ZIËRIKZËËSCHË NIEUWSBODE. Zaterdag 16 Mei 1896. Eerste Blad. BEKENDMAKING. NIEUWSTIJDINGEN. MIDDELBUR6-ZIERIKZEE. ADVERTENTIEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 52ste JAARGANG. No. 6768. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Gi'oote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zieriltzeesche Nieuwsbode" Dit nummer bestaat uit twee bladen. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ZIERIKZEE maken bekend, dat zij aan jacobus koü- NELUS STEENLAND, wonende in deze gemeente, en zijne rechtverkrijgenden, vergunning hebben verleend tot de oprichting van eene bewaarplaats voor Petrolcom, op het erf achter het perceel, staande in de Sint-Domusstraat, plaatselijk gemerkt wijk C, No. 144, kadastraal bekend, Sectie B, No. 720. :e, den 13 Mei 1896. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris, Algemeen Overzicht. Bij de behandeling van de begrooting van koloniën heeft Minister Chamberlain, in het Engelsclic Lagerhuis breedvoerig gesproken over de jongste gebeurtenissen in Transvaal en daarover een zeer eigenaardig licht verspreid. De Minister begon met op te merken, dat het gebeurde iu Transvaal de geheele Zuid-Afrikaansche quaestie opnieuw heeft geopend. Wanneer het eenige doel der door Sir William Harcourt gehouden bekende redevoering geweest is eene veroordeeling uit te lokken der zooveel opschudding teweeggebracht hebbende cijfer-tolegrammen en van de staatkunde daarin voorgestaan, zoo had hij, altijd volgens den Minister, beter gedaan met de discussie daarover uit te stellen. Maar het zou eene groote dwaasheid zijn deze >incidenten" te behandelen als zaken van overwegend belang, want deed men dit, dan zou men de hoofdbeginselen der staatkunde, door deze en voorgaande Regeeringen gevolgd, uit het oog verliezen. Hoofddoel toch daarvan is de handhaving van het gezag en den invloed van Engeland als gezaghebbende mogendheid en de verzoening der beide blanke hoofdrassen, zoodat het Engelsche en het Nederlandsche element daar te zamen optreden kunnen tegen de wilde horden. Dat deze staatkunde in Transvaal nog geene gunstige gevolgen beeft gehad, is te wijten aan fouten wederzijds begaan, eu pas wanneer die fouten zijn erkend, zal het mogelijk zijn tot eene goede verstandhouding te geraken. De vijanden van Engeland vergeten, dat, toen de boeren, aan de genade van generaal Evelyn Wood waren overgeleverd, dat »trouwelooze Engeland", waarop zoo vaak wordt afgegeven, in de bres is gesprongen voor de boeren, iets waar voor zich de bevredigende dankbaarheid nog laat wachten. En al erkennen wij nn, dat dankbaarheid niet kan worden geëischt, wat wel geëischt en verwacht kon worden, was de getrouwe naleving der overeengekomen voorwaarden. Maar ook deze verwachting is beschaamd, want van 1881 af, hebben telkens invallen gedreigd door de boeren op Engelsch grondgebied en ook wel eens plaats gevonden in strijd met geest en letter der conventie. Overgaande tot de grieven der »uitlanders", erkende Chamberlain, dat hij zich niet gaarne voor alles verantwoordelijk zou stellen, maar toch is een deel dier grieven ontstaan door wetten, die sedert het sluiten der conventie zijn totstandgekomen. Gaarne had de Regeering gezien, dat President Krtlger de uitnoodiging om naar Engeland te komen had aan genomen, ten einde te kunnen onderhandelen, maar toen Krllger voorwaarden stelde, waarop de beraadslaging over de onderhandelingen moesten rusten, toen werd de uitnoodiging tot Kriigers bezoek ingetrokken. Nimmer heeft, volgens den Minister, Engeland er aan gedacht zich het recht toe te eigenen zich te bemoeien met de Trans- vaalsche zaken, maar hij, zoowel als Sir Hercules Robinson, zijn van meening, dat Engeland wel het recht heeft vriendschappelijke raadgevingen en vertoogen te richten tot Transvaal. Van eene terugroeping van den Gouverneur der Kaapkolonie is dan ook geen sprake. Wat de ontslag-aanvrage van Engeland's vertegenwoordiger te Pretoria, Jacobns de Wet, aangaat, deze is oud en verdient zijn rust. En nu kwam de Minister tot de behandeling der beruchte cijfer-telegrammen, waaruit duidelijk bleek hoe Sir Cecil Rhodes, destijds Minister-President der Britsche Kaapkolonie, volkomen op de hoogte was van Jameson's beraamden inval in Transvaal. En curieus is de nu volgende verdediging van Rhodes door Chamberlain, curieuser nog dan al 't voorgaande. Volgens den Minister toch doet het weinig ter zake, welke dwalingen de heer Rhodes moge hebben begaan, bij de herinnering aan de groote diensten, door hem aan het land bewezen. Zonder mannen als deze toch zou Engelands geschiedenis veel armer, zijn gebied veel kleiner gebleven zijn. Hij is de grondlegger der Chartered Company en hoe geknot hare macht ook thans zijn moge, toch heeft zij nog altijd grooten invloed. Zij is, en zeer juist, beroofd van de mogelijkheid om onrecht te doen, want over het geheele gebied der Company kan geen gewapend man zich meer bewegen, zonder voorafgaande toe stemming der Britsche Regeering, en ten overvloede is men bereid aan Transvaal alle redelijke waarborgen te geven tegen de herhaling van een optreden, waar over hij zich terecht beklaagt. Maar de vraag of Rhodes zijne officiëele positie mag blijven bekleeden, is eene vraag, die door directeuren der Company moet worden beslist. Was het bekende telegram niet gekomen, waarin Rhodes zijne ontslag-aanvrage terugnam, zij was aangenomen. Nu is er tijd, die behoorljjk. te onderzoeken. Rhodes blijve in Znid- Afrika om daar het door hem aan het rijk toe gevoegde uitgestrekte gebied tot ontwikkeling te brengen en zoodoende te boeten voor zijn misslag. Wat de Chartered Company aangaat, de Minister zou eene gemengde commissie uit de beide Huizen willen benoemd zien om hare zaak te onderzoeken, maar eerst na afloop van het nu hangende rechts geding. Groote verontwaardiging heeft deze rode voering overal teweeggebracht. Toon en inhoud, beide zijn ongepast tegenover een volk, dat zich zoo edelmoedig toonde als Transvaal en dat tevens zoo vaak reeds krachtig bewees, dat noch vriendschappe lijke raadgevingen, noch inmenging gewenscht is, maar dat tevens ook te boog staat om zich af te geven met verraderlijke invallen". Indien Krtlger deze redevoering onder de oogen krijgt, zal hij waarecbjjnlgk minder dan ooit hopen op een vrede lievend einde der quaestie. Wij meenden aan deze redevoering eene groote plaats te moeten inruimen, omdat zij ons doet zien, hoe weinig de edelmoedigheid van Kitiger jegens de medeplichtigen aan den inval heeft gebaat, om de Engelschen van het goed recht van de Trans- valers te overtuigen. Het doel heiligt de middelen, ziedaar de tekst die boven deze redo kon worden geplaatst. Engelands vergrooting van macht, onver schillig door welke middelen, is de leuze door Chamberlain verkondigd. Of de geschiedenis later haar ongunstig oordeel zal uitspreken, het hindert hen niet, hg denkt er niet aan, ook al wordt op dit zelfde oogenblik de herinnering in OlIÜSCll- Idild gevierd van den Frankfurter vrede, vóór 25 jaar gesloten, waarbij de overwinnaar zich jegens den overwonnene zijn grootheid bewaarde. Plechtig en 'ernstig is door den Keizer op de beteekenis van dien dag gewezen. Vorst Bismarck is hulde gebracht door hem" als uit dien grooten roemruchtigen strjjd eenig overgeblevene der staatslieden; en het volk herinnerd aan het even ruchtige verleden en de daaruit voortvloeiende verplichting voor de toekomst. De OostenrykschePremier, Graaf Badini, is het gelukt eene nieuwe kieswet te doen aannemen. Twijfelde men zoo nn en dan in den loop der debatten of zij tot stand komen zon, bij derde lezing is het ontwerp aangenomen, zg het dan ook na eene niet onbelangrijke wijziging in liberalen geest. De Regeering heeft zich tegen het, met betrekkelijk aanzienlijke meerderheid genomen, besluit niet willen verzetten, maar toch heeft het eene groote wjjziging gebracht in hetgeen zij aanvankelijk voorstelde. De Regeering wilde n.l., dat in sommige gevallen de nieuwe kiezers uit de vijfde klasse mondeling hunne stem zouden uitbrengenin plaats van schriftelijk. Zeer terecht werd er op gewezen, dat dit van invloed zou kunnen zijn op de vrijheid en onaf hankelijkheid van den kiezer en op voorstel van den Dnitsch-nationalen Boheemschen afge vaardigde Bareuther is dan ook besloten overal schriftelijke stemming in te voeren. Bij de beslissende stemming over de aldus gewijzigde kieswet, stemden slechts 19 leden tegen. Te hopen is het, dat het Heerenhnis nu geene ingrijpende veranderingen aanbrengt. Vorst Ferdinand van BuIgar]jC is thans weer in zijn land teruggekeerd; het laatst bezocht hij Belgrado. De ontvangst in Servië's hoofdstad was zeer hartelijk. Toosten werden gedronken op de voortdurende vriendschap, beloften afgelegd voor de toekomst en alle vroegere veeten waren vergeten. Dit laatste bezoek van Ferdinand is eene zeer ver standige daad geweest van hem. Zoodoende is er een einde gekomen aan de lang heerschende vijandige stemming tusschen beide naburige rijken, die elkaar wel eens noodig konden hebben. Zeer heeft het de aandacht getrokken, dat de Vorst het Hof van Weenen niet op zjjn reis heeft aangedaan. Zou, nu de vriendschap met den Czaar is gesloten, Oostenrijk moeten worden veronachtzaamd? Of is er eene andere reden? Amerika. Een dwergdametje, Miss Minnie Sperry, die door- §ing voor de mooiste dwergin der Vereenigde taten, is dezer dagen te Newark overleden, in den ouderdom van 37 jaren. Zij was 9 decimeter groot en in tegenstelling met vele andere dwergen zeer welgemaakt. Haar broeder, William, is evenals zij; maar hunne broers en zusters zijn allen van gewone grootte. De beide dwergen, die van goede familie zijn, hebben zich echter nooit voor geld laten kjjken, ondanks allerlei verlokkelijke aanbiedingen van Barnum en andere impressario's. Azië. De Emir van Afghanistan heeft naar Engeland een order gezonden voor rijwielen voor zijn gesluierde schoonen. Engeland. De quaestie van de oude Engelsche omnibus- paarden, die naar Nederland en België gaan om geslacht en tot worst of bussenvleesch verwerkt te worden, is weder in het Britsche Lagerhuis ter sprake gebracht. Het parlementslid Isaacson maakto zich ongerust over den invoer van zulke worst en zulk vleesch in Engeland, en hg vroeg aan de regeering, welke maatregelen zij dacht te nemen om het volk te beschermen tegen die »zwijnerij." De Minister van Binnenlandsche Zaken antwoordde, dat hij inlichtingen had ingewonnen omtrent dien vleeschhandel en dat in Engeland slechts zeer weinig van dat valsche ossen- en varkensvleesch wordt verbruikt. Het blijft dns bij het antwoord, hij do eerste interpellatie omtrent die zaak gegeven: »het gaat ons niet aan, maar alleen den Nederlanders en den 't Is te hopen, dat men hier te lande streng toezicht zal houden en blijven houden op die zonderlinge vleesch- en worst-industrie. Het gaat ons wel aan 1 Van de fabriek der bekende Dunlopbanden voor fietsen is een nieuwe naamlooze vennootschap gemaakt. Maandag waren de inschrijvingen open gesteld, en zoo groot is de deelneming, dat aan het kantoor der nieuwe maatschappij te Dublin, in enkele uren het gevraagde kapitaal reeds zevenmaal volteekond was. Zwitserland. Nog altijd sneeuwberichten uit Zwitserland. Op den Furka reikt de sneeuw tot aan het dak van het »Hótel Belvedère". Als er niet spoedig warmer weder komt, zullen de Walliser bergpassen niet den 15den Juni opengesteld kunnen worden. Frankrijk. Volgens de ambtelijke berichten zgn bg de expeditie op Madagascar 5592 personen om het leven gekomen. Duitschland. Berlijn, 12 Mei. De Rijksdag heeft aan genomen artikel 2, verbooging der suikerbelasting van 18 op 21 M. per K.G. netto. Anderhalf jaar geleden woonde te Witten in Westfalen een gezin, bestaande nit man, vrouw en vijf kinderen. Eensklaps verdween de vrouw; alle nasporingen waren te vergeefs en men vermoedde dat zij door een noodlottig toeval overleden was. Dezer dagen echter ging de man met zgn kinderen naar de voorjaarskermis te Dusseldorp. Voor eene schouwburgtent gekomen, waar het gezelschap der tent op het theater kunsten vertoonde, zagen de kinderen eensklaps hunne moeder. Deze nam, toen zij ontdekt was, de vlucht naar de kleedkamer, waar zij op aanwijzing van haren echtgenoot met groote moeite door de politie werd gearresteerd. Wjj deelden reeds mede, dat keizer Wilhelm een telegram verzond aan Bismarck. De ex-kanselier verzond, in antwoord daarop, eene depêche van den volgenden inhoud: »Uwe Majesteit heeft mij door de genadige en aan herinneringen zoo rijke begroeting van dezen dag ten zeerste vereerd en gelukkig gemaakt en ik verzoek Uwe Majesteit, daarvoor mijn eerbie digsten dank aan uwe voeten te mogen leggen." België. De internationale dievenbende te Brussel. Bijna dagelijks komen nieuwe bijzonderheden aan het licht van de diefstallen en de moorden der bende-Cour tois. Omtrent den moord op mevrouw Herry de geneesheeren hebben als hun vermoeden te kennen gegeven, dat mevrouw Herry niet vermoord, doch van schrik gestorven is vinden wij het volgende medegedeeld in de Koophandel van Antwerpen Alexander Courtois had talrjjke bekenden onder het dienstpersoneel van den graaf van Vlaanderen; een dezer stond in betrekking met de meid van Herry, Zoë X.Ongetwijfeld heeft Courtois haar op zekeren dag ontmoet met den knecht van den graaf. Later zette hij de kennismaking voort en Zoë antwoordde toen misschen op de behendige vragen van Courtois, zonder dat het meisje kon vermoeden dat ze het plan der woning harer meesteres en de gewoonte der oude dame prjjs gaf. Toen Courtois eons de bijzonderheden van het huis gezin kende, wist wat er van 's morgens tot 's avonds omging, hoe de trap liep en waar zij eindigde, kortom in huis en met het buis zoo goed bekend was alsof hij er zelf woonde, werd er overgegaan tot het opmaken van het plan. Om dat uit te voeren nam hij twee vertrouwden in den arm, mannen op wie bg reeds in vroegere omstandigheden had kunnen rekenen. Die twee moeten niemand anders geweest zijn dan Restianx, anders gezegd Mic-Mac, en Jan Devos, bijgenaamd den Boer. Tot het welgelukken van dit plan was echter een vierde man noodig. Hij zelf wilde niet in het huis van mevr. Herry dringen, maar de straat moest worden bewaakt en dewjjl hij alleen hiervoor te kort zou schieten, terwijl de twee eersten in huis waren, moest hg een nummer 4 hebben. Hem vinden was niet moeilijk. Adolf Courtois, die na zgn ontslag bij de politie steeds achteruit krabde, had heel dikwijls geld noodig. Alexander kwam hem altoos te hulp, maar niet zonder scherpe opmerkingen. Adolf vfas dus onder den invloed van Alexander, en zoo was dus de vierde handlanger gevonden. Nu moesten ze de rollen nog verdeelen, en terwgl »de Pee" (Alex. Courtois) en Devos? op uitkijk stonden in de Gewijde Boomstraat, drongen Adolf Conrtois en Restiaux binnen bij mevr. Herry. Den weg was voor hen gemakkelijk, dank zij de nauwkeurige inlichtingen van Alex. Courtois, die de plaatsbeschrijving zoo goed kende door zjjn omgang met Zoë X. Voor de kamer van het slachtoffer gekomen, moeten de twee kerels hebben aangeklopt, en de oude dame, die zal geloofd hebben dat het haar zoon was, of een der dienstboden, die naar haar kwam vragen, zal de deur hebben geopend. Mevr. Herry, dit is de laatste veronderstelling van het parket, moet bij het zien der twee indringers zoo hevig zijn geschrikt, dat zij een beroerte kreeg, die haar het leven kostte. De twee dieven, die verschrikt waren over de gevolgen van hun plan, moeten het lijk hebben opgelicht en in het bed gelegd. Blijft nog over te verklaren, hoe het ljjk dwars over het ledikant kwam te liggen met het hoofd rechts naar den muur. Het parket moet die om standigheid aldus uitleggen: Zoodra het lijk op het bed was gelegd, moeten de dieven zijn gaan zoeken naar de sleutels en om die te vinden zullen zij het lijk hebben verlegd, want de sleutels lagen verborgen onder de kussens. Alexander wordt genoemd een gelukkige tap", want niet alleen te Antwerpen, maar ook te Brussel heeft hij altijd onder hooge bescherming gestaan. Te Antwerpen mislukte hg alleen als wijkcommis- saris in 1883, omdat bij niet voldeed aan zijn examen in het Vlaamsch, en nochtans had hij een menigte hooge beschermers achter zich. Onder die beschermers waren senatoren, volks vertegenwoordigers, een staatsminister en eindelijk de Gravin van Vlaanderen zelf. Dit laatste bewjjst ten volle, hoe hoog hij toen stond aangeschreven in de gunst van den Graaf van Vlaanderen. Te Brussel werd die hooge gunst hem niet gespaard, want in 1892 was de plaats van commissaris open te Laken. Weer stond Courtois tegenover den tegenwoordigen commissaris Brunet. Er werden krachtige pogingen gedaan bij de raadsleden, en Courtois mislukte slechts met een enkele stem. Hier ook werd ondersteuning van zeer hooge hand bewerkt. Brussel, 13 Mei. De Kamer heeft met 61 tegen 57 stemmen en '20 onthoudingen artikel 1 aangenomen van het wetsontwerp betreffende de garantie van den Belgischen Staat voor de obligatieleening ten behoeve der spoorwegen in den Congo. In Leovre (prov. Namen) viel een meteor- steen in den tuin van een armoedige vrouw, vrouw Pocet, en splitste zich daar in tweeën, een groot en een klein stuk. De conservator van het Brusselsche museum, de heer van den Broeck, kocht het grootste stuk voor 1850 francs, een professor aan de universiteit te Leuven, de heer Dewalque, voor 150 francs het kleinste. Vrouw Pocet heeft dus 2000 francs ontvangen, die eigenlijk maar zoo uit de lacht zijn gevallen. Brieven uit Zeeuwsch-Vlaanderen. Wil. Mijnheer de Redacteur! Van alle plaatsen in Zeeuwsch-Vlaanderen doet tegenwoordig Philippine het meest van zich spreken, en voornamelijk door den strijd »om het bestaan van dit kleine plaatsje te verzekeren". Bij dit dorp van 800 zielen, die meest allen in den mosselvangst een bestaan vinden, geldt het vooral nu »er op of er onder". Het dorp, een voormalige sterkte, wier vesting werken voor een deel nog waarneembaar zijn, ligt aan den zuidelijken oever van den Braakman, waarmede Philippine door middel van een haven onmiddellijk verbonden is. In de dagen van den tachtigjarigen strijd gebouwd, werd het door de toenmalige Spaansche regeering ter eere van koning Filips met den naam van Philippine vereerd, doch eerst in deze eeuw mocht de havenplaats tot bloei geraken, waar de mosselcultuur zich meer en meer uitbreidde. De bevolking geniet ongetwijfeld een zekere mate van welvaart, doch met de gemeente-finauciën is het treurig gesteld. Reeds jaren achtereen moeten buitengewone subsidiën hulp brengen en de gemeente kas blijft armlastig. Door de voortdurende aanslibbing ia den Braakman snelt Philippine als havenplaats zijn ondergang te gemoet. In Juni van het vorige jaar, in het jaar 1895, werd met behulp van eenige duizenden guldens van 'trnk, de haven uitgediept. Een half jaar later was van de uitdieping niets meer te zien, en de verzanding is nu zoo erg geworden, dat de vaar tuigen hun lading buiten de haven, namelijk aan den zeedijk moeten lossen. Een kanaal van drie duizend meters lengte tot aan diep water, is volgens 't oordeel van alle des kundigen alleen in staat om hierin te gemoet te komen, en kan alleen van rjjkswege gegraven worden. Meer de overweging of zoo'n kanaal bij de snelle aanslibbing in den Braakman geen lapmiddel zon zijn, dan de hooge kosten'doet volgens onze meening de regeering talmen een beslissing te nemen. Er is nog wel op min kostbare wijze een voor ziening in den grooten nood te maken, doch de Philippiner wenscht dit niet. In dit geval toch kon een dam naar het vaarwater aangelegd worden, met een nieuw haventje of aanlegplaats, waardoor de oude haven verviel en, na inpoldering aan weers zijden van den dam, was Philippine een gewoon plattelandsche gemeente geworden, drie kwartier een uur van het water gelegen. De Philippiner zal nog menig potje bier kunnen drinken, en een Philippiner is een sterke bierdrinker, eer aan zjjn wensch om een nieuw kauaal gehoor is gegeven. De Nederlandsche bedachtzaamheid, gepaard met een langdurig onderzoek van A, en een advies van B, in vergelijking met een dito van C, geeft tot mijn vermoeding aanleiding. In de laatste vergadering der liberale kiesver- eeniging van het district Oostburg heeft de heer Hammacher de oprichting eener Hoogere Burger school ter sprake gebracht. Aan de andere zijde van den Braakman, namelijk in Terneuzen, is dit punt ook meermalen besproken. Bestaat in deze grensstreek ongetwijfeld groote behoefte aan meer dan gewoon -lager onderwijs, zoowel het westelijk als het oostelijk deel zou zoo'n inrichting ten zegen zgn. Het wetenschappelijk element is hier bijzonder zwak. Eenige knappe onderwijzers, notarissen en een luttel aantal staats ambtenaren geven den boventoon aan, en hoe weinig samenwerking tnsschen onze voorname personages te vinden is een ramp voor deze streek! toonden de heeren burgemeester van Hontenisse en kantonrechter van Hulst eenerzijds en de burge meester-voorzitter-commissaris trammaatschappij BreskensMaldeghem en de notaris van Groede, lid der staten en ex-commissaris-secretaris dier zelfde tramlijnmaatschappij anderzijds. Door de oprichting van een Hoogere Burgerschool zon misschien wat meer degelijkheid bij meerdere wetenschap en kundigheden in dit deel van Zeeland, zg 't ook na verloop van eenigen tijd, te voorscbjjn treden. Nu is het mogelgk, dat een of ander brutaal heerschap, gesteund door een machthebbenden dito in den Haag, zich van de beste ambten of postjes meester kan maken, als hij maar handig met zgn tong weet om te gaan. Zulke personen, en vooral als ze weinig beminnelijke hoedanigheden bezitten, jagen huns gelijken in het harnas en ondervinden dus felle bestrijding bij het botvieren hunner onge temde eerzucht, en die wij een ramp noemen voor de omgeving, daar hun invloed en die van enkele vleiers groot genoeg is om toch soms hun doel te bereiken. Wij durven onze beschrijving gerust aan het oordeel der lezers van deze courant overlaten; de Zeeuwsch-Vlaamsche lezers mijner brieven weten te goed, dat ik niet overdrijf. Maar wat dunkt u? Ik ken burgemeesters, die een dozijn en meer jaren hun functie uitoefenen, en nauwelijks '/s deel der bevolking kennenanderen, die de voornaamste deelen hunner gemeente nimmer of te nooit bezoeken; nog meerderen, die al 't werk door den secretaris pro deo laten verrichten. 't Is precies hetzelfde, alsof men een voorzitter van een waterschap zou handhaven, die het niet beneden zich acht éénmaal in de - tien jaren de waterkeering in oogenschouw te nemen. Om in dezen brief nu toch iets goeds te schrijven, weet ik letterlijk niets anders dan dit eene: »de stand der veldvruchten in Zeeuwsch-Vlaanderen is veelbelovend". Ontvang mijn vriendelijke groete. ZELAMDICU§. Ingezonden stukken. Een woord ter opwekking. Vriendelijke lezeres of lezer Ik kom met een beleefd verzoek tot u ten bate der doofstommen-vereenigingDoor liefde saam- gebrachtdie gedurende 10 jaar te Amsterdam bestaat. Mijne ongelukkige lotgenooten, van wie velen, bg hunnen terugkeer in de maatschappij, zonder levenservaring op eigen wieken moeten drijven, met raad en daad bij te staan, is het doel dezer Vereeniging. Bovendien verschaft ze door onderling verkeer den doofstommen geestelijk genot en behoedt hen door goede leiding zeer dikwijks voor zedelijken en verstandelijken achteruitgang. Met eere mag men den flinken Voorzitter noemen, die zijn werkking zoekt onder de armsten onzer en met liefde en zelfverloochening menig lotgenoot voor terugval tot ruweren staat beschermt. In t bezit van eenen buitengewonen ijver, gepaard aan eene uitgebreide kennis en veel levenservaring, weet hij door bevattelijke en indrukwekkende voordrachten het gemoed zijner lotgenooten te treffen. Hij is hun een ware gids op hun vaak zoo droevig en moeilijk levenspad. Door deze Vereeniging worden leden hij ziekte of nijpend broodsgebrek buiten eigen schuld met f 1,50 a f 2 per week gesteund. Dit is niet veel. Doch helaasZij kan niet meer het grootste deel harer leden is onbemiddeld. En daar vele doofstommen inzien, dat op deze onder steuning^ niet vast kan gerekend worden, sluiten zij zich liever niet aan, en dat nu betreuren wij zeer! Niet alleen vanwege den steun, maar vooral voor hunne verdere ontwikkeling naar hoofd en hart. Wijlen de heer dr. A. W. Alingg, hoofddirecteur van het Instituut voor doofstommen te Groningen, was een warm voorstander dezer Vereeniging. Ook heeren bestuurders en onderwijzers van gemeld Instituut spreken vol lof overDoor liefde saamgebracht11 Eenige dames, begaan met hare zware taak en inziende dat zulks niet langer zoo mag bljjven, hebben zich onder voorzitterschap van mej. Helling man, Nassankade 113, Amsterdam, tot een Comité gevormd, om de Vereeniging financiëel ter zijde te staan. O. a. vraagt men stenn tot het stichten van een gebouw, waar ieder doofstomme, van elke secte, tijdelijk een onderkomen kan vinden. Het zal in eene ware behoefte voorzien. Verder bestaat het plan, arme doofstommen, die buiten hun schuld zonder bestaan zgn, werk te verschaffen, om ze zoodoende voor den bedelstaf te vrjjwaren. Niet alleen in Amsterdam, maar over het geheele land zullen zij geholpen worden. De verwezenlijking van deze plannen heeft zich genoemd comité tot taak gesteld. Daartoe roept het de hulp in van alle landgenooten en heeft het aan duizenden een vriendelijk uitnoodigende circulaire gezonden. Aan allen er een te sturen is ondoenlijk toch late niemand zich weerhouden, zjjn goed hart te laten spreken en een handje mee te helpen, om aan deze leemte der maatschappij tegemoet te komen. Wie eene uitnoodiging heeft ontvangen, legge die niet ongelezen of onbeantwoord tor z" maar taste in zgn beurs en trachte anderen deze goede zaak te winnen. Verplaats u slechts in den toestand der doof stommen en medelijden zal u tot milddadigheid aansporen. U, Mijnheer de Redacteurhartelgk dank voor de verleende plaatsruimte. Deventer, Mei '96. G. J. ELBRINK, Oud-kweekeling Inst. v. doofst, te Groningen. 11A B BA T II li It 1 I !V Zierlkzoe, 13 Mei. Het aanbod was van geen beteekenis en ging er zoo g< als niets om Puike Tarwe Goede en mindere Rogge Chevaliergerst Zomergerst Wintergerst Haver Groene Erwten Bruineboonen Witteboonen Paardeboonen Lijnzaad f 5.80 a f f 5.- a f f 3.50 a f f 3,50 a f f a f f a 1 I 2,25 a 1 f a f f a f f a f f 4,75 a f f a f 6,— 5,50 3,80 4,25 2,60 5,— 8TOOJIBOOTDIEIVST Mei 1896. Amsterdamsche tijd. Van MIDDELBURG: midd. 5,— s morg. Zaterd. 16 7.40 Zondag 17 7,40 Maand. 18 7,40 Dinsdag 19 7,40 Woensd. 20 7,40 Dond. 21 7,40 Vrijdag 22 7,40 Van ZIERIKZEE; s midd. 3,45 s morg. Zaterd. 16 7,50 Zondag 17 7,50 5,— Maand. 18 7,50 3,45 5,— Dinsdag 19 7,50 8,45 5,Woensd. 20 7,50 3,45 r 5,— Dond. 21 6,30 3,45 5,— Vrgdag 22 7,50 3,45 Indien reizigers van Zierikzee naar Goes, bij den Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der Boot, (tijdig voor de ochtendreizen op den voorafgaande» avond, vóór 8 uur) plaats nemen voor den wagen van Catscke veer, zal om een bijwagen zoo noodig naar Goes worden getelegrafeerd. Schipper A. VAN DER HUCHT vertrekt Woensdag van Zierikzee naar Mid delburg en des Vrydag-namiddags van Middelburg naar Zierikzee. ÊéÉÉÊÈÈÊMÉÊMlMÊMi Den 18d,a Mei aanst. hopen onze geliefde Ouders: WILLEM VAN BURGH WILHELMINA DE JAGER hnnne 85-J«rlge Kchtvercenl te herdenken. Schuddebeürs, 16 Mei 1896. Hunne dankbare Kinderen. ■■■■V1

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1896 | | pagina 1