zijn groot werk over de rundveerassen heeft naam gemaakt ver over de grenzen van zijn vaderland, in de regeeringskringen is hij eene »massgebende Persünlichkeit". Zijn advies zal derhalve wel gewicht in de schaal leggen, te meer daar uit zijn artikel bljjkt, dat ook vele zijner collega's beginnen in te zien, dat het Nederlandsche vee onmisbaar is voor den Duitscben fokker. Dit is in elk geval een lichtpunt aan den donkeren Nederlandschen hemel. Den 3en Juni 1845 sprak Thorbecke in de Tweede Kamer het volgende: >Het vonnis over zoogenaamde beschermende rechten is, geloof ik, onherroepelijk gestreden. Men beboeft de gronden van het vonnis slechts te her inneren. In de eerste plaats: Geen recht ten behoeve van een tak van nijverheid of het wordt gelegd ten koste van andere takken en van het gansche ver bruikend publiek. Ten andereDe wetgever beproeft het onmogelijke. Zich duizend tegen elkander inloopende bijzondere belangen aan te trekken, dit is het onmogelijke be proeven, of een oorlog stoken, die zonder tusschen- komst van den wetgever niet zou bestaan. Ten derde: De wetgever is niet bevoegd: lo. Noch om, beschermend, den een voorrecht te geven boven den ander; noch om 2o. aan de burgerij lasten op te leggen van een of ander bijzonder bedrijf. Belastingen worden op gebracht in het publiek belangzij mogen niet tot ondersteuning van bijzondere belangen worden ge vorderd. Ten vierdeWat doet de beschermende wetgever, die op vreemde goederen een recht legt, ten einde de binnenlandsche fabrikant of landbouwer zijne prijzen met het bedrag van dat recht verhooge? Onder den schijn, enkel het ingevoerde goed te belasten, belast hij alle binnenlaudsche voortbreng selen van dezelfde soort. Ten wiens behoeve Wan neer, ondanks het recht, de buitenlandscho waar nog, anders dan ter sluik, wordt ingevoerd, eigent hij wel de opbrengst van het invoerrecht aan de schatkist. Doch hierin bestaat de belasting niet dan ten deelo, en deze ontvangst is de eigenlijke toeleg van het beschermend recht niet. Do wetgevor, die het instelt, neemt het bedrag van het recht uit de zakken der koopers, om het over te storten in de beurs van den binnenlandschen voortbrenger. Het is inderdaad eene willekeurige verdeeling van bij zonder vermogen door de wet. Ten vijfde eindelijk: Door beschermende rechten neomt men den prikkel eener steeds dreigende mede dinging, voor onze nijverheid zoo heilzaam en noodig, weg of verzwakt dien althans. Zoo eenig volk, moeten wjj door mededinging worden gedwongon om de reuzenschreden, waarmede men zich elders beweegt, bij te blijven of vooruit te snellen. Be schermende rechten zijn het middel om onze ont wikkeling tegen te houden en ons in onze traagheid te doen volharden. Eene traagheid, die ik ons, ten aanzien zoowel van den landbouw als van andero takken van voortbrengenden arbeid, door deskundigen hoor verwijten. Hieraan herinnert De Liberaal. De Graanrechten in „Nijverheid". Eene groote schare vulde 1.1. Maandagavond de bovenzaal bij Mej. de wed. Kanaar, om de behande ling van het vraagstuk der graanrechten in de vergadering van het Departement Zierikzee van Nijverheid bij te wonen. Velen wnron de belang stellenden uit Schouwen en Duivoland, die daarheen waren opgegaan, gevolg gevende aan de uitnoodiging door het Departementsbestuur tot do leden der Af deeling Zierikzee van Landbouw gericht; geen stoel bleef onbezet, on ter nanwernood kon het lokaal het talrijk publiek bevatten. Nadat de Voorzitter van het Departement, do heer Van der Vegt, op het gewicht van het to behandelen onderwerp had gewezen en een hartolijk welkomswoord tot hen die van buiten waren gekomen gesproken had, kreeg allereerst Jhr. Rüoll het woord om het rapport voor te dragen, door de Commissie van Landbouvj (eene der in het Departement bestaande Commissies) uitgebracht over do vraag: Zijn beschermende graanrechten bij den tegen- woordigen gedrukten toestand van den landbouw niet te verdedigen en gewenscht? De commissie, uit drie leden bestaande, was over deze vraag ver deeld en had dus twee afzonderlijko rapporten uitgebracht. Terwijl de meerderhoid, de heeren Rüoll en Van den Bout, de vraag ontkennend beantwoordden, omdat de verhooging van den brood prijs, het noodzakelijk gevolg der graanrechten, vooral de arme gezinnen zal treffen en zwaarder zal drukken naarmate de draagkracht afneemt, omdat bovendien de graanrechten velo takken van nijverheid, die granen als grondstof bezigen, op den raud van den afgrond zullen brengen en ook andere industriën zullen bemoeilijken, doordat, als gevolg van de ver hooging van den broodprijs, de arbeidsloonen allicht zullen moeten stijgen, terwijl het voordeel der graan rechten op den duur alleen den grooten grondeigenaars zal ten goede komen, rekende de minderheid, de heer Hocke, graanrechten wenschelijk. Waar de tegenwoordige toestand van den landbouw jammerljjk is, was die minderheid van oordeel, dat, zoo niet langs natuurlijken weg daarin verbetering kan worden gebracht, dit kunstmatig geschieden moet; als het deu boer weder goed gaat, zal de werkeloos heid der veldarbeiderfl verminderen, de vraag naar alle levensbehoeften en weeldeartikelen toenemen, de armenlaston dalen, de gemeentefinanciën voor uitgaan, kortom de bestaande malaise ophouden. Het nu volgend debat kenmerkte zich door groote levondigheid en opgewektheid. Zoowel de conclusie der meerderheid als die der minderheid vond warme verdedigers, terwijl ook tusschen hen, die graanrechten niet wenschelijk achttengroot verschil van meening bleek te bestaan. Beslist tegen graanrechten verklaarden zich de heeren Van der Werf en De Bruyne. De eerste achtte ze niet enkel uit een principieel economisch oogpunt zoowel als uit een sociaal oogpunt ver werpelijk, maar vond ook niet daarin het middel om do oorzaak dor lage graanprijzen weg te nemen. Omdat de oorzaak dier prijsverlaging vooral in het munlvraagstuk moet gezocht worden de depreciatie van het zilver, tengevolge waarvan hy, die uit een land met den zilveren standaard zooals Britsch-IndiÖ graan uitvoert naar een land met den gouden standaard, in gunstige conditie is, zal ook in eene oplossing van dat vraagstuk het. geneesmiddel te viudcu zijn. Daarnaast stond de heer De Bruyne op om ook voor het onderhavige onderwerp met kracht te handhaven de eischen van het vrijhandel- stelsel, een stelsel dat hier te lande op allerlei gebied welvaart bracht, terwijl in Duitschland en Frankrijk, de landen der protectie, de toestand van den boer nog slechter is dan bij ons en steeds op grootere bescherming wordt aaugedrongen, en ooi feneesmiddelen tegen den achteruitgang van den I oerenstand te zoeken in internationaal bimetalisme, beperking van den graanbouw en overgang tot andere cultures, verbetering van het pachtcontract, wyziging der wet op het notariaat. De conclusie der meerderheid werd ook door Mr. Van Geuns verdedigd. De verhooging van den broodprijs, welke een arbeidersgezin op f 24 per jaar zou komen te staan, was voor hem een zoo overwegend bezwaar, dat hij daarom de graanrechten verwierp. Overigens trachtte hij aan te toonen, dat tegeu het heffen van graanrechten niet die bezwaren gelden, welke zich bij bescherming der nijverheid doen gevoelen, omdat de landbouw in een geheel exceptioneelen toestand verkeert. Vooral hierin was voor hem de groote rechtvaardiging van graanrechten gelegen, dat thans het aantal H.A. bouwland in Nederland, met name de tarwe, bij duizenden achter uitgaat, daarentegen de oppervlakte weiland toeneemt, welk feit, als vermeerderonde de werkeloosheid der veldarbeiders, als een economische ramp is to beschouwen. Vóór graanrechten eindelijk verklaarden zich de heeren B. G. van der Have, Mr. J. A. Bolle, Ch. Groeneveld de Kater en Van Oeveren. De eerste legde er nadruk op, dat hij eene tijdelijke beffing tot de invoering van het bimetalisme geraden achtte, om aan den kwijnenden toestand van den landbouw, gevolg van de overproductie in vele landen, sneller en goedkooper verkeer, en daling van het zilver, een eind te maken. Op den slechten toestand van den landbouw wees vooral de heer Van Oeveren, die waar wij over deze levensvraag voor Zeeland eene uitspraak doen ook alleen op de Zeeuwsche belangen wilde gelet zien en uit ons gewest eene stem zou willen hoorun klinken, roepende dat't zóó niet langer gaat. De beer De Kater droeg eenige bladzijden voor uit eene brochure van den beer Doornbosch, den on vermoeiden strijder voor be schermende rechten, terwijl Mr. Bolle een warm pleidooi hield voor de invoering van graanrechten, in de groote crisis, die thans ons land doorleeft, eeno voldoende rechtvaardiging zag om tot ecu buitengewoon middel over te gaan, een middel dat een nationale ramp zal beëindigen en den veld- arbeider weder werk en loon zal verschaffen, een middel daarom aan te grypen, omdat do tegen standers van graanrechten ten eonenmale zijn in gebreke gebleven om andere afdoende middelen aan de hand te doen. Nadat eenige der sprekers gerepliceerd hadden en Jhr. Rüell het rapport der meerderheid nader had verdedigd, sloot de Voorzitter do beraadslagingen onder dankzegging aan de Commissie voor haren zoo belangrijken arbeid en aan de sprekers voor hunne gewaardeerde adviezen. Door do leden van hot Departement van Nijverheid werd ten slotte over de conclosio der meerderheid van de cotnmissio gestemd en deze aangenomen inet 16 stemmon vóór, 4 togen en 2 blanco; de niet-loden van Nijverheid hadden vóór do stomming op verzoek van don Voorzitter de zaal verlaten. Do hoer M. C. Mulock Houwer bedankto, ovonals to voren de Voorzitter van Landbouw gedaan had, het Departements bestuur voor de wjjze, waarop dit gelegenheid had gogevon dezen avond gemeenschappelijk over oen zoo gewichtig vraagstuk van gedachten te wisselen. Raadszilling van 11 Maart LL Ie Wissenkerke. Iloera! tang leve Helderman, Hoep dit op dezen dag, Zoo hard als men slechts roepen kan, Hangt overal de vlag, De nieuwe Burgemeester Iccv', Hij doe aan allen goed, Dat liy naar billijkheid steeds strecv', Zooals 't ook wezen moet. Bovenstaand versje is één van de zeven, die door mij gedicht werden, en vóór- en op den dag der installatie werden verkocht ad 5 cent per stuk; en ze hadden aftrek hoor, van belang, en de gemakkelijke wijs van „Wien Neér- lands bloed" maakte dat velen m'n liedje zongen, al was 't dan ook dat sommigen zeiden, 't liedje gaat al wel, maar 't moest niet van Witte komme Ik heb m'n liedje niet gezongen, omreden ik op den dag der installatie helpen moest bij moeder, zie je. op 't veer. Maar nu, nu heb ik het gezongen, nl is 't dan ook zoo maar in m'n eigen; en nog tcrwjjl ik dit schrijf, klinkt 't by m'n van binnen: Hoeral lang leve Helderman, Roep dit op dezen dag. Want lezers van de Bode 'k heb 'n stoel gekregen om op te zitten en daar ben 'k dankbaar voor; nog te meer dankbaar, omdat de vergadering duurde van half tien *s morgens tot bij één ure 's namiddags, cn inet jc goedvinden ga ik nu over tot het vertellen van 't behandelde, wat bij velen heel anders klinken zal dan anders, want nti is er gesproken en andersje weet wel hoe 't anders is. We waren met z'n elven, 9 leden, de Secretaris en ik de heer De Regt Ut., zeker uit hoofde van ongesteldheid en de heer J. de Neve, zeker om mtlandigheid, waren afwezig. Voorzitter was do heer Helderman. De notulen der vergaderingen vail "21 Januari en 23 Februari werden voor gelezen cn goedgekeurd. Was ingekomen een schryven van den heer Heule, thans hoofd der schooi te Camperland, die dankte voor de mede werking bij zijne benoeming ondervonden. De Voorzitter maakt bekend, dat de beer Heule op 4 Maart in functie trad en door autoriteiten aan de kinderen als hoofd der openbare school werd voorgesteld. Vervolgens geeft de Voorzitter kennis aan de leden, dat van de twee vacante plaatsen als onderwijzer aan de open bare school te Wissenkerke (dorp) er ééa vervuld is door de benoeming van den heer J. J. Ver hulst, thans onderwijzer te Ierseke, op een salaris van 550 'sjaars. Daarna wordt door Spreker voorgelezen een schrijven van genoemden heer Verhulst, die ineldt, dat hij zijne betrekking op I Mei a.s. hoopt te aanvaarden. Nu wordt voorgelezen een schrijven van mejuffrouw M. P. Voois, onderwijzeres aan dc openbare school te Geersdijk, die tegen 1 April a.s. eervol ontslag als zoodanig verzoekt. Dit wordt verleend en het besluit desbetredende voor gelezen en goedgekeurd. Vervolgens wordt door Durgem. en Wcth. verzocht af- en overschrijving van/" 23,21 van den post onvoorziene uitgaven, op den post uitgetrokken voor onkosten verkiezing, welke wordt toegestaan. Is ingekomen een verzoek van den heer Jac. v. d. Berge om verbetering van het pad voor zijn deur, dat erg modderig is en hem voor zijn vak van wagenmaker veel last ver oorzaakt; adressant wil gratis de verbetering aanbrengen, mits hem van de gemeente het benoodigde materiaal wordt verschaft, Nog wordt door adressant aangedrongen op verbetering van het voetpad, dat van zijn werkplaats loopt naar zijn schuur en tuin. Wat de eerste vraag betreft, zegt de Voorzitter, dat er grond bestaat om dit verzoek niet te weigeren; hij stelt daarom namens Burgem. en Weth. voor, om, als er van gemeentewege afval komt bij verbetering van wegen, dit ter bestrating af te staan aan adressant. Op het 2e punt, vervat in het verzoekschrift, meenen Burgem. en Weth. afwijzend te moeten beschikken. liet pad, waarvan adressant spreekt, is kerkgrond en voor zoover het gemeentegrond is, bestaan er geen termen om aan zijn verzoek te voldoen; 't zou ten bate komen aan één persoon, die daar toevallig een tuin en schuur heeft. De heer VV. J. Vader verwondert zich, dat er aangedrongen wordt op verbetering van dat pad; Z.Ed, was er nog pas gepasseerd cn bevond het goed. Wanneer het b.v. by dooi eens drassig was, dat zyn uitersten, waarin de gemeente niet kan voorzien. Uit een en ander kail men opmaken, dat het eerste ver zoek om bestrating voor de deur van v. d. Berge werd toe gestaan, als er afval komt, en j dat het 2e punt van zijn verzoekschrift van de hand gewezen werd. Ik zeg dit alleen daarom, omdat ik niet hoorde of 't ééne aangenomen en 't andere afgewezen werd. Bij de behandeling van het adres van den heer v. d. Berge, werd ook nog door den heer Janssen gewezen op de wenschelijk- heid van verbetering aan den weg bij den x. g. vlasschuur, die dringend verbetering behoefde; ook. de heer P. de Regt was vau die meening. De heer Vader zou daar ook nog wel iets van kunnen zeggen, docheen zijJelingsche beweging wilde mis schien ie kennen geven, dat ondergeteekende dan te veel /ut. Nog wordt een verslag ter tafel gebracht van de plaatselijke schoolcommissie. Daarna volgt verkiezing voor leden van het stembureau, betreffende verkiezingen: voor verkiezing van Tweede Kamerleden worden benoemd met 8 van de 9 stemmen de heeren Jb. Marcusseen Adr. v. d. Maas; voor verkiezing van leden voor Provinciale Staten worden met 8 van de 9 stemmen gekozen de heeren M. Maris en I'. Dieleman en voor de verkiezing van Gemeente raadsleden de heeren P. de Regt en A. van Domme. De overige leden worden benoemd als plaatsvervangers. Nu wordt de openbare zitting geschorst. Bij heropening wordt voorgesteld en aangenomen om eene oproeping te doen voor een onderwijzeres aan de openbare school te Geersdijk en een idem voor de openbare school te Wissenkerke, op een salaris van 550'sjaars, wat wordt aangenomen. Vervolgeus wordt besloten om de betrekking van het luiden der klok en het opwinden daarvan, wat betreft de school te Camperlan i, op te dragen aan den heer A. Heule. Door den Voorzitter wordt nog voorgesteld, dat vermindering zal worden toegestaan voor te beulen schoolgeld, betreffende 't onvoldoende onderwijs dat kon gegeven worden, na het vertrek van den heer Thiel, toen de heer Heule nog niet in functie was. Wordt aangenomen. Voorts zegt de Voorzitter, dat de overeenkomst met de polders, om jaarlijks 30 cent per H.A. in het onderhoud der gemeente-wegen by te slaan, met 31 December '95 vervalt, waarom machtiging wordt gevraagd die overeen komst te vernieuwen, wat wordt toegestaan. Door den Voorzitter wordt daarop melding gemaakt van den slechten toestand, wat betreft den regenbak van de ouder- wijzeiswoning te Campeiland; het water is, uit dien bak, ondrinkbaar. Spreker licht nog toe, dat de regenbak van 't schoolterrein voorheen verhuurd werd aan den heer Thiel, voor een som ran f0 ii f 7 per jaar, welke huur met December e. k. vervalt. Z.Ed.A. wil den heer Thiel van die huur nu outslaun, en stelt namens Burgem. en Weth. voor, om den heer Heule het gebruik van 't water uit den schoolbak te geven, dam de kosten lol heistelling van den regenbak aan 't schoolhuis anders nog voor de gemeente ouvoor- deeliger zou uitkomen. Natuurlijk is de heer Heule dan verplicht te zorgen voor water aan de schoolkinderen en 't geen voor verder gebruik der school geëiacht wordt. Eindelijk zegt nog de Voorzitter, dat „Apollo" voor hare muziekuitvoeringen altijd de openbare school gebruikt, doch vraagt of daarvoor door den raad indertijd permissie ge geven werd. De heer Vader antwoordt, dat dit wel besproken, doch nooit in de notulen werd opgenomen, waarna besloten werd vergunning te geven aan „Apollo" om de muziekuitvoeringen in de openbare school te mogen houden. By omvraag vraagt de heer Maris of de leverantie van grint niet publiek werd aanbesteedde heer Vader zegt, dat men dat vroeger deed, doch daarvan slechte resultaten had; men kreeg toen slechte grint, terwijl men later, toen 't oiiderhandsch geschiedde, altijd goede kwaliteit kreeg en wanneer men de bladen naging, waren de prijzen van aanbesteding niet lager dan bij ondcrhandsche besteding, terwijl de kwaliteit steeds niets te wenschen overliet. Dc heer Janssen wijst nog op den slechten toestand der putten aan de grintwegen, waarover in de vorige vergadering reeds gesproken was. De Voorzitter zegt, dat hij den wegwerker order gegeven had om de plaatsen voor de reserve-grint verder van den weg te leggen en geen diepe kuilen te maken. Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. WISSENKEKkE14 Maart '95. WITTE HAGE. ONZE WINTER. De buitengewone winter, welke dit jaar onze grachten en kanalen heeft doen bevriezen, rivieren onbevaarbaar en binnenzeeën onveilig gemaakt, heeft in geheel Europa en daarbuiten met ongekende vinnigheid gewoed. En het gevolg daarvan ie, dat op veel plaatsen groote schade is aangericht. De Figaro is op het denkbeeld gekomen, om een onderzoek te doen naar de toestanden in verschillende landen, en in zijn nummer van 8 Maart wordt het resultaat van dat onderzoek weergegeven. Te Parijs en in de omgeving, vooral aan de parken, is voel schade aangebracht, doch niet zooveel als men zou vermoeden. Buiten Parijs, in de provinciën, is de koude heviger geweest. Te Chantilly, waar do thermometer op 24 graden Celsius onder nul heeft gestaau, is buiten alles bevroren, tot zelft de klimop. De hooger gelegen streken als te Bougival, Louveciennes en Celle-St.- Cloud, die in 1870/71 en 1890/91 werden gespaard, hebben nu geducht geleden. Alle groenten zyn verloren en tal van kleine groenteboeren zijn geruïneerd. Guustiger luiden de berichten uit het Noorden, uit Rijssel bijv., waar de wijngaarden onbeschadigd zijn gebleven. Wat er van het koren in den grond geworden is, weet mon nog niet. Veel zal er editor niet van terecht gekomen zyn, door het ontbreken van sneeuw. De vorst zit daar 34 centimeter in den grond. In Bretagne daarentegen, waar anders zulke zachte winters- heerscheu, is de thermometer tot 15, soms tot 17 graden onder nul gedaald. Het groen heeft op sommige plaatsen een aschkleur gekregen; geen grassprietje ziet er natuurlijk uit; de eerste aardappoloogst is vernield. Even onrust wekkend luiden ook do berichten uit Finisterre, waar voor een millioen schado is aangericht; en huiten Frankrijk gaat bet niet beter. Zeven weken heeft het in Engelaud gevroren, toen is het langzaam gaan dooien, doch plotseling trad de vorst weer in, thans vergezeld van een scherpen Oostenwind. Vrijdag 1 Maart stond des middags de thermometer nog 1 graad onder 0 (Celsius). Dat was een nog benijdenswaardige temperatuur, wanneer men in aanmerkiug neemt dat in de eerste dagen van Februari de thermometer in sommige streken daalde tot 22° C. onder nul (des nachts). Omtrent Oostenrijk wordt het volgende mede gedeeld De temperatuur is onlangs in de provincie gedaald tot 12 graden C. onder nul en in Weenen tot 20 graden C. beneden het vriespunt. Tegen woordig houdt het kwik zich min of meer op hoogte van het vriespunt. De openbare tuinen zijn erg beschadigd; planten en hoornen hebben veel geleden. Voor Italië is liet merkwaardig, dat de hevigste koude geconstateerd is in Februari. In den loop dier maand stond de thermometer 5 graden onder nul, wat sedert 1845 niet was voorgevallen. Een maand lang is in het Po-dal de thermometer steeds beneden nul gebleven; te Bologne, Modena, Pavia heeft men zelfs 16 graden vorst gehad. Daardoor is natuurlijk aan den landbouw en vooral aan den groentenbouw eon enorme schade toegebracht. Wat door de koudo niet is omgekomen, ging verloren door de cyclonen, de sneeuwstormen en de regen buien. i>Wij hebben enorm van de koude geleden", schrijft de Romeinscbo correspondent van de Figaro. >In eenige dorpen in de buurt van Rome is de ellende als een gevolg van de lage temperatuur zoo groot, dat de bewoners van honger zouden zijn omgekomen, wanneer zij geen hulp uit Rome hadden ontvangen". De zeer onvolledige opgave der Figaro eindigt met de mededeelingen, hoe het er in Madrid uitzag >De gemiddelde temperatuur voor December en Januari is daar geweest tien graden onder nul (Celsius), wat een zeer abnormale temperatuur is. Gedurende de maand Februari wees de thermometer zes graden onder nul aan. Het getal sterfgevallen is dezen winter grooter dan ooit geweestsoms zestig per dag. Zonderling voor deze streken: bet regent al gedurende een maand". AanbestedingenVerkoopingen enz. Notaris Mulock Houwer verkocht te Wolfaarts- dyk do herberg, tevens logement, met erf en tuin, groot 17 A. 30 c.A., ten verzoeke van P. Jonker. Kooper werd de beer J. Voorbeijtel aldaar voor f 3800 en f 225 voor losse goederen. Dezelfde notaris verkocht Maandag teNienwdorp het erfpachtsrecht met woon- en winkelhuis, groot 86 c.A., aan J. Remeynse aldaar voor ƒ680 en f 15 voor losse goederen. BECHT8ZAÜEH. Voor de Haagsche rechtbank werd Maandag be handeld de zaak van den gepens. kapitein van het O.-I. leger, v. V., beklaagd eene gesloten ijzeren kist, in gebruik bij zijne schoonmoeder, die bij hem inwoonde, te hebben doen openbreken en daaruit te hebben ontvreemd voor eene waarde van f 30,000 aan effecten. 't Is hier eigenlijk een familietwist over de vraag, wien de eigendom van deze effecten toekwam. De schoonmoeder beweert ze voor zich ontvangen te hebben van eene zuster, die zij bij hare ziekte had opgepast. De schoonzoon beweert dat de tante hare bezit tingen had verdeeld tusschen hare zuster en bare nicht (de vrouw van beklaagde). Voor het laatste pleit de omstandigheid, dat de schoonmoeder, met onaangenaamheden het huis van haren schoonzoon verlaten hebbende, de kast met inhoud daar had gelaten. Voor het eerste pleit de verklaring van een der getuigen, dat bekl. eens voor zijn schoonmoeder voor f 4500 aan effecten had gerealiseerd, waarbij bekl. zich by dengene, die de effecten kocht, zou hebben beklaagd dat tante voor zijne vrouw niets bad nagelaten, zeifis geen souvenir, terwijl bekl. zijnerzijds beweert, dat hij die stukken had verkocht om te beletten, dat zij nog meer znn realiseeren ten behoeve van een geneesheer, die op haar grooten invloed zou hebben gehad (voorname reden van de familie-onaangenaamheden). Voorts moet de omstandigheid in aanmerking worden genomen, dat de heer v. V. van het hem toekomende vermogen geen aangifte voor do ver mogensbelasting had gedaan. Het in deze zaak gehouden getuigenverhoor liep Maandag nog niet af, doch wordt Donderdag voort gezet. Maandag by de zitting van bet kantongerecht te Goes werd P, S. van Borsele gevangen genomen en naar Middelburg gevoerd. Er wordt vermoed dat by zich in zake jachtwetovertreding aan meineed beeft schuldig gemaakt. k E li k 1\ I E U II 8. Beroepen bij de Herv. gem. te Ovezande en Driewegen Ds. Ingelse te Wilhelminadorp. By heeren gecommitteerden der Noderl. Hervormde Gemeente te Rotterdam is van een onbekende een som gelds, groot honderdduizend gulden, ontvangen voor de afbraak en het opnieuw opbouwen van een kerk op het terrein Prinsenstraat, hoek Botersloot. (Prinsenkerk). Het gebouw der Prinsenkerk zou dus, als de gift aanvaard wordt, weldra afgebroken moeten worden en daarmee zou Rotterdam opnieuw een van zijn oudste en eigenaardigste gebouwen zien verdwijnen. Langdurige vacaturen in de Ned. Herv. kerk. 65 gemeenten zyn sedert 1886 en langer zonder prodikaut. St. Anna Parochie sedert 1864, Zoutelande sedert 1869. Sedert 1870 zijn vacant 2 gemeenten; sedert 1873 één; sedert 1874 twee; sedert 1875 twee; sedert 1876 één; sedert 1879 twee; sedert 1880 vier; sedert 1881 vijf; sedert 1882 tien; sedert 1883 vijf; sedert 1884 vier; sedert 1885 acht en sedert 1886 niet minder dan 16. O I I» E R W IJ 8*. By hot Dinsdag 1.1. te 's Hage gehouden examen voor nuttige handwerken is o. a. geslaagd mej. A. Cappon van Goes. Van de 10 geëxamineerden op dien dag slaagden 5. Haagsche Brieven. 's Geavenhage, 11 Maart. Zaterdag j.l. is hier eene Staatscommissie ge- installeerd van zeer brjzonderen aard. Gewoonlijk dienen dergelijke commissiön, waarvan we er in de laatste jaren trouwens bij de vleet hebben gehad, om wettelijke hervormingen voor te bereiden. De thans ingestelde marine-commissie heeft echter ten doel een bcgrootingshervorming en wel in 't bijzonder van hoofdstuk marine. Telken jare rijst de klacht, dat do kamerleden zoo weinig inzicht hebben in de marine-aangelegenheden, omdat de begrooting zoodanig is ingericht, dat men er, laat ik maar gerust zeggen, geen weg in weet te vinden. Nu beeft men altoos gemeend, dat het opzettelijk zoo geschiedde, omdat de ministers van marine nu eenmaal den naam hebben, dat zij niet gaarne gecontroleerd worden, en zeker is het, dat menig amendement tot bezuiniging is uitgebleven, omdat men eigenlijk niet wist boe de zaak aan te pakken. Maar, ziel de tegenwoordige minister van der Wijk heeft op eenmaal al zijne voorgangers gerehabili teerd, door, toen de klacht herhaald werd, te zeggen lieve menschen, aan mij ligt het niet, ik zou de begrooting wel duidelijker willen maken, maar boe ik er ook over gestudeerd heb als secretaris-generaal en nu als minister, ik zie er geen gat in. En, ten bewijze dat dit nu maar geeu mooi praatje is, om me vau de zaak af te maken, beloof ik u een commissie te benoemen, die zelve kan zien of ik gelijk heb of niet. Aan bet hoofd uu vau deze commissie staat, de beer Goekoop, een man, die als lid van Gedep. Staten van Zuid-Holland en ajs kamerlid getoond heeft de zaken grondig te onder zoeken. Hy nu, zal met behulp van de commissie*

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1895 | | pagina 2