ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Donderdag 5 November 1896.
Directeur-Uitgever J. WAAI JR.
Voorkoming van Brand.
Keuring der Rijtuigen.
Middelen, die niet tot het doel leiden.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
Do prjjs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaalIndië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
53ste JAARGANG. No. 6841.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Ahonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te. zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zieiukzke
herinneren de ingezetenen aan de bepaling van Art. 4 der
Verordening tot voorkoming en blussching van Brand in
deze gemeente, luidende als volgt:
Hot is Torbodcn:
a. zonder voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan,- overleg
met - en plaatselijke opname door de brandmeesters der
wijk, een aanvang te maken met het bouwen, veranderen
of herstellen van schoorsteenen. De brandmeesters zijn
tot het doen dezer opname en tot het in overleg treden
verplicht binnen 2 maal 24 uren, na het ontvangen der
schriftelijke kennisgeving;
zonder hunne toestemming, binnen acht dagen na de
aanvrage te verleenen of te weigeren, tc stoken in een
nieuwen, veranderden of herstelden schoorsteen.
zierik7.ee, den 3 November 18%.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd',
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierik7.ee,
Gelet op Art. 47 der Algemeene Politie-Verordening voor
deze gemeente
Hebben goedgevonden te bepalen:
dat op Zaterdag: den Öl Novombor e.lt.,
des namiddags te 3 ure, aan de Balie, eene Iconiüngf
zal worden gehouden der verhuurd wordende JR$j- en
Voertnigen en Sle<lei».
Mitsdien worden alle Rijtuigverhuurders opgeroepen om
alsdan al hunne voertuigen op de daarvoor bestemde plaats
bijeen te brengen, ten einde de noodige keuring te onder
gaan, ter voorkoming van de bij de Algemeene Politie-
Verordening bedreigde boete.
Zikrik7.ee, den 3 November 1896.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Er zjjn twee voorname gebreken in de wijze,
waarop de gemeentebelastingen tot nn toe geregeld
zijn. Er bestaat hoegenaamd geen verhouding tusgchen
de toenemende waarde der eigendommen als gevolg
van gemeentewerkon, en bet deel dat de belang
hebbenden in de gemeentelasten dragen; en er is
geen middel om hen, die hetzij als eigenaren
van rast goed, hetzij als indnstriüelen of handelaren
genot hebben van de gemeentewerken, maar
elders vorblijf houden, in de gemeentebelastingen
aan te slaan.
Dit laatste betreft het alom bekende vraagstuk
der zoogenaamde forensen", waarvan men in de
groote gemeenten, of van de uitwonende eigenaren,
waarvan men ten plattenlande, vooral in Friesland,
zooveel last heeft.
De Eegeering toont zich in de. desbetreffende
stukken niet blind voor deze aangelegenheden;
alleen wart zij bare beschouwingen erover en hare
middelen ertegen dermate dooreen, dat men ze bij
de beoordeeling onmogeljjk van elkander kan af
scheiden.
De middelen, die tot verbetering leiden moeten,
zijn:
20 buitengewone opcenten op de grondbelasting;
een straatbelasting;
wijzigiog der bepalingen omtrent bet verblijf,
waardoor het mogelijk wordt hen, die tijdeljjk in
eene gemeente verbljjf houden ook al houden zij
er geen nachtverblijf, in de plaatselijke belasting
aan te slaan.
Door dit laatste punt raken wij nog weer aan
eene andere moeilijkheid, n.l. den aanslag dergenen,
die des zomers buiten en des winters in de stad
Het eerste middel treft inderdaad de uitwonende
eigenaren: 20 opcenten worden n.l. geheven op de
grondbelasting en wie nu iu deu hoofdeljjken om
slag aangeslagen is, mag het bedrag dier opcenten
aftrekken, en is dat bedrag meer dan zijn aanslag,
dan wordt het meerdere hem teruggegeven. Maar nu
vragen wjjï waarom is dit middel tot 20 opcenten
beperkt? Is het aannemelijk, dat met die 20 opcenten
eenigermate rekening gehouden wordt met de draag
kracht en met het belang dergenen, die erdoor
getroffen worden? Wjj weten het niet en vinden in
de stukken niets, wat het zelfs maar waarschijnlijk
maakt.
Het tweede middel, het straatgeld, iB een zonder
ling ding. Het is geboren uit de verlegenheid der
gemeentebesturen, om eenig middel te bedenken,
waardoor zij aan het steeds meer nijpend geldgebrek
eenigermate tegemoet konden komen. Do redeneering,
dia er aan ton grondslag ligt, is dezede eigenaars
van huizen hebben veel voordeel van de uitgaven
der gemeente voor straten, enz.; de huizen liggen
aan de straten, laat ons dus een straatgeld heffen.
Maar nn wilde het ongeluk, dat men, om een
straatgeld te heffen, dat min of meer verband zou
houden met de waarde-vormeerdering der perceelen,
óf bij de grondbelasting óf bjj een der grondslagen
van het personeel moest belanden, en dat was volgens
de gemeentewet verboden terrein.
Om nu een scbjjn van wettigheid te geven aan
de belasting, nam men met do huurwaarde (een
grondslag van bet personeel) de gevelbreodte als
maatstaf van belasting aan, hoewel die gevelbreedte
met de zaak zoowat niemendal te maken heeft.
Nu wordt elk verbod om eenigen grondslag van
bet personeel te gebruiken voor een nieuwe gemeente
belasting opgeheven, ja men wordt aangemoedigd,
om zooveel mogelijk het personeel ten behoeve der
gemeentebas aan te wenden. Bovendien wordt eene
belasting, die in de Memorie eene straatbelasting
genoomd wordt, uitdrukkelijk toegestaan, en wordon
voor hare beffing de noodige voorschriften gegeven
Neen, dat niet. De Ministers zeggen het wel in
hunne Memorie, maar doen hot niet iu hun ont
werp. Zij geven daarin enkel den gedachtegang aan,
dio den belastingwetgever tot zoodanige belasting
moet leiden, n.l. eene billjjke vergooding te erlangen
voor wat de gemeente ten behoeve der bouwonder
nemingen in het algemeen voor bestrating, ver
lichting, rioleering enz. beeft uit te geven. Volgens
de Memorie beeft de Regeering zich daarbij twee
gevallon voorgesteld, die inderdaad ieder op zichzelve
wel tot eene bijzondere belasting zouden kunnen
leiden.
Het eerste geval heeft betrekking op gemeenten,
die een of meer aaneengebouwde en dus bestrate
en verlichte gedeelten hebben, en daarnevens
plattelandsgedoelten, waar bestrating, verlichting
enz. ontbreken. Het is niet onbillijk, dat zij, die
aldus meer genot hebben, daarvoor afzonderlijk
betalendoch nu laat de wjjze, waarop de Eegeering
dit punt in baar ontwerp regelt, toe, dat de straat
belasting ook geheven worde in groote steden,
geheel of bijna geheel aaneengebouwd. En dan zal,
naar wij vreezen, de belasting inzonderheid de
strekking hebben, om de huurprijzen te doen stijgen,
en dit van de goedkoopste woningen het meest.
Het tweede geval heeft betrekking op gemeenten,
waar nieuwe aanbouw plaats heeft, en waar in die
nieuw aangebouwde gedeelten alleen een straat
belasting kan worden geheven. Wanneer zulk eene
bepaling intijds ware ingevoerd, n.l. toen de reus
achtige aanbouw in de groote steden een' aanvang
nam, dan had men daarin waarlijk een doeltreffend
middel gehad om de gemeente althans iets te doen
genieten van de voordeden, die van haar eigen
uitgaven de vrucht zijn, en die nn bij duizenden
en duizenden in den schoot gevallen zijn van
eigenaars, die alzoo slapende rijk werden. Zal er
geen zeer gegrond verzet ontstaan, wanneer men
hen, die morgen bonwen, wil aanslaan en hen,
die gisteren gebouwd hebben, vrijlaat? Want men
zal aan deze belasting, te heffen van nog te maken
werken, immers geen terugwerkende kracht kunnen
toekennen, en baar uitstrekken tot werken, die
reeds aangelegd zijn. Of zoo men dit mocht willen,
dan zou men moeten boginhen met het begin en
in strijd met het doel der belasting alle perceelen
aan alle straten aanslaan. Dat alle aanwijzing ont
breekt van den grondslag, waarnaar de heffing moet
plaats hebben, toonden wij reeds aan.
En wanneer wij nu dit gehoele middel overzien,
dan zal het misschien wel in staat blijken om eenig
geld in de kas te brengen, maar lijkt het ons nog
niet zoor geschikt om öf de uitwonende eigenaren
bijzonder te treffen, öf alle eigenaren in- en uit
wonende te zamen, te doen bijdragen in verhouding
tot het belang, dat zij bij de gemeentezorg hebben.
Eindelijk is de wijziging in de bepalingen omtrent
het vorblijf van dien aard, dat de forensen kunnen
worden aangeslagen evenals degenen die 's zomers
en 's winters een verschillend verblijf hebben, even
wel slechts voor 4 maanden.
Waarom slechts voor 4 maanden?
Wij vroegen het reeds en vragen bet nog ver
geefs; evenals wjj nog vergeefs vragen, hoe men
zoowel de forensen als de tijdelijk verbljj venden
moet aanslaan. Die vraag heeft to meer beteekenis,
nu de Regeering niet alleen de tot dusver geldende
bepalingen omtrent den hoofdelrjken omslag wil
loslaten, maar niet onduidelijk te kennen geeft, dat
zij die liever in eene verteringsbelasting gewijzigd
zou zieu. Dan wordt zij een min of meer wel
gelijkend evenbeeld van het personeel. Nu is er
misschien wat voor te zeggen, om hon, die b.v.
ergens eene buitenplaats hebben, voor den tijd, dien
zij daar verblijven, aan te slaan, naar don uiterljjken
staat, dien zij voeren, want daarop komt eene
verteringsbelasting, die geen verbruiksbelasting is,
toch eigenlijk neer. Maar boe wil men dat toepassen
op forensen? Op menschen, die jaar in, jaar uit,
wonen buiten de plaatsen, waar zjj hunne zaken
doen, en voor het doen dier zaken te minder uiter-
lijken staat zullen voeren, naarmate dit hen hooger
in de belasting doet aanslaan Het is niet met ronde
woorden in de stukken uitgesproken en wij loopen
dus gevaar de plank mis te slaan, maar het komt
ons zoo voor, dat de Ministers de lui, die zjj recht
streeks tegen de aanvallen van degemeenteiinanciën
in bescherming nemen, langs een omweg door den
rijksfiscus willen treffen. En dat zij dAarom eiken
band, die den gemeentebesturen tot dusver ten
aanzien van bet heffen van opcenten op het personeel
was aangelegd, hebbon doorgesneden.
Dit zal naar twee zijden verkeerd uitkomen.
Wat degenen betreft, die 's zomers buiten, of
's winters in de stad tijdeljjk verblijf houden, die
zullen, als zjj de voortduring daar va van financiëele
overwegingen afhankelijk maken zooals de
Ministers veronderstellen even gevoelig zijn,
wanneer de Rijks-ontvanger met opcenten op het
personeel, als wanneer de gemeente-ontvanger met
eon aanslag in de plaatselijke belasting hen aan de
tand voelt. Doch vooral zal men bedrogen uitkomen
ten aanzien der forensen, die in de plaats, waar zij
hun zaken doen, uit den aard der zaak niets anders
in gebruik hebben dan een kantoor, een werkplaats,
een fabriek, waarvoor in het personeel weinig of
niets betaald wordt, en waarvan dus ook do opcenten
weinig of niets opbrengen.
Beschouwen wij dit onderdeel der zaak in zijn
geheel, dan moeten wij tot de gevolgtrekking komen,
dat de Regeering wel juist de kwaal heeft waar
genomen, waarvan do genezing door de aangegeven
middelen is beproefd, maar dat zjj in de keuze dei-
middelen ongelukkig is geweost, omdat zjj de vragen,
die kierbjj to berde komen, en de oplossing ervan,
niet volledig en niet grondig heeft doordacht.
Het doel, dat zjj beoogde, was goed, maar de
middelen, die zjj tot bereiking ervan aanwendt,
dengen niet.
Tpansvaal.
Naar aanleiding van de ongerustheid, die aan
den Rand heerscht over de nieuwe wet op de goud
mijnen, heeft President Krüger in een intervieuw
verklaard, dat de Regeering welwillend alle aan
vragen zal onderzoeken, die haar door industrieelen
van don Rand worden toegezonden.
Amerika.
In het kleine, aan de westelijke grens van Mis
souri gelegen station Wyler, van den »Pacific-
spoorweg" bestegen dezer dagen twee elegant
gckleede heeren den namiddagtrein en namen in
den dichtbezetten salonwagen de twee nog beschik
baar gebleven plaatsen in. Nadat de conducteur
de kaartjes der beide passagiers geknipt en den
waggon weder verlaten had, werd in het salon-
rjjtuig een gedenkwaardige episode afgespeeld.
Tusschen beide heeren ontstond een levendige
woordenwisseling, die na weinige minuten, toen de
trein reeds in volle vaart was, bet toppunt van
heftigheid bereikte. Plotseling sprong een der
twistenden op, ging midden in den waggon en riep
LaMies and gentlemen! Ik verzoek u voor ons als
scheids vechter op te treden, om het pnnt van
kwestie, dat ons bezighoudt te beslechten. Mijn
vriend hier gelooft, dat zich in dezen waggon
minstens tien zilvermannen bevinden, terwijl ik
overtuigd ben, dat alle aanwezigen gezworen goudlui
zijn. Willen allen, die aan het goud gelooven, zoo
beleefd zijn hun rechterarm omhoog te Bteken?
Ieder in den waggon aanwezige rechterarm schoot
onmiddellijk omhoog, en dat was zeer natuurlijk,
want de passagiers behoorden tot een club van
New-Yorksche plutocraten, die op reis waren naar
San Francisco, en in den verkiezingsstrijd iedere
gelegenheid om voor hun republikeinsche gevoelens
uit te komen, met vreugde begroetten.
Ik dank u, zeide de elegant gekleede heer
glimlachend, wees u zoo goed, uw armen een
oogenblik omboog te houden. Willen nu allen,
die gelooven, dat Mc. Kinley de toekomstige presi
dent zal zijn, ook den linkerarm omhoog strekken
Onmiddellijk vlogen ook de linkerarmen omboog.
Ik "dank u nogmaals I zeide de midden in den
waggon staan den heer, om dan, terwijl hij twee
groote revolvers uit zijn broekzakken te voorschijn
haalde, op geheel anderen toon te vervolgen:
Wie zich nu ook maar even verroert, loopt
gevaar, een kogel door zijn hersens te krijgen 1 Mijn
politieke vriend hier, zal door den waggon gaan,
en alles, wat ge aan waarde bij u hebt, incasseeren.
Ik zal toezicht houden en alle stoornissen met mijn
beide schietijzers weten te voorkomen. Vooruit
Jim, schiet op, voordat de conducteur terugkomt.
Binnen twee minuten hadden de beide roovers
f 10.000 aan geld, bankpapier en juweelen in de
wacht gesleept, waarop zij zich met hun buit naar
bet achterste platvorm van deu wagen begaven.
Zonder zich te bedenken, sprongen zjj hier van den
trein. Toen de verblufte reizigers van hun schrik
bekwamen en den trein tot stiltand brachten, waren
de beide roovers reeds lang in de wildernis ver
dwenen.
De grootste varkensslachterij ter wereld zal
eerslüaags geopend worden to Chicago. Zjj kost
l'/2 millioen gulden en biedt plaats voor 220,000
varkens.
Zaterdag 11. heeft te New-York de manifestatie
ten gunste van den gouden standaard plaats gehad.
Deze betooging is in bet gebeele land als een feest
beschouwd. Men schat het aantal personen, dat te
New-York aan den optocht deelgenomen heeft, op
125000 A 140000. Bijna alle manifestanten waren
getooid met de nationale kleuren en gele bloemen
in het knoopsgat. Honderd vijf en twintig muziek
korpsen spoelden onder toejuichingen der menigte
de volksliederen. Er heersehte groote geestdrift,
's Avonds waren de voornaamste huizen en club
gebouwen electriscb verlicht.
Engeland.
In een Londensche omnibus bleef Zondagmiddag
een mooi, 20-jarig dienstmeisje plotseling dood.
Medisch onderzoek toonde aan, dat zjj haar corset
te sterk geregen had.
Alweder een slachtoffer van de ij delheid
De Catholic Times vermeldt eene bekeering,
die veel opzien verwekt in Engeland. De bekeerde
is een zeer gezien geestelijke der Anglicaansche
kerkdr. David Lloyd ThomaB, laureaat van Oxford
en curate te Way the, in Lincolnshire. Met hem zijn
tot het Katholicisme overgegaan zijne echtgenoote,
zijne twee zoons en vier dochters.
Spanje.
Van de 181 anarchisten, die te Barcelona na den
laatsten aanslag aangehouden werden, zjjn er reeds
77 naar den krijgsraad verwezen. Acht worden
beschuldigd de daders te zijn van den dynamiefc-
aanslag op 7 Juni 1.1., de overigen worden van
medeplichtigheid verdacht. De 80 overige gevangenen
zjjn betrokken bjj anarchistische misdaden, waarvan
de daders nog niet ontdekt zijn.
Stortregens, aan een zondvloed geljjk, hebben
in Noordelijk Spanje groote verwoestingen aangericht.
Het Ebro-dal staat nagenoeg geheel onder water
on bot spoorwegverkeer is gestremd.
Italië.
Het hof van cassatie te Rome heeft het beroep
van de Gebroeders Binger (van wie de eene in
Augustus van het vorige jaar te Rotterdam ge-
arrestoord werd) verworpen en hun zaak verwezen
naar de gewone rechtbank (jury) te Genua.
Rusland.
De Keizer en de Keizerin zijn met hun
dochterken, Grootvorstin Olga, Zaterdagavond weer
behouden te Gatschina aangekomen.
Daar bevond zich, eenige uren te voren aangekomen,
reeds do Keizerin-Moeder, eu nadat men elkander
begroet had, werd de reis om 8 uur des avonds
voortgezet naar Zarsköselo, waar men den winter
zal verblijven.
De Ministers waren aan het station, om het
Keizerlijk echtpaar te begroeten.
Frankrijk.
Van het krediet van 1200000 francs, dat 'tatedeljjk
bestuur van Parijs voor de Czaar-feesten had toe-
gestaan, is 80000 francs ongebruikt gebleven.
Ten gevolge der overstroomingen blijft de
toestand in Zuid-Frankrjjk zeer ernstig. Een voor
stad van Aries is overstroomdin de huizen staat
een meter water. Te Avignon heeft men de stads
poorten aan den kant der Rhöne-oevers moeten
barrikadeeren. Sedert twee dagen kunnen de bakkers
hun ovens niet meer aansteken; Lyon is Maandag
avond onverlicht gebleven, daar de machines der
electrische installatie onder water staan. Kortom,
de toestand is zeer zorgwekkend en het Rhönewater
stijgt nog steeds. De schade, aan den landbouw
toegebracht, is onmeteljjk groot.
Duitschland.
Eeu 26-jarige schoone vrouw te Berljjn heeft zich
door ophanging vaa 't leven beroofd, nadat zij ook
baar drie kinderen van vier maanden, vier jaren
en zes jaren, op deze wijze had gedood. Onaangenaam
heden mot haar minnaar, den vader harer kinderen,
die blgkbaar nog een liaison had, moeten oorzaak
van dit droevig geval zijn. De ongelukkige vrouw
liet een briefje aan baar »lieven Wilhelm" na,
waarin zij verklaarde hem het leven niet langer
onaangenaam te willen maken; door haar dood en
die van de kinderen, kon bij nu vrjj »de andere
trouwen".
Een invloedrijk staatsman, Crispi waarschijnlijk,
moet aan een medewerker van de Secoio XIX ver
zekerd hebben dat de bekende Hamburgsche ont
hullingen in overleg met keizer Wilhelm zijn gedaan,
om aan de opgewonden Franschen een stortbad te
geven.
Berl|)u, 2 Nov. De Reichsanzeiger is ge
machtigd tegenover de uitlatingen van de Hamburger
Nachtrichten, in een artikel, getiteld >Een verklaring
in den Reichs-Aneeigerte antwoordendat de
vraag op welk tjjdstip geheime diplomatieke
gebeurtenissen het karakter van Staatsgeheimen
verliezen, uitsluitend door de leidende staatslieden,
op grond van hun verantwoordelijkheid en van hun
bijzondere bekendheid met den politieken toestand,
kan worden beslist. Elke afwijking van dit grond
beginsel zou in de buitenl. politiek verrassingen en
botsingen kunnen teweeg brengen, die voor het
Staatsbelang gevaarlijk konden zjjn. Heeft Duitschland
onvoorwaardelijk de toezegging gedaan, zoowel het
feit als den inhoud van de vóór 1890 met Rusland
gevoerde onderhandelingen geheim te houden, dan
blijft deze verplichting voor allen, die er mede
bekend zijn, ook beden ten dage nog onveranderd
voortbestaan. En daarmede vervalt dan ook de
mogelijkheid om over don zakeljjken inbond van de
bedoelde onderhandelingen in discussie te treden.
België.
Iemand uit Rotterdam, de heer B., die te
Brussel was, raakte daar in een herberg in kennis
met eene »dame" eneen>heer", die, toen hij geheel
beschonken was, aanboden, hom naar zjjn hotel te
brengen. Onderweg bevrijdden ze hem van den
inhoud zjjner zakken, welke werd overgegeven aan
een derde persoon, die er mee vandoor ging. De
manoeuvre werd opgemerkt door een voorbijganger,
die de politie waarschuwde, 't Drietal werd in
bewaring genomen, en toen de Rotterdammer uit
zjjn roes ontwaakte, kon bjj constateeren, dat bij
ruim 100 gulden kwijt was.
Nederland.
Rotterdam., 3 Nov. Naar men verneemt,
is door de Nederlanasch-Amerikaanscbe Stoomwaart-
Maatschappij (Holland Amerika Lijn) met de firma
Harland Wolff te Belfast gecontracteerd voor
den bouw van een tweede stoomschip.
Zaterdagavond heeft een vrouw in de Warmoe-
zierstraat een getrouwd man, die, naar zij meent,
met hare 17-jarige dochter verkeering heeft, een
zak met peper in de oogen gegooid, toen hg weder
in die straat in de nabijheid harer woning kwam.
Naar gemeld wordt, heeft ook de heer A.
Plate te kennen gegeven bjj de aanstaande ver
kiezingen voor de Tweede Kamer niet meer voor
een candidatunr in aanmerking te willen komen.
Zaterdagmiddag is door een onbekend man,
die zich met een handwagen in de Rosestraat te
Rotterdam bevond, omstreeks 41/, uur, eeu uit de
school komend meisje aangesproken en daarna op
zjjn voertuig geplaatst, waarna hij zich met zijn
vrachtje verwijderde. Door het huilen van het kind
opmerkzaam gemaakt, heeft een heer het meisje
uit den wagen getild, dat daarop naar huis ging.
De vader van het kind vermoedt, dat hier slechte
bedoelingen in bet spel waren, en heeft daarom de
politie kennis gegeven, die nu de zaak zal onder
zoeken.
OoslVllirg, 2 Nov. Onder de ingezetenen van
Zeeuwscb-Vlaanderen's westelijk deel circuleert oen
adres aan Provinciale Staten van Zeeland, waarin
gevraagd wordt een nieuwe boot te brengen in bet
stoombootverkeer Breskens—Vlissingen. Het is in
den laatsten tijd herbaalde malen voorgekomen, dat
de correspondentie met don trein te Vlissingen
gemist werd, hetgeen moet worden toegeschreven
daaraan, dat de oude booten, welke bij die gelegenheid
dienst deden, niet snel genoeg varen om ten allen
tijde den afstand Breskens—Vlissingen binnen den
bepaalden tijd af te leggen en dus de aansluiting
met den trein te Vlissingen te verzekeren. Belang
hebbenden in dezon, voornamelijk do ingezetenon
van Zeeuwsch-Vlaanderen's westelijk deel, achten
het daarom wenschelijk in het belang van personen-
èn goederenverkeer eene nieuwe stoomboot in de
vaart te brengen.
Cioes, 3 Nov. Van de 65 ingeschrevenen
voor de nationale militie waren 5 eonige zoons,
18 konden brocderdienst reclameeren, 1 was te
klein, terwijl 12 hunner gebreken hebben, of ten
minste voorwenden ze te hebben.
Een loteling geraakte iu slechter conditie, omdat
hem dezer dagen een broertje geboren werd. Dit
jonge mensch beeft alle reden om zich over do
geboorte van dat broertje te verheugen!
I De lotelingen van de buitengemeenten maakten
weer bet gewone faeidenscbe lawaai langs de stratnn.