geneesheer raadplegen. Zondag werd de patient
naar het diaconessenhuis te Arnhem vervoerd.
Doch het was te laat; reeds den volgenden dag
stierf hg.
Vrijdag is onder Willemstad een in vergevor
derden staat van ontbinding verkeerend lijk van
een manspersoon opgeviseht. Het vermoeden, dat
dit het lgk zou zijn van FranB Cornelis Hakkers van
Werkendam, werd thans door de familie bevestigd.
Den 27en October was het juist zeven maanden
geleden, dat hg, bij het vergaan van zijn schip
Dankbaarhoid", met vrouw en knecht bij Werken
dam het leven verloor.
Aan H. M. de Koningin-Regentes is volgend
adres verzonden:
Het Hoofdbestuur der Vereeniging voor Vrouwen
kiesrecht", gevestigd te Amsterdam en goedgekeurd
bjj K. B. van 1 Aug. 1894, veroorlooft zich de
vrijheid Uwe Majesteit met gepasten eerbied to
verzoeken, geen wet aanhangig te maken bij de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, speciaal betrek
king hebbende op het huwelijk der Koningin.
Het Hoofdbestuur voornoemd verzoekt U, liever
door een wetsontwerp te willen bevorderen dehor-
zieniug van het Burgerl. Wotboek in dien zin, dat
de Koningin der Nederlanden kan huwen als iedere
andere Nederlandsche vrouw, zonder Hare waardig
heid als mensch en aan Hare zelfstandigheid te
kort te doen.
Indien het Uwe Majesteit mocht behagen een
willig oor te leenon aan dit ons verzoek, dan zou
voorzeker oen dor laatste daden van Uwer Majes-
teits ten einde spoedend Regentschap IJ aanspraak
geven op de groote dankbaarheid der Nederlandsche
vrouw, en tevens de troonsbestijging van Koningin
Wilhelmina oen onvergetelijk feit worden in de
geschiedenis van ons Vaderland.
't Welk doende,
Namens het Hoofdbestuur der >Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht",
A. W. L. Versluys—Poelman, Presidente.
Elise A. Haighton, 1ste Secretaresse.
Wij ontvingen een open brief van oenige
Hollandsche Afrikaners aan hunne broe
ders in Nederland, waarin deze een beroep doen op
het Nederlandsche volk om een onder hunne redactie
staand tijdschrift, getiteld Ons Tijdschriftdoor
inteekoning te steunen.
Wij ontleenen daaraan het volgende uittreksel:
Zooals u bekend zal zijn is Zuid-Afrika een land
met gemengde bevolking. Er wonen vele blankeu
en nog veel meer kleurlingen, en terwijl een belangrijk
deel der blanken Hollandsclx spreekt, wordt door
het andere gedeelte daarentegen uitsluitend Engolsch
gesproken.
Dit toch zjjn de twee hoofdtalen van het land,
maar het aantal dergenen, die Hollandsch spreken,
overtreft verreweg het getal van hen, die hunne
gedachten in de Engelsche taal uitdrukken.
De Afrikaners zijn meestal van Nederlandsche en
Fransche afkomst. Hunne voorvaderen waren een
voudige, zedige, vrome mannén uit de Republiek
der zeven Provinciön, of wel Franschen, bekend
onder den naam van Hugenoten", en behoorende
tot die vluchtelingen, die tengevolge van de opheffing
van het edikt van Nantes hun vaderland verlieten,
met verlies van have en goed, en die toen door
hot gastvrij en eensdenkende Nederland werden
opgenomen en voortgeholpen, en vervolgens met
de Hollandsche kolonisten overstaken naar dezen
zuidhoek van Afrika, en hier hunne tenten opsloegen.
Hier ook werden zg één, die Nederlanders en die
Franschen, één in godsdienst, waardoor zij met hart
en geweten onafscheidelijk verbondon warenéén
in maatschappelijk bedrjjf en nationaal belang en
gezamenlijk streven, één ook in bloedverwantschap,
doordien de zonen en dochteren van beide volken
zich onderling door den band des huweljjks verbonden.
Zoo is ons geslacht ontstaan en aldus vloeit er
gemengd Nederlandsch en Fransch bloed door onze
aderen.
Toch zijn wij veel meer Nederlandsch dan Fransch,
en dit kan ook niet anders, want het land, dat
onze voorzaten kwamen bewonen en bebouwen,
was niet een Fransch, maar een Nederlandsch
gewest, waar Hollandsche zeden en gebruiken
bestonden en de Hollandsche taal de eenige officinale
taal was.
Intusschen is de Kaapkolonie een bezitting
geworden van het Britsche rijk. De toevloed van
Nederlanders naar Zuid-Afrika hield nagenoeg geheel
op, maar daarentegen vermeerderde de immigratie
uit het Vereenigde Koninkrijk en duurt tot heden
toe voort.
Geen wonder dan ook, dat de band tusschen ons
on Nederland steeds losser werd of dreigde te worden
en dat Britsche invloed zich meer en meer in taal,
letterkunde en zeden doet gevoelen. Ja het scheen
zelfs somtijds of het geheel eigenaardig Afrikanerisme
zich zou gaan verliezen en oplossen in de zeo der
Engelsche nationaliteit, en dat dit na twee of drie
geslachten een voldongen feit zou zijn. Het Engelsch
toch wordt op de scholen onderwezen en tevens in
de Wetgevende Vergadering en bjj alle officiëele
lichamen gesproken.
Men vindt Afrikaners, die met dezen toestand
niet ontevreden zijn. Zij meenen, dat iets anders
niet mogelijk en ook niet wenscbelijk is, en dat bet
goed zal zijn als de Afrikaners, althans wat de taal
betreft, Engelsch worden.
Doch anderen, vele anderen, zgn niet van die
meening, en zij maken de meerderheid uit. Zij
rodeneeren aldus: Het verlies van taal beteekent
verlies van nationaliteit; worden wij geheel en al
Engelschsprekend, dan worden wij ook geheel en
al Engolschgezind, Engelsch in denken en handelwijze,
in gezindheid en doen en zouden haast ophoudon
de zonen onzer vaderen te zgn, tevens zouden wg
vervreemd worden van onze broeders der Republieken,
die toch veel langer en wellicht voor altoos Hollandsch
zullen big ven spreken. En dan onze kerk, onze
geliefde Gereformeerde Kerk, hoe zouden wij toch
haren Hollandse hen Bijbel en hare heerlijke psalmen
en gezangen, die onze vaderen hebben gezongen
en waardoor zg getroost en gesterkt zjjn in
bange levensoogenblikken, hoo zouden wij deze
kunnen verruilen voor wat wg noch onze
vaderen bobben gekend? Eindelijk, laat ons niet
vergetenen wij willen het niet vergeten
dat de wortel van ons volksbestaan Nederlandsch
en niet Engelsch is; laat ons van onze Engelsche
medeburgers leeren wat wij kunnen, hunne taal
aanleeren en spreken waar noodig, met hunne letter
kunde, kunst en wetenschap voordeel doen, maar
niet minder vasthouden aan onzo zelfstandigheid
en deze tegenover hen doen gelden waar het noodig
mocht zgn; laat ons vasthouden aan onze taal, do
taal van Willem den Zwjjger on der Synode van
Dordrecht, de taal onzer kerk en van onze heilige
liederen, onze moedertaal.
Met dat doel hebben de schrijvers Ons Tijdschrift
in het leven geroepen. De bedoeling daarvan is, om,
zooals zij willen, meenen en hopen, aan ons volk
datgene te geven wat den leeslust opwekken en
bevredigen zal, interessante leesstof, schoone illus
traties, lichtere en ernstige lectuur, voor ontspanning
en onderwijs.
De hulp, die nu van de broeders in het oude
Nederland gevraagd wordt, is: in te teekenon op
Ons Tijdschrift, dat zonder die hulp wellicht niet
zal kunnen bestaan.
De inhoud bestaat gedeelteljjk uit beschrgvingen
met fraaie illustraties, van inheemsche belangrgke
plaatsen en bgzondore personen, en het overige zal
eveneens voor het grootste gedeelte niet minder
Afrikaansch zijn.
De uitgevers, die zich met geldelijke verantwoor
delijkheid der geheele onderneming belasten en zich
alzoo aan het gevaar van geldverlies blootstellen,
zijn de heeren Jacques Dusseau Co., uitgevers
te Kaapstad èn te Amsterdam Zij zijn de eersten,
die zich in Zuid-Afrika als uitsluitend Hollandsche
boekhandelaren en uitgevers hebben gevestigd.
Hot is in aller belang, zoo eindigen do schrijvers,
en inzonderheid in het belang der goede zaak, die
wij in bovenstaande regelen besproken hebben, dat
zij met ons er in mogen slagen Ons Tijdschrift
te doen worden een rjjkvloeiende bron van volks
veredeling, een steunpilaar te meer voor de instand
houding van Hollandsche taal, zeden en gebruikon
in Zuid-Afrika.
Met de leus der vaderen: «Eendracht maakt
Macht", noemen wg ons, uwe broeders:
A. Moorrofcs, secretaris van de Zuid-AfrikoiWwsAe
vereeniging, afdeeling Kaap-Kolonie.
P. J. G. do Vos, professor in de Godgeleerdheid
en voorzitter van den Taalbond.
M. J. Stucki, hoofd eener school.
W. J. Viljoen, philologisch doctor.
Z. J. de Beer, predikant bij de Nederl. Ger. kerk.
Een der bladen bevat de volgende advertentie
«Een meisje, dat in staat is om 5 k 6 kooien te
melken en tevens bedreven is in het pianospel kan
een goede betrekking krijgen tegen 1 November"
Met behulp der Rdntgensche stralen is in het
academisch ziekenhuis te Groningen een merkwaardige
operatie volbracht. De heer M., dio loed aan een
poliep aan een der inwendige teere organen, werd,
toen de plaats daarvan uauwkeurig bekend was,
daarvan bevrijd, 't Was oen zeer moeielgke operatie.
Tegen de directie der spoorlijn Ter Neuzen
Gent is proces-verbaal opgemaakt, wijl zij sommigen
barer beambten meer uren per dag dienst laat doen
dau de wet toelaat. Bij ondorzoek is gebleken, dat
er één beambte was, die slechts zes uren per etmaal
rust had.
Bij die gelegenheid is tevens gebleken, dat aan
beambten, die geen woord Fransch kennen, een
Fransch reglement wrs gegeven, en nog wel eene
vertaling van het Nederlandsche.
Te Winkel (N.-H.) had onlaDgs een jongen
aan den Russischon Czaar per brief eone verzameling
postzegels gevraagd. Workelijk kwam dezer dagen
een pakket, dat echter als onbestelbaar teruggezonden
werd, wijl hot adres onherkenbaar was. Terstond
werd het teruggevraagd, en Donderdag 1.1. kwam
het aan hot goede adres, namelijk bij C. Maat.
Het pakket bevatte eene keurige verzameling
Russische postzegels.
Te Giesen-Oudkork is een man roods acht
weken in ondertrouw, aangezien hij bij den burger
lijken stand ingeschreven staat alsbehoorende
tot het vrouweljjk geslacht. 1
Preventieve hechtenis.
De geschiedenis van de betreurenswaardige mis
vattingen der justitie bij 't onderzoek van den moord
op den jongen Hoogstede heeft weder eens bij
zonder de aandacht gevestigd op de practgk dei-
preventieve hechtenis bg ons. Leeken en rechts
geleerden zgn het er vrijwel over eens, dat bot een
onhoudbare toestand is, dat personen op min of
meer gegronde vermoedens aan preventieve hechtenis
kunnen worden onderworpen dat ze dus van maand
tot maand van hun vrijheid kunnen worden beroofd,
zonder met een raadsman zelfs te kunnen raad
plegen; dat ze eindelijk in vrijheid kunnen worden
gelaten, omdat er geen termen tot vervolging zgn,
zonder dat eenige vergoeding gegeven wordt voor
het grievend leed hun aangedaan. Reeds wordt
gesproken over een adresbeweging om Regeering en
Kamers te dwingen aan dit onderwerp haar aan
dacht te wijden.
Er zou misschien gelegenheid zijn dit vraagstuk
spoedig ter tafel te brengen. Immers er is aanhangig
een wetsontwerp tot wijziging van verschillende
artikelen van bet wetboek van strafvordering, dat,
zoo wij ons niet vergissen, reeds in de afdoolingen
is onderzocht. Dit behandelt geheel andere onder
werpen, die zeer zeker ook herziening eischen,
voornamelgk huiszoeking en papiorenonderzoek
maar met eenigen goeden wil kan het vraagstuk
der preventieve hechtenis daaraan worden vast
geknoopt. Bg de milde opvatting, die de Tweede
Kamer in den laatsten tijd huldigt ten aanzien der
grenzen van het recht van amendement, is het
mogeljjk deze zaak bij amendement aanhangig te
maken, daar de considerans, de noodzakelijkheid
uitsprekende om eenige artikelen van 't wetboek
van strafvordering te herzien, welke artikoleu men
maar wil Omvademt. Ook is het verband tusschen
waarborgen voor onschendbaarheid van domicilie
en voor brievengehoim en waarborgen voor de per
soonlijke vrijheid zoo ver niet te zoekon.
Maar zoo het al gemakkelijk is de zaak in be
handeling te brengen, de oplossing is zoo eenvoudig
niet. Dezer dagen werden door Mr. Enthoven to
'8-Gravenbnge drie desiderata geformuleerd en
aan het eerste on het derde schonk ook Mr. D.
Simons in het Paleis van Justitie zijn bijval
1°. schadevergoeding aan hem, die in preventieve
hechtenis is geweest en moet worden vrijgelaten;
2°. invoering der vrijlating onder borgtocht bij ver
denking van zekere misdrijven, bepaaldelijk van die
tegen bet vormogen; 3°. vergunning om den bjj-
stand van een raadsman te hebben gedurende de
instructie.
Het laatste komt ook ons voor het allernood
zakelijkste te zijn, en dit punt te regelen zal niet
veel moeilijkheid opleveren. Ook zouden w|j zeel
ten gunste van den tweeden voorslag gestemd zijn,
de invoering der vrijlating tegen borgtocht. Maar
oppervlakkig gezien, schjjnt het noodigste en tevens
het aantrekkelijkste het verleenen van schadever
goeding aan hem, die het slachtoffer is geweest
Wy kunnen ons ook nog herinneren de preventieve
gevangenis-neming en houding van deu Directeur-Uitgever
na dit blad in Mei 1894. (Red. NJnde),
van de vergissing der justitie. En toch rijzen hier
tegen nogal bezwaren. Het spreekt vanzelf, dat het
een groot onderscheid maakt of men wordt vrij
gelaten, omdat gebleken is, dat men volkomen on
schuldig is aan het feit, waarvan men verdacht is,
dan wel omdat er geen voldoende termen zijn
gevonden om voort te procedeeren. Zou in 't eerste
geval een geldelijke schadevergoeding nog maar een
schamele compensatie zgn voor bet aangedane moreele
leed, in het tweede geval zou het wel eens wat bar
kunnen zijn, dat de Staat nog schadevergoeding zou
moeten toekennen aan hem, die er in geslaagd is
de justitie handig om den tuin te loiden. Eu 'tzou
moeilijk zgn een juiste scheidslijn te trekken. De
onthouding van schadevergoeding zou, is het ver
leenen regel, altijd nog eenige smet werpen op den
betrokken persoon, als oen onuitgesproken verdenking.
En is men uit vrees voor onbillijkheid erg faciei
met het verleenen van schadevergoeding, ook al
staat de onschuld van den betrokken persoon niet
muurvast, dau kan men 't gevaar loopen, dat hij,
die al schadeloos is gesteld voor het ondergane leed,
later nog weer eens moet worden ingerekend, omdat
hg ten slotte blijkt toch niet onschuldig te wezen.
Wjj voor ons zien geen kans die moeilijkheden te
overwinnen. Maar misschien zijn or onder onze
deskundige lezers, die raad weten. (Fad.)
li A ill»» O I W
Door de Vereeniging van landbouwers, die suiker
bieten verbouwen, to Goes is een adres aan de
Tweede Kamer verzondon, waarin zij, naar aanleiding
van het wetsontwerp tot vorzekering van don
suiker-accijns in 1897, opmerken, dat, nu de beet
wortelen van de campagne 1896/97 reeds voor een
groot deel zgn geleverd en aanvaard voor den in
de contracten hoogst aangegeven prijs, en weigering
van de nog te leveren bieten tegen dien prijs niet
wel mogolijk is, het bedrag der voor die bieten uit
den accijns te trekken premie voor den landbouw
in het algemeen van weinig direct belang is, zoodat
adressanten het bedoelde wetsontwerp gerust onop
gemerkt zouden kunnen laten voorbijgaan, ware het
niofc dat:
le. de belangrgke verhooging van den sapaan-
slag rechtstreeks zal drukken op do landbouwers,
welke zoogonaarado participatie-contracten hebbon
gesloten en hen naar eene matige raming op een
verlios van f 50.000 zal komen te staan;
2e. do nadeelen, welke de fabrikanten door de
voorgestelde regeling zullen ondervinden en do
bljjvende onzekerheid omtrent eene regeling van de
campagne 1897/98 allicht aanleiding zullen geven
tot grooto omzichtigheid bg het sluiten van contracten
voor die campagne, waardoor de voor de beetwortelen
te geven prijs zal gedrukt worden, iets wat te moei
te vreezen is, omdat de gowono tijd voor het
contracteeron reeds binnen een paar maanden
aanbreekt;
3e. en dit is naar adressante's meoning het voor
naamste, het nu ingediendo ontwerp, hoo onschuldig
wellicht in schijn ook, vooruit loopt op de door de
Kamer te nemen beslissing omtrent eeno definitieve
regeling van den suiker-accijns, door de promie per
100 KG. witte suiker reeds nu feitoljjk tot een
minimum te reduceeren.
Redenen, waarom adressante zich tot de Tweedo
Kamer wendt, met het eerbiedig verzoek, dat het
haar behagen moge den landbouw zoo spoedig
mogelijk uit de thaus heerschondo onzekerheid te
helpen, door over te gaan tot eene spoedigo behandeling
van hot ontwerp tot definitieve regeling van den
suiker-nccjjns, onder inachtneming van het gevraagde
in- het door adressante ondor dagtoekening van 10
Maart 189G aan de Kamer gezondene adres, en
intusschen het thans ingediende ontwerp slechts dan
aan te nemen, wanneer daaruit do bepalingen omtrent
den verhoogden sapaanslag vervallen.
Evenals verleden jaar, hebben ook dit jaar
velo landbouwers in de omstreken van Zevenbergen
en Zevonbergschon Hook hun beetwortelen verkocht
op suikorgelialte, basis 14 pet. Terwijl in 1895
bijna alle landbouwers biermode uitstekende zaken
maakten, aangezien hnn bieten ver boven de 14 pet.
suikergehalte inhielden, is dit jaar deze wijze van
contracteeren voor velen minder voordeelig. Na de
vele regens is het suikergehalte op de meeste velden
teruggegaan, zoodat er landbouwers worden aan
getroffen die bieten leveren van slechts 13 pet.
suikergehalte of even daarboven. Daar onder de
14 pet voor eiken één tienden percent f 0.10 per
1000 kilo wortelen van den gecontracteerden prgs
wordt afgetrokken, is deze wijze van contracteoren
thans voor velen eene groote teleurstelling.
K ll €11 T S li i: IV
De eigenaar van een dames-confectiemagazijn te
Haarlem, die aangeklaagd was in zake overtreding
van do arbeidswet door het in den winkel doen
aanzetten van oon knoop aan een reeds verkochten
mantel is door den kantonrechter aldaar vrij
gesproken.
EEBKlllEUWS,
Ds W. T. van Dijk, predikant der Cbr. Geref.
Gem te Tholen, hoopt Woensdag a.s. gedachtenis
te vieren van zgn 30-jarige ovangelie-bediening.
Sedert 20 Jan. 1884 is hij in zijuo tegenwoordige
gemeente werkzaam.
ltiervlici. Kerkvoogden benoemden Vrijdag
tot President-kerkvoogd den hoer J. L. I. do Bats,
dio daags te voren door notabelen tot kerkvoogd
was gekozen.
Tot secretaris bij het college van korkvoogdon
word benoemd de heer P. Maarleveld.
Op zekeren Zondagmorgen een paar maanden
geleden zou in eene der Zuid-Hollandsche steden
voor de Vrije Gemeonte aldaar optreden een predi
kant, die per spoor van elders komen moest; doch
in plaats van don verwachten voorganger kwam er
een telegram, dat deze met don volgenden trein
hoopte te kuunen komen en dat men de kerkgangers
zoolang maar een beetje bezig houden moest.
Goede raad was duur. Zou meu wachten of niet
Was ook soms een aanwezige predikant bereid de
godsdienstoefening te leiden?
Maar dat kon niet, verklaarde deze, «hij was niet
voorbereid". Eu toen gebeurde er iets, waarvoor
onze grootvaders on grootmoeders geen woorden
genoeg zouden hebben gehad, om er hun afkoer en
misnoegen over uit te drukken; een mede aanwezige
dame, bekend als voorgangster in kleinen kring,
bekend ook als Ijverig lid van de afdeeling Post-
propaganda, van deu Protestantenbond enz., stond
op on bood aan den dionst te leiden, en toen de
predikant mot deu volgenden trein verscheen en
aan do achterzijde van 't gebouw binnenkwam,
hoorde hg eeu frissche vrouwenstem door de ruimto
klinken en mocht hij mee luisteren naar het flinke
woord van mej. Emilie Knappert, die op kalme,
waardige wijze de zelf op zich genomen taak vol
voerde.
O H P E B W IJ s.
Op de voordracht voor onderwjjzeres aan de
gemeente-school no. 7 te Leeuwarden komt voor
mej. A. R. Born te Goes.
I' I» 1 E If J E rv
Bg Kon. besluit is benoemd tot directeur van
het post- en telegraafkantoor te Bruinisse C. J.
Waeyhaert Az., thans commies der telegraphic 3e kl.
KHHSTAIEliyS,
Blijkens achterstaande advertentie noodigt onze
muziekdirocteur, de heer S. Klimmerboom, den lief
hebbers van mannonzang uit, zich aan te gevon als
lid van eene op te richten zangvereeniging.
Als men nagaat dat alhier voor eenige jaren een
zeer bloeiende vereeniging bestond, genaamd «Luctor
et Emorgo", die met voel succes niet alleen in
Ziorikzee, maar ook elders uitvoeringen heoft gegeven,
en waarvan men nog dagel jjks met grooten lof hoort
spreken; als we ons herinneren, hoo recht gezellig
en vriendschappelijk de verhouding der ledon 'was,
en hoe verlangend ze naar elke repetitie uitzagen,
en na afloop noode voor een week afscheid van
elkaar nameD, dan is het niet te verwonderen, of
het getal heeren zal zeer groot zijn, dat zich bg
do thans op te richten vereeniging zal aansluiten.
Nu we uit goede bron vernemen, dat het bestuur
der zangvereeniging «Toonkunst" in hare vergadering
heeft besloten, wegens het geringe aantal leden,
hare repetition voorloopig tot nadere aankondiging
uit te stellen, achten we het een goede gedachte
van onzen muziekdirecteur het initiatief te nemen
tot oprichting van bovenbedoelde mannen-zang-
vereeniging. Ons komt het voor, dat, waar het
vroeger bestaande mannenkoor met zoo'n prettigen
geest kon bestaan en bloeien, er zeker kans bestaat,
nu dito vereeniging to zien geboren worden, en
we twijfelen niet, of velen zullen genegen zijn, om
de poging, die thans door den heer Klimmerboom
wordt gedaan, op voldoende wjjze te steunen.
Ziebikzee. X.
Ingczonilen stukken.
BIERHUIZEN.
In vele gemeonton vindt men inrichtingen, dio onder
bovengenoemden naam bekend zijn. Of 't werkelijk
bierhuizen zijn, huizen, waarin geen storke drank
wordt geschonken, valt zeer te betwijfelen.
Er zijn er gelukkig, waarvan do houder zooveel
eerbied heeft voor do wet, dat door hem geen sterke
drank zal wordon getapt, maar helaasvelen bezitten
niet dien eerbied en tappen, om zoo te zeggen,
brutaalweg sterken drank.
In een pas opgericht bierhuis zaten niet lang
geleden eenigo jongelui zoo te cognaccen, dat zij
dronken de inrichting verlieten. In oen ander bestelt
men eou glaasje «kanthooi", en zekor naar gelang
van den smaak van den stamgast heeft die drank
het voorkomen van jenever, hitter enz.
Zijn dat soms do likeuren zonder alkohol, die op
zeker uithangbord vermeld staan?
Is aan deze en dergelijke onwettige handelingen
geen einde te maken 1
Waar het tappen brutaalweg geschiedt, zeer zeker;
waar het meer in het geheim plaats heeft, valt de
overtreding moeieljjker te constateeren, doch zoo de
politie streng de verdachte bierhuizen nagaat, dan
ook is er wel een einde te maken aan de clandestiene
handelingen van biorhuishouders. Staan deze huizen
onder strenge contróle, dan zal een bezoeker niet
zoo licht daar sterken drank gebruiken, wetende,
dat bij geconstateerde overtreding bij als getuige
voor den rechter zal moeten verschijnen eu dus
door zgn gebruik van sterken drank de straf aan
den overtreder heeft bezorgd.
Iemand, die in een bierhuis sterken drank gebruikt,
toont nog minder eerbied voor de wet te hebben,
dan de tapper van dien drank zelf.
Mogen do houders van «vergunning" niet eischen,
dat het tappen van alkoholiscbe dranken in bier
huizon gestaakt worde?
Zeer zeker; zg toch hebben een niet geringe
belasting te betalen, hun oisch is billijk en recht
vaardig; politie en autoriteiten mogen niets onbe
proefd laton do wetsovertreding tegen te gaan.
Is het onbekendheid van de politie e. a. dat zoo
zelden hier eene overtreding wordt geconstateerd?
'k Geloof het nietieder, die een of meer bierhuizen
in zijn omgeving heeft, weet, afgaande op de be
zoekers en hoe die soms de inrichting verlaten, wel
wat er te koop is.
Sprak Mr. Bolle onlangs in do vergadering van
«Schouwen" niet van de bierhuizen, alsof ieder
weet wat dat meestal zijn?
Sprak de heer van Truyen, lid der Tweede Kamer,
dezer dagen in het Vcnloosch Weekblad niet, dat de
meeste bierhuizen gewone drankhuizen zgn?
En hoor wat de afdeelingen der Tweede Kamer
bij de behandeling der begrooting van justitie,
volgens het verslag in do N. R. Ct. lieten hooron:
«Verscheidene leden wenschten strengere hand
having tegen den clandestienon verkoop".
«In eene afdeeling werd in overweging gegeven,
ook voor den verkoop van andere dranken dan
sterken drank een debietrecht in te voeren".
Komt bet tot dit laatste, dan hebben de wet-
ovortredende bierhuishouders dit zich zeiven te wjjten.
Moge bovenstaande er toe bgdragen, dat het
toezicht op do bierhuizen scherper worde; eenige
verbaliseoringen zullen haar effect niet missen.
Uil den Lande van Schouwen, 1 Nov. 1896.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mg naar aanleiding van hot antwoord
van den correspondent dor Goesche Crtdat in het
nummer van Zaterdag voorkwam, s. v. p. in uw
blad nog een kleine plaatsruimte. Het maakt bjj
mij oon groot onderscheid of men bij een verslag b. v.
gewag maakt van een opperman, die voor een
zeker gebouw goede specie niaakt, of van iemand
die als schilder niet alleen zorg draagt voor uit
stekende uitvoering voor geld, doch ook voor de
eer, en m. i. komt de heor J. Kramer die eer (wat
do schildering onzer kerk betreft) ten volle toe,
waarom ik ook niet aarzelde daarvan molding te
maken toen ik zag dat het paard dat den haver
verdiende die niet kreeg. Zonder nu bepaald dit
geval op het oog te hebben, is het mg meer voor
gekomen dat bij aanneming van een of ander werk
den aannemer daarvan allo lof werd toegezwaaid,
terwjjl die man zelf niet het minste idéé had van