zierïkzeesche nieuwsbode
Zaterdag 19 Januari 1895.
Eerste Blad.
RECLAMES.
Handelaar in Wijnen en Gedistilleerd.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Uit Schouwen en Duivelands verleden.
De Nobelpoort te Zierikzee.
Verachjjnt DINSDAGDONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden iB f 4,30, (ranco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
51ste JAARGANG. No. 6565.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Ct
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk t
Maandags, Woensdags en Vrijdags jnidc
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte here
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierïkzeesche Niev
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
15 regels T'S Cts. Elke regel meer IS Cts.
M. C. van der Vliet, Zierikzee,
llavenplelu A 3'4».
Opgericht in 1763.
Algemeen Overzicht.
De algemeene beraadslagingen over de Umsturz-
Vorlage in den DuitNU'hCH Rijksdag zjjn
eindelijk Zaterdag geëindigd met een, met groote
meerderheid van stemmen genomen, beslnit tot
verwijzing van het ontwerp naar eene commissie
van 28 leden. De Rjjksdag neemt dus tegenover
de voordracht der Regeering eene meer tegemoet
komende hondiog aan, dan men eerst verwacht had.
De totaal-indruk der tot nu toe gehouden debatten
werd door den Minister van Binnonlandsche Zaken
v. Köller weergegeven. De leden der rijkspartjj, de
conservatieven en nationaal-liberalenzeido de
Minister, zullen waarschijnlijk vóór het ontwerp
stemmen. Ook wat het Centram en de Polen gezegd
hebben, kan de Regeering niet anders dan aan
genaam zijn. Alle andere partijen hebben echter
ronduit geweigerd zich met de voorstellen te ver
eenigen. In hoofdzaak zjjn de argumenten, die
tegen deze worden aangevoerd, van tweeërlei aard.
Sommigen beweren, dat de toestand niet zoo erg
is als men wil doen gelooven en dat eene wet
tegen de omwenteling dus overbodig schijnt;
anderen meenen dat, zelfs aangenomen dat er
ernstige misstanden bestaan, zulk eene uitzonderings
wet niet het middel is, waardoor men tot verbetering
moet trachten te komen. Hierin ligt juist de groote
grief, dat het hoe langer hoe duidelijker wordt,
aat onder den schijn van eene wet van algemeene
strekking hier inderdaad eene uitzonderingswet
wordt voorgesteld. Telkens en tolkens is het gezegd,
zelfs door hen, die in de Umsturz-Vorlage niets
anders dan algemeen recht zien, dat de wet toch
i.atuurljjk alleen gericht is tegen socialisten en
anarchisten. Vertrouwen moet er zijn, vertrouwon
in de rechterlijke macht, dat deze de artikelen
juist zal toepassen en niet zal misbruiken om de
burgerlijke vrijheid te kortwieken. Heeft men dit
vertrouwen niet, zoo zeide Minister v. SchÖnstedt,
dan doet men beter met de voorstellen te verwerpen.
Over het algemeen staat de belangrijkheid van het
tot hiertoe gevoerde debat op een zeer laag peil
en volstrekt niet in verhouding tot de belangrijk
heid van het voorstel. Zelfs de Rijkskanselier
Hohenlohe, die de geheelo week hoeft gezwegen on
die eindelijk Zaterdag bet woord nam, beeft het
geesteljjk nivenu van het debat niet kunnen ver
heffen. Trouwens het schijnt, dat deze staatsman
volstrekt niet over de gavo der welsprekendheid
beschikt. Zjjne korte redevoering las hij geheel
voor en zelfs bij korte opmerkingen, die hij zoo
nu eu dan maakte, moest hij uog gebruik maken
van papier. Wat hij in zjjne korte redevoering
mededeelde, kwam hierop neer, dat bet wel degelijk
het plan der Regeering was verder voor het belang
van den arbeidenden stand te zorgen; maar hier
gold het een strijd tegen internationale en socialo
vergrijpen, die geon uitstel duldt eu waarbij de
Regeering rekent op den steun der natie en naar
zij meent te mogen hopen, ook op de meerderheid
in den Rijksdag. De Rijkskanselier heeft, vergezeld
van zjjn zoon, het lang voorgenomen bezoek aan
Bismarck gebracht. Bismarck en v. Hohenlohe hadden
een langdurig, afzonderlijk onderhoud. Men brengt
dit bezoek in verband met onderhandelingen over
het weder opnemen van Graaf Herbert yod Bismarck
in den staatsdienst, hetzjj dan weer als Minister,
wat hjj reeds vroeger was, hetzij als gezant te Par ijs, ter
vervanging van Graaf Vou Munster, die reeds wat
op jaren begint te komen.
Nadat in lloilg4*r(9c graaf Khueu do op
dracht tot het vormen van een uieuw ministerie
had moeten afwijzen omdat hg er niet in slagen
mocht de liberale partijingevolge 's Konings
wensch, te verzoenen met do andere partijen, en
ook Koloman Szell na vrnchtelooze pogingen de
opdracht tot vorming van een nieuw ministerie had
moeten neerleggen, is thans eindelijk baron Banffy,
Voorzitter van het Volkshuis en gouverneur van
Zevenbergen, er in geslaagd een Kabinet te vormen.
Deze aanvaardt de portefeuille van Binnenlandscbe
Zaken. Meende men aanvankelijk dat ón Weckerlé
èn Szilagyi, de ontwerpen der kerkeljjk-staatkundige
wetten ook aan dit Ministerie kleur zouden geven,
deze verwachting is gebleken onjuist te zijn. Als
opvolger van Weckerlé zal als Minister van
Financiën optreden de heer Lukarz, oud-Minister,
terwjjl Szilagyi als Banffy''s opvolger als Voorzitter
van het Volkshuis wordt genoemd.
Algemeene verwondering en bjjna evenveel mis
noegen heeft een besluit der ICweeÜBChc
Regeering gewekt, waarbjj, geheel onverwacht, de
belasting op ongemalen koren wordt verhoogd van
1 kroon 25 óre tot op 3 kronen 15 öre; op gemalen
koren van 2 kronen 50 öre op 6 kronen 50 öro
on op mout tot op 4 kronen per 100 K.G. Dit
besluit, dat onmiddellijk in werking treedt, heeft
de prijzen op de beurs zeer doen stijgen. Eene lading
van 290,000 kilo tarwemeel, die van Kopenhagen
te Stockholm aankwam, werd om do onverwachte
belastingverhooging onmiddellijk teruggezonden,
't Gerucht wil, dat do bedoeling van dit besluit
zon zgn in den Rjjksdag een voor 't Ministerie
gevaarlijke belastingstrjjd te voorkomen.
China.
De Bnbel wekt groote belangstelling aan het
Chineescbe Hof, naar de Shanghai Mercury bericht.
De Koizerin-Weduwo ontving onder de geschenken
op haren GOsten geboortedag een exemplaar van
den Bgbel. Zjj ging daarin terstond met veel be
langstelling lozen. De Keizer verlangde, zoodra bjj
er van hoorde, »het boek van Jozns' godsdienst"
te zien en toen hij vernam dat de Keizerin-Weduwe
het uog niet missen kon, zond hjj een bode naar
bet magazijn van bet Amerikaansch Bijbelgenoot
schap, om een Oud en een Nieuw Testament voor
hem te koopen.
Men gaf hem een paar exemplaren mede, welko
hg later kwam ruilen, omdat do Keizer ontdekt
had dat zg niet goed waren afgedrukt. Ook had
Z. M. liefst een grooten druk gehad, maar die was
niet voorhanden,
De boodschapper kreeg een catechismus on een
exemplaar van het Boek der Spreuken ten geschenke
en de man beloofde dat hg die aan al de andere
beambten in het paleis zou laten lezen.
Sinds dien dag studeeren de Keizer, de Keizerin-
Weduwe en de overige leden der keizerlijke familie,
en natuurlijk ook vele hovelingen 1 ijverig in
de H. Schrift.
Mogen zg, wanneer zij niet verstaan wat zjj lezen,
eenen Filippus vinden uie hen onderwijst!
Amerika.
I\ew l «rk. 16 Jan. Gisterenavond brak in
de bergplaats van den Central-Spoorweg te Montana
brand uit. De daar aanwezige waggons met kruit
vatten vlam en er volgden drie ontploffingen; met
uitzondering van twee, werden alle in de omgeving
zich bevindende pér&ónen letterlijk verpletterd; de
stukken van 't vernielde materieel werden een halve
mijl ver weggeslingerd en in het hart van de 6tad
werden verscheidene personen daardoor gekwetst.
Op de plaats des onheils vond men 75 lgken,
terwijl 100 personen werden verwond.
Italië.
Rome17 Jan. De procureur-generaal bij
het Hof van Appèl is vermoord door een anarchist.
De vermoedelijke dader is in hechtenis genomen.
Zwitserland.
Een gezelschap, dat onlangs een zoo gevaarvollen
tocht op den berg Tödi (in het Glarusgebergte)
deed, bestond uit den heer Hennequin, een Neder
lander, die student is aan het Polytechnicum te
Ztlrich, en zjjn studievriend Jacot met broeder en
zuster.
De heer Hennequin, bekend als een kloek en
moedig bergbeklimmer, was al zeven malen op den
Tödi geweest en ook de drie andere tochtgenooten
waren flinke jongelieden.
Zjj gingen 's Zaterdags (29 Dec.) op weg, warm
gekleed, goed uitgerust voor den toeht en met
proviand voor 6 of 7 dagen. Het was toen helder
weer en de tochtgenooten kwamen binnen betrek
kelijk korten tyd in de eerste Sandalpbut aan, waar
zg bleven rasten. 's Zondagsmorgens was het donker
en mistig en het begon te sneeuwen. Het ware nu
voorzichtig geweest, ten spoedigste terug te keeren
naar het dal. Maar men zette, vooral op aandringen
van Hennequin, den tocht voort. De mist werd
ergerhet begon zwaarder te sneeuwen en het woei
hard. Zjj liepen in den blinde voort, voortdurend
in gevaar onder een lawine bedolven te worden of
in oen afgrond te vallen maar eindelijk, tegen
10 uur 's avonds kwamen zjj in de »Fridolins-
hut", waar zij een schuilplaats vonden.
Daar bleven zjj de volgende dagen, terwijl buiten
de sneeuwstorm gierde. Zjj vierden een Óude- en
Nieuwe jaar en kortten er zich den tjjd met kaart
spelen.
Dinsdagsmiddags plantten de studenten een vlag
een deken aan een stok op de hut. In het
dal, waar men do bergbeklimmers al verloren achtte,
zag men die vlag, als teeken dat zij nog leefden.
Woensdagsmiddags werd het weder wat beter,
en nu aanvaardden zjj den teragtocht door de dikke
sneeuw, waar zij soms tot het middel toe inzakten
gelukkig was de onderste laag hard bevroren, anders
was er geen doorkomen aan geweest.
Zoo kwamen zij, na een mooitevollen tocht, weder
in de Sandalpbut, waar zij weder uitrustten en
Donderdags kwamen zij te Linthal aan, waar men
bezig was met het uitrusten van een expeditie om
hen te helpen.
Frankrijk.
l'urlis, 16 Jan. De Boodschap van Casimir
Perier luidde aldus:
Ik bad de moeiljjkheden voorzien, die verbonden
zjjn aan de taak van President der Republiek, die,
verstoken van de middelen van actie en contróle,
6lechts in het nationaal vertrouwen de zedelijke
kracht kan vinden, zonder welke het Presidentsschap
niets is. Men heeft de publieke opinie op een
dwaalspoor geleid. Meer dan 20 jaren van aan
hankelijkheid aan de Republiek en toewijding aan
de democratie, hebben niet alle republikeinen
kunnen overtuigen v&n den ernst en de warmte
mijner politieke overtuiging.
Sedert ze6 maanden wordt een campagne van
beleedigingen en laster gevoerd tegen het leger, de
magistratuur, het Pariement en het on verantw oordelijk
hoofd van den Staat. En deze vrjjheid, om haat te
uiten, bljjft men vrijheid van gedachte noemen.
De genegenheid voor mijn vaderland veroorlooft
mij niet toe te laten, dat men dagelijks de beste
dienaren van bet vaderland kan beleedigen en hen,
die bet in den vreemde vertegenwoordigen. Grond
wettige ficties zgn niet in staat de eischen van
mijn staatkundig geweten tot zwijgen te brengen.
Wellicht zal ik, door afstand te doen van mjjn
ambt, den plicht voorschrjjven aan hen, die nog
hechten aan de waardigheid van de uitvoerende
macht en den goeden naam van Frankrijk in de
wereld.
Ik blijf overtuigd, dat geen hervormingen zgn
tot stand te brengen dan met ijverige medewerking
van een Regeering, die besloten is de wet te doen
respecteeren, zich te doen gehoorzamen door haar
ondergeschikten en allen in de gemeenschappelijke
actie om zich heen te verzamelen.
Ik heb hoop voor de toekomst.
Ik neem mjjn ontslag als President der Fransche
Republiek.
Versailles, 17 Jan. Bij tweede stem
ming is tot President der Republiek gekozen
Felix Francois Faure, thans
Minister van Marine. Hij verkreeg 435 st.
Brisson had 363 st.
(De nieuwe President wordt den SOsten van
deze maand 54 jaar. Hg is de zoon, naar
men zegt, van een werkman in eene Parijsche
voorstad. Ais leerling op ocne looierij is hjj
zgn loopbaan begonnen. Met het geld, dat
hjj had opgespaard, is hjj naar Havre gegaan,
waar hg thans tot de voornaamst..- reeders
behoort. Eerst in 1881 betrad hij het staat
kundig tooneel, toen hg tegen een aftredenden
monarchist als afgevaardigde werd gekozen.
Vervolgens werd hij onder-secretaris van
staat voor koloniën, welke betrekking hjj
bekleedde tot 1888. Op 80 Mei 1894 trad
hg op als Minister van Marine in het thans
afgetreden Ministerie.)
Versailles, 17 Jan. De toespraken beant
woordende van Dupny en Challemel Lacour, zeide
Faure, de nieuwe President:
Ik ben tea diepste getroffen door de groote eer
en de grootsche taak, waarmede de vergadering mg
heeft bekleed. Ik aanvaard daarvan de lasten met
erkenteljjkheid en met het besef der verantwoorde
lijkheid en der plichten die mij zjjn opgelegd. Ik zal
er al mijne krachten aan wijden. Ik doe een beroep
op alle republikeinsche meeningen, zonder eenig
onderscheid, op do medewerking van alle vertegen
woordigers der natie. Wjj zullen elkander
ontmoeten bij ons gemeenschappelijk
grond vindende in onze liefde voor
onze toewijding aan de republiek,
de gerechtigheid en voor de beschei
rigen en kleinen.
Do President kwam te half 10 'e
Elysée, luide toegejuicht door de oi
heeft zich vervolgens naar het minist
begeven, waar hg geluk gewenscht
familieleden en enkele intieme vriei
scheen op het balkon van het minis
hij zijnen dank bracht aan de he
vreugde begroetende menigte.
Blijkens de berichten uit de pr
de verkiezing van Faure overal ei
indruk.
ft»arüs, 17 Jon. Ib deze stad i
kalm.
Duitschland.
Beloonde eerlijkheid. Een aardig
verrassing viel een jonge dame te I
Zg had bij een voorname firma een
700 gulden.
Toen zij haar chef een hartelijken r
bracht, hoorde zjj tot haar groot g
voortaan een post van vertrouwen k
salaris van 1500 gulden bezorgde,
verhooging van traktement had zij
te danken, welke haar eerlijkheid
gesteld had. Toen zg met Kefstn
Berlgners haar Kerstmis-inkoopen
zij, nadat zij een winkel verlaten h
verkeerde mof had meegenomen, v
portemonnaie bevond met een waa
In de portemonnaie bevond zich e
met den naam der eigenares.
Zg zocht de dame oogenblikkeli
haar tehuis. Deze had haar mof
waarin een portemonnaie met f 12.
zeer verrukt haar mof en geld teruj
Daar zij toevallig bevriend was
waar de jonge dame in dienst wi
dezen het geval en roemde de eerl
meisje zeer.
Deze, die toevallig iemand vooi
vertrouwen noodig had, meende
hiervoor te kunnen gebruiken dan
wier eerlijkheid boven alle verdenkinj
BerlUn. 17 Jan. De Duitsche
heden bij tweede lezing het voorsti
trum tot intrekking der wet tot
Jezuïeten aan.
Vervolg der Nieuwstijdingen in het
I it gez o n d c ii Stu
Mijnheer de Redacteur!
Tot mijn genoegen zag ik in de
17 Jan. jl. door >een oud-Zierikz
gemaakt van de f 500, toegestaan l
van 14 Jan. jl. voor het nader ond
een plan tot aanlegging van schi
haven.
De schrjjver drukt in zijn vraag vc
uit over de wijs, waarop met het g
wordt omgesprongen.
Zeer vele burgers dezer gemeen
mij ook niet anders, dan op zgn za
hunne verbazing uitdrukken over
crediet.
Discussies hebben er niet over
waaruit men zou moeten opmaken.
Elk gebouw, dat eeuwen heugt, maakt op het
ontvankeljjk gemoed van den menscb, die in zjjn
korten levenstijd zooveel ziet komen on gaan, steeds
zekeren indruk.
Het duurzame en onverander]jjke, dat menig
overoude kerkelijke of burgerlijke stichting ons to
zien geeft, boezemt eerbied in voor de degeljjkheid
en den kunstzin der voorgeslachten, terwijl de
gedachte, dat hetgeen honderden van jaren vóór
ons bestond, ook nog eeuwen onwrikbaar op zjjn
vasten grondslag zal blijven staan, nadat wij zelve
al lang vergeten zijn, mede bijdraagt tot het belang
wekkende dier overblijfselen uit deu voortijd-
Bovendien hadden de gebouwen uit vroeger
eeuwen eene meer eigenaardige physionomie dan
die uit later tjjd, en lieten, naar den eisch van
gezonde bouwkundige begrippen, duidelijk bemerken,
waartoe ze dienden; eene lofspraak, welke vele
nieuwere monumentale bouwwerken niet kunnen
behalen.
Wanneer men nu Zierikzee aan den Noordkant
nadert, valt onmiddellijk een gebouw in 't oog,
dat zijne bestemming reeds van verre verkondigt
en dat daar als trouwe wachter sedert vjjf-en-een-
balve eeuw bij den ingang der stad op post heeft
gestaan. Dat gebouw is de Nobelpoort.
Wie meenen mocht, dat kronieken en oude
plaatsbeschrijvingen de weetgierigheid naar den
oorsprong van deze poort bevredigen, vergist zich
zeer. Slechts een schraal bericht over eene o.i.
waardelooze overlevering ten opzichte van don
naam, vindt men vermeld, eeno overlevering die
daarop neerkomt, dat het gebouw gesticht is door
twee adellijke (nobele) dames, Anna en Maria.
Zooveel we weten, komt in het middelnederlandsch
der veertiende eeuw het woord nobel" met de
beteekenis van edel, adellijk, in deze streek haast
niet voor. Wel vindt men in die dagen bet woord
nobel" ter aanduiding van zeker geldstuk en ook
als eigennaam gebruikt; maar daar we aangaande
den naamsoorsprong van de poort geen zekerheid
hebben, willen we ons liever niet wagen op het
nevelachtig gebied der bespiegeling.
Liever laten we deu bouwstijl der poort en het
weinige ons bekende uit het schemerdonker verleden
van het oude Zierikzee zelf spreken, om daaruit
onze conclusie te trekken over den vermoodelijken
tijd van de stichting.
Melis Stoke, een tjjdgenoót, die in zjjne rijm
kroniek uitvoerig en nauwkeurig het beleg van
Zierikzee door de Vlamingen in den jaro 1304
verhaalt eu zeer waarschjjnljjk zjjne mededeelingen
ontving van ooggetuigen, toen hjj in 1305 onze
stad bezocht, doet duidelijk uitkomen, dat Zierikzee
toen eene kleine plaats was. De Vlamingen noemden
het een crayennist", en de graaf: »sine plaetse
was niet zoo groet, de hi in Zeelant doe behilt"
staat elders bij Stoke te lezen, waar hjj over
Zierikzee spreekt.
Nu hebben wij voor ons, om verschillende redenen,
de alleroudste Oostelijke grens van het oorspronkohjk
Zierikzee steeds gezien iu het water, dat later
bekend staat als Oude Haven, Schuithaven en
Zwemhaven. Al wat ten Oosten hiervan ligt is
nieuwer en tot dit nieuwere gedeelte der stad gaven
aldra de Dam en de St. Anthonie'sdam vasten
toegang. Daar verrees in 1358 het achterste deel
van het 's Gravensteen, omstreeks dienzelfden tjjd
het St. Elizabeths-gasthuis met zijne kerk (de tegen
woordige Gasthuis- of Kleine Kerk) en vlak daarvoor
een houten brug, die ten jare 1430 door een
steonen vervangen werd, welke wij in 1872 hebben
zien afbreken.
Het oorspronkelijk Zierikzee, zooals het nog bjj
de Vlaamsche belegering te zien wos, was reeds
omgeven door muren en grachten, en bezat al
enkele poorten, o. a. wordt ten jare 1306 genoemd
de Wevenswelleporte", de latere Zuid wel lepoort.
Met het oog evenwel op den besproken kleinen
omvang der toenmalige plaats, komt het ons als
zeker voor, dat de Nobelpoort, die op het nieuwere
gedeelte grouds stood, hij 't Vlaamsch beleg nog
niet aanwezig was. Maar de uitleg der stad is
spoedig gevolgd, anders waren het Gravensteen
en andere gebouwen niet verrezen op eene plaats
die dan buiten do wallen zou gelegen hebben.
Waar we nu weten, dat de uitbreiding van
Zierikzee iu Oosteljjke richting vooral in de tweede
helft der 14e eeuw heeft plaats gehad, daar meeneu
we niet ver van de waarheid te zjjn, wanneer we
beweren, dat de wallen, grachten eu poorten, die
dat nieuw aangewonnen terrein moesten verdedigen,
ongeveer in het midden dier eeuw zijn gemaakt.
De Nobelpoort kan dus o. i. hoogstens vijf-en-eeu-
halvc eeuw oud zijn. Ware do poort ouder, dan
zou de stjjl anders en de torens meer van gelijke
hoogte met het hoofdgebouw zijn, terwijl er in dat
geval zich ook kenteekenen zouden verloonen, dat
de torens oorspronkelijk zonder kap waren geweest
en met tinnen bekroond.
Door het opruimen der oude stadsrekeningen en
een groot deel van het archief ten jare 1811
een vandalisme dat do toenmalige sterk Fransch-
gezinde maire Dr. Nicolaas de Kater op zijne
rekening heeft weten we bitter weinig van den
middeleeuwschen toestand onzer stad on slechts
hier en daar valt een schemerend licht over zaken
en personen, waarvan we gaarne juist zooveel
haddon willen weten. In den loop der 14e eeuw
hooren we van onze poort, geen enkele maal reppen
en slechts in 1398 vindt men van de >Nobel-
strate" melding gemaakt. Ja, zelfs bevredigt do
geheelo 15e eeuw onze weetgierigheid niet en eerst
in 1507, toen bij ordonnantie van 11 November de
loop- of alarmplaatsen der schutterij werden bepaald,
wordt van de Nobelpoort gesproken, die toen aan
gewezen werd voor >dcr smeedenghilden, die
cuypersgbildo en de huere onderghilden".
De Nobelpoort met de Nobelstraat worden als
een wijk of kwartier der stad ten jare 1528 vermeld,
toen de raad van Zierikzee op 21 September met
die van den convente van do Drie Koningen"
(een ten Oosten dor Korte Nobelstraat gelegen
klooster) een accoord maakte over dat kwartier.
In dien tjjd bezat het gebouw reeds zjjne tegen
woordige gedaante, gelijk uit do hoogst nauwkeurige
plattegrond van Zierikzee, door Jacob van Deventer
in het tweede vierde der 16e eeuw gemaakt,
duidelijk blijkt.
Die tegenwoordige gedaante en afmetingen zijn
de volgende:
Het geheele gebouw, dat van Zeeuwsche moppen,
in zoogenaamd staand verband, is opgetrokken,
vertoont den gothischen stjjl in al de soberheid van
zijn eerste optreden in deze streken, terwijl trouwens
de baksteen toch niet liet. geschiktste materiaal mag
genoemd worden, om dien stijl tot zgn recht te
doen komen.
Merkwaardig zijn bij de Nobelpoort de aangewende
verglaasde steenen, waarmee de bouwmeester eenige
afwisseling in de muurvlakken der torens en van
hot hoofdgebouw wist te brengen. Het hoofdgebouw
is ongeveer 12 Meter diep en 10,90 breed. Do
wijdte van den doorgang aan den binnenkant der
stad is 8,30 M., aau den buitenkant 3,80 M. De
buitenmuren hebben eene dikte van 1,30 M., terwijl
een muur van 0,8 M. den binnenkant dor poort
afscheidt van een gang, welke aan weerszjjdon naar
bet onderste deel der torens leidt, waarin vroeger
landloopers en ander ongeregeld volk werden op
gesloten. Die torens, welko op elke verdieping door
een gewelf afgesloten zijn, bezitten ook muren ter
dikte van 1,30 M., terwijl ze binnenwerks eene
doorsnede hebben van 3,65 M.
Het gebouw is tot aan het dak ruim 16 Meter
hoog, met het dak ongeveer 25 M., terwijl de torens,
die elk van een bliksemafleider voorzien zijn, om
trent 35 Meter hunne acht- en zestienzjjdige spitsen
omhoog beuren.
Een gewelf, gedragen door baksteenen gewelf-
ribben, overdekt den doorgang, die nog door stevige
met ijzer beslagen deuren kau afgesloten worden.
Eene fraai gemetselde wenteltrap, mede van bak
steen, in den Z.-W. hoek der poort in de dikte van
den muur gespaard, leidt tot de verschillende ver
diepingen, waar zich het kleeding- en am munitie
magazijn onzer dienstdoende schutterij bevindt. Als
kruit-magazijn seder 1795 gebruikt, veroorzaakte
de Nobelpoort niet weinig last aan de bewoners
der Korte Nobelstraat, wion zelfs tot 1813 (den
tjjd van 't verdrijven der Franschen uit deze stad)
vaak verboden werd in hunne huizen te stoken,
uit vrees voor brand.
Het poortsluiten, eenerzijds eene lastige zaak voor
wandelaars, die des zomers buiten de stad een luchtje
wilden scheppen, had anderzijds in de onrustige en
onveilige dagen van weleer toch weer veel goeds
en men kon rustig slapen bij de gedachte, dat de
poorten wel gesloten en de sleutels eiken avond bij
de burgemeesters gebracht waren, betrekkelijk welke
zaak men reeds in 1535, 1571 enz. bepalingen ge
maakt vindt. Het uur van poortsluiten, eene veel
geraadpleegde rubriek in oude almanakken, was
gewoonlijk 10 uur 's avonds. Op 25 Maart 1760
bepaalde men, dat de Nobelpoort van Mei tot en
met September op dien tijd zou gesloten worden,
en wie later kwam, moest door de Noordhavenpoort
binnenkomen. Dit duurde tot 16 Juli 1784, toen
besloten werd, dat alle poorten eerst om 11 uur
's avonds zouden gesloten worden, waarop eebter
later weer teruggekomen is, en 10 uur de vaste
tijd bleef, gelijk de meesten onzer oudere lezers
zich nog zullen herinneren. Uitgezonderd de post,
moesten personen die binnengelaten werden na poort
sluiten, zeker poortgeld betaleu en werden dan door
een klein deurtje iu de hoofddeur, het zoogenaamd
klinket, toegelaten. Ten gerieve van den poortier
der Nobelpoort was aan de Oostzjjde van dat ge
bouw een huisje gebouwd, dat echter, nadat met
1 Mei 1866 alle poorten in deze stad ook des nachts
geopend bleven en de laatste poortier der Nobelpoort,
Huibrecht de Voogdt, gepensioneerd werd, is af
gebroken.
Aan de betrekking van poortier aan dé Nobel
poort werd sedert 1650 verbonden het toezicht op
de stads-plantagiön. In 1653 werd aan alle poortiers
een nieuwe rok of f 25, ter keuze, toegelegd, en
in 1655 werd bepaald, dat ze van stadswege om
de twee jaren een nieuwe nachtrok zouden krijgen.
Sedert 1723 werden ze, alvorens hunne betrekking
te aanvaarden, beëedigd.
Dat het zitten in ae nabijheid der poorten voor
somraigo neringdoenden, speciaal voor fruit- en
suikergoedverboopsters, gewenscht was (gelijk nog
hodeu ten dage des Zondags bjj de Zuidhavenpoort
te zien is) bleek reeds in- ouden tijd en de regeering
der stad stond dan bepaaldelijk aan deze of gene
vrouw toe, om met fruit enz. aldaar in een buisje
to zitten. Een dergeljjk huisje aan de Nobelpoort
werd in 1746 aau zekere vrouw voor dat doel,
voor 8 schellingen 8 grooten 'sjaan
gegeven.
Terugkeerende tot de wederwaardi
gebouw zelf ondervond, vindt men i
vermeld om voor de Nobelpoort, ir
bestaande vaste brug, een ophaall
Dat deze maatregel in de woelige jar
voor de veiligheid noodzakelijk was,
maar niet, hoe de stedelijke regeer
toe kwam te doen onderzoeken of
der Nobelpoort zou kunnen afbrt
kostte het onderhoud te veel geld.
in 1581 aan thesaurieren overgelate
torens der poort te doen afbreke
laten repareeren, besloten gemelde
herstellen van een en ander over te
het aloude gebouw voor eene dreigei
bewaard.
Later, in 1632, is de poort nog v
zoogenoemden wolfskuil en schofbal
weerbaarheid, bjj overval, verhoogd
De valbrug vóór de poort, die
aangebracht, achtte men op 't einde
niet meer noodig, waarom men in 1
ging die brug met de houten pooi*ti
daar ter plaatse een vasten dam
later van borstweringen voorzien v
tevens de Versche Gracht van de
af te scheiden. Op do plaat in
Smallegange is de poort te zien, t
valbrug nog in wezen was. Do ha
aarden borstwering, een versterking
die poort, ziet men daar ook afgebe
Toen in 't begin dezer eeuw de F
laud de baas speelden, werden niet
oude gewoonte, de sleutels der pi
burgemeester, maar sedert 1803,
kommandeerenden officier afgegeven.
Nobelpoort in het lot, dat haar naai
anderd werd in die van „porte d\
kleingeestige poging, om ook in dez>
lands onze nationaliteit uit te wisse!
franschen.
Omstreeks 1820 van bliksemaflei
dient de Nobelpoort nog heden to
van buskruit en herinnert door haar
haar stevig gewelf en met ijzer beslaj
den tijd, toen elke stad een wel a'
kon genoemd worden, dat zware be!
doorstaan, zjjne ouafhankeljjkheid e
heden trouw zocht te bewaren en
invloed deed gevoelen, waarmede di
die hem verving rekening moest hoi