ZIEBIKZEESËIIE NIEUWSBODE.
Dinsdag 14 Mei 1895.
VERKIEZING
RECLAMES.
J7DËoraafczv
J. H. C. Heijse,
M. Bolle Lz„
Mr. J. A. Bolle.
ihr. Mr. E. A. 0. de Casembroot.
W. F. K. Lenshoek,
I. D. Fransen van de Putte,
J. G. P. Timans,
W. F. i. Wagtho.
NATIONALE MILITIE.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
51ste JAARGANG. No. 6613.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
42 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abmmements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
15 regels Cts. Elke regel meer 15 Cts.
Mr. ELEEBMAHGB,
POSTSTRAAT C 103, Zierikzee.
voor leden der Prov. Staten van
Zeeland, op Dinsdag 1-1 Mei 1895.
Aan den vooravond van den dag der
verkiezing herinneren wij nog wat daar
omtrent in vorige Nos. is gezegd. Het
geldt thans niet alleen de eer van het
district Zierikzee, maar het geldt nu
het behoud van het liberale element in
de Prov. Staten van Zeeland. Iioe kunnen
wij dit beter bewijzen dan door over te
nemen, wat gezegd wordt in het laatste
No. van de Zeeuwhet anti-revolutionaire
blad in onze provincie:
»Als de Staten nu niet omgaan en het
hangt aan ééne stem, dan behouden
de liberalen hnnne overmacht weder
voor vele jaren; wij verliezen den zetel
van Godin de Beaufort in de Eerste Kamer
en zullen dan ook niet winnen deu zetel
van het liberale Eerste Kamer-lid".
DU is Ui\ E. l okker.
Ziedaar, wit ar het op aankomt. Genist
kunnen dan ook wij zeggen tot onze
partijgenooten:
Besejfe een ieder der onsen
welke gewichtige belangen
er thans op het spel staan.
Wij bevelen alzoo ten dringendste aan
Kiesdistrict Zierikzee:
Kiesdistrict T hol en:
Kiesdistrict Goes
iW He stembureauje eijn geopend van
'e morgens O tot namidd. ure.
Oproeping van verlofgangers «Ier
lichtingen 1898 en 1893.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de belanghebbenden:
dat bij Koninklijk besluit van 9 April 1895 No. 25 is
bepaald, dat, krachtens artikel 125 der militiewet, dit jaar
in werkelijken dienst moeten worden opgeroepen de verlof
gangers, behoorende tot de hierna te vermelden lichtingen
en korpsen, te weten:
a. van de lichting van 1892 de militieplichtigen, behoorende
tot de regimenten infanterie, de compagniën hospitaal
soldaten, het le en 3e regiment veld-artillerie, met
uitzondering van de trein-compagniën dier regimenten,
het 2e regiment veld-artillerie, met uitzondering van
hen, die van het wapen der cavalerie bij treincompagniëo
van dat regiment zijn overgeplaatst, het korps rijdende
artillerie, het korps pontonniers, het korps torpedisten
en het korps genietroepen, met uitzondering van de
vesting-telegrafisten, die hebben voldaan aan het bepaalde
in den eersten volzin van artikel 6 van het Koninklijk
besluit van 29 Februari 1884 No. 11;
b. van de lichting van 1893 de militieplichtigen, behoorende
tot de regimenten vesting artillerie, het korps pantserfort-
artillerie en het korps genietroepen
een en ander zooals breeder hieronder is aangewezen.
Infanterie
van 9 Augustus tot 12 September de verlofgangers der
lichting 1892 van het regiment grenadiers en jagers, van
het Ie, 2e. 4e en 5e bataljon en van 28 Augustus tot
30 September die van het 3e bataljon;
van 20 Augustus tot 23 September, die der lichting 1892
van het le, 2e, 3e en 8e regiment infanterie;
van 9 Augustus tot 12 September, die der lichting 1892
van het 4e, 5e en 7e regiment;
van 20 Augustus tot 23 September het le, 2e, 3e en
4e bataljon en van 28 Augustus tot 30 September het
5e bataljon van het 6e regiment der lichting 1892;
Artillerie
a. Veld-artillerie:
van 10 Juli tot 13 Augustus de verlofgangers der lichting
1892, die behooren tot de le, 3e en 5e battery van het
le regiment;
van 14 Augustus tot 17 September, die der lichting 1892
van de 6e battery en van 28 Augustus tot 1 October, die
der lichting 1892 van de 2e en 4e batterij van dat regiment;
van 14 Augustus tot 17 September, die der lichting 1892,
behoorende tot de le, 3e en 6e batterij, alsmede de
le trein-compagnie van het 2e regiment (met uitzondering
van hen, die van het wapen der cavalerie daarbij zyn
overgeplaatst);
van 26 Juni tot 30 Juli, die der lichting 1892 van de
2e, 4e en 5e batterij, alsmede de 2e trein-compagnie van
dat regiment, met gelijke uitzondering;
van 23 Juli tot 26 Augustus de 2e, 4e en 5e battery
en van 28 Augustus tot 1 October de le, 3e en 6e batterij
van het 3e regiment;
b. Rydende artillerie:
van 14 Augustus tot 17 September de verlofgangers der
lichting 1892, behoorende tot do le batterij en van 17 Juni
tot 20 Juli, die der 2e battery van dit korps;
c. Vesting-artillerie:
van 4 Juni tot 6 Juli de verlofgangers der lichting van
1893, behoorende tot de 5e, 6e, 7e en 8e compagnie van
het le regiment;
van 3 September tot 5 October, die der lichting 1893
van de 1e, 2e, 3e en 4e compagnie van dat regiment;
van 28 Mei tot 29 Juni, die der lichting van 1893 van
de 9e compagnie van dat regiment;
van 20 Augustus tot 21 September, die der lichting van
1893 van de 10e compagnie van dat regiment;
van 20 Augustus tot 21 Septemberdie der lichting 1893
van de 2e, 4e, 6e, 7e en 10e compagnie van het 2e regiment;
van 21 Mei tot 22 Junidie der lichting 1893 van de
le, 3e, 5e, 8e en 9e compagnie van dat regiment;
van 9 Augustus tot 10 September, die der lichting 1893
van de le, 2e, 3e, 4e en 5e compagnie van het 3e regiment;
van 12 September tot 12 October, die der lichting 1893
van de 6e, 7e, 8e, 9e en 10e compagnie van dat regiment;
van 6 Augustus tot 7 September, die der lichtiDg 1893
van de 3e, Ge, 7e, 8e, 9e en 10e compagnie van het
4e regiment;
van 18 Juni tot 20 Juli, die der lichting 1893 van de
2e en 4e compagnie van dat regiment;
van 25 Juni tot 27 Juli, die der lichting 1893 van de
le en 5e compagnie van dat regiment;
d. Korps Pantserfort-artillerie:
van 16 Juli tot 17 Augustus de verlofgangers der lichting
1893, behoorende tot de le compagnie van dat korps;
van 18 Juni tot 20 Juli, die der lichting 1893 van de
2e compagnie van dat korps;
van 28 Mei tot 29 Juni, die der lichting 1893 van de
3e compagnie van dat korps;
van 23 Juli tot 24 Augustus, die der lichting 1893 van
de 4e compagnie van dat korps;
Korps Pontonnier*:
van 4 Juli tot 6 Augustus de le compagnie en van
22 Juli tot 24 Augustus de 2e compagnie van dat korps,
behoorende tot de lichting van 1892;
Korps Torpedisten:
van 21 Augustus tot 24 September de verlofgangers der
lichting 1892 van het le peloton, de le compagnie van dat
korps (plaats van opkomst fort de Ruyter) en die der
lichting 1892 van het 2e peloton de 1e compagnie van dat
korps (plaats van opkomst Hellevoetsluis)
van 3 Juli tot 6 Augustus, die der lichting 1892 van
het le peloton de 2e compagnie van dat korps (plaats van
opkomst fort aan den Hoek van Holland) cn die der lichting
1892 van het 2e peloton de 2e compagnie van dat korps
(plaats van opkomst den Helder);
Korps Genietroepen
van 24 Juli tot 27 Augustus de verlofgangers der lichting
1892 van dit korps (uitgezonderd da vesting-telegrafisten,
die hebben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin
van artikel 6 van het Koninklijk besluit van 29 Februari
1884 No. 13);
van 29 Mei tot 2 Juli, die der lichting 1893 van dit
korps, met uitzondering als boven;
van 6 Mei tot 15 Mei de vesting-telegrafisten voren
vermeld, le serie, en van 16 Mei tot 25 Mei do 2e serie,
verlofgangers zijnde der lichting 1893;
Hospitaal-soldaten
van 9 Augustus tot 12 September de verlofgangers der
lichting 1892, behoorende tot de 1e compagrie en van
20 Augustus tot 23 September, die der 2e en 3ecompagnie
Gezien de daartoe betrekkelijke circulaire van den
Commissaris der Koningin in deze provincie van den
22 April j.l., A, No. 1026, 3e afdeeling N. M. (Provinciaal
blad No. 41);
Roept by dezen op de in deze gemeente wonende milicien
verlofgangers der lichtingen 1892 en 1893 hierboven genoemd,
om overeenkomstig het bepaalde op den tijd en de plaats
als in de aan hen uit te reiken orders is vermeld, tegen
woordig te zyn, voorzien van al de voorwerpen van klevling
en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof
medegenomen, benevens van hun verlofpas, ten ei
rechtstreeks naar hun korps te vertrekken.
Voorts wordt te hunner kennis gebracht, dat zij, di<
gebreke blijven op den bepaalden dag onder de wapenen
te komen, bij hunne latere opkomst zooveel langer in dienst
zullen worden gehouden, en die niet aan de oproeping
voldoen, volgens artikel 145 der militiewet, als deserteur
zullen worden behandeld, tenzij zij, om andere reden dan
ziekte buiten staat zijnde aan hunne oproeping te voldoen,
overleggen een deugdelijk bewijs of deugdelijke verklaring
tot staving der redenen van het achterblijven, terwijl zij
die wegens ziekte niet op den bepaalden ty>l onder de
wapenen komen, verplicht zyn over te leggen een gelegaliseerd,
op zegel geschreven geneeskundig getuigschrift en zullen
die, zoowel in het algemeen belang van den dienst als om
misbruik tegen te gaan, te dier zake niet voor diligent
worden gehouden, maar verplicht zijn zich na hunne her
stelling bij hun korps te vervoegen, ten einde daarby in
den wapeuhandel geoefend te worden.
En is hiervan afkondiging geschied waar liet behoort, te
Zierikzee den 10 Mei 1895.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
Ondanks de aansporingen van Rusland heeft
China niet getalmd met het ondorteekenen der
vredesvoorwaarden, maar ook zjjnerzjjds die aan
genomen, zoodat thans de vrede definitief is gesloten.
In de voorwaarden zal echter nog verandering
komen, daar als zeker wordt gemeld, dat Japan
heeft toegegeven aan do eischen van Rusland, Duitsch-
land en Frankrijk en afgezien heeft van het definitief
in bezit nemen van het schiereiland Lioa Tong, met
de gewichtige haven Port Arthur daaronder begrepen.
Wat Japan in do eerste plaats vragen zal is nog niet
bekend, maar Europa heeft reden tot tevredenheid
over deze schikking, zoodat nu ten minste de vrees
voor een conflict tusschen Rusland en Japan ver
dwenen is. En Rusland hooft niet minder reden tot
vreugde. Dank toch zijhet gemeenschappelijk op
treden met Frankrijk en Duitschland, heeft het z(jn
zin doorgezet en het overwinnende Japan de vruchten
niet laten plukken van zjjne overwinningenhet
heeft Japan voor een tijdlang weer belet vasten
voet te krijgen op het vasteland van Azië en het
weer op zijn eilanden teruggedrongen. Met opzet
spreken we hier van'voor een tijdlang. Immers,
wanneer het juist is, dat Japan besloten heeft af
stand te doen van de definitieve inbezitneming
van Lioa Tong met Porth Arthur, dan ligt daarin
opgesloten, dat het toch die streek zal bezet houden
voor een tijdlang, bv. tot de betaling der oorlogs
schatting, en wat het zeggen wil wanneer een
overwinnende mogendheid begint met een tjjdlang
een overwonnen landstreek te bezetten, dat leert
ohb de geschiedenis van Sleeswijk en de nog altijd
tijdelijke bezitting van Egypte door Engeland. Maar
in ieder geval, het heet tjjdeljjk en de schikking is
getroffen en met ongemengde vreugde wordt vooral
in Frankrijk de oplossing begroet. Toch is er nog
veel te regelen en op Formosa vooral is het erg
onrustig. Daar wil men niets weten van een afstand
aan Japan en overal zjjn plakkaten aangeplakt met
de aansporing om zich aan den afstand niet te onder
werpen en zich te verzetten. Vooral de zwarte
vlaggen", een soort van ongeregelde troepen, die
zeer dweep- en plunderziek zijn, zjjn zeer onrustig,
zoodat men beducht is voor ernstige ongeregeldheden.
De commandanten der Duitsche en Engelsche oor
logsschepen hebben te Aiiping mariniers aan wal
gezet, tot bescherming van de daar wonende vreem
delingen, terwijl Engelsche matrozen in gewapende
sloepen in de haven patrouilleeren en Dnitschland
een kanonneerboot naar Formosa heeft gezonden.
In Duitschland zit men zeer in spanning
orcr den uitslag der behandeling der Umstarz
Vorlage, die in z.g. tweede lezing thans wordt be
handeld. De oppositie er tegen is zeer sterk. Even
vóór de behandeling begon, werd er te Berljjn nog
eene indrukwekkende meeting tegen gehouden van
vertegenwoordigers van niet minder dan 250 Duit
sche gemeentebesturen, terwjjl van 170 andere be
tuigingen van instemming waren ontvangen. De
heer Langechaus, voorzitter van den Berljjnschen
gemeenteraad, leidde de vergaderingen en hield tevens
de eerste redevoering tegen het ontwerp, 't welk hg,
vooral nn bet in het jubeljaar was ingediend, eene
beleediging voor het Duitsche volk noemde. Ettelgke
sprekers volgden en er heerechte veel geestdrift.
Ten slotte werd eone motie goedgekeurd, inhoudende
protest tegen de strekking der voordracht, in welken
vorm dan ook gegoten. Ook eene adresbeweging is
georganiseerd tegen de voordracht en alleen bij de
redacteur van het Berliner TagebUut en de Berliner
Morgen-Zeitung hebben 92,000 personen hun naam
daarop geteekend. Hieruit blgkt wel, hoe groot de
ontevredenheid over het ontwerp is en het zou niet
te verwonderen zgn als hier des Keizere wil nn eens
de hoogste wet niet bleek te zjjn. Ook met de
tabaksbelasting wil het maar niet vlotten. In de
Rgksdag-commissie, daarvoor aangewezen, had de
betrokken minister nog al vorklaanl, dat de Regee
ringen bereid waren het bedrag dier belasting te
beperken tot lOVs millioen Mark. Maar ondanks die
vermindering verwierp de commissie met 19 tegen
4 stemmen de eerste vier artikelen der voordracht,
waarmede deze in baar geheel als verworpen is te
beschouwen. Wat de rogeering nu zal doen, is nog
een raadsel. Zjj staat nog altjjd voor het vraagstnk
om het geld, voor do verhoogde lege rui tga ven bo-
noodigd, te vinden.
In Oostcnrlik is geschil ontstaan tusschon
den minister van binnenlandscbo zaken in Hongarjje,
Banffy, en Kalnocky, den gomoenschappelgken
Itjjksminister van bnitenlandsche zaken. Do oorzaak
van dien twist is gelegen in de handelingen van
uen heer Agliardi, don Pauseljjkon nuntius, dio het
land doorreisde, redevoeringen houdende tegen de
nieuwe kerkelijke wetten. Do Hongaarsche Premier
Banffy wondde zich daaromtrent tot minister Kal
nocky, met verzoek deswege een klacht in te dienen
bjj den Paus, wat door Kalnocky dan ook werd
toegezegd, wanneer hem de noodige bewjjzen waren
medegedeeld. Toen nu in het Hongoaracho Volkshuis
eene interpellatie werd gehonden over de handelingen
van den nuntius, antwoordde de minister-president,
dat door de regeering een vertoog was ingediend bij
den H. Stoel, ter zake van do wjjie, waarop de
Panseljjke nuntius zich had uitgelaten, gedurende
een door Hongarije gemaakte rondreis, en dienaan
gaande ophelderingen waren gevraagd, want dat
naar zijne meening het optreden van den nuntius
goljjk staat met 't zich mengen in Hongarije's binnen-
landsche aangelegenheden. Het Huis nam van deze
verklaring onder toejuichingen acte. Maar reeds den
volgenden dag werd in een der Oostenrjjksche bladen
officieus medegedeeld, dat de verklaringen van den
minister Banffy omtrent den Pansolijken nuntius
op verschillende panton onnauwkeurig waren en
niet overeenkomon met de inzichten van den Oosten-
rijkschen minister van bnitenlandsche zaken, terwijl
er werd bijgevoegd, dat wat do minister verklaarde,
toegeschreven moest worden aan zijne geringe er
varing op het gebied der diplomatie. Geen wonder,
dat Banffy onmiddellijk zjjn ontslag vroeg aan den
Keizer, spoedig gevolgd door eene geljjke aanvrage
van Kalnocky. De Keizer heeft beide heeren bij zich
doen komen en noch het ontslag van den een, noch
dat van den ander aangenomen, maar het misverstand
uit den weg geruimd.
In het Èngelschc Lagerhuis is door de
regeering ingediend het bekende wetsvoorstel, waarbjj
bepaald wordt, dat ieder Britsch kiezer, anders dan
dit tot hiertoe het geval was, slechts eenmaal en
in één district van het stemrecht mag gebruik maken.
Het bepaalt voorts, dat de algemeene verkiezingen
voortaan alle tegeljjk en op één dag zullen plaats
hebben en wel op een Zaterdag. Bij de behandeling
van dit ontwerp zal de oppositie weer wel al het
mogelijke doen, om het debat te rekken. Maar bet
voorstel van minister Harcourt, om gedurende deze
zitting deu beschikbaren tijd op Maandag, Dinsdag,
Donderdag en Vrijdag te besteden aan de behande
ling der regeeringsvoorstellen, is aangenomen en dit
geeft eenigen moed.
F r a n k r ij k.
Geheel Parjjs spreekt over den moord, die Zater
dagochtend daar is gepleegd op den abbé de Broglie,
den jongsten broeder van den bekenden hertog de
Broglie, don minister-president onder het bestuur
van president Hac-Mahon.
De abt, professor aan het Katholieke instituut
in de rue Vaugirard, was de biechtvader van eene
modiste, mad. Amelot. Dezo dame leed aan ver
volgingswaanzin en beweerde, dat de abt zich on
gunstig over haar had uitgelaten. Zaterdag-ochtend
bezocht zij den geeBteljjke en verlangde een schrif
telijk bewijs van goed gedrag. Natuurljjk werd
dit geweigerd door den abt, die nooit iets kwaads
van de dame bad verteld. Zjj haalde toen een
revolver nit den zak en loste vier schoten op deu
geestelijkediedoodelijk getroffenonmiddellijk
overleed.
Na den moord gepleegd te hebben, stelde mad.
Amelot zich ter beschikking der politie. De hertog
de Broglie woonde de zitting der Académie bjj,
toen hem de dood van zgn broeder werd gemeld.
De abbé de Broglie, voorheen officier bij de marine
en ridder van het Legioen van Eer, was 61 jaren
oud.
Nederland.
Amsterdam, 11 Mei. De Wereld-Tentoon
stelling is heden namiddag ten 2 ure geopend door
Mr. baron du Tour van Bellinchave, opper-cere-
monie-moester van H. M. de Koningin-Regentes,
begeleid door onzen Burgemeester, en opgewacht
door het Uitvoerend Comité, met den heer N. A.
Calisch aan het hoofd. Bjjna al de Ministers, leden
van Gedep. Staten, alsmede der Eerste en Tweede
Kamer waren daarbij tegenwoordig.
De Eere-Voorzitter, Mr. Yening Meinesz, sprak
het openingswoord.
'b CiraveiiKiage, 10 Mei. H.H. M.M. de
Koninginnen keerden neden stipt te 12,42 (stadstijd)
per extra-trein van Vlissingen alhier terug, aan
het station verwelkomd door militaire en civiele
autoriteiten, waaronder de Ministère van Bniten
landsche Zaken, Marine en Waterstaat.
Hare Majesteiten zagen er uitstekend uit en
droegen ieder een bouquet. Zjj onderhielden zich
eenige oogenblikken met velen der autoriteiten, de
Regentes in 'tbgzonder met den Minister van Marine,
wien de Regentes bjjzondere dank betuigde voor de
goede zorgen en maatregelen tot vergemakkelijking
en veraangenaming van de zeereis genomen.
Buiten juichte een talrijke menigte de koning
innen toe.
■g («ruvcilliuge11 Mei. Toen onze
Koninginnen giBteron over de Groenmarkt reden
viel ter hoogte van het politie-bureau een knaapje
vlak in de nabijheid van het koninklijke rijtuig,
dat echter rakelings langs het ventje reed zonder
het te deren.
Daar de koets nog al breed is, zoo kwam het
ventje juist terocht in de ruimte tusschen de wielen
zonder dat de pooten dor paarden het lichaam
raakten. Daardoor was geen enkel lichaamsdeel
getroffen, zooals ook later door den geneeskundige
der politie, dr. Muller, die don jongen op het ljjf
heeft onderzocht, is geconstateerd.
Hg was alleen hevig verschrikt en werd op het
politie-bureau binnengebracht H. M. de Koningin-
Regentes beval den koetsier halt te houden en liet
ten politie-bureele informeeren, wie het knaapje
was en of het letsel had bekomen.
De Koninginnen staakten den rgtocht en keerden
ten paleize terug, van waar kort daarna de Koningin-
Regentes door haren particulieren secretaris nog
eens pereoonljjk liet informeeren naar den toestand
van het knaapje. Toen werd bevestigd dat de val
onder het rijtuig voor het kind geen nadeelige
gevolgen heeft gehad.
Rotterdam, 10 Mei. De gemeenteraad
benoemde tot ontvanger van het havengeld voor
zeevaartnigen den heer B. K. Boom, benoemd
ontvanger der invoerrechten en accijnzen alhier.
Het minimum van zgn salaris werd bepaald op
ƒ3500 '8jaare, verhoogd met 1 pCt. van hetgeen
het middel jaarlgks meer opbrengen zal dan ƒ700.000,
doch slechts tot oen gezamenlijk maximum van
4500.
GoeiV, II Mei. De heer C. L. M. Lambrechten,
ingenieur van den provincialen waterstaat alhier
eu bouwmeester van het Sas, wordt door Burgem.
en Weth. van Amsterdam voorgedragen ter be
noeming van een directeur van publieke werken,
ter opvolging van den heer Schnurman.
Op de internationale tentoonstelling van kunst
bloemen en kunstvruchten te 's-Gravenhage is
mej. J. G. Risseeuw, onderwijzeres alhier, bekroond
met eene bronzen medaille voor bouquetten en
losse bloemen.
Tot brigadier-majoor der rijksveldwacht is
aangesteld M. J. Verhoek, brigadier te Goes.
Ellcmecl, 11 Mei. Heden was het voor de
schoolgaande kinderen een feestdag. Half tien ver
zamelden zij zich in het schoolgebouw om te genieten
van de lekkere chocolade, melk en heerlgke krente-
broodjes, hun door den 90jarigen heer J. Schalkwijk
aangeboden. Uit volle borst zong de jeugd, ter eere
van den geachten jubilaris, die intusschen met zijne
huisgenooten het lokaal was binnengetreden, eenige
liedjes, waarvoor de weldoener den leorlingon zgn
hartelijken dank betuigde.
Een flinke wandeling langs de duinen verhoogde
zeer zeker bet genot. Teruggekeerd rustten zij nog
een poos van de vermoeienissen in de school uit
en konden zich daar nogmaals aan spijs en drank
vergasten.
Zierikzee, li Mei. Gisterenavond hield
onze afdeeling der Vereeniging >Volksonderwijs"
hare joarljjksche vergadering ten huize van mej. de
wed. Kanaar.
Voorzitter Jhr. A. C. Röell.
Als gewoonlijk was deze vergadering slecht
bezocht.
Uit het door den Secretaris, Mr. van Geuns, uit
gebracht verslag bleek, dat het aantal leden 60
bedraagt en de afdeeling nog steeds met groot
succes het schoolverzuim helpt bestrijden, vooral
door prjjs-uitdeelingen, waartoe zjj in staat gesteld
werd door eene toelage uit de gemeente-kas ad ƒ50
en eene gift van ƒ25. De rekening sloot met een
nadeelig saldo van 3,48®. Als bestuurslid werd
herkozen de heer P. v. d. Have. Tot afgevaardigde
ter algemeene vergadering werd gekozen Mr. van
Geuns. Van den beschrijvingsbrief dezer vergadering
werden enkele punten besproken, waaronder de
vraag der afdeeling Schiedam: >Is aansluiting van
gymnasiaal en M. O. aan de volksschool gewenscht
en mogelijk, zoo ja, langs welken weg?" Aan
den afgevaardigde werden eenige wenken gegeven
betreffende dezo vraag. Voorts werd bestreden en
door de vergadering verworpen de stelling van de