zijn groot werk over de rundveerassen heeft naam
gemaakt ver over de grenzen van zijn vaderland,
in de regeeringskringen is hij eene »massgebende
Persünlichkeit". Zijn advies zal derhalve wel gewicht
in de schaal leggen, te meer daar uit zijn artikel
bljjkt, dat ook vele zijner collega's beginnen in te
zien, dat het Nederlandsche vee onmisbaar is voor
den Duitscben fokker. Dit is in elk geval een
lichtpunt aan den donkeren Nederlandschen hemel.
Den 3en Juni 1845 sprak Thorbecke in de
Tweede Kamer het volgende:
>Het vonnis over zoogenaamde beschermende
rechten is, geloof ik, onherroepelijk gestreden. Men
beboeft de gronden van het vonnis slechts te her
inneren.
In de eerste plaats: Geen recht ten behoeve van
een tak van nijverheid of het wordt gelegd ten
koste van andere takken en van het gansche ver
bruikend publiek.
Ten andereDe wetgever beproeft het onmogelijke.
Zich duizend tegen elkander inloopende bijzondere
belangen aan te trekken, dit is het onmogelijke be
proeven, of een oorlog stoken, die zonder tusschen-
komst van den wetgever niet zou bestaan.
Ten derde: De wetgever is niet bevoegd:
lo. Noch om, beschermend, den een voorrecht
te geven boven den ander; noch om
2o. aan de burgerij lasten op te leggen van een
of ander bijzonder bedrijf. Belastingen worden op
gebracht in het publiek belangzij mogen niet tot
ondersteuning van bijzondere belangen worden ge
vorderd.
Ten vierdeWat doet de beschermende wetgever,
die op vreemde goederen een recht legt, ten einde
de binnenlandsche fabrikant of landbouwer zijne
prijzen met het bedrag van dat recht verhooge?
Onder den schijn, enkel het ingevoerde goed te
belasten, belast hij alle binnenlaudsche voortbreng
selen van dezelfde soort. Ten wiens behoeve Wan
neer, ondanks het recht, de buitenlandscho waar
nog, anders dan ter sluik, wordt ingevoerd, eigent
hij wel de opbrengst van het invoerrecht aan de
schatkist. Doch hierin bestaat de belasting niet dan
ten deelo, en deze ontvangst is de eigenlijke toeleg
van het beschermend recht niet. Do wetgevor, die
het instelt, neemt het bedrag van het recht uit de
zakken der koopers, om het over te storten in de
beurs van den binnenlandschen voortbrenger. Het
is inderdaad eene willekeurige verdeeling van bij
zonder vermogen door de wet.
Ten vijfde eindelijk: Door beschermende rechten
neomt men den prikkel eener steeds dreigende mede
dinging, voor onze nijverheid zoo heilzaam en noodig,
weg of verzwakt dien althans. Zoo eenig volk,
moeten wjj door mededinging worden gedwongon
om de reuzenschreden, waarmede men zich elders
beweegt, bij te blijven of vooruit te snellen. Be
schermende rechten zijn het middel om onze ont
wikkeling tegen te houden en ons in onze traagheid
te doen volharden. Eene traagheid, die ik ons, ten
aanzien zoowel van den landbouw als van andero
takken van voortbrengenden arbeid, door deskundigen
hoor verwijten.
Hieraan herinnert De Liberaal.
De Graanrechten in „Nijverheid".
Eene groote schare vulde 1.1. Maandagavond de
bovenzaal bij Mej. de wed. Kanaar, om de behande
ling van het vraagstuk der graanrechten in de
vergadering van het Departement Zierikzee van
Nijverheid bij te wonen. Velen wnron de belang
stellenden uit Schouwen en Duivoland, die daarheen
waren opgegaan, gevolg gevende aan de uitnoodiging
door het Departementsbestuur tot do leden der
Af deeling Zierikzee van Landbouw gericht; geen
stoel bleef onbezet, on ter nanwernood kon het
lokaal het talrijk publiek bevatten.
Nadat de Voorzitter van het Departement, do
heer Van der Vegt, op het gewicht van het to
behandelen onderwerp had gewezen en een hartolijk
welkomswoord tot hen die van buiten waren
gekomen gesproken had, kreeg allereerst Jhr. Rüoll
het woord om het rapport voor te dragen, door de
Commissie van Landbouvj (eene der in het Departement
bestaande Commissies) uitgebracht over do vraag:
Zijn beschermende graanrechten bij den tegen-
woordigen gedrukten toestand van den landbouw
niet te verdedigen en gewenscht? De commissie,
uit drie leden bestaande, was over deze vraag ver
deeld en had dus twee afzonderlijko rapporten
uitgebracht. Terwijl de meerderhoid, de heeren
Rüoll en Van den Bout, de vraag ontkennend
beantwoordden, omdat de verhooging van den brood
prijs, het noodzakelijk gevolg der graanrechten,
vooral de arme gezinnen zal treffen en zwaarder
zal drukken naarmate de draagkracht afneemt, omdat
bovendien de graanrechten velo takken van nijverheid,
die granen als grondstof bezigen, op den raud van
den afgrond zullen brengen en ook andere industriën
zullen bemoeilijken, doordat, als gevolg van de ver
hooging van den broodprijs, de arbeidsloonen allicht
zullen moeten stijgen, terwijl het voordeel der graan
rechten op den duur alleen den grooten grondeigenaars
zal ten goede komen, rekende de minderheid, de
heer Hocke, graanrechten wenschelijk. Waar de
tegenwoordige toestand van den landbouw jammerljjk
is, was die minderheid van oordeel, dat, zoo niet
langs natuurlijken weg daarin verbetering kan
worden gebracht, dit kunstmatig geschieden moet;
als het deu boer weder goed gaat, zal de werkeloos
heid der veldarbeiderfl verminderen, de vraag naar
alle levensbehoeften en weeldeartikelen toenemen,
de armenlaston dalen, de gemeentefinanciën voor
uitgaan, kortom de bestaande malaise ophouden.
Het nu volgend debat kenmerkte zich door
groote levondigheid en opgewektheid. Zoowel de
conclusie der meerderheid als die der minderheid
vond warme verdedigers, terwijl ook tusschen hen,
die graanrechten niet wenschelijk achttengroot
verschil van meening bleek te bestaan.
Beslist tegen graanrechten verklaarden zich de
heeren Van der Werf en De Bruyne. De eerste
achtte ze niet enkel uit een principieel economisch
oogpunt zoowel als uit een sociaal oogpunt ver
werpelijk, maar vond ook niet daarin het middel
om do oorzaak dor lage graanprijzen weg te nemen.
Omdat de oorzaak dier prijsverlaging vooral in het
munlvraagstuk moet gezocht worden de depreciatie
van het zilver, tengevolge waarvan hy, die uit een
land met den zilveren standaard zooals Britsch-IndiÖ
graan uitvoert naar een land met den gouden
standaard, in gunstige conditie is, zal ook in
eene oplossing van dat vraagstuk het. geneesmiddel
te viudcu zijn. Daarnaast stond de heer De Bruyne
op om ook voor het onderhavige onderwerp met
kracht te handhaven de eischen van het vrijhandel-
stelsel, een stelsel dat hier te lande op allerlei
gebied welvaart bracht, terwijl in Duitschland en
Frankrijk, de landen der protectie, de toestand van
den boer nog slechter is dan bij ons en steeds op
grootere bescherming wordt aaugedrongen, en ooi
feneesmiddelen tegen den achteruitgang van den I
oerenstand te zoeken in internationaal bimetalisme,
beperking van den graanbouw en overgang tot andere
cultures, verbetering van het pachtcontract, wyziging
der wet op het notariaat.
De conclusie der meerderheid werd ook door
Mr. Van Geuns verdedigd. De verhooging van den
broodprijs, welke een arbeidersgezin op f 24 per
jaar zou komen te staan, was voor hem een zoo
overwegend bezwaar, dat hij daarom de graanrechten
verwierp. Overigens trachtte hij aan te toonen, dat
tegeu het heffen van graanrechten niet die bezwaren
gelden, welke zich bij bescherming der nijverheid
doen gevoelen, omdat de landbouw in een geheel
exceptioneelen toestand verkeert. Vooral hierin was
voor hem de groote rechtvaardiging van graanrechten
gelegen, dat thans het aantal H.A. bouwland in
Nederland, met name de tarwe, bij duizenden achter
uitgaat, daarentegen de oppervlakte weiland toeneemt,
welk feit, als vermeerderonde de werkeloosheid der
veldarbeiders, als een economische ramp is to
beschouwen.
Vóór graanrechten eindelijk verklaarden zich de
heeren B. G. van der Have, Mr. J. A. Bolle, Ch.
Groeneveld de Kater en Van Oeveren. De eerste
legde er nadruk op, dat hij eene tijdelijke beffing
tot de invoering van het bimetalisme geraden achtte,
om aan den kwijnenden toestand van den landbouw,
gevolg van de overproductie in vele landen, sneller
en goedkooper verkeer, en daling van het zilver,
een eind te maken. Op den slechten toestand van
den landbouw wees vooral de heer Van Oeveren,
die waar wij over deze levensvraag voor Zeeland
eene uitspraak doen ook alleen op de Zeeuwsche
belangen wilde gelet zien en uit ons gewest eene
stem zou willen hoorun klinken, roepende dat't zóó
niet langer gaat. De beer De Kater droeg eenige
bladzijden voor uit eene brochure van den beer
Doornbosch, den on vermoeiden strijder voor be
schermende rechten, terwijl Mr. Bolle een warm
pleidooi hield voor de invoering van graanrechten,
in de groote crisis, die thans ons land doorleeft,
eeno voldoende rechtvaardiging zag om tot ecu
buitengewoon middel over te gaan, een middel dat
een nationale ramp zal beëindigen en den veld-
arbeider weder werk en loon zal verschaffen, een
middel daarom aan te grypen, omdat do tegen
standers van graanrechten ten eonenmale zijn in
gebreke gebleven om andere afdoende middelen aan
de hand te doen.
Nadat eenige der sprekers gerepliceerd hadden en
Jhr. Rüell het rapport der meerderheid nader had
verdedigd, sloot de Voorzitter do beraadslagingen
onder dankzegging aan de Commissie voor haren
zoo belangrijken arbeid en aan de sprekers voor
hunne gewaardeerde adviezen. Door do leden van
hot Departement van Nijverheid werd ten slotte
over de conclosio der meerderheid van de cotnmissio
gestemd en deze aangenomen inet 16 stemmon vóór,
4 togen en 2 blanco; de niet-loden van Nijverheid
hadden vóór do stomming op verzoek van don
Voorzitter de zaal verlaten. Do hoer M. C. Mulock
Houwer bedankto, ovonals to voren de Voorzitter
van Landbouw gedaan had, het Departements
bestuur voor de wjjze, waarop dit gelegenheid had
gogevon dezen avond gemeenschappelijk over oen
zoo gewichtig vraagstuk van gedachten te wisselen.
Raadszilling van 11 Maart LL Ie Wissenkerke.
Iloera! tang leve Helderman,
Hoep dit op dezen dag,
Zoo hard als men slechts roepen kan,
Hangt overal de vlag,
De nieuwe Burgemeester Iccv',
Hij doe aan allen goed,
Dat liy naar billijkheid steeds strecv',
Zooals 't ook wezen moet.
Bovenstaand versje is één van de zeven, die door mij
gedicht werden, en vóór- en op den dag der installatie
werden verkocht ad 5 cent per stuk; en ze hadden aftrek
hoor, van belang, en de gemakkelijke wijs van „Wien Neér-
lands bloed" maakte dat velen m'n liedje zongen, al was
't dan ook dat sommigen zeiden, 't liedje gaat al wel, maar
't moest niet van Witte komme
Ik heb m'n liedje niet gezongen, omreden ik op den dag
der installatie helpen moest bij moeder, zie je. op 't veer.
Maar nu, nu heb ik het gezongen, nl is 't dan ook zoo
maar in m'n eigen; en nog tcrwjjl ik dit schrijf, klinkt
't by m'n van binnen:
Hoeral lang leve Helderman,
Roep dit op dezen dag.
Want lezers van de Bode 'k heb 'n stoel gekregen om
op te zitten en daar ben 'k dankbaar voor; nog te meer
dankbaar, omdat de vergadering duurde van half tien *s morgens
tot bij één ure 's namiddags, cn inet jc goedvinden ga ik
nu over tot het vertellen van 't behandelde, wat bij velen
heel anders klinken zal dan anders, want nti is er gesproken
en andersje weet wel hoe 't anders is.
We waren met z'n elven, 9 leden, de Secretaris en ik
de heer De Regt Ut., zeker uit hoofde van ongesteldheid en
de heer J. de Neve, zeker om mtlandigheid, waren afwezig.
Voorzitter was do heer Helderman. De notulen der
vergaderingen vail "21 Januari en 23 Februari werden voor
gelezen cn goedgekeurd.
Was ingekomen een schryven van den heer Heule, thans
hoofd der schooi te Camperland, die dankte voor de mede
werking bij zijne benoeming ondervonden.
De Voorzitter maakt bekend, dat de beer Heule op 4 Maart
in functie trad en door autoriteiten aan de kinderen als
hoofd der openbare school werd voorgesteld.
Vervolgens geeft de Voorzitter kennis aan de leden, dat
van de twee vacante plaatsen als onderwijzer aan de open
bare school te Wissenkerke (dorp) er ééa vervuld is door
de benoeming van den heer J. J. Ver hulst, thans onderwijzer
te Ierseke, op een salaris van 550 'sjaars.
Daarna wordt door Spreker voorgelezen een schrijven van
genoemden heer Verhulst, die ineldt, dat hij zijne betrekking
op I Mei a.s. hoopt te aanvaarden.
Nu wordt voorgelezen een schrijven van mejuffrouw M. P.
Voois, onderwijzeres aan dc openbare school te Geersdijk,
die tegen 1 April a.s. eervol ontslag als zoodanig verzoekt.
Dit wordt verleend en het besluit desbetredende voor
gelezen en goedgekeurd.
Vervolgens wordt door Durgem. en Wcth. verzocht af- en
overschrijving van/" 23,21 van den post onvoorziene uitgaven,
op den post uitgetrokken voor onkosten verkiezing, welke
wordt toegestaan.
Is ingekomen een verzoek van den heer Jac. v. d. Berge
om verbetering van het pad voor zijn deur, dat erg modderig
is en hem voor zijn vak van wagenmaker veel last ver
oorzaakt; adressant wil gratis de verbetering aanbrengen,
mits hem van de gemeente het benoodigde materiaal wordt
verschaft, Nog wordt door adressant aangedrongen op
verbetering van het voetpad, dat van zijn werkplaats loopt
naar zijn schuur en tuin. Wat de eerste vraag betreft,
zegt de Voorzitter, dat er grond bestaat om dit verzoek niet
te weigeren; hij stelt daarom namens Burgem. en Weth.
voor, om, als er van gemeentewege afval komt bij verbetering
van wegen, dit ter bestrating af te staan aan adressant.
Op het 2e punt, vervat in het verzoekschrift, meenen
Burgem. en Weth. afwijzend te moeten beschikken.
liet pad, waarvan adressant spreekt, is kerkgrond en voor
zoover het gemeentegrond is, bestaan er geen termen om
aan zijn verzoek te voldoen; 't zou ten bate komen aan één
persoon, die daar toevallig een tuin en schuur heeft. De
heer VV. J. Vader verwondert zich, dat er aangedrongen
wordt op verbetering van dat pad; Z.Ed, was er nog pas
gepasseerd cn bevond het goed. Wanneer het b.v. by dooi
eens drassig was, dat zyn uitersten, waarin de gemeente
niet kan voorzien.
Uit een en ander kail men opmaken, dat het eerste ver
zoek om bestrating voor de deur van v. d. Berge werd toe
gestaan, als er afval komt, en j dat het 2e punt van zijn
verzoekschrift van de hand gewezen werd. Ik zeg dit alleen
daarom, omdat ik niet hoorde of 't ééne aangenomen en
't andere afgewezen werd.
Bij de behandeling van het adres van den heer v. d. Berge,
werd ook nog door den heer Janssen gewezen op de wenschelijk-
heid van verbetering aan den weg bij den x. g. vlasschuur,
die dringend verbetering behoefde; ook. de heer P. de Regt
was vau die meening.
De heer Vader zou daar ook nog wel iets van kunnen
zeggen, docheen zijJelingsche beweging wilde mis
schien ie kennen geven, dat ondergeteekende dan te veel
/ut. Nog wordt een verslag ter tafel gebracht van de
plaatselijke schoolcommissie. Daarna volgt verkiezing
voor leden van het stembureau, betreffende verkiezingen:
voor verkiezing van Tweede Kamerleden worden benoemd
met 8 van de 9 stemmen de heeren Jb. Marcusseen Adr. v. d.
Maas; voor verkiezing van leden voor Provinciale Staten
worden met 8 van de 9 stemmen gekozen de heeren M.
Maris en I'. Dieleman en voor de verkiezing van Gemeente
raadsleden de heeren P. de Regt en A. van Domme.
De overige leden worden benoemd als plaatsvervangers.
Nu wordt de openbare zitting geschorst.
Bij heropening wordt voorgesteld en aangenomen om eene
oproeping te doen voor een onderwijzeres aan de openbare
school te Geersdijk en een idem voor de openbare school
te Wissenkerke, op een salaris van 550'sjaars, wat wordt
aangenomen.
Vervolgeus wordt besloten om de betrekking van het
luiden der klok en het opwinden daarvan, wat betreft de
school te Camperlan i, op te dragen aan den heer A. Heule.
Door den Voorzitter wordt nog voorgesteld, dat vermindering
zal worden toegestaan voor te beulen schoolgeld, betreffende
't onvoldoende onderwijs dat kon gegeven worden, na het
vertrek van den heer Thiel, toen de heer Heule nog niet
in functie was.
Wordt aangenomen.
Voorts zegt de Voorzitter, dat de overeenkomst met de
polders, om jaarlijks 30 cent per H.A. in het onderhoud
der gemeente-wegen by te slaan, met 31 December '95
vervalt, waarom machtiging wordt gevraagd die overeen
komst te vernieuwen, wat wordt toegestaan.
Door den Voorzitter wordt daarop melding gemaakt van
den slechten toestand, wat betreft den regenbak van de ouder-
wijzeiswoning te Campeiland; het water is, uit dien bak,
ondrinkbaar. Spreker licht nog toe, dat de regenbak van
't schoolterrein voorheen verhuurd werd aan den heer Thiel,
voor een som ran f0 ii f 7 per jaar, welke huur met
December e. k. vervalt. Z.Ed.A. wil den heer Thiel van die
huur nu outslaun, en stelt namens Burgem. en Weth. voor,
om den heer Heule het gebruik van 't water uit den schoolbak
te geven, dam de kosten lol heistelling van den regenbak
aan 't schoolhuis anders nog voor de gemeente ouvoor-
deeliger zou uitkomen.
Natuurlijk is de heer Heule dan verplicht te zorgen voor
water aan de schoolkinderen en 't geen voor verder gebruik
der school geëiacht wordt.
Eindelijk zegt nog de Voorzitter, dat „Apollo" voor hare
muziekuitvoeringen altijd de openbare school gebruikt, doch
vraagt of daarvoor door den raad indertijd permissie ge
geven werd.
De heer Vader antwoordt, dat dit wel besproken, doch
nooit in de notulen werd opgenomen, waarna besloten werd
vergunning te geven aan „Apollo" om de muziekuitvoeringen
in de openbare school te mogen houden.
By omvraag vraagt de heer Maris of de leverantie van
grint niet publiek werd aanbesteedde heer Vader zegt,
dat men dat vroeger deed, doch daarvan slechte resultaten
had; men kreeg toen slechte grint, terwijl men later, toen
't oiiderhandsch geschiedde, altijd goede kwaliteit kreeg
en wanneer men de bladen naging, waren de prijzen van
aanbesteding niet lager dan bij ondcrhandsche besteding,
terwijl de kwaliteit steeds niets te wenschen overliet.
Dc heer Janssen wijst nog op den slechten toestand der
putten aan de grintwegen, waarover in de vorige vergadering
reeds gesproken was.
De Voorzitter zegt, dat hij den wegwerker order gegeven
had om de plaatsen voor de reserve-grint verder van den
weg te leggen en geen diepe kuilen te maken.
Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.
WISSENKEKkE14 Maart '95. WITTE HAGE.
ONZE WINTER.
De buitengewone winter, welke dit jaar onze
grachten en kanalen heeft doen bevriezen, rivieren
onbevaarbaar en binnenzeeën onveilig gemaakt,
heeft in geheel Europa en daarbuiten met ongekende
vinnigheid gewoed. En het gevolg daarvan ie, dat
op veel plaatsen groote schade is aangericht.
De Figaro is op het denkbeeld gekomen, om een
onderzoek te doen naar de toestanden in verschillende
landen, en in zijn nummer van 8 Maart wordt het
resultaat van dat onderzoek weergegeven.
Te Parijs en in de omgeving, vooral aan de
parken, is voel schade aangebracht, doch niet
zooveel als men zou vermoeden. Buiten Parijs, in
de provinciën, is de koude heviger geweest. Te
Chantilly, waar do thermometer op 24 graden
Celsius onder nul heeft gestaau, is buiten alles
bevroren, tot zelft de klimop. De hooger gelegen
streken als te Bougival, Louveciennes en Celle-St.-
Cloud, die in 1870/71 en 1890/91 werden gespaard,
hebben nu geducht geleden. Alle groenten zyn
verloren en tal van kleine groenteboeren zijn
geruïneerd. Guustiger luiden de berichten uit het
Noorden, uit Rijssel bijv., waar de wijngaarden
onbeschadigd zijn gebleven. Wat er van het koren
in den grond geworden is, weet mon nog niet.
Veel zal er editor niet van terecht gekomen zyn,
door het ontbreken van sneeuw. De vorst zit daar
34 centimeter in den grond.
In Bretagne daarentegen, waar anders zulke
zachte winters- heerscheu, is de thermometer tot
15, soms tot 17 graden onder nul gedaald. Het
groen heeft op sommige plaatsen een aschkleur
gekregen; geen grassprietje ziet er natuurlijk uit;
de eerste aardappoloogst is vernield. Even onrust
wekkend luiden ook do berichten uit Finisterre,
waar voor een millioen schado is aangericht; en
huiten Frankrijk gaat bet niet beter. Zeven weken
heeft het in Engelaud gevroren, toen is het langzaam
gaan dooien, doch plotseling trad de vorst weer in,
thans vergezeld van een scherpen Oostenwind.
Vrijdag 1 Maart stond des middags de thermometer
nog 1 graad onder 0 (Celsius).
Dat was een nog benijdenswaardige temperatuur,
wanneer men in aanmerkiug neemt dat in de eerste
dagen van Februari de thermometer in sommige
streken daalde tot 22° C. onder nul (des nachts).
Omtrent Oostenrijk wordt het volgende mede
gedeeld De temperatuur is onlangs in de provincie
gedaald tot 12 graden C. onder nul en in Weenen
tot 20 graden C. beneden het vriespunt. Tegen
woordig houdt het kwik zich min of meer op
hoogte van het vriespunt. De openbare tuinen zijn
erg beschadigd; planten en hoornen hebben veel
geleden.
Voor Italië is liet merkwaardig, dat de hevigste
koude geconstateerd is in Februari. In den loop
dier maand stond de thermometer 5 graden onder
nul, wat sedert 1845 niet was voorgevallen. Een
maand lang is in het Po-dal de thermometer steeds
beneden nul gebleven; te Bologne, Modena, Pavia
heeft men zelfs 16 graden vorst gehad. Daardoor
is natuurlijk aan den landbouw en vooral aan den
groentenbouw eon enorme schade toegebracht. Wat
door de koudo niet is omgekomen, ging verloren
door de cyclonen, de sneeuwstormen en de regen
buien. i>Wij hebben enorm van de koude geleden",
schrijft de Romeinscbo correspondent van de Figaro.
>In eenige dorpen in de buurt van Rome is de
ellende als een gevolg van de lage temperatuur
zoo groot, dat de bewoners van honger zouden zijn
omgekomen, wanneer zij geen hulp uit Rome
hadden ontvangen".
De zeer onvolledige opgave der Figaro eindigt
met de mededeelingen, hoe het er in Madrid uitzag
>De gemiddelde temperatuur voor December en
Januari is daar geweest tien graden onder nul
(Celsius), wat een zeer abnormale temperatuur is.
Gedurende de maand Februari wees de thermometer
zes graden onder nul aan. Het getal sterfgevallen
is dezen winter grooter dan ooit geweestsoms
zestig per dag. Zonderling voor deze streken: bet
regent al gedurende een maand".
AanbestedingenVerkoopingen enz.
Notaris Mulock Houwer verkocht te Wolfaarts-
dyk do herberg, tevens logement, met erf en tuin,
groot 17 A. 30 c.A., ten verzoeke van P. Jonker.
Kooper werd de beer J. Voorbeijtel aldaar voor
f 3800 en f 225 voor losse goederen.
Dezelfde notaris verkocht Maandag teNienwdorp
het erfpachtsrecht met woon- en winkelhuis, groot
86 c.A., aan J. Remeynse aldaar voor ƒ680 en
f 15 voor losse goederen.
BECHT8ZAÜEH.
Voor de Haagsche rechtbank werd Maandag be
handeld de zaak van den gepens. kapitein van het
O.-I. leger, v. V., beklaagd eene gesloten ijzeren
kist, in gebruik bij zijne schoonmoeder, die bij hem
inwoonde, te hebben doen openbreken en daaruit
te hebben ontvreemd voor eene waarde van f 30,000
aan effecten.
't Is hier eigenlijk een familietwist over de vraag,
wien de eigendom van deze effecten toekwam.
De schoonmoeder beweert ze voor zich ontvangen
te hebben van eene zuster, die zij bij hare ziekte
had opgepast.
De schoonzoon beweert dat de tante hare bezit
tingen had verdeeld tusschen hare zuster en bare
nicht (de vrouw van beklaagde).
Voor het laatste pleit de omstandigheid, dat de
schoonmoeder, met onaangenaamheden het huis van
haren schoonzoon verlaten hebbende, de kast met
inhoud daar had gelaten.
Voor het eerste pleit de verklaring van een der
getuigen, dat bekl. eens voor zijn schoonmoeder
voor f 4500 aan effecten had gerealiseerd, waarbij
bekl. zich by dengene, die de effecten kocht, zou
hebben beklaagd dat tante voor zijne vrouw niets
bad nagelaten, zeifis geen souvenir, terwijl bekl.
zijnerzijds beweert, dat hij die stukken had verkocht
om te beletten, dat zij nog meer znn realiseeren
ten behoeve van een geneesheer, die op haar grooten
invloed zou hebben gehad (voorname reden van de
familie-onaangenaamheden).
Voorts moet de omstandigheid in aanmerking
worden genomen, dat de heer v. V. van het hem
toekomende vermogen geen aangifte voor do ver
mogensbelasting had gedaan.
Het in deze zaak gehouden getuigenverhoor liep
Maandag nog niet af, doch wordt Donderdag voort
gezet.
Maandag by de zitting van bet kantongerecht
te Goes werd P, S. van Borsele gevangen genomen
en naar Middelburg gevoerd. Er wordt vermoed
dat by zich in zake jachtwetovertreding aan meineed
beeft schuldig gemaakt.
k E li k 1\ I E U II 8.
Beroepen bij de Herv. gem. te Ovezande en
Driewegen Ds. Ingelse te Wilhelminadorp.
By heeren gecommitteerden der Noderl.
Hervormde Gemeente te Rotterdam is van een
onbekende een som gelds, groot honderdduizend
gulden, ontvangen voor de afbraak en het opnieuw
opbouwen van een kerk op het terrein Prinsenstraat,
hoek Botersloot. (Prinsenkerk).
Het gebouw der Prinsenkerk zou dus, als de
gift aanvaard wordt, weldra afgebroken moeten
worden en daarmee zou Rotterdam opnieuw een
van zijn oudste en eigenaardigste gebouwen zien
verdwijnen.
Langdurige vacaturen in de Ned. Herv. kerk.
65 gemeenten zyn sedert 1886 en langer zonder
prodikaut. St. Anna Parochie sedert 1864, Zoutelande
sedert 1869. Sedert 1870 zijn vacant 2 gemeenten;
sedert 1873 één; sedert 1874 twee; sedert 1875
twee; sedert 1876 één; sedert 1879 twee; sedert
1880 vier; sedert 1881 vijf; sedert 1882 tien;
sedert 1883 vijf; sedert 1884 vier; sedert 1885 acht
en sedert 1886 niet minder dan 16.
O I I» E R W IJ 8*.
By hot Dinsdag 1.1. te 's Hage gehouden examen
voor nuttige handwerken is o. a. geslaagd mej. A.
Cappon van Goes. Van de 10 geëxamineerden op
dien dag slaagden 5.
Haagsche Brieven.
's Geavenhage, 11 Maart.
Zaterdag j.l. is hier eene Staatscommissie ge-
installeerd van zeer brjzonderen aard. Gewoonlijk
dienen dergelijke commissiön, waarvan we er in de
laatste jaren trouwens bij de vleet hebben gehad,
om wettelijke hervormingen voor te bereiden. De
thans ingestelde marine-commissie heeft echter ten
doel een bcgrootingshervorming en wel in 't bijzonder
van hoofdstuk marine. Telken jare rijst de klacht,
dat do kamerleden zoo weinig inzicht hebben in
de marine-aangelegenheden, omdat de begrooting
zoodanig is ingericht, dat men er, laat ik maar
gerust zeggen, geen weg in weet te vinden. Nu
beeft men altoos gemeend, dat het opzettelijk zoo
geschiedde, omdat de ministers van marine nu
eenmaal den naam hebben, dat zij niet gaarne
gecontroleerd worden, en zeker is het, dat menig
amendement tot bezuiniging is uitgebleven, omdat
men eigenlijk niet wist boe de zaak aan te pakken.
Maar, ziel de tegenwoordige minister van der Wijk
heeft op eenmaal al zijne voorgangers gerehabili
teerd, door, toen de klacht herhaald werd, te zeggen
lieve menschen, aan mij ligt het niet, ik zou de
begrooting wel duidelijker willen maken, maar boe
ik er ook over gestudeerd heb als secretaris-generaal
en nu als minister, ik zie er geen gat in. En, ten
bewijze dat dit nu maar geeu mooi praatje is, om
me vau de zaak af te maken, beloof ik u een
commissie te benoemen, die zelve kan zien of ik
gelijk heb of niet. Aan bet hoofd uu vau deze
commissie staat, de beer Goekoop, een man, die
als lid van Gedep. Staten van Zuid-Holland en ajs
kamerlid getoond heeft de zaken grondig te onder
zoeken. Hy nu, zal met behulp van de commissie*