ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Donderdag 19 November 189$. Keuring der Rijtuigen. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prjjs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 4,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 53ste JAARGANG. No. 6847. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 40 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode" De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee, Gelet op Art. 47 der Algemeene Politie-Verordening voor deze gemeente: Hebben goedgevonden te bepalen: dat op Zaterdag <lon 31 November e.k., des namiddags te 3 ure, aan de Balie, eene keuring zal wordeu gehouden der verhuurd wordende lïij- en Voertuigen en Sleden. Mitsdien worden alle Rijtuigverhuurders opgeroepen om alsdan al hunne voertuigen op de daarvoor bestemde plaats bijeen te brengen, ten einde de noodige keuring te onder gaan, ter voorkoming van de bij de Algemeene Politie verordening bedreigde boete. Zierikzee, den 3 November 1896. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, Cll. W. VERMEUS. Burgemeester JAN SNELLEN, Secretaris. China. Li-Hung-Ckang is de prachtige doodkist kwijt, die hem op zijn reis door Europa steeds heeft vergezeld. Bij zijn vertrek naar de Vereenigde Staten achtte hjj het niet noodig de kist nog verder mede te nemen en zond hij haar vooruit op de «Glencartney". Dit schip is echter een prooi der vlammen geworden en de doodkist van Li is mede verbrand. De Chineezen zien daarin een gunstig voorteeken, dat den grooten staatsman een lang leven voorspelt. Spanje. Omtrent een reeds vermeld treurig ongeluk op de Guadalquivir, bij Sevilla, wordon de volgende bijzonderheden bericht: Het jacht Azualfarach" vertrok 's avonds met een gezelschap van zeventien heeren, die op de eendenjacht zouden gaan. De jagers hadden gezellig en vroolijk gesoupeerd aan boord, en waren toen in de kajuit gegaan, om te rusten tot het aanbreken van den dag; dan zou de jacht beginnen. Tegen 5 uur in den ochtend kreeg de »Azaalfarach" een hevigen schok. Het jacht was tegen de groote stoomboot Torre de Oro" aangevaren, en het zonk onmiddelijjk, met allen, die aan boord waren. Vijftien der passagiers en de bemanning van het jacht, vijf personen, verdronken. Slechts twee heeren, de boekhandelaars Fë en Martinez, werden gered. >Een paar minuten vóór de aanvaring", zoo verhaalde Fë, >werd ik wakker gemaakt door Martinez, die mij plaagde, door mijn deken weg te trekken en mij met water te besprenkelen. Ik stond op, om voor de grap met hem te vechten; maar juist op dat oogenbiik kwam de schok. Ik viel op den grond, hoorde een ontzettend geraas en voelde toen een ijzige koude over het geheele lichaam. Ik had een flauw besef, dat ik in het water lag, en werkte met kracht om naar boven te komen, zonder te weten of ik nog in het stoomjacht was of niet. Eindeljjk kwam ik boven water, en na eenig worstelen tegen den stroom kon ik mij vastklemmen aan een der booten van de Torre de Oro", waarin ik werd opgenomen. Het redden van Martinez ging moeilijker. Hij was een slecht zwemmer en dreef eindelijk, door den stroom meegesleept, bewusteloos voort, tot het den mannen van een boot, na bard roeien, gelukte hem in te halen en op te nemen. Men gelooft algemeen, dat het ongeluk daaraan te wijten is, dat de bemanning van het jacht wat te veel met de vroolijke een den jagers had mee gedronken, en geen eendenwijn. Italië. Bijna alle rivieren in Noord- en Midden-Italiö zijn buiten haar oevers getreden. Vooral de Tiber heeft verwoestingen aangericht. Te Cita di Castello (Umbrie) stond het water Zaterdagnacht 4 meters boven de kade; enkele bruggen, waaronder de spoorbrug, werden weggeslagen en een stuk van de vestingwerken werd vernield. Engeland. Uit Kaapstad wordt aan de Morningpost bericht, dat de uitgaven, veroorzaakt door Jameson's inval, 168000 pond sterling beloopen. De correspondent van den Times meent te weten, dat het bedrag der schadevergoeding, welke voor dien inval wordt geëischt, geen moeieljjkheden zal doen rjjzen. Als men in het Blauwboek over de Londensche politie leest, wat er in het afgeloopen jaar al niet in rgtuigen en omnibussen is blijven liggen, krijgt men den indruk dat het Engelscho publiek erg vergeetachtig is. Onder de duizenden voorwerpen, die in openbare rijtuigen werden gevonden en aan de politiebureau's gedeponeerd, noemen wij slechts een geldbuidel met 700 p. st., een telescoop, een rjjwiel, een kat, een kanarievogel in een kooi, stoelen, ijzeren cylinders met vloeibaar koolzuur, honden, electrische batterjjen, voetwarmers, de hersenen van een paard in een stopflesch met spiritus, kinderwagens, geweren, een naaimachine, ransels en gereedschappen. Te Hastings heeft het huwelijk van den zeven-en-zeventigjarigen lord Lyveden met de achttienjarige Julia Kate Emary, vroeger winkel meisje, veel opzien gewekt. Het is een huweljjk uit liefde. Eenige maanden geleden had lord Lyveden mejuffrouw Emary ontmoet in den winkel waar zjj weikzaam was en haar overgehaald om bij hem als secretaris in dienst te komen. In korten tjjd ontdekte lig in haar zulke voortreffelijke hoedanig heden, dat hg haar ten huwelgk vroeg. Lord Lyveden is vroeger gehuwd geweest mot lady Albreda Fitzwilliam, die sedert vijf jaar dood is. De erfgenaam van zijn titel en pairschap is de heer Courtenay Vernon, die juist 32 jaar ouder is dan zij a tweede moeder. Hoe gevaarljjk het is, als vrouwen spelden of naalden in baar japonnen steken, bleek weder te Londen. Op straat viel een 35-jarige vrouw plotseling neder. In het hospitaal gebracht, stierf zij een paar uren daarna. Bjj onderzoek bleek, dat een naald de linkerborst had doorboord en een inwendige bloed storting had veroorzaakt. Een grappig goval kwam de vorige week bjj een der Londensche politie-rechters voor. Een dienstbode vermiste herhaaldelijk geld uit haar latafel, zonder dat zjj eenig vermoeden had op een harer vele kameraden. Zij ging naar de politie en daar werd haar een rechercheur toegevoegd, die groote geheimzinnigheid aanbeval bij het toepassen van een onfeilbaar middel. Hij zette op eenige geld stukken een merk en liet ze als vroeger wegsluiten. Kort daarna was dat geld verdwenen en nu zou de politieman den dader wel opsporen. Hij liet alle dienstboden in een kamer bijeenkomen en gelastte hen de zakken te ledigen. En zie in de benrs van een kamermeisje werd een geldstuk ontdekt met het bedoelde merk. Zij ontkende hardnekkig; maar werd voor den rechter gebracht. Daar verklaarde de rechercheur ten stelligste hut merk te herkennen dat hij op de geldstukken had geplaatst, zooals hij reeds in meer gevallen van dien aard had gedaan. »Dus hebt gg reeds meer datzelfde merk op geld stukken aangebracht?" vroeg de rechter. «Ja, Edel Achtbare, altjjd hetzelfde merk, een kleine j." >Dan bewijst het bij de beklaagde gevonden Btuk niets", merkte de rechter op. >Het kan zeer wel een der stukken zjjn, die gij bij een vroegere gelegenheid hebt gemerkt en dat later in haar bezit is gekomen". Het verdachte dienstmeisje kon vrij heengaan en de al te slimme detective keek op zijn neus. Frankrijk. Een zonderlinge geschiedenis, eenen over-verlegen jonkman-bruidegom betreffende, is voor de Rechtbank te Parijs behandeld. Zekere Jozef B. zou gaan trouwen. Alles was gereed, de papieren waren in orde, de afkondigingen waren geschied, het bruiloftsmaal was besteld. Het gewichtige oogenbiik naderde. Een rijtuig stond al voor zijn deur, om hem naar de woning zijner bruid te brengen. Daar wordt Jozef, die al lang tegen het huwelgk had opgezien, door oen zoo hevigen angst voor zijn geluk bevangen, dat hg niet naar zijn brnid, maar naar het spoorwegstation rjjdt en naar Thiers, zijn geboorteplaats, vlucht. De bruid en hare gasten bleven nu zitten zonder bruidegom. Zij gingen natuurljjk niet naar het stadhuis, maar wel naar de »Demi Lune", waar het bestelde bruiloftsmaal gereed stond, 't Was toch jammer, het te betalen en niet te gebruiken. Het gezelschap was eerst wel wat stil, maar met den champagne kwam ook de vroolgkheid, en men ver maakte zich ten slotte zeer goed. Den volgenden dag stelde de verlaten bruid een eiscb tot schadevergoeding in tegen haren Jozef, die niet de rechte Jozef was gebleken, en de Rechtbank heeft haar nu eene schadevergoeding van 2000 francs toegekend. Een wetsontwerp tot aanvulling der loopende begrooting is ingediend, hetwelk dat budget bezwaart met fr. 6,025,771. Daarvan zijn frs. 3,654,150 besteed aan de Fransch-Russische feesten en wel: frs. 1,968,80 door buitenlandsche zakenfrs. 1,600,3350 door oorlog en frs. 85,000 voor een spoorweglijntje van het station Mormelon naar de tribune van het kamp vanCh&lons; dit lijntje blijft Het bezoek van den Czaar aan Parijs heeft aan de stad ruim millioen francs gekost, waarvan slechts 100,000 francs worden gedragen door het Rijk. Duitschland. Te Mosbeim (Hessen) heeft een groote brand 20 huizen en een groot aantal welgevulde schuren in de asch gelegd, waardoor een schade van 400,000 Mark werd veroorzaakt. De oorzaak van dien brand was alweder spelen van kinderen met lucifers. De moord te Berlijn, die drie weken geleden zoo groot opzien baarde, is thans door de bekente nissen der twee jeugdige daders, Bruno Werner en Wilhelm Grosze, volledig opgehelderd. Hun aan vankelijk verhaal, als zouden zij twee toevallig ontmoete mannen als helpers gehad hebben, die op den uitkijk stonden, is gebleken een verzinsel te zjjn. Zjj hebben het plan samen beraamd en uitgevoerd, zonder iemands bijstand; Werner heeft den advocaat Levy doodgestoken en Grosze mevrouw Levy gekwetst. Dat deze er het leven heeft af gebracht, hoeft zij alleen te danken aan de omstandigheid, dat de inrichting der slaapkamer veranderd was, sedert Werner bij genoemden advocaat in dienst was. Miss Wanda, de bekende trapèze-kunBtenares, die in 1877 voor het eerst in Brussel met groot succes optrad en later te Ems o. a. voor Keizer Wilhelm I en zjjn gevolg eene voorstelling gaf, is als de vrouw van een carrousel-eigenaar te Neuhiiusel bij Ems in een kermiswagen overleden. Men zal zich misschien herinneren, dat haar een paar jaren geleden een ongeluk overkomen is, toen zij, met de voeten hangende aan een trapéze, een man, die aau een tweede trapéze hing welke zij met de tanden vasthield, kunsten zou doen verrichten. Sinds dien tijd kon zij niet meer werken" en was Wegens soldatenmishandeling werd de onder officier Geve van het regiment Gardes du Corps te Potsdam tot een vestingstraf veroordeeld en tot het ondergaan der straf naar de vesting Spaudau over gebracht. Geve had een soldaat uit zijn sectie, toen deze sterk bezweet van den dien6t thuis kwam, een emmer koud water over het hoofd uitgestort, met het gevolg, dat de man bijna geheel doof werd en ongeschikt voor alle diensten naar buis moest worden gezonden. IterlUn, 16 Nov. In den Rijksdag hield de heer v. Hompesch heden zijn interpellatie over het bekend gemaakte vroegere Russiscb-Duitsch verdrag. De Rijkskanselier antwoordde o. a.: De onder- tusschen Rusland en Duitschland in de jaren 1887—'90 zijn indertijd geheim gehouden en het staat niet aan ons alleen om den tjjd, waarop die geheimhouding ophoudt van kracht te zjjn, te bepalen. De Kanselier verklaarde dus niet in staat te zijn om over die onderhandelingen mededoelingen te doen. Ook wat de Duitsche politieke verhoudingen tegenover Rusland sedert 1890 betrof, kon de Kanselier geen inlichtingen geven, in verband met de beloofde geheimhouding. Wel kan verklaard worden, dat er geen ongunstige verandering in onze vorhouding met Rusland is gekomen. Het denkbeeld dat toenmaals of nu Engelscbe of andere buitenlandsche invloeden op onze politiek gewerkt hebben, is geheel onjuist (bravo). Wat do uitwerking van de jongste onthullingen betreft, kan verklaard worden, dat het wantrouwen, dat hier en daar onder de bevolkingen onzer bondgenooten was opgewekt, geheel is verdwenen (bravo) en dat de verhouding met onze bondgenooten, zoowel voor als na de onthullingen van wederzijdsch vertrouwen getuigt; ook heeft onze verhouding met Rusland geen enkel oogenbiik opgehouden een goede vriend- schappeljjke te zijn (algemeene bjjval). Graaf Herbert v. Bismarck woonde de zitting bjj. België. Een groot ongeluk heeft te Carloo onder Uccle plaats gehad. In een schrijnwerkerawerkplaats waren op de eerste étage, die uit hout en steen opgebouwd is, 18 arbeiders bezig, toen plotseling een hevig gekraak gehoord werd. Verschrikt vlogen de werklieden naar de trap, maar vóór dat allen die bereikt hadden stortte het dak met een hevig geraas in. Groote stofwolken verhieven zich en toen het geraas van de vallende voorwerpen eenigszins bedaard was, vernam men de kreten van de werklieden, die onder het vallende puin bedolven waren. Aanstonds werd aan het reddingswerk getogen om de 8 werklieden, die zich niet meer langs de trap hadden knnnen redden, uit hun benarde positie te verlossen. Een aantal menschen waren naar het tooneel van het ongeval toegestroomd en deze werden dadelgk aan het werk gezet, deels om het begin van brand, dat ontstaan was, te blusschen, deels om zoo gauw mogeljjk hulp aan de slacht offers te brengen. Na eenige uren hard werken kon men bij het licht der fakkels de ongelukkige verwonden een voor een te voorschijn brengen. Alle acht slachtoffers zjjn zwaar gewond; de meesten hebben gebroken ledematen en zware hoofdwonden. Eene vrouw te Waterloo, Maria Rose Lacroart, it» op ruim 106-jarigen leeftijd gestorven. Tot vóór vier weken zag men haar nog eiken dag in een leunstoel voor haar venster zitten en tot haar laatsten snik behield zij hare tegenwoordigheid van geest. Nederland. (■rollingen, 17 Nov. In de heden gehouden zitting der Prov. Staten werd tot hoofd-ingenieur van den Provincialen Waterstaat benoemd de heer J. M. W. van Elzelingen, ing. van den Prov. Waterstaat in Zeeland, te Zierikzee, met 34 van de 42 st. Op den heer H. Hendriks, hoofd-opz. ing. van den Prov. Waterstaat in Gelderland, te Arnhem, waren 8 en op den heer A. C. Burgdorffer, lste luit. ing. te Beverwijk, 2 st. uitgebracht. Zlltfen, 17 Nov. Zondagnamiddag ruim 6 unr heeft de kleermaker F. T. van H., wonende aan de Zaadmarkt alhier, zich op de stoep van den schuin tegenover hem wonenden heer mr. S., den hals afgesneden, en kwam door zjjn val tegen de deur terecht, die opensprong, waardoor het lichaam in den gang kwam te liggen. Dr. Sneltjes, ontboden, constateerde den dood, waarna het ljjk naar de woning is vervoerd. Benarde fiaanciëele omstandig heden schijnen v. H. tot het plegen dezer noodlottige daad te hebben gebracht. Haarlem, 16 Nov. Alhier kregen verleden week twee jongelieden van 15- en 16-jarigen leeftjjd twist, en blijkbaar over eene zeer teedere zaak. Tenminste, weldra zond de een den ander zijne secondanten en er werd bepaald, dat het twee gevecht op het lange pistool zou gehouden worden. Op den bepaalden dag en het vastgestelde uur begaven de heeren zich naar de plaats der gerechtig heid, gelegen in een klein omgroeid dal in een weinig bezochte duinstreek. Doodsbleek en mot sidderende band richtten zjj de loopen eerst op hoofd en achtereenvolgens op borst, schouders en armen, om ten slotte, bjj het naderen van het gewichtig oogenbiik, elkaar plotseling den rug toe te keeren en blindelings achter zich uit te schieten. De schoten knalden en de beide kampenden gevoelden zicbzelven reeds doodelijk gewond, toen, tot hunne verbazing, een hevig gelach hen aarzelend naar elkaar deed omzien en zij wederkeerig een wit bepoederd lichaamsdeel ontwaarden. De secon danten hadden meel in de loopen gedaan, en gelukkig waren de kampenden zelf de eersten, die elkaar al lachend de hand reikten, en oordeelden, dat er reeds genoeg »meel" gevloeid had. Aan de eer was voldaan! Amsterdam, 17 Nov. Eenige «eeuwige" Btudenten alhier hebben onlangs eene vereeniging opgericht, genaamd: De oude garde, waarbjj zich alleen studenten kunnen aansluiten, die 10 of meer jaren zich koesteren aan deu boezem van de Alma Mater. De oudste van deze Muzenzonen telt 15 studiejaren, de jongste 10. In de laatstgehouden vergadering van De oude garde werd met algemeene stemmen besloten, een collega, die nu zijn 18e studiejaar is ingegaan, uit te noodigen, lid van de illustre vereeniging te worden. Nadat de secretaris in dien zin een brief aan den Minerva-getrouwen dienaar had verzonden, ontving hjj reeds den volgenden dagdit korte antwoord «Zeer veel eer, maar met zulke jonge broekjes als uw vereeniging telt kan ik niet omgaan l" Reens, die drie maanden gevangenisstraf onder gaan heeft, is gisterenavond door zijne partygenooten in de groote zaal van Plancius te Amsterdam ver welkomd. Nadat de voorzitter hem bjj den terugkeer in de gelederen van bet proletariaat welkom toegeroepen bad, werd het woord gevoerd door Appel, die zich voorstelde als een «boertje uit Zaandam". Hij drong er op aan, de sporen van het gevangenisleven van den ontslagene te wreken op zjjn beul, eindigende met de verklaring, dat zoolang de «nagemaakte majesteiten" niet opgeruimd zjjn, het volk niet tot zjjn recht komt. Nadat Hermans over de «geïmporteerde majesteits schennis" had gesproken, voerde eindelijk Reens zelf het woord om het een en ander uit zjjn gevangenisleven mede to deelen. Nooit zou hg ver geten, dat hjj als een boef, als een moordenaar, als een dief met een anderen gevangene aaneen geboeid naar Alkmaar was gebracht. Hierop volgde een hevige verontwaardiging van het publiek; men siste, floot, riep «oh oh"; men hoorde uitroepen, als: «doodtrappen die klassen justitie" enz. Dit feit had Reens tot de overtuiging gebracht dat politieke gevangenen op dezelfde wjjze behandeld worden als de grootste misdadigers. Over zjjne behandeling in de gevangenis was Reens hoogst tevreden. Hjj was vol lof over den onder- wjjzer, die, ofschoon heftig katholiek, hem het leven bjjzonder veraangenaamd had en hem o. a. een vreemde taal had geleerd. De bjjeenkomst was zeer druk bezocht. 's-Gravcnhage, 17 Nov. {Tweede Kamer). Bij de voortzetting van de algemeene beraadslaging over de Indische Begrooting oordeelde de heer Pjjnacker Hordijk den Indischen financiëelen toestand niet bepaald ongunstig, doch dat desniettemin op verbetering van den toestand het oog dient gehouden. Verhooging van de invoerrechten achtte hjj in- tusschen niet voldoende om thans het tekort te dekken. Hg drong aan op betere ontwikkeling door den Minister van diens fiaanciëele plannen. Hjj is een voorstander van een krachtig streven naar bezuiniging op de uitgaven van Oorlog en Marine, die thans reeds tot 48 millioen zijn gestegen. Wat de toestand in Atjeh betreft, waarschuwde spreker er tegen in Atjeh verder te gaan dan on vermijdelijk noodig is, al erkent hjj de moeielijkheid een grens aan te geven. Hij kan zich dan ook niet vereenigen met het in de memorie van antwoord geschetste stelsel en das ook niet met het gunstig oordeel daaromtrent van den heer Cremer. Dat stelsel eischt niet alleen vermeerdering van bivakken, maar tevens een groote troepenmacht, om te houden, wat wjj verkregen hebben. De Javaan zal belast worden met de Atjehkosten, en aanleg van betere verkeerswegen en bevloeiingswerken znllen achter wege moeten bljjven. Omtrent den afval van Toekoe Oemar is hij het eens met den heer Cremer. Die afval is ook zijns inziens het logisch gevolg van feiten, die gedeeltelijk wel, gedeelteijjk niet konden vermeden worden. Ook spreker wenscht duideljjke uiteenzetting van die feiten door den Minister. De heer Van Gennep ziet den finaneiëelen toestand van Indië voor de toekomst niet zoo ernstig in als de vorige spreker. Hjj vergelijkt deze begrooting met die van 1891, sluitende met een tekort van 20 millioen, en wijst op de vermeerdering van den koffie-aanplant, en op de toeneming van de vrij willige koffie-cultuur. Wat Atjeh aangaat kan hjj zich vereenigen met de hoofdstrekking van 's Ministers advies. Omtrent de redenen van Oemar's afval gaat hg mede met diagnose Cremer. De heer Van Vljjmen was van meening, dat na eenige jaren een geldleening noodig zal bljjken en dat de Indische bevolking niet te zwaar zal worden gedrukt door verhooging van invoerrechten. Hjj dringt aan op krachtige Atjeh-politiek. Zoek den vjjand op, versla bem, zoodanig dat hij zich niet kan herstellen. Geef hem daartoe geen tjjd. Tref bem daartoe in ziju eigendom en geldbuidol door het beheerschen van de kust. Hg stelt de volgende motie voor: «de Kamer, oordeelende, dat tot de duurzame en volkomen onderwerping van Atjeh noodzakeljjk is, niet alleen handhaving van een rationeel militaire stelling in de Atjeh-vallei, maar ook een volkomen beheersching van de kusten door zee- en landmacht en het in handen nemen van alle belastingen der Knst-staten, tegen billjjke schadeloosstelling aan de vorsten, gaat over tot de orde van den dag". Deze motie wordt ondersteund. De heer Knyper juicht de indiening der motie toe, maar betwjjfelt of de Kamer over strategische vragen kan oordeelen en of met het oog op don oorlogstoestand publieke behandeling wenscheljjk is. Spreker betoogt, dat stelselloosheid, de kanker van het Atjeh-beleid, niet wordt voorkomen en op geheven en de Minister weet eigenljjk zelf nog niet welk stelsel kan leiden tot beëindiging van den oorlog. Tot dusver gaat hij niet met het stelsel mede en daarom dringt bjj aan op een vast plan, getuigende van doorzettingsvermogen, dat allo partjjen bevredigt en waarvoor Nederland ook bereid is fiaanciëele offers te brengen in het belang van het koloniaal bezit. De heer Bahlman huldigt 's Ministers maatregelen voor de Katholieke geesteljjken in Indië en dringt aan op krachtige scheepvaartregeling in Atjeh. Hjj vraagt of Toekoe Oemar ontkomen is door den slechten staat der schepen en wjjt het goringo resultaat der blokkade aan het ontzien van Engelscbe gevoeligheden. Bjj de ontwikkeling van de fiaanciëele denk beelden, drong hij aan op winstneming uit de petroleumbronnen en op bezuiniging. De heer Bastert protesteerde tegen de hooge eind cijfers van de begrooting. (Zie telegram). 17 Nov. Door do Prov. Staten van Zuid- Holland is gekozen tot lid der Eerste Kamer de heer mr. C. J. Sickensz, oud-Kamerlid met 56 van de77 stemmen. Op den heer J. P. Hayelaar, directeur-generaal

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1896 | | pagina 1