ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Donderdag 19 November 189$.
Keuring der Rijtuigen.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prjjs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 4,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
53ste JAARGANG. No. 6847.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 40 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee,
Gelet op Art. 47 der Algemeene Politie-Verordening voor
deze gemeente:
Hebben goedgevonden te bepalen:
dat op Zaterdag <lon 31 November e.k.,
des namiddags te 3 ure, aan de Balie, eene keuring
zal wordeu gehouden der verhuurd wordende lïij- en
Voertuigen en Sleden.
Mitsdien worden alle Rijtuigverhuurders opgeroepen om
alsdan al hunne voertuigen op de daarvoor bestemde plaats
bijeen te brengen, ten einde de noodige keuring te onder
gaan, ter voorkoming van de bij de Algemeene Politie
verordening bedreigde boete.
Zierikzee, den 3 November 1896.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Cll. W. VERMEUS. Burgemeester
JAN SNELLEN, Secretaris.
China.
Li-Hung-Ckang is de prachtige doodkist kwijt,
die hem op zijn reis door Europa steeds heeft
vergezeld. Bij zijn vertrek naar de Vereenigde Staten
achtte hjj het niet noodig de kist nog verder mede
te nemen en zond hij haar vooruit op de
«Glencartney". Dit schip is echter een prooi der
vlammen geworden en de doodkist van Li is mede
verbrand. De Chineezen zien daarin een gunstig
voorteeken, dat den grooten staatsman een lang
leven voorspelt.
Spanje.
Omtrent een reeds vermeld treurig ongeluk op
de Guadalquivir, bij Sevilla, wordon de volgende
bijzonderheden bericht:
Het jacht Azualfarach" vertrok 's avonds met
een gezelschap van zeventien heeren, die op de
eendenjacht zouden gaan. De jagers hadden gezellig
en vroolijk gesoupeerd aan boord, en waren toen
in de kajuit gegaan, om te rusten tot het aanbreken
van den dag; dan zou de jacht beginnen.
Tegen 5 uur in den ochtend kreeg de »Azaalfarach"
een hevigen schok. Het jacht was tegen de groote
stoomboot Torre de Oro" aangevaren, en het zonk
onmiddelijjk, met allen, die aan boord waren.
Vijftien der passagiers en de bemanning van het
jacht, vijf personen, verdronken. Slechts twee heeren,
de boekhandelaars Fë en Martinez, werden gered.
>Een paar minuten vóór de aanvaring", zoo
verhaalde Fë, >werd ik wakker gemaakt door
Martinez, die mij plaagde, door mijn deken weg te
trekken en mij met water te besprenkelen. Ik stond
op, om voor de grap met hem te vechten; maar
juist op dat oogenbiik kwam de schok. Ik viel op
den grond, hoorde een ontzettend geraas en voelde
toen een ijzige koude over het geheele lichaam. Ik
had een flauw besef, dat ik in het water lag, en
werkte met kracht om naar boven te komen, zonder
te weten of ik nog in het stoomjacht was of niet.
Eindeljjk kwam ik boven water, en na eenig worstelen
tegen den stroom kon ik mij vastklemmen aan een
der booten van de Torre de Oro", waarin ik werd
opgenomen.
Het redden van Martinez ging moeilijker. Hij
was een slecht zwemmer en dreef eindelijk, door
den stroom meegesleept, bewusteloos voort, tot het
den mannen van een boot, na bard roeien, gelukte
hem in te halen en op te nemen.
Men gelooft algemeen, dat het ongeluk daaraan
te wijten is, dat de bemanning van het jacht wat
te veel met de vroolijke een den jagers had mee
gedronken, en geen eendenwijn.
Italië.
Bijna alle rivieren in Noord- en Midden-Italiö
zijn buiten haar oevers getreden. Vooral de Tiber
heeft verwoestingen aangericht. Te Cita di Castello
(Umbrie) stond het water Zaterdagnacht 4 meters
boven de kade; enkele bruggen, waaronder de
spoorbrug, werden weggeslagen en een stuk van
de vestingwerken werd vernield.
Engeland.
Uit Kaapstad wordt aan de Morningpost bericht,
dat de uitgaven, veroorzaakt door Jameson's inval,
168000 pond sterling beloopen. De correspondent
van den Times meent te weten, dat het bedrag der
schadevergoeding, welke voor dien inval wordt
geëischt, geen moeieljjkheden zal doen rjjzen.
Als men in het Blauwboek over de Londensche
politie leest, wat er in het afgeloopen jaar al niet
in rgtuigen en omnibussen is blijven liggen, krijgt
men den indruk dat het Engelscho publiek erg
vergeetachtig is. Onder de duizenden voorwerpen,
die in openbare rijtuigen werden gevonden en aan
de politiebureau's gedeponeerd, noemen wij slechts
een geldbuidel met 700 p. st., een telescoop, een
rjjwiel, een kat, een kanarievogel in een kooi,
stoelen, ijzeren cylinders met vloeibaar koolzuur,
honden, electrische batterjjen, voetwarmers, de
hersenen van een paard in een stopflesch met
spiritus, kinderwagens, geweren, een naaimachine,
ransels en gereedschappen.
Te Hastings heeft het huwelijk van den
zeven-en-zeventigjarigen lord Lyveden met de
achttienjarige Julia Kate Emary, vroeger winkel
meisje, veel opzien gewekt. Het is een huweljjk
uit liefde. Eenige maanden geleden had lord Lyveden
mejuffrouw Emary ontmoet in den winkel waar zjj
weikzaam was en haar overgehaald om bij hem
als secretaris in dienst te komen. In korten tjjd
ontdekte lig in haar zulke voortreffelijke hoedanig
heden, dat hg haar ten huwelgk vroeg. Lord
Lyveden is vroeger gehuwd geweest mot lady
Albreda Fitzwilliam, die sedert vijf jaar dood is.
De erfgenaam van zijn titel en pairschap is de
heer Courtenay Vernon, die juist 32 jaar ouder is
dan zij a tweede moeder.
Hoe gevaarljjk het is, als vrouwen spelden of
naalden in baar japonnen steken, bleek weder te
Londen. Op straat viel een 35-jarige vrouw plotseling
neder. In het hospitaal gebracht, stierf zij een paar
uren daarna. Bjj onderzoek bleek, dat een naald de
linkerborst had doorboord en een inwendige bloed
storting had veroorzaakt.
Een grappig goval kwam de vorige week bjj
een der Londensche politie-rechters voor. Een
dienstbode vermiste herhaaldelijk geld uit haar
latafel, zonder dat zjj eenig vermoeden had op een
harer vele kameraden. Zij ging naar de politie en
daar werd haar een rechercheur toegevoegd, die
groote geheimzinnigheid aanbeval bij het toepassen
van een onfeilbaar middel. Hij zette op eenige geld
stukken een merk en liet ze als vroeger wegsluiten.
Kort daarna was dat geld verdwenen en nu zou
de politieman den dader wel opsporen. Hij liet alle
dienstboden in een kamer bijeenkomen en gelastte
hen de zakken te ledigen. En zie in de benrs
van een kamermeisje werd een geldstuk ontdekt
met het bedoelde merk. Zij ontkende hardnekkig;
maar werd voor den rechter gebracht.
Daar verklaarde de rechercheur ten stelligste hut
merk te herkennen dat hij op de geldstukken had
geplaatst, zooals hij reeds in meer gevallen van dien
aard had gedaan.
»Dus hebt gg reeds meer datzelfde merk op geld
stukken aangebracht?" vroeg de rechter.
«Ja, Edel Achtbare, altjjd hetzelfde merk, een
kleine j."
>Dan bewijst het bij de beklaagde gevonden Btuk
niets", merkte de rechter op. >Het kan zeer wel
een der stukken zjjn, die gij bij een vroegere
gelegenheid hebt gemerkt en dat later in haar
bezit is gekomen".
Het verdachte dienstmeisje kon vrij heengaan en
de al te slimme detective keek op zijn neus.
Frankrijk.
Een zonderlinge geschiedenis, eenen over-verlegen
jonkman-bruidegom betreffende, is voor de Rechtbank
te Parijs behandeld.
Zekere Jozef B. zou gaan trouwen. Alles was
gereed, de papieren waren in orde, de afkondigingen
waren geschied, het bruiloftsmaal was besteld. Het
gewichtige oogenbiik naderde. Een rijtuig stond al
voor zijn deur, om hem naar de woning zijner
bruid te brengen.
Daar wordt Jozef, die al lang tegen het huwelgk
had opgezien, door oen zoo hevigen angst voor zijn
geluk bevangen, dat hg niet naar zijn brnid, maar
naar het spoorwegstation rjjdt en naar Thiers, zijn
geboorteplaats, vlucht.
De bruid en hare gasten bleven nu zitten zonder
bruidegom. Zij gingen natuurljjk niet naar het
stadhuis, maar wel naar de »Demi Lune", waar
het bestelde bruiloftsmaal gereed stond, 't Was toch
jammer, het te betalen en niet te gebruiken. Het
gezelschap was eerst wel wat stil, maar met den
champagne kwam ook de vroolgkheid, en men ver
maakte zich ten slotte zeer goed.
Den volgenden dag stelde de verlaten bruid een
eiscb tot schadevergoeding in tegen haren Jozef,
die niet de rechte Jozef was gebleken, en de
Rechtbank heeft haar nu eene schadevergoeding van
2000 francs toegekend.
Een wetsontwerp tot aanvulling der loopende
begrooting is ingediend, hetwelk dat budget bezwaart
met fr. 6,025,771. Daarvan zijn frs. 3,654,150
besteed aan de Fransch-Russische feesten en wel:
frs. 1,968,80 door buitenlandsche zakenfrs.
1,600,3350 door oorlog en frs. 85,000 voor een
spoorweglijntje van het station Mormelon naar de
tribune van het kamp vanCh&lons; dit lijntje blijft
Het bezoek van den Czaar aan Parijs heeft
aan de stad ruim millioen francs gekost, waarvan
slechts 100,000 francs worden gedragen door het Rijk.
Duitschland.
Te Mosbeim (Hessen) heeft een groote brand
20 huizen en een groot aantal welgevulde schuren
in de asch gelegd, waardoor een schade van 400,000
Mark werd veroorzaakt.
De oorzaak van dien brand was alweder spelen
van kinderen met lucifers.
De moord te Berlijn, die drie weken geleden
zoo groot opzien baarde, is thans door de bekente
nissen der twee jeugdige daders, Bruno Werner en
Wilhelm Grosze, volledig opgehelderd. Hun aan
vankelijk verhaal, als zouden zij twee toevallig
ontmoete mannen als helpers gehad hebben, die
op den uitkijk stonden, is gebleken een verzinsel
te zjjn. Zjj hebben het plan samen beraamd en
uitgevoerd, zonder iemands bijstand; Werner heeft
den advocaat Levy doodgestoken en Grosze mevrouw
Levy gekwetst. Dat deze er het leven heeft af
gebracht, hoeft zij alleen te danken aan de
omstandigheid, dat de inrichting der slaapkamer
veranderd was, sedert Werner bij genoemden
advocaat in dienst was.
Miss Wanda, de bekende trapèze-kunBtenares,
die in 1877 voor het eerst in Brussel met groot
succes optrad en later te Ems o. a. voor Keizer
Wilhelm I en zjjn gevolg eene voorstelling gaf, is
als de vrouw van een carrousel-eigenaar te Neuhiiusel
bij Ems in een kermiswagen overleden. Men zal
zich misschien herinneren, dat haar een paar jaren
geleden een ongeluk overkomen is, toen zij, met
de voeten hangende aan een trapéze, een man, die
aau een tweede trapéze hing welke zij met de
tanden vasthield, kunsten zou doen verrichten.
Sinds dien tijd kon zij niet meer werken" en was
Wegens soldatenmishandeling werd de onder
officier Geve van het regiment Gardes du Corps te
Potsdam tot een vestingstraf veroordeeld en tot het
ondergaan der straf naar de vesting Spaudau over
gebracht. Geve had een soldaat uit zijn sectie, toen
deze sterk bezweet van den dien6t thuis kwam,
een emmer koud water over het hoofd uitgestort,
met het gevolg, dat de man bijna geheel doof werd
en ongeschikt voor alle diensten naar buis moest
worden gezonden.
IterlUn, 16 Nov. In den Rijksdag hield de
heer v. Hompesch heden zijn interpellatie over het
bekend gemaakte vroegere Russiscb-Duitsch verdrag.
De Rijkskanselier antwoordde o. a.: De onder-
tusschen Rusland en Duitschland in
de jaren 1887—'90 zijn indertijd geheim gehouden
en het staat niet aan ons alleen om den tjjd, waarop
die geheimhouding ophoudt van kracht te zjjn, te
bepalen. De Kanselier verklaarde dus niet in staat
te zijn om over die onderhandelingen mededoelingen
te doen.
Ook wat de Duitsche politieke verhoudingen
tegenover Rusland sedert 1890 betrof, kon de
Kanselier geen inlichtingen geven, in verband met
de beloofde geheimhouding.
Wel kan verklaard worden, dat er geen ongunstige
verandering in onze vorhouding met Rusland is
gekomen.
Het denkbeeld dat toenmaals of nu Engelscbe of
andere buitenlandsche invloeden op onze politiek
gewerkt hebben, is geheel onjuist (bravo). Wat do
uitwerking van de jongste onthullingen betreft, kan
verklaard worden, dat het wantrouwen, dat hier en
daar onder de bevolkingen onzer bondgenooten was
opgewekt, geheel is verdwenen (bravo) en dat de
verhouding met onze bondgenooten, zoowel voor
als na de onthullingen van wederzijdsch vertrouwen
getuigt; ook heeft onze verhouding met Rusland
geen enkel oogenbiik opgehouden een goede vriend-
schappeljjke te zijn (algemeene bjjval).
Graaf Herbert v. Bismarck woonde de zitting bjj.
België.
Een groot ongeluk heeft te Carloo onder Uccle
plaats gehad. In een schrijnwerkerawerkplaats
waren op de eerste étage, die uit hout en steen
opgebouwd is, 18 arbeiders bezig, toen plotseling
een hevig gekraak gehoord werd.
Verschrikt vlogen de werklieden naar de trap,
maar vóór dat allen die bereikt hadden stortte het
dak met een hevig geraas in. Groote stofwolken
verhieven zich en toen het geraas van de vallende
voorwerpen eenigszins bedaard was, vernam men
de kreten van de werklieden, die onder het vallende
puin bedolven waren.
Aanstonds werd aan het reddingswerk getogen
om de 8 werklieden, die zich niet meer langs de
trap hadden knnnen redden, uit hun benarde positie
te verlossen. Een aantal menschen waren naar het
tooneel van het ongeval toegestroomd en deze
werden dadelgk aan het werk gezet, deels om het
begin van brand, dat ontstaan was, te blusschen,
deels om zoo gauw mogeljjk hulp aan de slacht
offers te brengen.
Na eenige uren hard werken kon men bij het
licht der fakkels de ongelukkige verwonden een
voor een te voorschijn brengen.
Alle acht slachtoffers zjjn zwaar gewond; de
meesten hebben gebroken ledematen en zware
hoofdwonden.
Eene vrouw te Waterloo, Maria Rose Lacroart,
it» op ruim 106-jarigen leeftijd gestorven. Tot vóór
vier weken zag men haar nog eiken dag in een
leunstoel voor haar venster zitten en tot haar
laatsten snik behield zij hare tegenwoordigheid van
geest.
Nederland.
(■rollingen, 17 Nov. In de heden gehouden
zitting der Prov. Staten werd tot hoofd-ingenieur
van den Provincialen Waterstaat benoemd de heer
J. M. W. van Elzelingen, ing. van den Prov.
Waterstaat in Zeeland, te Zierikzee, met 34 van
de 42 st. Op den heer H. Hendriks, hoofd-opz.
ing. van den Prov. Waterstaat in Gelderland, te
Arnhem, waren 8 en op den heer A. C. Burgdorffer,
lste luit. ing. te Beverwijk, 2 st. uitgebracht.
Zlltfen, 17 Nov. Zondagnamiddag ruim 6 unr
heeft de kleermaker F. T. van H., wonende aan
de Zaadmarkt alhier, zich op de stoep van den
schuin tegenover hem wonenden heer mr. S., den
hals afgesneden, en kwam door zjjn val tegen de
deur terecht, die opensprong, waardoor het lichaam
in den gang kwam te liggen. Dr. Sneltjes, ontboden,
constateerde den dood, waarna het ljjk naar de
woning is vervoerd. Benarde fiaanciëele omstandig
heden schijnen v. H. tot het plegen dezer noodlottige
daad te hebben gebracht.
Haarlem, 16 Nov. Alhier kregen verleden
week twee jongelieden van 15- en 16-jarigen leeftjjd
twist, en blijkbaar over eene zeer teedere zaak.
Tenminste, weldra zond de een den ander zijne
secondanten en er werd bepaald, dat het twee
gevecht op het lange pistool zou gehouden worden.
Op den bepaalden dag en het vastgestelde uur
begaven de heeren zich naar de plaats der gerechtig
heid, gelegen in een klein omgroeid dal in een
weinig bezochte duinstreek.
Doodsbleek en mot sidderende band richtten zjj
de loopen eerst op hoofd en achtereenvolgens op
borst, schouders en armen, om ten slotte, bjj het
naderen van het gewichtig oogenbiik, elkaar plotseling
den rug toe te keeren en blindelings achter zich
uit te schieten.
De schoten knalden en de beide kampenden
gevoelden zicbzelven reeds doodelijk gewond, toen,
tot hunne verbazing, een hevig gelach hen aarzelend
naar elkaar deed omzien en zij wederkeerig een
wit bepoederd lichaamsdeel ontwaarden. De secon
danten hadden meel in de loopen gedaan, en gelukkig
waren de kampenden zelf de eersten, die elkaar al
lachend de hand reikten, en oordeelden, dat er
reeds genoeg »meel" gevloeid had.
Aan de eer was voldaan!
Amsterdam, 17 Nov. Eenige «eeuwige"
Btudenten alhier hebben onlangs eene vereeniging
opgericht, genaamd: De oude garde, waarbjj zich
alleen studenten kunnen aansluiten, die 10 of meer
jaren zich koesteren aan deu boezem van de Alma
Mater. De oudste van deze Muzenzonen telt 15
studiejaren, de jongste 10.
In de laatstgehouden vergadering van De oude
garde werd met algemeene stemmen besloten, een
collega, die nu zijn 18e studiejaar is ingegaan, uit
te noodigen, lid van de illustre vereeniging te
worden. Nadat de secretaris in dien zin een brief
aan den Minerva-getrouwen dienaar had verzonden,
ontving hjj reeds den volgenden dagdit korte antwoord
«Zeer veel eer, maar met zulke jonge broekjes
als uw vereeniging telt kan ik niet omgaan l"
Reens, die drie maanden gevangenisstraf onder
gaan heeft, is gisterenavond door zijne partygenooten
in de groote zaal van Plancius te Amsterdam ver
welkomd.
Nadat de voorzitter hem bjj den terugkeer in de
gelederen van bet proletariaat welkom toegeroepen
bad, werd het woord gevoerd door Appel, die zich
voorstelde als een «boertje uit Zaandam". Hij drong
er op aan, de sporen van het gevangenisleven van
den ontslagene te wreken op zjjn beul, eindigende
met de verklaring, dat zoolang de «nagemaakte
majesteiten" niet opgeruimd zjjn, het volk niet tot
zjjn recht komt.
Nadat Hermans over de «geïmporteerde majesteits
schennis" had gesproken, voerde eindelijk Reens
zelf het woord om het een en ander uit zjjn
gevangenisleven mede to deelen. Nooit zou hg ver
geten, dat hjj als een boef, als een moordenaar, als
een dief met een anderen gevangene aaneen geboeid
naar Alkmaar was gebracht.
Hierop volgde een hevige verontwaardiging van
het publiek; men siste, floot, riep «oh oh"; men
hoorde uitroepen, als: «doodtrappen die klassen
justitie" enz. Dit feit had Reens tot de overtuiging
gebracht dat politieke gevangenen op dezelfde wjjze
behandeld worden als de grootste misdadigers. Over
zjjne behandeling in de gevangenis was Reens
hoogst tevreden. Hjj was vol lof over den onder-
wjjzer, die, ofschoon heftig katholiek, hem het leven
bjjzonder veraangenaamd had en hem o. a. een
vreemde taal had geleerd.
De bjjeenkomst was zeer druk bezocht.
's-Gravcnhage, 17 Nov. {Tweede Kamer).
Bij de voortzetting van de algemeene beraadslaging
over de Indische Begrooting oordeelde de heer
Pjjnacker Hordijk den Indischen financiëelen toestand
niet bepaald ongunstig, doch dat desniettemin op
verbetering van den toestand het oog dient gehouden.
Verhooging van de invoerrechten achtte hjj in-
tusschen niet voldoende om thans het tekort te
dekken. Hg drong aan op betere ontwikkeling door
den Minister van diens fiaanciëele plannen. Hjj is
een voorstander van een krachtig streven naar
bezuiniging op de uitgaven van Oorlog en Marine,
die thans reeds tot 48 millioen zijn gestegen.
Wat de toestand in Atjeh betreft, waarschuwde
spreker er tegen in Atjeh verder te gaan dan on
vermijdelijk noodig is, al erkent hjj de moeielijkheid
een grens aan te geven. Hij kan zich dan ook niet
vereenigen met het in de memorie van antwoord
geschetste stelsel en das ook niet met het gunstig
oordeel daaromtrent van den heer Cremer. Dat
stelsel eischt niet alleen vermeerdering van bivakken,
maar tevens een groote troepenmacht, om te houden,
wat wjj verkregen hebben. De Javaan zal belast
worden met de Atjehkosten, en aanleg van betere
verkeerswegen en bevloeiingswerken znllen achter
wege moeten bljjven.
Omtrent den afval van Toekoe Oemar is hij het
eens met den heer Cremer. Die afval is ook zijns
inziens het logisch gevolg van feiten, die gedeeltelijk
wel, gedeelteijjk niet konden vermeden worden. Ook
spreker wenscht duideljjke uiteenzetting van die
feiten door den Minister.
De heer Van Gennep ziet den finaneiëelen toestand
van Indië voor de toekomst niet zoo ernstig in als
de vorige spreker. Hjj vergelijkt deze begrooting
met die van 1891, sluitende met een tekort van
20 millioen, en wijst op de vermeerdering van den
koffie-aanplant, en op de toeneming van de vrij
willige koffie-cultuur.
Wat Atjeh aangaat kan hjj zich vereenigen met
de hoofdstrekking van 's Ministers advies. Omtrent
de redenen van Oemar's afval gaat hg mede met
diagnose Cremer.
De heer Van Vljjmen was van meening, dat na
eenige jaren een geldleening noodig zal bljjken en
dat de Indische bevolking niet te zwaar zal worden
gedrukt door verhooging van invoerrechten.
Hjj dringt aan op krachtige Atjeh-politiek. Zoek
den vjjand op, versla bem, zoodanig dat hij zich
niet kan herstellen. Geef hem daartoe geen tjjd.
Tref bem daartoe in ziju eigendom en geldbuidol
door het beheerschen van de kust.
Hg stelt de volgende motie voor: «de Kamer,
oordeelende, dat tot de duurzame en volkomen
onderwerping van Atjeh noodzakeljjk is, niet alleen
handhaving van een rationeel militaire stelling in
de Atjeh-vallei, maar ook een volkomen beheersching
van de kusten door zee- en landmacht en het in
handen nemen van alle belastingen der Knst-staten,
tegen billjjke schadeloosstelling aan de vorsten,
gaat over tot de orde van den dag".
Deze motie wordt ondersteund.
De heer Knyper juicht de indiening der motie
toe, maar betwjjfelt of de Kamer over strategische
vragen kan oordeelen en of met het oog op don
oorlogstoestand publieke behandeling wenscheljjk
is. Spreker betoogt, dat stelselloosheid, de kanker
van het Atjeh-beleid, niet wordt voorkomen en op
geheven en de Minister weet eigenljjk zelf nog niet
welk stelsel kan leiden tot beëindiging van den
oorlog. Tot dusver gaat hij niet met het stelsel
mede en daarom dringt bjj aan op een vast plan,
getuigende van doorzettingsvermogen, dat allo
partjjen bevredigt en waarvoor Nederland ook
bereid is fiaanciëele offers te brengen in het belang
van het koloniaal bezit.
De heer Bahlman huldigt 's Ministers maatregelen
voor de Katholieke geesteljjken in Indië en dringt
aan op krachtige scheepvaartregeling in Atjeh. Hjj
vraagt of Toekoe Oemar ontkomen is door den
slechten staat der schepen en wjjt het goringo
resultaat der blokkade aan het ontzien van Engelscbe
gevoeligheden.
Bjj de ontwikkeling van de fiaanciëele denk
beelden, drong hij aan op winstneming uit de
petroleumbronnen en op bezuiniging.
De heer Bastert protesteerde tegen de hooge eind
cijfers van de begrooting. (Zie telegram).
17 Nov. Door do Prov. Staten van Zuid-
Holland is gekozen tot lid der Eerste Kamer de
heer mr. C. J. Sickensz, oud-Kamerlid met 56
van de77 stemmen.
Op den heer J. P. Hayelaar, directeur-generaal