ZIËRIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Zaterdag 8 Februari 1896.
Tweede Blad.
Versohnnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
52ste JAARGANG. No. 6727.
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cto.
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
B~ e kYnd m aki ng7
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS i
maken bekend, dat zij aan Andries Sehell,
vleesehhouwer, wonende in deze gemeente, en zijne recht
verkrijgenden, vergunning hebben verleend tot de oprichting
eener Slachtery in het perceel, uitkomende in het
Hoeltje, en deel uitmakende van het perceel, staande in de
Verrenieuwstraat, plaatselijk gemerkt Wijk B, No. 107,
kadastraal bekend Sectie A No. 321.
Zierikzee, den 5 Februari 1896.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
lïÏEÜWSTiJPIWGEIl7
Nederland.
Dordrecht, 5 Febr. De toestand der bier-
buishoudster E. van G., op wie door den gepens.
Indischen soldaat S. de G. uit minnenijd vier
revolverschoten werden gelost, is tamelijk bevredi
gend, doch de vrouw is nog niet buiten levensgevaar.
De in het dikke voorhoofdsbeen saamgeperste en
vervormde kogel is gelukkig verwijderd.
Geersdtik., 4 Febr. Klein, maar sterk is
ons musschengilde te noemen. By de beden gehouden
vergadering bleek, dat door 16 leden waren in
geleverd 1565 masschen of daaraan gelijkstaande.
Als «koning" troonde de beer Witte Hage van
Wissenkerke; de avond werd genoegelijk gesleten
en een smakelijk souper besloot de bijeenkomst, die
dit jaar by den beer C. de Vlieger plaats had.
lllU'gh, 7 Febr. Door de leden van het
musscheDgilde alhier zijn in 1895 ingeleverd 2107
musschen of daaraan gelijk. Het grootste aantal
musschen werd ingeleverd door J. Verwest met 528,
daarna volgden P. Blom en S. van Slnis, respec
tievelijk met 137 en 135 musschen.
OoSterland, 7 Febr. Het reciteercollege
«Onderling Genoegen" gaf Woensdag en Donderdag
j.l. eene uitvoering in het logement van den heer
J. J. Beije alhier. Opgevoerd werden «Oom Fredenk"
en »Ik wil trouwenof de Huwelyks-advertentie".
Ofschoon het gezelschap nog betrekkelijk jong
is, getuigde toch beide avonden de eivolle zaal van
meer dan gewone belangstelling. En die belangstelling
is het gezelschap ten volle waard! Alle leden toch
vervulden hunne rollen op verdienstelijke wijze en
vooral ook aan de dames mag in dit opzicht een
extra woord van dank worden toegebracht. Er
heerschte dien avond een recht opgewekte stemming
onder het publiek en deze werd nog verhoogd ge
durende het zeer geanimeerde bal, dat na afloop
werd gehouden.
«Onderling Genoegen" mag met voldoening op
beide feestavonden terugzien en de toenemende be
langstelling van het publiek moge den leden een
prikkel zijn om op den ingeslagen weg voort te gaan.
«Altijd beter, altijd hooger!" zij en blijve hun zin
spreuk en in 't volle vertrouwen, dat ze aan die
spreuk getrouw zullen blijven, roepen we bun een
hartelijk: «Tot weerziens!" toe.
Zierikzee, 7 Febr. Naar wij vernemen,
beeft de heer Abr. de Vlieger (geb. te Burgh), op
zijn verzoek eervol ontslag verkregen als onderwijzer
aan de Zendingsscholen der Vereeniging tot uit
breiding van het Evangelie in Egypte. Het afscheid
van zijne trouwe Arabische vrienden was zeer
aandoenlijk. Hij hoopt te Bodegraven zijne vacantie
door te brengen en voorts zijne vrienden in Zeeland
Zij, die recht hebben om op de kiezerslijsten
te Zierikzee geplaatst te worden, op grond, dat zij
•lodger" (kamerbewoner) of in een andere gemeente
in de grond- of personeele belasting aangeslagen
zijn, of wel meebetalen in de grondbelasting voor
onverdeelden eigendom, die op eens anders naam
staat, moeten zich vóór 15 Februari ter Gemeente
secretarie alhier aanmelden.
Alle andere rechthebbenden worden op de lijsten
gebracht, zonder dat zy daarom behoeven te vragen.
Als «lodger"-kiezer wordt aangenomen ieder
mannelijk ingezeten, die bij een ander inwoont in
een huis, dat in zijn geheel ten minste een huur
waarde beeft van 66 en daarvan een gedeelte in
gebruik heeft, hetwelk ongemeubeld op een huur
waarde van minstens f 33 is geschat, mits hij
daarin ten minste sedert 15 Mei 1895 woont.
METEOROLOGISCHE WAARNEMINGEN
bij 's Rykskustverlichting te Westerschouwen
gedurende Januari 1896.
Slechts 11 malen vorst (waarvan nog 7 maal
ruige vorst en ijzel), 3 malen sueeuw, 2 maal
hagel, in geringe mate, 18 dagen dat er regen viel,
waarvan slechts 10 maal aftapping kon geschieden
en 27,3 m.M. water, of 9,2 m.M. beneden den
normalen valde Bannen ontvingen dus niet meer
dan 507780 M3.
Toch scheen er in hooger sfeeren koude te
heerschen, daar men driemaal kransen en ringen
rond vrouw Luna zag en den 20en een ring tegen
over de zon bij dikke mist werd waargenomen.
De luchtgesteldheid was: 18 malen nevelachtig,
21 malen mistig, meerendeels df&mistig, dauw
kwam 3 maal, rijp 4 maal voor. Overigens werd
genoteerd: 18 maal helder, 4 maal lichtbewolkt,
12 maal bewolkt, 23 maal betrokken, 10 maal
zwaarbewolkt.
De wind varieerde volgender wi}2e11 maal
Noord, 5 maal N.O., 10 maal Oost, 6 maal Z.O.,
10 maal Zuid, 10 maal Z.W., 16 maal West en
7 maal N.W.
Toegekend de rang van brigadier-titulair aan
den rijksveldwachter I. Vermeulen te Renesse.
Te Bath is de pastorie der Ned. Hervormde
Gemeente, welke nog altijd wacht op verplaatsing
naar Rilland en reeds 15 jaar onbewoond is, dezer
dagen door het kerkbestuur voor den tijd van één
jaar verhuurd aan lieden, die te Rilland geen
woning konden vinden.
Men bouwt daar nog steeds bij en meestal zijn
de nieuwe huizen reeds verhuurd vóór dat zij vol
tooid zijn.
De rekening en verantwoording van den
Directeur der Levensverzekering-]"
«Haarlem" over 1895 is door Commissarissen goed
gekeurd.
Uit die rekening bljjkt, dat in 1895 aan contri
butie werd ontvangen f 41077,33 en aan renten
van belegde gelden f 7341,76dat wegens overlijden
is uitgekeerd eene som van f 18013,69; dat het
kapitaal is toegenomen met 18555,S35 en alzoo is
geklommen tot f 181412,81. Het getal leden ver
meerderde met 1777 en bedroeg alzoo op 31 Dec.
j.l. 21575.
Dat de toestand der Maatschappij gunstig mag
worden genoemd, kan ook hieruit blyken, dat de
winst volgens de in 1895 opgemaakte wiskundige
balans f 78372,38s bedroeg, waardoor het mogelijk
was, de uitkeeringen met 10 te verhoogen.
Aangenaam verrast was een geacht ingezetene
van Arnhem, toen hij by het nazien van de trekkings-
lysten van de Amsterdamsche tentoonstelling tot
de ontdekking kwam, dat hem een piano was ten
deel gevallen. Fluks stelde hij zijne vrouw met de
blijde tijding in kennis, en besloten werd, gezamen
lijk naar Amsterdam te gaan, om den prys in
ontvangst te nemen. Men zou dan tevens eenige
familiebezoeken afleggen.
Twee retourbiljetten tweedeklasse werden genomen
vol spanning kwam men in de hoofdstad aan, doch
hoe groot was de teleurstelling en verontwaardiging,
toen men alras tot de ontdekking kwam, dat met
de piano bedoeld werd een „kinderpiano met twee
hamertjes", alles te zamen kostende 30 Neder-
landsche centen 1
In het Ziekenhuis te Rotterdam vertoeft
thans een 35-jarig zeilmaker, nit Rnsland herkomstig.
Hy werd aangebracht met het stoomschip Uranus",
aan boord van welk schip hij zicb bij vertrek uit
Rival heimelijk in het ruim verstopte. Gedurende
vijf dagen voedde hij zich met in het ruim verborgen
haver, doch toen noodzaakte de dorst hem zich op
het dek te vertoonen. Daar de Uranus" toen in
volle zee was, werd de man meegenomen naar
Rotterdam, waar hij ernstig ziek en met bevroren
voeten aankwam. De zeilmaker was voornemens
te Rotterdam werk te zoeken.
Een predikant «op den meer en meer ge-
bruikeltjken" weg!
In het Christelijk weekblad Pniël komt een
advertentie voor, waarin «een jong predikant,
orthodox, van deftigen huize", kennismaking ver
zoekt met «een beschaafd ontwikkeld meisje, van
dezelfde godsdienstige overtuiging, zacht humeur,
aangenaam uiterlijk en eenig vermogen".
Te Bargerwolde hadden twee broeders genegen
heid opgevat voor hetzelfde meisje. Hieruit ontstond
een hevige twist. Een banner nam een geweer, om
daarmede zijn broeder te dooden. Het schot miste,
maar nu schoot hij zichzelf dood.
Een der lezers van de Telegraaf zond in het
jaar 1888 een bankbiljet van f 40 met onderstaand
versje do wereld in en ontving datzelfde biljet Vrijdag
weer terug:
Vaarwel, mijn lieveling
Ik moet u thans verlaten,
En komt gij in eens anders hand,
't Zy hier of in het verre land,
Deel daar aan uw confraters
Mijn bede meê, om, zoo het kan,
Bij my te gaan logeeren.
'k Beloof u zeker, dat ik dan
My best zal amuseeren.
En mocht gij weer, 't zy vroeg 't zij laat,
In mijn bezit geraken,
Dan hoop ik, dat ik nimmermeer
Zoo'n beö behoef te slaken.
Aan de wekelijksche courant De Nijverheid
van 29 Januari 1.1. ontleenen wij het volgende, dat
wy gelooven dat door elk ter harte mag worden
genomen
Vaderlandsche Nijverheid.
Omdat er één enkele vorm bestaat, waarin wy
onze vaderlandsche nij verheid niet wenschen be
schermd te zien, n.l. door hooge inkomende
rechten mag men niet gelooven of ook maar
vermoeden dat wy alle andere vormen veroordeelen.
Dit zij verre van ons.
Niemand ergert zich méér dan wij, wanneer er
berichten tot ons komen van bestellingen van
goederen en maebinerieön, in het buitenland gedaaD,
met voorbijgaan van de Nederlandsche ny verheid,
indien zy die even goed, zoo niet beter, tegen con-
curreerende prijzen zou hebben kunueu leveren.
Het doet ons steeds en telkenmale op nieuw leed,
wanneer iemand ons wijst op de voorliefde van ons
publiek voor buitenlandsche artikelen, voor zoover
die in geen enkel opzicht de voorkeur verdienen
boven hetgeen onze eigen buurman fabriceert en
tracht in den handel te brengen.
Wij hebben er rijpelijk over nagedacht, of er
geen middel bestaat dit kwaad te bestrijden en of
onze Maatschappij niet zou kunnen voorgaan, om
dit middel toe te passen.
Tot onze schande moeten wy evenwel bekennen
dat ons nadenken ons weinig verder heeft gebracht.
Wij staan hier n.l. volstrekt niet voor een natio
nalemaar voor een algemeen menschelijke kwaal.
Klachten, als hier te lande vernomen, kan men
evenzeer uit Duitschlaud, Frankrijk en Engeland
vernemen; zoover ons bekend is maakt slechts
Hongarije eene uitzondering, dóar is het nationali
teitsgevoel zóó sterk ontwikkeld, dat men er eene
eer in stelt, zooveel mogelijk de producten der
vaderlandsche nijverheid te gebruiken en die van
Duitschen of Oosteurykschen oorsprong te verbannen,
dit is dan ook het eenige land waar wij buiten
landsche voortbrengselen, met inlandsche etiketten
voorzien, hebben zien te koop aanbieden.
Wij zien geen kans om in ons land een dergelijke
nationale beweging op touw te zetten en betwijfelen
trouwens of een nationale haat tegen vreedzame
naburen, als in Hongarije bestaat tegen al wat
Duitscb is en Duitsch spreekt, een onafscheidelijk
aanhangsel van bet boven aangeduide nationaliteits-
i, voor een land als het onze wel zeer begeerlyk
doen dan het Hof en de hoogste aristocratie na te
volgen.
In Engeland heeft in de latere jaren het Hof een
zeer goed voorbeeld gegeven: Engelsche zijde,
Iersche kant, Schotsche tweeds, enz. enz. worden
door het Hof en de aristocratie in bescherming
genomen, een groot deel der burgerij vindt het dus
«deftig" of «fatsoenlijk" om zich te kleeden in
nationale stoffen.
Wij zyn niet bevoegd een oordeel uit te spreken
omtrent de mate waarin van het Nederlandsche
Hof en zijne omgeving eene dergelyke nationale
beweging uitgaat en wordt onderhouden. In alle
bescheidenheid vermeenen wij te constateeren dat
daarvan wel w,at weinig openlyk blijkt en dat onze
vaderlandsche nijverheid er niet slecht bij zoude
varen, indien zulks in meerdere mate het geval ware.
Iu de tweede plaats kunnewij den blik slaan
op onze eigene nyveren, het woord «nijveren"
in den ruimsten zin van het woord opvattende en
dus zoowel industrieelen, bandelaren en ambachts
bazen daaronder begrijpende deze klasse van
personen zon, dankt ons, oppervlakkig beschouwd
de allersterkste steun moeten leveren aan een streven
als door ons bedoeld.
Zou het echter waar zijn dat de groote meerder
heid onzer nyveren in hun dagelijksch leven door
drongen is van de waarheid der leer «wat gij niet
wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet!"
Wij betwijfelen het.
Om slechts één voorbeeld te noemen; de firma
P. van Son Co. te Deventer beklaagt zich bij
ons dat zij een aantal inkten moet afleveren, voorzien
van etiquetlen met Duitschen en Franschen tekst,
met geen ander doel dan dat bare afnemers-boek
handelaren bij sommige koopers beter prijs kunnen
maken, wanneer deze in den waan verkeeren dat
bet buitenlandsch fabrikaat is.
Nu zijn de inktsoorten dezer firma en van enkele
harer Nederlandsche concurrenten ten minste even
goed als en daarbij goedkooper dan het
buitenlandsche fabricaat.
Indien nu ieder Nederlandsch industrieel, die te
zijner tyd en op zijne beurt zich beklaagt over de
Nederlandsche voorliefde voor buitenlandsche arti
kelen, als regel bad aangenomen op zyn kantoor
slechts Nederlandsche inkt toe te laten, dan zouden
toch de heeren P. van Son Co. en tal van hunne
concurrenten het zoo volhandig bebben, dat stellig
van hunne zijde geene klacht vernomen werd.
Wij gaan echter verder en zouden wel eens willen
vragen aan de hier bedoelde klagers, én hun aantal
is legio:
«Hebt u geen Duitsche, d.i. zoogen. Amerikaansche
kachels in uw huis?" «Bestelt uwe vrouw of be
stellen uwe dochters nooit iets in Printemps, Bon
Marché of Louvre?" «Koopt u geen meubelen,
kleedingstukken, voedingsmiddelen, lekkernijen, enz.
enz. van buitenlandschen oorsprong, die ge even
goed of beter van Nederlandsch fabrikaat zoudt
hebben kunnen nemen?"
Met de hand op 't hart en zoo niet openlyk, dan
toch in zijne binnenkamer, zal menigeen ons moeten
toegeven dat zyn geweten te dezen opzichte verre
van zuiver is.
Welnu dan is ook het middel gevonden om
de hier besproken kwaal te bestryden; laat ieder
voor zich het voornemen opvatten en ten uitvoer
brengen om van nu af aan ook in kleinigheden te
lettea op den oorsprong der goederen die hij koopt
en men zal weldra bespeuren dat er vooruitgang komt.
NIEUW LICHT.
Prof. Raoul Pictet heeft in de benedenzaal van
«Odéon" te Amsterdam eene lezing gehouden over
het acetyleen-gas, het licht der toekomst!
De meest kenmerkende eigenschap van deze stof
is, dat de vlam een licht geeft als dat der zon,
zoodat alle kleuren dezelfde tint behouden, die zij
bij dag hebben, iets wat bij electrisch licht geenszins
het geval isterwjjl door het acetyleen, te bereiden
volgens de afkoelingsmethode van prof. Pictet, het
mogelijk wordt eene vlam te verkrijgen 60 maal
sterker dan die, welke ontstaat uit steenkoolgas
Daarbij komt nog, dat zij even onbeweeglijk constant
is als zuiver.
Wat prof. Pictet gedoceerd had, bewees hy. De
gaskranen werden uitgedraaid; 15 pitten, gevoed
uit een groote koolzuurflesch met vloeibaar acetyleen,
werden ontstoken eneen zucht van verbazing
ging op nit de aanwezigen. De volle middagzon
van een heerlijken Juli-dag heeft de benedenzaal
van «Odéon" zeker nimmer met zooveel licht en
gloed vervuld als bet acetyleeDgas van prof Pictet
verleden Zaterdagavond. De corbeilles met bloemen,
de kleurige linten en stukken zijde en meer andere
veelsoortige voorwerpen, uitgestald op de lange
tafel in het midden, men zag ze met zuiver
dezelfde tinten als welke zy bij daglicht vertoonen.
Het bleek, dat ook voor de fotografie het acetyleen-
licht zeer dienstig is, ja nog beter dan het gewone
daglicht.
Het fabriceeren van acetyleengas ban vrij goed
koop geschieden. Vooral waar het de verlichting
betreft van groote ruimten verkrijgt men op den
duur een niet geringe besparing.
zou zyn.
Iets anders is bet of men zou kunnen werken
op één of méér klassen der bevolking, die aan de
buitenlands-voorliefde het sterkst lydende zyn.
In de eerste plaats komen in aanmerking de
allerhoogste kringen der maatschappij. Waar die
het voorbeeld geven, zijn er zelfs in het aller-
democratischte land lieden te over, die niets liever
Vergadering
van het Departement Zierikzee der Ned.
Maatschappij »ter bevordering van
Nij verheid", van 6 Febr. 1896.
De voorzitter A. H. W. van der Vegt opent de verga
dering welke belegd is voor de bespreking over de heffing
van kaaigeld en weike voor iedereen toegankelijk is gesteld
met de mededeeling, dat reeds vóór de openbare raads
zitting, waarin kaaigeld behandeld werd, bij het departe-
mentsbestuur overwogen was, zich op de eene of andere
wijze over dit belangrijk onderwerp uit te 9preken. Dat dit
voornemen evenwel ten eenenmale was afgestuit op de
onbekendheid van de wijze van heffing van het kaaigeld.
Nu daarvan op heden meer bekend was geworden, had het
bestuur het op zijn weg geacht dit allerbelangrijkste punt
voor den handel en de nijverheid, tot een onderwerp van
algemeene bespreking te maken.
Dankbaar gestemd voelde hy zich voor deze onverwacht
groote opkomst, waarby hy een tal van raadsleden met hun
voorzitter mede tot zijn genoegen mocht opmerken, wier
tegenwoordigheid zeer zeker algemeen op den waren prys
werd gesteld.
Gelijk voor Nijverheidsvergaderingen gebruikelijk was, was
dit onderwerp vooraf in handen eener commissie gesteld en
verzocht hij ihans aan Jhr. Röell, het door de gecombineerde
commissie voor landbouw en van koophandel enz. uitge
brachte verslag aan de vergadering kenbaar te maken.
Uit de mededeeling van den rapporteur bleek, dat voor
de gestelde vraag: «Is invoering van een kaaigeld in onze
gemeente gewenscht" geen eenstemmigheid had bestaan
de argumenten van de tegenstan Iers dier heffing laidden
als volgt:
4®. dat de belasting niet op alle ingezetenen, doch op enkele
catagoriën van personen, als: landbouwers, fabrikanten,
handelaars enz. zal drukken, die tengevolge van de
concurrentie niet op hunne clientele de belasting kunnen
verhalen
2°. dat de schippers worden belast, terwijl de bedoeling is
de goederen te treffen;
3°. dat de belasting schade zal toebrengen aan den reeds
zoozeer gedrukten handel en aan de nijverheid, wan
neer Zierikzee ophoudt een vrijhaven te zynomdat
minder verscheping in het algemeen daarvan het on
vermijdelijke gevolg moet zijn;
4°. dat onmiddellijk daarby aansluitende, de werkeloosheid
zal toenemen, waardoor armoede en alzoo mindere wel
vaart hand over hand zal gaan heerschen;
5®. dat de geraamde opbrengst zoo gering is, dat zy voor
een hoogst belangrijk deel door de kosten van invor
dering opgeslokt zal worden.
De minderheid van de commissie voerde daartegen aan,
het bestaan eener verordening als de onderwerpelijke in
naburige gemeenten sedert tal van jaren en hare goede
werkiDg, voorts de noodzakelijkheid m deze gemeente tot
uitbreiding der bestaande belasting ter bestrijding van de
gewone uitgaven en het niet bewezen zijn van de overgroote
kosten van invordering.
Ten slotte was de gestelde vraag, hiervoren omschreven,
met 6 tegen 1 stem in ontkennenden zin beslist.
Een gelijk lot had in die commissie de vraag over het
tarief en de plaatsen waarvoor het zou gelden gesteld,
Blijkens de mededeeling van den rapporteur, had juist
de ongelijk aangelegde maatstaf wat de heffing naar den
aard der artikelen betrof en de onmogelijkheid van de be
paling waar de heffing al dan niet van kracht zou zijn,
tot het genoemde resultaat geleid, en voegde hij ten slotte
zijn meening er aan toe, dat zij, gelijk thans zij geredigeerd
is, tot een heirleger van bezwaren aanleiding zou geven.
Thans verrees uit zijn deftigen zetel de heer F. O. Olivier,
daartoe door den voorzitter uitgenoodigd, om zyn met humor
en talent uitgesproken rede te houden, ter mondelinge toe
lichting van het door Jhr. Röell uitgebrachte rapport.
Volgens zijne meening was de overweging van de voor
gestelde belasting om tot dekking van de onderhoudskosten
der bestrating, eene recognitie te heffen van de aldaar op
aangevoerde en ingeladen goederen, ten eenenmale onjuist,
nu het dagelijksch bestuur zyns inziens terecht, niet het
initiatief had willen nemen tot belasting van alle artikelen
en dat hetgeen thans op voorstel van 3 raadsleden, als
belastingwet zou ingevoerd worden, in hoofdzaak en uit
sluitend de landbouwartikelen zou treffen.
Keurde hij af, dat onvermijdelijk daardoor in de eerste
plaats de producent zou worden getroffen, afkeuring van
hooger hand zou deze, zoo ongelijk aangelegde belasting,
mede moeten trefièn, die op zoo'n in het oog loopende wijze
artikelen wilde bevoorrechten, zoodanig zelfs, dat volgens
spreker, feitelijk niet aan het voorschrift van de grondwet
voldaan is.
In hooge mate had het spreker bevreemdt, dat men bij
dit belastingsvoorstel uitsluitend de schipper voor de betaling
dezer belasting aansprakelijk had gesteld, die toch alleen
en uitsluitend met het vervoer te maken heeft. Men heeft
hierdoor strijd met de algemeene scheepvaartwetten in het
1 even geroepen, een object dat toch zeker niet aan de aan
dacht van het juridisch - en het scheepvaartkundig lid had
mogen ontgaan.
Het voorstel, gelijk het thans in portefeuille is, zal, ging
Spreker voort, een groote belemmering aan den handel van
deze stad geven, die zich steeds door het trekken van het
verkeer naar hare poorten, zoowel door den aanleg van een
haven, toen het oude vaarwater verlandde en door het
geven van subsidies voor den aanleg van kunstwegen,
zoowel als door den afkoop van tollen, steeds aan de spits
had gesteld om de vaan van vryhandei hoog te houden.
Zou volgens de voorstellers de belasting niet drukkend zijn,
wegens hare niet hoog geschatte opbrengst, en weinig
kosten van invordering, Spreker's meening is het dat het
in de praktijk zal blijken, niet mogelyk te zijn dit aan de
daarvoor genoemde gemeente-ambtenaren op te dragen. Na
nog ten slotte het driemastschip met zout beladen, met
5 cent kaaigeldbelasting bezwaard, aan de vergadering ver
toond te hebben en daarbij de onzuivere vlag ontrold te
hebben, waaronder deze belasting hierbinnen is geloodst,
eindigde Spreker met de uitnoodiging om met gepaste
middelen man aan man te blijven strijden tegen deze voor
het vrije verkeer vernietigende belastingvoorstellen.
Deze met herhaald applaus onderbroken rede, werd door
eene beschouwing gevolgd van den heer Koopman, die het
onjuist oordeelde de bieten, bij het gebrek aan gemeente
middelen voor eene ruimere toevloeiing van geld, te doen
boeten. Zijns inziens ging eene vergelijking met enkele
havens aan de buitengemeenten op deze eilanden niet op,
verklaring gevende hoe met de eerste verbouwing van bieten
de havens van die gemeenten uitgebreid en verbeterd werden,
waarvan de kosten onderliDg gedragen dienden te worden.
Nu die verbouwing of juister gezegd de levering een ander
karakter meer en meer ging krijgen, door het contracteeren
op suikergehalte, waarbij vry aan de fabriek geleverd wordt,
zou alleen de landbouwer de dupe van deze belasting
worden en schaarde hij zich dan ook zeer sterk aan de zijde
van de tegenstanders van het ingediende belastingvoorstel
Als zoodanig deed zich ook de heer A. Buijze Mr. kennen,
die voornamelijk toenemende werkeloosheid van het ontwerp
verwachtte, een omstandigheid waarvan twee der drie
voorstellers, gelijk uit een dezer dagen in het licht ver
schenen rapport over geneeskundige hulp voor de armen,
zich de noodlottigheid voor onze gemeente niet ver
heelden. Was het Spreker met zyne vroegere mede-commis
sarissen, de heeren R. Koole en C. van der Vliet, gelukt
het kolendepöt voor de Zeeuwsche Spoorboot-Maatschappij
hier ter stede te doen vestigen, de invoering van het
voorgestelde kaaigeld, zou alleen de Maatschappij f 150 meer
kosten per jaar. Verplaatsing der koienmagazijnen naar
Middelburg zou daarvan zeer zeker het gevolg zijn en daar
mede de jaarlijks aan werkloon uitbetaalde f 1500 verdwyuen.
Door den heer G. van der Werffwerden verrassende
cijfers medegedeeld, over hetgeen de gemeente met hare
inwoners aan baten geniet, zij het dan ook indirect van de
bietenverbouwing en verscheping. Gemiddeld wordt aan
vrachten 10,000 betaald van de 8 millioen K.G. bieten
van hier verscheept, waarvan zeer stellig '/s hier verteerd
wordt of f 2000, aan werkloon bij de verscheping wordt
verdiend f 1600, aan vveegloonen f 900, terwijl wegers en
controleurs ongeveer 4000 hier verteeren. Rekent men
nu hierbij de kosten van verwerking voor de werklui, van
de suikerbieten die in de naaste omgeving van de stad
verbouwd worden, op f 30 per gemet en ter oppervlakte
van pl.m. 1700 gemeten, dan verkrijgt men daardoor reeds
een bedrag van f 21,000. Voorts komen hier nog aan toe
de slepersloonen, die op pl.m. f 1000 zijn te stellen, en
andere verdiensten der agenten, zoodat volgens Spreker
ongeveer f 35,000 aan deze gemeente van de bietencultuur
ten goede komt. Dit voor oogen houdende, is het zaak geen
belemmering van welken aard ook, haar in den weg te
leggen.
Ook de heer P. van der Vliet acht het een ongezond
beginsel, de financiën te willen versterken door den handel
te gaan belemmeren. Hij hoopt dat het resultaat van deze
vergadering zal zyn, gelukkig door gemeenteraadsleden
ook bezocht, dat bij de behandeling van het tarief, het
devies zal zijn «gelijke monniken, gelijke kappen", onder die
bezieling, zal de nu bestaande wanverhouding zooal niet
geheel verdwijnen, dan toch tot een minimum herleid
worden.
Door den heer P. P. de Crane wordt nog nader aange
toond, dat het door den heer Olivier aangegeven getal van
twee commiezen voor de inning van de belasting zal blyken
onvoldoende te zijn.
Nadat door den heer Slager zijn spijt was betuigd over
het stilzwijgen in deze vergadering van hetgeen voor deze
belasting te zeggen viel, hoewel zelf geen voorstander, werd
door den Voorzitter de motie in stemming gebracht: »In
het belang dezer gemeente is het niet wenschelyk kaaigeld
te heffen". Deze motie werd met algemeene stemmen op
twee na, aangenomen.
Daarna werd gelegenheid gegeven tot teekening van het
hiervolgende door den Voorzitter voorgelezen adres:
Aan
den Gemeenteraad van Zierikzee.
Geren met verschuldigden eerbied te kennen,
De ondergeteekenden, allen belanghebbenden bij het
havenverkeer der gemeente Zierikzee;
dat zij met zeer veel leedwezen hebben kennis genomen
van uw besluit om in beginsel de heffing van een kaaigeld
in deze gemeente goed te keuren;
dat zij ondergeteekenden van oordeel zijn, dat het wel
begrepen belang der gemeente eischt, dat niet tot invoering
eener dergelijke belasting worde overgegaan
dat zij voor die meening de navolgende gronden aan
voeren
1°. de belasting zal drukken, niet op alle ingezetenen,
maar op eenige bepaalde categoriën van personen, ais:
landbouwers, fabrikanten, handelaars enz., die met het
oog op de concurrentie slechts zelden in de gelegenheid
zullen ziin, de belasting te verhalen op hunne clientèle
2®. de voorgestelde verordening belast de schippers, terwijl
de feitelijke bedoeling is, de goederen te belasten, die
niet aan de schippers toebehooren;
3®. de belasting zal schade toebrengen aan handel en
nijverheid, die in den tegenwoordigen tijd toch reeds
zoo zwaar gedrukt zijn; het feit, dat Zierikzee een
vrijhaven is, heeft tengevolge, dat vele landbouwers en
handelaren over deze gemeente verschepen, wijl zij
dan geene kaaigelden in andere gemeenten behoeven
te betalen;
4®. van het oogenblik, dat tengevolge van het invoeren
van kaaigeld, de verschepingen verminderen, wordt de
werkeloosheid in de hand gewerkt, waarvan meerdere
armoede en dus mindere welvaart bet onvermijdelijke
gevolg zyn;
5®. de geraamde opbrengst is zoo gering, dat zij grootendeels
zal worden verbruikt door de kosten van invordering;
dat zij om die redenen zicb wenden tot UEdel
Achtbare met beleefd maar dringend verzoek, om de
voorgestelde verordening tot het invoeren van een
kaaigeld te dezer stede te verwerpen.
'tWelk doende énz.
Zierikzee, 9 Februari 1896.
Het adres prykte bij sluiting der vergadering, met ongeveer
150 handteekeningen, terwijl vooraf de gelegenheid geboden
werd tot teekening op morgen by den boekhandelaar Van
Dishoeck.
Hiermede liep deze goedgeslaagde vergadering ten einde,
waarop men noode de gezonde en zieke raadsleden miste;
een spoedig herstel wordt hun toegewenscht
Aasbestedingen, Verkoopingen enx.
Ellemcet» Ten overstaan van notaris Mr. J. A.
Bolle werd ten verzoeke van de Erfgenamen van
Jan Berman in de herberg van P. van Langeraad
publiek verkocht:
Een huis en erf, staande en gelegen op het gehucht
Ondendijke, voor f 290, plus 12% onkosten. Kooper
werd de heer M. Gast te Ellemeet.
Cortgene, 6 Febr. Door Burgem. en Wetb.
werd heden ten gemeentehuize, by enkele inschrij
ving, aanbesteedhet verbouwen en vergrooten van
het Telegraaf- en Hulppostkantoor alhier.
Hiervoor was ingeschreven door; C. Kievit voor
f 3520, L. D. v. d. Linde voor f 3050, J. de Kater
voor f 3509, allen te ColijnsplaatJan Schippers
voor f 3098 en W. D. van der Moer te Cortgene,
voor 3300. Het werk werd gegund aan L. D.
van de Linde.
Landbouw en Weeteelt.
Zierikzee, 6 Febr. Heden hield de sociëteit
«Landbouw en Handel" alhier eene vergadering.
Voor deze gelegenheid was de bovenzaal van het
«Huis van Nassau" versierd, want deze sociëteit
zou herdenken haar 50-jarig bestaan. Het geheel
had een feestelijk aanzien. Het opschrift boven dat
gedeelte der zaal, waar het Bestuur zetelde, hopen
wij dat vervuld moge worden. Het luidde aldus:
Deer' Sociëteit heeft lang bestaan
En zal nog niet ten onder gaan,
Wanneer 't Bestuur met lust en vlijt
Blijft werken op gezelligheid.
Dan zeker zal de Landbouw-Handel
Een eeuwfeest vieren in hun wandel.
De Voorzitter, de heer B. G. v. d. Have, herinnert
hoe deze sociëteit op bescheiden wijze is tot stand
gekomen. In 1845 werd de heer L. Krepel benoemd
tot. Voorzitter en nam deze betrekking waar tot
1871, toen hij werd opgevolgd in 1872 door spreker,
die van af 30 Maart 1861 als Secretaris had ge
fungeerd.
De sociëteit is opgericht op 25 Aug. 1845, doch
verschillende omstandigheden hebben de herdenking
van het halve eeuwfeest tot heden doen uitstellen.
Door den Penningmeester wordt alsnu rekening
uitgebracht over het jaar 1895. Daaruit blijkt, dat
deze sluit met een batig saldo van f 122,58s, be
halve een bedrag van f 527,48, plus de rente, dat
in de spaarbank is.
De rekening wordt onderzocht en goedgekeurd.
Hierop worden uitgeloot eenige aandeelen in hier
bestaande hengsten-vereenigingen, die recht geven
op voorrechten voor de aandeelhouders.
De benoeming van twee Commissarissen wordt
aangehouden tot de volgende vergadering.
Na het gebruiken van eenige ververschiDgen geeft
de Voorzitter eene korte geschiedenis dezer sociëteit.
Op den voorgrond stelt hij, dat deze sociëteit
recht van bestaan heeft, niet alleen doordat zij de
gezelligheid bevordert en de band tusschen de
landbouwers onderling bevestigt, maar ook en vooral
door betgeen zy verricht. Zij toch heeft de land
bouwers gesteund, toen zij door hagelslag zware
verliezen hebben geleden, zij steunde de Land-
bouw-Tentoonstellingen, de Paardenloterij en niet
het minst de Tentoonstellingen van Zaden en Granen.
Met recht kan van de 50-jarige worden gezegd:
dat zij hare roeping met eere vervult.
Na een overzicht betreffende de Bestuursleden
herinnert spreker dat de sociëteit in 1845 gevestigd
is bij den heer B. H. Harinck, waar op 28 Jan.
1858 de laatste vergadering werd gehouden. Op 5
Aug. 1858 werd de eerste vergadering gehouden in
het hotel >de Kroon" van den heer Augustijn, en
bij de opheffing van dat hotel in 1865 werd zy
overgebracht naar het «Huis van Nassau", toen
bewoond door den heer M. Franken. In den beginne
was het lokaal zeer ongeschikt, doch genoemde be
woner heeft het tegenwoordige doelmatige lokaal
doen inrichten. De tegenwoordige eigenaar, de heer
Constandse, doet al het mogelijke om het zijnen
bezoekers aangenaam te maken, alleen zou wenschelnk
zyn dat het consumable wat verbeterde.
De Voorzitter herinnert, dat één der oprichter*
dezer sociëteit nog hier aanwezig is, nl. de heer
Jan Flohil te Oosterland, die sedert 1845 lid is.