ZIEttlKZEESCIIE NIEUWSBODE. Dinsdag 14 Mei 1895. VERKIEZING RECLAMES. J. H. C. Heijse, M. Bolle Lz., Mr. J. A. Bolle. Jhr. Mr. E. A. 0. de Casembroot. W. F. K. Lenshoek, I. D. Fransen van de Putte, J. G. P. Timans, W. F. J. Wagtho. NATIONALE MILITIE. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 51ste JAARGANG. No. 6613. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van AbcmnemenU- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierïkzeeeche Nieuwsbode" 15 regels Cts. Elke regel meer IS Cts. JT. DE GRAAF Cz., Mr. KLEEB«AKEB, POSTSTRAAT C 103, Zierikzee. voor leden der Prov. Staten van Zeeland, op Dinsdag; 14 Mei 1895. Aan ilen vooravond van den dag der verkiezing herinneren wij nog wat daar omtrent in vorige Nos. is gezegd. Het geldt thans niet alleen de eer van het distriet Zierikzee, maar het geldt nu het behoud van het liberale element in de Prov. Staten van Zeeland. Hoe kunnen wij dit beter bewijzen dan door over te nemen, wat gezegd wordt in het laatste No. van de Zeeuwhet anti-revolutionaire blad in onze provincie: >Als de Staten nu niet omgaan en het hangt aan éóne stem, dan behouden de liberalen hunne overmacht weder voor vele jaren; wij verliezen den zetel van Godin de Beaufort in de Eerste Kamer en zullen dan ook niet winnen den zetel van het liberale Eerste Kamer-lid". l>it is Mr. E. Fokker. Ziedaar, whhr het op aankomt. Genist kunnen dan ook wij zeggen tot onze partrjgenooten: JBeseJJTe een ieder der onsen welke gewichtige belangen er thanop het spel staan. Wij bevelen alzoo ten dringendste aan Kiesdistrict Zierikzee: Kiesdistrict Th ol en: Kiesdistrict Goes W JDe stembureauao zijn geopend van morgens O tot 's namidd. .5 ure. Oproeping wan verlofgangers «Ier lichtingen 1899 en 1893. De BURGEMEESTER van Zieiukzee brengt ter kennis van de belanghebbenden: dat by Koninklijk besluit van 9 April 1895 No. 25 is bepaald, dat, krachtens artikel 125 der militiewet, dit jaar in werkelijken dienst moeten worden opgeroepen de verlof gangers, behoorende tot de hierna te vermelden lichtingen en korpsen, te weten: a. van de lichting van 1892 de militieplichtigen, behoorende tot de regimenten infanterie, de compagniën hospitaal soldaten, het le en 3e regiment veld-artillerie, met uitzondering van de trein-compagniën dier regimenten, het 2e regiment veld-artillerie, met uitzondering van hen, die van het wapen der cavalerie bij treincompagniën van dat regiment zijn overgeplaatst, het korps rijdende artillerie, het korps pontonniers, het korps torpedisten en het korps genietroepen, met uitzondering van de vesting-telegrafisten, die hebben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin van artikel 6 van het Koninklijk besluit van 29 Februari 1884 No. 11; b. van de lichting van 1893 de militieplichtigen, behoorende tot de regimenten vesting artillerie, het korps pantserfort- artillerie en het korps genietroepen een en ander zooals breeder hieronder is aangewezen. Infanterie t van 9 Augustus tot 12 September de verlofgangers der lichting 1892 van het regiment grenadiers en jagers, van het le, 2e. 4e en 5e bataljon en van 28 Augustus tot 30 September die van het 3e bataljon; van 20 Augustus tot 23 September, die der lichting 1892 van het le, 2e, 3e en 8e regiment infanterie; van 9 Augustus tot 12 September, die der lichting 1892 van het 4e, 5e en 7e regiment; van 20 Augustus tot 23 September het le, 2e, 3e en 4e bataljon en van 28 Augustus tot 30 September het 5e bataljon van het 6e regiment der lichting 1892; Artillerie a. Veld-artillerie: van 10 Juli tot 13 Augustus de verlofgangers der lichting 1892, die bahooren tot de le, 3e en 5e batterij van het le regiment; van 14 Augustus tot 17 September, die der lichting 1892 van de 6e batterij en van 28 Augustus tot 1 October, die der lichting 1892 van de 2e en 4e battery van dat regiment; van 14 Augustus tot 17 September, die der lichting 1892, behoorende tot de le, 3e en 6e batterij, alsmede de le trein-compagnie van het 2e regiment (met uitzondering van hen, die van het wapen der cavalerie daarby zyn overgeplaatst); van 26 Juni tot 30 Juli, die der lichting 1892 van de 2e, 4e en 5e batterij, alsmede de 2e trein-compagnie van dat regiment, met gelijke uitzondering; van 23 Juli tot 20 Augustus de 2e, 4e en 5e battery en van 28 Augustus tot 1 October de le, 3e en Ge batterij van het 3e regiment; b. Rydende artillerie; van 14 Augustus tot 17 September de verlofgangers der lichting 1892, behoorende tot de le batterij en van 17 Juni tot 20 Juli, die der 2e batterij van dit korps; c. Vesting-artillerie; van 4 Juni tot 6 Juli de verlofgangers der lichting van 1893, behoorende tot de 5e, 6e, 7e en 8e compagnie van het le regiment; van 3 September tot 5 October, die der lichting 1893 van de le, 2e, 3e en 4e compagnie van dat regiment; van 28 Mei Ut 29 Juni, die der lichting van 1893 van de 9e compagnie van dat regiment; van 20 Augustus tot 21 September, die der lichting van 1893 van de 10e compagnie van dat regimeut; van 20 Augustus tot 2t September, die der lichting 1893 van de 2e, 4e, 6e, 7e en 10e compagnie van het 2e regiment van 21 Mei tot 22 Juni, die der lichting 1893 van de le, 3e, 5e, 8e en 9e compagnie van dat regiment; van 9 Augustus tot 10 September, die der lichting 1893 van de le, 2e, 3e, 4e en 5e compagnie van het 3e regiment; van 12 September tot 12 October, die der lichting 1893 van de Ce, 7e, 8e, 9e en 10e compagnie van dat regiment; van G Augustus tot 7 September, die der lichting 1893 van de 3e, Ge, 7e, 8e, 9e en lCte compagnie van het 4e regiment; van 18 Juni tot 20 Juli, die der lichting 1893 van de 2e en 4e compagnie van dat regiment; van 25 Juni tot 27 Juli, die der lichting 1893 van de le en 5e compagnie van dat regiment; d. Korps Pantserfort-artillerie: van 16 Juli tot 17 Augustus de verlofgangers der lichting 1893, behoorende tot de le compagnie van dat korps; van 18 Juni tot 20 Juli, die der lichting 1893 van de 2e compagnie van dat korps; van 28 Mei tot 29 Juni, die der lichting 1893 van de 3e compagnie van dat korps; van 23 Juli tot 24 Augustus, die der lichting 1893 van de 4e compagnie van dat korps; Korps Pontonniers: van 4 Juli tot G Augustus de le compagnie en van 22 Juli tot 24 Augustus de 2e compagnie van dat korps, behoorende tot de lichting van 1892 Korps Torpedisten: van 21 Augustus tot 24 September de verlofgangers der lichting 1892 van het le peloton, de le compagnie van dat korps (plaats van opkomst fort de Ruyter) en die der lichting 1892 van het 2e peloton de le compagnie van dat korps (plaats van opkomst Hellevoetsluis) van 3 Juli tot G Augustus, die der lichting 1892 van het le peloton de 2e compagnie van dat korps (plaats van opkomst fort aan den Hoek van Holland) en die der lichting 1892 van het 2e peloton de 2e compagnie van dat korps (plaats van opkomst den Helder); Korps Genietroepen: van 24 Juli tot 27 Augustus de verlofgangers der lichting 1892 van dit korps (uitgezonderd de vesting-telegralisten, die hebben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin van artikel G van het Koninklijk besluit van 29 Februari 1884 No. 13); van 29 Mei tot 2 Juli, die der lichting 1893 van dit korps, met uitzondering als boven; van 6 Mei tot 15 Mei de vesting-telegrafisten voren vermeld, le serie, en van 16 Mei tot 25 Mei do 2e serie, verlofgangers zijnde der lichting 1893; Hospitaalsoldaten van 9 Augustus tot 12 September de verlofgangers der lichting 1892, behoorende tot do 1e compagrie en van 20 Augustus tot 23 September, die der 2a en 3e compagnio Gezien de daartoe betrekkelijke circulaire van den Commissaris der Koningin in deze provincie van den 22 April j.l., A, No. 1026, 3e afdeeling N. M. (Provinciaal blad No. 41); Roept by dezen op de in deze gemeente wonende milicien- verlofgangers der lichtingen 1892 en 1893 hierboven genoemd, om overeenkomstig het bepaalds op den tijd en de plaats als in de aan hen uit te reiken orders is vermeld, tegen woordig te zijn, voorzien van al de voorwerpen van kleading en uitrusting, door hen by hun vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas, ten einde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken. Voorts wordt te hunner kennis gebracht, dat zij, die in gebreke blijven op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, bij hunne latere opkomst zooveel langer in dienst zullen worden gehouden, en die niet aan de oproeping voldoen, volgens artikel 145 der militiewet, als deserteur zullen worden behandeld, tenzy zij, om andere reden dan ziekte buiten staat zijnde aan hunne oproeping te voldoen, overleggen een deugdelijk bewijs of deugdelijke verklaring tot staving der redenen van het achterblijven, terwijl zij die wegens ziekte niet op den bepaalden tijd onder de wapenen komen, verplicht zyn over te leggen een gelegaliseerd, op zegel geschreven geneeskundig getuigschrift en zullen die, zoowel in het algemeen belang van den dienst als om misbruik tegen te gaan, te dier zake niet voor diligent worden gehouden, maar verplicht zyn zich na hunne her stelling bij hun korps te vervoegen, ten einde daarby in den wapenhandel geoefend te worden. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, te Zierikzee den 10 Mei 1895. De Burgemeester voornoemd, CH. W. VERMEIJS. Ondanks do aansporingen van Rusland heeft China niet getalmd met het onderteekenen der vredesvoorwaarden, maar ook zijnerzijds die aan genomen, zoodat thans de vrede definitief is gesloten. In de voorwaarden zal echter nog verandering komen, daar als zeker wordt gemeld, dat Japan heeft toegegeven aan do eischen van Rusland, Duitsch- land en Frankrijk en afgezien heeft van het definitief in bozit nemen van het schiereiland Lioa Tong, met de gewichtige haven Port Arthur daaronder begrepen. Wat Japan in de eerste plaats vragen zal is nog niet bekend, maar Europa heeft reden tot tevredenheid over deze schikking, zoodafc nu ten minste de vrees voor een conflict tusschen Rusland en Japan ver dwenen is. En Rusland heeft niet minder reden tot vreugde. Dank toch zjj het gemeenschappelijk op treden met Frankrijk en Duitschland, heeft het zjjn zin doorgezet en het overwinnende Japan de vruchten niet laten plukken van zjjne overwinningenhet heeft Japan voor een tjjdlang weer belet vasten voet te krijgen op het vasteland van Azië en het weer op zijn eilanden teruggedrongen. Met opzet spreken wo hier van'voor een tijdlang. Immers, wanneer het juist is, dat Japan besloten heeft af stand te doen van de definitieve inbezitneming van Lioa Tong met Porth Arthur, dan ligt daarin opgesloten, dat het toch die streek zal bezet honden voor een tijdlang, bv. tot de betaling der oorlogs schatting, en wat het zeggen wil wanneer een overwinnende mogendheid begint met een tjjdlang een overwonnen landstreek te bezetten, dat leert ons de geschiedenis van Sleeswjjk en de nog altijd tijdelijke bezitting van Egypte door Engeland. Maar in ieder geval, het heet tjjdeljjk en de schikking is getroffen en met ongemengde vreugde wordt vooral in Frankrjjk de oplossing begroet. Toch is er nog voel te regelen en op Formosa vooral is het erg onrustig. Daar wil men niets weten van een afstand aan Japan en overal zjjn plakkaten aangeplakt met de aansporing om zich aan den afstand niet te onder werpen en zich te verzetten. Vooral de zwarte vlaggen", een soort van ongeregelde troepen, die zeer dweep- en plunderziek zijn, zjjn zeer onrustig, zoodat men beducht is voor ernstige ongeregeldheden. De commandanten der Duitsche en Engelsche oor logsschepen hebben te ABping mariniers aan wal gezet, tot bescherming van de daar wonende vreem delingen, terwijl Engelsche matrozen in gewapende sloepen in de haven patrouilleeren en Dnitschland een kanonneerboot naar Formosa heeft gezonden. In DultüChland zit men zeer in spanning over den uitslag der behandeling der Umstnrz Vorlage, die in z.g. tweede lezing thans wordt be handeld. De oppositie er tegen is zeer sterk. Even vóór de behandeling begon, werd er te Berljjnnog eene indrukwekkende meeting tegen gehonden van vertegenwoordigers van niet minder dan 250 Duit- sche gemeentebesturen, terwjjl van 170 andere be tuigingen van instemming waren ontvangen. De heer Langechaus, voorzitter van den Berljjnschen gemeenteraad, leidde de vergaderingen en hield tevens de eerste redevoering tegen het ontwerp, 't welk hg, vooral nu het in het jubeljaar was ingediend, eene beleediging voor het Duitsche volk noemde. Etteljjke sprekers volgden en er heerschte veel geestdrift. Ten slotte werd eone motie goedgekeurd, inhoudende protest tegen de strekking der voordracht, in welken vorm dan ook gegoten. Ook eene adresbeweging is georganiseerd tegen de voordracht en alleen bjj de redacteur van het Berliner Togeblatt en de Berliner Morgen-Zeitung hebben 92,000 personen hun naam daarop getoekend. Hieruit bljjkt wel, hoe groot de ontevredenheid over het ontwerp is en het zon niet te verwonderen zjjn als hier des Keizers wil nu eens de hoogsto wet niet bleek te zjjn. Ook met do tabaksbelasting wil het maar niet vlotten. In de Rjjksdag-commissie, daarvoor aangewezen, had de kotrokken minister nog al vorklaard, dat de Regee ringen bereid waren het bedrag dier belasting te beperken tot 10l/2 millioen Mark. Maar ondanks die vermindering verwierp de commissie met 19 tegen 4 stemmen de eerste vier artikelen der voordracht, waarmede deze in haar geheel als verworpen is te beschouwen. Wat de rogeering nu zal doen, is nog een raadsel. Zij staat nog altjjd voor het vraagstuk om hot geld, voor de verhoogde legeroitgaven be- noodigd, to vinden. In Oostenrijk is geschil ontstaan tnsschen den minister van binnenlandsohe zaken in Hong&rjje, Banffy, en Kalnocky, den gemoenschappelgken Rgksminister van bnitenlandsche zaken. Do oorzaak van dien twist is gelogen in de handolingen van den boer Agliardi, den Pauseljjkon nuntius, die het land doorreisde, rodevoeringen hondende tegen de nieuwo kerkeljjko wetten. De Hongaarsche Premier Banffy wondde zich daaromtrent tot rainistor Kal nocky, met verzoek deswege een klacht in te dienen bjj den Pans, wat door Kalnocky dan ook word toegezegd, wanneer hem de noodige bewijzen waren medegedeeld. Toen nu in het Hongaarsche Volkshuis eene interpellatie werd gehouden over do handelingen van den nuntins, antwoordde de minister-president, dat door de regeering een vertoog was ingediend bjj don H. Stoel, ter zake van de wijze, waarop de Pauseljjke nuntius zich had uitgelaten, gedurende een door Hongarjje gemaakte rondreis, en dienaan gaande ophelderingen waren gevraagd, want dat naar zjjne meening het optreden van den nuntins geljjk staat met 't zich mengen in Honganje's binnen- landsche aangelegenheden. Het Hais nam van deze verklaring onder toejuichingen acte. Maar reeds den volgenden dag werd in een der Oosten rijksche bladen officieus medegedeeld, dat de verklaringen van den minister Banffy omtrent den Pausoljjken nuntins op verschillende punton onnauwkeurig waren en niet overeenkomen met de inzichten van den Oosten- rijkschen minister van buitenlandscho zaken, terwjjl er werd bijgevoegd, dat wat do minister verklaarde, toegeschreven moest worden aan zijne geringe er varing op het gebied dor diplomatie. Geen wonder, dat Banffy onmiddellijk zjjn ontslag vroeg aan den Keizer, spoedig gevolgd door eene geljjke aanvrage van Kalnocky. De Keizer hooft beide heeren bij zich doen komen en noch het ontslag van den een, noch dat van den ander aangenomen, maar het misverstand uit den weg geruimd. In het Êngelschc Lagerhuis is door de regeering ingediend het bekende wetsvoorstel, waarbjj bepaald wordt, dat ieder Britsch kiez,er, anders dan dit tot hiertoe het geval was, slechts eenmaal en in één district van het stemrecht mag gebruik maken. Het bepaalt voorts, dat de algemeene verkiezingen voortaan alle tegeljjk en op één dag zullen plaats hebben en wel op een Zaterdag. Bij de behandeling van dit ontwerp zal de oppositie weer wel al het mogelijke doen, om het debat te rekken. Maar het voorstel van minister Harcourt, om gedurende deze zitting den beschikbaren tijd op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag te besteden aan de behande ling der regeeringsvoorstellen, is aangenomen en dit geeft eenigen moed. F r a n k r ij k. Geheel Parjjs spreekt over den moord, die Zater dagochtend daar is gepleegd op den abbé de Broglie, den jongsten brooder van den bekenden hertog de Broglie, den minister-president onder het bestuur van president Mac-Mahon. De abt, professor aan het Katholieke instituut in de rue Vaugirard, was de biechtvader van eone modiste, mad. Amelot. Deze dame leed aan ver volgingswaanzin en beweerde, dat de abt zich on gunstig over haar had uitgelaten. Zaterdag-ochtend bezocht zjj den geesteljjke en verlangde een schrif- teljjk bewjjs van goed gedrag. Natuurljjk werd dit geweigerd door den abt, die nooit iets kwaads van de dame had verteld. Zjj haalde toen een revolver nit den zak en loste vier schoten op den geestelijkediedoodelijk getroffenonmiddellijk overleed. Na den moord gepleegd te hebben, stelde mad. Amelot zich ter beschikking der politie. De hertog de Broglie woonde de zitting der Académie bjj, toen hem de dood van zjjn broeder werd gemeld. De abbé de Broglie, voorheen officier bij de marine en ridder van het Legioen van Eer, was 61 jaren oud. Nederland. Amsterdam, 11 Mei. De Wereld-Tentoon stelling is heden namiddag ten 2 ure geopend door Mr. baron du Tour van Bellinchave, opper-cere- monie-meester van H. M. de Koningin-Regentes, begeleid door onzen Burgemeester, en opgewacht door het Uitvoerend Comité, met den heer N. A. Cali&ch aan het hoofd. Bjjna al de Ministers, leden van Gedep. Staten, alsmede der Eerste en Tweede Kamer waren daarbij tegenwoordig. De Eere-Voorzitter, Mr. Veiling Meinesz, sprak het openingswoord. 's Gravenhage, 10 Mei. H.H. M.M. de Koninginnen keerden heden stipt te 12,42 (stadstgd) per extra-trein van Vlissingen alhier terug, aan het station verwelkomd door militaire en civiele autoriteiten, waaronder de Ministers van Bniten landsche Zaken, Marine en Waterstaat. Hare Majesteiten zagen er uitstekend uit en droegen ieder een bouquet. Zij onderhielden zich «enige oogenblikken met velen der autoriteiten, de Regentes in 't bjjzonder met den Minister van Marine, wien de Regentes bjjzondere dank betuigdo voor de goede zorgen en maatregelen tot vergemakkeljjking en vornangenaming van de zeereis genomen. Buiten juichte een t&lrjjke menigte de koning innen too. 's Gravenhage, 11 Mei. Toen onze Koninginnen gisteron over de Groenmarkt redeu viel ter hoogte van het politie-bureau een knaapje vlak in de nabgheid van het koninklgke rgtuig, dat echter rakelings langB het ventje rood zonder het te deren. Daar de koets nog al breed is, zoo kwam het ventje juist terecht in de ruimte tusechen de wielen zonder dat de pooten dor paarden het lichaam raakten. Daardoor was goon enkel lichaamsdeel getroffen, zooals ook later door den geneeskundige der politie, dr. Muller, dio don jongen op het lijf hoeft onderzocht, is geconstateerd. Hij was alleen hevig verschrikt en word op het politie-bureau binnengebracht. H. M. de Koningin- Regentes beval den koetsier halt te houden en liet ten politie-bureele informeeren, wie het knaapje was en of het letsel had bekomen. De Koninginnen staakten den rjjtocht en keerden ten paleize terug, van waar kort daarna de Koningin- Regentes door haren particulieren secretaris nog eens persoonljjk liet informeeren naar den toestand van het knaapje. Toen werd bevestigd dat de val onder het rjjtnig voor het kind geen nadeelige gevolgen heeft gohad. II otterdam, 10 Mei. De gemeenteraad benoomde tot ontvanger van het havengeld voor zeevoartnigen den heer B. K. Boombenoemd ontvanger der invoorrechten en accjjnzen alhier. Het minimum van zijn salaris werd bepaald op f 3500 *8 jaars, verhoogd met 1 pCt. van hetgeen het middel jaarljjks meer opbrengen zal dan f 700.000, doch slechts tot oen gezamenljjk maximum van j 4500. Goes, 11 Mei. De heer C. L. M. Lambrechten, ingenieur van den provincialen waterstaat alhier eu bouwmeester van het Sas, wordt door Burgem. en Weth. van Amsterdam voorgedragen ter be noeming van een directeur van publieke werken, ter opvolging van den heer Schuurman. Op de internationale tentoonstelling van kunst bloemen en kunstvruchten te 's-Gravenhage is mej. J. G. Rissoeuw, onderwijzeres alhier, bekroond met eene bronzen medaille voor bouquetten en loBse bloemen. Tot brigadier-majoor der rijksveld wacht is aangesteld M. J. Verhoek, brigadier te Goes. FlIciUCCt, 11 Mei. Heden was het voor de schoolgaande kindoren een feestdag. Half tien ver zamelden zjj zich in het schoolgebouw om te genieten van de lekkere chocolade, melk en heerljjke krente- broodjes, hun door den 90jarigen heer J. Schalkwijk aangeboden. Uit volle borat zong de jeugd, ter eere van den geachton jubilaris, die intusschen met zjjne huisgenooten het lokaal was binnengetreden, eenige liedjes, waarvoor do weldooner den leerlingen zijn h&rteljjken dank betuigdo. Een flinke wandeliog langs de duinen verhoogde zeer zeker het genot. Teruggekeerd rustten zij nog een poos van de vermoeienissen in de school uit en konden zich daar nogmaals aan spijs on drank vergasten. Zierikzee, 11 Mei. Gisterenavond hield onze afdeeling der Vereeniging Volksonderwijs" hare jaarlijkscho vergadering ten huize van mej. de wed. Kanaar. Voorzitter Jhr. A. C. Röell. Als gewoonlijk was deze vergadering slecht bezocht. Uit het door den Secretaris, Mr. van Geuns, uit gebracht verslag bleek, dat het aantal leden 60 bedraagt en de afdeeling nog steeds met groot succes het schoolverzuim helpt bestrijden, vooral door prjjs-uitdeelingen, waartoe zjj in staat gesteld werd door eene toelage uit de gemeente-kas ad f 50 en eene gift van ƒ25. De rekening sloot mot een nadeelig saldo van f 3,48®. Als bestuurslid word herkozen de heer P. v. d. Have. Tot afgevaardigdo ter algemeene vergadering werd gekozen Mr. van Geuns. Van den beschrijvingsbrief dezer vergadering werden enkele punten besproken, waaronder de vraag der afdeeling Schiedam: »Is aansluiting van gymnasiaal en M. O. aan de volksschool gewenscht en mogeljjk, zoo ja, langs welken weg?" Aan den afgevaardigdo werden eenige wenken gegeven betreffende deze vraag. Voorts werd bestreden en door de vergadering verworpen de stelling van d«

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1895 | | pagina 5