zierïkzeesche nieuwsbode Zaterdag 19 Januari 1895. Eerste Blad. RECLAMES. Handelaar in Wijnen en Gedistilleerd. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. Uit Schouwen en Duivelands verleden. De Nobelpoort te Zierikzee. Verachjjnt DINSDAGDONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden iB f 4,30, (ranco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 51ste JAARGANG. No. 6565. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Ct meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk t Maandags, Woensdags en Vrijdags jnidc 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte here Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierïkzeesche Niev Dit nummer bestaat uit twee bladen. 15 regels T'S Cts. Elke regel meer IS Cts. M. C. van der Vliet, Zierikzee, llavenplelu A 3'4». Opgericht in 1763. Algemeen Overzicht. De algemeene beraadslagingen over de Umsturz- Vorlage in den DuitNU'hCH Rijksdag zjjn eindelijk Zaterdag geëindigd met een, met groote meerderheid van stemmen genomen, beslnit tot verwijzing van het ontwerp naar eene commissie van 28 leden. De Rjjksdag neemt dus tegenover de voordracht der Regeering eene meer tegemoet komende hondiog aan, dan men eerst verwacht had. De totaal-indruk der tot nu toe gehouden debatten werd door den Minister van Binnonlandsche Zaken v. Köller weergegeven. De leden der rijkspartjj, de conservatieven en nationaal-liberalenzeido de Minister, zullen waarschijnlijk vóór het ontwerp stemmen. Ook wat het Centram en de Polen gezegd hebben, kan de Regeering niet anders dan aan genaam zijn. Alle andere partijen hebben echter ronduit geweigerd zich met de voorstellen te ver eenigen. In hoofdzaak zjjn de argumenten, die tegen deze worden aangevoerd, van tweeërlei aard. Sommigen beweren, dat de toestand niet zoo erg is als men wil doen gelooven en dat eene wet tegen de omwenteling dus overbodig schijnt; anderen meenen dat, zelfs aangenomen dat er ernstige misstanden bestaan, zulk eene uitzonderings wet niet het middel is, waardoor men tot verbetering moet trachten te komen. Hierin ligt juist de groote grief, dat het hoe langer hoe duidelijker wordt, aat onder den schijn van eene wet van algemeene strekking hier inderdaad eene uitzonderingswet wordt voorgesteld. Telkens en tolkens is het gezegd, zelfs door hen, die in de Umsturz-Vorlage niets anders dan algemeen recht zien, dat de wet toch i.atuurljjk alleen gericht is tegen socialisten en anarchisten. Vertrouwen moet er zijn, vertrouwon in de rechterlijke macht, dat deze de artikelen juist zal toepassen en niet zal misbruiken om de burgerlijke vrijheid te kortwieken. Heeft men dit vertrouwen niet, zoo zeide Minister v. SchÖnstedt, dan doet men beter met de voorstellen te verwerpen. Over het algemeen staat de belangrijkheid van het tot hiertoe gevoerde debat op een zeer laag peil en volstrekt niet in verhouding tot de belangrijk heid van het voorstel. Zelfs de Rijkskanselier Hohenlohe, die de geheelo week hoeft gezwegen on die eindelijk Zaterdag bet woord nam, beeft het geesteljjk nivenu van het debat niet kunnen ver heffen. Trouwens het schijnt, dat deze staatsman volstrekt niet over de gavo der welsprekendheid beschikt. Zjjne korte redevoering las hij geheel voor en zelfs bij korte opmerkingen, die hij zoo nu eu dan maakte, moest hij uog gebruik maken van papier. Wat hij in zjjne korte redevoering mededeelde, kwam hierop neer, dat bet wel degelijk het plan der Regeering was verder voor het belang van den arbeidenden stand te zorgen; maar hier gold het een strijd tegen internationale en socialo vergrijpen, die geon uitstel duldt eu waarbij de Regeering rekent op den steun der natie en naar zij meent te mogen hopen, ook op de meerderheid in den Rijksdag. De Rijkskanselier heeft, vergezeld van zjjn zoon, het lang voorgenomen bezoek aan Bismarck gebracht. Bismarck en v. Hohenlohe hadden een langdurig, afzonderlijk onderhoud. Men brengt dit bezoek in verband met onderhandelingen over het weder opnemen van Graaf Herbert yod Bismarck in den staatsdienst, hetzjj dan weer als Minister, wat hjj reeds vroeger was, hetzij als gezant te Par ijs, ter vervanging van Graaf Vou Munster, die reeds wat op jaren begint te komen. Nadat in lloilg4*r(9c graaf Khueu do op dracht tot het vormen van een uieuw ministerie had moeten afwijzen omdat hg er niet in slagen mocht de liberale partijingevolge 's Konings wensch, te verzoenen met do andere partijen, en ook Koloman Szell na vrnchtelooze pogingen de opdracht tot vorming van een nieuw ministerie had moeten neerleggen, is thans eindelijk baron Banffy, Voorzitter van het Volkshuis en gouverneur van Zevenbergen, er in geslaagd een Kabinet te vormen. Deze aanvaardt de portefeuille van Binnenlandscbe Zaken. Meende men aanvankelijk dat ón Weckerlé èn Szilagyi, de ontwerpen der kerkeljjk-staatkundige wetten ook aan dit Ministerie kleur zouden geven, deze verwachting is gebleken onjuist te zijn. Als opvolger van Weckerlé zal als Minister van Financiën optreden de heer Lukarz, oud-Minister, terwjjl Szilagyi als Banffy''s opvolger als Voorzitter van het Volkshuis wordt genoemd. Algemeene verwondering en bjjna evenveel mis noegen heeft een besluit der ICweeÜBChc Regeering gewekt, waarbjj, geheel onverwacht, de belasting op ongemalen koren wordt verhoogd van 1 kroon 25 óre tot op 3 kronen 15 öre; op gemalen koren van 2 kronen 50 öre op 6 kronen 50 öro on op mout tot op 4 kronen per 100 K.G. Dit besluit, dat onmiddellijk in werking treedt, heeft de prijzen op de beurs zeer doen stijgen. Eene lading van 290,000 kilo tarwemeel, die van Kopenhagen te Stockholm aankwam, werd om do onverwachte belastingverhooging onmiddellijk teruggezonden, 't Gerucht wil, dat do bedoeling van dit besluit zon zgn in den Rjjksdag een voor 't Ministerie gevaarlijke belastingstrjjd te voorkomen. China. De Bnbel wekt groote belangstelling aan het Chineescbe Hof, naar de Shanghai Mercury bericht. De Koizerin-Weduwo ontving onder de geschenken op haren GOsten geboortedag een exemplaar van den Bgbel. Zjj ging daarin terstond met veel be langstelling lozen. De Keizer verlangde, zoodra bjj er van hoorde, »het boek van Jozns' godsdienst" te zien en toen hij vernam dat de Keizerin-Weduwe het uog niet missen kon, zond hjj een bode naar bet magazijn van bet Amerikaansch Bijbelgenoot schap, om een Oud en een Nieuw Testament voor hem te koopen. Men gaf hem een paar exemplaren mede, welko hg later kwam ruilen, omdat do Keizer ontdekt had dat zg niet goed waren afgedrukt. Ook had Z. M. liefst een grooten druk gehad, maar die was niet voorhanden, De boodschapper kreeg een catechismus on een exemplaar van het Boek der Spreuken ten geschenke en de man beloofde dat hg die aan al de andere beambten in het paleis zou laten lezen. Sinds dien dag studeeren de Keizer, de Keizerin- Weduwe en de overige leden der keizerlijke familie, en natuurlijk ook vele hovelingen 1 ijverig in de H. Schrift. Mogen zg, wanneer zij niet verstaan wat zjj lezen, eenen Filippus vinden uie hen onderwijst! Amerika. I\ew l «rk. 16 Jan. Gisterenavond brak in de bergplaats van den Central-Spoorweg te Montana brand uit. De daar aanwezige waggons met kruit vatten vlam en er volgden drie ontploffingen; met uitzondering van twee, werden alle in de omgeving zich bevindende pér&ónen letterlijk verpletterd; de stukken van 't vernielde materieel werden een halve mijl ver weggeslingerd en in het hart van de 6tad werden verscheidene personen daardoor gekwetst. Op de plaats des onheils vond men 75 lgken, terwijl 100 personen werden verwond. Italië. Rome17 Jan. De procureur-generaal bij het Hof van Appèl is vermoord door een anarchist. De vermoedelijke dader is in hechtenis genomen. Zwitserland. Een gezelschap, dat onlangs een zoo gevaarvollen tocht op den berg Tödi (in het Glarusgebergte) deed, bestond uit den heer Hennequin, een Neder lander, die student is aan het Polytechnicum te Ztlrich, en zjjn studievriend Jacot met broeder en zuster. De heer Hennequin, bekend als een kloek en moedig bergbeklimmer, was al zeven malen op den Tödi geweest en ook de drie andere tochtgenooten waren flinke jongelieden. Zjj gingen 's Zaterdags (29 Dec.) op weg, warm gekleed, goed uitgerust voor den toeht en met proviand voor 6 of 7 dagen. Het was toen helder weer en de tochtgenooten kwamen binnen betrek kelijk korten tyd in de eerste Sandalpbut aan, waar zg bleven rasten. 's Zondagsmorgens was het donker en mistig en het begon te sneeuwen. Het ware nu voorzichtig geweest, ten spoedigste terug te keeren naar het dal. Maar men zette, vooral op aandringen van Hennequin, den tocht voort. De mist werd ergerhet begon zwaarder te sneeuwen en het woei hard. Zjj liepen in den blinde voort, voortdurend in gevaar onder een lawine bedolven te worden of in oen afgrond te vallen maar eindelijk, tegen 10 uur 's avonds kwamen zjj in de »Fridolins- hut", waar zij een schuilplaats vonden. Daar bleven zjj de volgende dagen, terwijl buiten de sneeuwstorm gierde. Zjj vierden een Óude- en Nieuwe jaar en kortten er zich den tjjd met kaart spelen. Dinsdagsmiddags plantten de studenten een vlag een deken aan een stok op de hut. In het dal, waar men do bergbeklimmers al verloren achtte, zag men die vlag, als teeken dat zij nog leefden. Woensdagsmiddags werd het weder wat beter, en nu aanvaardden zjj den teragtocht door de dikke sneeuw, waar zij soms tot het middel toe inzakten gelukkig was de onderste laag hard bevroren, anders was er geen doorkomen aan geweest. Zoo kwamen zij, na een mooitevollen tocht, weder in de Sandalpbut, waar zij weder uitrustten en Donderdags kwamen zij te Linthal aan, waar men bezig was met het uitrusten van een expeditie om hen te helpen. Frankrijk. l'urlis, 16 Jan. De Boodschap van Casimir Perier luidde aldus: Ik bad de moeiljjkheden voorzien, die verbonden zjjn aan de taak van President der Republiek, die, verstoken van de middelen van actie en contróle, 6lechts in het nationaal vertrouwen de zedelijke kracht kan vinden, zonder welke het Presidentsschap niets is. Men heeft de publieke opinie op een dwaalspoor geleid. Meer dan 20 jaren van aan hankelijkheid aan de Republiek en toewijding aan de democratie, hebben niet alle republikeinen kunnen overtuigen v&n den ernst en de warmte mijner politieke overtuiging. Sedert ze6 maanden wordt een campagne van beleedigingen en laster gevoerd tegen het leger, de magistratuur, het Pariement en het on verantw oordelijk hoofd van den Staat. En deze vrjjheid, om haat te uiten, bljjft men vrijheid van gedachte noemen. De genegenheid voor mijn vaderland veroorlooft mij niet toe te laten, dat men dagelijks de beste dienaren van bet vaderland kan beleedigen en hen, die bet in den vreemde vertegenwoordigen. Grond wettige ficties zgn niet in staat de eischen van mijn staatkundig geweten tot zwijgen te brengen. Wellicht zal ik, door afstand te doen van mjjn ambt, den plicht voorschrjjven aan hen, die nog hechten aan de waardigheid van de uitvoerende macht en den goeden naam van Frankrijk in de wereld. Ik blijf overtuigd, dat geen hervormingen zgn tot stand te brengen dan met ijverige medewerking van een Regeering, die besloten is de wet te doen respecteeren, zich te doen gehoorzamen door haar ondergeschikten en allen in de gemeenschappelijke actie om zich heen te verzamelen. Ik heb hoop voor de toekomst. Ik neem mjjn ontslag als President der Fransche Republiek. Versailles, 17 Jan. Bij tweede stem ming is tot President der Republiek gekozen Felix Francois Faure, thans Minister van Marine. Hij verkreeg 435 st. Brisson had 363 st. (De nieuwe President wordt den SOsten van deze maand 54 jaar. Hg is de zoon, naar men zegt, van een werkman in eene Parijsche voorstad. Ais leerling op ocne looierij is hjj zgn loopbaan begonnen. Met het geld, dat hjj had opgespaard, is hjj naar Havre gegaan, waar hg thans tot de voornaamst..- reeders behoort. Eerst in 1881 betrad hij het staat kundig tooneel, toen hg tegen een aftredenden monarchist als afgevaardigde werd gekozen. Vervolgens werd hij onder-secretaris van staat voor koloniën, welke betrekking hjj bekleedde tot 1888. Op 80 Mei 1894 trad hg op als Minister van Marine in het thans afgetreden Ministerie.) Versailles, 17 Jan. De toespraken beant woordende van Dupny en Challemel Lacour, zeide Faure, de nieuwe President: Ik ben tea diepste getroffen door de groote eer en de grootsche taak, waarmede de vergadering mg heeft bekleed. Ik aanvaard daarvan de lasten met erkenteljjkheid en met het besef der verantwoorde lijkheid en der plichten die mij zjjn opgelegd. Ik zal er al mijne krachten aan wijden. Ik doe een beroep op alle republikeinsche meeningen, zonder eenig onderscheid, op do medewerking van alle vertegen woordigers der natie. Wjj zullen elkander ontmoeten bij ons gemeenschappelijk grond vindende in onze liefde voor onze toewijding aan de republiek, de gerechtigheid en voor de beschei rigen en kleinen. Do President kwam te half 10 'e Elysée, luide toegejuicht door de oi heeft zich vervolgens naar het minist begeven, waar hg geluk gewenscht familieleden en enkele intieme vriei scheen op het balkon van het minis hij zijnen dank bracht aan de he vreugde begroetende menigte. Blijkens de berichten uit de pr de verkiezing van Faure overal ei indruk. ft»arüs, 17 Jon. Ib deze stad i kalm. Duitschland. Beloonde eerlijkheid. Een aardig verrassing viel een jonge dame te I Zg had bij een voorname firma een 700 gulden. Toen zij haar chef een hartelijken r bracht, hoorde zjj tot haar groot g voortaan een post van vertrouwen k salaris van 1500 gulden bezorgde, verhooging van traktement had zij te danken, welke haar eerlijkheid gesteld had. Toen zg met Kefstn Berlgners haar Kerstmis-inkoopen zij, nadat zij een winkel verlaten h verkeerde mof had meegenomen, v portemonnaie bevond met een waa In de portemonnaie bevond zich e met den naam der eigenares. Zg zocht de dame oogenblikkeli haar tehuis. Deze had haar mof waarin een portemonnaie met f 12. zeer verrukt haar mof en geld teruj Daar zij toevallig bevriend was waar de jonge dame in dienst wi dezen het geval en roemde de eerl meisje zeer. Deze, die toevallig iemand vooi vertrouwen noodig had, meende hiervoor te kunnen gebruiken dan wier eerlijkheid boven alle verdenkinj BerlUn. 17 Jan. De Duitsche heden bij tweede lezing het voorsti trum tot intrekking der wet tot Jezuïeten aan. Vervolg der Nieuwstijdingen in het I it gez o n d c ii Stu Mijnheer de Redacteur! Tot mijn genoegen zag ik in de 17 Jan. jl. door >een oud-Zierikz gemaakt van de f 500, toegestaan l van 14 Jan. jl. voor het nader ond een plan tot aanlegging van schi haven. De schrjjver drukt in zijn vraag vc uit over de wijs, waarop met het g wordt omgesprongen. Zeer vele burgers dezer gemeen mij ook niet anders, dan op zgn za hunne verbazing uitdrukken over crediet. Discussies hebben er niet over waaruit men zou moeten opmaken. Elk gebouw, dat eeuwen heugt, maakt op het ontvankeljjk gemoed van den menscb, die in zjjn korten levenstijd zooveel ziet komen on gaan, steeds zekeren indruk. Het duurzame en onverander]jjke, dat menig overoude kerkelijke of burgerlijke stichting ons to zien geeft, boezemt eerbied in voor de degeljjkheid en den kunstzin der voorgeslachten, terwijl de gedachte, dat hetgeen honderden van jaren vóór ons bestond, ook nog eeuwen onwrikbaar op zjjn vasten grondslag zal blijven staan, nadat wij zelve al lang vergeten zijn, mede bijdraagt tot het belang wekkende dier overblijfselen uit deu voortijd- Bovendien hadden de gebouwen uit vroeger eeuwen eene meer eigenaardige physionomie dan die uit later tjjd, en lieten, naar den eisch van gezonde bouwkundige begrippen, duidelijk bemerken, waartoe ze dienden; eene lofspraak, welke vele nieuwere monumentale bouwwerken niet kunnen behalen. Wanneer men nu Zierikzee aan den Noordkant nadert, valt onmiddellijk een gebouw in 't oog, dat zijne bestemming reeds van verre verkondigt en dat daar als trouwe wachter sedert vjjf-en-een- balve eeuw bij den ingang der stad op post heeft gestaan. Dat gebouw is de Nobelpoort. Wie meenen mocht, dat kronieken en oude plaatsbeschrijvingen de weetgierigheid naar den oorsprong van deze poort bevredigen, vergist zich zeer. Slechts een schraal bericht over eene o.i. waardelooze overlevering ten opzichte van don naam, vindt men vermeld, eeno overlevering die daarop neerkomt, dat het gebouw gesticht is door twee adellijke (nobele) dames, Anna en Maria. Zooveel we weten, komt in het middelnederlandsch der veertiende eeuw het woord nobel" met de beteekenis van edel, adellijk, in deze streek haast niet voor. Wel vindt men in die dagen bet woord nobel" ter aanduiding van zeker geldstuk en ook als eigennaam gebruikt; maar daar we aangaande den naamsoorsprong van de poort geen zekerheid hebben, willen we ons liever niet wagen op het nevelachtig gebied der bespiegeling. Liever laten we deu bouwstijl der poort en het weinige ons bekende uit het schemerdonker verleden van het oude Zierikzee zelf spreken, om daaruit onze conclusie te trekken over den vermoodelijken tijd van de stichting. Melis Stoke, een tjjdgenoót, die in zjjne rijm kroniek uitvoerig en nauwkeurig het beleg van Zierikzee door de Vlamingen in den jaro 1304 verhaalt eu zeer waarschjjnljjk zjjne mededeelingen ontving van ooggetuigen, toen hjj in 1305 onze stad bezocht, doet duidelijk uitkomen, dat Zierikzee toen eene kleine plaats was. De Vlamingen noemden het een crayennist", en de graaf: »sine plaetse was niet zoo groet, de hi in Zeelant doe behilt" staat elders bij Stoke te lezen, waar hjj over Zierikzee spreekt. Nu hebben wij voor ons, om verschillende redenen, de alleroudste Oostelijke grens van het oorspronkohjk Zierikzee steeds gezien iu het water, dat later bekend staat als Oude Haven, Schuithaven en Zwemhaven. Al wat ten Oosten hiervan ligt is nieuwer en tot dit nieuwere gedeelte der stad gaven aldra de Dam en de St. Anthonie'sdam vasten toegang. Daar verrees in 1358 het achterste deel van het 's Gravensteen, omstreeks dienzelfden tjjd het St. Elizabeths-gasthuis met zijne kerk (de tegen woordige Gasthuis- of Kleine Kerk) en vlak daarvoor een houten brug, die ten jare 1430 door een steonen vervangen werd, welke wij in 1872 hebben zien afbreken. Het oorspronkelijk Zierikzee, zooals het nog bjj de Vlaamsche belegering te zien wos, was reeds omgeven door muren en grachten, en bezat al enkele poorten, o. a. wordt ten jare 1306 genoemd de Wevenswelleporte", de latere Zuid wel lepoort. Met het oog evenwel op den besproken kleinen omvang der toenmalige plaats, komt het ons als zeker voor, dat de Nobelpoort, die op het nieuwere gedeelte grouds stood, hij 't Vlaamsch beleg nog niet aanwezig was. Maar de uitleg der stad is spoedig gevolgd, anders waren het Gravensteen en andere gebouwen niet verrezen op eene plaats die dan buiten do wallen zou gelegen hebben. Waar we nu weten, dat de uitbreiding van Zierikzee iu Oosteljjke richting vooral in de tweede helft der 14e eeuw heeft plaats gehad, daar meeneu we niet ver van de waarheid te zjjn, wanneer we beweren, dat de wallen, grachten eu poorten, die dat nieuw aangewonnen terrein moesten verdedigen, ongeveer in het midden dier eeuw zijn gemaakt. De Nobelpoort kan dus o. i. hoogstens vijf-en-eeu- halvc eeuw oud zijn. Ware do poort ouder, dan zou de stjjl anders en de torens meer van gelijke hoogte met het hoofdgebouw zijn, terwijl er in dat geval zich ook kenteekenen zouden verloonen, dat de torens oorspronkelijk zonder kap waren geweest en met tinnen bekroond. Door het opruimen der oude stadsrekeningen en een groot deel van het archief ten jare 1811 een vandalisme dat do toenmalige sterk Fransch- gezinde maire Dr. Nicolaas de Kater op zijne rekening heeft weten we bitter weinig van den middeleeuwschen toestand onzer stad on slechts hier en daar valt een schemerend licht over zaken en personen, waarvan we gaarne juist zooveel haddon willen weten. In den loop der 14e eeuw hooren we van onze poort, geen enkele maal reppen en slechts in 1398 vindt men van de >Nobel- strate" melding gemaakt. Ja, zelfs bevredigt do geheelo 15e eeuw onze weetgierigheid niet en eerst in 1507, toen bij ordonnantie van 11 November de loop- of alarmplaatsen der schutterij werden bepaald, wordt van de Nobelpoort gesproken, die toen aan gewezen werd voor >dcr smeedenghilden, die cuypersgbildo en de huere onderghilden". De Nobelpoort met de Nobelstraat worden als een wijk of kwartier der stad ten jare 1528 vermeld, toen de raad van Zierikzee op 21 September met die van den convente van do Drie Koningen" (een ten Oosten dor Korte Nobelstraat gelegen klooster) een accoord maakte over dat kwartier. In dien tjjd bezat het gebouw reeds zjjne tegen woordige gedaante, gelijk uit do hoogst nauwkeurige plattegrond van Zierikzee, door Jacob van Deventer in het tweede vierde der 16e eeuw gemaakt, duidelijk blijkt. Die tegenwoordige gedaante en afmetingen zijn de volgende: Het geheele gebouw, dat van Zeeuwsche moppen, in zoogenaamd staand verband, is opgetrokken, vertoont den gothischen stjjl in al de soberheid van zijn eerste optreden in deze streken, terwijl trouwens de baksteen toch niet liet. geschiktste materiaal mag genoemd worden, om dien stijl tot zgn recht te doen komen. Merkwaardig zijn bij de Nobelpoort de aangewende verglaasde steenen, waarmee de bouwmeester eenige afwisseling in de muurvlakken der torens en van hot hoofdgebouw wist te brengen. Het hoofdgebouw is ongeveer 12 Meter diep en 10,90 breed. Do wijdte van den doorgang aan den binnenkant der stad is 8,30 M., aau den buitenkant 3,80 M. De buitenmuren hebben eene dikte van 1,30 M., terwijl een muur van 0,8 M. den binnenkant dor poort afscheidt van een gang, welke aan weerszjjdon naar bet onderste deel der torens leidt, waarin vroeger landloopers en ander ongeregeld volk werden op gesloten. Die torens, welko op elke verdieping door een gewelf afgesloten zijn, bezitten ook muren ter dikte van 1,30 M., terwijl ze binnenwerks eene doorsnede hebben van 3,65 M. Het gebouw is tot aan het dak ruim 16 Meter hoog, met het dak ongeveer 25 M., terwijl de torens, die elk van een bliksemafleider voorzien zijn, om trent 35 Meter hunne acht- en zestienzjjdige spitsen omhoog beuren. Een gewelf, gedragen door baksteenen gewelf- ribben, overdekt den doorgang, die nog door stevige met ijzer beslagen deuren kau afgesloten worden. Eene fraai gemetselde wenteltrap, mede van bak steen, in den Z.-W. hoek der poort in de dikte van den muur gespaard, leidt tot de verschillende ver diepingen, waar zich het kleeding- en am munitie magazijn onzer dienstdoende schutterij bevindt. Als kruit-magazijn seder 1795 gebruikt, veroorzaakte de Nobelpoort niet weinig last aan de bewoners der Korte Nobelstraat, wion zelfs tot 1813 (den tjjd van 't verdrijven der Franschen uit deze stad) vaak verboden werd in hunne huizen te stoken, uit vrees voor brand. Het poortsluiten, eenerzijds eene lastige zaak voor wandelaars, die des zomers buiten de stad een luchtje wilden scheppen, had anderzijds in de onrustige en onveilige dagen van weleer toch weer veel goeds en men kon rustig slapen bij de gedachte, dat de poorten wel gesloten en de sleutels eiken avond bij de burgemeesters gebracht waren, betrekkelijk welke zaak men reeds in 1535, 1571 enz. bepalingen ge maakt vindt. Het uur van poortsluiten, eene veel geraadpleegde rubriek in oude almanakken, was gewoonlijk 10 uur 's avonds. Op 25 Maart 1760 bepaalde men, dat de Nobelpoort van Mei tot en met September op dien tijd zou gesloten worden, en wie later kwam, moest door de Noordhavenpoort binnenkomen. Dit duurde tot 16 Juli 1784, toen besloten werd, dat alle poorten eerst om 11 uur 's avonds zouden gesloten worden, waarop eebter later weer teruggekomen is, en 10 uur de vaste tijd bleef, gelijk de meesten onzer oudere lezers zich nog zullen herinneren. Uitgezonderd de post, moesten personen die binnengelaten werden na poort sluiten, zeker poortgeld betaleu en werden dan door een klein deurtje iu de hoofddeur, het zoogenaamd klinket, toegelaten. Ten gerieve van den poortier der Nobelpoort was aan de Oostzjjde van dat ge bouw een huisje gebouwd, dat echter, nadat met 1 Mei 1866 alle poorten in deze stad ook des nachts geopend bleven en de laatste poortier der Nobelpoort, Huibrecht de Voogdt, gepensioneerd werd, is af gebroken. Aan de betrekking van poortier aan dé Nobel poort werd sedert 1650 verbonden het toezicht op de stads-plantagiön. In 1653 werd aan alle poortiers een nieuwe rok of f 25, ter keuze, toegelegd, en in 1655 werd bepaald, dat ze van stadswege om de twee jaren een nieuwe nachtrok zouden krijgen. Sedert 1723 werden ze, alvorens hunne betrekking te aanvaarden, beëedigd. Dat het zitten in ae nabijheid der poorten voor somraigo neringdoenden, speciaal voor fruit- en suikergoedverboopsters, gewenscht was (gelijk nog hodeu ten dage des Zondags bjj de Zuidhavenpoort te zien is) bleek reeds in- ouden tijd en de regeering der stad stond dan bepaaldelijk aan deze of gene vrouw toe, om met fruit enz. aldaar in een buisje to zitten. Een dergeljjk huisje aan de Nobelpoort werd in 1746 aau zekere vrouw voor dat doel, voor 8 schellingen 8 grooten 'sjaan gegeven. Terugkeerende tot de wederwaardi gebouw zelf ondervond, vindt men i vermeld om voor de Nobelpoort, ir bestaande vaste brug, een ophaall Dat deze maatregel in de woelige jar voor de veiligheid noodzakelijk was, maar niet, hoe de stedelijke regeer toe kwam te doen onderzoeken of der Nobelpoort zou kunnen afbrt kostte het onderhoud te veel geld. in 1581 aan thesaurieren overgelate torens der poort te doen afbreke laten repareeren, besloten gemelde herstellen van een en ander over te het aloude gebouw voor eene dreigei bewaard. Later, in 1632, is de poort nog v zoogenoemden wolfskuil en schofbal weerbaarheid, bjj overval, verhoogd De valbrug vóór de poort, die aangebracht, achtte men op 't einde niet meer noodig, waarom men in 1 ging die brug met de houten pooi*ti daar ter plaatse een vasten dam later van borstweringen voorzien v tevens de Versche Gracht van de af te scheiden. Op do plaat in Smallegange is de poort te zien, t valbrug nog in wezen was. Do ha aarden borstwering, een versterking die poort, ziet men daar ook afgebe Toen in 't begin dezer eeuw de F laud de baas speelden, werden niet oude gewoonte, de sleutels der pi burgemeester, maar sedert 1803, kommandeerenden officier afgegeven. Nobelpoort in het lot, dat haar naai anderd werd in die van „porte d\ kleingeestige poging, om ook in dez> lands onze nationaliteit uit te wisse! franschen. Omstreeks 1820 van bliksemaflei dient de Nobelpoort nog heden to van buskruit en herinnert door haar haar stevig gewelf en met ijzer beslaj den tijd, toen elke stad een wel a' kon genoemd worden, dat zware be! doorstaan, zjjne ouafhankeljjkheid e heden trouw zocht te bewaren en invloed deed gevoelen, waarmede di die hem verving rekening moest hoi

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1895 | | pagina 1