ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Donderdag 5 November 1896. Directeur-Uitgever J. WAAI JR. Voorkoming van Brand. Keuring der Rijtuigen. Middelen, die niet tot het doel leiden. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. Do prjjs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaalIndië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 53ste JAARGANG. No. 6841. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Ahonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te. zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode" De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zieiukzke herinneren de ingezetenen aan de bepaling van Art. 4 der Verordening tot voorkoming en blussching van Brand in deze gemeente, luidende als volgt: Hot is Torbodcn: a. zonder voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan,- overleg met - en plaatselijke opname door de brandmeesters der wijk, een aanvang te maken met het bouwen, veranderen of herstellen van schoorsteenen. De brandmeesters zijn tot het doen dezer opname en tot het in overleg treden verplicht binnen 2 maal 24 uren, na het ontvangen der schriftelijke kennisgeving; zonder hunne toestemming, binnen acht dagen na de aanvrage te verleenen of te weigeren, tc stoken in een nieuwen, veranderden of herstelden schoorsteen. zierik7.ee, den 3 November 18%. De Burgemeester en Wethouders voornoemd', CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierik7.ee, Gelet op Art. 47 der Algemeene Politie-Verordening voor deze gemeente Hebben goedgevonden te bepalen: dat op Zaterdag: den Öl Novombor e.lt., des namiddags te 3 ure, aan de Balie, eene Iconiüngf zal worden gehouden der verhuurd wordende JR$j- en Voertnigen en Sle<lei». Mitsdien worden alle Rijtuigverhuurders opgeroepen om alsdan al hunne voertuigen op de daarvoor bestemde plaats bijeen te brengen, ten einde de noodige keuring te onder gaan, ter voorkoming van de bij de Algemeene Politie- Verordening bedreigde boete. Zikrik7.ee, den 3 November 1896. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Er zjjn twee voorname gebreken in de wijze, waarop de gemeentebelastingen tot nn toe geregeld zijn. Er bestaat hoegenaamd geen verhouding tusgchen de toenemende waarde der eigendommen als gevolg van gemeentewerkon, en bet deel dat de belang hebbenden in de gemeentelasten dragen; en er is geen middel om hen, die hetzij als eigenaren van rast goed, hetzij als indnstriüelen of handelaren genot hebben van de gemeentewerken, maar elders vorblijf houden, in de gemeentebelastingen aan te slaan. Dit laatste betreft het alom bekende vraagstuk der zoogenaamde forensen", waarvan men in de groote gemeenten, of van de uitwonende eigenaren, waarvan men ten plattenlande, vooral in Friesland, zooveel last heeft. De Eegeering toont zich in de. desbetreffende stukken niet blind voor deze aangelegenheden; alleen wart zij bare beschouwingen erover en hare middelen ertegen dermate dooreen, dat men ze bij de beoordeeling onmogeljjk van elkander kan af scheiden. De middelen, die tot verbetering leiden moeten, zijn: 20 buitengewone opcenten op de grondbelasting; een straatbelasting; wijzigiog der bepalingen omtrent bet verblijf, waardoor het mogelijk wordt hen, die tijdeljjk in eene gemeente verbljjf houden ook al houden zij er geen nachtverblijf, in de plaatselijke belasting aan te slaan. Door dit laatste punt raken wij nog weer aan eene andere moeilijkheid, n.l. den aanslag dergenen, die des zomers buiten en des winters in de stad Het eerste middel treft inderdaad de uitwonende eigenaren: 20 opcenten worden n.l. geheven op de grondbelasting en wie nu iu deu hoofdeljjken om slag aangeslagen is, mag het bedrag dier opcenten aftrekken, en is dat bedrag meer dan zijn aanslag, dan wordt het meerdere hem teruggegeven. Maar nu vragen wjjï waarom is dit middel tot 20 opcenten beperkt? Is het aannemelijk, dat met die 20 opcenten eenigermate rekening gehouden wordt met de draag kracht en met het belang dergenen, die erdoor getroffen worden? Wjj weten het niet en vinden in de stukken niets, wat het zelfs maar waarschijnlijk maakt. Het tweede middel, het straatgeld, iB een zonder ling ding. Het is geboren uit de verlegenheid der gemeentebesturen, om eenig middel te bedenken, waardoor zij aan het steeds meer nijpend geldgebrek eenigermate tegemoet konden komen. Do redeneering, dia er aan ton grondslag ligt, is dezede eigenaars van huizen hebben veel voordeel van de uitgaven der gemeente voor straten, enz.; de huizen liggen aan de straten, laat ons dus een straatgeld heffen. Maar nn wilde het ongeluk, dat men, om een straatgeld te heffen, dat min of meer verband zou houden met de waarde-vormeerdering der perceelen, óf bij de grondbelasting óf bjj een der grondslagen van het personeel moest belanden, en dat was volgens de gemeentewet verboden terrein. Om nu een scbjjn van wettigheid te geven aan de belasting, nam men met do huurwaarde (een grondslag van bet personeel) de gevelbreodte als maatstaf van belasting aan, hoewel die gevelbreedte met de zaak zoowat niemendal te maken heeft. Nu wordt elk verbod om eenigen grondslag van bet personeel te gebruiken voor een nieuwe gemeente belasting opgeheven, ja men wordt aangemoedigd, om zooveel mogelijk het personeel ten behoeve der gemeentebas aan te wenden. Bovendien wordt eene belasting, die in de Memorie eene straatbelasting genoomd wordt, uitdrukkelijk toegestaan, en wordon voor hare beffing de noodige voorschriften gegeven Neen, dat niet. De Ministers zeggen het wel in hunne Memorie, maar doen hot niet iu hun ont werp. Zij geven daarin enkel den gedachtegang aan, dio den belastingwetgever tot zoodanige belasting moet leiden, n.l. eene billjjke vergooding te erlangen voor wat de gemeente ten behoeve der bouwonder nemingen in het algemeen voor bestrating, ver lichting, rioleering enz. beeft uit te geven. Volgens de Memorie beeft de Regeering zich daarbij twee gevallon voorgesteld, die inderdaad ieder op zichzelve wel tot eene bijzondere belasting zouden kunnen leiden. Het eerste geval heeft betrekking op gemeenten, die een of meer aaneengebouwde en dus bestrate en verlichte gedeelten hebben, en daarnevens plattelandsgedoelten, waar bestrating, verlichting enz. ontbreken. Het is niet onbillijk, dat zij, die aldus meer genot hebben, daarvoor afzonderlijk betalendoch nu laat de wjjze, waarop de Eegeering dit punt in baar ontwerp regelt, toe, dat de straat belasting ook geheven worde in groote steden, geheel of bijna geheel aaneengebouwd. En dan zal, naar wij vreezen, de belasting inzonderheid de strekking hebben, om de huurprijzen te doen stijgen, en dit van de goedkoopste woningen het meest. Het tweede geval heeft betrekking op gemeenten, waar nieuwe aanbouw plaats heeft, en waar in die nieuw aangebouwde gedeelten alleen een straat belasting kan worden geheven. Wanneer zulk eene bepaling intijds ware ingevoerd, n.l. toen de reus achtige aanbouw in de groote steden een' aanvang nam, dan had men daarin waarlijk een doeltreffend middel gehad om de gemeente althans iets te doen genieten van de voordeden, die van haar eigen uitgaven de vrucht zijn, en die nn bij duizenden en duizenden in den schoot gevallen zijn van eigenaars, die alzoo slapende rijk werden. Zal er geen zeer gegrond verzet ontstaan, wanneer men hen, die morgen bonwen, wil aanslaan en hen, die gisteren gebouwd hebben, vrijlaat? Want men zal aan deze belasting, te heffen van nog te maken werken, immers geen terugwerkende kracht kunnen toekennen, en baar uitstrekken tot werken, die reeds aangelegd zijn. Of zoo men dit mocht willen, dan zou men moeten boginhen met het begin en in strijd met het doel der belasting alle perceelen aan alle straten aanslaan. Dat alle aanwijzing ont breekt van den grondslag, waarnaar de heffing moet plaats hebben, toonden wij reeds aan. En wanneer wij nu dit gehoele middel overzien, dan zal het misschien wel in staat blijken om eenig geld in de kas te brengen, maar lijkt het ons nog niet zoor geschikt om öf de uitwonende eigenaren bijzonder te treffen, öf alle eigenaren in- en uit wonende te zamen, te doen bijdragen in verhouding tot het belang, dat zij bij de gemeentezorg hebben. Eindelijk is de wijziging in de bepalingen omtrent het vorblijf van dien aard, dat de forensen kunnen worden aangeslagen evenals degenen die 's zomers en 's winters een verschillend verblijf hebben, even wel slechts voor 4 maanden. Waarom slechts voor 4 maanden? Wij vroegen het reeds en vragen bet nog ver geefs; evenals wjj nog vergeefs vragen, hoe men zoowel de forensen als de tijdelijk verbljj venden moet aanslaan. Die vraag heeft to meer beteekenis, nu de Regeering niet alleen de tot dusver geldende bepalingen omtrent den hoofdelrjken omslag wil loslaten, maar niet onduidelijk te kennen geeft, dat zij die liever in eene verteringsbelasting gewijzigd zou zieu. Dan wordt zij een min of meer wel gelijkend evenbeeld van het personeel. Nu is er misschien wat voor te zeggen, om hon, die b.v. ergens eene buitenplaats hebben, voor den tijd, dien zij daar verblijven, aan te slaan, naar don uiterljjken staat, dien zij voeren, want daarop komt eene verteringsbelasting, die geen verbruiksbelasting is, toch eigenlijk neer. Maar boe wil men dat toepassen op forensen? Op menschen, die jaar in, jaar uit, wonen buiten de plaatsen, waar zjj hunne zaken doen, en voor het doen dier zaken te minder uiter- lijken staat zullen voeren, naarmate dit hen hooger in de belasting doet aanslaan Het is niet met ronde woorden in de stukken uitgesproken en wij loopen dus gevaar de plank mis te slaan, maar het komt ons zoo voor, dat de Ministers de lui, die zjj recht streeks tegen de aanvallen van degemeenteiinanciën in bescherming nemen, langs een omweg door den rijksfiscus willen treffen. En dat zij dAarom eiken band, die den gemeentebesturen tot dusver ten aanzien van bet heffen van opcenten op het personeel was aangelegd, hebbon doorgesneden. Dit zal naar twee zijden verkeerd uitkomen. Wat degenen betreft, die 's zomers buiten, of 's winters in de stad tijdeljjk verblijf houden, die zullen, als zjj de voortduring daar va van financiëele overwegingen afhankelijk maken zooals de Ministers veronderstellen even gevoelig zijn, wanneer de Rijks-ontvanger met opcenten op het personeel, als wanneer de gemeente-ontvanger met eon aanslag in de plaatselijke belasting hen aan de tand voelt. Doch vooral zal men bedrogen uitkomen ten aanzien der forensen, die in de plaats, waar zij hun zaken doen, uit den aard der zaak niets anders in gebruik hebben dan een kantoor, een werkplaats, een fabriek, waarvoor in het personeel weinig of niets betaald wordt, en waarvan dus ook do opcenten weinig of niets opbrengen. Beschouwen wij dit onderdeel der zaak in zijn geheel, dan moeten wij tot de gevolgtrekking komen, dat de Regeering wel juist de kwaal heeft waar genomen, waarvan do genezing door de aangegeven middelen is beproefd, maar dat zjj in de keuze dei- middelen ongelukkig is geweost, omdat zjj de vragen, die kierbjj to berde komen, en de oplossing ervan, niet volledig en niet grondig heeft doordacht. Het doel, dat zjj beoogde, was goed, maar de middelen, die zjj tot bereiking ervan aanwendt, dengen niet. Tpansvaal. Naar aanleiding van de ongerustheid, die aan den Rand heerscht over de nieuwe wet op de goud mijnen, heeft President Krüger in een intervieuw verklaard, dat de Regeering welwillend alle aan vragen zal onderzoeken, die haar door industrieelen van don Rand worden toegezonden. Amerika. In het kleine, aan de westelijke grens van Mis souri gelegen station Wyler, van den »Pacific- spoorweg" bestegen dezer dagen twee elegant gckleede heeren den namiddagtrein en namen in den dichtbezetten salonwagen de twee nog beschik baar gebleven plaatsen in. Nadat de conducteur de kaartjes der beide passagiers geknipt en den waggon weder verlaten had, werd in het salon- rjjtuig een gedenkwaardige episode afgespeeld. Tusschen beide heeren ontstond een levendige woordenwisseling, die na weinige minuten, toen de trein reeds in volle vaart was, bet toppunt van heftigheid bereikte. Plotseling sprong een der twistenden op, ging midden in den waggon en riep LaMies and gentlemen! Ik verzoek u voor ons als scheids vechter op te treden, om het pnnt van kwestie, dat ons bezighoudt te beslechten. Mijn vriend hier gelooft, dat zich in dezen waggon minstens tien zilvermannen bevinden, terwijl ik overtuigd ben, dat alle aanwezigen gezworen goudlui zijn. Willen allen, die aan het goud gelooven, zoo beleefd zijn hun rechterarm omhoog te Bteken? Ieder in den waggon aanwezige rechterarm schoot onmiddellijk omhoog, en dat was zeer natuurlijk, want de passagiers behoorden tot een club van New-Yorksche plutocraten, die op reis waren naar San Francisco, en in den verkiezingsstrijd iedere gelegenheid om voor hun republikeinsche gevoelens uit te komen, met vreugde begroetten. Ik dank u, zeide de elegant gekleede heer glimlachend, wees u zoo goed, uw armen een oogenblik omboog te houden. Willen nu allen, die gelooven, dat Mc. Kinley de toekomstige presi dent zal zijn, ook den linkerarm omhoog strekken Onmiddellijk vlogen ook de linkerarmen omboog. Ik "dank u nogmaals I zeide de midden in den waggon staan den heer, om dan, terwijl hij twee groote revolvers uit zijn broekzakken te voorschijn haalde, op geheel anderen toon te vervolgen: Wie zich nu ook maar even verroert, loopt gevaar, een kogel door zijn hersens te krijgen 1 Mijn politieke vriend hier, zal door den waggon gaan, en alles, wat ge aan waarde bij u hebt, incasseeren. Ik zal toezicht houden en alle stoornissen met mijn beide schietijzers weten te voorkomen. Vooruit Jim, schiet op, voordat de conducteur terugkomt. Binnen twee minuten hadden de beide roovers f 10.000 aan geld, bankpapier en juweelen in de wacht gesleept, waarop zij zich met hun buit naar bet achterste platvorm van deu wagen begaven. Zonder zich te bedenken, sprongen zjj hier van den trein. Toen de verblufte reizigers van hun schrik bekwamen en den trein tot stiltand brachten, waren de beide roovers reeds lang in de wildernis ver dwenen. De grootste varkensslachterij ter wereld zal eerslüaags geopend worden to Chicago. Zjj kost l'/2 millioen gulden en biedt plaats voor 220,000 varkens. Zaterdag 11. heeft te New-York de manifestatie ten gunste van den gouden standaard plaats gehad. Deze betooging is in bet gebeele land als een feest beschouwd. Men schat het aantal personen, dat te New-York aan den optocht deelgenomen heeft, op 125000 A 140000. Bijna alle manifestanten waren getooid met de nationale kleuren en gele bloemen in het knoopsgat. Honderd vijf en twintig muziek korpsen spoelden onder toejuichingen der menigte de volksliederen. Er heersehte groote geestdrift, 's Avonds waren de voornaamste huizen en club gebouwen electriscb verlicht. Engeland. In een Londensche omnibus bleef Zondagmiddag een mooi, 20-jarig dienstmeisje plotseling dood. Medisch onderzoek toonde aan, dat zjj haar corset te sterk geregen had. Alweder een slachtoffer van de ij delheid De Catholic Times vermeldt eene bekeering, die veel opzien verwekt in Engeland. De bekeerde is een zeer gezien geestelijke der Anglicaansche kerkdr. David Lloyd ThomaB, laureaat van Oxford en curate te Way the, in Lincolnshire. Met hem zijn tot het Katholicisme overgegaan zijne echtgenoote, zijne twee zoons en vier dochters. Spanje. Van de 181 anarchisten, die te Barcelona na den laatsten aanslag aangehouden werden, zjjn er reeds 77 naar den krijgsraad verwezen. Acht worden beschuldigd de daders te zijn van den dynamiefc- aanslag op 7 Juni 1.1., de overigen worden van medeplichtigheid verdacht. De 80 overige gevangenen zjjn betrokken bjj anarchistische misdaden, waarvan de daders nog niet ontdekt zijn. Stortregens, aan een zondvloed geljjk, hebben in Noordelijk Spanje groote verwoestingen aangericht. Het Ebro-dal staat nagenoeg geheel onder water on bot spoorwegverkeer is gestremd. Italië. Het hof van cassatie te Rome heeft het beroep van de Gebroeders Binger (van wie de eene in Augustus van het vorige jaar te Rotterdam ge- arrestoord werd) verworpen en hun zaak verwezen naar de gewone rechtbank (jury) te Genua. Rusland. De Keizer en de Keizerin zijn met hun dochterken, Grootvorstin Olga, Zaterdagavond weer behouden te Gatschina aangekomen. Daar bevond zich, eenige uren te voren aangekomen, reeds do Keizerin-Moeder, eu nadat men elkander begroet had, werd de reis om 8 uur des avonds voortgezet naar Zarsköselo, waar men den winter zal verblijven. De Ministers waren aan het station, om het Keizerlijk echtpaar te begroeten. Frankrijk. Van het krediet van 1200000 francs, dat 'tatedeljjk bestuur van Parijs voor de Czaar-feesten had toe- gestaan, is 80000 francs ongebruikt gebleven. Ten gevolge der overstroomingen blijft de toestand in Zuid-Frankrjjk zeer ernstig. Een voor stad van Aries is overstroomdin de huizen staat een meter water. Te Avignon heeft men de stads poorten aan den kant der Rhöne-oevers moeten barrikadeeren. Sedert twee dagen kunnen de bakkers hun ovens niet meer aansteken; Lyon is Maandag avond onverlicht gebleven, daar de machines der electrische installatie onder water staan. Kortom, de toestand is zeer zorgwekkend en het Rhönewater stijgt nog steeds. De schade, aan den landbouw toegebracht, is onmeteljjk groot. Duitschland. Eeu 26-jarige schoone vrouw te Berljjn heeft zich door ophanging vaa 't leven beroofd, nadat zij ook baar drie kinderen van vier maanden, vier jaren en zes jaren, op deze wijze had gedood. Onaangenaam heden mot haar minnaar, den vader harer kinderen, die blgkbaar nog een liaison had, moeten oorzaak van dit droevig geval zijn. De ongelukkige vrouw liet een briefje aan baar »lieven Wilhelm" na, waarin zij verklaarde hem het leven niet langer onaangenaam te willen maken; door haar dood en die van de kinderen, kon bij nu vrjj »de andere trouwen". Een invloedrijk staatsman, Crispi waarschijnlijk, moet aan een medewerker van de Secoio XIX ver zekerd hebben dat de bekende Hamburgsche ont hullingen in overleg met keizer Wilhelm zijn gedaan, om aan de opgewonden Franschen een stortbad te geven. Berl|)u, 2 Nov. De Reichsanzeiger is ge machtigd tegenover de uitlatingen van de Hamburger Nachtrichten, in een artikel, getiteld >Een verklaring in den Reichs-Aneeigerte antwoordendat de vraag op welk tjjdstip geheime diplomatieke gebeurtenissen het karakter van Staatsgeheimen verliezen, uitsluitend door de leidende staatslieden, op grond van hun verantwoordelijkheid en van hun bijzondere bekendheid met den politieken toestand, kan worden beslist. Elke afwijking van dit grond beginsel zou in de buitenl. politiek verrassingen en botsingen kunnen teweeg brengen, die voor het Staatsbelang gevaarlijk konden zjjn. Heeft Duitschland onvoorwaardelijk de toezegging gedaan, zoowel het feit als den inhoud van de vóór 1890 met Rusland gevoerde onderhandelingen geheim te houden, dan blijft deze verplichting voor allen, die er mede bekend zijn, ook beden ten dage nog onveranderd voortbestaan. En daarmede vervalt dan ook de mogelijkheid om over don zakeljjken inbond van de bedoelde onderhandelingen in discussie te treden. België. Iemand uit Rotterdam, de heer B., die te Brussel was, raakte daar in een herberg in kennis met eene »dame" eneen>heer", die, toen hij geheel beschonken was, aanboden, hom naar zjjn hotel te brengen. Onderweg bevrijdden ze hem van den inhoud zjjner zakken, welke werd overgegeven aan een derde persoon, die er mee vandoor ging. De manoeuvre werd opgemerkt door een voorbijganger, die de politie waarschuwde, 't Drietal werd in bewaring genomen, en toen de Rotterdammer uit zjjn roes ontwaakte, kon bjj constateeren, dat bij ruim 100 gulden kwijt was. Nederland. Rotterdam., 3 Nov. Naar men verneemt, is door de Nederlanasch-Amerikaanscbe Stoomwaart- Maatschappij (Holland Amerika Lijn) met de firma Harland Wolff te Belfast gecontracteerd voor den bouw van een tweede stoomschip. Zaterdagavond heeft een vrouw in de Warmoe- zierstraat een getrouwd man, die, naar zij meent, met hare 17-jarige dochter verkeering heeft, een zak met peper in de oogen gegooid, toen hg weder in die straat in de nabijheid harer woning kwam. Naar gemeld wordt, heeft ook de heer A. Plate te kennen gegeven bjj de aanstaande ver kiezingen voor de Tweede Kamer niet meer voor een candidatunr in aanmerking te willen komen. Zaterdagmiddag is door een onbekend man, die zich met een handwagen in de Rosestraat te Rotterdam bevond, omstreeks 41/, uur, eeu uit de school komend meisje aangesproken en daarna op zjjn voertuig geplaatst, waarna hij zich met zijn vrachtje verwijderde. Door het huilen van het kind opmerkzaam gemaakt, heeft een heer het meisje uit den wagen getild, dat daarop naar huis ging. De vader van het kind vermoedt, dat hier slechte bedoelingen in bet spel waren, en heeft daarom de politie kennis gegeven, die nu de zaak zal onder zoeken. OoslVllirg, 2 Nov. Onder de ingezetenen van Zeeuwscb-Vlaanderen's westelijk deel circuleert oen adres aan Provinciale Staten van Zeeland, waarin gevraagd wordt een nieuwe boot te brengen in bet stoombootverkeer Breskens—Vlissingen. Het is in den laatsten tijd herbaalde malen voorgekomen, dat de correspondentie met don trein te Vlissingen gemist werd, hetgeen moet worden toegeschreven daaraan, dat de oude booten, welke bij die gelegenheid dienst deden, niet snel genoeg varen om ten allen tijde den afstand Breskens—Vlissingen binnen den bepaalden tijd af te leggen en dus de aansluiting met den trein te Vlissingen te verzekeren. Belang hebbenden in dezon, voornamelijk do ingezetenon van Zeeuwsch-Vlaanderen's westelijk deel, achten het daarom wenschelijk in het belang van personen- èn goederenverkeer eene nieuwe stoomboot in de vaart te brengen. Cioes, 3 Nov. Van de 65 ingeschrevenen voor de nationale militie waren 5 eonige zoons, 18 konden brocderdienst reclameeren, 1 was te klein, terwijl 12 hunner gebreken hebben, of ten minste voorwenden ze te hebben. Een loteling geraakte iu slechter conditie, omdat hem dezer dagen een broertje geboren werd. Dit jonge mensch beeft alle reden om zich over do geboorte van dat broertje te verheugen! I De lotelingen van de buitengemeenten maakten weer bet gewone faeidenscbe lawaai langs de stratnn.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1896 | | pagina 1