/Illllh/IIMIII NIEUWSBODE. Zaterdag 25 Mei 1895. Tweede Blad. BEKENDMAKING. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, India enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 51ste 1AARGANG. No. 6618. Directeur-Uitgever J. WAALE, Advertentiënvan 13 regels 30 Cti. meerdere regels 10 Cta.kannen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 mre bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnement^ of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de „Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode" Onderzoek Verlofgangers. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee Gezien het besluit van den Commissaris der Koningin dezer provincie van den 8 dezer (Provinciaalblad No. 45); brengen ter kennis der Verlofgangers van de Militie te land, die zich in deze gemeente bevinden onverschillig tol welke lichting zij behooren, voor zoover zij vóór den eersten April juiiy-i'Men in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, d-.L net onderzoek van die verlofgangers door den Militie-Commissaris alhier zal plaats hebben op Dinsdag den 11 Juni e.k., des voorsniddags te 9 ure, voor het Stadhuis te Zierikzee, en roepen hen mitsdien op, orn op gezegden dag en uur ter aangewezen plaats tegenwoordig te zijn met herinnering aan de volgende bepalingen der wet op de Nationale Militie. 1°. de verlofganger meldt zich binnen dertig dagen na den dag, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den Burge meester zjjuer woonplaats aan, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene. (Art 133); 2°. de verlofganger, die zich in eene andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burgemeester zijner woonplaats. Binnen dertig dagen na den dag, waarop hij komt in de gemeente, waarin hij zich vestigt, meldt hij zich aan bij den Burgemeester dier gemeente, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene. (Art. 134); 3°. De verlofganger, van de militie te land mag zich zonder toestemming van den Minister van Oorlog niet langer dan gedurende vier weken buiten 's lands begeven. (Art. 136); 4°. de verlofganger die artt. 133, 134 en 136 niet naleeft, wordt in werkelijken dienst geroepen en gedurende ten hoogste 2 maanden gehouden. De duur van dezen dienst wordt bepaald door den Minister van Oorlog. (Art. 137); 5". de verlofganger van de militie te land, die by open bare kennisgeving is opgeroepen om door den Militie-Com missaris te worden onderzocht, verschijnt by het onderzoek in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uit rustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Artt. 138,139 en 140); 6'. de verlofganger van de militie te land is aan de militaire rechtspleging en tucht onderworpen, onder anderen gedurende den tijd, dien het onderzoek voor den Militie- Commissaris duurt, en in het algemeen wanneer hij in uniform gekleed is. (Art. 130); 7®. behoudens het bepaalde bij art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de nuastby gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, door den Militie Commissaris worden opgelegd aan den ver lofganger: 4®. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschynt 2®. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet voorzien is van de bij art 140 vermelde voorwerpen; 3*. wiens kleeding- en uitrustingstukken b\j het ondenoek niet in voldoenden staat worden bevonden; 4®. die kleeding- of uitrustingstukken aan een ander be- hoorende, als de zijne vertoont. (Art. 141); 8®. onverminderd de straf, in het voorgaande artikel vermeld, is de verlofganger verplicht op den daartoe door den Militie-Commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschynen om te worden ondeizocht (Art. 443); 9°. de verlofganger, die zich by herhaling schuldig maakt aan het feit, sub 4°. van art. 141 bedoeld, of niet overeen komstig art 143 voor den Militie-Commissaris verschynt, of aldaar verschenen zijnde, in het geval verkeert sub 2°. en 3°. van art. 141 vermeld, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin ten hoogste 3 maanden gehouden. De duur van dezen dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald. (Art. 144); 10®. de verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur behandeld. (Art. 445); 11®. elk, die voor de militie is ingeschreven, en ieder, die daarbij is ingelijfd, kan, overeenkomstig de daaromtrent bestaande voorschriftentot eene vrijwillige verbintenis, voor den tijd van zes jaren of langer worden toegelaten bij de zeemacht, het korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij het krygsvolk in 's Rijks overzeesche bezittingen, plaatsvervangers echter niet bij de zeemacht of het korps mariniers gedurende het eerste jaar \an hunnen diensttyd. (Artt. 9 en 74); 12°. aan de bij de militie te land ingelijfden, die verlangen na volbrachten oefeningstijd, minstens voor zes maanden onder de wapenen te blijven of te komen zonder zich als vrijwilliger te verbinden, wordt zulks vergund. (Art. 426). X, den 22 Mei 1895. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. VAN DER VLIET, Weth., 1.®-Burgem. JAN SNELLEN, Secretaris. Nederland. Haarlem, 22 Mei. Naar aanleiding yan de invrijheidstelling van Leenhart Geel kan het volgende worden medegedeeld: Op drie onderscheidene tjjdstipppen in de maanden Maart en April jl. werden op de binnenplaats der strafgevangenis te Rotterdam onder de col, waarin L. Geel een hem door de rechtbank te Haarlem opgelegde straf onderging, briefjes gevonden, ge adresseerd aan Frans Rosier en geteekend L. Geel. In die briefjes werden feiten medegedeeld die onomstootelijk schenen aan te toonen dat Geel en Rosier zich hadden schuldig gemaakt aan den moord op den Raamsingel, op 26 Februari 1892 op de twee oude vrouwtjes gepleegd. Hoewel in die op stukjes grauw papier geschreven briefjes bijzonderheden werden medegedeeld die oogenschijnlijk alleen aan Geel bekend konden zjjn en die hem dus buiten de onderteekening als schrijver aanwezen, rees toch dadelijk twijfel of de bedoelde briefjes wel inderdaad, gelijk men in de gevangenis te Rotterdam stellig meende, van Geel afkomstig waren. Daaromtrent werd een onderzoek ingestelddaar de straf die Geel onderging intusschen op 21 April ten einde liep on het niet geraden werd geoordeeld hem in vrijheid te stellen, daar zoo ernstige bezwaren tegen hem waren gerezen, werd door de rechtbank alhier tegen hem een bevel van gevangen neming verleend. Sedert heeft de gevoerde instructie omstandigheden aan het licht gebracht, die zóó stellig schijnen aan te duiden dat een ander de schrijver is der gevonden brieves, dat de officier van justitie geen termen heeft gevonden de verlenging van bet bevel tot gevangenhouding te vragen. Welke beweegredenen de gevangene, die verdacht wordt de briefjes te hebben geschreven, kan gehad hebben om, met misbraikmaking van Geel'snaam, dezen op zoo verraderlijke wjjze te bezwaren, en hoe bij tot de wetenschap is gekomen van de in de briefjes vermelde bijzonderheden, ligt vooralsnog geheel in bet duister. Rotterdam, 22 Mei. Bij een effecten handelaar in de Vischsteeg vervoegde zich gister- namiddag een man, die een heel pak effecten te koop aanbood, wat natuurlijk achterdocht wekte. Den man werd daarom verzocht heden terug te komen. Inmiddels werd aan de politie van bet geval kennis gegeven, zoodat de man, indien hg oneerlijke handelingen pleegde, ongetwijfeld in de val loopt als hg terugkomt. Tornouzen, 28 Mei. De vorige week was de loodssloep van het Belgisch loodswezen uit gevaren om een stoomboot van een loods te voorzien. Een eind buiten de haven gekomen sloeg de boot, door den hevigen wind en de hooge zee, vol water. De loods Breens en een roeier vielen in de woeste baren, doch hadden het gelnk weer spoedig in de vol water geloopen boot te kunnen komen. Met veel moeite en beleid werd gepoogd den wal te bereiken, waarin men slaagde, waardoor allen gelukkig gered werden. Yan Rijkswege is men sedert een paar dagen bezig de musten van het dezer dagen voor de haven alhier gezonken aakschip op te ruimen. Dit geschiedt met bebnlp van een duiker, die een ketting aan een mast vastmaakt, om zoodoende met een tjalkschip dezelve af te vloeien. CiOCS, 23 Mei. De vorige week hielden de timmermansknechts eene bjjeenkomst om bjj de bazen op eenigszins hooger loon aan te dringen. Tot dusverre genoten zij 13 cent per uur, en zjj verlangden 15 cent per uur. Door bijna allen werd het verzoek aan de patroons geteekend, zelfs door een knecht, die niet zoo hoog noodig behoeft te werken, doch die gaarne wilde meewerken om bet lot van zjjne kameraden te helpen verbeteren. Woensdagavond, 22 dezer, bad in het koffiehuis »de Prins van Oranje" eene bgeenkomst plaats van bazen en knechts, van welke laatste den B. en L. de bescheiden eiscben uiteenzetten en de behoeften schetsten van den werkman. De hoor d. B. was het grootendeels met de knechts eens, doch de beer D. verhaalde hoe in zijn jengd het maximum-loon vier-en-twintig stuivers per dag had bedragen en hij vreesde, dat de bazen door toegeven, nog geen tevredenheid onder de knechts zouden vinden. Een ander sprak als zjjn gevoelen uit, dat de burgerij, met het oog op het meerdere loon, mogelijk minder werk zou laten verrichten. Heden (Vrijdagavond) vergaderen de patroons om een beslnit te nemen. Heden (Vrjjdag) heeft de plechtige teraarde bestelling plaats van wjjlen den heer Scbmid, in leven leeraar aan de H. B. S. alhier. Tal van kransen, waaronder een van leeraren en een van leerlingen der H. B. S., bedekten de lgkkist. Het leeraarspersoneel en do leerlingen der school ver gezellen den overledene naar diens laatste rustplaats. Twee deserteurs van de klas van discipline te Vlissingen zouden den nacht doorbrengen in een logement hier ter stede. De politie kroeg er de lucht van en bracht een bezoek aan bet hotel. Een der deserteurs had zich intjjds uit de voeten gemaakt, doch de ander werd gearresteerd en naar Vlissingen teruggebracht. Zooals te verwachten was, is de heer C. L. M. Lambrechtsenprov. ingenieur te Goes, mot algemeene stemmen benoemd tot directeur van openbare werken te Amsterdam. Bg het vortrek van den heer Lambrechtsen ontstaat eene vacature in den Raad, in de schoolcommissie, in de financiöelo commissie en in de commissie van de gasfabriek. De hoer L. is ook Voorzitter van het bestuur der ambachtsschool. Ora ven polder, 22 Mei. Ter voorziening in de vacature van gezworen bjj het waterschap 's Gravenpolder, ontstaan door het vertrek van den heer C. J. Labrjjn, werd gekozen de hoer W. Geel hoed, terwgl de heer C. J. Labrijn werd herbenoemd als lid van den djjkraad van den Willem-Anna- polder. Poortvliet, 22 Mei. In de op gisteren gehouden vergadering van ingelanden der polders Poorvliet c. a. is aangenomen het besluit tot het aangaan van eene leening van f 173000 tegen 3'/, pCt. h pari, hun aangeboden door de firma Van Heel Co. te Tholen namens de maatschappij voor gemeente-crediet. Rurgli, 24 Mei. Zooals bekend is, strandde den 16en dezer maand, ten 3,30 ure des namiddags, op het strand nabij den vuurtoren van Westen- Schouwen de tjalk »De Onderneming", schipper J. Sloot van Stadskanaal, komende van Londen en bestemd naar Alloa. Wist de bemanning zich gelukkig te redden, omtrent het schip werd de meening genit,, dat het geheel en al verloren zou zijn. Men grondde deze meening daarop, dat door verschillende lekkages het binnendringen van het zeewater onvermijdelijk was, terwgl tengevolge der zware lading cement het vaartuig diep het zand inwerkte. Toen echter jl. Zondag daarnaar een technisch onderzoek werd ingesteld, meende men alle hoop tot behoud van het schip niet te moeten opgeven en werd besloten te beproeven de tjalk »eraf" te krijgen. Door J. van Vesscm te Burghsluis werd voor eene som van f 595 aangenomen het schip in de haven van Burghsluis binnen te breDgen. Met omstreeks 30 man begon men Maandagmorgen de lading te lossen, hetgeen tengevolge van het binnengedrongen zand en water, waardoor de cement tot eene harde massa was gevormd, geen gemakkelijk werk schijnt te hebben geweest. Toen de lading overboord was geworpen, bleek bet eerst op hoeveel verschillende plaatsen het vaartuig lek bekomen had. Zoo goed mogelijk werden de gaten gestopt; bij hoog water raakte Woensdag de tjalk vlot en met behulp van een der schepen van en onder leiding van schipper H. T. Landegent van Burghsluis, bracht men het vaartuig, al pompende, behouden in de haven aldaar. Het schip heeft veel geleden en zal ter reparatie naar Groningen worden gesleept. Zlcrlkzee, 24 Mei. In een vorig No. deelden wij mede het programma der in Juli a.s. bier te houden algemeene vergadering der Maatschappij tot bevordering van Nijverheid. Wij vernemen dat dit programma nog slechts voorloopig is vastgesteld en dit door het Hoofdbestuur nog moet worden goedgekeurd. De Raad van Schiedam besloot zoo mogelijk bij minnelijke schikking op den oud-burgemeester P. J. van Dijk van Matenesse en de heoren, die sedert 1878 aldaar wethouders zijn geweest, of op hun erven te verhalen de som van f 50,000, zjjnde dit, na aftrek van den borgtocht van den vorigen gemeente-ontvanger, het restant van het tekort, dat deze in zijn kas had. De bedoelde wethouders zijn de heerenJ. Lechner, J. A. Nolet, J. B. Nolet, J. Loopuyt, M. Elzevier Dom en C. J. Loncq. De 4 eerstgenoemden zjjn overleden. Een goudsmid te 's Hertogenbosch kwam Maandag j.l. tot de ontdekking, dat een sergeant en twee soldaten, zwaar beschonken, bezit hadden genomen van zjjne huiskamer. Het bleek, dat zjj nog niet zóó dronken waren of ze hadden een officier kunnen zien aankomen en zoo waren ze, beducht voor de gevolgen van in zulk een toestand door een meerdere te worden opgemerkt, bg den goud smid ingevlucht. Jattmvr dat ze zich daar hoogst brntaal gedroegen en tengevolge daarvan toch weer op straat terechtkwamen en met de politie keunis moesten maken. Gevolgen van drankmisbruik! Hoewel nauweljjks anderhalf jaar gehuwd, waren de echtelieden A. te Utrecht toch reeds sedert lang tot do overtuiging gekomen, dat zjj eigenlijk niet bij elkander behoorden. De man toonde nameljjk al heel Bpoedig na zjjn tronwen een liefhebber van een borrel te wezen, terwijl de vrouw daarentegen hljjken gaf zeer spaarzaam te zjjn, zoodat beiden het dan ook menigmaal oneens waren, waarbij man lief dan steeds weder troost bjj de fiescb zocht. Het gevolg hiervan was, dat de zaak verliep en dat, zooals meestal gaat, het eene meubelstuk na het andere aan den drankduivel werd geofferd, zonder dat daarbjj aan vrouw en kindertjes werd gedacht. Nadat Vrijdagmorgen weder een der dagelijksche tooneelen had plaats gehad, werd over eengekomen, dat het weinige, dat er nog was, zou worden gedeeld en dat men daarna vrjjwillig zou scheiden, waarbij de kinderen, het een ruim 1 jaar en het andere twee maanden ond, met de moeder zouden meegaan. Heel spoedig schjjnt deze schikking den man echter reeds te hebben berouwd, althans nog denzelfden dag kwam hjj weder bjj zjjne vrouw om haar over te balen met hem mede te gaan en nam, toen zjj dit weigerde, onverwacht het oadste kind op, snelde do deur uit en sprong met de kleine in de nabijgelegen vaart, blijkbaar met de bedoeling om zich en het kind te verdrinken. Gelukkig bad het hulpgeroep der vrouw de aan dacht van een paar voorbjjgangers getrokken, en mochten dezen er in slagen voder en kind nog juist intijds te redden. De moeder kreeg haar kind terug, terwjjl do vader zoo spoedig mogeljjk een goed hoenkomen zocht. Zlerikzee, 24 Mei. Door den Commissaris dor Koningin in Zeeland is aan de gemeentebesturen in dit gewest mededeeling gedaan van den staat betreffende den loop de- bevolking in 1894. Daaruit bljjkt, dat de loop der geheele provincie was als volgt: Aantal inwoners op mann. vrouw, totaal. 1 Januari 1894 101134. 103427. 204561. Vermeerdering door: m. vr. Geboorten 3567. 3396. Vestiging 5802. 5870. 9369.' 9266. Vermindering door m. vr. Overljjden 1882. 1693. Vertrek 6154. 6289. 1333. 1334. 2667. Totale vermeerdering met Totaal der bevolking in de provincie Zeeland op 31 December 1894: 102467. 104761. 207228. IIII. MM. <lc Koninginnen hebben in Limburg op ondubbelzinnige wjjze onder vonden dat ook in Zuid-Nederland- een warm hart klopt voor het Huis van Oranje. We achten het na het hierboven vermelde, overbodig iets hieraan toe te voegenallerwege in de grootste gemeenten van Limburg (behalve Roermond, dat schijnt uitgesloten te zijn), zoowel als in de kleinste heerschte een geestdrift zooals aan onze Zuideljjke broeders eigen is. Heden (Vrijdag) vertrokken HH. MM. naar Innsbrück. AanbestedingenVerkoopingen enz. Bij de aanbesteding der werken in den polder >De Vier Bannen van Duiveland" werd ingeschreven door do heeren P. Bezoojjen, voor f 4574; A. van Popering, voor f 4540; J. C. Bolier, voor f 4460; J. van Strien, voor f 4387 en L. van Popering, voor f 4340. Voor do werken in den polder >Oosterland" werd ingeschreven door do heeren J. van Popering Mz., voor f 1500; L. van Popering, voor f 1468 en J. C. Bolier, voor f 1444. Aan de minste inschrjjvers werd het werk gegund. Burgll, 24 Mei. Door het bestuur der water koeling vau den calamiteusen polder »Burgh en Westland" is heden (Vrjjdag) alhier bij enkele in schrijving aanbesteed het herstel, de vernieuwing en het onderhoud tot 30 April 1896 vau de aarde-, kram-, rijs- en steenglooiingwerken aan de water- keering van bovengemolden polder. Aannemer is de heer H. J. Romejjn te Burgh, voor f 5998. Raming f 5914,63. Het Bestuur vau het calamiteuse waterschap »Scherpenisse" heeft Woensdag aanbesteed het jaarlijksch onderhoud eu de vernieuwing van de werken aan de zeewering langs de Ooster-Schelde tot 30 April 1896. Er zijn in 't geheel 18 biljetten ingeleverd, namelijk: A. van der Vlies, voor f 12116; A. Foudraino, voor f 11918; P. J. Visser, voor f 11940; P. Bezuien, voor f 11930; L. Brand, voor f 11900; W. Ringolberg, voor f 11900; B. den Exter van den Brink, voor 11846; J. Dujjnbouwer, voor f 11800; J. de Rijke, voor/"11800; J. F. Adr. Polfliet, voor f 11797; L. Moerland, voor/"11790; Jac. Moerland, voor f 11765; C. Bolier Cz., voor f 11747; A. van Popering, voor f 11710; C. de Wilde, voor f 11698; J. Hack, voor f 11698; G. M. Laroojj, voor f 11659; G. Bolier Gz., voor f 11649. Behoudens goedkeuring van Ged. Staten is het werk aan den laagsten inschrjjver gegund. Door het bestuur van het waterschap >Sint Annaland" is aanbesteed de levering, vrij op den wal te Sint Annaland, van ongeveer 285 M8. grove gewasscben onderhoudsgrint. Ingeschreven werd door: C. F. de Waal te Werkendam, voor f 1,55 per M®. Abr. Theunisse te St. Annaland, -1,60 M. v. d. Klooster te - 1,65 Willem Hokken te Sliedreeht, - 1,97 Aan den laagsten inschrijver is de levering gegund. Middelburg, 24 Mei. Heden morgen ten 11 ure werd aan het gebouw van het prov. bestuur alhier aanbesteed: het maken van eeD steiger en van een grondbeloop met steenglooiing voor een gedeelte van deD muur in de haven te Veere, behoorende tot de zee- en oeverwerken in de provincie Zeeland. (Raming f 6100). Minste inschrjjver was de heer G. van den Hoek te Middelburg voor f 5530. Een woonhuis met koetshuis en tuin, samen groot 12 Aren 89 Cent., werd te Heinkenszand door den Notaris de Ronde Bresser geveild. Het hoogste bod, f 1600, vond geen genade bg den verkooper, zoodat het geheel onverkocht bleef. KERKNIEUWS. Bedankt voor het beroep naar de Herv. gem. te Stavenisse door ds. W. van der Waal Iz. te Moer- kapelle. Beroepen te Westkapelle de cand. W. C. Mense. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het vertrek van ds. Heldring, is te Middelburg het volgende viertal opgemaakt: H. H. Barger te Bloemendaal, G. B. Boomer te Driebergen, J. Draais ma to Steenwjjk, L. P. A. Westerheek van Eerten te Serooskerke (W.). Ingezonden «tukken. Mijnheer de Redacteur! U bjj voorbaat dankende voor het voldoen aan mjjn verzoek, vraag ik beleefd plaatsing van het volgende Aan den Heer WITTE HAOE te Wiesenkerke. »Yoet b ij stukl" In uw antwoord van 11 Mei j.l. volgt ge de oude taktiek van menschen, die op glad ijs staan. Ge verdiept U te veel in nevenbeschouwingen, zonder reebt op de zaak in te gaan. Toch wil ik trachten, het in uw schrijven aan gevoerde op den voet te volgen en te beantwoorden. 1°. Naar aanleiding uwer tirade over mijn ge noegen bjj het lezen van uw verslag zjj opgemerkt, dat ik dat werkeljjk met genoegen las, niet omdat de inhoud mg zoo beviel, maar dcwjjl het een onderteekening droeg en dus een soort van bevre diging was van mjjn vroeger uitgesproken grief omtrent de anonymiteit. 2°. Uwe gedachte »dat de juistheid van uw verslag mg de oogen heeft uitgestoken" doet mjj ontwaren, dat U geen geringen dunk van uw vertlag- geversgave bezit. Proficiat daarmee! 8°. Uwe veronderstelling, dat anderen mjj ver zochten te schrijven en dat ik mg daartoe liet gebruiken, doet mij donken aan het spreekwoord >7.00 de waard is, vertrouwt hij zijn gasten". 4°. Hoe uit mjjno gedachte »dat gjj op 't laatst blijkbaar vermoeid waart" de onverbeterljjkheid van uw verslag moet blijken, is mij duister; het komt mjj voor, dat die onvorbeterlijkheid meer samen hangt met uwe verhouding tot den oorspronkeljjken steller. 5'. Ter logenstraffing van de tot mij gerichte hateljjkheid, als zoude ik meer op mgn eigen woorden dan op het verslag van den heer 'Boone gelet hebben, verwijs ik U naar mjjn verslag in de Gotsche Courant van 2 Mei 1.1. 6°. Nu geeft gjj toe, dat de grief van den heer de Regt geen betrekking bad op vergaderingen maar waarom het dan geschreven in bet aange vallen verslag? Wat ge verder in dien on de twee volgende zinnen laat volgen, staat niet in 't minste verband met het door mij aangevoerde, of 't zou moeten zijn om te beweren, dat ik mede tot die personen behoor, die U met scheele oogen aanzien, omdat gij meer dan anderen de waarheid aan den dag wenscht te brengen, wat toch allerzotst zou zjjn van iemand die juist meerdere waarheid van U verlangt. Even min »sta ik verstomt over uw ongehoorde stout moedigheid". Wie zou U den toegang tot de tribune kunnen verbieden? Wat zoudt gij er in een of ander opzicht bij kunnen verliezen? Wat ge er bij wint is duidelijk, maar volstrekt geen bewijs voor uwen moed. 7°. Wip ik even over den voorlaatsten zin, om den laatsten te pakken, waarin U o. eene verklaring verlangt van harde waarheden. Nu ik wil er U eene noemen, welke ter vergadering is gebezigd, n.l. deze >het is laag in anonieme stukjes de gaven en gevers voor eene goede zaak verdacht te maken" en h. erkentdat het door U in uw verslag gebezigde woord >debat" niet juist was. Eindeljjk vestig ik de aandacht op: 8°. Den overgewipten voorlaatsten zin, waarin gij uw oppervlakkig weörgeveu van het laatste gedeelte der vergadering erkent en daarbij de ui tapt, dat U geen enkele onwaarheid hebt genoteert, niettegenstaande u zelf er roods twee constateerd. Resutneerende, zij het mij vergund als mijn be scheiden meening te kennen te geven: 1°. dat U in uw schrijven slechts op 2 punten mijner klacht antwoordt en daarbij de onjuist heid uwer mededeeling van de daarbij bedoelde feiten erkent; 2°. dat U punt 1, 3 en 4 mijner klacht onbe sproken laatwat mjj weer het spreekwoord van >die zwijgt stemt toe" te binnen brengt; en 3°. dat een nader schrijven van U niet noodig zal zijn oin het publiek te doen uitmakenwie omtrent het al of niet juiste van uw verslag gelijk heeft en of de eisch in het motto boven dit schrijven J tegenovor uwe verdediging overbodig was. Aan den heer J. L BOONE te Witsenkerke. >Gjj zult niet liegen!" In uwe tegenspraak beweert gij: 1°. dat de Commissie alle giften, zonder beoor deeling, in dank heeft aanvaard; 2°. dat door de Commissienoch bij monde van ds. Snoep, noch bjj monde van U is uitgemaakt, of de oorzaak van het slechte brood aan de tarwe dan wel aan het bakken lag; 3°. dat ik den bandschoen opnam in den dienst van den mammonen 4°. dat door (mijne of door dieDS partij mindere burgers door 't slijk worden gesleurd. Het bovenstaand gebod is in 2, wellicht in 3 dezer punten (de beschuldiging in punt 4 is mij onduideljjk) overtreden, waarvoor ik U de volgende bewijsvoering lever: ad. I. WanDeer de geheele Commissie alles, zonder beoordeelingin dank bad aanvaardeilieve hoe kon dan Carambol beweren, dat er 3e soort tarwe was gegeven? Of bevindt Carambol zich onder de Commissie, zoodat hjj daardoor het gehalte der gegeven tarwe en den gever daarvan kende? ad II. Ook na uw schrijven beeft de voorzitter der Commissie verklaard, dat mjjne bewering de waarheid behelsde en de uwe het tegendeel daarvan. Trouwens gjj zult dit toegeven, wanneer ik hier de besprekingen releveer. Nadat de voorzitter reeds uit naam der Commissie verklaard had, dat de betichting van het geven van 3e soort tarwe eene insinuatie was, werd door de Looff en Gaanderse gezegd, dat duidelijk gebleken was, uit het ten halven doorsnijden van een brood, dat de slechte kwaliteit daarvan niet aan de tarwe maar aan den bakker gelegen bad, waarop Gaanderse zich tot U, Boone, wendde met de vraagis 't niet waar Boone? waarop U, niettegenstaande uw vrij lang stilzwjjgen bjj de bespreking dezer zaak, toe stemmend antwoordde. ad III. Het zou ongetwijfeld door U als zelf verheffing worden uitgekreten, indien ik, door opsomming van hetgeen ik, in mijnen vrijen tjjd, ten behoeve mijner dorpsgenooten deed, het bewjjs leverde, dat het doel van den door mjj in deze zaak aangebonden strijd geen ander is, dan wordt weêrgegeven in de volgende door mjj ook ter vergadering geuitte woorden: »dat door zulke ongeteekendo hatelijkheden niet de geverdie zich door onttrekking kan vrijwaren, maar wel de begiftigde wordt gedupeerd En ten slotte tart ik U, mjjnbeer Boone, te bewijzen, dat ik ooit voor iets onedels of onrecht vaardigs den handschoen heb opgenomen. Wisienkerkb, 22 Mei 1895. C. N. v. d. HEIJDE. Speldeprikken en mokerslagen. Lap om leer, prik je mij Ik prik je weer. Lieve lezers, hier ben ik weer en wil weer pogen, met behulp van kunst- en vliegwerk, een »ciets beteekenend" stukje over een en ander samen te stellen. De vorige keer schreef ik aan 't slot van mjjn stukje dat ik nog eens hoopte terug te komen op het door mij even aangeroerde karweitje, d. w.z. meer op de aanbesteding dan wel op het werk zelf. Toen voor eenigen tjjd de verhooging van den dijk der Adriana Jobannapolder, bedoeld karweitje in kwestiewerd aanbesteedwerden er verschillende iDSchrijvingsbiljetten ingeleverd zoowel uit Drei- scbor als uit Brouwershaven. Bg de opening der biljetten bleek het volgende: De hoogste inschrijver (van Dreischor) had inge schreven voor 213 (hier was de begrooting ook opgesteld) terwgl de laagste had ingeschreven voor f 199 (van Brouwershaven). Nu zou volgens men" daaruit moeten volgen dat de inschrijver van Brou wershaven aannemer werddoch na eene onder handeling van het Polderbestuur met den hoogsten inschrjjver, bleek dit niet zoo; want toen werd de inschrijver van Dreischor aannemer voor f 207. Dit nu, meent de ondoordachte >men", is niet in den haak, zoodat er vele scheeve voorstellingen volgen, te laag om hierop verder in te gaan. Maar eilieve, mijn goede >men", zeg mij dan eens wat voor onbilljjks of dat in zich sluit; in welk opzicht heeft genoemd Polderbestuur niet billijk gehandeld Omdat zij het niet aan den minsten inschrijver gegund hebben. Is het dat? Zoudt ge m'n lieve >men het dan zoo pliezierig gevonden hebben wanneer het gegund was aan den inschrijver van Brouwershaven, zoodat dan die f 207 voorhij de neuzen van onze arbeiders gegaan ware? Te meer daar genoemde som bijna uitsluitend arbeidsloon is. Neen lieve »men", >eere, wien eere toekomt" m. i. verdient bedoelde Directie allen lof en het ware te wenschen, dat dergelijke zaken navolging vonden. Ook over wat het bedrag der aanneming betreft, heeft »men" wat al te heethoofdig geredeneerd; want toch, nu het werk is afgeloopen blijkt, dat de grondwerkers gewerkt hebben tegen f 1,25 per dag. Dit is nu niet te veel, maar toch zouden zij, dunkt mg, nog zoo'n werk wel willen doen tegen hetzelfde geld en dit spreekt duidelijk genoeg. Bij deu boer krijgen wjj 75 keele centen per dag, zeggen zjj, en dan mag je toch ook niet luieren. >Het eene is een gevolg van het andere", zeide de boerin tegen haar meid, en zoo ook met mij, want du ik toch aan het schuieren hen, wil ik ook even bjj een ander karweitje, aan het veer, aan wippen. Dit is bepaald een goed werk, en voor den werkman verschaft het weer brood. Gelukkig echter voor de gemeentekas, dat er dit jaar eene groote hoeveelheid suikerbieten is gezaaid, zoodat die nog al aardig wat aan »kaaigeld" zullen op brengen. Me dunkt een aardige tegemoetkoming voor onze gemeentekas. Deze week hadden wij het genoegen den bij deze gemeente beroepen predikant in ons midden te zien. ZjjnEerwaarde heeft, naar >men" zegt, alles goed bevonden, behalve de pastorie; doch dan wil men wel aan dat óóne bezwaar tegemoet komen, door n.l. de pastorie naar zijn meening te verbouwen, te meer daar ze toch gerepareerd moest worden! Als het echter maar geen doode musch blijkt te ?.ijn, zooals ik onlangs gelezen heb van een predikant, die ook de gemeente waar hij beroepen was, be zocht, alles in orde bevond, maar voor het beroep bedankte. Doch wjj willen hopen, dat onz»

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1895 | | pagina 3