopt dat
reeds voor een deel met November in exploitatie
zon gebracht knnnen worden, zal waarschijnlijk
geen dienst doen voor Mei 1898.
Men schrijft ons uit het eiland Tiftoleii:
Al weer een nieuw verkeersmiddel, ten minste
pogingen zullen aangewend worden om een nieuw
verkeersmiddel in 't leven te roepeneen omnibus-
dienst Scherpenisse—Stavenisse. Zoo las ik, en ik
herdacht daarbij de lijdensgeschiedenis van vroegere
dergelijke pogingen en proefnemingen. Een glim
lach kwam mg op de lippen als ik bedacht, dat
men juist van uit Scherpenisse zich die publieke
zaak, welke m. i. aireede ten doode opgeschreven
is voor zjj voor de publieke rechtbank verschijnt,
zoo zou aantrekken. In 't geheele eiland en daar
buiten is het toch bekend, dat zij, van de vier
hoofdzakelijk belanghebbende, de eenige gemeente
is, welke geene belangstelling toont in den be-
staanden wagendienst St.-Maartensdgk—Tholen.
Dat deze gemeente de publieke zaak dermate
genegen is, dat een vroeger aangenomen voorstel
tot het in exploitatie brengen van een telefoon in eene
latere gemeenteraadsvergadering, toen men reeds
tot benoeming van een beambte zou overgaan,
weder geheel werd vernietigd.
Dat in deze gemeente het geval voorkwam, dat
een arme daglooner een lijdend kind had, wiens
toestand onder behandeling van den daar ter plaatse
wonenden arts geen zichtbare beterschap opleverde,
waarom de vader besloot een geneesheer eener naburige
gemeente in te roepen, waardoor autoriteiten zich
dermate gekrenkt achten, dat een houten kribbe,
den vader vanwege de gemeente tijdelijk voor zijn
ljjdend kind verstrekt, terstond werd opgeöischt.
Datmaar te veel gevallen om te vermelden
van dergeljjken aard kwamen mij voor den geest,
waarbij het allen schijn heeft of Sch. tracht zich
in de laatsten tjjd eenige eeuwen terug te werken
en, zich geïsoleerd houdende, in middeleeuwsche
duisternis rond te tasten. Ja mij zou het volstrekt
geen verwondering baren, als van het Dagel. Bestuur
eens eenmaal een voorstel bjj den Raad werd
ingediend, om alle broeders van het aldaar bestaande
zprsgilde op te roepen en bij monde van den
Deken of over-Deken hen te verzoeken zich in
compagniën af te deelen en gewapend aan de
uiteinden van de kom der gemeente zich op te
stellen, ten einde eiken vreemdeling den in- of
doortocht te beletten; er bestaat immers nog een
omweg Bakkersdijk waarlangs dat vreemde
gespuis omliggende gemeenten kan bereiken. Al
aeze dingen overwegende en in verband brengende
met het berichtje omtrent de opening van een nieuwen
omnibusdienst ScherpenisseStavenisse, kwam mg
de bekende vraag op de lippen: »Kwam ooit uit
Nazareth iets goeds?" Doch toen ook verdween
de glimlach van mijn gelaat en ik sprak tot
mjjzelven, wie weet, misschien ook ditmaal. Laat
ons wachten en stille zjjn.
Met 1 October a.s. is op zjjn verzoek van
Westkapelle naar Domburg verplaatst de heer B. B.
Louis, lichtwachter op den steenen toren te West
kapelle.
De magazijnen van de artillerie te Terneuzen
zjjn opgeheven en het artillerie- materiëel uit die
magazjjnen komt nu onder het beheer van den
magazijn meester te Hellevoetsluis.
HQ. MM. de Koninginnen hebben aan den
burgemeester van Arnhem doen toekomen eene som
van f 1000 ten behoeve van de algemeene armen der
gemeente.
Naar aanleiding van een oude, tusschen de
families heerschende veete is door een bewoner van
de Paradijslaan te Rotterdam het 15-jarige dochtertje
van zijn vjjand met peper in de oogen gegooid.
Door de ouders van het meisje is de hulp der
politie tegen den lagen dader ingeroepen.
Te Amersfoort zjjn vijftig personen ongesteld
geworden na het gebruik van vleesch, afkomstig
van eene zoogenaamd «uitgeponde" koe. Twee van
de verbruikers, een muzikant der infanterie en
diens verloofde, mej. de G., zjjn levensgevaarlijk ziek.
Het vleesch werd verkocht, nadat het door de
Rjjk8-kommies van L., was goedgekeurd, die, terwjjl
de heer O., gemeente-keurmeester, ongesteld is, diens
functiën schjjnt te hebben waargenomen.
Door den gemeenteraad van Stad Almelo is
de heer D. Meibergen Jz. niet als raadslid toegelaten,
op grond dat op een der stembriefjes vóór zijn
naam de witte stip niet met een zwart, maar
wat eerst met een vergrootglas kon worden ontdekt
met een donkerpaars potlood was bestreken.
Dientengevolge werd een andere candidaat gekozen
verklaard.
De gekozene heeft hiertegen zijn beklag ingediend
bjj Gedep. Staten. In zjjn verzoekschrift wordt aan
gevoerd, dat tal van briefjes, waarop slechts ten
deele het wit met potlood was bestreken, geldig
zjjn verklaard, eveneens die slechts gebrekkig grjjs
waren gekleurd. Waarom dan het donkerpaars
ongeldig verklaard?
De heer M. voert verder aaD, dat het voorschrift
der kieswet niet naar de letter, maar naar den
geest behoort te worden opgevat, zooals met de
vroegere kieswet ook het geval was.
De adressant acht de bewering van den gemeente
raad een spitsvondigheid in strjjd met de bedoeling
van de wet, »die aan zulk een uitgebreide en
onontwikkelde menigte het stemrecht verleent, en
daarom nog milder behoort te worden verklaard
dan haar voorgangster". Hjj vraagt dus van Gedep.
Staten vernietiging van het raadsbesluit en zjjn
toelating als raadslid.
Als er in den ouden tijd in stad of dorp een
nieuwe kerk gebouwd was, moest die natuurljjk
ingewjjd worden. Gebeurde die wjjding nu bijv. op
St. Jan, dat wil zeggen: op den geboortedag van
den Heiligen Jan of Johannes, dan was deze heilige
in het vervolg de beschermer, de patroon van die
kerk. Deze wijdingsdag, die dus tegeljjk de jaar- of
naamdag van den patroon was, werd vervolgens
ieder jaar herdacht, evenals de geboortedag van een
gewoon menschenkind jaarlijks gevierd wordt.
De wjjding zelf werd volbracht met zooveel
luister en zooveel vreugdebetoon, als men maar met
eenige mogeljjkheid kon doen bljjken. En de latere
jaarljjksche herinneringsdagen zagen hetzelfde ieder
jaar weer gebeuren. De kerk was steeds versierd,
omdat zjj jarig was; het beeld van den patroon
ook, omdat bij eveneens jarig was. De mis werd
met buitengewone praal gevierd, en eene groote,
prachtige omgang of processie werd gehouden. De
geestelijkheid der omliggende plaatsen en vele hooge
heeren waren uitgenoodigd om aan de vreugde te
komen deelnemen. Zondaren kregen vermindering
of kwijtschelding van straf; bezoekers van deze
kerkmis (of, zooals het al spoedig genoemd werd,
deze. kermis) konden zelfs geheelen aflaat verdiener.
Was het wonder, dat er vele bezoekers kwamen?
De vromen gingen ter kermis om er van hun
vroomheid getuigenis af te leggende zondaars om
aflaat te verwervenanderen om de pracht te be
wonderen en aan de algemeene vreugde deel te
nemen. Al die mensehen hadden natuurlijk in de
eerste plaats eten en drinken noodig, want sommigen
kwamen van verre, en verreweg de meesten hadden
geen familie of vrienden in de plaats waar de kermis
gehouden werd. Daarom kwamen er al spoedig
lieden, die eet- en drinkwaren te koop boden in
los opgeslagen tenten of kramen.
Die kramen werden geplaatst daar, waar de meeste
menschen samen kwamen, dus bjj de kerk, op bet
kerkhof, in 't portaal van de kerk, ja zelfs binnen
in de kerk, maar dan aan den westkant, omdat de
oostzijde de heiligste was.
Een andere gelegenheid, waarbjj vele menschen
bijeenkwamen, was de vrije jaarmarkt. Men noemde
ze vrij, omdat op den dag of de dagen, waarop ze
gehouden werd, ieder vrjjelijk de stad kon bezoeken.
Vreemdelingen moesten ir gewone tjjden op den
marktdag een zekere belasting opbrengen, maar op
de vrije jaarmarkt niet; anders werden hun meestal
vrij veel moeiljjkheden in den weg gelegd, omdat
men de inwoners boven hen wilde begunstigen,
maar op de vrjje jaarmarkt niet. De wetten en
reglementen der gilden bleven voor die dagen buiten
werking.
Zjjdie voor schulden uit de Btad gevlucht
waren, mochten op de vrjje jaarmarkt verschjjnen,
zonder dat- iemand hen voor die schulden mocht
aanspreken. Wie wegens een civiele zaak uit de
stad gebannen was, mocht er op die dagen terug-
keeren zonder gevaar voor boete of ljjfstraf. Alleen
rustverstoorders werden geweerd.
De vrije jaarmarkt ging niet uit van de kerk,
maar van de wereldlijke macht: keizer, koning of
graaf In ons land waren het al spoedig de graven,
die vrijgeleide en marktbrieven verleenden. Als een
stad het recht van vrijgeleide bezat, mocht ze ieder
vrij laten binnenkomen, zooals we straks zeiden.
En kreeg de stad een marktbrief, dan beduidde dit,
dat er gedurende de jaarmarkt vrede moest gehouden
worden; wie dien marktvrede schond, werd voor
altijd verbannen.
Naar een vrije jaarmarkt waren alle steden be-
geerig, zooals begrijpelijk is; en daar de bestaande
kermissen veel volk trokken, trachtte men van den
graaf te verkrijgen, dat hg de vrjje jaarmarkt met
de kermis gelijk liet vallen, want dan was het
bezoek aan die markt des te grooter, omdat zij die
kwamen, dan tegelijk wereldsche en geestelijke voor
rechten genoten. Om dit voorrecht te verkrjjgen,
wilden de stedelijke regeeringen gaarne een kleinig
heid (soms wel een grootigheid") aan den graaf
cadeau doen. En deze voorname heer had wel zoo
veel respect voor het aardsche slijk der stedelingen,
dat hjj hun dit recht meestal verleende.
Door het gebeurde ook wel, namelijk als de graaf
nu niet bijster veel van de stad hield of niet in
geldverlegenheid zat, dat hjj weigerde om de jaar
markt op den kermisdag te stellen. Ook waren er
verschillende plaatsen, die reeds zulk een jaarmarkt
bezaten, vóór er nog een kerk en dus ook vóór er
nog een kermis bestond. Dan gingen dikwijls de
geestelijken er toe over om de kermis te verplaatsen
naar den dag van de vrjje jaarmarkt. Want de
kerk had er ook buitengewoon veel belang bjj, dat
haar mis door groote scharen werd bijgewoond;
immers ieder, die daar kwam, offerde weinig of
veel ten bate der kerk.
Zoo werden kermis en vrjje jaarmarkt dus al
vroeg geheel samengesmolten. Het bezoek en de
vreugde werden daardoor natuurljjk uitermate ver
hoogd. Allerlei kooplui kon men van toen aan op
de kermissen vinden, en op de kooplui volgden al
heel spoedig kunstenmakers, kwakzalvers, zangers,
bedelaars, muzikanten en wat almeer.
Het eerste der kermis was het inluiden. Zoodra
het inluiden begon, begon ook het vrjjgeleide en
de marktvrede en wisten de kooplieden, dat zjj hun
kramen mochten opslaan en hun waren uitstallen.
Was de laatste klokketoon weggestorven, dan werd
op iedere stadspoort of aau iedere brug een kruis
gespjjkerd, dat gewoonlijk rood, maar soms ook
wit of zwart geverfd was. Wie het inluiden
misschien niet gehoord had, kon dan toch aan het
kruis zien, dat het daar kermis en jaarmarkt was;
dat er dus vrijgeleide, marktvrede en recht op
aflaat te vinden was Tot" teeken van den aflaat
was ook op het altaar der kerk een groot kruis
opgericht. Naar dit kruis noemde men de vrjje jaar
markt soms ook wel de kruisemarkt. Waren de dagen
der vreugde voorbij, dan werd de kermis weer
uitgeluid en de kruisen weggenomen. Dan was het
dus ook gedaan met vrijgeleide, marktvrede en
aflaat en de kooplieden moesten hun boeltje pakken.
De kerkelijke kleur, die in het begin over de
kermis lag, ging zachtjes aan verbleeken en maakte
meer en meer plaats voor een wereldljjke. De
omgangen of processiën bjjv. verloren van hun pracht
en in hun plaats kwamen de omgangen of optochten
der stedelijke schutterijen, die in glans en luister
volstrekt niet voor de processiën onderdeden.
Zeer zeker stichtten de kermissen heel veel nut.
Men zag er dingen, die men anders nooit had
leeren kennendoor de concurrentie daalde de prjjs
van vele voorwerpende kooplieden en het publiek
leerden elkander kennen, en dit had een uitgebreideren
handel tengevolge.
Er zou van de oude kermissen nog heel wat
merkwaardigs te vermelden zjjnmaar onze ruimte
laat dit niet toe. Wjj wenschen onze hedendaagsche
kermisbezoekers evenveel oprechte vreugde en onze
kooplieden en winkeliers evenveel of meer voordeel
dan de voormalige. Wie van de kermis niet weten
wil, moet als oprecht mensch zjjn huis of zaak
sluiten en doet best, eenige dagen uit logeeren te
gaan. (F.)
Ook hier is heden (Maandag) morgen door het
klokgelui de kermis aangekondigd.
Wat zij zal opleveren? Genot of verdriet? Wij
weten het niet. Laat elk in zjjn kring zorgen, dat
de Kermis geen verdriet oplevert; d&ar kan elk
man en elke vrouw aan medewerken en als dit te
zamen gaat dan wordt het een
pleizierige Kermis.
Wat er te zien en te hooren zal zjjn op de Zie-
rikzeesche Kermis? Tot ons groot genoegen kunnen
wij mededeelen, dat Woderom de Schouwburg van
de hh. Chrispijn c. s. hier zal optreden. Voorts
komen: een Stoomcaroussel, twee Panorama's en
natuurljjk zullen de hh. Porton en Bezoogen weer
zorgen dat de hongerige magen worden voorzien.
De voorstellingen in de Concertzaal, het Huis van
Nassau en het Duivelandsch Koffiehuis zullen
nader worden aangekondigd.
Het geslacht van Renesse.
Eindelijk heeft een der edelste geslachten in
Holland en Zeeland een geschiedschrijver gevonden.
De heer J. W. Des Tombe heeft aan de hand van
zjjn oom, den heer A. A. Des Tombe te 'sGravenhage
een historische studie volbracht, die niet alleen
genoemd mag worden, maar steeds met het beste
gevolg zal kunnen geraadpleegd worden. Op elke
bladzijde van dit bovendien keurig uitgevoerde
werk staan de bronnen vermeld die gebruikt zijn
bjj de samenstelling van dit hoogst merkwaardig
geschrift.
De vroeger verschenen stamtafels over dit geslacht,
door Goudhoeven, Van Leeuwen, Smallegange,
Ferwerda, om niet van de schrjjvers uit deze eeuw
te gewagen, worden door deze bronnenstudie niet
alleen verbeterd, maar ook aangevuld door een
groot aantal ontdekkingen, die in de archieven van
's Gravenhage, Keulen en Parijs zijn opgedaan. De
afstamming, zoowel door mannelijke als vrouwelijke
lijn uit het huis Voorne (over het geslacht van
Zierikzee) blijft door den schrjjver gehandhaafd.
De levensberichten van Jan heer van Renesse
(1267—1295) gehuwd met Margaretha Scarpord
(een geheel nieuwe ontdekking), van Jan heer van
Renesse en Gouda (1282—1304), van Jan van
Renesse van Rijnauwen (13181348) zjjn fraaie
bladzijden uit den tijd van de Grafelijke Regeering,
Hollandscbe- en Henegouwsche huis. Zooals meer
malen door ons gezegd werd, brengt de geschiedenis
van elk geslacht eeD bouwsteen bjj voor 's lands
historie, de geschiedenis echter van zoo'n oud
en beroemd geslacht brengt er zeker meerdere bij.
De genealogie, bestudeerd en verwerkt op de manier
als de schrijver van dit werk gedaan heeft, wordt
aldus ontegenzeglijk een hulpbron voor de ge
schiedenis.
Als bijlagen zjjn afgedrukt eenige officieele charters
en bescheiden, een tabel der aandeelhouders van
den Uitdjjk Dirksland, in 1415 ingedjjkt, geslachts
tafel der Heeren van Voorne en Van Renesse, kaart
van Schouwen in 1291, alsmede registers van
personen- en plaatsnamen, zoo dringend noodig bij
een historische studie en last not least een drietal
platen met fraaie, duidelijke afbeeldingen, met
beschrijving, van een 13tal zegels tusschen 1271
en 1415, door leden van het geslacht van Renesse
gebruikt om openbare brieven te bekrachtigen en
te versterken. Meer mogen wij, om niet omslachtig
te worden, van dezen degelijken arbeid niet zeggen
de prjjs toch van 't werk behoeft niemand af te
schrikken, daar men waar voor zjjn geld krjjgt.
Wij spreken, alvorens te eindigen, den wensch uit,
dat deze studie weldra mag gevolgd worden door
de geschiedenissen van andere edele geslachten,
zooals Brederode, Teyliugen, Wassenaer enz., bewerkt
op dezelfde manier.
R. A. A. V. v. O.
al dadelijk het eenspan brak, terwijl twee dagen
later het paard verdwenen was.
Men slaagde er in het weer op te sporen
trouwens afdwalen naar het eiland Marken kon het
niet, op welk eiland de vroede vaderen besloten
hebben tot het invoeren van straatverlichting, 't Is
te hopen, dat de andere verlichting spoedig volgt,
opdat de wethouder geen schilderstukken meer uit
veegt, maar met zjjn tijd meegaat gelijk de van
ouds Oprechte Haarlemsche Courant, van welk blad,
dat 'n halve of drie kwart eeuw geleden, de krant
was, men wel eens beweert, dat het thaDS niet
meer meekomen kan, welke bewering het echter
schitterend heeft gelogenstraft door een zeer om-
standig^ verslag te geven van het bezoek der
Koninginnen aan Arnhem nog een dag vóór dit
bezoek plaats had.
Dat zal men eene on mogeljjkheid noemen minstens
een wonder, maar wie met de geheimen der pers
eenigszins op de hoogte is, vindt het nog zoo bjj-
zonder niet als een nieuwe industrie, welke tegen
woordig in Berlijn grooten opgang maakt en in onzen
bloedarmoedigen tijd eigenljjk al lang had behooren
te zjjn uitgevonden. Er is nl. eene fabriek van
kunstwangen opgericht, waar Bpichtige dame3
mollig en magere heeren recht glorieuB van uitzicht
worden gemaakt. Het gezichtsbedrog wordt in het
leven geroepen door een metalen ring, die in den
mond geplaatst wordt en die ook aan een kunst
gebit kan verbonden worden.
Hoe zulk een kunstwang zich houdt tegenover
een goed afgewerkte oorvjjg moet de toekomst nog
leeren, dezelfde toekomst, welke eene Duitsche dame
met aDgst vervullen zou, wanneer de emancipatie,
die tegenwoordig onder de schoonere helft van
't menschdom meer en meer veld wint, haar eens
had voorbeschikt om handelsreizigster te worden.
Want reizen! brrr! zjj krjjgt, in sporttaal, nog
zeventien rillingen in de minuut als zij terugdenkt
aan dat avontuur aan het Kohlfurter spoorweg
station. Zjj was met den trein van Berlijn gekomen
en moest nu overstappen in den trein naar Gorlitz,
maar liet in der haast in den eersten trein haar
hoed liggen. Zjj merkte het niet en op de andere
zijde van 't perron gekomen, stapte zjj in plaats
van in den trein naar Gorlitz in den sneltrein naar
Berljjn. Deze vergissing ontdekte ze juist bjj tjjds;
ze stapte haastig uit, maar liet in dezen trein
haar mantel liggen. Eindelijk in den rechten trein
aangeland, bemerkte zjj haar dubbel verlies en
ijlde weer het perron op, om den verloren hoed
en mantel op te haleD, nadat zjj hare handbagage
in den trein naar Gorlitz had neergelegd.
Op hetzelfde oogenblik vertrok de Berljjnsche
trein met den mantel er in en toen zij op de
andere perronzijde kwam, zag zjj ook den Bres-
lauer trein wegstoomen met haar hoed. En eer zij,
radeloos wat te doen, naar den trein in de richting
Gorlitz kon terugkeeren, zette ook deze zich in
beweging met hare handbagage en liet haar, der
wanhoop vrij nabij, op het perron achter.
Of dame, hoed, mantel en handbagage elkander
weer gevonden hebben, mag evengoed een raadsel
heeten als de vraag, welk onderscheid er is tusschen
een beschuit en een officier van de rustende schut
terij. Van het eerste weten we niet af, maar van
dit laatste zullen we de oplossing er dadeljjk maar
bjjgeveneen beschuit komt tweemaal, een rustende-
schutterij-officier nooit in het vuur.
Boem 1
Het geslacht van Renesse van den oorsprong tot
1430, door J. W. Des Tombe. 'sGravenhage, W. P.
Van Stockum en Zoon, 1879. Roy 8°. Ingenaaid f 4, in linnen
gebonden f 5,75.
(Overgenomen uit Het Vaderland).
Zeeuwsche Ajuin.
Nadat voor enkele dagen door eenige der voor
naamste rapporteurs in ajuin het plan was opgevat
om te Rotterdam een vergadering te beleggen,
waartoe alle groothandelaren werden uitgenoodigd,
werd daaraan ook uitvoering gegeven.
De voorzitter begon met den aanwezigen het
doel der vergadering nader uiteen te zetten, nadat
vooraf een circulaire met concept-statuten aan
belanghebbenden was toegezonden.
De wenscheljjkheid werd betoogd om ook na het
zich constitueeren eener vereeniging te Rotterdam,
de landbouwvereenigingen om steun te verzoeken,
om de ajuin te doen afleveren in het land, van
alle vuil ontdaan, zonder schot of rot of boutjuin.
Om daartoe te geraken moest keuring door aan
te stellen keurmeesters te Rotterdam plaats hebben.
De keurmeesters moesten in dit geval zoowel de
in het land voor rekening der exporteurs gekochte,
als de op de markt te Rotterdam aangevoerde
ajuin keuren, en die partgen welke volgens hun
oordeel niet voldeden aan den eisch, moesten, alvorens
verpakt te wordèn, behoorljjk worden klaar en
zuiver gemaakt.
Hieruit ontspon zich een debat dat daarmede
eindigde dat de voorzitter zjjn functie neerlegde
en de meeste der aanwezigen zich terugtrokken,
om reden door een paar wel keuring gewenscht
werd, maar zjj er zich toch niet aan wilden onder
werpen.
Eén bandelaar kantte zich daartegen het meest.
Hij toch wilde geheel en al meester big ven van
zjjn goed en dat toch verpakken en verschepen in
den toestand, waarin het door den keurmeester
eventueel werd afgekeurd. Dit nu strookt echter
niet met de belangen van hen die verbetering
weten te brengen in de qualiteit en de conditie
van het artikel.
Te betreuren is het, dat deze zaak door de groote
kortzichtigheid van een paar der handelaren (misschien
ook wel met het oog op andere belangen) geheel
is afgesprongen. Onze nien, weleer zeer gewenscht
op de Engelsche markten, zgngrootendeels verdrongen
door zooveel betere qualiteit der uit andere landen
aangevoerde partgen en de lage prjjzen die telken
jare hier voorkomen zjjn daarvan wel het beste
bewjjs.
Van 't een op 't ander.
Het leven is eene boterham: den een valt het
mee, den ander tegen. Wel hem, voor wien de
geboterde zijde boven ligt.
Dat was voor hem nu toch eens ter dege het
geval, meende de heer K. te Steenwgb, die den
hoofdprgs won in de Steenwjjker tentoonstellings-
I loterjj. Zoo'n prachtig paard, zoo'n fraaie dogcart
en daarmee op een mooien dag uit rijden, wel de
man gevoelde zich in de wereld te gast.
Maar de weerhaen van de kanB zeer
lichteljjk kan keeren, zong Vondel, en zoo werd
den heer K. het genoegen van zjjn prjjs weer
ganscheljjk bedorven, toen op zjjn eersten pleizierrit
Landbouw en Veeteelt
J.l. Vrjjdagavond werd in het lokaal van den
heer Verwer eene vergadering gehouden der Land-
bouw-Vereeniging «Vooruitgang zjj ons Streven" te
Zierikzee, waarbjj 28 leden tegenwoordig waren.
Na afdoening van eenige huishoudeljjke zaken,
o. a. het opgeven van hulpmeststoffen, werd aange
nomen een voorstel van het bestuur om in de
eerste helft van October a s. eene ooft-ten toonstelling
te organiseeren. De voorzitter, de heer J. E. van der
Maas, wees op het nut van zoodanige tentoonstelling,
daar ook in deze streken de ooft-cultuur meer en
meer toeneemt.
Wij verwachten dat velen het daarmede eens
zullen zijn en door hunne inzendingen dit zullen
toonen.
Reeds meermalen is de aandacht gevestigd
op brandnetels als veevoeder. Thans geschiedt dit
weer in de Gazette des Campagnes.
Steeds werd de brandnetel beschouwd niet alleen
als een schadeljjk, maar ook als een lastig onkruid.
Stengel en bladeren dezer plant zijn namelijk bezet
met fijne, broze haren, die in de huid dringen
en hun brandend sap in de wonde storten. Velen
zuiverden tuinen, akkers en weiden zooveel mogeljjk
van dit gevreesd onkruid.
In den laatsten tjjd is daarin, vooral in België,
eenige verandering gekomen. Veehouders hebben
ontdekt, dat deze plant veel voedende bestanddeelen
bevat. Genoemd blad raadt zelfs aan, een plekje
grond er mee te bezaaien. Als de plant nog jong
is, dient ze te worden afgesneden en eenigen tjjd
in de zon te drogen gelegd.
Het toevoegen van deze gedroogde brandnetels
aan het voeder verbetert aan merkel jjk de hoeveelheid
en de hoedanigheid der melk van koeion en geiten.
Ook wordt zoo beweert men het vet- en
suikergehalte der melk er grooter door en de reuk
aangenamer. Er was misschien wel eens een proef
mede te nemen.
Volgens officiëele berichten blijft de graanoogst
van Italië dit jaar 2 millioen H.L. beneden de
laatste raming en 14 millioen H.L. beneden don
oogst van 1896.
Aan het Landb.-Weekbl. wordt gemeld, dat
het Hollandsche spek te Londen niet meer gewild
is; een gevolg van het voederen met maïs. In ver
band hiermede schrijft men uit Beilen aan de Asser Ct.:
»Wat te voorzien was en wat door enkele boeren
reeds voorzegd is, is een feit geworden. «Londen
apprecieert niet meer de varkens, die bjjna uitsluitend
met maïsmeel gemest zijn". Dat is een leelijke
streep door de rekening. De varkensmesterij was er
anders zoo mooi voor ingericht en wierp in den
laatsten tijd bjj tamelijk hooge prijzen en goedkoopte
der maïs goede winsten af.
Doch reeds lang hoorden wij de klacht, dat de
qualiteit van spek en vleesch door het vele maïs
voeren er onder leed. Maar waar geea klagers zijn,
zijn ook geen brekers en zoolang Londen zich stil
hield marcheerde de zaak goed. Groote hoeveelheden
maïs zjjn vooral in den loop van dit jaar niet alleen
aan varkens, maar ook aan melkvee opgevoerd.
Thans klinkt van de overzijde van het Kanaal een
basta 1 dat weergalm vindt in dag- en landbouw
bladen. Het zal nu tjjd worden om de bakens te
verzetten en het weer op een andere schjjf te gooien.
De waarschuwing toch is van belang, wil men onzen