ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Zaterdag 12 Januari 1895. Terugblik op 1894. Eerste Blad. Overstroaming Strijen. NIEUWSTIJDINGEN. SCHOOLKINDERVOEDING. Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 51ste JAARGANG. No. 6562. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cfc meerdere regels 10 Cts.kannen uiterlijk 1 Maandags, Woensdags en Vrijdags midc 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte here Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de „Administratie Zierikzeesehe Nieuwsbode" Dit nummer bestaat uit twee bladen. Wij vesfcigea de aandacht onzer lezers op achterstaande advertentie, waaruit blijkt dat zich te Tholen een Comité gevormd heeft tot ondersteuning der slachtoffers van bovengenoemde ramp. Reeds een en andermaal is in ons blad melding gemaakt van den treurigen toe stand op die plaats en hoevele arbeiders van alles beroofd zijn, zoodat hun toe stand vooral in dezen tijd des jaars dubbel treur:g is. Wij bevelen de belangen dier onge- lukkigen alzoo ten zeerste aan en ver trouwen dat niet te vergeefs een beroep op de hulpvaardigheid zal worden gedaan. Het afgeloopcn jaar eindigt inet een gelukkige gebeurtenis. De Lomboksche expeditie is ontbonden, nadat zij baar taak op schitterende wjjze vol bracht, en het lichtvaardig oordeel, waarmede men de aanvoerders na hot verraad van 24 op 25 Aug. vervolgde, op afdoende wjjzo heeft te schande gemaakt. Eu een lichtvaardig oordeel was het, omdat het gebouwd was op losse geruchten en praatjes, waarvan het ongegronde thans nit de door de Regeering overgelegde stukken volkomen be wezen is. Gelukkig is die afloop niet alleen op zichzelve, maar ook omdat door het krachtig, doortastend optreden tegenover Lombok en de volkomen onder werping der zoo gevreesde Balinecsche vorsten, de eerbied voor de Nederlandsche wapenen in den gansehen Indischen Archipel een krachtigen steun heeft gekregen. Men mag hopen, dat deze uitmuntend geslaagde expeditie een gnnstigen invloed zal hebben, en dat de toestand aldaar, zeer verbeterd door den steun der tegen de priesterpartjj gekante hoofden, bij toeneming ten goede keeren zal. Voor zoover dit nu nog noodig en mogelijk zal zijn, is het to hopen, dat uit de ervaring met Lombok voor Atjeh de les zal worden gopnt, dat oorlogvoeren het best geschiedt, wanneer het met kracht gedaan wordt. In ons vaderland zelf is ook een strijd gevoerd: van anderen aard, met anderen uitslag, met andere gevolgen. Wij bedoelen den kiesrecbtstrijd. De mislukking der poging om door een uit breiding der kiesbevoegdheid, zoover als de Grondwet toelaat, aan den eisch dor maatschappelijke en staatkundige rechtvaardigheid te voldoen en tovens den grond te leggen voor blijvende verbeteringen, behoeven wjj niet in bjjzouderbeden te schetsen. Zjj ligt ons allen nog versch iu het geheugen. Ook het treurig gevolg, dat der partijverwarring door de plaats gebad hebbende verkiezingen na de ont binding, is bekend. Een Ministerie is opgetreden, dat geen staat kundig aaneengesloton geheel vormt, maar welks leden, onderling omtrent belangrijke, staatkundige beginselen ver van, zoo niet tegenover elkander staande, zich slechts verbonden hebben, om eenige bepaalde onderwerpen, waarover zij het eens geworden zijn, af te doen, on alles te laten rusten, wat de aldus verkregen overeenstemming in gevaar kan voortsproot". Merkwaardige woorden, waaraan, toen zij het licht zagen, wellicht niet de vereisebte aan dacht geschonken is, maar die, beschouwd in verband met latere gebeurtenissen, een eigenaardig licht werpen op de houding van den staatsman, die het Kabinet gevormd hud en later zich van zjjn ambtgenooteu afscheidde! Hg, dat is de heer Van Tienhoven, wist ook, hoever de verandering moest gaan, om de voorstanders van het amendement- Van der Kaay te bevredigen, die zich nóch door den val van het Kabinet, nóch door een Kamer ontbinding zouden laten afschrikken. In den 8en brief, waarin eene poging wordt aangewend, om den heer Tak te isoleereu zoowel van den beer Van Tionhoven als van zjjne overige ambtgenooten, heet het: »Naar de vaste over tuiging van de helft der liberalen bederft het voorstel onze staatsinstellingen. Den Minister 6taat geen andere uitweg open dan toe te geven". Iu den 9en brief, na de wijziging der regeerings- voordracht: »Onze weg is afgebakend. Door de nieuwe redactie zijn de amendementen vervallen. Nu de Regeering geen overeenstemming op den grondslag van ons amendement heeft gezocht, zullen wij haar onzen steun niet opdringen, noch ook trachten ons art. 4 te doen aannemon, voordat meu meer algemeen de illusie verloren heeft, dat op het door de Itegeering ingeslagen pad, het einddoel te bereiken is. Zelfs na de verwerping van het door de Regeering voorgestelde artikel 4, kan mogelijkerwijs ons amendement nog het vereenigingspunt worden voor allen, wien het niet enkel om een ruim, maar tevens om een goed kiesrecht te deen is, en dienstbaar worden gemaakt tor aanvulling der leemte, die dan in het regeerings-ontwerp zal zjju ontstaan". Wie, die deze aanhalingen zich weder voor den geest brengt, kan er aan twijfelen, dat het van vóór den aanvang der openbare beraadslaging vaststond bjj den heer Van Houten en zijne vrienden, lator de anti-Takkiaanscho liberalen genoemd, dat er eene kieswet zon komen in hun geest of geen. En wie nu meonen mocht, dat de openbare beraadslaging daarin wijziging zou hebben gebracht, dat een u-oord des Ministers op 9 Maart een andore uitkomst had mogen bewerken, die herinnere zich, dat in de verkiezingsdagen, ja, weliswaar de bonding van den hoer Tak veroordeeld werd, omdat I men daaruit politieke munt kon slaan, maar niet, j omdat men het niet tot stand komen der kieswet botrenrde. Integendeel, bet ontwerp werd toen nog feller en nog onomwondener bestreden dan te voren, wat teokenachtig uitkomt in Van Houten'6 Staat- kundigo Brieven want art. :3, dat in dun 9en dier brieven, >een groot beginsel" heette, dat, naar hg hoopte, allen eendrachtig" zouden kunnen uit spreken, en dat »olke pogiDg tot oplossing van het kiesrechtvrnagstuk in do toekomst zon blijven j büheerachon", was in den 10en brief, na do ont- j binding, geworden »eeu knol", die men zich voor i een citroen in de hand had laten stoppon; zelfs werd voor de groep-v. d. Ivaay do verzachtende omstandigheid gepleit, dat zij zich ook die in-de- handstopperij bad laten welgevallen, omdat daaruit bleek, >hoe gaarne ook zij brak met de Regcering!" j Wjj weton wel, dat niemands oordeel over Tak's I ontwerpen door deze aanhalingen zal gewijzigd worden, maar dat iemand, met het oog op het hier meegedeelde, nog een enkel oogenblik kan meenen, dat een andere houding van den heer Tak op 9 Maart het tot stand komen van een ander dan een anti-TakkiaaDSch kiesrecht zon hebben mogelijk gemaakt, geloovon wjj niet. Hadde hij op den 9en Maart het vurig verlangde onaannemelijk" uitgesprokon, de lijdensgeschiedenis ware verlengt, maar het einde zou niet minder de dood zijn En dat Ministerie moet arbeiden met eene Kamer, waarin geen enkele partjj, geen enkele groep eenige andere kracht kan uitoefenen dan die van tegen houden en belemmeren, en waarin het dus voor geen enkel onderwerp eene meerderheid vinden kan, die bet steunen zal op grond van staatkundige geestverwantschap. Alle samenwerking moet berusten op overwegingeu, aan de eigenaardige verhoudingen van het oogenblik ontleend. Dat desniettemin het een en ander, dat zelfs belangrijke zaken worden afgedaan, is mogelijk, omdat deze Kamer en dit Kabinet elkander noodig hebben, en het Kabinet zelf onbetwistbaar uit bekwame mannen voor een belangrijk deel met groote parlementaire ervaringen bestaat. Maar xuat aldus verkregen wordt, zal het merk- teeken van zijn oorsprong op het voorhoofd dragen, en bij slot van rekening geen enkele partij, geen enkele richting bevredigen, omdat geen enkele er haar eigene beginselen in vindt. Het is geen wonder, dat men, den staatkundigen toestand op hot einde des jaars vergelijkend met dien van den aanvang, toen een homogeen ministerie met een homogene meerderheid arbeidde, vraagt naar de oorzaak dier verandering. Ook is het geen wonder, dat niemand gaarne de verantwoordelijkheid op zich neemt van de mis lukking der kiesrechthervorming en den daaruit geboren toestand van staatkundige verwarring. Dat men daarom een groot deel van den voor de behandeling der Staatsbegrooting bestemden tijd daaraan wjjdde, is te begrijpen, al is het niet goed te keuren. Maar wat bij dit alles in hooge mate verwondert, is, dat men het licht niet zocht, waar men het vinden kon. Men doet het nu nog voorkomen alsof de houding van den Minister Tak tegenover het amendement-De Meijier een beslissenden invloed zou hebben gehad op den gang van zaken met de kieswet Komt, laat ons eens niet bjj den 9 Maart blijven stilstaan, maar eens een ruimer overzicht neuien. Wij kunnen ons tot een terugblik op 1894 bepalen. In zijn 7en Staatkundigen brief, in bet begin van Januari verschenen, schreef do heer Van Houten: »De heer Van Tienhoven weet, dat de Regeering bij onveranderde handhaving der kieswetvoordracht niet kan blijven steunen op de partij, waaruit zjj Het verheugt ons hierbij op een gelukkig ver schijnsel te kunnen wjjzenhet is de houding der Regentes, die in deze moeilijke omstandigheden den onberispelijk constitutioneelen weg heeft ingeslagen. Dit vordient vooral daarom waardeering, omdat bij elke gelegenheiddat H.H. M.M. de jeugdige Koningin cn do Regentes zich in het openbaar vertoonen, het Nedevlandscbo volk zich om Haar blijft scharen, en bjj allo verschil van meening in Haar een vereenigingspunt vindt. Waar de vorming der jeugdige Koningin in alle opzichten met wjjs beleid geschiedt en de opvoeding Harer Dochter, zooals uit alles bljjkt, bjj de Koninkljjke Moeder in goede handen is, mogen wij uit de in 1894 op gedane ervaring afleiden, dat ook in do opvatting en toepassing der constitutioneele beginselen Koningin Wilhelmina in Koniugin Emma eene voorgangster en eeno leidsvrouw heeft gevonden, zooals wij geen betere wenschen kunnen! En waar onze terugblik op 1894 een zwaar moedig karakter hebben moest, werpt dit gezichts punt een helder licht op de toekomst. Als maar onze constitutioneele beginselen gehandhaafd worden, dan kunnen wij vrij den uitslag van den strijd der meeningen afwachten. Parlementaire tactiek moge ons tjjdeljjk de nederlaag bezorgen onze beginselen zjjn die der toekomst en daarom is de toekomst ons Japan en China. Omtrent de wreedheden van beide partijen bjj do inneming van Port Arthur wordt het volgende gemeld: Een correspondent van Central Neivs schrijft: Do Japanners zagen toen gruwelen, die hen razend maakten. Langs den weg hingeu aan de boomen tien of twaalf Japanners, met het hoofd omlaag. De vingers waren bun afgesneden, het gezicht was gekerfd en van het vel ontbloot; alle soort van Oostersche wreedheid was aan de lijken begaan. Door dit gruwzame schouwspel verloren de Japansche soldaten alle zelfbeheersching en in de stad gekomen gaven zij geon kwartier, sloegen alle -inwoners, die zij ontmoetten, dood, onverschillig van wat leeftijd of geslacht". Deze tooneelen van wreedheid duurden voort tot er geen levende Chinees meer te zien was. »Het was eene verluchting om dan de hospitalen binnen te treden en te zien, hoe de Japanners de Chineesche gewonden met dezelfde zorg behandelden als hunne eigen mannen". De N. T. H. zegt van de wreedheid der Japanners te Port Arthur: >Het gezicht in de (voornaamste) straat was eenvoudig jammerlijk. Hoopen doode Chineezen lagen daar, hot grootste deel niet door een kogel gedood, maar door een zwaardslag, meest op het hoofd of in den nek toegebracht, waardoor het hoofd haast van den romp gescheiden was. Het was duidelijk, dat de eerste soldaten, die in de stad waren gekomen, geen kwartier hadden gegeven. Het is ook zeker dat vele koelies of dragers, behoo- rende tot het allerlaagste gepeupel, die de eerste twee regimenten volgden, aan de slachting deel genomen en hunne bajonetten op de Chineesche nekken beproefd hebben. Ik mag hier verklaren dat de officieren ovor dat alles meer bedroefd waren dan kan gezegd worden, maar het moge betreurens waardig zjjn, ik zal de Japansche soldaten niet trachten te-verdediger. ben volmaakt overtnigd, dat elk leger ter wereld precies hetzelfde had gedaan, zoo niet erger, na het barbaarsche gedrag der Chineezen". Engeland. Een opzienbarend proces zal binnenkort te Londen in behandeling komen. Een lid van bet Parlement, thans overleden, was 12 jaar geleden met een gewoon boerenmeisje gehuwd, aan wie hij de helft van zijn vermogen beeft nagelaten. Kort daarop stierf ook de weduwe en op haar nalatenschap wordt aan spraak gemaakt door een man, die beweert met baar gehuwd te zijn geweest. Het proces zal gevoerd worden tusschen dezen vermeenden echtgenoot en den executeur-testamentair, eveneens lid van het Parlement. Do Liverpool Post staat in voor de waarheid van het volgende verhaal Een paar dagen geleden werden twee families, die eenzelfde huis bewonen, verrast door de komst van een paar nieuwe wereldburgers. De eene vrouw boviel van eon tweeling en de andere van een »baby" van hetzelfde geslacht als de tweeling. De vader der tweelingen was afwezig en toen bjj terugkeerde plaatste men alle drie kinderen in hetzelfde bedje, om bom te doen gelooven, dat zijn vrouw bevallen was van een drieling. De aardigheid is zoo uitstekend geslaagd, dat, toen men de kleintjes weor in hun eigen bedje wilde leggen, men ze niet meer kon onderscheiden. F r a n k r ij fc. Te Parijs zjjn twee dicvon-inbrekers op eene bjjzondere manier gesnapt. Twee rechercheurs volgden een man, die onder verdachte omstandig heden eene groote kist op een kruiwagen naar een handelshuis in de Rue de Body bracht. De klerk daar wilde de kist eerst niet aannemen, maar de kruier wist hem te bepraten en sprak ten slotte af, dat hg do kist don volgenden ochtend zou terug balen. De detcctivies kwamen aankon tjjd lator binnen, en deelden den klerk mede, dat zij van gevoelen waren, dat er iemand in de kist verborgen was. Er werd toon besloten, dat ze zich zouden verstoppen en afwachten, wat er gebeurde. Te middernacht werd het deksel van de kist opgelicht en kroop er een man uit, die naar de brandkast ging, deze met de werktuigen, die hij medegebracht bad, opende en, na er ai het geld nitgenomen te hebben, naar zijn schuilplaats terugkeerde. De detectives wachtten tot den morgen, en toen de kruier om do kist kwam, werd hij gearresteerd en met den man in de kist naar hot Daastbjjzijnde politiebnreou gebracht. Daar aangekomen bleek het, dat de dief een kloine 2000 frs. uit de brandkast ontvreemd had. 10 Jan. De Kamer heeft het voorstel van Hubert om amnestie te verloenen voor alle politieke inisdrjjven, nadat het, door de regeering bestreden, verworpen met 345 tegen 167 steramen. Een verschrikkelijke lawine is den 5 Jan. op het dorp Orln, aan den voet der Pyreneeën gevallen, waardoor vier huizen en twaalf schuren vernield, 15 menschen gedood, 8 gewond en vele beesten begraven werden. Vier gezinnen bezitten niets meer en wat nog verschrikkelijker is, wanneer er slacht offers geweest zijn, die nog in de ingestorte huizen eonigen tijd geleefd hebben, dan zijn ze jammerljjk verbrand. Er wordt nameljjk gezegd, dat in de bedolvon huizen brand ontstaan is. De bijzonder heden der ramp zijn verschrikkelijk, Orlu is een dorpje van 345 zielen, niet ver gelegen van bet stadje Axles-Thermos, 's Zomers zijn de wegen in die streken heel mooi, maar in den winter zjjn ze onberjjdbaar. Het ongeluk is te wjjten aan een samenloop van klimatologische verschijnselen, die zich sedert eenige dagen in heel Zuidwest Frankrijk hebben vertoond. Zondag is een compagnie aan het werk gegaan, om den spoorweg vrij te krijgeu. Twee sneeuwploegen en vier hulpmachines waren ingesneeuwd. De vorige week zou de lijn van Tarascon naar Ax vrjj zijn. Overigens is in deze gausche streek de toestand treurig. Het dorp Orgeix wordt bedreigd; de mairo heeft hulp van soldaten aan gevraagd. Het gehucht Centrau, behoorende tot de gemeente Signer, een dor hoogste punten van de Pyreneeën, is door de sneeuw bedolven. Te Tarascon zijn drie huizen en twee schuren ingestort door het gewicht der sneeuw. In de streek van Nirnes beerscht een strenge kon; de thermometer wijst verscheiden graden vorst aan. Duitschland. Kci-Iffn, 9 Jan. Gelijk do Keizer indertijd om het handelsverdrag met Rusland aangenomen to krijgen en in andere gevallen het gewicht van zijn persoon in de weegschaal heeft geworpen, schijnt hij ook nu tot aanmerkelijke versterking van de Duitsche vloot zelf te willen ingrijpen. Gisteren had hij een twintigtal afgevaardigden van den Rijksdag conservatievennationaal-liberalen eu centrum mannen op het nieuwe paleis te Potsdam ge- noodigd en hield voor ben eene aanspraak, waarin hij eene versterking der marine bepleitte. De rede duurde ongeveer twee uren en werd door uitgebreide teekeniugea, die tentoongesteld waren, opgehelderd. Do Keizer vergeleek de Europeesche oorlogs- en handelsvloten met elkander, putte leering uit de zeeslagen tusschen Japan en China en wees op de noodzakelijkheid van den overzeeschen dienst der Duitsche marine. De Keizer eindigde met de merk waardige woorden: >Doet Prins Bismarck, den grondvester onzer koloniale politiek, op zijn 80sten geboortedag de vreugde aan, in de voor de vloot verlangde en noodige gelden te bewilligen". De Keizer droeg bij zijue voordracht bet groot admi raalstenue. De ministers van marine en financiën waren ook tegenwoordig. Eugen Richter schrijft hedenavond in zijn blad: »Nog nooit is door een monarch zoo onmiddellijk op de beslissingen van de Rijksdag-afgevaardigden gewerkt om hen voor aangevraagde kredieten te winnen". België. In bet Brusselsche park verrijzen, evenals den vorigen winter, beelden in sneeuw uitgehouwen. Tal van kunstenaars zjjn bezig met bet bewerken van de koude witte stof. Grappige en ernstige beelden zjjn er: pierrots en groteske dierfiguren, standbeelden van Napoleon en van generaal Bdliard. Aan den ingang staren twee reusachtige kikvorschen u aan. 's Avonds wil men electrische lichtbundels op de beelden laten vallen. Als bet niet gaat dooien, blijft de tentoonstelling tot Zondag open. Proces J on ia ii te Antwerpen. De toeloop van belangstellenden was Woensdag nog grooter dan den vorigen dag. Er zou nu over de moorden gehandeld worden, en dat trok hen natuurlijk meer aan dan het aanhoudend vragen en antwoorden over geldzaken. Het publiek werd echter nog al teleurgesteld. Het verhoor liep toen voor namelijk over de geldverlegenheden van Mevr. Joniaux en hare financieöle combinatiën; het kwam telkens weer daarop terug, zóó zelfs, dat de beschuldigde ten slotte de opmerking maakte: »wie niet op de hoogte was, zou meenen, dat ik mij hier te verantwoorden had wegens een budriegelijk bankroet, in plaats van wegens vergiftiging". Het verhoor der beschuldigde duurt dan ook veel langer dan verwacht was, en het verhoor van de deskundigen en de eerste getuigen, aanvankelijk op Vrijdag bepaald, Donderdag, hield het Hof geen zitting moet worden uitgesteld. Mevr. Joniaur, die er vermoeid uitzag, gaf weer zeer kalm en gevat antwoord op de vragen van den president. Een paar malen bij het spreken over bare zuster Löonie Ablsy, en later nog eens, bjj nieuwe vragen over haar geldnood barstte zjj in tranen uit, maar zjj herstelde zich spoedig. Het verhoor liep over de levensverzekering op Léonie Ablay, ten voordeele van Mevr. Joniaux van welk bedrag bij uitbetaling een gedeelte moest strekken om do >eereschuld" van do moeder der beschuldigde te voldoen. De beschuldiging gelooft niet aan het bestaan van die geheimzinnige eere schuld, en zij acht een codicil van bet testament van Emilie Ablay, waarin van die schuld wordt melding gemaakt, een niet betrouwbaar stuk, op grond van het oordeel van schriftkundigen, die het onderzochten. Voorts word de beschuldigde ondervraagd over den dood van haar zuster Léonie, die bij haar logeerde. Zjj ontkent omstreeks dien tijd morphine gekocht te hebben en bestrijdt de beschuldiging van vergiftiging. »Als ik haar vermoord had, zou zij immers niet zoo lang ziek geweest zijn?" De Maatschappij »La B&loise" maakte aanvankelijk bezwaar, de premie der levensverzekering uit te betalen, en sprak van een onderzoek naar de oorzaak van den dood van Léonie. Het spijt Mevr. J., dat bet daartoe niet gekomen is; zjj »had niets te vreezen". Hare verklaringen omtrent de ziekte harer zuster zjjn in strijd met die van den geneesheer, dr. Ruelle. Ook wat den dood van haren oom, Jacques van den Kerckhove, betreft, houdt zjj baar onschuld vol. Hij is aan een beroerte overleden. Dat zij omstreeks dien tijd atropine heeft gekocht, was waar, maar die moest dienen als geneesmiddel voor hare oogen. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. INGEZONDEN STUKKEN. Het comité voor Schoolkindervoeding in deze gemoento heeft besloten den 14en dezer maand te beginnen met het uitreiken van warm voedsel aan arme, trouw schoolgaande kinderen. Het noodigt niet alleen allen, die tot dit doel hunne gaven offerden, maar ook ben, die daartoe geene vrijmoedigheid vinden, dringend uit tot een bezoek aan de bovenzaal van den heer Constandse, des Maandags-, Woensdags- of Vrjjdagsmiddags, tusschen 12 en 1 uur. Ongetwijfeld zullen deze bezoekers tot de over tuiging komen, dat in de circulaire, in ongeren kring verspreid, aau de waarheid niet te kort wordt gedaan. Wel wetende, welke argumenteu de beurzen van vele gegoede ingezetenen onzer gemeente voor deze zaak nog gesloten houdt, heeft het comité toch besloten op den ingeslagen weg voort te gaan, over tuigd dat het doel, 'fc welk het beoogt, edel en goed is. Ten einde dit doel in ruimen kring bekend te maken en velen op te wekken een bezoek te brengen aan de eetzaal der kinderen, maakt het gaarne ge bruik van de bekende welwillendheid der redactie dezer courant om bovenbedoelde cii-culaire in een harer kolommen op te nomen. Af. H.l Het Comité voor Schoolkindorvoeding, dat den vorigen winter gedurende eenige weken aan ongeveer 45 arme, trouw schoolgaande kinderen op enkele dagen der weck een warmen maaityd verschafte, is voornemens ook deren winter dat liefdewerk te volbrengen. Verleden jaar werd daarmee in Februari begonnen. Thans hoopt het Comité terstond na Kerstmis in den nood te voorzien, maar heeft daarvoor uw zeer gewaardeerde medewerking noodig. Ieder, die op de bovenzaal van den heer Constandse één of meermalen ver toefde om te zien hoe de rij van kinderen aan weerszijden eener lange, net gedekte tafel gezeten, zich aan de warme spjjs verkwikte, zal erkennen, dat hiermede geen ziekeljjke philantropie wordt uitgeoefend. Het versterkend voedsel stelt de kinderen in staat tot meerder inspanning op school. Maar bovendien gaat, van die eenvoudige, gemeenschappelijke maaltijden eene opvoedende kracht uit, die niet gering moet worden geacht. Onder leiding en toezicht van dames, aan wier tact en geduld terecht meermalen hulde is gebracht, wordt de maaltjjd begonnen en geëindigd. Daarbjj wordt op alles gelet, houding, manieren, ent. Enkele kinderen komen geregeld eeret eenige minuten na afloop van den schooltjjd, omdat zjj op uitdrukkelijk ver langen van de moeders alleen in zindeljjke schoon gewasschen handen aan de tafel n De andere vinden op de zaal gelegenhei te wasschen. Allen zjjn verplicht hetzelide van den maaltijd. Ordelijk, zonder eenige luidruchtigheid, k de trap op en gaan ze weer heen, stee Enkele dames helpen de kleinsten bij het der manteltjes, geven de hoedjes aan; ai porties op en weer andere brengen ze ter I Er wordt gebeden en gedankt, zooals ze I zijn, maar bovendien worden door de dam I gegeven, goede woorden gesproken, die c j missen. De kinderen zien naar elkander verlegen is, let op de manieren van ei meer tehuis gevoelt en van nature meer i j voeden ze elkander nog op. Het Comité prijs gesteld, dat velen van hen, die steunden, ook de zaal hebben bezocht om werd uitgevoerd. Want daaromtrent w het eens wie de Schooikindervoeding de zaak gewonnen. Met vrijmoedigheid doet het Comité milddadigen zin en vraagt beleefd uwe nuttige en liefdadige instelling. Namens het Comité voor Schooi Dr. J. HELDER, President 3. HOGERLAND. Secr.-Pcn Den Heer WITTE RAGE, Amice Geld is een schoone zaak, maar wordt z Tot een verachtelijk stel van maten en g Waarmeê rnen 's menschen valsche waart En al zijn doen en laten weet te richten. 'k Wensch jeoch zeur niet, mijn kraai in de rede vallende, v hij, 'k wilde eenvoudig zeggen'k morgen. O zoo, dat verandert, her: je anders zeggen, dat ik met den al zoo veel wenschen gehad heb, da' al gauw zon gaan verwenschen, zoov dat mij doen, als ik ze „van 't zei meester daar heb je wel gelijk in doch in sommige opzichten heb j< heb je mjj b.v., geen menseh of kr Ijjker gewenscht hebben dan ik he doch 't werd door u belet. Jou wensch, m'n beestje, antw< ik graag gelooven, want die wei eigenbelangals 't n.l. mij niet go< jou ook slecht. Daar heb je niet heelemaal ong zegt ie, doch je zult me toch wel dit niet met iedere nieuwjaarwensi heb je b.v. de nieuwjaarsljjst. hem toe, zwijg daar toch van, of als de echte liefdadigheid Men teel jaarslijst, omdat een ander dat doe klein gewetentje, dat de meeste mi woordig op na houden, te vree te men dan zoogenaamd gewenscht zeggen, dat men op de lijst ge daarmee uit, en of er nu al ju niet krijgen die 't beste toekomen, eenvoudig niet aan, men heeft geg zijn plicht vervuld. Heb je de kerke gezien, vraag ik mijn kraa zoowat, knikt hjj, zoo maar heel zag zoo terloops, dat iemand, die inschreef, er nu voor tien gulden c kon ik niet heel goed lezen, d( 't higin zoowat, dus 't zal do dc die booggeplaatsten geweest zijn, ex-burgemeester stond er voor 12 roep ik uit, en verleden jaar slee meester 't verwonderde mij ook, ('k weet het natuurlijk ook niet omdat er nog een restje overgel geschenk, dat Z.exEdelAchtb. van bij zjjn bedanken gekregen heeft; andert, is mjjn antwoord. Heb je geweest in N.-Beveland, vraag ik ik zeggen meester, van de do orb en Anna polder weet je zeker alle: antwoord ik, en van den bjjzond die N.-Beveland zoo teisterde, ook, kwam mjjn kraai daartegen in; ik die ongeloofelgk zouden zijn, wan waarheid sprak. Ik zag Cortgeno in nood en '1 wonderlijk aandeed; men hoort v vluchting uit, gevangenissen, die moeito gepaard gaan, enz. Hier L een kruiwagen ook al instinct bez nameljjk was uit Z.-Beveland van e en getransporteerd naar N.-Beve aan 't steiger te Cortgene, maakt bruik van de gelegenheid om zich golven te werpen, en een korten getrouwe weer aan den Z.-Bevelanc ooit van zoo'n trouw (onder krui Witte, nu zul je wel zeggen: wa een brief zooals deze, die enkel nitn heid, doch 't is gewoonte amice, ook uit z'n humeur zjjn, wannee gesprekken mededeelde. Apropos, heb je dat bericht gele omtrent den Annapolder, in de G niet, dan wijs ik je op het laatste dat luidt: Mogen vele dijk werkers door i tijd van werkeloosheid geruimen door brood vindeu, daartegenovei 1895 vermoedelijk zeer weinig v Annapolder zal wezen"; dus betreft, kunnen we aannemen, C wordt genomen het beetje werk, aan dien polder, min of meer c verlies, dat èu pachters èn arbeic zeer zeker in volgende jaren nog zi eu als do zaak zoo ernstig n bij het slot van het bericht bartel wanneer men leest: Echter zal door het zeewate gedierte, als: slakkon, wormon, Zoo'n zin Witte doet de deur t iedere boer een vjjand van slakk op zijn land, omdat dit goedje vei oorzaken aau den oogst, maar niet of wormen zijn, en van oi daareven opmerkte, in eenige jaren Noord-Beveland, Januari '95. €\R

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1895 | | pagina 1