Landzwendel in Amerika.
Prins Hendrik" op het Tentoonstellingsterrein te
Amsterdam ten nadeele van den pachter der buffetten
O. H. Reinst:
180 groote lepels, 227 dito vorken, 163 dito
messen, 71 kleine dessertlepels, 78 dito vorken, 45
dito messen, 720 theelepeltjes, allen op den steel
gemerkt »20" en van vernikkeld wit metaal; 100
bierbabjes, 4 peper- en zoutstelletjes, 3 menuhouders,
3 presenteerblaadjes en eenige kurken met vernikkeld
wit metalen knoppen.
De commissaris van politie in de 3e sectie te
Amsterdam verzoekt opsporing, inbeslagneming en
bericht.
Niet weinig huisvrouwen van stakende sigaren
makers te Amsterdam klagen steen en been, en
de Bank van Leening vaart by de staking het
beste. Dat is de eerste en de laatste toevlucht. Als
een veertje", zeide dezer dagen een huismoeder,
draagt men het goed weg en met geen domme
kracht krygt men het terug".
Zlerlltzee, 14 Oct. Wg vestigen de aan
dacht onzer lezers op nevenstaande advertentie
betreffende eene Kerkelijke Muziekuitvoering op
Woensdag a.s., te geven in de Nieuwe Kerk alhier.
Is een Orgel-Concert doorgaans weinig bezocht,
wg hopen en vertrouwen dat dit thans anders zal
zgn. Immers behalve de heeren Klimmerboom, op
Orgel en Viool, zal zioh ook doen hooren Mej. G.
Melchers, Alt-Zangeres te Rotterdam, die reeds in
verschillende plaatsen van ons land met het beste
succes is opgetreden. Uit de versohillende beoor-
deelingen der pers, nemen wg over die uit het
Haagsche Dagblad vau 10 Februari 1893:
Mejuffrouw Melchers zong hierop een drietal
liederen met haar bezielende altstem, die allen in
verrukking bracht. Met een liefiykheid van toon en
fraaiheid van voordracht, die inderdaad buitengewoon
waren, werden deze liederen uitgevoerd en het
publiek was dan ook zoo in geestdrift gebracht,
dat de begaafde zangeres uit de Maasstad nog het
bekende geeetige lied>Het Breistertje" ten
beste gaf".
Personeele belasting!
De voornaamste wijzigingen, door den Minister
in het ontwerp tot regeling der personeele belasting
gebracht, zijn:
Voor de heffing naar de 3 eerste grondslagen
(huurwaarde, mobilair, haardsteden) worden de ge
meenten verdeeld in 9 (oorspronkelijk acht) klassen.
Tusschen de beide hoogste klassen wordt er nog
een ingevoegd.
De huurwaarde van niet verhuurde perceelen en
andere, die buiten den regel vallen, wordt gesteld
op 4 pCt. over de verkoopwaarde.
Bjj de belasting wegens haardsteden wordt nog
bepaald, dat »de gangen, portalen en trappen van
een perceel te zamen voor één vertrek worden ge
rekend. In plaats van >gelegenheid tot stoken"
wordt gelezen>een haard of andero vaste stookplaats,
een kachel of ander stooktoestel". Eindelgk: >Als
een stooktoestel is geplaatst in de afscheiding tus
schen verschillende vertrekken, wordt elk dier ver
trekken als verwarmd beschouwd".
Ondor »stoffeering" worden ook verstaan >piano's,
biljarten en dergelgke voorwerpen die, om te wor
den gebrnikt, gewoonlgk niet verplaatst worden".
De waarde der stoffeering wordt niet gesteld op
goraamden aankoopsprijs na aftrek der waarde
vermindering, maar op »de aom, die gerekond wordt
te kunnen worden bedongen bjj verkoop onder
normale omstandigheden, ter plaatse daartoe be
schikt".
De belasting wegens mobilair wordt eenigszins
verhoogd; het laagste bedrag komt van f 0,50 op
f 0,60bjj een waarde van f 4500 —f 5000 van f 55
op f 66 en dan van f 15 (niet f 12,50) voor elke
f 1000 meer waarde.
De houthandelaar R. te Helmond kocht dezer
dogen in het nabnrig Asten een eikeboom, welke
in zgne soort een reus genoemd mag worden. Deze
boom, die op een gewicht van 20,000 kilo geschat
wordt, heeft eene lengte van ruim 16 meter, terwgl
de omtrek 8 meter bedraagt.
Toen bet gevaarte geveld werd, kwam het onge
lukkigerwijze op een stol en schuur terecht, welke
beide geheel verpletterd werden.
De St.-Ct. bevat de statuten van de naom-
looze vennootschap Zeenwsche Landmaatschappij te
Goes.
Doelde exploitatie van door aankoop verkregen
bouwhoeven en landergen in de provincie Zeeland.
Duur 49 jaren. Kapitaal f 500,000 in 10 serieën,
elk van 100 aandeelen van f 500. Van deze serieën
zijn bij de oprichting er twee uitgegeven, waarvan
al de aandeelen geplaatst zgn. Voor 196 aaDdeelen
is op een kleine som in geld na vast goed ingebracht.
Zaterdagochtend is in het Hellegatnabg
Willemstad, de tjalk »de Vier Gezusters" gezonken.
Het vaartuig, komende van Dirksland, met be
stemming naar Standaarbuiten was met 60 last
suikerbieten geladen.
Met groote moeite hebben de opvarenden, schipper
D. Burgers van Klondert en diens knecht, zich in
de boot kunnen redden.
Het vaartuig was niet geassureerd.
Sedert de laatste groote manoeuvres op de
Zeisterheide, den 9 Sept. gehouden, werd een soldaat
van het 7e reg. infanterie vermist. Nadat men,
ondanks alle nasporingen, niets van den vermiste
kon ontdekken, meende men, dat hjj met pak en
zak gedeserteerd was.
Thans loopt het gerucht, dat veldwachters geheel
toevallig het Ijjk van den man in een dor vele
knilen op de Zeisterheide gevonden hebben. De
ongelukkige zon door het vallen in oen kuil zgn been
gebroken hebben en den hongerdood gestorven zgn.
AanbeatedingenVerkoopingen enz.
De levering der benoodigde steenkolen ten behoeve
van enkele gemeente-inrichtingen te Zierikzee, ge
durende den aanstaanden winter, is aangenomen
door den heer A. P. Paulussen, voor 65 Cts. per Heet.
BE CHTS» t 14 E IV
De arrondi6sements-rechtbank te Groningen ver
oordeelde den gezagvoerder Reintje Schaap wegens
het opzettelijk aangaan van een dubbel hnwelgk,
tot 6 maanden gevangenisstraf. (De eiBch was 2 jaar).
- Het gerechtshof te 's-Gravenhage, Donderdag
uitspraak doende in de zaak vau den kapitein van
het stoomschip Duitscbland der maatschappij Zeeland,
vervolgd wegens smokkelarij van suiker door een
stoker van genoemd schip, heeft, met vernietiging
van het vonnis der Middelburgsche rechtbank, de
administratie der belastingen en den officier van
justitie ontyankelgk verklaard in de vervolging,
doch het den stoker ten laste gelegde feit niet
bewezen verklaard en mitsdien den kapitein vrij
gesproken, met bepaling dat hem voor gemaakte
kosten wegens het hooren van getuigen enz. door
de administratie zal worden vergoed een bedrag
van f 89,09.
Een hoogst treurig geval was Vrjjdag aan
het oordeel der rechtbank te Dordt onderworpen.
Als beklaagde toch verscheen Geertje Leenheer,
huisvrouw van Dirk v. d. Linden, oud 43 jaar, te
Zwjjndrecht woonachtig, onder de ernstige aanklacht,
dat zjj op 10 Ang. aldaar Dirkje Aarts, een 3-jarig
meisje, opzettelijk met een steenen melkkan zon
hebben geworpen, ten gevolge waarvan dit kind
zoodanig is verwond geraakt, dat bet gezichtsver
mogen van bet rechteroog is verloren en er geen
uitzicht meer bestaat op herstel.
Requisitoir een jaar gevangenisstraf.
Onlangs sprong te Amsterdam een vrouw
met baar kind te water. Toen de drenkelingen
door voorbijgangers uit het water werden gehaald,
bleek de moeder nog in leven, doch het kind dood
te zgn. De rechtbank aldaar heeft thans rechts
ingang met bevel tot instructie tegen de vronw
verleend wegens moord.
Mej. Zeegers Veeckens, mnziekonderwgzeres
te Haarlem, die meent iodertgd benoemd te zgn
door het bestuur der muziekschool te Deventer als
onderwijzeres aan die school, welke benoeming echter
later zon zgn ingetrokken, heeft bg dit be6tnar een
eisch tot schadevergoeding ten bedrage van f 1000
ingesteld.
ËL EBMM1BÜWS.
Beroepen bg de Ned. Herv. Gem. te St. Laurens
ds. P. Snoep, predikant te Aagtekerke.
Beroepen te 's Heer-Hendrikskinderen (bg Goes)
da. J. W. Drost te Biezelingo.
O II D E B W 1 J jj.
Benoemd tot onderwjjzer aan de o. 1. school te
Krabbendgke, op eene jaarwedde van f 600, de
heer P. Zeegelaar te Nienwerkerk (Duiveland).
Benoemd tot onderwjjzer met akte Fransch
aan de Burgerschool te Alkmaar, de heer T. Papeveld
(geb. te Zierikzee).
Benoemd tot hoofd der school te Moerdgk de
heer L. Ph. Weisfeit, hoofd der school te Ouddorp
(Flakkee).
Naar men meldt zal er in het volgende najaar
geen examen plaats hebben voor onderwijzer en
onderwijzeres.
Do heer L. Tobi, O.-I. onderwjjzer, thans met
verlof te 's Gravenhage, heeft bedankt voor zjjo
benoeming tot onderwjjzer aan school C te Terneuzen.
Akte-examens in Zeeland lager onderwjjs.
Geëxamineerd 6 mannel. cand. Geslaagd 4, nl. de
heeren: 0. de Neef van Middelbnrg; A. F. van
Moerbeek van Vlissingen; A. J. van GiJst van
8chore en C. Steketeo van Nieuwdorp.
Gymnastiek. Geëxamineerd 4 cand. Geslaagd 2,
nl. de heerenP. C. de Roeck van Stoppeldgk en
P. M. de Klerck van Nieuwvliet
Slaveillmie. Vrjjdag 1.1. werd te Scherponisse
gehouden de voor dit jaar laatste vergadering van
de afdeeling »Tholen" van het Ned. Ond. Genoot
schap. Er waren 21 stemhebbende leden tegenwoordig.
Na afdoening van de gewone buisboudeljjke zaken
werd o. a. de heer J. W. Slager te St. Annaland
herbenoemd als vice-voorzitter. Aan do orde kwam
de verkiezing voor een lid van het hoofdbeetunr
(vacature-Hinse). Uitgebracht werden 11 ct op don
heer P. de Geus, 6 op den heer J. Lohr en 3 op
den heer J. Stamperius, benevens 1 blanco. Voor
de vacature-v. d. Led werden 17 at. uitgebracht
op den heer W. F. Hildebrand, 2 op den heer T.
Boerma en 1 op den heer A. Lentscher, benevens
1 blanco. De heer L. van Langeraad te St. Maartens
dijk stelde de vergadering in kennis met een 5e
manier van oplossiog van vergelijkingen van den
eersten graad, eene oplossingswijze, aio niemand
ooit in oenig leerboek had aangetroffen. De beer
Lujjend jjk te Tbolen leidde inSchoolvergaderingen",
welke zeer de goedkeuring van den spreker mochten
wegdragen. De beer van Langeraad, voornoemd,
dankte de vergadering voor de vriendschap, ruim
82 jaar van haar genoten en nam afseheid van de
vergaderdon, nn bjj binnen korten tjjd zich metter
woon bjj Breda gaat vestigen. Bjj acclamatie werd
genoemde heer tot eerelid der afdeeling benoemd.
Een »tot weerziens" werd hem toegeroepen.
Haagsche Brieven.
's Gravenhage, 12 October 1895.
Met belangstelling word het rogeeringsantwoord
op het wetsontwerp betreffende bet personeel tegemoet
gezien, maar zjj die gehoopt haddon dat de Minister
Spronger van Eyck aan hunne ernstige bedenkingen
zon zijn tegemoet gekomen, zien zich jammerlijk
teleurgesteld. De Minister heeft zoo goed als niets
in zijn voordracht veranderd, maar wel in een
omhaal van woorden, meerendeels in den hem eigen
en op den dnur zeer vervelenden en vermoeionden
vraagvorm, zijn ontwerp gehandhaafd, zoodat op die
wjjzo het sectie-onderzoek best had kunnen ver
vallen. Het schijnt dat de Minister de natie deze
belastingpil wil laten slikken, zonder eenig ver
zachtend omhulsel, geschikt om den smaak minder
bitter te maken, en het schnat ook dat er een
partg is in de Kamer, die de zaak met zooveel
spoed wil behandeld zien, dat wg reeds het volgend
jaar de zegeningen van dit belastingvoorstel zullen
genieten. Men spreekt van eene behandeling nog
dezo maandalsof de Grondwet belastingwetten
gelijk stelt met naturalisatie-ontwerpen, waarover
discussie en stemming eigenlgk overbodig zgn.
Toch kan ik haast niet aannemen dat de Kamer
zoo luchtig over de zaak zal heenstappen, die
wordt ze aangenomen voor een geheele reeks
van jaren een stelsel zal doen zegevierendat
nieuwen zwaren druk op een bepaalde klasse vau
de burgerg, den niet winkel hondenden middelstand,
zal leggen, en dat nog wel wordt aangeprezen als
verzachting van den reeds zeer zwaren druk van
vermogens- en bedrijfsbelastingen. Maar onaf haukeljjk
van die grieven tegen de wetsvoordracht is er m. i.
een principiëel bezwaar gelegen, een bezwaar van
overwegend gewicht tegen de wijze, waarop de
Minister zich van de financieele zijde der zaak
afmaakt. De nieuwe wet heet te dienen tot betore
regeling van het personeel. Nu is het evenwel ge
constateerd dat bg hare invoering vele gemeenten
onberekenbare schade zullen ljjden, omdat hun
quotum in het personeel zal verminderen, daar de
geheele opbrengst lager zal worden. Noodwendig
zou hot dus wezen, dat, alvorens deze wet aan te
nemen, de financieele verhouding tusschen Rgk en
gemeenten op vaste grondslagen werd geregeld.
Dergelgke regeling is in de maak, maar ze is er
nog niet. Het zou nu onmogelgk zgn om eene wet
in te Yoeren, die vele gemeenten plotseling voor
een bankroet zou plaatsen. Welnu, de Minister
heeft er een hulpmiddeltje op bedacht. Er is al
lang sprake van een nieuwe conversie van 6chuld,
oftewel, wettelyke berooving van de rentetrekkende
crediteuren van het rgk van een deel van hun
inkomen. Die conversie kunnen we reeds in begin
1896 tot stand brengen. Daardoor zal de Staat
minder rente behoeven te betalen en voorloopig die
besparing vau uitgaaf kunnen besteden om aan die
gemeenten, die schade lgden door de invoering van
het nieuwe personeel, een schadevergoeding te geven,
in afwachting dat de financieele regeling tusschen
Staat en gemeenten definitief gereed kome. Met
andere woorden, in de aanneming van deze wet
ligt in 'b Ministers stelsel inbegrepen de beslissing
omtrent de conversie en de beslissing dat opnieuw
aan de gemeenten subsidiën zullen worden verleend
om in baar nood te voorzien, snbsidiën, die, toen
Minister Tak ze tgdelgk voorstelde, als aalmoezen
werden uitgekretenEn, let wel, die financiëele
regeling tusschen Staat en gemeenten is geen zaakje
vau een dag. Niemand weet wanneer het voorstel
zal inkomen, maar nog minder kan iemand bg
benadering zelfs het tijdstip vaststellen, waarop die
regeling zal zgn tot stand gebracht. Het geldt daarby
toch eene duurzame financieele regeling voor alle
gemeenten en na de bittere ervaringen, dusver
opgedaan, zullen, als het voorstel komt, de gemeenten
ernstig moeten nagaan of daardoor werkeljjk af
doende in hnnne behoeften zal worden voorzien.
Feitelgk kon men dus beweren dat de conversie
op zich zelve een zware druk op hen die van rente
van kapitaal moeten leven zal dienen om het
Rgk in staat te stellen nieuwe aalmoezen aan de
gemeenten te geven, ter wille van een nieuwe be
lastingwet, die volstrekt niet geven zal wat ze
belooft en wat men had mogen verwachten, na de
toezeggingen van Minister Piereon. De natie zal
aldns dobbel getroffen worden, om niet te zeggen
gedupeerd. Het aalmoezenstel6el zal jarenlang tot
regel worden verbeven en de in naam zelfstandige,
onafhankelgke gemeentebesturen zullen financieel
en daardoor tevens materieel afhankelgk worden
van de grillen van regeeringen en parlementen.
Moesten we daarvoor een Sprenger van Eyck zien
optreden om znlke plannetjes af te wachten? Dat
kon de eerste do beste ambtenaar ook wel. Het is
baast niet denkbaar dat de Kamer over deze be
zwaren zal heenstappen en eenvoudig ter wille van
de schoone wgze van Van Houteo's kieswet het
personeel zal aannemen. Een politieke crisis kan,
maar behoeft bg verwerping volstrekt niet uit te
breken. Hoogstens zou do bewindsman, die de be
lastingwet voorstelde, kunnen heengaan en inmiddels
zou tot het voorjaar best een interimais Minister
de zaken kunnen waarnemen. Maar in elk geval
zou door overylde behandeling de Kamer zich zelve
noch der natie, noch der Regecring een dienst doen.
Kan men eerst de begrootingen afdoen en begin
December met de belastingwet aanvangen, dit zou
uit bet oogpunt van behandeling en van waardig
heid veel minder oppositie behoeven oit te lokken.
De IndiBche begrooting kan best einde October nog
worden afgedaan. Wel blykt uit bet sectieverslag
eenige ontstemming over de weinige mededeelzaam
heid van den Minister van Koloniën over vele
ingrgpende aangelegenheden en belaogryko zaken,
maar ten slotte beperkte zich het debat toch
tot slechts enkele puntenfinanciën, opium,
bjjslagstelsel, koffie en Atjeh. De gedachten wisse
ling toont aan, dat de overgrooto meerderheid
der Kamer er niet aan denkt om in Atjeh van
tactiek te veranderen en het schijut dus ongeloof! gk
wat vroeger verhaald werd, dat den nieuwen leger
bevelhebber, generaal Vetter, instrnctiën zouden
gegeven zgn om dit te doen. A propos, van dien
generaal is in de laatste dagen een polemiek gevoerd
over zgn honding op Lombok. Van militaire zgdo
is zeer scherp de critiek gelaakt door een inzender
in Het Vaderlanduitgesproken omtrent Vetter's
beleid en verscheidene organen hebben dit toege
juicht. Toch moet ik eerlgk bekennen, dat, ondanks
alle mededeelingen in het Koloniaal Verslag, verre
van duidelgk is geworden of generaal Vetter zich
□iet aan onvoorzichtige handelingen heeft schuldig
gemaakt en laakbaar verzuim. Thans heet het in
sommige bladen: »men moet zoo niet uitpluizen,
wg honden niet van enquêtes naar bet gedrag van
veldheeren". Maar is een genera&l dan een ander
mensch dan ieder ander Wordt bg elke ramp, elk
ongeluk, hoe klein ook, de schuld niet onderzocht
en zooveel mogelgk vastgesteld? Wordt bg een
spoorwegongeluk niet haarfijn nageplozen wie het
eigenlgk op zgn geweten heeft? Wordt op dit
oogenblik niet onderzocht in hoever een scheeps
kapitein heeft nagelaten behoorlijk zorg te dragen
voor een gestorven matroos? Wordt een officier
niet verantwoorde]gk gesteld als door zgne onvol
doende bevelen of zgn gebrekkig inzicht minderen
zgn gekwetst of gestorven? En gaat bet nn aan
eenvoudig te negeeren dat honderden op Lombok
zgn omgekomen en misschien behouden hadden
kunnen blyven als er voorzichtiger ware opgetreden?
Indien een onderzoek is geschied, wat is daarvan
dan den uitslag geweest? Mg dunkt, de natie, die
haar zonen zag doodbloeden op de Lomboksche
slagvelden, had recht dit te vernemen. Of zou het
werkelyk waar zgn dat met ongelgke maat wordt
gemeten naarmate men hooger is gestegen in positie?
Mon behoeft volstrekt niet vyandig gezind te zgn
tegen generaal Vetter of zgne groote verdiensten
te willen verkleinen als men licht vraagt en. recht.
De Staatsbegrooting is eerst deze week in de
afdeelingen onderzocht. Uit de keuze van rapporteurs
schgnt te blyken dat men tegenover de Regeering
voorloopig een zeer gereserveerde houding wensclit
aan te nemen. De bezwaren, die van Katholieke
zgde vooral zgn gerezen tegen minister Van Honten,
omdat hg zgne plichten ten aanzien van het ondorwys
wil nakomen on voor de toekomst der vrouwen
niet blind is, zullen overigens waarechynlyk wel
omgezet worden in amendementen, die, zoo ze het
leven van den minister niet zullen bedreigen, toch
het begrootingsdebat over Hoofdstuk Binnenlandsehe
Zaken vrg scherp kunnen maken.
Uit Amerika ontvingen we een paar exemplaren
van de Oakland Enquirer (3 en 5 Sept. 1895), be
vattende de geschiedenis van een verregaanden
zwendel, door eenige Amerikanen, met bemiddeling
van eer Hollander, in den staat Californië gedreven
met den verkoop van nagonoeg waardeloos land.
Aan de in het Engelsch gestelde beschryving
ontleenen we het volgende:
In de San Joaquin-vallei, dicht bg de stad Merced
in Californië, kan men thans de ruïnen aantreffen
van wat eens was bekend als de Rotterdamsche
kolonie. Een 125-tal Nederlanders, door een eigen
landgenoot misleid, hebben hier een kapitaal van
een half millioen dollars in goud verloren en velen
hunner zgn geheel geruïneerd geworden. Een dezer
kolonisten, de heer T. J. v. Onteren, deelt het
volgende mede omtrent de treurige geschiedenis:
De Crocker-Huffman Land and Water-Comp.
ging den 12 Juni 1889 een contract aan met den
heer W. A. N., toen advocaat te San-Francisco.
N., die tot eene respectabele Rotterdamsche familie
behoort, verbond zich naar Holland te gaan en te
trachten land van genoemde Company te verkoopen
en landgenooten te bewegen zich als kolonisten er
op te vestigen. Na zgne aankomst in Holland
adverteerde hg in de meeBt gelezen groote bladen
dat de Holland-California-Land-Comp. 4000 Acres
vruchtenland had te verkoopen, gelegen in de San-
Joaquin-vallei, geschikt voor wgnbouw, persiken,
olgven en andere fijne vruchten. De heer N. reisde
bet land door, hield lezingen en roemde overal de
wonderdadige vruchtbaarheid van bet land, door
hem gaarne een paradys genoemd.
N's. pereoonlgk voorkomen, de goede naam zgner
familie en de omstandigheid, dat hij ook 20 Acres
aan zgn eigen zuster verkocht, deden hem vertrouwen
winnen. Verschillende Hollanders kochten land vau
hem, de meesten met het doel zich als kolonist in
het zoo hoog geroemde »paradys", waar men spoedig
rgk zou zgn, te vestigen, anderen by wgze van
eene voordeelige geldbelegging. Eene Rotterdamsche
maatschappy kocht o.a. 400 Acres. De prgs werd
eerst gesteld op 160 dollars per Acre, doch klom
al spoedig tot 175 dollars en eenige geschikte villa
terreinen brachten zelfs 200 dollars op.
In Dec. 1889 verlieten de eerste 10 kolonisten
Rotterdam; in Mei 1890 volgden nog 05 en in
Sept. van betzelfde jaar nog 38. Later kwamen er
nog eenigen bg, zoodat de kolonie in bet geheel
uit pl.m. 125 personen bestond.
Vóór de eerste kolonisten heentrokken, droeg de
heer N. de rechten van de Crocker-Huffman-Comp.
om land te verkoopen over aan de zoogenaamde
California-Land-Comp. Deze Company failleerde al
spoedig, nadat eene geschiedenis met een wissel had
plaats gehad, welke zaak niet in 't reine was. Crocker
en Huffman namen toen de kolonisatie-onderneming
pereoonlgk in handen. Zjj trachtten nog meer slacht
offers te maken, gaven eene wekelgkscbe courant
uit, The Californian, waarin de te verkoopen grond
hoog werd opgehemeld, en Huffman deed pereoonlgk
een reis naar Holland. Maar men slaagde niet. De
bedrogen kolonisten namelgk, die in plaats van een
paradgs van vruchtbaarheid" een steenachtigen
en taai zanderigen grond hadden gevonden, hadden
al spoedig naar Holland geschreven, dat men voor
zichtig moest zgn en N. in niets meer vertrouwen.
Crocker en Huffman, die hot geschokte vortrouwen
trachtten te herwinnen, zonden een zekeren Gustav
Eisen, voor 200 dollar per maand door hen aan
genomen, op de kolonie af, om den kolonisten diets
te maken, dat het door hen gekochte land werkelgk
zandgrond was van prima kwaliteit, geschikt om
er alles op te verbouwen. De meesten hunner ge
loofden alles, wat de slimme Eisen bun zeide, omdat
geen van hen verstand van land en landbouw had.
Eén kolonist, Van Outeren, vorengenoemd, waagde
het echter de opmerking te maken: »maar hoe kan
zulk best land toch zoo vol steenen zitten
Mgnheer!" zei Eisen dadeljjk, hebt u veel steenen
in uw land nu, dan is de fortuin u gunstigwant
zie, als er geen steenen in waren, zou n ze moeten
koopen en ze er in brengen, want steenen houden
den grond los en koud in den zomer".
Men was weer voor oen oogenblik gepaaid. Doch
nieuwe teleurstellingen deden zich op. Alles wat
men zich moest aanschaffen, bleek veel duurder
betaald te moeten worden, dan N. in Holland had
verzekerd. En de grond bleef maar steeds weigeren
fijne vrachten in overdadige hoeveelheid voort te
brengen, 't Gevolg was, dat de meeste kolonisten
betrekkelgk spoedig >op" waren.
In Nov. 1891 wendden de kolonisten pogingen
aan, nog iets van hun verloren geld terug te krggen.
Zjj vaardigden twee uit hun midden, namelijk
T. V. A. fatners en T. J. van Onteren naaT San-
Francisco uit. Deze beiden hadden aldaar een lang
onderhond met den Nederlandschen consul, den heer
James de Fremery, die den heer Crocker uitnoo-
digde tot eene samenkomst.
De heer Crocker kwam den volgenden dag en
stemde er in toe, dat hjj met den consul pereoonlgk
een bezoek aan de kolonie zou brengen, opdat ze zich
met eigen oogeu zouden kunnen overtuigen of bet
land al of niet tegen een buitensporig hoogen pry's
was verkocht.
Men kwam, doch de heer Crocker was niet alleen.
Hij had zich doen vergezellen door twee zgner
broeders en door de beeren C. H. Huffman, W. E.
Lntz, N. vorengenoemd en een l&ndkundige van
Santa Barbara County.
Op de meeste plaatsen gaven de beer Crocker en
zgne assistenten met vele woorden aan hunne ver
bazing lucht, hoe men klagen kon over eene grond
soort, welke toch van zulk eene ongewoon vruchtbare
kwaliteit bleek te zgn. De consul echter gaf als
zgne meening te kennen, dat de kolonisten goed
zonden doen hun land hoe eer hoe beter tegen
eiken prgs te verkoopen en dan naar Holland terug
te koeren.
De heer Crocker was niet genegen eenige restitutie
te gevenalleen kregen enkele kolonisten, die van
het meest onvruchtbare land gekregen hadden, er
gratis nog een stuk bg.
De heer De Fremery heeft kort daarna zgn ont
slag als consul genomen en is naar Holland gegaan
de kolonisten hebben niets meer van hem gehoord.
Voor en na hebben verscheidene kolonisten hunne
kolonie verlateneenigen keerden arm aan geld en
rgk aan teleurstellingen naar Holland teruganderen
hebben getracht ergens anders een bestaan te vinden.
Zjj, die bleven, hadden eerst nog vertrouwen in
hunne olgfboschjes en leefden nog steeds in goede
hoop. Doch ook voor hen bleef teleurstelling niet
uit. Thans zgn nog 9 kolonisten daar, doch ook
dezen zullen spoedig vertrekken.
Een van de kolonisten had een monster zand van
zgn grond ter onderzoek opgezonden aan prof.
E. W. Hilgard, die antwoordde dat zulke steen
achtige grond en taai zand ongeschikt was voor
eenigen vruchtboomengroei. Indien men 'tduB als
vruchtenland had gekocht, had men zich laten
bedriegen.
De kolonisten zgn geheel geruïneerd; eenigen
hunner, die in goeden doen het vaderland verlieten,
hebben nu te werken voor 10 A 15 dollare per
maand.