ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Donderdag 1 April 1897. RECLAMES. CIJFER: I THOMSON'S THEE. 'nieuwstijdingen. feuilleton. Van Pretoria naar Kaapstad. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per weekf 10,per jaar. 53ste JAARGANG. No. 6904. Directeur-Uitgever 3. WAALE. Advertentiënvan 13 rogels 30 Cta. meerdere regels 10 Cta., kunnen uiterlijk tot de* Maandags, Woensdags en Vrpdags middags 12 ure bezorgd worden. Groots letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesehe Nieuwsbode" I5 regels 'T'ö Cts. Elke regel meer lö Cts. Indië. Een treffend verhaal over den afkeer van de Indiërs van de voorzorgsmaatregelen tegen de pest is dit: Een Mohamedaan wilde mot zijn vrouw Bombay met den trein verlaten. Zy moesten zich toen aan een geneeskundig onderzoek onderwerpen. Hoewel zeer wederspannig, wilde da Mohamedaan zelf zich ten slotte eraan onderwerpen, maar voor zijn vrouw verkoos hij het niet. Toen de ambte naren aandrongen, trok de Mohamedaan een dolk en stootte die zijn vrouw in het hart. Toen trachtte hg zichzelf te doorsteken, maar dit werd hem belet. Ook de dokter werd gewond. Amerika. Cleveland heeft gedurende zjjn 4-jarig president schap jaarlgks 25000 dollars kunnen overleggen. Frankrijk. Maandag was de Fransche Kamer dicht bezet en de tribunes waren stampvol. Alle ministers waren aanwezig. Julien verlangt bet woord om den minister van. justitie oen vraag te doen. Daar zjjn naam in verband met de Panamazaak genoemd is en hg niet onder verdenking wil staan, verlangt hg voor zjjn persoon opheffing der parlementaire immuniteit. Clovis Hugues verlangt hetzelfde. Hg betuigt zijn onschuld. Salis, wiens naam eveneens genoemd is, verklaart, dat hij tegen de Panama- leening gestemd heeft. Goirand legt eenzelfde ver klaring af. Ronvier, die onder de algemeene spanning de tribune bestijgt, protesteert in een prachtige redevoering, welke de dames op de tribune tranen doet storten, tegen de aantijging van den omkooper Arton. De zitting wordt vervolgens geschorst om den minister van justitie Darlan gelegenheid te geven met den procureur-generaal Bertrand over deze incidenten te beraadslagen. Na hervatting van de zitting deelde Darlan mede, dat by met den procureur-generaal een bespreking had gehad; deze meende, dat het niet noodig was voor meer afgevaardigden de opheffing der onschendbaarheid te vragen. Devillo protesteert tegen deze bewering en zegt, dat Darlan Zondag verklaard heeft nog andere verzoeken tot het instellen van een vervolging in zgn portefeuille te hebben. Lemoine, de rapporteur der commissie, leest vervolgens het rapport voor, dat concludeert tot opheffing der immuniteit voor Naquet, Maret en Boyer. De Kamer beslist in dezen zin. Rouanet stelt daarna voor de enquête-commissie van 1892 opnieuw te benoemen, doch op voorstel van Lavertujon wordt met 270 tegen 268 stemmen besloten, de benoeming dezer commissie nit te stellen. Men spreekt te Parjjs druk over de onthullingen, die Saint-Martin zal doen. >Nn zullen we ons amUBeeren", moet hg Zaterdag gezegd hebben. Naqnet heeft uit Londen laten weten, dat hg door ongesteldheid verhinderd was naar Pargs te komen 1 Volgens de Libre Parole moet Arton aan den rechter van instructie Le Poittevin verklaart hebben, dat de overleden voorzitter der Kamer Burdeau hem de afgevaardigden aanwees, die omgekocht moesten worden. Burdeau had zelf 50000 francs ontvangen. De heeren Julien, Clovis Hugues, Salis en Goirand hebben gevraagd, dat hun gelegenheid zou worden gegeven zich te verdedigen tegen de beschuldigingen van Arton. De heer Goirand zon 6000 francs moeten hebben ontvangen, doch daarvan bestaan geen bewjjzen. De Minister verklaarde te willen handelen in over eenstemming met den procureur-generaal. De zitting der Kamer werd daarna geschorst. Duitschland. Een proces, dat eindigt met een huwelijk! Mej. Schwartz, geboren op een dorpje in Wurtem- berg, meer bekend onder den naam van Bianca Bianchi, was voor 10 jaren geëngageerd aan de Opera te Hamburg. Zjj verliet echter haar directeur, den heer Pollini, om gastvoorstellingen te geven te Weenen, Pesth en andere plaatsen. De heer P. deed haar daarop een proces aan en eischte een kolossale schadevergoeding. Hg beeft ecbter thans zgn aanklacht ingetrokken en zal met de zangeres trouwen, waardoor hg haar zeker het be6t voor zgn theater behoudt. Weimar, 29 Maart. Hedenmiddag om 12 uur had de teraardebestelling van groothertogin Sophia plaats. Alle klokken luidden. De kist werd door acbt kamerheeren en hofbeambten nit de hofkerk op den met acht paarden bespannen ljjkwagen gedragen. Het hoofd van den stoet werd ingenomen door het militair escorte. Vóór den wagen schreden de personen en heeren van het bof, onmiddellijk achter den wagen de erf-groothertogin en de overige familioleden. Op het kerkhof werd door het kerk koor een koraal gezongen. Na de rede van den opperhofprediker en de kerkelijke inzegening, is de kist in den grafkelder neergelaten, waar ze door den groot-hertogeljjken maarschalk in ontvangst werd genomen. Na de bjjzetting van het ljjk en het vertrek der hooge personages werd de stoet in alle Btilte ontbonden. Tot deelneming aan de begrafenis waren, behalve de Keizer, aanwezig: de Koning van Saksen, Prins Albreckt van Pruisen, hertog Johann Albrechtvan Mecklenburg, prins Heinrich VII van Reuss, de erfprins van Saksen-Coburg, de vorsten van Schwarzenburg-Rudolstadt, Reuss-Koestritt, enz. Het corps diplomatiek was geheel aanwezig. Uit Berlijn waren aangekomen de Oosfcenrjjk- Hongaarscke en Engelsche ambassadeurs, de Z weedsche en Belgische gezanten; de studenten uit Jena ver schenen in hun eigenaardig costunm. De woningen van Goethe en Schiller en de standbeelden van beide dichters waren in rouwtooi. In de kapel, waar het stoffeljjk overschot werd bijgezet, sprak de hofprediker, de heer Spinner, naar aanleiding van Openbaring 2 vers 10: »Zjjt getrouw tot den dood en Ik zal u de kroon des Hjj herdacht daarbij de vele grooto en goede dingen, door leden van hot Huis van OraDje nu en vroeger tot stand gebracht. Bij de Darmstadtsche Bank is een poging tot oplichting gepleegd door een22-jarig meisje. Zij kwam een kasbriefje aanbieden van een firma die bg de Bank een rekening heeft en gewoonlijk aldus geld laat halen door een der vrouwelijke kantoorbedienden. Toch kreeg de kassier achterdocht, hield bet meisje aan de praat en liet intusscben naar de firma telephoneeren. Het antwoord was dat van bet kasbriefje nietB bekend was, en toen kort daarna een der firmanten verscheen, herkende hg in het meisje, dat intnsschen tevergeefs een poging had gedaan om te ontkomen, een vroegere geëmployeerde, die drie jaar geleden wegens beperkte geestvermogens was ontslagen. Zjj moet toen reeds het briefje hebben meegenomen, na het met den stempel van de firma voorzien te hebben.' De handteekening was zeer kunstig nagemaakt, zoodat men vermoedt dat het meisje slechts door anderen is gebruikt om het feit te plegen. Zij is de dochter van een politie-agent. Nederland. Haarlem, 29 Maart. Het niet op Zondag sluiten van winkels is gisteren doorgegaan, zonder dat de politie hare waarschuwingen heeft doen hooren of tegen de beweging is opgetreden. In afwachting van den terugkeer van den burgemeester uit het buitenland is de toestand onveranderd gebleven. Naar aanleiding van de bekende proclamatie van Haarlems burgemeester merkt De Gem.-Stem op, dat de handhaving der Zondagswet niet is op gedragen aan den burgemeester en dat het opsporen van de overtredingen van artt. 2 en 3 der wet is taak der Rijkspolitie en dus in Haarlem, waar een commissaris van politie is, ligt buiten 'b burgemeesters bevoegdheid. De Haarlemsche neringdoenden hebben in zake de Zondagswet weer een vergadering gehouden, waarin besloten is den Haarlemschen afgevaardigde, mr. Macaré, te verzoeken, de zaak in de Kamer ter sprake te brengen en om pogingen te doen de Zondagswet ingetrokken te krijgen. Op het tot den burgemeester van Haarlem gerichte verzoekschrift om intrekking van de publicatie in zake de Zondagswet, komen ruim 800 bandteekeningen voor, waaronder ook die van eenige Raadsleden. In het onderhond, dat het bestuur der Haarlemsebe HandelBvereeniging met den heer Macaró gevoerd heeft, deelde deze als zijn gevoelen mede, dat van algeheele intrekking der wet geen sprake kon zgn, omdat zjj de eenige wet is, welke de rust tjjdens den kerktjjd eenigszins kan verzekeren. De ongeljjke toepassing van de wet zou weggenomen kunnen worden. De beer Macaré achtte bet ecbter een ongunstig tydstip om de zaak thans in de Tweede Kamer ter sprake te brengen. Utrecht, 30 Maart. Alhier is Zondagmiddag cene ruim 68-jarige dame op noodlottige wjjze om het leven gekomen. Omstreeks 3 ure kreeg nameljjk mevr. de weduwe S. alhier onverwacht bezoek van eene vriendin, die zjj in lang niet had gezien en wier komst haar daarom dubbel aangenaam was. Ten einde met haar vriendin nu eens een uurtje recht gezellig samen te zgn, kwam zjj op het denkbeeld om in de voor kamer de kachel aan te maken en daar dan thee te drinken. Daar de dienstbode afwezig was, moest zij dit nu zelve doen. Toen zij na verloop van zekeren tjjd nog niet terug was gekomen, waagde baar vriendin bet om eens te gaan kjjken waar zjj bleef. Wie beschrijft evenwel haar schrik, toen zg de kamerdeur openende, mevrouw S. met brandende kleeding op den grond zag liggen, terwjjl de kamer met een dichten rook was gevuld. Op haar hulp geroep kwam dadeljjk een benedenbuur toesnellen, die in een oogwenk het vuur had gedoofd, doch daardoor, helaas, niet vermocht do dame te redden, daar deze reeds was overleden. Het vermoeden, dat bij bet aanmaken van de kacbel petroleum was gebruikt, werd bevestigd, doordien een kannetje met die olie in hare nabjj- heid stond en de sterke petroleumlucht, welke werd waargenomen. Ongetwijfeld heeft dus ook bier bet gebruik van petroleum bg het aanmaken van de kachel weder een slachtoffer geëischt. Dat men leering putte uit dit droevig ongeval! Br lel Ie, 30 Maart. Gisterenavond ten 6 ure had alhier de opening plaats van de Tentoonstelling van Oudheden, betrekking hebbende op Brielle's veelbewogen verleden, met veel ijver te zamen gebracht door den heer 0. B. van Rij alhier, naar aanleiding van het feest van 1 April. Een druk bezoek aan deze expositie is zeker aan te bevelen; men vindt er o.a. eene uitgebreide collectie oude munten en gedenkpenningen, eene Oud-Hollandsche kamer uit de 17e eeuw, verschillende oude platen en prenten, betrekking hebbende op Brielle, vele voorwerpen uit onzen worstelstrijd met Spanje, portretten van beroemde personen, benevens ver schillende oudheidkundige merkwaardigheden. Veel van het geëxposeerde is eigendom van den heer van Rjj, het resteerende deels van het stedeljjk archief en voor het overige door verschillende ingezetenen bijeengebracht. De tentoonstelling bljjft geopend tot en met Vrjjdag asterwjjl de opbrengst der entréegelden ten goede komt aan het geuxeDgestichtWilhelmus van Nassauen". 'B(*ravenhage, 30 Maart. Het Hoofd bestuur van den Algemeenen Nederlandschen Vredebond vestigt de aandacht van het Nederlandsche volk op onderstaande roepstem". Namens het Hoofdbestuur voornoemd, (get.) Mr. J. B. BREÜKELMAN, Wd.-Voorz. J. A. MAZEL, Secretaris. 's Gra.venha.ge, Maart 1897. Roepstem tot «1e Tolken. Welke ook uwe denkbeelden mogen 2ijn omtrent de oorzaken van het oorlogsgevaar, hetwelk thans Europa bedreigt, gjj allen, die den vrede en zjjne weldaden wenscht, verheft met ons uwe Btem om door de onweerstaanbare kracht der openbare meening er toe te geraken, dat eene vreedzame oplossing gevonden worde van de Oostersche quaestie en voorn amelijk van den ernstigen toestand, teweeg gebracht door de omwenteling op Creta. En men zal u wel moeten aanhooren, want gjj zyt het geweten der volken, en betgeen gij met ons znlt vragen is geheel in overeenstemming met de wetten der gerechtigheid en menechelgkheid. Sluit u dus aan bg het denkbeeld van eerbied voor het recht, hetwelk voor allen gelijk is en welks toepassing alleen de grnwelen van eenen langdurigen krjjg kan voorkomen door zoowel voor het heden als in de toekomst den voorspoed van hen die arbeiden en de veiligheid van allen te waarborgen. Aan deze gedachte hebben wjj, in naam van alle vredevrienden, uiting gegeven in onderstaande memorie, gericht tot de Rogeeringen van Europa en die van de Y. S. van Noord-Amerika, voor namelijk tot de grooto Mogendheden, die thans het geluk of het ongeluk onzer buisgezinnen in handen hebben en wier vredelievend streven kracht vindt in den hechten steun der volken. Memorie, gericht tot de Regeeriugen. Bern, 6 Maart 1897. Excellentie Vol angst richten de volken van Europa huu blik naar het Oosten, vanwaar voor hen elk oogen- blik de oorlog kan uitbarsten en daarmede de verwoesting en ondergang. De traagheid, waarmede aan de toezegging van hervormingen wordt gevolg gegeven en de vrees voor de toekomst der verbitterde bevolking hebben op bet eiland Creta een' staat van regeeringloosheid in het leven geroepen, welke aau de eene zjjde Griekenland en aan de andere zjjde de zes groote Mogendheden tot eene gewapende tusschenkomst heeft aanleiding gegeven. Deze staat van zaken, welke den Europeeschen vrede ten zeerste bedreigt, verergert van dag tot dag, terwjjl het bloed stroomt, de dorpen door brand verwoest worden en de haat steeds toeneemt. Wjj willen ons geen oordeel aanmatigen over de handelingen waaraan de betreurenswaardige moeieljjk- heden van den tegenwoordigen toestand zjjn toe te schrjjven. Deze moeieljjkheden zgn voornamelijk een uitvloeisel van de afwezigheid der erkende regelen van internationaal recht, die rekening houden met de zucht der volken naar rechtvaardig heid in hunne onderlinge betrekkingen. De volken hebben gemeenschappelijke belangen en meer dan ooit zjjn zjj met angst vervuld voor het onzekere, zoo voor het heden als in de toekomst. Geheel doordrongen van het gevaar, hetwelk eon gevolg is van dezen onzekeren toestand, hebben de vredevrienden in hunne jaarljjksche Congressen zich verklaard voor het beginsel van het toekomstig volkenrecht, hetwelk aan alle internationale moeilijk heden door middel onzer vredelievende oplossing een eind kan en moet maken. Twee uitvloeisels van dit besluit, te weten de veroordeeling der veroverings-oorlogen en do erkenning van het recht der volken om zeiven over hun lot te beslissen, kannen hanne toepassing vinden in de ernstige verwikkelingen van het oogenblik. Op dit onvervreemdbaar, onverjaarbaar recht, maken wij, in naam der EuropeeBche openbare meening, aanspraak ten gunste der CretenBers, die vrijelijk moeten kunnen beschikken over hunne toekomst, voornamelijk in verband met de on mogelijkheid, waarin de Ottomaansche Regeering zich bevindt om de orde te midden der bevolking te handhaven. Wjj zgn er heilig van overtuigd, dat het eenige middel om de gevaren, verbonden aan den tegen woordigen toestand, te voorkomen, hierin beBtaat dat de bevolking van Creta worde opgeroepen om zelve hare meening uit te spreken over haar toe komstig lot door middel van een volksbesluit, waarbjj ook algeheele onafhankelijkheid mag worden ge decreteerd. Wjj verzoeken Uwe Excellentie om haren hoogen invloed te willen doen gelden ten gunste van dit werk van rechtvaardigheid en bevrediging. Door bare medewerking tot stand gekomen, zal deze vredelievende oplossing, als een schitterende vuur baak zijn, waardoor voor altoos, door middel eoner milde toepassing van een grootsch beginsel van het volkenrecht der toekomst van de Europeesche beschaving het verschrikkelijke gevaar van te stranden wordt afgewend. Wjj nemen deze gelegenheid te baat om uwe Excellentie de verzekering te betuigen onzer bjj- zondere hoogachting. Van een vroegeren stadgenoot ontvingen wjj het volgende ter plaatsing. Wg meenen dat het velen onzer lezers aangenaam zal zijn iets nit de Trans vaal to vernemen en houden ons bij den inzender daartoe aanbevolen. Kaap de Goede Hoop, 8 Dec. '96. Nadat we 5 December 1.1. Pretoria verlaten hadden, kregen we een vervelende reis voor ons, wo moesten n.l. 3 nachten en 2 dagen sporen eer we in de Kaapstad zouden zgn. We vertrokken 's avonds ten 9 uretoen kwam er by mjj de gedachte op: wat zal er nu op St.-Nicolaas wel in Holland een plezier gemaakt worden; zoo'n avond wordt in Afrika niet gevierd. Toen we dus uit Pretoria gingen, reisden we door de duisternis tot we des morgens op Vrijstaat» grondgebied ontwaakten. Ik zal al de stationsnamen niet noemen, doch slechts enkele aanstippen; dit kan ik wel zeggen, dat de meeste namen met het woord fontein" eindigen, b.v.Fonteinen, Kaalfontein, Zunrfontein, Olifantsfontein, Rietfontein, Driefontein, ElandBfontein, Springbokfontein, Bloemfontein enz. Aan 't station Elandsfontein had men den trein van Johannesburg bij de onze gevoegd en zoo waren we voreend verder gestoomd. De streek die we passeerden, konden wo door de duisternis niet onder scheiden, doch zouden het toch zien als we terug kwamen. 's Morgens ton 6 ure passeerden we Kroonstad; dit is een groot dorp in den Vrjjstaat, het is lief tnsschen boomen gelegen en hier en daar stak een kerktorentje of een hoog huis uit. We reden door een tameljjke vlakke of beter zacht- golvende streek, wat een groote tegenstelling met de streek benoorden de Vaalrivier vormt. Hier en daar zag men een boerderij of kudden ossen, ook wel schapendie streek was tameljjk dor, doch dit kan ook niet andersal het gras was verbrand. Indien een Afrikaansche boer slechts wat meer courage had, wat konden zjj dan veel geld verdienen; zjj hebben meestal plaatsen van uren gaans als eigendom, sommigen wel zoo groot als het geheele eiland Schouwen, en bewerken daarvan niet meer dan een paar morgen. Een boer is zeer lni en zgn grootste bezigheid is zgn grond te bekijken; anders doet hij niet veel meer dan den geheelen dag zgn pjjp rooken, eten en zijn koffie drinkenhet laatste is een geliefkoosde Afrikaansche drank. 's Middags zouden we te Bloemfontein diner ge bruiken. Bloemfontein is de hoofdstad vandenOranje- Vrjjstaat; het is een klein stadje en tegen een helling gelegen, waar het station boneden ligt, de tronk (gevangenis) lag op eenigen afstand van Bloemfontein en leek wel een klein kasteel te zijn; in de verte ontwaarde ik een regelmatig gebouwde kafferstad, welke er nog al tameljjk groot uitzag. We stoomden weder tal van stations voorbij; het terrein was nog altgd zachtgolvend, en ook ontwaarde ik hier en daar een boerderjj. Heel in de verte zag ik Vemsersburg, een klein dorpje; 's avonds om 8 uur zouden we te Springfontein, het laatBte station op VrjjBtaats grondgebied bereiken, toen de conducteur onze dekens, jassen en verdere kleeren kwam opeischen en hechtte daar eene roode kaart aan met de woorden: Rinderpest Termigation (Runderpest berooking). Op genoemd station werd het goed in een waggon achter onzen trein gestopt en werd de reis voort gezet; daar zaten we bjjna naakt en konden we tot 12 uur wachten tot het goed Word teruggegeven dit konden we krjjgen op 't emplacement en toen zagen we velen in onderbroek, borstrok en op bloote voeten bet goed in ontvangst nemen (ik niet uitgezonderd). Vóór we 't goed kregen werden onze schoenen geheel in carbolwater gedoopt, zoodat wij die niet konden aantrekken. Den volgenden morgen was ik vroegtjjdig wakker gemaakt door het onophoudelijk gerommel, hetwelk veroorzaakt werd door de bruggen die we over reden de Btreek was nu bergachtig en ongeljjk ik zag daar heele kudden struisvogels; ook wordt aan de schapenteelt hier veel gedaan. De rivieren waren allen droog, ook de spruiten en pans. Bruggen ontmoetten we vele; voor, achter en aan beide zjjden niets dan bergen, hier op, daar af en ginds weer rond den berg. Den daarop volgenden dag passeerden we twee tunnels, doch deze kon ik niet zien, daar ik rustig lag te slapen, 's Morgens ontwaakte ik in een streek, die mg wel een weinig aan 't oude vader land herinnerde. De in oud-Hollandsche stjjl op getrokken gebouwen met hunne rieten daken herinnerden mij zoo levendig aan het moederland; de velden zagen er schoon uit en de meeste regel matig; wat een tegenstelling met eene boerderij in de Z.-A. R.daar zit de boer den geheelen dag te slapen en laat zgn land liggen; soms bewerkt hij een stuk, maar dan zeer onregelmatig. De boomen waren mooi en de vruchten beur)ijk rijp. Daar ontwaarden we de vlakke Tafelberg, doch nu waren we er nog een uur vau af. Om 73/4 ure lag de zee voor ons, de zee, de heerljjke zeeiemand die baar altijd voor zich ziet, weet niet wat het zeggen wil de zee na vele jaren weer te zien, de zee die mjj eens heeft gedragen; daar stoomden wjj 'tstation binnen en we waren aan den voet van den Tafel berg, na een vervelende reis van 2 dagen en 3 nachten. KAAPSTAD is een aardig gelegen stad aan den voet van den Tafelberg, zjj vormt een halve maan met de baai (Tafelbaai); het kortst bjj de zee liggende gedeelte is het nienwere of z.g. Engelsche De huizen en winkels zgn daar opgetrokken in do nieuwere stjjl, maar in het hoogere of z.g. Hollandsche gedeelte treft men nog vele oud-Hollandsche huizen aan met hunne typische ouderdeurengroote ramen en kleine ruiten, de puiraam met uitgezaagd raam- hout en koperen sleutel- en klapperplatende sleutelgaten werden niet meer gebruikt, men had andere er in gemaakt; ik zag nog uit of er soms hier of daar geen oud vrouwtje over baar onder deurtje hing, zooals in Zierikzee wel eens is te zien, doch zag ik daar niets vaner is anders niet veel meer dat aan de vroegere bewoners herinnert. Er zijn hier in Kaapstad vele mooie gebouwen, sommige opgetrokken in zandsteen of wel in brenksteenhet nieuwe postkantoor b.v. is geheel van zandsteen met granieten zuilen naast de deuren en sommige ramen. Het geheel maakte een schoonen indruk. Het gebonw was uitwendig nog niet geheel klaar.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1897 | | pagina 1