ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Donderdag 1 April 1897.
RECLAMES.
CIJFER: I THOMSON'S THEE.
'nieuwstijdingen.
feuilleton.
Van Pretoria naar Kaapstad.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per weekf 10,per jaar.
53ste JAARGANG. No. 6904.
Directeur-Uitgever 3. WAALE.
Advertentiënvan 13 rogels 30 Cta.
meerdere regels 10 Cta., kunnen uiterlijk tot de*
Maandags, Woensdags en Vrpdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groots letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesehe Nieuwsbode"
I5 regels 'T'ö Cts. Elke regel meer lö Cts.
Indië.
Een treffend verhaal over den afkeer van de
Indiërs van de voorzorgsmaatregelen tegen de pest
is dit: Een Mohamedaan wilde mot zijn vrouw
Bombay met den trein verlaten. Zy moesten zich
toen aan een geneeskundig onderzoek onderwerpen.
Hoewel zeer wederspannig, wilde da Mohamedaan
zelf zich ten slotte eraan onderwerpen, maar voor
zijn vrouw verkoos hij het niet. Toen de ambte
naren aandrongen, trok de Mohamedaan een dolk
en stootte die zijn vrouw in het hart. Toen trachtte
hg zichzelf te doorsteken, maar dit werd hem
belet. Ook de dokter werd gewond.
Amerika.
Cleveland heeft gedurende zjjn 4-jarig president
schap jaarlgks 25000 dollars kunnen overleggen.
Frankrijk.
Maandag was de Fransche Kamer dicht bezet
en de tribunes waren stampvol. Alle ministers waren
aanwezig. Julien verlangt bet woord om den
minister van. justitie oen vraag te doen. Daar zjjn
naam in verband met de Panamazaak genoemd is
en hg niet onder verdenking wil staan, verlangt
hg voor zjjn persoon opheffing der parlementaire
immuniteit. Clovis Hugues verlangt hetzelfde. Hg
betuigt zijn onschuld. Salis, wiens naam eveneens
genoemd is, verklaart, dat hij tegen de Panama-
leening gestemd heeft. Goirand legt eenzelfde ver
klaring af. Ronvier, die onder de algemeene spanning
de tribune bestijgt, protesteert in een prachtige
redevoering, welke de dames op de tribune tranen
doet storten, tegen de aantijging van den omkooper
Arton. De zitting wordt vervolgens geschorst om den
minister van justitie Darlan gelegenheid te geven met
den procureur-generaal Bertrand over deze incidenten
te beraadslagen. Na hervatting van de zitting deelde
Darlan mede, dat by met den procureur-generaal
een bespreking had gehad; deze meende, dat het
niet noodig was voor meer afgevaardigden de
opheffing der onschendbaarheid te vragen. Devillo
protesteert tegen deze bewering en zegt, dat Darlan
Zondag verklaard heeft nog andere verzoeken tot
het instellen van een vervolging in zgn portefeuille
te hebben. Lemoine, de rapporteur der commissie,
leest vervolgens het rapport voor, dat concludeert
tot opheffing der immuniteit voor Naquet, Maret
en Boyer. De Kamer beslist in dezen zin. Rouanet
stelt daarna voor de enquête-commissie van 1892
opnieuw te benoemen, doch op voorstel van Lavertujon
wordt met 270 tegen 268 stemmen besloten, de
benoeming dezer commissie nit te stellen.
Men spreekt te Parjjs druk over de onthullingen,
die Saint-Martin zal doen. >Nn zullen we ons
amUBeeren", moet hg Zaterdag gezegd hebben.
Naqnet heeft uit Londen laten weten, dat hg door
ongesteldheid verhinderd was naar Pargs te komen 1
Volgens de Libre Parole moet Arton aan den
rechter van instructie Le Poittevin verklaart hebben,
dat de overleden voorzitter der Kamer Burdeau
hem de afgevaardigden aanwees, die omgekocht
moesten worden. Burdeau had zelf 50000 francs
ontvangen.
De heeren Julien, Clovis Hugues, Salis en
Goirand hebben gevraagd, dat hun gelegenheid zou
worden gegeven zich te verdedigen tegen de
beschuldigingen van Arton.
De heer Goirand zon 6000 francs moeten hebben
ontvangen, doch daarvan bestaan geen bewjjzen.
De Minister verklaarde te willen handelen in over
eenstemming met den procureur-generaal.
De zitting der Kamer werd daarna geschorst.
Duitschland.
Een proces, dat eindigt met een huwelijk!
Mej. Schwartz, geboren op een dorpje in Wurtem-
berg, meer bekend onder den naam van Bianca
Bianchi, was voor 10 jaren geëngageerd aan de
Opera te Hamburg. Zjj verliet echter haar directeur,
den heer Pollini, om gastvoorstellingen te geven
te Weenen, Pesth en andere plaatsen. De heer P.
deed haar daarop een proces aan en eischte een
kolossale schadevergoeding.
Hg beeft ecbter thans zgn aanklacht ingetrokken
en zal met de zangeres trouwen, waardoor hg
haar zeker het be6t voor zgn theater behoudt.
Weimar, 29 Maart. Hedenmiddag om 12 uur
had de teraardebestelling van groothertogin Sophia
plaats. Alle klokken luidden. De kist werd door
acbt kamerheeren en hofbeambten nit de hofkerk
op den met acht paarden bespannen ljjkwagen
gedragen. Het hoofd van den stoet werd ingenomen
door het militair escorte. Vóór den wagen schreden
de personen en heeren van het bof, onmiddellijk
achter den wagen de erf-groothertogin en de overige
familioleden. Op het kerkhof werd door het kerk
koor een koraal gezongen. Na de rede van den
opperhofprediker en de kerkelijke inzegening, is de
kist in den grafkelder neergelaten, waar ze door
den groot-hertogeljjken maarschalk in ontvangst
werd genomen. Na de bjjzetting van het ljjk en
het vertrek der hooge personages werd de stoet in
alle Btilte ontbonden.
Tot deelneming aan de begrafenis waren, behalve
de Keizer, aanwezig: de Koning van Saksen, Prins
Albreckt van Pruisen, hertog Johann Albrechtvan
Mecklenburg, prins Heinrich VII van Reuss, de
erfprins van Saksen-Coburg, de vorsten van
Schwarzenburg-Rudolstadt, Reuss-Koestritt, enz.
Het corps diplomatiek was geheel aanwezig.
Uit Berlijn waren aangekomen de Oosfcenrjjk-
Hongaarscke en Engelsche ambassadeurs, de Z weedsche
en Belgische gezanten; de studenten uit Jena ver
schenen in hun eigenaardig costunm.
De woningen van Goethe en Schiller en de
standbeelden van beide dichters waren in rouwtooi.
In de kapel, waar het stoffeljjk overschot werd
bijgezet, sprak de hofprediker, de heer Spinner,
naar aanleiding van Openbaring 2 vers 10: »Zjjt
getrouw tot den dood en Ik zal u de kroon des
Hjj herdacht daarbij de vele grooto en goede
dingen, door leden van hot Huis van OraDje nu
en vroeger tot stand gebracht.
Bij de Darmstadtsche Bank is een poging tot
oplichting gepleegd door een22-jarig meisje.
Zij kwam een kasbriefje aanbieden van een firma
die bg de Bank een rekening heeft en gewoonlijk
aldus geld laat halen door een der vrouwelijke
kantoorbedienden. Toch kreeg de kassier achterdocht,
hield bet meisje aan de praat en liet intusscben
naar de firma telephoneeren. Het antwoord was
dat van bet kasbriefje nietB bekend was, en toen
kort daarna een der firmanten verscheen, herkende
hg in het meisje, dat intnsschen tevergeefs een
poging had gedaan om te ontkomen, een vroegere
geëmployeerde, die drie jaar geleden wegens beperkte
geestvermogens was ontslagen. Zjj moet toen reeds
het briefje hebben meegenomen, na het met den
stempel van de firma voorzien te hebben.' De
handteekening was zeer kunstig nagemaakt, zoodat
men vermoedt dat het meisje slechts door anderen
is gebruikt om het feit te plegen. Zij is de dochter
van een politie-agent.
Nederland.
Haarlem, 29 Maart. Het niet op Zondag
sluiten van winkels is gisteren doorgegaan, zonder
dat de politie hare waarschuwingen heeft doen
hooren of tegen de beweging is opgetreden. In
afwachting van den terugkeer van den burgemeester
uit het buitenland is de toestand onveranderd
gebleven.
Naar aanleiding van de bekende proclamatie
van Haarlems burgemeester merkt De Gem.-Stem
op, dat de handhaving der Zondagswet niet is op
gedragen aan den burgemeester en dat het opsporen
van de overtredingen van artt. 2 en 3 der wet is
taak der Rijkspolitie en dus in Haarlem, waar een
commissaris van politie is, ligt buiten 'b burgemeesters
bevoegdheid.
De Haarlemsche neringdoenden hebben in zake
de Zondagswet weer een vergadering gehouden,
waarin besloten is den Haarlemschen afgevaardigde,
mr. Macaré, te verzoeken, de zaak in de Kamer ter
sprake te brengen en om pogingen te doen de
Zondagswet ingetrokken te krijgen.
Op het tot den burgemeester van Haarlem
gerichte verzoekschrift om intrekking van de
publicatie in zake de Zondagswet, komen ruim 800
bandteekeningen voor, waaronder ook die van eenige
Raadsleden.
In het onderhond, dat het bestuur der Haarlemsebe
HandelBvereeniging met den heer Macaró gevoerd
heeft, deelde deze als zijn gevoelen mede, dat van
algeheele intrekking der wet geen sprake kon zgn,
omdat zjj de eenige wet is, welke de rust tjjdens
den kerktjjd eenigszins kan verzekeren. De ongeljjke
toepassing van de wet zou weggenomen kunnen
worden. De beer Macaré achtte bet ecbter een
ongunstig tydstip om de zaak thans in de Tweede
Kamer ter sprake te brengen.
Utrecht, 30 Maart. Alhier is Zondagmiddag
cene ruim 68-jarige dame op noodlottige wjjze om
het leven gekomen.
Omstreeks 3 ure kreeg nameljjk mevr. de weduwe
S. alhier onverwacht bezoek van eene vriendin, die
zjj in lang niet had gezien en wier komst haar
daarom dubbel aangenaam was. Ten einde met haar
vriendin nu eens een uurtje recht gezellig samen
te zgn, kwam zjj op het denkbeeld om in de voor
kamer de kachel aan te maken en daar dan thee
te drinken. Daar de dienstbode afwezig was, moest
zij dit nu zelve doen. Toen zij na verloop van
zekeren tjjd nog niet terug was gekomen, waagde
baar vriendin bet om eens te gaan kjjken waar zjj
bleef. Wie beschrijft evenwel haar schrik, toen zg
de kamerdeur openende, mevrouw S. met brandende
kleeding op den grond zag liggen, terwjjl de kamer
met een dichten rook was gevuld. Op haar hulp
geroep kwam dadeljjk een benedenbuur toesnellen,
die in een oogwenk het vuur had gedoofd, doch
daardoor, helaas, niet vermocht do dame te redden,
daar deze reeds was overleden.
Het vermoeden, dat bij bet aanmaken van de
kacbel petroleum was gebruikt, werd bevestigd,
doordien een kannetje met die olie in hare nabjj-
heid stond en de sterke petroleumlucht, welke werd
waargenomen.
Ongetwijfeld heeft dus ook bier bet gebruik van
petroleum bg het aanmaken van de kachel weder
een slachtoffer geëischt.
Dat men leering putte uit dit droevig ongeval!
Br lel Ie, 30 Maart. Gisterenavond ten 6 ure
had alhier de opening plaats van de Tentoonstelling
van Oudheden, betrekking hebbende op Brielle's
veelbewogen verleden, met veel ijver te zamen
gebracht door den heer 0. B. van Rij alhier, naar
aanleiding van het feest van 1 April. Een druk
bezoek aan deze expositie is zeker aan te bevelen;
men vindt er o.a. eene uitgebreide collectie oude
munten en gedenkpenningen, eene Oud-Hollandsche
kamer uit de 17e eeuw, verschillende oude platen
en prenten, betrekking hebbende op Brielle, vele
voorwerpen uit onzen worstelstrijd met Spanje,
portretten van beroemde personen, benevens ver
schillende oudheidkundige merkwaardigheden. Veel
van het geëxposeerde is eigendom van den heer
van Rjj, het resteerende deels van het stedeljjk
archief en voor het overige door verschillende
ingezetenen bijeengebracht.
De tentoonstelling bljjft geopend tot en met
Vrjjdag asterwjjl de opbrengst der entréegelden
ten goede komt aan het geuxeDgestichtWilhelmus
van Nassauen".
'B(*ravenhage, 30 Maart. Het Hoofd
bestuur van den Algemeenen Nederlandschen
Vredebond vestigt de aandacht van het Nederlandsche
volk op onderstaande roepstem".
Namens het Hoofdbestuur voornoemd,
(get.) Mr. J. B. BREÜKELMAN, Wd.-Voorz.
J. A. MAZEL, Secretaris.
's Gra.venha.ge, Maart 1897.
Roepstem tot «1e Tolken.
Welke ook uwe denkbeelden mogen 2ijn omtrent
de oorzaken van het oorlogsgevaar, hetwelk thans
Europa bedreigt, gjj allen, die den vrede en zjjne
weldaden wenscht, verheft met ons uwe Btem om
door de onweerstaanbare kracht der openbare
meening er toe te geraken, dat eene vreedzame
oplossing gevonden worde van de Oostersche quaestie
en voorn amelijk van den ernstigen toestand, teweeg
gebracht door de omwenteling op Creta.
En men zal u wel moeten aanhooren, want gjj
zyt het geweten der volken, en betgeen gij met ons
znlt vragen is geheel in overeenstemming met de
wetten der gerechtigheid en menechelgkheid.
Sluit u dus aan bg het denkbeeld van eerbied
voor het recht, hetwelk voor allen gelijk is en
welks toepassing alleen de grnwelen van eenen
langdurigen krjjg kan voorkomen door zoowel voor
het heden als in de toekomst den voorspoed van
hen die arbeiden en de veiligheid van allen te
waarborgen.
Aan deze gedachte hebben wjj, in naam van
alle vredevrienden, uiting gegeven in onderstaande
memorie, gericht tot de Rogeeringen van Europa
en die van de Y. S. van Noord-Amerika, voor
namelijk tot de grooto Mogendheden, die thans het
geluk of het ongeluk onzer buisgezinnen in handen
hebben en wier vredelievend streven kracht vindt
in den hechten steun der volken.
Memorie, gericht tot de Regeeriugen.
Bern, 6 Maart 1897.
Excellentie
Vol angst richten de volken van Europa huu
blik naar het Oosten, vanwaar voor hen elk oogen-
blik de oorlog kan uitbarsten en daarmede de
verwoesting en ondergang.
De traagheid, waarmede aan de toezegging van
hervormingen wordt gevolg gegeven en de vrees
voor de toekomst der verbitterde bevolking hebben
op bet eiland Creta een' staat van regeeringloosheid
in het leven geroepen, welke aau de eene zjjde
Griekenland en aan de andere zjjde de zes groote
Mogendheden tot eene gewapende tusschenkomst
heeft aanleiding gegeven.
Deze staat van zaken, welke den Europeeschen
vrede ten zeerste bedreigt, verergert van dag tot
dag, terwjjl het bloed stroomt, de dorpen door
brand verwoest worden en de haat steeds toeneemt.
Wjj willen ons geen oordeel aanmatigen over de
handelingen waaraan de betreurenswaardige moeieljjk-
heden van den tegenwoordigen toestand zjjn toe te
schrjjven. Deze moeieljjkheden zgn voornamelijk
een uitvloeisel van de afwezigheid der erkende
regelen van internationaal recht, die rekening
houden met de zucht der volken naar rechtvaardig
heid in hunne onderlinge betrekkingen. De volken
hebben gemeenschappelijke belangen en meer dan
ooit zjjn zjj met angst vervuld voor het onzekere,
zoo voor het heden als in de toekomst.
Geheel doordrongen van het gevaar, hetwelk eon
gevolg is van dezen onzekeren toestand, hebben de
vredevrienden in hunne jaarljjksche Congressen zich
verklaard voor het beginsel van het toekomstig
volkenrecht, hetwelk aan alle internationale moeilijk
heden door middel onzer vredelievende oplossing
een eind kan en moet maken.
Twee uitvloeisels van dit besluit, te weten de
veroordeeling der veroverings-oorlogen en do
erkenning van het recht der volken om zeiven
over hun lot te beslissen, kannen hanne toepassing
vinden in de ernstige verwikkelingen van het
oogenblik.
Op dit onvervreemdbaar, onverjaarbaar recht,
maken wij, in naam der EuropeeBche openbare
meening, aanspraak ten gunste der CretenBers, die
vrijelijk moeten kunnen beschikken over hunne
toekomst, voornamelijk in verband met de on
mogelijkheid, waarin de Ottomaansche Regeering
zich bevindt om de orde te midden der bevolking
te handhaven.
Wjj zgn er heilig van overtuigd, dat het eenige
middel om de gevaren, verbonden aan den tegen
woordigen toestand, te voorkomen, hierin beBtaat
dat de bevolking van Creta worde opgeroepen om
zelve hare meening uit te spreken over haar toe
komstig lot door middel van een volksbesluit, waarbjj
ook algeheele onafhankelijkheid mag worden ge
decreteerd.
Wjj verzoeken Uwe Excellentie om haren hoogen
invloed te willen doen gelden ten gunste van dit
werk van rechtvaardigheid en bevrediging. Door
bare medewerking tot stand gekomen, zal deze
vredelievende oplossing, als een schitterende vuur
baak zijn, waardoor voor altoos, door middel eoner
milde toepassing van een grootsch beginsel van
het volkenrecht der toekomst van de Europeesche
beschaving het verschrikkelijke gevaar van te
stranden wordt afgewend.
Wjj nemen deze gelegenheid te baat om uwe
Excellentie de verzekering te betuigen onzer bjj-
zondere hoogachting.
Van een vroegeren stadgenoot ontvingen wjj het
volgende ter plaatsing. Wg meenen dat het velen
onzer lezers aangenaam zal zijn iets nit de Trans
vaal to vernemen en houden ons bij den inzender
daartoe aanbevolen.
Kaap de Goede Hoop, 8 Dec. '96.
Nadat we 5 December 1.1. Pretoria verlaten
hadden, kregen we een vervelende reis voor ons,
wo moesten n.l. 3 nachten en 2 dagen sporen eer
we in de Kaapstad zouden zgn. We vertrokken
's avonds ten 9 uretoen kwam er by mjj de
gedachte op: wat zal er nu op St.-Nicolaas wel
in Holland een plezier gemaakt worden; zoo'n
avond wordt in Afrika niet gevierd. Toen we dus
uit Pretoria gingen, reisden we door de duisternis
tot we des morgens op Vrijstaat» grondgebied
ontwaakten. Ik zal al de stationsnamen niet noemen,
doch slechts enkele aanstippen; dit kan ik wel
zeggen, dat de meeste namen met het woord
fontein" eindigen, b.v.Fonteinen, Kaalfontein,
Zunrfontein, Olifantsfontein, Rietfontein, Driefontein,
ElandBfontein, Springbokfontein, Bloemfontein enz.
Aan 't station Elandsfontein had men den trein
van Johannesburg bij de onze gevoegd en zoo waren
we voreend verder gestoomd. De streek die we
passeerden, konden wo door de duisternis niet onder
scheiden, doch zouden het toch zien als we terug
kwamen. 's Morgens ton 6 ure passeerden we
Kroonstad; dit is een groot dorp in den Vrjjstaat,
het is lief tnsschen boomen gelegen en hier en
daar stak een kerktorentje of een hoog huis uit.
We reden door een tameljjke vlakke of beter zacht-
golvende streek, wat een groote tegenstelling met
de streek benoorden de Vaalrivier vormt.
Hier en daar zag men een boerderij of kudden
ossen, ook wel schapendie streek was tameljjk
dor, doch dit kan ook niet andersal het gras was
verbrand. Indien een Afrikaansche boer slechts wat
meer courage had, wat konden zjj dan veel geld
verdienen; zjj hebben meestal plaatsen van uren
gaans als eigendom, sommigen wel zoo groot als
het geheele eiland Schouwen, en bewerken daarvan
niet meer dan een paar morgen. Een boer is zeer
lni en zgn grootste bezigheid is zgn grond te
bekijken; anders doet hij niet veel meer dan den
geheelen dag zgn pjjp rooken, eten en zijn koffie
drinkenhet laatste is een geliefkoosde Afrikaansche
drank.
's Middags zouden we te Bloemfontein diner ge
bruiken. Bloemfontein is de hoofdstad vandenOranje-
Vrjjstaat; het is een klein stadje en tegen een
helling gelegen, waar het station boneden ligt, de
tronk (gevangenis) lag op eenigen afstand van
Bloemfontein en leek wel een klein kasteel te zijn;
in de verte ontwaarde ik een regelmatig gebouwde
kafferstad, welke er nog al tameljjk groot uitzag.
We stoomden weder tal van stations voorbij;
het terrein was nog altgd zachtgolvend, en ook
ontwaarde ik hier en daar een boerderjj. Heel in
de verte zag ik Vemsersburg, een klein dorpje;
's avonds om 8 uur zouden we te Springfontein,
het laatBte station op VrjjBtaats grondgebied
bereiken, toen de conducteur onze dekens, jassen
en verdere kleeren kwam opeischen en hechtte daar
eene roode kaart aan met de woorden: Rinderpest
Termigation (Runderpest berooking).
Op genoemd station werd het goed in een waggon
achter onzen trein gestopt en werd de reis voort
gezet; daar zaten we bjjna naakt en konden we
tot 12 uur wachten tot het goed Word teruggegeven
dit konden we krjjgen op 't emplacement en toen
zagen we velen in onderbroek, borstrok en op
bloote voeten bet goed in ontvangst nemen (ik niet
uitgezonderd). Vóór we 't goed kregen werden onze
schoenen geheel in carbolwater gedoopt, zoodat
wij die niet konden aantrekken.
Den volgenden morgen was ik vroegtjjdig wakker
gemaakt door het onophoudelijk gerommel, hetwelk
veroorzaakt werd door de bruggen die we over
reden de Btreek was nu bergachtig en ongeljjk
ik zag daar heele kudden struisvogels; ook wordt
aan de schapenteelt hier veel gedaan. De rivieren
waren allen droog, ook de spruiten en pans.
Bruggen ontmoetten we vele; voor, achter en aan
beide zjjden niets dan bergen, hier op, daar af en
ginds weer rond den berg.
Den daarop volgenden dag passeerden we twee
tunnels, doch deze kon ik niet zien, daar ik rustig
lag te slapen, 's Morgens ontwaakte ik in een
streek, die mg wel een weinig aan 't oude vader
land herinnerde. De in oud-Hollandsche stjjl op
getrokken gebouwen met hunne rieten daken
herinnerden mij zoo levendig aan het moederland;
de velden zagen er schoon uit en de meeste regel
matig; wat een tegenstelling met eene boerderij in
de Z.-A. R.daar zit de boer den geheelen dag te
slapen en laat zgn land liggen; soms bewerkt hij
een stuk, maar dan zeer onregelmatig. De boomen
waren mooi en de vruchten beur)ijk rijp. Daar
ontwaarden we de vlakke Tafelberg, doch nu waren
we er nog een uur vau af. Om 73/4 ure lag de zee
voor ons, de zee, de heerljjke zeeiemand die baar
altijd voor zich ziet, weet niet wat het zeggen wil
de zee na vele jaren weer te zien, de zee die mjj
eens heeft gedragen; daar stoomden wjj 'tstation
binnen en we waren aan den voet van den Tafel
berg, na een vervelende reis van 2 dagen en
3 nachten.
KAAPSTAD
is een aardig gelegen stad aan den voet van den
Tafelberg, zjj vormt een halve maan met de baai
(Tafelbaai); het kortst bjj de zee liggende gedeelte
is het nienwere of z.g. Engelsche De huizen en
winkels zgn daar opgetrokken in do nieuwere stjjl,
maar in het hoogere of z.g. Hollandsche gedeelte
treft men nog vele oud-Hollandsche huizen aan met
hunne typische ouderdeurengroote ramen en
kleine ruiten, de puiraam met uitgezaagd raam-
hout en koperen sleutel- en klapperplatende
sleutelgaten werden niet meer gebruikt, men had
andere er in gemaakt; ik zag nog uit of er soms
hier of daar geen oud vrouwtje over baar onder
deurtje hing, zooals in Zierikzee wel eens is te
zien, doch zag ik daar niets vaner is anders niet
veel meer dat aan de vroegere bewoners herinnert.
Er zijn hier in Kaapstad vele mooie gebouwen,
sommige opgetrokken in zandsteen of wel in
brenksteenhet nieuwe postkantoor b.v. is geheel
van zandsteen met granieten zuilen naast de deuren
en sommige ramen. Het geheel maakte een schoonen
indruk. Het gebonw was uitwendig nog niet geheel
klaar.