zmtikzirsriu nieuwsbode. Dinsdag 13 October 189$. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De pr|j8 per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 4,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz, verzending eens per week, f 10,per jaar. 53ste JAARGANG. No. 6831. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 rogels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnement#- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de „Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode" Kostelooze Koepokinenting en Herinenting op Woensdag den 14 October e.k., des namiddags te half twee uur, in het gebouw voor lijders aan besmettelijke ziekten, staande in de Sint-Antonie- of Manbuisstvaat, wijk C No. 80. Personeel en Rijwielen. Alvorens nader op de regeling der gemeente- financiën in te gaan, hebben wij ons bezig to houden mot een drietal andero ontworpen van den Minister van Financiën, wien men werkzaamheid niet ontzeggen kan, ontwerpen, die waarschijnlijk veeleer tot afdoening zullen komen dan dat betref fende de gemeente-financiëndat met al zijn strijd vragen en verschilpunten wel niet zoo heel vlot van Btapel zal loopen. Personeel en rjjwielen hoe komen die twee bjj elkaar, zal men vragen? Ja, het is zeker niet ten pleiziere van de wielrjjders, dat de Tweede Kamer tusschen die twee zaken een vroeger niet bestaand verband heeft gelegd. En als de Minister van Financiën dat verband nu weer losmaakt, doet hg dit zeker niet op de door de wielrijders ge- wenschte wjjze. Bij de behandeling van het Personeel dan heeft men gevolg gegeven aan veler verlangen, om de rijwielen tot een voorwerp van belasting te maken men heeft ze als een »grondslag" in het Personeel opgenomen. Dat was gauw genoeg gebeurd; maar de wjjze, -waarop het geschiedde, was niet zeer doelmatig, en, nu de Minister er zich toe zette om aan dat als het ware schetsmatig aangegeven denk beeld vasten vorm te geven, stuitte hij op allerlei bezwaren, die hem deden besluiten het rgwiel als grondslag van het Personeel over boord te werpen en er een afzonderlijke belasting van te maken. Doch, de grondslag is eenmaal in het Personeel opgenomen en moet er dus weer uit. En daar de Minister zijn Personeel met 1 Januari a.s. wil invoeren, moest hij wel tegelijk met het voorstel daartoe, een ontwerp indienen om de aangenomen wet in den aangegeven zin te wijzigen en tegelijk een nieuwe wet ter belasting van het rgwiel aan bieden. En daar hg beloofd had te voorzien in de bezwaren, die voor de gemeenten in den beginne zouden voortvloeien uit de invoering van het nieuwe Personeel, moest dit ontwerp nu ook komen. Ziedaar, waarom die drie ontwerpen, zoowat als één gerecht op de parlementaire spijslijst staan genoteerd Over twee ervan zullen we niet veel zeggen. Dat de Minister de iu voering van het Personeel op, 1 Januari a.s. voorstelt, ligt in den aard der zaak. Wjj kunnen geen enkele reden bedenken, waarom hij het niet zou gedaan hebben. De reden waarom men destijds de invoering uitstelde, stond in ver band met de kieswet en met de wijziging der gemeente-financiën. De kieswet is aangenomen en de regeling der gemeente-financiën is voorgesteld. Nog wel niet behandeld, maar men kan nu toch het verband, dat de Minister zich gedacht heeft, behoorlijk overzien, en zoo ziet men ook dat het nieuwe Personeel in werking moet zijn, alvorens de door den Minister voorgedragen regeling der gemeente-financiën in werking kan treden, en dat dus uitstel van het eene al heel licht ook weer vertraging voor het andere zou kunnen te weeg brengen. Als nu echter met 1 Januari a.s. de wet wordt ingevoerd, dan zal het nog wel een maand of wat duren, eer de kohieren zijn opgemaakt en de gemeentebesturen dué weten, hoeveel de hoofdsom der nieuwe belasting in hunne gemeenten bedraagt. Dat bedrag moeten zij evenwel kennen, om te kunnen uitmaken hoeveel opcenten zij van het nieuwe Personeel heffen moeten, om evenveel te krjjgen als bjj hun tegenwoordige opcenten voor het oude. Stel, dat in eene gemeente de opbrengst van het oude Personeel in hoofdsom is f 1000 en door de nieuwe regeling daalt tot f 800. Als zij nu van het oude Personeel 40 opcenten heft, brengt haar dat f 400 open wil zij van het nieuwe Personeel hetzelfde hebben, dan moet zij 50 opcenten heffen. Zoodra dus de opbrengst van het nieuwe Personeel bekend is, kan die zaak best in orde komenmaar vóór 1897 weet men dat nog niet en, als men het verneemt, kan men ook nog niet zoo dadelijk de bestaande verordening wjjzigen. Daarom zegt de Minister: hef voor dat jaar nog maar 40 opcenten. Dan ontvangt ge maar 320 in plaats van f 400, maar die f 80 die u ontbreken, zal ik er uit 's Rijks schatkist wel bij leggen. Dat is met verandering der cijfers natuurlijk voor iedere gemeente in 't bijzonder de strekking van 's Ministers tweede voorstel, tot welks aanneming na deze uiteenzetting wel niet voel aanbeveling zal noodig geacht worden. Met de rjjwielbelastiDg is hot anders. Wg zullen ons nu maar niet verdiepen in de vraag, waarom men een rijwiel een geschikt voorwerp vindt om er eene belasting op te leggen. De omstandigheid, dat de Minister, die geen kans ziet, het in het Personeel te passon, nu voor de afzonderlijke belasting de leer verkondigt: men betaalt >voor hot komen met een wiel op den openbaren weg", ia bewijs genoeg dat er geen eigenlijke grond voor te vindon is, want waarom men met een wiel wel en anders niet op den openbaren weg belastingschuldig wordt, zal wel niemand oplossen. Maar, daar nu eenmaal tot het belasten besloten is, zien wij er ook geen heil in, er tegen te gaan redeneoren. Doch dat is nu ook weer geen reden om het ding zoo uit de hoogte te behandelen, als de Minister dat doet. Heeft hij voor de berekening van de uitkeering aan de gemeonten een methode uitgevonden, die aan ingewikkeldheid niets te wenschen overlaat, hier overdrijft hg den eenvoud. Zijn stelsel bomt toch hierop neer: ieder die met een rgwiel op den weg komt, 't zjj hg er op zit, er naast loope, of er mee stil sta moet gedekt zjjn door een kaart, die hij voor f 3 bekomen kan. Als dat nu streng doorgevoerd ware, zou dit het toezicht zeer vergemakkelijken. Maar dat is zoo niet; behalve militairen en politie-agenten, zijn ook anderen, die >in dienst rijden" en kinderen beneden 12 jaren vrij van het hebben van een kaart, en de beambten, met het toezicht bela6t, zijn dus verplicht, als iemand geen kaart vertoonen kan, te onderzoeken of hij wel tot vertooning ervan verplicht is. Die moeilijkheid is gemakkelijk weg te nemen door de aldus vrijgestelden, evenals bedienden van winkeliers en werklieden die 3 kilometers of meer afstand hebben af te leggen van hun woning naar hun werk, en die de kaart kosteloos kunnen bekomen, te verplichten een kaart te vertoonen, inhoudende dat en waarom zij vrij zijn. Die werklieden met hun kostelooze kaarten, ver storen, evenals degenen die na 80 Juni een kaart aanvragen, den eenvoud voor de administratie. Ook deze wordt dus reeds verplicht onderscheidingen te maken en er is dus hoegenaamd geen reden, waarom men in deze niet nog een stapje verder zal gaan, door niet alleen hen voor wie het wielrjjden een pure liefhebberij is, wat meer te laten betalen, en zoo het beginsel van belasting naar draagkracht althans eenigszins tot zjjn recht te doen komen, maar vooral door aan het beginsel dat aan de werkmanskaarten ten grondslag ligt een ruimere toepassing te geven. Wij loopen niet hard weg met de wielersport in haar overdreven uitingen. Maar dit maakt ons niet blind voor eene andere zijde van de zaak. Wij zien in het rgwiel een middel van verkeer dat door zijn snelheid, door gemak in het gebruik, door zijn betrekkelijke goedkoopte, geheel past voor de be hoefte van onzen tijd. Nu nog is het woord aan de weelde en de sport. De wielen moeten mooi zijn en een razende snelheid mogelijk maken. Voor die eischen hebben de fabrikanten nu alleen nog oog en oor. Doch wanneer hun aandacht valt op de eischen van het gewoon verkeer voor het praktische leven, dan zullen er, naar wij verwachten, wielen gemaakt worden, die, voldoende aan deze eischen, door hun prijs meer in veler bereik komen. En dan kunnen zij van veel nut zijn voor menschen, die uit kleine plaatsen de naburige groote stad moeten bezoeken; voor hen, die ter uitoefening hunner zaken, groote afstanden moeten afleggen; voor kinderen, die uit kleine plaatsen de in grootere gevestigde onderwijsinrichtingen moeten bezoeken voor neringdoenden en n ij veren, wier arbeidsveld zich over een groot gebied uitstrektvoor opzichters, boden; kortom voor een aantal personen, die hot wiel alles behalve voor hun genoegen en zeker niet voor hun genoegen alléén houden. Het is moeilijk te voorspellen tot welke ontwikkeling het gebruik van het rgwiel komen kan, als de rijwielngverheid zich er op gaat toeleggen, om in de behoefte aan snelle en gemakkelijke verplaatsing, die een kenmerk is van onzen tijd, te voorzien. En dan zullen er onder degenen, die daarvan gebruik maken, velen zijn, voor wie een driegulden weinig om het lijf heeft, maar veel moer voor wie dit een heele schat is, die zij moeieljjk kunnen missen en voor wie óf kosteloos, óf voor minder prijs kaarten dienen te worden beschikbaar gesteld. Behalve deze bedenking is er nog eene, wel van minder beteekenis, maar niet zonder waarde. Men kan slechts kaarten bekomen voor een jaar, of voor het laatste halfjaar. Waarom ook niet voor kortere termijnen? Desnoods dan tegen iets hooger tarief? Dit is noodig al ware het alleen terwille van vreemdelingen, die hier uitstapjes komen maken. Wij kunnen ons echter ook gevallen denken, waarin dit voor landgonooten van veel gerief zou zijn, terwijl het aan de opbrengst zeker geen schade zou doen en voor de controle geenerlei moeilijkheid zou opleveren. Amerika. Een Amerikaansch luchtreiziger, Anderson ge naamd, is bij eene opstijging te Paola, in Texas, om het leven gekomen. Toen hij ter hoogte van 1500 meter met een valscherm zoujneerdalen, brak een touw, waarlangs hij uit het schuitje was gegleden, om een kanon af te schieten. Hij viel en werd natuurljjk verpletterd. Spanje. In April 1891 vertrok van Carthagena, in Spanje, het te Sunderland thuis belioorendo stoomschip »Skyro" naar Londen, met eene kostbare lading, op eene waarde van ongeveer 30.000 pond sterling geschat. De lading bestond uit zilver, lood en fruit in de kajuit lag voor een waarde van 9000 pond aan zilverbaren geborgen. Dit schip had een voor spoedige reis tot bij Kaap Finisterre, toen hot in mistig weder op het Meixiddo-rif stootte, waar het overheen gleed om aan de andero zijde binnen 20 minuten in diep water te zinken, op 2 mijlen van de kust. Alle opvarenden werden gered. De reederij, die wel gaarne nog iets van de kostbare lading zag terecht komen, liet nog in het zelfde jaar daartoe moeite doen, doch te vergeefs. Sedert bleven schip en lading onaangeroerd tot ver leden jaar, toen wederom vruchtelooze pogingen werden in het werk gesteld, die men in September, toen het wéér slecht begon te worden, moest staken. In dit jaar zijn dezelfde proeven met krachtiger toestellen herhaald en thans met welslagen bekroond, want reeds werden 37 baren zilver naar boven gebracht en in de bank van Corunna in bewaring gegeven, tot do onderneming voltooid zal zjjn. Om de overige 51 baren te krijgen, wil men het dek van het schip doen springen, en de duiker maakt daarvoor toebereidselen, doch eene nog onbekende oorzaak heeft verhinderd, het geplaatste dynamiet te doen ontploffen. Sinds 18 Juli bezocht de duiker het schip 27 maal, plaatste boeien, ter aanduiding der juiste ligging van het wrak, en haalde daarna de gevonden 37 baren op. De drukking van lucht en water op den duiker is 73 pond per viorkanten duim. Zijn werk is daardoor zeer af mattend en niet weinig gevaarlijk, want de plaats der schipbreuk is een bjjzonder woeste en bloot gestelde plek, 9 mijlen ten zuiden van Kaap Finisterre, en er loopen sterke stroomen. Bovendien heeft de duiker het kajuitslicht moeten wegbreken, om in de kajuit te kunnen afdalen, terwijl het dek tot kort bij de plaats, waar het zilver is geborgen, ingevallen is. Over nog drie weken hoopt men alle waarde uit den in 28 vadem of 168 voet diepte gezonken bodem geborgen te hebben. Het werk wordt verricht door Spanjaarden ondor •h1 leiding vau jlrie Engelsehen en de duiker is een Spanjaard van reusachtigen bouw en een toonbeeld van gezondheid en kracht. Oostenrijk. Te Dornbach overleed onlangs de gewezen Hollandsche scheepskapitein Dierksen (of Dirksen), die jarenlang van de wereld afgezonderd in een klein huis had gewoond. Men vond slechts f 12 contanten in zijn woning, waarom de begrafenis kosten door een liefdadige Vereeniging werden betaald. Later, toen de erfgenamen, een broer uit Holland en een neef uit Duitschland, waren opge spoord, werd het huis onderzocht en ontdekte men in verborgen hoeken een spaarbankboekje, waarop voor 1000 florjjnen was ingeschreven, en de bewijzen, dat hij bij een Hollandsche Bank f 60,000 had gedeponeerd, 't Huis, dat zjjn eigendom was, werd verkocht voor f 8000. Engeland. Het Engelsche stoomschip »Glenartney", dat on langs aan de Egyptische kust averij kreeg en ter reparatie naar Londen werd gebracht, had onder de lading ook een groote kist, waarin de doodkist van Li-Hung-Chang geborgen was. Een en ander is voor 250,000 francs verzekert. De kist moet naar Yokohama gezonden worden; Li-Hung-Chang schijnt 't op den duur lastig gevonden te hebben ze overal mee te voeren. In den nacht van Woensdag op Donderdag heeft op de West- en Zuidkust van Engeland een buitengewoon hevige storm gewoed. Verscheiden vaartuigen zijn vergaan en vele menschenlevens gingen daarbij verloren. Bij Huil kwamen twee schepen met elkaar in botsing en tien opvarenden van een van beide verdronken. Bij Holyhead zonk een schoener, en slechts één man werd gered. In het Kanaal moet de deining zoo groot zjjn geweest als niet in jaren te voren. LoiltleiK, 10 Oct. De Daily News heeft uit Konstantinopel vreeslijke bjjzonderheden gehoord 'ïan de slachting, (te?) onder de Armeniërs aange richt. In één wjjk alleen werden 600 huizen verwoest. De Koerden spaarden echter 200 huizen van Grieksche Christenen. Na drie dagen geplunderd en gemoord te hebben, dwong de Turksche overheid den bisschop naar Konstantinopel te seinen, dat de Armeniërs de woelingen veroorzaakt hadden en de Turken tot verdediging van zich zelf tegen de oproerlingen gedwongen waren; de niet-oproerige ArmeniërB zouden met het Turksche bewind zeer tevreden zijn. Frankrijk. De reis van den Czaar. De Czaar is tevreden, ja, de Czaar is verrukt, aldus luidt de veelzeggende aanhef van het zeer uitvoerig telegram van de Köln. Ztg. Indien de Duitsche bladen dergelijke uitingen bevatten, dan is wel geen twijfel aan het schitterend slagen der Fransche feesten mogeljjk. Geheel volgens het programma was de intieme ontvangst in de Academie Framjaise. Hier maakten HH. MM. kennis met de »onsterfeljjken", waarvan de oudste de souvereinen begroette. Francis Coppée las een gedicht voor, de graaf d' Haussonville zjjn geschrift over: 4Üe waarheid over het bezoek van Peter den Groote te Parjjs", waarna de bezoekers eenigen tijd genoten van den reuzenarbeid der academistende samenstelling van het woordenboek, waarmede men het nog niet verder dan de letter A heeft gebracht. Het bezoek aan het prachtig versierde stadhuis had een veel luisterrijker karakter. Uit de vensters van het gebouw, dat ten half zes werd verlaten, genoten de gasten van de schitterende illuminatie. Ten half acht intiem diner in de Russische ambassade, zonder toosten. Als curiosum omtrent dit diner nog ditDe be diening bestond uit: 80 bedienden, 8 »maitres d' hótel", 3 keldermeesters, 2 personen voor het opmaken van het fruit en het dessert, 4 personen voor het zilver, 9 lakeien, 6 »hommes de peine", 2 »fourriers d' office", 12 linnenmeisjes, 1 suisse voor de vestibule en 40 mannen en vrouwen voor de keuken. Het zal dus wel niet aan bediening ontbroken hebben. Ten ongeveer 10 uur bezochten de souvereinen de »Comédie Framjaise". Eenvoudig maar rjjk was ook daar de versiering. In tegenstelling met de voorstelling in de Opera, gaf de Czaar thans bjj het einde van het stuk het teeken tot applaus, dat door het publiek met geest drift werd overgenomen. Na de voorstelling begaven de artisten zich op verzoek der Keizerin naar het kleine salon der Keizerlijke logo de Keizer richtte eonige vriendeljjke woorden tot hen en sprak o.a. tot den heer Worms: »Het is de eerste maal dat ik in Frankrjjk kom, maar ik hoop niet dat het de laatste maal zal zjjn". Op het programma van Donderdag stond op de eerste plaats een bezoek aan 't Louvre, en na het dejeuner een tocht naar Versailles, met een opont houd in do »Porcelainnës de Sèvres". Bij den tocht erheen werd opgemerkt hoe de Czaar zich allengs op zjjn gemak begon te gevoelen in het geestdriftige Parijs, dat hem thans nog luider toejuichte dan do vorige dagen. De strakke trek op zijn gelaat verdween van tijd tot tijd, om plaats te maken voor een glimlach, als hij met de hand aan zjjn astrakan-muts de menigte bedankte. Te Sèvres werd aan de kunststukken de ver schuldigde aandacht gewjjd. In het museum, op de eerste verdieping, waren op een tafel Louis XV geplaatst de prachtige voorwerpen, die de President den Keizer als geschenk heeft aangeboden: thee servies, koffie-servies, bonbonnières, juweelen-kistjes enz. Na een kort woord van dank aan den adminis trateur, vertrok de Keizer naar Versailles, waar alles op de been was om de hooge personages te ontvangen. Bjj prachtig weer kwam het Keizerlijk paar, ver gezeld van President Faure, om half vjjf in een open, k la Daumont bespannen rjjtuig, aan bet paleis te Versailles aan. De monigte juichte. Zjj bezochteu het Trianon, maakten daarna een toer door de tuinen, bezichtigden de groote waterwerken en keerden in het paleis Louis XIV terug, waar zij zich op het balkon van de Galerie des Glacés vertoonden. De genoodigden, die in de tuinen waren toegelaten, juichten hen levendig toe. De Keizer, de Keizerin en President Fauro waren zicht baar zeer vermoeid, maar overigens welvarend. Ten zeven uur werd in de Galerie des Batailles gedineerd; ten negen uur werd een voorstelling in de Salie d' Herculo gegeven, waarin o.a. Sarah Bernard en Coquelin optraden; om elf uur was het vertrek per trein naar Chalons bepaald, waar Vrjjdag de groote wapenschouwing plaats had. De trein van Faure, met de ministers, de presidenten der Kamers en het gevolg, vertrok een kwartier later dan die van den Czaar. Het laatste nummer van het feestprogramma is niet het minste geweest. De revue te Chalons moet een eenig schouwspel zijn geweest, zoowel door de reusachtige troepenmassa, welke daar bjjeou was, als door de inspanning der troepen, die het beste hebben geleverd wat zij leveren konden. 67,756 manschappenaangevoerd door 3070 officieren, 18,669 paarden, 1060 voertuigen en 1 ballon captif, waren op het reusachtige manoouvre- veld bjjeen, om den Keizerlijken gast hulde te brengen en zjjn vertrouwen in het Fransche leger te versterken. Reeds het aanrukken der troepen en het opstellen op het bijna onmeteljjke terrein, leverde een onver getelijk schouwspel. Maar toen alles gereed was, toen de divisies geschaard stonden, toen was het schouwspel de aandacht van den aanvoerder van het machtigste leger der aarde waard. De Czaar was te paard en reed meest naast het met acht paarden bespannen rijtuigwaarin de Keizerin en Faure hadden plaats genomen. Zoo reed men langs de gelederen, omringd door een schitterenden stoet, waarin vooral de Shoiks het meest de aandacht trókken, terwjjl ook nu den Afrikaanschen ruiters de eerste plaats was aange wezen, en hun was opgedragen den stoet tot eere- geleide te strekken. Bijna een uur duurde de rit langs do gelederen, waarna de hooge bezoekers op de officieele tribune plaats namen, om getuige te zjjn van het grootsche défilé. Dit had divisies-gewijze plaats, in een marsch- orde, welke hier te lande uit den aard der zaak geheel onbekend is. Voorop de tamboers en hoorn blazers van alle tot de divisie behoorende bataljons, daarna de muziekkorpsen der regimenten, alle tot één massa vereenigd. Dan de aanvoerder der divisie met zjjn staf, de 4 kolonels der regimenten op één rij, en achter hen de bataljons-commandanten en andere bjj de regimenten ingedeelde bereden officieren. Eindelijk de vaandels en dan de 4 regimenten tot een groot geheel vereenigd achter elk dor zeven divisies, de daarbij ingedeelde batterijen veldartillerie. Maar meer nog dan de 26 linieregimenten, werd de aandacht getrokken door de bjjzondere korpsen, »ter opluistering" naar Chftlons geroepende Zouaveu, de Turco's, de Alpenjagers, de Afrikaansche tiral- leurs, in een oogwenk de lievelingen van het publiek, dat niet karig was in het uiten van zijn bewondering en trots. Want het marcheeren moet in een bjj de Franschen zeldzamen regelmaat hebben plaats gehad. Het défilé der infanterie werd besloten door de militaire wielrjjders en door de marine-soldaten. Toen kwam de afdeeling luchtscheepvaart, den ballon aan een tros van 800 meter medevoerende, en daar achter alle zelfstandige regimenten artillerie, zoowel de veld- als de rjjdende. Ook deze bewaarden op voorbeeldige wjjze het gelid en daideljjk werd het opgemerkt, dat de belangstelling van den Czaar was gewekt. Op de artillerie volgde de cavalerie, verdeeld in 4 divisies, ieder gevolgd door de bjj haar behoorende batterijen. In galop snelden zjj voorbjjde kurassiers, de dragonders, de jagers en de huzaren, te zamen 18 regimenten en 8 batterijen. En toen de tribune gepasseerd was, zwenkten de meer dan 10.000 ruiters, om het schouwspel te doen eindigen met de beroemde »charge finale". Van uit het verschiet kwamen zjj opdagen, de 100 escadrons en 8 batterjjen, voort stormende op de tribune als oen overweldigende macht, waaraan niets weerstand zal kunnen bieden. Maar op het oogenblik, dat de eerste gelederen de tribune tot op honderd meter genaderd zijn, klinkt één signaal, onmiddellgk langs de geheele kolonne overgenomen, en de reusachtige massa staat onbe weeglijk stil, hoog de sabels en lansen verheffende, op het oogenblik, dat de trompetten als het ware één jubelkreet doen hooren. Zoo was het einde van de revue, dat de tallooze menigte deed uitbarsten in geweldige geestdrift, minder voor den Czaar dan voor de troepen, die het vertrouwen der Franschen op eigen kracht weer hadden gesterkt. Na afloop der revue, ten 3 uur 45 min., liet de Czaar generaal Billot, minister van oorlog, bjj zich komen, en gaf dezen zijn algeheele tevredenheid te kennen. Z. M. onderhield zich eenigen tijd met den minister en schonk dezen zjjn portret, in brillantcn gezet. De President heeft de volgende rede gehouden: »Uwe Majesteit gaat ons verlaten na een verblijf, dat een onuitwischbare herinnering zal achterlaten in de geschiedboeken van beide landen. Als de glimlach van een gelukkig voorteeken heeft de aanwezigheid gewerkt van da keizerin, die zoo

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1896 | | pagina 1