ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE
Zaterdag 12 Januari 1895.
Terugblik op 1894.
Eerste Blad.
Overstroaming Strijen.
NIEUWSTIJDINGEN.
SCHOOLKINDERVOEDING.
Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
51ste JAARGANG. No. 6562.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cfc
meerdere regels 10 Cts.kannen uiterlijk 1
Maandags, Woensdags en Vrijdags midc
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte here
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de „Administratie Zierikzeesehe Nieuwsbode"
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Wij vesfcigea de aandacht onzer lezers
op achterstaande advertentie, waaruit
blijkt dat zich te Tholen een Comité
gevormd heeft tot ondersteuning der
slachtoffers van bovengenoemde ramp.
Reeds een en andermaal is in ons blad
melding gemaakt van den treurigen toe
stand op die plaats en hoevele arbeiders
van alles beroofd zijn, zoodat hun toe
stand vooral in dezen tijd des jaars
dubbel treur:g is.
Wij bevelen de belangen dier onge-
lukkigen alzoo ten zeerste aan en ver
trouwen dat niet te vergeefs een beroep
op de hulpvaardigheid zal worden gedaan.
Het afgeloopcn jaar eindigt inet een gelukkige
gebeurtenis. De Lomboksche expeditie is ontbonden,
nadat zij baar taak op schitterende wjjze vol
bracht, en het lichtvaardig oordeel, waarmede men
de aanvoerders na hot verraad van 24 op 25 Aug.
vervolgde, op afdoende wjjzo heeft te schande
gemaakt. Eu een lichtvaardig oordeel was het,
omdat het gebouwd was op losse geruchten en
praatjes, waarvan het ongegronde thans nit de door
de Regeering overgelegde stukken volkomen be
wezen is.
Gelukkig is die afloop niet alleen op zichzelve,
maar ook omdat door het krachtig, doortastend
optreden tegenover Lombok en de volkomen onder
werping der zoo gevreesde Balinecsche vorsten, de
eerbied voor de Nederlandsche wapenen in den
gansehen Indischen Archipel een krachtigen steun
heeft gekregen. Men mag hopen, dat deze uitmuntend
geslaagde expeditie een gnnstigen invloed zal hebben,
en dat de toestand aldaar, zeer verbeterd door den
steun der tegen de priesterpartjj gekante hoofden,
bij toeneming ten goede keeren zal. Voor zoover
dit nu nog noodig en mogelijk zal zijn, is het to
hopen, dat uit de ervaring met Lombok voor Atjeh
de les zal worden gopnt, dat oorlogvoeren het best
geschiedt, wanneer het met kracht gedaan wordt.
In ons vaderland zelf is ook een strijd gevoerd:
van anderen aard, met anderen uitslag, met andere
gevolgen. Wij bedoelen den kiesrecbtstrijd.
De mislukking der poging om door een uit
breiding der kiesbevoegdheid, zoover als de Grondwet
toelaat, aan den eisch dor maatschappelijke en
staatkundige rechtvaardigheid te voldoen en tovens
den grond te leggen voor blijvende verbeteringen,
behoeven wjj niet in bjjzouderbeden te schetsen.
Zjj ligt ons allen nog versch iu het geheugen. Ook
het treurig gevolg, dat der partijverwarring door
de plaats gebad hebbende verkiezingen na de ont
binding, is bekend.
Een Ministerie is opgetreden, dat geen staat
kundig aaneengesloton geheel vormt, maar welks
leden, onderling omtrent belangrijke, staatkundige
beginselen ver van, zoo niet tegenover elkander
staande, zich slechts verbonden hebben, om eenige
bepaalde onderwerpen, waarover zij het eens geworden
zijn, af te doen, on alles te laten rusten, wat de
aldus verkregen overeenstemming in gevaar kan
voortsproot". Merkwaardige woorden, waaraan, toen
zij het licht zagen, wellicht niet de vereisebte aan
dacht geschonken is, maar die, beschouwd in
verband met latere gebeurtenissen, een eigenaardig
licht werpen op de houding van den staatsman,
die het Kabinet gevormd hud en later zich van
zjjn ambtgenooteu afscheidde! Hg, dat is de heer
Van Tienhoven, wist ook, hoever de verandering
moest gaan, om de voorstanders van het amendement-
Van der Kaay te bevredigen, die zich nóch door
den val van het Kabinet, nóch door een Kamer
ontbinding zouden laten afschrikken.
In den 8en brief, waarin eene poging wordt
aangewend, om den heer Tak te isoleereu zoowel
van den beer Van Tionhoven als van zjjne overige
ambtgenooten, heet het: »Naar de vaste over
tuiging van de helft der liberalen bederft het
voorstel onze staatsinstellingen. Den Minister 6taat
geen andere uitweg open dan toe te geven".
Iu den 9en brief, na de wijziging der regeerings-
voordracht:
»Onze weg is afgebakend. Door de nieuwe
redactie zijn de amendementen vervallen. Nu de
Regeering geen overeenstemming op den grondslag
van ons amendement heeft gezocht, zullen wij haar
onzen steun niet opdringen, noch ook trachten ons
art. 4 te doen aannemon, voordat meu meer algemeen
de illusie verloren heeft, dat op het door de
Itegeering ingeslagen pad, het einddoel te bereiken
is. Zelfs na de verwerping van het door de Regeering
voorgestelde artikel 4, kan mogelijkerwijs ons
amendement nog het vereenigingspunt worden voor
allen, wien het niet enkel om een ruim, maar
tevens om een goed kiesrecht te deen is, en dienstbaar
worden gemaakt tor aanvulling der leemte, die
dan in het regeerings-ontwerp zal zjju ontstaan".
Wie, die deze aanhalingen zich weder voor den
geest brengt, kan er aan twijfelen, dat het van
vóór den aanvang der openbare beraadslaging vaststond
bjj den heer Van Houten en zijne vrienden, lator
de anti-Takkiaanscho liberalen genoemd, dat er
eene kieswet zon komen in hun geest of geen.
En wie nu meonen mocht, dat de openbare
beraadslaging daarin wijziging zou hebben gebracht,
dat een u-oord des Ministers op 9 Maart een andore
uitkomst had mogen bewerken, die herinnere zich,
dat in de verkiezingsdagen, ja, weliswaar de
bonding van den hoer Tak veroordeeld werd, omdat
I men daaruit politieke munt kon slaan, maar niet,
j omdat men het niet tot stand komen der kieswet
botrenrde. Integendeel, bet ontwerp werd toen nog
feller en nog onomwondener bestreden dan te voren,
wat teokenachtig uitkomt in Van Houten'6 Staat-
kundigo Brieven want art. :3, dat in dun 9en dier
brieven, >een groot beginsel" heette, dat, naar hg
hoopte, allen eendrachtig" zouden kunnen uit
spreken, en dat »olke pogiDg tot oplossing van het
kiesrechtvrnagstuk in do toekomst zon blijven
j büheerachon", was in den 10en brief, na do ont-
j binding, geworden »eeu knol", die men zich voor
i een citroen in de hand had laten stoppon; zelfs
werd voor de groep-v. d. Ivaay do verzachtende
omstandigheid gepleit, dat zij zich ook die in-de-
handstopperij bad laten welgevallen, omdat daaruit
bleek, >hoe gaarne ook zij brak met de Regcering!"
j Wjj weton wel, dat niemands oordeel over Tak's
I ontwerpen door deze aanhalingen zal gewijzigd
worden, maar dat iemand, met het oog op het hier
meegedeelde, nog een enkel oogenblik kan meenen,
dat een andere houding van den heer Tak op
9 Maart het tot stand komen van een ander dan
een anti-TakkiaaDSch kiesrecht zon hebben mogelijk
gemaakt, geloovon wjj niet. Hadde hij op den
9en Maart het vurig verlangde onaannemelijk"
uitgesprokon, de lijdensgeschiedenis ware verlengt,
maar het einde zou niet minder de dood zijn
En dat Ministerie moet arbeiden met eene Kamer,
waarin geen enkele partjj, geen enkele groep eenige
andere kracht kan uitoefenen dan die van tegen
houden en belemmeren, en waarin het dus voor
geen enkel onderwerp eene meerderheid vinden
kan, die bet steunen zal op grond van staatkundige
geestverwantschap. Alle samenwerking moet berusten
op overwegingeu, aan de eigenaardige verhoudingen
van het oogenblik ontleend.
Dat desniettemin het een en ander, dat zelfs
belangrijke zaken worden afgedaan, is mogelijk,
omdat deze Kamer en dit Kabinet elkander noodig
hebben, en het Kabinet zelf onbetwistbaar uit
bekwame mannen voor een belangrijk deel met
groote parlementaire ervaringen bestaat.
Maar xuat aldus verkregen wordt, zal het merk-
teeken van zijn oorsprong op het voorhoofd dragen,
en bij slot van rekening geen enkele partij, geen
enkele richting bevredigen, omdat geen enkele er
haar eigene beginselen in vindt.
Het is geen wonder, dat men, den staatkundigen
toestand op hot einde des jaars vergelijkend met
dien van den aanvang, toen een homogeen ministerie
met een homogene meerderheid arbeidde, vraagt
naar de oorzaak dier verandering.
Ook is het geen wonder, dat niemand gaarne de
verantwoordelijkheid op zich neemt van de mis
lukking der kiesrechthervorming en den daaruit
geboren toestand van staatkundige verwarring. Dat
men daarom een groot deel van den voor de
behandeling der Staatsbegrooting bestemden tijd
daaraan wjjdde, is te begrijpen, al is het niet goed
te keuren.
Maar wat bij dit alles in hooge mate verwondert,
is, dat men het licht niet zocht, waar men het
vinden kon. Men doet het nu nog voorkomen alsof
de houding van den Minister Tak tegenover het
amendement-De Meijier een beslissenden invloed
zou hebben gehad op den gang van zaken met de
kieswet
Komt, laat ons eens niet bjj den 9 Maart blijven
stilstaan, maar eens een ruimer overzicht neuien.
Wij kunnen ons tot een terugblik op 1894 bepalen.
In zijn 7en Staatkundigen brief, in bet begin van
Januari verschenen, schreef do heer Van Houten:
»De heer Van Tienhoven weet, dat de Regeering
bij onveranderde handhaving der kieswetvoordracht
niet kan blijven steunen op de partij, waaruit zjj
Het verheugt ons hierbij op een gelukkig ver
schijnsel te kunnen wjjzenhet is de houding der
Regentes, die in deze moeilijke omstandigheden den
onberispelijk constitutioneelen weg heeft ingeslagen.
Dit vordient vooral daarom waardeering, omdat bij
elke gelegenheiddat H.H. M.M. de jeugdige
Koningin cn do Regentes zich in het openbaar
vertoonen, het Nedevlandscbo volk zich om Haar
blijft scharen, en bjj allo verschil van meening in
Haar een vereenigingspunt vindt. Waar de vorming
der jeugdige Koningin in alle opzichten met wjjs
beleid geschiedt en de opvoeding Harer Dochter,
zooals uit alles bljjkt, bjj de Koninkljjke Moeder
in goede handen is, mogen wij uit de in 1894 op
gedane ervaring afleiden, dat ook in do opvatting
en toepassing der constitutioneele beginselen Koningin
Wilhelmina in Koniugin Emma eene voorgangster
en eeno leidsvrouw heeft gevonden, zooals wij geen
betere wenschen kunnen!
En waar onze terugblik op 1894 een zwaar
moedig karakter hebben moest, werpt dit gezichts
punt een helder licht op de toekomst. Als maar
onze constitutioneele beginselen gehandhaafd worden,
dan kunnen wij vrij den uitslag van den strijd der
meeningen afwachten. Parlementaire tactiek moge
ons tjjdeljjk de nederlaag bezorgen onze
beginselen zjjn die der toekomst en daarom is de
toekomst ons
Japan en China.
Omtrent de wreedheden van beide partijen bjj do
inneming van Port Arthur wordt het volgende gemeld:
Een correspondent van Central Neivs schrijft:
Do Japanners zagen toen gruwelen, die
hen razend maakten. Langs den weg hingeu aan de
boomen tien of twaalf Japanners, met het hoofd
omlaag. De vingers waren bun afgesneden, het
gezicht was gekerfd en van het vel ontbloot; alle
soort van Oostersche wreedheid was aan de lijken
begaan. Door dit gruwzame schouwspel verloren
de Japansche soldaten alle zelfbeheersching en in
de stad gekomen gaven zij geon kwartier, sloegen
alle -inwoners, die zij ontmoetten, dood, onverschillig
van wat leeftijd of geslacht". Deze tooneelen van
wreedheid duurden voort tot er geen levende Chinees
meer te zien was. »Het was eene verluchting om
dan de hospitalen binnen te treden en te zien, hoe
de Japanners de Chineesche gewonden met dezelfde
zorg behandelden als hunne eigen mannen".
De N. T. H. zegt van de wreedheid der Japanners
te Port Arthur: >Het gezicht in de (voornaamste)
straat was eenvoudig jammerlijk. Hoopen doode
Chineezen lagen daar, hot grootste deel niet door
een kogel gedood, maar door een zwaardslag, meest
op het hoofd of in den nek toegebracht, waardoor
het hoofd haast van den romp gescheiden was.
Het was duidelijk, dat de eerste soldaten, die in de
stad waren gekomen, geen kwartier hadden gegeven.
Het is ook zeker dat vele koelies of dragers, behoo-
rende tot het allerlaagste gepeupel, die de eerste
twee regimenten volgden, aan de slachting deel
genomen en hunne bajonetten op de Chineesche
nekken beproefd hebben. Ik mag hier verklaren dat
de officieren ovor dat alles meer bedroefd waren
dan kan gezegd worden, maar het moge betreurens
waardig zjjn, ik zal de Japansche soldaten niet
trachten te-verdediger. ben volmaakt overtnigd,
dat elk leger ter wereld precies hetzelfde had gedaan,
zoo niet erger, na het barbaarsche gedrag der
Chineezen".
Engeland.
Een opzienbarend proces zal binnenkort te Londen
in behandeling komen. Een lid van bet Parlement,
thans overleden, was 12 jaar geleden met een gewoon
boerenmeisje gehuwd, aan wie hij de helft van zijn
vermogen beeft nagelaten. Kort daarop stierf ook
de weduwe en op haar nalatenschap wordt aan
spraak gemaakt door een man, die beweert met
baar gehuwd te zijn geweest. Het proces zal gevoerd
worden tusschen dezen vermeenden echtgenoot en
den executeur-testamentair, eveneens lid van het
Parlement.
Do Liverpool Post staat in voor de waarheid
van het volgende verhaal
Een paar dagen geleden werden twee families,
die eenzelfde huis bewonen, verrast door de komst
van een paar nieuwe wereldburgers. De eene vrouw
boviel van eon tweeling en de andere van een »baby"
van hetzelfde geslacht als de tweeling. De vader
der tweelingen was afwezig en toen bjj terugkeerde
plaatste men alle drie kinderen in hetzelfde bedje,
om bom te doen gelooven, dat zijn vrouw bevallen
was van een drieling. De aardigheid is zoo uitstekend
geslaagd, dat, toen men de kleintjes weor in hun
eigen bedje wilde leggen, men ze niet meer kon
onderscheiden.
F r a n k r ij fc.
Te Parijs zjjn twee dicvon-inbrekers op eene
bjjzondere manier gesnapt. Twee rechercheurs
volgden een man, die onder verdachte omstandig
heden eene groote kist op een kruiwagen naar een
handelshuis in de Rue de Body bracht. De klerk
daar wilde de kist eerst niet aannemen, maar de
kruier wist hem te bepraten en sprak ten slotte af,
dat hg do kist don volgenden ochtend zou terug
balen.
De detcctivies kwamen aankon tjjd lator binnen,
en deelden den klerk mede, dat zij van gevoelen
waren, dat er iemand in de kist verborgen was.
Er werd toon besloten, dat ze zich zouden verstoppen
en afwachten, wat er gebeurde. Te middernacht
werd het deksel van de kist opgelicht en kroop er
een man uit, die naar de brandkast ging, deze met
de werktuigen, die hij medegebracht bad, opende
en, na er ai het geld nitgenomen te hebben, naar
zijn schuilplaats terugkeerde.
De detectives wachtten tot den morgen, en toen
de kruier om do kist kwam, werd hij gearresteerd
en met den man in de kist naar hot Daastbjjzijnde
politiebnreou gebracht.
Daar aangekomen bleek het, dat de dief een
kloine 2000 frs. uit de brandkast ontvreemd had.
10 Jan. De Kamer heeft het voorstel
van Hubert om amnestie te verloenen voor alle
politieke inisdrjjven, nadat het, door de regeering
bestreden, verworpen met 345 tegen 167 steramen.
Een verschrikkelijke lawine is den 5 Jan. op
het dorp Orln, aan den voet der Pyreneeën gevallen,
waardoor vier huizen en twaalf schuren vernield,
15 menschen gedood, 8 gewond en vele beesten
begraven werden. Vier gezinnen bezitten niets meer
en wat nog verschrikkelijker is, wanneer er slacht
offers geweest zijn, die nog in de ingestorte huizen
eonigen tijd geleefd hebben, dan zijn ze jammerljjk
verbrand. Er wordt nameljjk gezegd, dat in de
bedolvon huizen brand ontstaan is. De bijzonder
heden der ramp zijn verschrikkelijk, Orlu is een
dorpje van 345 zielen, niet ver gelegen van bet
stadje Axles-Thermos, 's Zomers zijn de wegen in
die streken heel mooi, maar in den winter zjjn ze
onberjjdbaar. Het ongeluk is te wjjten aan een
samenloop van klimatologische verschijnselen, die
zich sedert eenige dagen in heel Zuidwest Frankrijk
hebben vertoond. Zondag is een compagnie aan het
werk gegaan, om den spoorweg vrij te krijgeu.
Twee sneeuwploegen en vier hulpmachines waren
ingesneeuwd. De vorige week zou de lijn van Tarascon
naar Ax vrjj zijn. Overigens is in deze gausche
streek de toestand treurig. Het dorp Orgeix wordt
bedreigd; de mairo heeft hulp van soldaten aan
gevraagd. Het gehucht Centrau, behoorende tot de
gemeente Signer, een dor hoogste punten van de
Pyreneeën, is door de sneeuw bedolven. Te Tarascon
zijn drie huizen en twee schuren ingestort door het
gewicht der sneeuw. In de streek van Nirnes beerscht
een strenge kon; de thermometer wijst verscheiden
graden vorst aan.
Duitschland.
Kci-Iffn, 9 Jan. Gelijk do Keizer indertijd
om het handelsverdrag met Rusland aangenomen
to krijgen en in andere gevallen het gewicht van
zijn persoon in de weegschaal heeft geworpen, schijnt
hij ook nu tot aanmerkelijke versterking van de
Duitsche vloot zelf te willen ingrijpen. Gisteren had
hij een twintigtal afgevaardigden van den Rijksdag
conservatievennationaal-liberalen eu centrum
mannen op het nieuwe paleis te Potsdam ge-
noodigd en hield voor ben eene aanspraak, waarin
hij eene versterking der marine bepleitte. De rede
duurde ongeveer twee uren en werd door uitgebreide
teekeniugea, die tentoongesteld waren, opgehelderd.
Do Keizer vergeleek de Europeesche oorlogs- en
handelsvloten met elkander, putte leering uit de
zeeslagen tusschen Japan en China en wees op de
noodzakelijkheid van den overzeeschen dienst der
Duitsche marine. De Keizer eindigde met de merk
waardige woorden: >Doet Prins Bismarck, den
grondvester onzer koloniale politiek, op zijn 80sten
geboortedag de vreugde aan, in de voor de vloot
verlangde en noodige gelden te bewilligen". De
Keizer droeg bij zijue voordracht bet groot admi
raalstenue. De ministers van marine en financiën
waren ook tegenwoordig.
Eugen Richter schrijft hedenavond in zijn blad:
»Nog nooit is door een monarch zoo onmiddellijk
op de beslissingen van de Rijksdag-afgevaardigden
gewerkt om hen voor aangevraagde kredieten te
winnen".
België.
In bet Brusselsche park verrijzen, evenals den
vorigen winter, beelden in sneeuw uitgehouwen.
Tal van kunstenaars zjjn bezig met bet bewerken
van de koude witte stof. Grappige en ernstige beelden
zjjn er: pierrots en groteske dierfiguren, standbeelden
van Napoleon en van generaal Bdliard. Aan den
ingang staren twee reusachtige kikvorschen u aan.
's Avonds wil men electrische lichtbundels op de
beelden laten vallen. Als bet niet gaat dooien, blijft
de tentoonstelling tot Zondag open.
Proces J on ia ii te Antwerpen.
De toeloop van belangstellenden was Woensdag
nog grooter dan den vorigen dag. Er zou nu over
de moorden gehandeld worden, en dat trok hen
natuurlijk meer aan dan het aanhoudend vragen en
antwoorden over geldzaken. Het publiek werd echter
nog al teleurgesteld. Het verhoor liep toen voor
namelijk over de geldverlegenheden van Mevr.
Joniaux en hare financieöle combinatiën; het kwam
telkens weer daarop terug, zóó zelfs, dat de
beschuldigde ten slotte de opmerking maakte: »wie
niet op de hoogte was, zou meenen, dat ik mij
hier te verantwoorden had wegens een budriegelijk
bankroet, in plaats van wegens vergiftiging".
Het verhoor der beschuldigde duurt dan ook veel
langer dan verwacht was, en het verhoor van de
deskundigen en de eerste getuigen, aanvankelijk op
Vrijdag bepaald, Donderdag, hield het Hof geen
zitting moet worden uitgesteld.
Mevr. Joniaur, die er vermoeid uitzag, gaf weer
zeer kalm en gevat antwoord op de vragen van
den president. Een paar malen bij het spreken
over bare zuster Löonie Ablsy, en later nog eens,
bjj nieuwe vragen over haar geldnood barstte
zjj in tranen uit, maar zjj herstelde zich spoedig.
Het verhoor liep over de levensverzekering op
Léonie Ablay, ten voordeele van Mevr. Joniaux
van welk bedrag bij uitbetaling een gedeelte moest
strekken om do >eereschuld" van do moeder der
beschuldigde te voldoen. De beschuldiging gelooft
niet aan het bestaan van die geheimzinnige eere
schuld, en zij acht een codicil van bet testament
van Emilie Ablay, waarin van die schuld wordt
melding gemaakt, een niet betrouwbaar stuk, op
grond van het oordeel van schriftkundigen, die het
onderzochten.
Voorts word de beschuldigde ondervraagd over
den dood van haar zuster Léonie, die bij haar
logeerde. Zjj ontkent omstreeks dien tijd morphine
gekocht te hebben en bestrijdt de beschuldiging
van vergiftiging.
»Als ik haar vermoord had, zou zij immers niet
zoo lang ziek geweest zijn?" De Maatschappij
»La B&loise" maakte aanvankelijk bezwaar, de
premie der levensverzekering uit te betalen, en
sprak van een onderzoek naar de oorzaak van den
dood van Léonie. Het spijt Mevr. J., dat bet
daartoe niet gekomen is; zjj »had niets te vreezen".
Hare verklaringen omtrent de ziekte harer zuster
zjjn in strijd met die van den geneesheer, dr. Ruelle.
Ook wat den dood van haren oom, Jacques van
den Kerckhove, betreft, houdt zjj baar onschuld
vol. Hij is aan een beroerte overleden. Dat zij
omstreeks dien tijd atropine heeft gekocht, was
waar, maar die moest dienen als geneesmiddel voor
hare oogen.
Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad.
INGEZONDEN STUKKEN.
Het comité voor Schoolkindervoeding in deze
gemoento heeft besloten den 14en dezer maand te
beginnen met het uitreiken van warm voedsel aan
arme, trouw schoolgaande kinderen.
Het noodigt niet alleen allen, die tot dit doel
hunne gaven offerden, maar ook ben, die daartoe
geene vrijmoedigheid vinden, dringend uit tot een
bezoek aan de bovenzaal van den heer Constandse,
des Maandags-, Woensdags- of Vrjjdagsmiddags,
tusschen 12 en 1 uur.
Ongetwijfeld zullen deze bezoekers tot de over
tuiging komen, dat in de circulaire, in ongeren
kring verspreid, aau de waarheid niet te kort wordt
gedaan.
Wel wetende, welke argumenteu de beurzen van
vele gegoede ingezetenen onzer gemeente voor deze
zaak nog gesloten houdt, heeft het comité toch
besloten op den ingeslagen weg voort te gaan, over
tuigd dat het doel, 'fc welk het beoogt, edel en
goed is.
Ten einde dit doel in ruimen kring bekend te
maken en velen op te wekken een bezoek te brengen
aan de eetzaal der kinderen, maakt het gaarne ge
bruik van de bekende welwillendheid der redactie
dezer courant om bovenbedoelde cii-culaire in een
harer kolommen op te nomen.
Af. H.l
Het Comité voor Schoolkindorvoeding, dat den vorigen
winter gedurende eenige weken aan ongeveer 45 arme,
trouw schoolgaande kinderen op enkele dagen der weck een
warmen maaityd verschafte, is voornemens ook deren winter
dat liefdewerk te volbrengen. Verleden jaar werd daarmee
in Februari begonnen. Thans hoopt het Comité terstond na
Kerstmis in den nood te voorzien, maar heeft daarvoor uw
zeer gewaardeerde medewerking noodig. Ieder, die op de
bovenzaal van den heer Constandse één of meermalen ver
toefde om te zien hoe de rij van kinderen aan weerszijden
eener lange, net gedekte tafel gezeten, zich aan de warme
spjjs verkwikte, zal erkennen, dat hiermede geen ziekeljjke
philantropie wordt uitgeoefend.
Het versterkend voedsel stelt de kinderen in staat tot
meerder inspanning op school.
Maar bovendien gaat, van die eenvoudige, gemeenschappelijke
maaltijden eene opvoedende kracht uit, die niet gering moet
worden geacht.
Onder leiding en toezicht van dames, aan wier tact en
geduld terecht meermalen hulde is gebracht, wordt de
maaltjjd begonnen en geëindigd. Daarbjj wordt op alles
gelet, houding, manieren, ent.
Enkele kinderen komen geregeld eeret eenige minuten na
afloop van den schooltjjd, omdat zjj op uitdrukkelijk ver
langen van de moeders alleen in zindeljjke
schoon gewasschen handen aan de tafel n
De andere vinden op de zaal gelegenhei
te wasschen. Allen zjjn verplicht hetzelide
van den maaltijd.
Ordelijk, zonder eenige luidruchtigheid, k
de trap op en gaan ze weer heen, stee
Enkele dames helpen de kleinsten bij het
der manteltjes, geven de hoedjes aan; ai
porties op en weer andere brengen ze ter
I Er wordt gebeden en gedankt, zooals ze
I zijn, maar bovendien worden door de dam
I gegeven, goede woorden gesproken, die c
j missen. De kinderen zien naar elkander
verlegen is, let op de manieren van ei
meer tehuis gevoelt en van nature meer i
j voeden ze elkander nog op. Het Comité
prijs gesteld, dat velen van hen, die
steunden, ook de zaal hebben bezocht om
werd uitgevoerd. Want daaromtrent w
het eens wie de Schooikindervoeding
de zaak gewonnen.
Met vrijmoedigheid doet het Comité
milddadigen zin en vraagt beleefd uwe
nuttige en liefdadige instelling.
Namens het Comité voor Schooi
Dr. J. HELDER, President
3. HOGERLAND. Secr.-Pcn
Den Heer WITTE RAGE,
Amice
Geld is een schoone zaak, maar wordt z
Tot een verachtelijk stel van maten en g
Waarmeê rnen 's menschen valsche waart
En al zijn doen en laten weet te richten.
'k Wensch jeoch zeur niet,
mijn kraai in de rede vallende, v
hij, 'k wilde eenvoudig zeggen'k
morgen. O zoo, dat verandert, her:
je anders zeggen, dat ik met den
al zoo veel wenschen gehad heb, da'
al gauw zon gaan verwenschen, zoov
dat mij doen, als ik ze „van 't zei
meester daar heb je wel gelijk in
doch in sommige opzichten heb j<
heb je mjj b.v., geen menseh of kr
Ijjker gewenscht hebben dan ik he
doch 't werd door u belet.
Jou wensch, m'n beestje, antw<
ik graag gelooven, want die wei
eigenbelangals 't n.l. mij niet go<
jou ook slecht.
Daar heb je niet heelemaal ong
zegt ie, doch je zult me toch wel
dit niet met iedere nieuwjaarwensi
heb je b.v. de nieuwjaarsljjst.
hem toe, zwijg daar toch van, of
als de echte liefdadigheid Men teel
jaarslijst, omdat een ander dat doe
klein gewetentje, dat de meeste mi
woordig op na houden, te vree te
men dan zoogenaamd gewenscht
zeggen, dat men op de lijst ge
daarmee uit, en of er nu al ju
niet krijgen die 't beste toekomen,
eenvoudig niet aan, men heeft geg
zijn plicht vervuld. Heb je de
kerke gezien, vraag ik mijn kraa
zoowat, knikt hjj, zoo maar heel
zag zoo terloops, dat iemand, die
inschreef, er nu voor tien gulden c
kon ik niet heel goed lezen, d(
't higin zoowat, dus 't zal do dc
die booggeplaatsten geweest zijn,
ex-burgemeester stond er voor 12
roep ik uit, en verleden jaar slee
meester 't verwonderde mij ook,
('k weet het natuurlijk ook niet
omdat er nog een restje overgel
geschenk, dat Z.exEdelAchtb. van
bij zjjn bedanken gekregen heeft;
andert, is mjjn antwoord. Heb je
geweest in N.-Beveland, vraag ik
ik zeggen meester, van de do orb
en Anna polder weet je zeker alle:
antwoord ik, en van den bjjzond
die N.-Beveland zoo teisterde, ook,
kwam mjjn kraai daartegen in; ik
die ongeloofelgk zouden zijn, wan
waarheid sprak.
Ik zag Cortgeno in nood en '1
wonderlijk aandeed; men hoort v
vluchting uit, gevangenissen, die
moeito gepaard gaan, enz. Hier L
een kruiwagen ook al instinct bez
nameljjk was uit Z.-Beveland van e
en getransporteerd naar N.-Beve
aan 't steiger te Cortgene, maakt
bruik van de gelegenheid om zich
golven te werpen, en een korten
getrouwe weer aan den Z.-Bevelanc
ooit van zoo'n trouw (onder krui
Witte, nu zul je wel zeggen: wa
een brief zooals deze, die enkel nitn
heid, doch 't is gewoonte amice,
ook uit z'n humeur zjjn, wannee
gesprekken mededeelde.
Apropos, heb je dat bericht gele
omtrent den Annapolder, in de G
niet, dan wijs ik je op het laatste
dat luidt:
Mogen vele dijk werkers door i
tijd van werkeloosheid geruimen
door brood vindeu, daartegenovei
1895 vermoedelijk zeer weinig v
Annapolder zal wezen"; dus
betreft, kunnen we aannemen, C
wordt genomen het beetje werk,
aan dien polder, min of meer c
verlies, dat èu pachters èn arbeic
zeer zeker in volgende jaren nog zi
eu als do zaak zoo ernstig n
bij het slot van het bericht bartel
wanneer men leest:
Echter zal door het zeewate
gedierte, als: slakkon, wormon,
Zoo'n zin Witte doet de deur t
iedere boer een vjjand van slakk
op zijn land, omdat dit goedje vei
oorzaken aau den oogst, maar niet
of wormen zijn, en van oi
daareven opmerkte, in eenige jaren
Noord-Beveland, Januari '95.
€\R