zmtikzirsriu nieuwsbode.
Dinsdag 13 October 189$.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De pr|j8 per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 4,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz, verzending
eens per week, f 10,per jaar.
53ste JAARGANG. No. 6831.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 rogels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnement#- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de „Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
Kostelooze Koepokinenting
en Herinenting
op Woensdag den 14 October e.k.,
des namiddags te half twee uur, in het gebouw
voor lijders aan besmettelijke ziekten, staande in de
Sint-Antonie- of Manbuisstvaat, wijk C No. 80.
Personeel en Rijwielen.
Alvorens nader op de regeling der gemeente-
financiën in te gaan, hebben wij ons bezig to houden
mot een drietal andero ontworpen van den Minister
van Financiën, wien men werkzaamheid niet
ontzeggen kan, ontwerpen, die waarschijnlijk
veeleer tot afdoening zullen komen dan dat betref
fende de gemeente-financiëndat met al zijn strijd
vragen en verschilpunten wel niet zoo heel vlot
van Btapel zal loopen.
Personeel en rjjwielen hoe komen die twee
bjj elkaar, zal men vragen? Ja, het is zeker niet
ten pleiziere van de wielrjjders, dat de Tweede
Kamer tusschen die twee zaken een vroeger niet
bestaand verband heeft gelegd. En als de Minister
van Financiën dat verband nu weer losmaakt, doet
hg dit zeker niet op de door de wielrijders ge-
wenschte wjjze.
Bij de behandeling van het Personeel dan heeft
men gevolg gegeven aan veler verlangen, om de
rijwielen tot een voorwerp van belasting te maken
men heeft ze als een »grondslag" in het Personeel
opgenomen. Dat was gauw genoeg gebeurd; maar
de wjjze, -waarop het geschiedde, was niet zeer
doelmatig, en, nu de Minister er zich toe zette om
aan dat als het ware schetsmatig aangegeven denk
beeld vasten vorm te geven, stuitte hij op allerlei
bezwaren, die hem deden besluiten het rgwiel als
grondslag van het Personeel over boord te werpen
en er een afzonderlijke belasting van te maken.
Doch, de grondslag is eenmaal in het Personeel
opgenomen en moet er dus weer uit. En daar de
Minister zijn Personeel met 1 Januari a.s. wil
invoeren, moest hij wel tegelijk met het voorstel
daartoe, een ontwerp indienen om de aangenomen
wet in den aangegeven zin te wijzigen en tegelijk
een nieuwe wet ter belasting van het rgwiel aan
bieden. En daar hg beloofd had te voorzien in de
bezwaren, die voor de gemeenten in den beginne
zouden voortvloeien uit de invoering van het
nieuwe Personeel, moest dit ontwerp nu ook komen.
Ziedaar, waarom die drie ontwerpen, zoowat als
één gerecht op de parlementaire spijslijst staan
genoteerd
Over twee ervan zullen we niet veel zeggen.
Dat de Minister de iu voering van het Personeel op,
1 Januari a.s. voorstelt, ligt in den aard der zaak.
Wjj kunnen geen enkele reden bedenken, waarom
hij het niet zou gedaan hebben. De reden waarom
men destijds de invoering uitstelde, stond in ver
band met de kieswet en met de wijziging der
gemeente-financiën. De kieswet is aangenomen en
de regeling der gemeente-financiën is voorgesteld.
Nog wel niet behandeld, maar men kan nu toch
het verband, dat de Minister zich gedacht heeft,
behoorlijk overzien, en zoo ziet men ook dat het
nieuwe Personeel in werking moet zijn, alvorens
de door den Minister voorgedragen regeling der
gemeente-financiën in werking kan treden, en dat
dus uitstel van het eene al heel licht ook weer
vertraging voor het andere zou kunnen te weeg
brengen.
Als nu echter met 1 Januari a.s. de wet wordt
ingevoerd, dan zal het nog wel een maand of wat
duren, eer de kohieren zijn opgemaakt en de
gemeentebesturen dué weten, hoeveel de hoofdsom
der nieuwe belasting in hunne gemeenten bedraagt.
Dat bedrag moeten zij evenwel kennen, om te
kunnen uitmaken hoeveel opcenten zij van het
nieuwe Personeel heffen moeten, om evenveel te
krjjgen als bjj hun tegenwoordige opcenten voor
het oude. Stel, dat in eene gemeente de opbrengst
van het oude Personeel in hoofdsom is f 1000
en door de nieuwe regeling daalt tot f 800. Als
zij nu van het oude Personeel 40 opcenten heft,
brengt haar dat f 400 open wil zij van het
nieuwe Personeel hetzelfde hebben, dan moet zij
50 opcenten heffen. Zoodra dus de opbrengst van
het nieuwe Personeel bekend is, kan die zaak best
in orde komenmaar vóór 1897 weet men dat
nog niet en, als men het verneemt, kan men ook
nog niet zoo dadelijk de bestaande verordening
wjjzigen. Daarom zegt de Minister: hef voor dat
jaar nog maar 40 opcenten. Dan ontvangt ge maar
320 in plaats van f 400, maar die f 80 die u
ontbreken, zal ik er uit 's Rijks schatkist wel bij
leggen. Dat is met verandering der cijfers
natuurlijk voor iedere gemeente in 't bijzonder
de strekking van 's Ministers tweede voorstel, tot
welks aanneming na deze uiteenzetting wel niet voel
aanbeveling zal noodig geacht worden.
Met de rjjwielbelastiDg is hot anders. Wg zullen
ons nu maar niet verdiepen in de vraag, waarom
men een rijwiel een geschikt voorwerp vindt om
er eene belasting op te leggen. De omstandigheid,
dat de Minister, die geen kans ziet, het in het
Personeel te passon, nu voor de afzonderlijke belasting
de leer verkondigt: men betaalt >voor hot komen
met een wiel op den openbaren weg", ia bewijs
genoeg dat er geen eigenlijke grond voor te vindon
is, want waarom men met een wiel wel en anders
niet op den openbaren weg belastingschuldig wordt,
zal wel niemand oplossen. Maar, daar nu eenmaal
tot het belasten besloten is, zien wij er ook geen
heil in, er tegen te gaan redeneoren. Doch dat is
nu ook weer geen reden om het ding zoo uit de
hoogte te behandelen, als de Minister dat doet.
Heeft hij voor de berekening van de uitkeering aan
de gemeonten een methode uitgevonden, die aan
ingewikkeldheid niets te wenschen overlaat, hier
overdrijft hg den eenvoud. Zijn stelsel bomt toch
hierop neer: ieder die met een rgwiel op den weg
komt, 't zjj hg er op zit, er naast loope, of er
mee stil sta moet gedekt zjjn door een kaart,
die hij voor f 3 bekomen kan.
Als dat nu streng doorgevoerd ware, zou dit het
toezicht zeer vergemakkelijken. Maar dat is zoo
niet; behalve militairen en politie-agenten, zijn ook
anderen, die >in dienst rijden" en kinderen beneden
12 jaren vrij van het hebben van een kaart, en de
beambten, met het toezicht bela6t, zijn dus verplicht,
als iemand geen kaart vertoonen kan, te onderzoeken
of hij wel tot vertooning ervan verplicht is. Die
moeilijkheid is gemakkelijk weg te nemen door de
aldus vrijgestelden, evenals bedienden van winkeliers
en werklieden die 3 kilometers of meer afstand
hebben af te leggen van hun woning naar hun
werk, en die de kaart kosteloos kunnen bekomen,
te verplichten een kaart te vertoonen, inhoudende
dat en waarom zij vrij zijn.
Die werklieden met hun kostelooze kaarten, ver
storen, evenals degenen die na 80 Juni een kaart
aanvragen, den eenvoud voor de administratie. Ook
deze wordt dus reeds verplicht onderscheidingen te
maken en er is dus hoegenaamd geen reden, waarom
men in deze niet nog een stapje verder zal gaan,
door niet alleen hen voor wie het wielrjjden een
pure liefhebberij is, wat meer te laten betalen, en
zoo het beginsel van belasting naar draagkracht
althans eenigszins tot zjjn recht te doen komen,
maar vooral door aan het beginsel dat aan de
werkmanskaarten ten grondslag ligt een ruimere
toepassing te geven.
Wij loopen niet hard weg met de wielersport in
haar overdreven uitingen. Maar dit maakt ons niet
blind voor eene andere zijde van de zaak. Wij zien
in het rgwiel een middel van verkeer dat door zijn
snelheid, door gemak in het gebruik, door zijn
betrekkelijke goedkoopte, geheel past voor de be
hoefte van onzen tijd. Nu nog is het woord aan
de weelde en de sport. De wielen moeten mooi zijn
en een razende snelheid mogelijk maken. Voor
die eischen hebben de fabrikanten nu alleen nog
oog en oor. Doch wanneer hun aandacht valt op
de eischen van het gewoon verkeer voor het
praktische leven, dan zullen er, naar wij verwachten,
wielen gemaakt worden, die, voldoende aan deze
eischen, door hun prijs meer in veler bereik komen.
En dan kunnen zij van veel nut zijn voor menschen,
die uit kleine plaatsen de naburige groote stad
moeten bezoeken; voor hen, die ter uitoefening
hunner zaken, groote afstanden moeten afleggen;
voor kinderen, die uit kleine plaatsen de in grootere
gevestigde onderwijsinrichtingen moeten bezoeken
voor neringdoenden en n ij veren, wier arbeidsveld
zich over een groot gebied uitstrektvoor opzichters,
boden; kortom voor een aantal personen, die hot
wiel alles behalve voor hun genoegen en zeker niet
voor hun genoegen alléén houden. Het is moeilijk
te voorspellen tot welke ontwikkeling het gebruik
van het rgwiel komen kan, als de rijwielngverheid
zich er op gaat toeleggen, om in de behoefte aan
snelle en gemakkelijke verplaatsing, die een kenmerk
is van onzen tijd, te voorzien.
En dan zullen er onder degenen, die daarvan
gebruik maken, velen zijn, voor wie een driegulden
weinig om het lijf heeft, maar veel moer voor wie
dit een heele schat is, die zij moeieljjk kunnen
missen en voor wie óf kosteloos, óf voor minder
prijs kaarten dienen te worden beschikbaar gesteld.
Behalve deze bedenking is er nog eene, wel van
minder beteekenis, maar niet zonder waarde. Men
kan slechts kaarten bekomen voor een jaar, of voor
het laatste halfjaar. Waarom ook niet voor kortere
termijnen? Desnoods dan tegen iets hooger tarief?
Dit is noodig al ware het alleen terwille van
vreemdelingen, die hier uitstapjes komen maken.
Wij kunnen ons echter ook gevallen denken, waarin
dit voor landgonooten van veel gerief zou zijn,
terwijl het aan de opbrengst zeker geen schade zou
doen en voor de controle geenerlei moeilijkheid zou
opleveren.
Amerika.
Een Amerikaansch luchtreiziger, Anderson ge
naamd, is bij eene opstijging te Paola, in Texas,
om het leven gekomen. Toen hij ter hoogte van
1500 meter met een valscherm zoujneerdalen, brak
een touw, waarlangs hij uit het schuitje was gegleden,
om een kanon af te schieten. Hij viel en werd
natuurljjk verpletterd.
Spanje.
In April 1891 vertrok van Carthagena, in Spanje,
het te Sunderland thuis belioorendo stoomschip
»Skyro" naar Londen, met eene kostbare lading,
op eene waarde van ongeveer 30.000 pond sterling
geschat. De lading bestond uit zilver, lood en fruit
in de kajuit lag voor een waarde van 9000 pond
aan zilverbaren geborgen. Dit schip had een voor
spoedige reis tot bij Kaap Finisterre, toen hot in
mistig weder op het Meixiddo-rif stootte, waar het
overheen gleed om aan de andero zijde binnen 20
minuten in diep water te zinken, op 2 mijlen van
de kust. Alle opvarenden werden gered.
De reederij, die wel gaarne nog iets van de
kostbare lading zag terecht komen, liet nog in het
zelfde jaar daartoe moeite doen, doch te vergeefs.
Sedert bleven schip en lading onaangeroerd tot ver
leden jaar, toen wederom vruchtelooze pogingen
werden in het werk gesteld, die men in September,
toen het wéér slecht begon te worden, moest staken.
In dit jaar zijn dezelfde proeven met krachtiger
toestellen herhaald en thans met welslagen bekroond,
want reeds werden 37 baren zilver naar boven
gebracht en in de bank van Corunna in bewaring
gegeven, tot do onderneming voltooid zal zjjn. Om
de overige 51 baren te krijgen, wil men het dek
van het schip doen springen, en de duiker maakt
daarvoor toebereidselen, doch eene nog onbekende
oorzaak heeft verhinderd, het geplaatste dynamiet
te doen ontploffen. Sinds 18 Juli bezocht de duiker
het schip 27 maal, plaatste boeien, ter aanduiding
der juiste ligging van het wrak, en haalde daarna
de gevonden 37 baren op. De drukking van
lucht en water op den duiker is 73 pond per
viorkanten duim. Zijn werk is daardoor zeer af
mattend en niet weinig gevaarlijk, want de plaats
der schipbreuk is een bjjzonder woeste en bloot
gestelde plek, 9 mijlen ten zuiden van Kaap
Finisterre, en er loopen sterke stroomen. Bovendien
heeft de duiker het kajuitslicht moeten wegbreken,
om in de kajuit te kunnen afdalen, terwijl het dek
tot kort bij de plaats, waar het zilver is geborgen,
ingevallen is. Over nog drie weken hoopt men alle
waarde uit den in 28 vadem of 168 voet diepte
gezonken bodem geborgen te hebben.
Het werk wordt verricht door Spanjaarden ondor
•h1 leiding vau jlrie Engelsehen en de duiker is
een Spanjaard van reusachtigen bouw en een
toonbeeld van gezondheid en kracht.
Oostenrijk.
Te Dornbach overleed onlangs de gewezen
Hollandsche scheepskapitein Dierksen (of Dirksen),
die jarenlang van de wereld afgezonderd in een
klein huis had gewoond. Men vond slechts f 12
contanten in zijn woning, waarom de begrafenis
kosten door een liefdadige Vereeniging werden
betaald. Later, toen de erfgenamen, een broer uit
Holland en een neef uit Duitschland, waren opge
spoord, werd het huis onderzocht en ontdekte men
in verborgen hoeken een spaarbankboekje, waarop
voor 1000 florjjnen was ingeschreven, en de bewijzen,
dat hij bij een Hollandsche Bank f 60,000 had
gedeponeerd, 't Huis, dat zjjn eigendom was, werd
verkocht voor f 8000.
Engeland.
Het Engelsche stoomschip »Glenartney", dat on
langs aan de Egyptische kust averij kreeg en ter
reparatie naar Londen werd gebracht, had onder
de lading ook een groote kist, waarin de doodkist
van Li-Hung-Chang geborgen was. Een en ander
is voor 250,000 francs verzekert. De kist moet naar
Yokohama gezonden worden; Li-Hung-Chang schijnt
't op den duur lastig gevonden te hebben ze overal
mee te voeren.
In den nacht van Woensdag op Donderdag
heeft op de West- en Zuidkust van Engeland een
buitengewoon hevige storm gewoed. Verscheiden
vaartuigen zijn vergaan en vele menschenlevens
gingen daarbij verloren. Bij Huil kwamen twee
schepen met elkaar in botsing en tien opvarenden
van een van beide verdronken. Bij Holyhead zonk
een schoener, en slechts één man werd gered. In
het Kanaal moet de deining zoo groot zjjn geweest
als niet in jaren te voren.
LoiltleiK, 10 Oct. De Daily News heeft uit
Konstantinopel vreeslijke bjjzonderheden gehoord
'ïan de slachting, (te?) onder de Armeniërs aange
richt. In één wjjk alleen werden 600 huizen verwoest.
De Koerden spaarden echter 200 huizen van Grieksche
Christenen. Na drie dagen geplunderd en gemoord
te hebben, dwong de Turksche overheid den bisschop
naar Konstantinopel te seinen, dat de Armeniërs de
woelingen veroorzaakt hadden en de Turken tot
verdediging van zich zelf tegen de oproerlingen
gedwongen waren; de niet-oproerige ArmeniërB
zouden met het Turksche bewind zeer tevreden zijn.
Frankrijk.
De reis van den Czaar.
De Czaar is tevreden, ja, de Czaar is verrukt,
aldus luidt de veelzeggende aanhef van het zeer
uitvoerig telegram van de Köln. Ztg. Indien de
Duitsche bladen dergelijke uitingen bevatten, dan
is wel geen twijfel aan het schitterend slagen der
Fransche feesten mogeljjk.
Geheel volgens het programma was de intieme
ontvangst in de Academie Framjaise. Hier maakten
HH. MM. kennis met de »onsterfeljjken", waarvan
de oudste de souvereinen begroette. Francis Coppée
las een gedicht voor, de graaf d' Haussonville zjjn
geschrift over: 4Üe waarheid over het bezoek van
Peter den Groote te Parjjs", waarna de bezoekers
eenigen tijd genoten van den reuzenarbeid der
academistende samenstelling van het woordenboek,
waarmede men het nog niet verder dan de letter
A heeft gebracht.
Het bezoek aan het prachtig versierde stadhuis
had een veel luisterrijker karakter. Uit de vensters
van het gebouw, dat ten half zes werd verlaten,
genoten de gasten van de schitterende illuminatie.
Ten half acht intiem diner in de Russische
ambassade, zonder toosten.
Als curiosum omtrent dit diner nog ditDe be
diening bestond uit: 80 bedienden, 8 »maitres
d' hótel", 3 keldermeesters, 2 personen voor het
opmaken van het fruit en het dessert, 4 personen
voor het zilver, 9 lakeien, 6 »hommes de peine",
2 »fourriers d' office", 12 linnenmeisjes, 1 suisse
voor de vestibule en 40 mannen en vrouwen voor
de keuken.
Het zal dus wel niet aan bediening ontbroken
hebben.
Ten ongeveer 10 uur bezochten de souvereinen
de »Comédie Framjaise".
Eenvoudig maar rjjk was ook daar de versiering.
In tegenstelling met de voorstelling in de Opera,
gaf de Czaar thans bjj het einde van het stuk het
teeken tot applaus, dat door het publiek met geest
drift werd overgenomen.
Na de voorstelling begaven de artisten zich op
verzoek der Keizerin naar het kleine salon der
Keizerlijke logo de Keizer richtte eonige vriendeljjke
woorden tot hen en sprak o.a. tot den heer Worms:
»Het is de eerste maal dat ik in Frankrjjk kom,
maar ik hoop niet dat het de laatste maal zal zjjn".
Op het programma van Donderdag stond op de
eerste plaats een bezoek aan 't Louvre, en na het
dejeuner een tocht naar Versailles, met een opont
houd in do »Porcelainnës de Sèvres".
Bij den tocht erheen werd opgemerkt hoe de
Czaar zich allengs op zjjn gemak begon te gevoelen
in het geestdriftige Parijs, dat hem thans nog luider
toejuichte dan do vorige dagen.
De strakke trek op zijn gelaat verdween van tijd
tot tijd, om plaats te maken voor een glimlach,
als hij met de hand aan zjjn astrakan-muts de
menigte bedankte.
Te Sèvres werd aan de kunststukken de ver
schuldigde aandacht gewjjd. In het museum, op de
eerste verdieping, waren op een tafel Louis XV
geplaatst de prachtige voorwerpen, die de President
den Keizer als geschenk heeft aangeboden: thee
servies, koffie-servies, bonbonnières, juweelen-kistjes
enz.
Na een kort woord van dank aan den adminis
trateur, vertrok de Keizer naar Versailles, waar
alles op de been was om de hooge personages te
ontvangen.
Bjj prachtig weer kwam het Keizerlijk paar, ver
gezeld van President Faure, om half vjjf in een
open, k la Daumont bespannen rjjtuig, aan bet
paleis te Versailles aan. De monigte juichte. Zjj
bezochteu het Trianon, maakten daarna een toer
door de tuinen, bezichtigden de groote waterwerken
en keerden in het paleis Louis XIV terug, waar
zij zich op het balkon van de Galerie des Glacés
vertoonden. De genoodigden, die in de tuinen
waren toegelaten, juichten hen levendig toe. De
Keizer, de Keizerin en President Fauro waren zicht
baar zeer vermoeid, maar overigens welvarend.
Ten zeven uur werd in de Galerie des Batailles
gedineerd; ten negen uur werd een voorstelling in
de Salie d' Herculo gegeven, waarin o.a. Sarah
Bernard en Coquelin optraden; om elf uur was
het vertrek per trein naar Chalons bepaald, waar
Vrjjdag de groote wapenschouwing plaats had. De
trein van Faure, met de ministers, de presidenten
der Kamers en het gevolg, vertrok een kwartier
later dan die van den Czaar.
Het laatste nummer van het feestprogramma
is niet het minste geweest. De revue te Chalons
moet een eenig schouwspel zijn geweest, zoowel
door de reusachtige troepenmassa, welke daar bjjeou
was, als door de inspanning der troepen, die het
beste hebben geleverd wat zij leveren konden.
67,756 manschappenaangevoerd door 3070
officieren, 18,669 paarden, 1060 voertuigen en 1
ballon captif, waren op het reusachtige manoouvre-
veld bjjeen, om den Keizerlijken gast hulde te
brengen en zjjn vertrouwen in het Fransche leger
te versterken.
Reeds het aanrukken der troepen en het opstellen
op het bijna onmeteljjke terrein, leverde een onver
getelijk schouwspel. Maar toen alles gereed was,
toen de divisies geschaard stonden, toen was het
schouwspel de aandacht van den aanvoerder van
het machtigste leger der aarde waard.
De Czaar was te paard en reed meest naast het
met acht paarden bespannen rijtuigwaarin de
Keizerin en Faure hadden plaats genomen.
Zoo reed men langs de gelederen, omringd door
een schitterenden stoet, waarin vooral de Shoiks
het meest de aandacht trókken, terwjjl ook nu den
Afrikaanschen ruiters de eerste plaats was aange
wezen, en hun was opgedragen den stoet tot eere-
geleide te strekken.
Bijna een uur duurde de rit langs do gelederen,
waarna de hooge bezoekers op de officieele tribune
plaats namen, om getuige te zjjn van het grootsche
défilé. Dit had divisies-gewijze plaats, in een marsch-
orde, welke hier te lande uit den aard der zaak
geheel onbekend is. Voorop de tamboers en hoorn
blazers van alle tot de divisie behoorende bataljons,
daarna de muziekkorpsen der regimenten, alle tot
één massa vereenigd. Dan de aanvoerder der divisie
met zjjn staf, de 4 kolonels der regimenten op één
rij, en achter hen de bataljons-commandanten en
andere bjj de regimenten ingedeelde bereden officieren.
Eindelijk de vaandels en dan de 4 regimenten
tot een groot geheel vereenigd achter elk dor zeven
divisies, de daarbij ingedeelde batterijen veldartillerie.
Maar meer nog dan de 26 linieregimenten, werd
de aandacht getrokken door de bjjzondere korpsen,
»ter opluistering" naar Chftlons geroepende Zouaveu,
de Turco's, de Alpenjagers, de Afrikaansche tiral-
leurs, in een oogwenk de lievelingen van het publiek,
dat niet karig was in het uiten van zijn bewondering
en trots. Want het marcheeren moet in een bjj de
Franschen zeldzamen regelmaat hebben plaats gehad.
Het défilé der infanterie werd besloten door de
militaire wielrjjders en door de marine-soldaten.
Toen kwam de afdeeling luchtscheepvaart, den
ballon aan een tros van 800 meter medevoerende,
en daar achter alle zelfstandige regimenten artillerie,
zoowel de veld- als de rjjdende.
Ook deze bewaarden op voorbeeldige wjjze het
gelid en daideljjk werd het opgemerkt, dat de
belangstelling van den Czaar was gewekt.
Op de artillerie volgde de cavalerie, verdeeld in
4 divisies, ieder gevolgd door de bjj haar behoorende
batterijen. In galop snelden zjj voorbjjde kurassiers,
de dragonders, de jagers en de huzaren, te zamen
18 regimenten en 8 batterijen. En toen de tribune
gepasseerd was, zwenkten de meer dan 10.000 ruiters,
om het schouwspel te doen eindigen met de beroemde
»charge finale". Van uit het verschiet kwamen zjj
opdagen, de 100 escadrons en 8 batterjjen, voort
stormende op de tribune als oen overweldigende
macht, waaraan niets weerstand zal kunnen bieden.
Maar op het oogenblik, dat de eerste gelederen de
tribune tot op honderd meter genaderd zijn, klinkt
één signaal, onmiddellgk langs de geheele kolonne
overgenomen, en de reusachtige massa staat onbe
weeglijk stil, hoog de sabels en lansen verheffende,
op het oogenblik, dat de trompetten als het ware
één jubelkreet doen hooren.
Zoo was het einde van de revue, dat de tallooze
menigte deed uitbarsten in geweldige geestdrift,
minder voor den Czaar dan voor de troepen, die
het vertrouwen der Franschen op eigen kracht
weer hadden gesterkt.
Na afloop der revue, ten 3 uur 45 min., liet de
Czaar generaal Billot, minister van oorlog, bjj zich
komen, en gaf dezen zijn algeheele tevredenheid te
kennen. Z. M. onderhield zich eenigen tijd met den
minister en schonk dezen zjjn portret, in brillantcn
gezet.
De President heeft de volgende rede gehouden:
»Uwe Majesteit gaat ons verlaten na een verblijf,
dat een onuitwischbare herinnering zal achterlaten
in de geschiedboeken van beide landen. Als de
glimlach van een gelukkig voorteeken heeft de
aanwezigheid gewerkt van da keizerin, die zoo