ZIËRIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 8 Februari 1896. Tweede Blad. Versohnnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 52ste JAARGANG. No. 6727. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cto. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode" B~ e kYnd m aki ng7 De BURGEMEESTER en WETHOUDERS i maken bekend, dat zij aan Andries Sehell, vleesehhouwer, wonende in deze gemeente, en zijne recht verkrijgenden, vergunning hebben verleend tot de oprichting eener Slachtery in het perceel, uitkomende in het Hoeltje, en deel uitmakende van het perceel, staande in de Verrenieuwstraat, plaatselijk gemerkt Wijk B, No. 107, kadastraal bekend Sectie A No. 321. Zierikzee, den 5 Februari 1896. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. lïÏEÜWSTiJPIWGEIl7 Nederland. Dordrecht, 5 Febr. De toestand der bier- buishoudster E. van G., op wie door den gepens. Indischen soldaat S. de G. uit minnenijd vier revolverschoten werden gelost, is tamelijk bevredi gend, doch de vrouw is nog niet buiten levensgevaar. De in het dikke voorhoofdsbeen saamgeperste en vervormde kogel is gelukkig verwijderd. Geersdtik., 4 Febr. Klein, maar sterk is ons musschengilde te noemen. By de beden gehouden vergadering bleek, dat door 16 leden waren in geleverd 1565 masschen of daaraan gelijkstaande. Als «koning" troonde de beer Witte Hage van Wissenkerke; de avond werd genoegelijk gesleten en een smakelijk souper besloot de bijeenkomst, die dit jaar by den beer C. de Vlieger plaats had. lllU'gh, 7 Febr. Door de leden van het musscheDgilde alhier zijn in 1895 ingeleverd 2107 musschen of daaraan gelijk. Het grootste aantal musschen werd ingeleverd door J. Verwest met 528, daarna volgden P. Blom en S. van Slnis, respec tievelijk met 137 en 135 musschen. OoSterland, 7 Febr. Het reciteercollege «Onderling Genoegen" gaf Woensdag en Donderdag j.l. eene uitvoering in het logement van den heer J. J. Beije alhier. Opgevoerd werden «Oom Fredenk" en »Ik wil trouwenof de Huwelyks-advertentie". Ofschoon het gezelschap nog betrekkelijk jong is, getuigde toch beide avonden de eivolle zaal van meer dan gewone belangstelling. En die belangstelling is het gezelschap ten volle waard! Alle leden toch vervulden hunne rollen op verdienstelijke wijze en vooral ook aan de dames mag in dit opzicht een extra woord van dank worden toegebracht. Er heerschte dien avond een recht opgewekte stemming onder het publiek en deze werd nog verhoogd ge durende het zeer geanimeerde bal, dat na afloop werd gehouden. «Onderling Genoegen" mag met voldoening op beide feestavonden terugzien en de toenemende be langstelling van het publiek moge den leden een prikkel zijn om op den ingeslagen weg voort te gaan. «Altijd beter, altijd hooger!" zij en blijve hun zin spreuk en in 't volle vertrouwen, dat ze aan die spreuk getrouw zullen blijven, roepen we bun een hartelijk: «Tot weerziens!" toe. Zierikzee, 7 Febr. Naar wij vernemen, beeft de heer Abr. de Vlieger (geb. te Burgh), op zijn verzoek eervol ontslag verkregen als onderwijzer aan de Zendingsscholen der Vereeniging tot uit breiding van het Evangelie in Egypte. Het afscheid van zijne trouwe Arabische vrienden was zeer aandoenlijk. Hij hoopt te Bodegraven zijne vacantie door te brengen en voorts zijne vrienden in Zeeland Zij, die recht hebben om op de kiezerslijsten te Zierikzee geplaatst te worden, op grond, dat zij •lodger" (kamerbewoner) of in een andere gemeente in de grond- of personeele belasting aangeslagen zijn, of wel meebetalen in de grondbelasting voor onverdeelden eigendom, die op eens anders naam staat, moeten zich vóór 15 Februari ter Gemeente secretarie alhier aanmelden. Alle andere rechthebbenden worden op de lijsten gebracht, zonder dat zy daarom behoeven te vragen. Als «lodger"-kiezer wordt aangenomen ieder mannelijk ingezeten, die bij een ander inwoont in een huis, dat in zijn geheel ten minste een huur waarde beeft van 66 en daarvan een gedeelte in gebruik heeft, hetwelk ongemeubeld op een huur waarde van minstens f 33 is geschat, mits hij daarin ten minste sedert 15 Mei 1895 woont. METEOROLOGISCHE WAARNEMINGEN bij 's Rykskustverlichting te Westerschouwen gedurende Januari 1896. Slechts 11 malen vorst (waarvan nog 7 maal ruige vorst en ijzel), 3 malen sueeuw, 2 maal hagel, in geringe mate, 18 dagen dat er regen viel, waarvan slechts 10 maal aftapping kon geschieden en 27,3 m.M. water, of 9,2 m.M. beneden den normalen valde Bannen ontvingen dus niet meer dan 507780 M3. Toch scheen er in hooger sfeeren koude te heerschen, daar men driemaal kransen en ringen rond vrouw Luna zag en den 20en een ring tegen over de zon bij dikke mist werd waargenomen. De luchtgesteldheid was: 18 malen nevelachtig, 21 malen mistig, meerendeels df&mistig, dauw kwam 3 maal, rijp 4 maal voor. Overigens werd genoteerd: 18 maal helder, 4 maal lichtbewolkt, 12 maal bewolkt, 23 maal betrokken, 10 maal zwaarbewolkt. De wind varieerde volgender wi}2e11 maal Noord, 5 maal N.O., 10 maal Oost, 6 maal Z.O., 10 maal Zuid, 10 maal Z.W., 16 maal West en 7 maal N.W. Toegekend de rang van brigadier-titulair aan den rijksveldwachter I. Vermeulen te Renesse. Te Bath is de pastorie der Ned. Hervormde Gemeente, welke nog altijd wacht op verplaatsing naar Rilland en reeds 15 jaar onbewoond is, dezer dagen door het kerkbestuur voor den tijd van één jaar verhuurd aan lieden, die te Rilland geen woning konden vinden. Men bouwt daar nog steeds bij en meestal zijn de nieuwe huizen reeds verhuurd vóór dat zij vol tooid zijn. De rekening en verantwoording van den Directeur der Levensverzekering-]" «Haarlem" over 1895 is door Commissarissen goed gekeurd. Uit die rekening bljjkt, dat in 1895 aan contri butie werd ontvangen f 41077,33 en aan renten van belegde gelden f 7341,76dat wegens overlijden is uitgekeerd eene som van f 18013,69; dat het kapitaal is toegenomen met 18555,S35 en alzoo is geklommen tot f 181412,81. Het getal leden ver meerderde met 1777 en bedroeg alzoo op 31 Dec. j.l. 21575. Dat de toestand der Maatschappij gunstig mag worden genoemd, kan ook hieruit blyken, dat de winst volgens de in 1895 opgemaakte wiskundige balans f 78372,38s bedroeg, waardoor het mogelijk was, de uitkeeringen met 10 te verhoogen. Aangenaam verrast was een geacht ingezetene van Arnhem, toen hij by het nazien van de trekkings- lysten van de Amsterdamsche tentoonstelling tot de ontdekking kwam, dat hem een piano was ten deel gevallen. Fluks stelde hij zijne vrouw met de blijde tijding in kennis, en besloten werd, gezamen lijk naar Amsterdam te gaan, om den prys in ontvangst te nemen. Men zou dan tevens eenige familiebezoeken afleggen. Twee retourbiljetten tweedeklasse werden genomen vol spanning kwam men in de hoofdstad aan, doch hoe groot was de teleurstelling en verontwaardiging, toen men alras tot de ontdekking kwam, dat met de piano bedoeld werd een „kinderpiano met twee hamertjes", alles te zamen kostende 30 Neder- landsche centen 1 In het Ziekenhuis te Rotterdam vertoeft thans een 35-jarig zeilmaker, nit Rnsland herkomstig. Hy werd aangebracht met het stoomschip Uranus", aan boord van welk schip hij zicb bij vertrek uit Rival heimelijk in het ruim verstopte. Gedurende vijf dagen voedde hij zich met in het ruim verborgen haver, doch toen noodzaakte de dorst hem zich op het dek te vertoonen. Daar de Uranus" toen in volle zee was, werd de man meegenomen naar Rotterdam, waar hij ernstig ziek en met bevroren voeten aankwam. De zeilmaker was voornemens te Rotterdam werk te zoeken. Een predikant «op den meer en meer ge- bruikeltjken" weg! In het Christelijk weekblad Pniël komt een advertentie voor, waarin «een jong predikant, orthodox, van deftigen huize", kennismaking ver zoekt met «een beschaafd ontwikkeld meisje, van dezelfde godsdienstige overtuiging, zacht humeur, aangenaam uiterlijk en eenig vermogen". Te Bargerwolde hadden twee broeders genegen heid opgevat voor hetzelfde meisje. Hieruit ontstond een hevige twist. Een banner nam een geweer, om daarmede zijn broeder te dooden. Het schot miste, maar nu schoot hij zichzelf dood. Een der lezers van de Telegraaf zond in het jaar 1888 een bankbiljet van f 40 met onderstaand versje do wereld in en ontving datzelfde biljet Vrijdag weer terug: Vaarwel, mijn lieveling Ik moet u thans verlaten, En komt gij in eens anders hand, 't Zy hier of in het verre land, Deel daar aan uw confraters Mijn bede meê, om, zoo het kan, Bij my te gaan logeeren. 'k Beloof u zeker, dat ik dan My best zal amuseeren. En mocht gij weer, 't zy vroeg 't zij laat, In mijn bezit geraken, Dan hoop ik, dat ik nimmermeer Zoo'n beö behoef te slaken. Aan de wekelijksche courant De Nijverheid van 29 Januari 1.1. ontleenen wij het volgende, dat wy gelooven dat door elk ter harte mag worden genomen Vaderlandsche Nijverheid. Omdat er één enkele vorm bestaat, waarin wy onze vaderlandsche nij verheid niet wenschen be schermd te zien, n.l. door hooge inkomende rechten mag men niet gelooven of ook maar vermoeden dat wy alle andere vormen veroordeelen. Dit zij verre van ons. Niemand ergert zich méér dan wij, wanneer er berichten tot ons komen van bestellingen van goederen en maebinerieön, in het buitenland gedaaD, met voorbijgaan van de Nederlandsche ny verheid, indien zy die even goed, zoo niet beter, tegen con- curreerende prijzen zou hebben kunueu leveren. Het doet ons steeds en telkenmale op nieuw leed, wanneer iemand ons wijst op de voorliefde van ons publiek voor buitenlandsche artikelen, voor zoover die in geen enkel opzicht de voorkeur verdienen boven hetgeen onze eigen buurman fabriceert en tracht in den handel te brengen. Wij hebben er rijpelijk over nagedacht, of er geen middel bestaat dit kwaad te bestrijden en of onze Maatschappij niet zou kunnen voorgaan, om dit middel toe te passen. Tot onze schande moeten wy evenwel bekennen dat ons nadenken ons weinig verder heeft gebracht. Wij staan hier n.l. volstrekt niet voor een natio nalemaar voor een algemeen menschelijke kwaal. Klachten, als hier te lande vernomen, kan men evenzeer uit Duitschlaud, Frankrijk en Engeland vernemen; zoover ons bekend is maakt slechts Hongarije eene uitzondering, dóar is het nationali teitsgevoel zóó sterk ontwikkeld, dat men er eene eer in stelt, zooveel mogelijk de producten der vaderlandsche nijverheid te gebruiken en die van Duitschen of Oosteurykschen oorsprong te verbannen, dit is dan ook het eenige land waar wij buiten landsche voortbrengselen, met inlandsche etiketten voorzien, hebben zien te koop aanbieden. Wij zien geen kans om in ons land een dergelijke nationale beweging op touw te zetten en betwijfelen trouwens of een nationale haat tegen vreedzame naburen, als in Hongarije bestaat tegen al wat Duitscb is en Duitsch spreekt, een onafscheidelijk aanhangsel van bet boven aangeduide nationaliteits- i, voor een land als het onze wel zeer begeerlyk doen dan het Hof en de hoogste aristocratie na te volgen. In Engeland heeft in de latere jaren het Hof een zeer goed voorbeeld gegeven: Engelsche zijde, Iersche kant, Schotsche tweeds, enz. enz. worden door het Hof en de aristocratie in bescherming genomen, een groot deel der burgerij vindt het dus «deftig" of «fatsoenlijk" om zich te kleeden in nationale stoffen. Wij zyn niet bevoegd een oordeel uit te spreken omtrent de mate waarin van het Nederlandsche Hof en zijne omgeving eene dergelyke nationale beweging uitgaat en wordt onderhouden. In alle bescheidenheid vermeenen wij te constateeren dat daarvan wel w,at weinig openlyk blijkt en dat onze vaderlandsche nijverheid er niet slecht bij zoude varen, indien zulks in meerdere mate het geval ware. Iu de tweede plaats kunnewij den blik slaan op onze eigene nyveren, het woord «nijveren" in den ruimsten zin van het woord opvattende en dus zoowel industrieelen, bandelaren en ambachts bazen daaronder begrijpende deze klasse van personen zon, dankt ons, oppervlakkig beschouwd de allersterkste steun moeten leveren aan een streven als door ons bedoeld. Zou het echter waar zijn dat de groote meerder heid onzer nyveren in hun dagelijksch leven door drongen is van de waarheid der leer «wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet!" Wij betwijfelen het. Om slechts één voorbeeld te noemen; de firma P. van Son Co. te Deventer beklaagt zich bij ons dat zij een aantal inkten moet afleveren, voorzien van etiquetlen met Duitschen en Franschen tekst, met geen ander doel dan dat bare afnemers-boek handelaren bij sommige koopers beter prijs kunnen maken, wanneer deze in den waan verkeeren dat bet buitenlandsch fabrikaat is. Nu zijn de inktsoorten dezer firma en van enkele harer Nederlandsche concurrenten ten minste even goed als en daarbij goedkooper dan het buitenlandsche fabricaat. Indien nu ieder Nederlandsch industrieel, die te zijner tyd en op zijne beurt zich beklaagt over de Nederlandsche voorliefde voor buitenlandsche arti kelen, als regel bad aangenomen op zyn kantoor slechts Nederlandsche inkt toe te laten, dan zouden toch de heeren P. van Son Co. en tal van hunne concurrenten het zoo volhandig bebben, dat stellig van hunne zijde geene klacht vernomen werd. Wij gaan echter verder en zouden wel eens willen vragen aan de hier bedoelde klagers, én hun aantal is legio: «Hebt u geen Duitsche, d.i. zoogen. Amerikaansche kachels in uw huis?" «Bestelt uwe vrouw of be stellen uwe dochters nooit iets in Printemps, Bon Marché of Louvre?" «Koopt u geen meubelen, kleedingstukken, voedingsmiddelen, lekkernijen, enz. enz. van buitenlandschen oorsprong, die ge even goed of beter van Nederlandsch fabrikaat zoudt hebben kunnen nemen?" Met de hand op 't hart en zoo niet openlyk, dan toch in zijne binnenkamer, zal menigeen ons moeten toegeven dat zyn geweten te dezen opzichte verre van zuiver is. Welnu dan is ook het middel gevonden om de hier besproken kwaal te bestryden; laat ieder voor zich het voornemen opvatten en ten uitvoer brengen om van nu af aan ook in kleinigheden te lettea op den oorsprong der goederen die hij koopt en men zal weldra bespeuren dat er vooruitgang komt. NIEUW LICHT. Prof. Raoul Pictet heeft in de benedenzaal van «Odéon" te Amsterdam eene lezing gehouden over het acetyleen-gas, het licht der toekomst! De meest kenmerkende eigenschap van deze stof is, dat de vlam een licht geeft als dat der zon, zoodat alle kleuren dezelfde tint behouden, die zij bij dag hebben, iets wat bij electrisch licht geenszins het geval isterwjjl door het acetyleen, te bereiden volgens de afkoelingsmethode van prof. Pictet, het mogelijk wordt eene vlam te verkrijgen 60 maal sterker dan die, welke ontstaat uit steenkoolgas Daarbij komt nog, dat zij even onbeweeglijk constant is als zuiver. Wat prof. Pictet gedoceerd had, bewees hy. De gaskranen werden uitgedraaid; 15 pitten, gevoed uit een groote koolzuurflesch met vloeibaar acetyleen, werden ontstoken eneen zucht van verbazing ging op nit de aanwezigen. De volle middagzon van een heerlijken Juli-dag heeft de benedenzaal van «Odéon" zeker nimmer met zooveel licht en gloed vervuld als bet acetyleeDgas van prof Pictet verleden Zaterdagavond. De corbeilles met bloemen, de kleurige linten en stukken zijde en meer andere veelsoortige voorwerpen, uitgestald op de lange tafel in het midden, men zag ze met zuiver dezelfde tinten als welke zy bij daglicht vertoonen. Het bleek, dat ook voor de fotografie het acetyleen- licht zeer dienstig is, ja nog beter dan het gewone daglicht. Het fabriceeren van acetyleengas ban vrij goed koop geschieden. Vooral waar het de verlichting betreft van groote ruimten verkrijgt men op den duur een niet geringe besparing. zou zyn. Iets anders is bet of men zou kunnen werken op één of méér klassen der bevolking, die aan de buitenlands-voorliefde het sterkst lydende zyn. In de eerste plaats komen in aanmerking de allerhoogste kringen der maatschappij. Waar die het voorbeeld geven, zijn er zelfs in het aller- democratischte land lieden te over, die niets liever Vergadering van het Departement Zierikzee der Ned. Maatschappij »ter bevordering van Nij verheid", van 6 Febr. 1896. De voorzitter A. H. W. van der Vegt opent de verga dering welke belegd is voor de bespreking over de heffing van kaaigeld en weike voor iedereen toegankelijk is gesteld met de mededeeling, dat reeds vóór de openbare raads zitting, waarin kaaigeld behandeld werd, bij het departe- mentsbestuur overwogen was, zich op de eene of andere wijze over dit belangrijk onderwerp uit te 9preken. Dat dit voornemen evenwel ten eenenmale was afgestuit op de onbekendheid van de wijze van heffing van het kaaigeld. Nu daarvan op heden meer bekend was geworden, had het bestuur het op zijn weg geacht dit allerbelangrijkste punt voor den handel en de nijverheid, tot een onderwerp van algemeene bespreking te maken. Dankbaar gestemd voelde hy zich voor deze onverwacht groote opkomst, waarby hy een tal van raadsleden met hun voorzitter mede tot zijn genoegen mocht opmerken, wier tegenwoordigheid zeer zeker algemeen op den waren prys werd gesteld. Gelijk voor Nijverheidsvergaderingen gebruikelijk was, was dit onderwerp vooraf in handen eener commissie gesteld en verzocht hij ihans aan Jhr. Röell, het door de gecombineerde commissie voor landbouw en van koophandel enz. uitge brachte verslag aan de vergadering kenbaar te maken. Uit de mededeeling van den rapporteur bleek, dat voor de gestelde vraag: «Is invoering van een kaaigeld in onze gemeente gewenscht" geen eenstemmigheid had bestaan de argumenten van de tegenstan Iers dier heffing laidden als volgt: 4®. dat de belasting niet op alle ingezetenen, doch op enkele catagoriën van personen, als: landbouwers, fabrikanten, handelaars enz. zal drukken, die tengevolge van de concurrentie niet op hunne clientele de belasting kunnen verhalen 2°. dat de schippers worden belast, terwijl de bedoeling is de goederen te treffen; 3°. dat de belasting schade zal toebrengen aan den reeds zoozeer gedrukten handel en aan de nijverheid, wan neer Zierikzee ophoudt een vrijhaven te zynomdat minder verscheping in het algemeen daarvan het on vermijdelijke gevolg moet zijn; 4°. dat onmiddellijk daarby aansluitende, de werkeloosheid zal toenemen, waardoor armoede en alzoo mindere wel vaart hand over hand zal gaan heerschen; 5®. dat de geraamde opbrengst zoo gering is, dat zy voor een hoogst belangrijk deel door de kosten van invor dering opgeslokt zal worden. De minderheid van de commissie voerde daartegen aan, het bestaan eener verordening als de onderwerpelijke in naburige gemeenten sedert tal van jaren en hare goede werkiDg, voorts de noodzakelijkheid m deze gemeente tot uitbreiding der bestaande belasting ter bestrijding van de gewone uitgaven en het niet bewezen zijn van de overgroote kosten van invordering. Ten slotte was de gestelde vraag, hiervoren omschreven, met 6 tegen 1 stem in ontkennenden zin beslist. Een gelijk lot had in die commissie de vraag over het tarief en de plaatsen waarvoor het zou gelden gesteld, Blijkens de mededeeling van den rapporteur, had juist de ongelijk aangelegde maatstaf wat de heffing naar den aard der artikelen betrof en de onmogelijkheid van de be paling waar de heffing al dan niet van kracht zou zijn, tot het genoemde resultaat geleid, en voegde hij ten slotte zijn meening er aan toe, dat zij, gelijk thans zij geredigeerd is, tot een heirleger van bezwaren aanleiding zou geven. Thans verrees uit zijn deftigen zetel de heer F. O. Olivier, daartoe door den voorzitter uitgenoodigd, om zyn met humor en talent uitgesproken rede te houden, ter mondelinge toe lichting van het door Jhr. Röell uitgebrachte rapport. Volgens zijne meening was de overweging van de voor gestelde belasting om tot dekking van de onderhoudskosten der bestrating, eene recognitie te heffen van de aldaar op aangevoerde en ingeladen goederen, ten eenenmale onjuist, nu het dagelijksch bestuur zyns inziens terecht, niet het initiatief had willen nemen tot belasting van alle artikelen en dat hetgeen thans op voorstel van 3 raadsleden, als belastingwet zou ingevoerd worden, in hoofdzaak en uit sluitend de landbouwartikelen zou treffen. Keurde hij af, dat onvermijdelijk daardoor in de eerste plaats de producent zou worden getroffen, afkeuring van hooger hand zou deze, zoo ongelijk aangelegde belasting, mede moeten trefièn, die op zoo'n in het oog loopende wijze artikelen wilde bevoorrechten, zoodanig zelfs, dat volgens spreker, feitelijk niet aan het voorschrift van de grondwet voldaan is. In hooge mate had het spreker bevreemdt, dat men bij dit belastingsvoorstel uitsluitend de schipper voor de betaling dezer belasting aansprakelijk had gesteld, die toch alleen en uitsluitend met het vervoer te maken heeft. Men heeft hierdoor strijd met de algemeene scheepvaartwetten in het 1 even geroepen, een object dat toch zeker niet aan de aan dacht van het juridisch - en het scheepvaartkundig lid had mogen ontgaan. Het voorstel, gelijk het thans in portefeuille is, zal, ging Spreker voort, een groote belemmering aan den handel van deze stad geven, die zich steeds door het trekken van het verkeer naar hare poorten, zoowel door den aanleg van een haven, toen het oude vaarwater verlandde en door het geven van subsidies voor den aanleg van kunstwegen, zoowel als door den afkoop van tollen, steeds aan de spits had gesteld om de vaan van vryhandei hoog te houden. Zou volgens de voorstellers de belasting niet drukkend zijn, wegens hare niet hoog geschatte opbrengst, en weinig kosten van invordering, Spreker's meening is het dat het in de praktijk zal blijken, niet mogelyk te zijn dit aan de daarvoor genoemde gemeente-ambtenaren op te dragen. Na nog ten slotte het driemastschip met zout beladen, met 5 cent kaaigeldbelasting bezwaard, aan de vergadering ver toond te hebben en daarbij de onzuivere vlag ontrold te hebben, waaronder deze belasting hierbinnen is geloodst, eindigde Spreker met de uitnoodiging om met gepaste middelen man aan man te blijven strijden tegen deze voor het vrije verkeer vernietigende belastingvoorstellen. Deze met herhaald applaus onderbroken rede, werd door eene beschouwing gevolgd van den heer Koopman, die het onjuist oordeelde de bieten, bij het gebrek aan gemeente middelen voor eene ruimere toevloeiing van geld, te doen boeten. Zijns inziens ging eene vergelijking met enkele havens aan de buitengemeenten op deze eilanden niet op, verklaring gevende hoe met de eerste verbouwing van bieten de havens van die gemeenten uitgebreid en verbeterd werden, waarvan de kosten onderliDg gedragen dienden te worden. Nu die verbouwing of juister gezegd de levering een ander karakter meer en meer ging krijgen, door het contracteeren op suikergehalte, waarbij vry aan de fabriek geleverd wordt, zou alleen de landbouwer de dupe van deze belasting worden en schaarde hij zich dan ook zeer sterk aan de zijde van de tegenstanders van het ingediende belastingvoorstel Als zoodanig deed zich ook de heer A. Buijze Mr. kennen, die voornamelijk toenemende werkeloosheid van het ontwerp verwachtte, een omstandigheid waarvan twee der drie voorstellers, gelijk uit een dezer dagen in het licht ver schenen rapport over geneeskundige hulp voor de armen, zich de noodlottigheid voor onze gemeente niet ver heelden. Was het Spreker met zyne vroegere mede-commis sarissen, de heeren R. Koole en C. van der Vliet, gelukt het kolendepöt voor de Zeeuwsche Spoorboot-Maatschappij hier ter stede te doen vestigen, de invoering van het voorgestelde kaaigeld, zou alleen de Maatschappij f 150 meer kosten per jaar. Verplaatsing der koienmagazijnen naar Middelburg zou daarvan zeer zeker het gevolg zijn en daar mede de jaarlijks aan werkloon uitbetaalde f 1500 verdwyuen. Door den heer G. van der Werffwerden verrassende cijfers medegedeeld, over hetgeen de gemeente met hare inwoners aan baten geniet, zij het dan ook indirect van de bietenverbouwing en verscheping. Gemiddeld wordt aan vrachten 10,000 betaald van de 8 millioen K.G. bieten van hier verscheept, waarvan zeer stellig '/s hier verteerd wordt of f 2000, aan werkloon bij de verscheping wordt verdiend f 1600, aan vveegloonen f 900, terwijl wegers en controleurs ongeveer 4000 hier verteeren. Rekent men nu hierbij de kosten van verwerking voor de werklui, van de suikerbieten die in de naaste omgeving van de stad verbouwd worden, op f 30 per gemet en ter oppervlakte van pl.m. 1700 gemeten, dan verkrijgt men daardoor reeds een bedrag van f 21,000. Voorts komen hier nog aan toe de slepersloonen, die op pl.m. f 1000 zijn te stellen, en andere verdiensten der agenten, zoodat volgens Spreker ongeveer f 35,000 aan deze gemeente van de bietencultuur ten goede komt. Dit voor oogen houdende, is het zaak geen belemmering van welken aard ook, haar in den weg te leggen. Ook de heer P. van der Vliet acht het een ongezond beginsel, de financiën te willen versterken door den handel te gaan belemmeren. Hij hoopt dat het resultaat van deze vergadering zal zyn, gelukkig door gemeenteraadsleden ook bezocht, dat bij de behandeling van het tarief, het devies zal zijn «gelijke monniken, gelijke kappen", onder die bezieling, zal de nu bestaande wanverhouding zooal niet geheel verdwijnen, dan toch tot een minimum herleid worden. Door den heer P. P. de Crane wordt nog nader aange toond, dat het door den heer Olivier aangegeven getal van twee commiezen voor de inning van de belasting zal blyken onvoldoende te zijn. Nadat door den heer Slager zijn spijt was betuigd over het stilzwijgen in deze vergadering van hetgeen voor deze belasting te zeggen viel, hoewel zelf geen voorstander, werd door den Voorzitter de motie in stemming gebracht: »In het belang dezer gemeente is het niet wenschelyk kaaigeld te heffen". Deze motie werd met algemeene stemmen op twee na, aangenomen. Daarna werd gelegenheid gegeven tot teekening van het hiervolgende door den Voorzitter voorgelezen adres: Aan den Gemeenteraad van Zierikzee. Geren met verschuldigden eerbied te kennen, De ondergeteekenden, allen belanghebbenden bij het havenverkeer der gemeente Zierikzee; dat zij met zeer veel leedwezen hebben kennis genomen van uw besluit om in beginsel de heffing van een kaaigeld in deze gemeente goed te keuren; dat zij ondergeteekenden van oordeel zijn, dat het wel begrepen belang der gemeente eischt, dat niet tot invoering eener dergelijke belasting worde overgegaan dat zij voor die meening de navolgende gronden aan voeren 1°. de belasting zal drukken, niet op alle ingezetenen, maar op eenige bepaalde categoriën van personen, ais: landbouwers, fabrikanten, handelaars enz., die met het oog op de concurrentie slechts zelden in de gelegenheid zullen ziin, de belasting te verhalen op hunne clientèle 2®. de voorgestelde verordening belast de schippers, terwijl de feitelijke bedoeling is, de goederen te belasten, die niet aan de schippers toebehooren; 3®. de belasting zal schade toebrengen aan handel en nijverheid, die in den tegenwoordigen tijd toch reeds zoo zwaar gedrukt zijn; het feit, dat Zierikzee een vrijhaven is, heeft tengevolge, dat vele landbouwers en handelaren over deze gemeente verschepen, wijl zij dan geene kaaigelden in andere gemeenten behoeven te betalen; 4®. van het oogenblik, dat tengevolge van het invoeren van kaaigeld, de verschepingen verminderen, wordt de werkeloosheid in de hand gewerkt, waarvan meerdere armoede en dus mindere welvaart bet onvermijdelijke gevolg zyn; 5®. de geraamde opbrengst is zoo gering, dat zij grootendeels zal worden verbruikt door de kosten van invordering; dat zij om die redenen zicb wenden tot UEdel Achtbare met beleefd maar dringend verzoek, om de voorgestelde verordening tot het invoeren van een kaaigeld te dezer stede te verwerpen. 'tWelk doende énz. Zierikzee, 9 Februari 1896. Het adres prykte bij sluiting der vergadering, met ongeveer 150 handteekeningen, terwijl vooraf de gelegenheid geboden werd tot teekening op morgen by den boekhandelaar Van Dishoeck. Hiermede liep deze goedgeslaagde vergadering ten einde, waarop men noode de gezonde en zieke raadsleden miste; een spoedig herstel wordt hun toegewenscht Aasbestedingen, Verkoopingen enx. Ellemcet» Ten overstaan van notaris Mr. J. A. Bolle werd ten verzoeke van de Erfgenamen van Jan Berman in de herberg van P. van Langeraad publiek verkocht: Een huis en erf, staande en gelegen op het gehucht Ondendijke, voor f 290, plus 12% onkosten. Kooper werd de heer M. Gast te Ellemeet. Cortgene, 6 Febr. Door Burgem. en Wetb. werd heden ten gemeentehuize, by enkele inschrij ving, aanbesteedhet verbouwen en vergrooten van het Telegraaf- en Hulppostkantoor alhier. Hiervoor was ingeschreven door; C. Kievit voor f 3520, L. D. v. d. Linde voor f 3050, J. de Kater voor f 3509, allen te ColijnsplaatJan Schippers voor f 3098 en W. D. van der Moer te Cortgene, voor 3300. Het werk werd gegund aan L. D. van de Linde. Landbouw en Weeteelt. Zierikzee, 6 Febr. Heden hield de sociëteit «Landbouw en Handel" alhier eene vergadering. Voor deze gelegenheid was de bovenzaal van het «Huis van Nassau" versierd, want deze sociëteit zou herdenken haar 50-jarig bestaan. Het geheel had een feestelijk aanzien. Het opschrift boven dat gedeelte der zaal, waar het Bestuur zetelde, hopen wij dat vervuld moge worden. Het luidde aldus: Deer' Sociëteit heeft lang bestaan En zal nog niet ten onder gaan, Wanneer 't Bestuur met lust en vlijt Blijft werken op gezelligheid. Dan zeker zal de Landbouw-Handel Een eeuwfeest vieren in hun wandel. De Voorzitter, de heer B. G. v. d. Have, herinnert hoe deze sociëteit op bescheiden wijze is tot stand gekomen. In 1845 werd de heer L. Krepel benoemd tot. Voorzitter en nam deze betrekking waar tot 1871, toen hij werd opgevolgd in 1872 door spreker, die van af 30 Maart 1861 als Secretaris had ge fungeerd. De sociëteit is opgericht op 25 Aug. 1845, doch verschillende omstandigheden hebben de herdenking van het halve eeuwfeest tot heden doen uitstellen. Door den Penningmeester wordt alsnu rekening uitgebracht over het jaar 1895. Daaruit blijkt, dat deze sluit met een batig saldo van f 122,58s, be halve een bedrag van f 527,48, plus de rente, dat in de spaarbank is. De rekening wordt onderzocht en goedgekeurd. Hierop worden uitgeloot eenige aandeelen in hier bestaande hengsten-vereenigingen, die recht geven op voorrechten voor de aandeelhouders. De benoeming van twee Commissarissen wordt aangehouden tot de volgende vergadering. Na het gebruiken van eenige ververschiDgen geeft de Voorzitter eene korte geschiedenis dezer sociëteit. Op den voorgrond stelt hij, dat deze sociëteit recht van bestaan heeft, niet alleen doordat zij de gezelligheid bevordert en de band tusschen de landbouwers onderling bevestigt, maar ook en vooral door betgeen zy verricht. Zij toch heeft de land bouwers gesteund, toen zij door hagelslag zware verliezen hebben geleden, zij steunde de Land- bouw-Tentoonstellingen, de Paardenloterij en niet het minst de Tentoonstellingen van Zaden en Granen. Met recht kan van de 50-jarige worden gezegd: dat zij hare roeping met eere vervult. Na een overzicht betreffende de Bestuursleden herinnert spreker dat de sociëteit in 1845 gevestigd is bij den heer B. H. Harinck, waar op 28 Jan. 1858 de laatste vergadering werd gehouden. Op 5 Aug. 1858 werd de eerste vergadering gehouden in het hotel >de Kroon" van den heer Augustijn, en bij de opheffing van dat hotel in 1865 werd zy overgebracht naar het «Huis van Nassau", toen bewoond door den heer M. Franken. In den beginne was het lokaal zeer ongeschikt, doch genoemde be woner heeft het tegenwoordige doelmatige lokaal doen inrichten. De tegenwoordige eigenaar, de heer Constandse, doet al het mogelijke om het zijnen bezoekers aangenaam te maken, alleen zou wenschelnk zyn dat het consumable wat verbeterde. De Voorzitter herinnert, dat één der oprichter* dezer sociëteit nog hier aanwezig is, nl. de heer Jan Flohil te Oosterland, die sedert 1845 lid is.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1896 | | pagina 3